Paramaribo feest,
maar er valt weinig
te vieren
Het idee van Deryck Ferrier
ATERDAG 29 MAART 1980
15
!Bi,-TENLAND
Een staatsgreep met veel goede bedoelingen is nog steeds geen garantie voor de ontwikkeling
van een land. Vijf jaar wanbeleid in Suriname, waaraan Nederland duidelijk
medeschuldig is, valt niet op korte tijd recht te trekken. Vooral niet als de
centen snel opraken en de bevolking al gaat morren. Een andere
aanpak is nodig, zo zegt Deryck Ferrier, die ideeën spuit over
de eigen Surinaamse plaats op de internationale markt.
door Wim Jansen
Paramaribo viert feest. Niet om
dat er Ineens echt wat te vieren
valt, maar gewoon omdat het
weer mag. Sinds de militairen
woensdag de avondklok versoe
pelden en de Surlnamers nu dus
tot twaalf uur 's nachts over
straat mogen, loont het weer de
moeite een feestje te organiseren.
Vorige week nog vertelde een van de twee
persvoorlichters van de Nationale Militai
re Raad, die met zijn nachtpasje trouw
iedere avond de paar overgebleven bui
tenlandse Journalisten in hun hotel van de
laatste ontwikkelingen op de hoogte
kwam stellen, dat het uitgaansverbod nog
wel een jaar zou kunnen duren. Het was
een probaat middel gebleken tegen de
geldverspilling tijdens de vele feestjes, die
het door de staatsgreep beëindigde be
wind van Arron kenmerkten, zei hij. De-
tijd van nachten lang dansen en drinken
zou afgelopen zijn, de militaire raad had
beslist dat het volk aan het werk moet
voor de opbouw van Suriname.
Het was een van de vele maatregelen in
het kader van de heropvoeding van het
volk, die door de militairen in het vooruit
zicht is gesteld. Blijkbaar hebben de be
langen van de plaatselijke horeca en het
gemor onder de bevolking het gewonnen
van de gewenste mentaliteitsverandering.
Een stap terug
Een stap terug van de militairen, die ove
rigens in de afgelopen twee weken na de
vorming van de burgerregering hebben
laten blijken niet van plan te zijn uit het
straatbeeld te verdwijnen. Iedere avond
vertoont de Surinaamse televisie een pro
gramma van de Nationale Militaire Raad,
waarin ex-Journalist Jozef Slagveer de kij
kers bij voorbeeld toont wat er gebeurt
met de mensen die zo dom zijn het uit
gaansverbod te overtreden. Slagveer is
het hoofd van de professioneel opgezette
'publlclteitsdienst van de sergeants en als
een van de weinige kritische Journalisten
ten tijde van Arron weet hij precies waar
de schoen wringt. Hij zet de militairen op
het spoor van de corruptiezaken van het
jvorige bewind en fluistert de leden van de
militaire raad deskundige vragen in als
die op bezoek zijn bij een overheidsbedrijf
waar in het verleden nogal wat fout is
gegaan.
Surinaamse journalisten die foute of ne
gatieve dingen schrijven over de nieuwe
situatie in het land krijgen het met hem
aan de stok. Zo werd hij boos over een
bericht in het dagblad de Vrije Stem, dat
schreef dat de criminaliteit in de hoofd
stad helemaal niet was gedaald. Drie we
ken nadat de Militaire Raad een grote
campagne tegen de straatmisdaad was
gestart door criminelen in het openbaar
stokslagen uit te delen, kwam de Vrije
Etem na het doornemen van de politierap
porten tot de conclusie dat er weinig ver
betering viel te constateren. En een bui
tenlandse Journalist, die in bijzijn van een*
van Slagveers medewerkers opmerkte dat
hij gehoord had dat er was geschoten in de
kazerne, werd publiekelijk afgestraft.
Want een uur later verspreidde de publlcl
teitsdienst van de militairen het bericht
it er niet was geschoten en dat de bron-
in van dergelijke valse geruchten streng
tuden worden aangepakt. „Geen schoten
kazerne" luidde dan ook de kop in de
volgende edities van alle drie de dagbla
den in Paramaribo. Voor de meeste lezers
een vreemd bericht, er had net zo goed
kunnen staan „vandaag geen sneeuw".
Waakhond:
Inmiddels zijn er ook kleurige affiches
erschenen met een grote opkomende zon
•ven een vruchtbaar land, waarop staat
lezen dat de Militaire Raad zal waken
•ver het volk. Deze waakhondfunctie is
'ergenomen van het parlement, dat het
het verleden te druk had met onderlin-
ruzies om de wandél van de regering
•n voldoende in de gaten te houden,
it afgelopen weekeinde zei een woord
eer van de militairen dat men zoekt
een legale manier om „het parlement
itent te maken". De in de loop van deze
k aangekondigde beperkingen van de
•voegdheden van het parlement zijn een
trste stap in die richting.
uitschakeling moet de regering èn de
Itaire raad de kans geven ongehinderd
corruptie te bestrijden, het
mbtenarenapparaat te saneren en het
olk een betere mentaliteit aan te praten.
>at alles met maar één doel: van Surlna-
ae een welvarend en ontwikkeld land
aaken. Wat de financiële kant hiervan
«treft, blijft Suriname volledig afhanke-
Jk van Nederland, althans van het geld
lat over is van de ruim drie miljard gul
die in 1975 in het vooruitzicht werd
gesteld voor de ontwikkeling in de eerste
tien tot vijftien Jaar.
In de eerste vijf Jaar van de onafhankelijk
heid is er genoeg geld opgemaakt, maar
bitter weinig tot stand gekomen. Er zijn
pogingen genoeg geweest om wat op te
zetten, maar veel projecten liepen stuk
nadat de betrokken aannemer en politici
hun aandeel hadden geïncasseerd. De Su
rlnamers zijn er al aan gewend, maar nlet-
Surinamers kunnen hun ogen vaak nau
welijks geloven als ze de vele half afge
maakte projecten zien liggen.
Huisvesting
Rijdend door de buitenwijken van Para
maribo kan het Je overkomen dat Je plot
seling staat voor een volledig uitgestorven
buurt, met honderden onbewoonde, bijna
voltooide hulzen. Het zijn kleine, maar
goed opgezette arbeiderswoningen, ge
bouwd om te voorzien in de schrijnende
behoefte aan huisvesting. De meeste hui
zen staan daar al ruim twee Jaar op vol
tooiing te wachten, die misschien wel
nooit zal komen. Want tropische planten
groei en spelende kinderen doen hun ver
nielende werk snel. Verdeeld over ver
schillende bouwprojecten staan er zo ruim
duizend nieuwe woningen te verkrotten,
nog voor zij een bewoner hebben gezien.
Een failliete aannemer, veel te zware dak
pannen of gebrek aan doorzettingsvermo
gen zijn de oorzaak van de mislukkingen.
En dat in een land waar de woningnood
vergelijkbaar is met die in Nederland.
Daarnaast kent Suriname naar schatting
25.000 krotten, waarvan er 15.000 in of om
Paramaribo liggen.
Even bulten Paramaribo ligt aan de Suri-
name-rivler een compleet visserijbedrijf
nutteloos te wachten totdat het volledig is
overwoekerd door de uitbundige tropi
sche begroeiing. Aan de stijger liggen drie
trawlers voor de visvangst en een vijftal
andere boten te roesten, beroofd door
passerende bootjes van hun radar en an
dere apparatuur. Het verlaten kantoor
complex met een radiozender is half on
dermijnd door het golvende water van de
rivier. Een complete verwerkingslljn voor
vis, inclusief dure fileermachlnes, staat in
het vochtige klimaat weg te teren in een
loods van golfplaat. Het bedrijf is enige
Jaren geleden stilgelegd door geldgebrek
en er is daarna niets meer mee gebeurd.
Surinaamse planologen en politici zoeken
de schuld voor het falende ontwikkelings
beleid echter zeker niet alleen in eigen
huis. De verwijtende vinger wijst ook in de
richting van Nederland, dat de helft van
het aantal plaatsen in de Cons (Commis
sie Ontwikkelingssamenwerking Neder-
land-Suriname) bezet. De Cons moet alle
projecten, waarbij Nederlands geld is be
trokken, goedkeuren. De Nederlanders
stellen zich veel te toeschietelijk op, waar
schijnlijk geleld door de angst yoor betut
teling en een koloniaal schuldgevoel, zegt
men in Suriname.
Bruggenbouwe:
rs-
Maar de verwijten gaan ook verder terug.
Toen Nederland in 1975 Suriname opza
delde met de onafhankelijkheid, was er
van een infrastructuur nauwelijks sprake.
Slechts twee doorgaande wegen was het
land rijk: een van Paramaribo landin
waarts tot aan het stuwmeer in het dis
trict Brokopondo en een weg langs de
kust van grens tot grens. Nederland, brug
genbouwers bij uitstek, hadden niet één
vaste oeververbinding gemaakt over de
vele brede rivieren die deze weg doorsnij
den. Na veel vertraging kwamen er vorig
Jaar twee bruggen klaar, maar nog steeds
bemoeilijken traag werkende veerponten
de reis vanuit de hoofdstad naar de ooste
lijke of westelijke grens.
Het overhaaste karakter waarmee Surina
me de onafhankelijkheid kreeg heeft de
zaa"k ook weinig goed gedaan. Parlemen
tariër George Hindori: „Toen wij in 1975
begonnen met het zogeheten meerjaren-
ontwikkelingsplan, was er nog niet eens
een evaluatie gemaakt van de ontwikke
lingsplannen die we in de twintig vooraf
gaande Jaren hebben gehad. Uit de studie
die ik er toen zelf van heb gemaakt bleek,
dat we ons veel te veel afhankelijk hadden
gemaakt van het buitenland. In 1973 was
tweederde van het in Suriname geïnves
teerde vermogen in buitenlandse
handen."
Armand Zunder, de nieuwe minister van
ontwikkelingsbeleid en planning, verwijt
Nederland ook een slechte en onzorgvuldi
ge aanpak: „De hulp van 3,5 miljard gul
den betekent dat er per werkdag 1,5 mil
joen gulden in onze economie wordt ge
pompt, tien jaar lang. Welk land kan dat
zonder brokken verwerken, als daar geen
goede voorbereiding aan vooraf is ge
gaan?" Nederland heeft te gemakkelijk
ingestemd met de plannen die Suriname
destijds heeft opgesteld. Het in 1975 vast
gestelde ontwikkelingsprogramma nam
deze plannen vrijwel in zijn geheel over.
Van Nederlandse inbreng was nauwelijks
sprake.
landmeter
Geestelijk vader van deze plannen was dr
Frank Essed, een Surinaamse landmeter
die in Nederland bosbouw studeerde. Hij
was een van de weinige mensen in Surina
me die zich bezig hield met de planning en
opbouw van het land en verwierf dan ook
snel aanzien. „We waren er trots op dat er
een zwarte man was, die iets van dit soort
zaken afwist. Er bestond helemaal geen
toesingskader, dat kon bekijken of die
plannen wel goed onderbouwd waren,"
aldus een arts-Journalist in Paramaribo.
Hij wijst op het ontwikkelingsplan voor
West-Suriname, de spil van de ontwikke
ling in het land. Het plan voor de ontgin
ning van de bauxiet in de oerwouden van
het westelijk deel van het land dateert al
uit de Jaren zestig, maar werd door Essed
nieuw leven ingeblazen en door de rege
ring van Arron uitgebouwd tot een presti-
ge-object, dat koste wat kost gerealiseerd
moest worden. Het zeer dure project om
vat de bouw van een 77 kilometer lange
spoorweg door het bos, een fabriek om de
bauxiet te verwerken tot aluinaarde en
vervolgens tot aluminium en een stuw
dam, die de enorme hoeveelheden elektri
citeit die voor dit proces nodig zijn,
opwekt.
Bauxiet
Het enige dat tot nu toe bereikt is, zijn de
eerste vijftig kilometer van de spoorlijn,
waarover de bauxiet van de mijnen ver
voerd moet worden naar een nog te bou
wen haven in de nederzetting Apoera. Aan
het eind van dit Jaar is de spoorweg die
van nergens naar nergens loopt klaar.
Kosten: 180 miljoen gulden. In dat bedrag
zit niet het verlies aan opbrengsten van
belastingen, dat werd veroorzaakt door
dat de betrokken aannemer via een slinks
toegevoegd laatste artikel in het contract
met de> regering werd vrijgesteld van alle
denkbare belastingen, inclusief perso
neels belas ting. (Na de ontdekking van dit
artikel in het al ondertekende contract
kreeg directeur Pocornuni van het betrok
ken ministerie een aanval van hysterie,
omdat daarmee zijn aandeel in het dou
ceurtje niet doorging. Hij werd onmiddel
lijk in een inrichting opgenomen, aldus de
arts-Journalist. De aannemer kon zijn
voordeel behouden, het contract was nu
eenmaal afgesloten.)
West-Suriname: een spoorlijn naar nergens
Ir. Deryck Ferrier, directeur van het
Surinaamse ingenieursbureau Ceswo
en zoon van de president, denkt dat
het wel degelijk beter kan gaan met
de Nederlandse ontwikkelingshulp
aan Suriname. Maar daarvoor is wel
een heel andere aanpak nodig. „Ik
zeg niet dat mijn idee zaligmakend is.
Maar wat ik wil is een discussie over
herstructurering van de hulp."
„Al die hulp is weliswaar besteed in
Suriname, maar niet zichtbaar ten
goede gekomen aan de bevolking. Er
is tot nu toe te veel gelet op de
fysische kwaliteiten van het land en
er was te weinig aandacht voor socia
le omstandigheden. Bovendien kwam
een deel van het geld weer in Neder
land terecht, doordat daar materiaal
en kennis werden gekocht. Ik vindt
dat ontwikkelingshulp een sterk za
kelijk goed is, beide partijen moeten
er beter van worden. Ook Nederland,
dat is Jullie goed recht. Maar het
moet eerst en vooral Suriname beter
maken.
„Onze maatschappij is te klein, er
ontbreekt hier in Suriname een afzet
markt voor mensen die wat willen
beginnen. En Juist daarin kan Neder
land ons helpen. Jullie moeten ons
niet helpen met geld alleen, maar ook
met het verkrijgen van een ingang in
de internationale handelswereld. Als
Nederland in het kader van „hulp" de
afzet garandeert van onze agrarische
en industriële produktie, kun Je een
sociaal-economische ontwikkeling
krijgen die zijn weerga in de wereld
niet kent.
„Ik schat dat voor zoiets een fonds
nodig is van 1,2 miljard gulden, waar
mee de produkten worden aange
kocht. Het is natuurlijk aan Neder
land met die spullen te doen wat ze
willen, al dumpen ze het in zee. Maar
wij kunnen hier goedkoop produce
ren en ze hunnen het op de wereld
markt verhandelen.
„Door die afzetgarantie schep je
voor elke Surinamer met initiatief de
mogelijkheid zelf iets op kleine of
grote schaal te beginnen. Als nu ie
mand een klein bedrijfje begint en
de mogelijkheden daartoe zijn enorm
groot is de markt hier al gauw
verzadigd. Je zou ook bijvoorbeeld al
die fabrieken die in Nederland we
gens hoogconjunctuur niet meer
draaien naar Suriname kunnen ha
len. Maar dan ook: goede fabrieken,
geen oude rommel die bij Jullie over
is.
„Uiteindelijk moet dit plan lelden tot
een eigen plaats voor Suriname op de
internationale markt Dat betekent
dus ook dat de Hollanders hun kennis
aan ons moeten overdragen. Als die
afzetgarantie eenmaal een hogere
produktie heeft veroorzaakt, ont
staat daaruit automatisch een hogere
welvaart. Het is dan de taak van de
regering om daaraan de middelen te
onttrekken voor een beter welzijn.
Maar dat is een Surinaamse zaak,
daar moet Nederland zich niet mee
bemoeien. Ik geef toe dat, het een
ietwat liberale produktiestructuur is.
Er zal daarboven dan ook een rege
ring moeten komen die een sterk soci
alistische verdeelsleutel hanteert."
Hoewel het plan (hij noemt het zelf
een idee) nog vrij Jong is, spreken
Surlnamers die zich met planologie
bezig houden er enthousiast over. Het
heeft al min of meer een officieel
tintje gekregen door de rede die mi
nister Zunder vorige week afstak bij
zijn afscheid van het planbureau.
Daarin legde de minister de nadruk
op het belang van een internationale
afzetmarkt voor een gezonde toe
komst van Suriname.
De resterende projecten in West-Surlna-
me zijn minder zeker dan de spoorlijn. Er
blijkt veel minder bauxiet te zitten dan de
300 miljoen ton, die Essed destijds met de
natte vinger had geschat. Bovendien
blijkt de Conrantljn rivier, waaraan Apoe
ra ligt, veel te ondiep voor het vervoer van
grote hoeveelheden grondstoffen. Slechts
de bouw van de Kabalebo-stuwdam is
vrijwel zeker. De energie kan altijd nog
naar Paramaribo worden getransporteerd
als de plannen voor een aluminiumsmel
ter niet doorgaan. Men overweegt nu wel
de bauxietlagen te ontginnen, maar niet
ter plekke verder te verwerken tot alumi
nium. Dat zou dan moeten gebeuren in de
bestaande fabrieken van Bllliton en Su-
ralco, ten zuiden van Paramaribo.
Het zal voor de nieuwe regering moeilijk
zijn het hele beleid om te gooien. Minister
Zunder is er voorstander van West-Surina
me nu maar snel tot ontwikkeling te bren
gen, nu er al zo veel geld is uitgegeven. De
spoorlijn zou te gebruiken zijn als aan- en
afvoerlijn voor de daarlangs te vestigen
palmollefabrieken of voor de verwerking
van hout. De minister wil het zoveel moge
lijk aan particulieren overlaten daar be
drijven op te zetten.
Leningen
Erg veel ontwikkelingsgeld is er niet meer
over. Tot nu toe is er voor 848 miljoen
gulden aan projecten goedgekeurd. Daar
komt nog ongeveer driehonderd miljoen
gulden bij voor de stuwdam bij Kabalebo
en nog minstens honderd miljoen om in
West-Suriname tenminste iets op te zet
ten voor het uit de grond halen van
bauxiet. Het lijkt alsof er dan nog aardig
wat overschiet van de ruim drie miljard
gulden Nederlandse hulp. Maar Zunder
wijst er op dat in december met minister
De Koning is afgesproken, dat ongeveer
770 miljoen gulden bestemd is voor infla
tiecorrectie, bijna net zoveel als wat tot nu
toe is goedgekeurd aan projecten.
De minister is van plan meer leningen te
sluiten in het buitenland, waardoor Suri
name wat minder afhankelijk wordt van
Nederland. Maar ook al zouden buiten
landse Investeerders nu wel meer vertrou
wen hebben in de nieuwe situatie in het
land (na de staatsgreep van 25 februari
steeg de Surinaamse gulden aanzienlijk in
waarde), dan nog is het maar de vraag of
het land de plannen uit kan voeren. Want
al in november 1977 waarschuwde Ir. J.
van der Kerk. oud-directeur generaal van
Rijkswaterstaat in een rapport aan de
regering van Suriname dat het uitvoerend
orgaan het ambtelijk apparaat abso
luut ongeschikt is vobr zijn taak. „Het
bulten redelijke proporties gegroeide
overheidsapparaat drukt als een loden
last op de Surinaamse samenleving. Dit
moet hoogst ernstig genomen worden."
waarschuwde Van der Kerk.
81nds die tijd is het alleen maar erger
geworden met het ambtenarenapparaat;
een overbezette onderlaag en een top zon
der opleiding. In dit licht is de door de
sergeants aangekondigde aanpak van de
ambtenaren veel meer dan een populisti
sche maatregel, die slechts in zou haken
op goedkope gevoelens van ergernis bij de
bevolking over de vervelende ambtenaren
achter het loket. Een sanering is van es
sentieel belang voor het slagen van de
opbouw van Suriname.
Sanering:
Oesteld dat die sanering zal slagen (minis
ter Zunder sprak eerder tegenover Trouw
over „arbeidsgewenningskampen" voor
mensen zonder echte baan), dan is het nog
de vraag of er voldoende kader aanwezig
is om de plannen uit te voeren. De wil om
het nu eens te proberen zonder dat allerlei
invloedrijke figuren zich eraan verrijken,
lijkt aanwezig. Een minder aantrekkelijk
klimaat echter voor mensen als Frank
Essed. die als lid van de Cons en als
commissaris bij Bllliton een machtige po
sitie bekleedde. Vier dagen na de staats
greep stond hij op het vliegveld Zanderij,
een ticket naar Curacao in de hand. HIJ
kwam echter niet ver. De militairen ver
zochten hem vriendelijk nog een beetje te
blijven. Misschien viel er nog wat te
'vragen.