at schort er toch wel an
mien brille'
itstekend boekje over
athouden en vergeten
Handboeken voor zeilers
die het zeegat kiezen
Huizen-mini's worden erg
veel gelezen door mensen
die al een huis hebben.
Verkopers èn kopers dus.
(Te) zelfverzekerde psychotherapie
varing meer dan
een maar kennis
sverhalen in 14 delen uit het Nederlandse taalgebied
Geschiedenis
der bouwkunst
ldeir gezin en
enleving
En als er geen
speelplaats is
maak je er een
Mythen omtrent kanker
lijken veel op vroegere
verhalen over tbc
BOEKEN
HtDAG 27 MAART 1980
i
Jac. Lelsz
waar „volks" voor
blijft voor sommigen
pn het tweede, derde of
garnituur. Volkszang,
oneel, volksliteratuur
Jammer, die onder
ling van het „volkse",
evenals trouwens bij
l met een uitgesproken
K, zijn hier kwalitatief
verschillende niveaus.'
(lijkt ook weer uit een
boeken, die onder de
„Onze Volksverhalen"
is te verschijnen.
m boeken met volksverhalen
uitgebreidste zin van het
uit het Nederlandse taalge-
Dat wil zeggen: alle Neder-
provlncles, het Nederlands
nde deel van België en zelfs
ukje Frankrijk, het achter
in Duinkerken, waar ook nog
ands wordt gesproken. Tot
zijn zes delen verschenen,
erhalen uit Friesland, Gro-
Gelderland, Utrecht/'t
Zeeland/Zuidhollandse eilan
den en Oost- en West-Vlaanderen.
De reeks staat onder redactie van
dr Tjaard W. R. de Haan. Voor de
samenstelling van elk deel is ie
mand aangetrokken, die met be
trekking tot een bepaald landsdeel
specialist is.
Indrukwekkend
Enige neiging tot chauvinisme
moet men hun maar vergeven. Zo
Illustratie bij „Marleken van Nlm-
wegen" (Volksverhalen uit Gelder
land). Tekening van W. J. Rozen-
daal.
schrijft Jurjen van der Kooi ln de
Inleiding op het Friese boek: „Op
het stuk van het volksverhaal ls
Friesland in Nederland „zonder
mis" de best onderzochte provincie.
Het ls al begonnen met de gebroe
ders Halbertsma, die ln hun be
faamde Rimen en Teltsjes heel wat
volkselementen verwerkten." En in
derdaad, de oogst in Friesland ls
Indrukwekkend, alleen dr Ype
Poortlnga van de Fryske Akademy
was al goed voor het verzamelen
van 5000 teksten. Maar dat ls maar
een klein deel: sinds het begin van
de 19de eeuw werden ln Friesland
zo'n 25.000 volksverhalen bijeenge
bracht en/of gepubliceerd.
Aan Friesland ls een flink boek be
steed. Merkwaardig genoeg viel het
Gelderse boek, samengesteld door
Henk Krosenbrink, wat omvang be
treft veel magerder uit Terwijl het
toch een provincie ls waar de volks
verhalen voor het grijpen liggen. In
de inleiding wordt gezegd dat er in
Nederland geen provincie is. die zo
zeer op de verbeelding werkt als
Gelderland („bij uitstek een kroon
domein van de romantiek"). De
keuze loopt van A. C. W. Staring,
„de eerste welbewuste „reglonalist"
te onzent", tot de enige Jaren terug
overleden verteller pur sang Jac.
Gazenbeek.
Grenzen
Men vindt in de boeken volksverha
len van lang geleden tot vrij actue
le. Sagen, legenden, sprookjes,
anecdoten, rijmsels. Teksten met
volkswijsheden en -domheden,
leuk, dramatisch, spits en soms een
TROUW/KWARTET H 13
beetje oubollig. De bronnen van de
verhalen worden achterin vermeld
met andere nuttige bijzonderheden.
Evenals een verantwoording van de
illustraties. Ook is een plaatsna
menregister opgenomen. Allemaal
praktische dingen. De nog resteren
de acht delen zullen ln de loop van
dit Jaar verschijnen; begin '81 is de
reeks compleet. Volksverhalen sto
ren zich lang niet altijd aan grenzen
en soms zijn er meer versies van één
gegeven.
Neem bij voorbeeld, en daarmee
besluiten we, dat kostelijke, ruim
honderd Jaar oude verhaal „Wat
schort er toch wel an mien brille?"
Het staat in de Friese bundel en ls
in dit geval van Waling Dijkstra. De
onnozele gemeente, waarom het
gaat, ls meestal niet gelokaliseerd,
maar ligt ditmaal in Groningen. Het
thema is echter niet alleen ln
Noord-Nederland bekend, maar ook
in Duitsland, Estland, Denemarken
en de Verenigde Staten.
Meester
Het gaat om een schoolmeester, die
ook geweldig kon psalmzingen.
Zo'n honderd Jaar geleden dus. Een
tijd dat schoolmeesters ook een be
langrijke taak ln de kerk hadden.
Veel boeren konden toen nog niet
lezen. Daarom hielp de schoolmees
ter hen tijdens de dienst. Hij las
twee regels van de psalm voor en
dan werd dat door de boeren her
haald. Eens hadden kwajongens
diens bril met kaarsenvet Inge
smeerd. Meester zette die 's zondags
argeloos op, waarop hij riep: „Wat
schort er toch wel an mien brille?
Die ls Ja gans met vet besmeerd."
Waarop de boeren meteen op de
wijs van psalm 66 begonnen te gal
men; „Wat schort er toch wel an
mien brille? Die is Ja gans met vet
besmeerd." Hierna meester en de
boeren achtereenvolgens: „Nee
vrunden, dat was niet mien wille"
en „Dat domme volk dait glad ver-
Knipprent van Gretha Zijl bij het
verhaal over het oude vrouwtje en
de pannekoek en waarom de var
kens wroeten (Volksverhalen uit
Friesland).
keerd." En zo verder totdat meester
begreep dat er geen kruid tegen
gewassen was en zich maar stil
hield.
De boeken zijn fraai uitgegeven.
Uitgeverij Het Spectrum, Utrecht/
Antwerpen: Onze Volksverhalen
(14 delen). 180 tot 320 pagina's.
Prijs van reeds verschenen zes de
len 29,50 per stuk.
dr. H. J. Romijn
zij ons geheugen zijn
is bewust van de dingen
jis heen en gelukt het
lm gemiddeld zo'n 70
n leven te blijven. Wel
ls het zelfs zo dat er
tr geheugen helemaal
leven meer mogelijk
I zich maar eens de situatie
lat u van de ene dag op de
uw geheugenfunctie zou ver-
U zou dan na het boodschap
pen nooit meer uw huis weten
S (e vinden. U zou voortdurend
v allerlei obstakels zoals lan-
alen en auto's opbotsen, en
«n de eenvoudige reden dat u
er door schade en schande
•ren (geheugen!) dat u niet
ndere voorwerpen heen kunt
Dag in dag uit zou u uiterst
d hetzelfde boek lezen, en het
densbericht van uw dierbare
zou u ieder uur tot tranen
roeren. En al zou men u hon-
- ïaal achtereen vertellen hoe
sfomuls moet worden aange-
u zou het nooit leren. Op de
beschouwd zou u zelfs verge-
1 hoe te moeten lopen, te eten
drinken, en adem te halen,
►ok dèt berust op geheugen,
n, zonder geheugenfunctie
t we niets meer weten en
neer kunnen leren. Voor een
an ons zou verder leven vol-
•nmogelijk worden.
•lijk is er nu een populair-
'lappelijk boekje versche-
jt ln duidelijke bewoordingen
'senprocessen bespreekt die
t functioneren van het geheu-
i grondslag liggen. Dit boekje
i titel draagt Onthouden en
in, ls nu eens geen buiten-
N. vertaling maar daarentegen
\\£en bodem en wel van de
Nan de biochemicus/farmaco-
loog Dr V. J. Nickolson. Na een
algemene inleiding omtrent het
„hoe" en „waarom" van het natuur
wetenschappelijk onderzoek naar
leren en geheugen, geeft de auteur
een eenvoudig en helder overzicht
van het functioneren van hersencel
len. Daarbij worden elektrofysiolo
gische als ook biochemische aspec
ten belicht, en komen enige onder
zoeksmethoden ter sprake.
Vervolgens lezen we hoe we ln
werkelijkheid niet met onze zin tul
gen maar met onze hersenen zien,
horen en voelen, en dat het ook onze
hersenen zijn waarmee we onze le
dematen naar willekeur kunnen be
wegen en waarmee we leren, ont
houden en herinneren. Het zijn de
elektrische stroompjes in onze her
senen die aanleiding geven tot be
wust waarnemen, bewegen en den
ken. Hieruit volgt dat alles wat we
leren als een soort geheugenspoor
ergens in de hersenen moet worden-
opgeslagen. Waar en hoe dit ge
beurt is helaas nog niet precies be
kend, maar verschillende onderzoe
kingen wijzen ln de richting dat
tijdens het leren de contactpunten
tussen de biljoenen zenuwultlopers
van de hersencellen blijvende, mi
nuscule vormveranderingen onder
gaan, waardoor de signaalover
dracht van de ene zenuwcel op de
andere wordt verbeterd dan wel ver
slechterd, en de te leren Informatie
ln de vorm van bepaalde circuits
(geheugensporen) in het hersen
weefsel wordt „Ingebrand". Wan
neer naderhand zo'n zenuwcircuit
weer elektrisch wordt geaktiveerd,
dan zou hiermee tevens de oor
spronkelijke informatie, het oor
spronkelijke beeld, als herinnering
opflitsen.
Dit proces van leren en herinneren
wordt door de auteur van verschil
lende invalshoeken belicht waarbij
vooral op de biochemische en far
macologische aspecten wordt gelet,
zoals op de sleutelpositie die de
eiwitsynthese Inneemt als ook op de
functie van de verschillende neuro
transmitters (chemische substan
ties die de overdracht van elektri
sche signalen van de ene zenuwcel
naar de andere verzorgen). Een en
ander wordt verduidelijkt met de
beschijving van enkele experimen
ten met hun uitkomsten. Ook wordt
de vraag besproken waar ln de her
senen nu precies het geheugende
pot is gelocaliseerd. Een pikant de
tail daarbij ls dat de chemische
bouwstenen van waaruit een ze
nuwcel ls opgebouwd, continu wor
den afgebroken en door nieuwe
bouwstenen worden vervangen, ter
wijl het geheugendepot tijdens deze
restauratiewerkzaamheden nauw
keurig bewaard blijft.
Vervolgens komt nog het thema ou
derdom en de daarmee gepaard
gaane verslechtering van het geheu
gen aan de orde alsmede de zin en
de onzin omtrent de zogenaamde
„leerpll". Nickolson besluit zijn
boekje met enige opmerkingen be
treffende de maatschappelijke be
tekenis van verder ondeizoek naar
leren en geheugen.
Ter samenvatting van deze recensie
wil ik u toevertrouwen dat ik dit
boekje in één adem heb uitgelezen.
Het is helder en vlot geschreven en
de noodzakelijke technische ter
men worden steeds in zinsverband
verklaard, waardoor het boekje niet
alleen voor de academicus maar
ook voor de geïnteresseerde leek
toegankelijk is. Wel eist de intensie
ve schrijfstijl voortdurend alle aan
dacht op. Het lezen van dit boekje is
als een excursie naar het buiten
land, waarbij een uiterst ervaren
reisleider je juist dié bezienswaar
digheden laat zien* die voor een
evenwichtig en samenhangend
overzicht van belang zijn. Na afloop
heb Je dan ook het tevreden gevoel
althans zo verging het mij dat
Je er in grote lijnen alles van af
weet. Kortom, een zeer geslaagd
boekje dat ik een brede lezerskring
toewens.
Dr V. J. Nickolson: „Onthouden en
Vergeten" (Van Gorcum Comp./
Assen 1980, 77 p. gelik, 15,-).
Het is alsof George Mansell (de
schrijver van het boek „Geïllu
streerde geschiedenis van de bouw
kunst) zich vanaf de voorste stoel
van een touringcar tot zijn lezers
richt. Hij neemt je mee langs de
beroemdste bouwkundige monu
menten van de wereld en vertelt
daar de meest algemene wetens
waardigheden over. Elk beschreven
bouwwerk werd door de schrijver
persoonlijk bezocht.
Voor de volgorde van de tekst ls
gekozen voor de bekende opbouw:
Van oudheid tot de twintigste eeuw.
Het ls Jammer dat terwtlle van de
algemeenheid zo'n grove selectie
gemaakt moest worden. Voor men
sen die zich nooit verdiept hebben
in de architectuur is dit boek een
prachtige inleiding. Het ls makke
lijk geschreven en ruim geïllu
streerd. Vooral de tekeningen, die
gemaakt zijn met behulp van com
puterberekeningen, geven een hel
der beeld van de wijze waarop ver
schillende monumenten werden ge
construeerd.
Geïllustreerde geschiedenis van de
bouwkunst, werd uitgegeven door
bv Uitgeverij Septuaginta in Al
phen aan de Rijn, In opdracht van
ICOB cv. Prijs 32,50.
Boeken over avonturiers, die in hun
eentje oceanen bedwongen zijn er
genoeg.
Een uitgave waarin èn de theorie èn
met name de zeezellpraktljk aan de
orde komen, kwamen wij tot dus
verre niet tegen. Uitgeverij De Boer
Maritiem heeft op geslaagde wijze\
ln deze leemte voorzien. Alain Oreé
nam in zijn „Zeilen op zee" naast de
zijne de zeer vele ervaringen van
anderen op. HIJ doet, met tientallen
illustraties van Mare Berhler, schier
alle beginselen van het zeezeilen uit
de doeken.
Aanstaande zeezellers, onder wie
ook degenen die de kustlijn prak
tisch niet uit het oog verliezen, vin
den in dit 165 pagina's tellende, ook
van fraaie, foto's voorzien werk, een
schat aan kennis. Een fors deel van
het boek is gewijd aan vragen (en
antwoorden) voor lezers, die hun
opgedane wetenschap willen testen.
Voor de zeer prille zoutwaterspor
ters: achterin ls een uitgebreide ver
klarende woordenlijst opgenomen.
De prijs ls 34.50.
In het „Handboek voor de jacht-
schipper" wordt de eigenaar van
een boot op een van de eerste blad
zijde uitgenodigd een foto van zijn
bezit te plakken. Dat geeft direct
iets „eigens" en dat is ook de bedoe
ling.
De auteur Geoff Lewis schreef het
zeer informatieve werk in drie de
len. Het eerste verstrekt de basisge
gevens van het schip en zijn uitrus
ting, vervolgens komen het doelma
tig en veilig met een schip omgaan
alsmede de besturing aan bod. In
het laatste deel kan men alle gege
vens van het eigen Jacht vastleggen.
Niet genoeg kan benadrukt worden,
dat zeezeilers zich optimaal op hun
tochten moeten voorbereiden. Het
zeegat uit is niet zo moeilijk. Vol
daan de gele seinvlag Q voeren (wat
verplicht is om ln leder land op
nieuw bij het aanlopen van een ha
ven te doen, totdat de douane aan
boord is geweest) en behouden
thuiskomen, vereist veel kennis en
praktische ervaring.
Het handboek, mede stevig gevuld
met illustraties en tabellen plus een
uitgebreide index, is verschenen bij
Hollandla BV in Baarn, de prijs is
29,50.
Speciaal voor hen die de verre een
zaamheid niet zoeken maar de kus
ten bevaren en niet al te grote over
steken maken, verzamelde Kenneth
Wilkes tal van noodzakelijke gege
vens ln „Jachtnavigator langs de
kust" (prijs 34,50). In dit hand
boek komen naast de getljleer, het
varen ln mist en op kompas vele
wetenswaardige zaken aan de orde
die men dient te weten Juist voor
het geval dat van het zeepad wordt
afgeweken. En er is maar een lichte
nevel voor nodig om ln die situatie
te geraken. Het boek is eveneens
uitgegeven bij Hollandia BV in
Baam. Bij dezelfde uitgever ver
scheen van Eric C. Fry „Knopen
waar Je wat aan hebt" Dertig ba-
sisknopen worden behandeld, bij
zonder prettig is dat de leggers vla
illustraties vanuit eigen gezichts
punten de bochten en lussen kun
nen maken. De prijs is 16,50.
door Mary Fahrenfort
Vaak lijkt het, alsof in de psycho
therapie denken verboden is. Alles
mag. behalve je verstand gebrui
ken, want dat heet dan geen ver
stand maar weerstand.
Albert Ellis denkt daar anders over.
Hij ls de grondlegger van de ratio-
neel-emotieve therapie en daarmee
een van de oorspronkelijke vernieu
wers na Freud. Hoewel het al meer
dan dertig jaar geleden ls dat Ellis
zijn ideeën voor het eerst uitwerkte,
is zijn benadering nooit zo bekend
geworden als die van sommige an
deren. Wat doet hij als therapeut?
Hij iaat zien door welk ABC van
onredelijke vooronderstellingen
een mens zijn eigen narigheid verer
gert.
Een voorbeeld: als Je depressief
wordt omdat het je niet lukt een
baan te krijgen, komt dat omdat Je
denkt: Als ik bij een sollicitatie
word afgewezen. Betekent dat, dat
ik een sukkel ben - Conclusie: ik
word depressief.
Ellis zegt in zo'n geval: afgewezen
worden is natuurlijk heel vervelend,
maar daar volgt helemaal niet uit
dat Je dan ook een sukkel bent en
zelfs als Je een sukkel zou zijn, wat
dan nog? Dat is geen reden om
depressief te worden. Deze aanpak
wil echt wel eens helpen.
Het meest recente boek van Ellls,
onder de wat misleidende naam
„Humanistische psychotherapie"
legt het allemaal precies uit. De
vertaling is van een inleiding voor
zien door René Diekstra. de voor
man van deze vorm van therapie in
Nederland. Het voornaamste voor
deel van de methode is. zoals ge
zegd, de verfrissende kijk op de
plaats die gezond verstand kan in
nemen in de psychotherapie. Dit
voordeel kan echter omslaan in een
nadeel door de al te eenzijdige na
druk op denken ln plaats van voe
len of verwerken. Bovendien: als we
Ellis mogen geloven kan hij met
zijn methode elk probleem bij ieder
een oplossen, van seksuele stoornis
sen tot alcoholisme. Een opeenvol
ging van wat opschepperig aan
doende suksesverhalen moet dat
bewijzen. Ik heb de neiging de ver
halen met wat korrels zou te nemen,
en ik erger me aan de zelfverzekerde
toon. Toch staat er voor geïnteres
seerden veel in dit boek dat nieuw
en de moeite waard is.
Albert Ellis: Humanistische psy
chotherapie. Uitf.: v. Loghum Sla
terus, in de serie Leven en Welzijn
256 pp. Prijs 29,50.
ers van kinderen met afwijking
tonfe JeUe Jan Klinkert
tr je als ouders een kind ver-
tlan is er naast alle vreug-
e ervaart altijd een bodem
igst ln Je bewustzijn. Angst
wijkingen waarmee het kind
orden geboren. Dat is een
n cadat elke ouder zich kan voor-
Maar de gevoelens van ou-
cne.je werkelijk een kind met
inkot of kleinere defecten krijgen,
0e t nooit helemaal meevoelen
eQPjelf alleen maar gezonde kln-
sarTSebt.
tegelijk een van de grootste
hen die ouders van kinderen
034
e
en Samenleving" G. J. M.
e.a. uitg. Van Gorcum. As-
I blz. 25.-. Het boek „Gezin
ftenleving" bevat een aantal
ke artikelen die in de jaren
:ijn verschenen in het week-
htermediair" De artikelen
ngschikt in vier thema's:
gezin, gezinsontbinding cn
appelijke knelpunten Uit
elen blijkt dat de Neder-
onderzoekers Inzake bevol-
:in en bejaardheid een grote
appelijke verbondenheid
enheid aan de dag leggen
hillende schrijvers doen
tor stuk verslag van eigen
M. Corver e.a.: „Gezin en
fcving". Uitg. Van Gorcum.
flmvang 191 pag. Prijs 25,-.
met aangeboren afwijkingen heb
ben: wie ze ook ontmoeten artsen
en andere deskundigen, maar ook
leken altijd blijft er een voelbare
emotionele afstand. Slechts in het
contact met ouders, die zelf een
dergelijk kind hebben kan die bar
rière worden overwonnen.
De kloof tussen hulpverleners en
„gewone" betrokkenen komt duide
lijk tot uiting in het boekje „Zorgen
voor morgen", geschreven door A.
C. Drogendijk e.a. Deze uitgave be
vat de tekst van een aantal lezingen
die deskundigen hielden op een
congresdag van ouders van kinde
ren met erfelijke en/of aangeboren
afwijkingen, én een verslag van de
daarop volgende discussies.
Je merkt die kloof allereerst door
het verschil in toon tussen de tek
sten van de deskundigen en de
woorden van de leken in de discus
sies. De eersten zijn technisch, hou
den afstand en spreken over aan
doeningen. De ouders zijn emotio
neel en brengen voortdurend de
psycho-sociale problemen naar
voren.
Deze tegenstellingen binnen het
boek maken het tegelijk nuttig en
leerzaam. Nuttig voor de ouders: er
staat nogal wat informatie ln over
erfelijke en aangeboren afwijkin
gen. zij het dat deze van wisselend
niveau is (het in de geboden vorm
zinloze artikel van Sengers tegen
over het uitstekende „slotwoord"
van Galjaard). En tegelijk is het
boekje leerzaam voor de deskundi
gen, die weer eens op de meer emo
tionele kanten van hun werk wor
den geattendeerd.
Prof. dr A. C. Drogendijk e.a Zorgen
voor Morgen, vroegtijdige onderken
ning. diagnostiek. geneUc counseling van
erfelijke een aangeboren afwijkingen.
Uitg.: Intro, Nijkerk (174 p). Prijs 24,50.
Het boek „Kan het u wat schelen?'
ls een boeiend en inspirerend ver
slag hoe ouders in een moderne
flatwijk iets totaal nieuws voor hun
kinderen en voor zichzelf opbou
wen. Schalkwijk ln Haarlem is vol
gens architecten een goede vorm
van stedebouw. Maar toch klagen
de ouders. Zo vinden ze b.v. dat de
speelvoorzieningen slecht op hun
kinderen zijn afgestemd, en ze vin
den ook dat ze weinig contact met
hun buren hebben. Toen kwam er
een idee van een moeder, die zelf
een twee Jaar oude peuter had: „We
moeten een centrum opzetten voor
jonge kinderen die nog niet aan de
kleuterschool toezijn en die onvol-
doende speel- en ontwikkelingsmo
gelijkheden hebben."
Zestig procent van de kinderen
speelt nooit op de speelplaatsen,
toonde een onderzoek aan. Ook
werd aangetoond dat veertig pro
cent van de peuters zelden of nooit
bij een ander kind thuis speelt.
De reacties stroomden binnen en
honderden ouders wilden meewer
ken. En zo volgen we in dit boekje
de geleidelijke totstandkoming van
een kindercentrum waar kinderen
goede spelervaringen kunnen op
doen en waar ouders begeleiden en
elkaar ontmoeten. Dit Jan Dobber
centrum, zoals de „school" nu heet
ls een goed voorbeeld voor gelijk
soortige flatwijken elders in Neder
land. waar ouders dezelfde onge
noegens hebben en iets dergelijks
voor hun kinderen willen op
bouwen.
Rudie Kagie en Piet Eibers: „Kan
het u wat schelen?' Uitg.: Muusses,
Purmerend. Omvang 110 pag. Pa
rijs 10,-.
Susan Sontag vergelijkt in haar
boekje „Ziekte als spookbeeld" de
opvattingen die tegenwoordig over
kanker bestaan met die welke ln
vorige eeuwen tuberculose be
troffen.
De vergelijking ligt voor de hand.
Niet alleen omdat tbc vroeger een
net zo belangrijke doodsoorzaak
was als kanker dat nu is; maar
vooral omdat er omtrent beide ziek
ten op vergelijkbare wijze allerlei
half mystieke, vaak angstaanjagen
de opvattingen bestaan. Een aan
wijzing daarvoor vormt tegenwoor
dig het feit, dat mensen het woord
kanker nauwelijks in de mond dur
ven te nemen, en dan spreken over
„de ziekte" of over „K". Tegen dit
soort opvattingen wil Sontag strij
den, door aan te tonen dat „de
meest waarachtige opvatting van
ziekte een beschouwingswijze is die
door Jelle Jan Klinkert
zoveel mogelijk gezuiverd is van
metaforisch denken".
Het boekje bevat negen korte
hoofdstukken, die min of meer op
zichzelf staande essays vormen.
Daarin wordt ruime aandacht ge
schonken aan de theorie die tegen
woordig aan populariteit wint: dat
er verband zou zijn tussen bepaalde
psychologische eigenschappen en
de „vatbaarheid" voor kanker Men
sen die een of ander psychisch trau
ma hebben opgelopen, zouden eer
der deze ziekte krijgen dan gelukki
ge en stabiele personen.
Sontag Iaat zien hoe ln vroeger tijd
dergelijke ideeën ook bestonden
ten aanzien van tbc en nog eerder
de pest. Die opvattingen verdwe
nen echter toen duidelijk werd dat
tbc door bacteriën werd veroor
zaakt. Dat zal naar haar mening
ook met de psychologische kanker-
theorieën gebeuren. Maar zolang er
nog geen duidelijke oorzaak van
deze ziekte is aangetoond zullen al
lerlei mythen welig blijven tieren.
Deze en vele andere ideeën brengt
Sontag in haar boekje naar voren.
Daardoor heeft het een afwisselend
karakter. Tegelijk echter zou Je wil
len, dat ze nu eens één bepaald idee
wat grondiger zou uitwerken. Nu
blijft het allemaal Interessant maar
oppervlakkig.
S. Sontag: Ziekte als spookbeeld.
Uitg. Bruna (98 p). Prijs 12,50.