at schort er toch wel an mien brille' itstekend boekje over athouden en vergeten Handboeken voor zeilers die het zeegat kiezen Huizen-mini's worden erg veel gelezen door mensen die al een huis hebben. Verkopers èn kopers dus. (Te) zelfverzekerde psychotherapie varing meer dan een maar kennis sverhalen in 14 delen uit het Nederlandse taalgebied Geschiedenis der bouwkunst ldeir gezin en enleving En als er geen speelplaats is maak je er een Mythen omtrent kanker lijken veel op vroegere verhalen over tbc BOEKEN HtDAG 27 MAART 1980 i Jac. Lelsz waar „volks" voor blijft voor sommigen pn het tweede, derde of garnituur. Volkszang, oneel, volksliteratuur Jammer, die onder ling van het „volkse", evenals trouwens bij l met een uitgesproken K, zijn hier kwalitatief verschillende niveaus.' (lijkt ook weer uit een boeken, die onder de „Onze Volksverhalen" is te verschijnen. m boeken met volksverhalen uitgebreidste zin van het uit het Nederlandse taalge- Dat wil zeggen: alle Neder- provlncles, het Nederlands nde deel van België en zelfs ukje Frankrijk, het achter in Duinkerken, waar ook nog ands wordt gesproken. Tot zijn zes delen verschenen, erhalen uit Friesland, Gro- Gelderland, Utrecht/'t Zeeland/Zuidhollandse eilan den en Oost- en West-Vlaanderen. De reeks staat onder redactie van dr Tjaard W. R. de Haan. Voor de samenstelling van elk deel is ie mand aangetrokken, die met be trekking tot een bepaald landsdeel specialist is. Indrukwekkend Enige neiging tot chauvinisme moet men hun maar vergeven. Zo Illustratie bij „Marleken van Nlm- wegen" (Volksverhalen uit Gelder land). Tekening van W. J. Rozen- daal. schrijft Jurjen van der Kooi ln de Inleiding op het Friese boek: „Op het stuk van het volksverhaal ls Friesland in Nederland „zonder mis" de best onderzochte provincie. Het ls al begonnen met de gebroe ders Halbertsma, die ln hun be faamde Rimen en Teltsjes heel wat volkselementen verwerkten." En in derdaad, de oogst in Friesland ls Indrukwekkend, alleen dr Ype Poortlnga van de Fryske Akademy was al goed voor het verzamelen van 5000 teksten. Maar dat ls maar een klein deel: sinds het begin van de 19de eeuw werden ln Friesland zo'n 25.000 volksverhalen bijeenge bracht en/of gepubliceerd. Aan Friesland ls een flink boek be steed. Merkwaardig genoeg viel het Gelderse boek, samengesteld door Henk Krosenbrink, wat omvang be treft veel magerder uit Terwijl het toch een provincie ls waar de volks verhalen voor het grijpen liggen. In de inleiding wordt gezegd dat er in Nederland geen provincie is. die zo zeer op de verbeelding werkt als Gelderland („bij uitstek een kroon domein van de romantiek"). De keuze loopt van A. C. W. Staring, „de eerste welbewuste „reglonalist" te onzent", tot de enige Jaren terug overleden verteller pur sang Jac. Gazenbeek. Grenzen Men vindt in de boeken volksverha len van lang geleden tot vrij actue le. Sagen, legenden, sprookjes, anecdoten, rijmsels. Teksten met volkswijsheden en -domheden, leuk, dramatisch, spits en soms een TROUW/KWARTET H 13 beetje oubollig. De bronnen van de verhalen worden achterin vermeld met andere nuttige bijzonderheden. Evenals een verantwoording van de illustraties. Ook is een plaatsna menregister opgenomen. Allemaal praktische dingen. De nog resteren de acht delen zullen ln de loop van dit Jaar verschijnen; begin '81 is de reeks compleet. Volksverhalen sto ren zich lang niet altijd aan grenzen en soms zijn er meer versies van één gegeven. Neem bij voorbeeld, en daarmee besluiten we, dat kostelijke, ruim honderd Jaar oude verhaal „Wat schort er toch wel an mien brille?" Het staat in de Friese bundel en ls in dit geval van Waling Dijkstra. De onnozele gemeente, waarom het gaat, ls meestal niet gelokaliseerd, maar ligt ditmaal in Groningen. Het thema is echter niet alleen ln Noord-Nederland bekend, maar ook in Duitsland, Estland, Denemarken en de Verenigde Staten. Meester Het gaat om een schoolmeester, die ook geweldig kon psalmzingen. Zo'n honderd Jaar geleden dus. Een tijd dat schoolmeesters ook een be langrijke taak ln de kerk hadden. Veel boeren konden toen nog niet lezen. Daarom hielp de schoolmees ter hen tijdens de dienst. Hij las twee regels van de psalm voor en dan werd dat door de boeren her haald. Eens hadden kwajongens diens bril met kaarsenvet Inge smeerd. Meester zette die 's zondags argeloos op, waarop hij riep: „Wat schort er toch wel an mien brille? Die ls Ja gans met vet besmeerd." Waarop de boeren meteen op de wijs van psalm 66 begonnen te gal men; „Wat schort er toch wel an mien brille? Die is Ja gans met vet besmeerd." Hierna meester en de boeren achtereenvolgens: „Nee vrunden, dat was niet mien wille" en „Dat domme volk dait glad ver- Knipprent van Gretha Zijl bij het verhaal over het oude vrouwtje en de pannekoek en waarom de var kens wroeten (Volksverhalen uit Friesland). keerd." En zo verder totdat meester begreep dat er geen kruid tegen gewassen was en zich maar stil hield. De boeken zijn fraai uitgegeven. Uitgeverij Het Spectrum, Utrecht/ Antwerpen: Onze Volksverhalen (14 delen). 180 tot 320 pagina's. Prijs van reeds verschenen zes de len 29,50 per stuk. dr. H. J. Romijn zij ons geheugen zijn is bewust van de dingen jis heen en gelukt het lm gemiddeld zo'n 70 n leven te blijven. Wel ls het zelfs zo dat er tr geheugen helemaal leven meer mogelijk I zich maar eens de situatie lat u van de ene dag op de uw geheugenfunctie zou ver- U zou dan na het boodschap pen nooit meer uw huis weten S (e vinden. U zou voortdurend v allerlei obstakels zoals lan- alen en auto's opbotsen, en «n de eenvoudige reden dat u er door schade en schande •ren (geheugen!) dat u niet ndere voorwerpen heen kunt Dag in dag uit zou u uiterst d hetzelfde boek lezen, en het densbericht van uw dierbare zou u ieder uur tot tranen roeren. En al zou men u hon- - ïaal achtereen vertellen hoe sfomuls moet worden aange- u zou het nooit leren. Op de beschouwd zou u zelfs verge- 1 hoe te moeten lopen, te eten drinken, en adem te halen, ►ok dèt berust op geheugen, n, zonder geheugenfunctie t we niets meer weten en neer kunnen leren. Voor een an ons zou verder leven vol- •nmogelijk worden. •lijk is er nu een populair- 'lappelijk boekje versche- jt ln duidelijke bewoordingen 'senprocessen bespreekt die t functioneren van het geheu- i grondslag liggen. Dit boekje i titel draagt Onthouden en in, ls nu eens geen buiten- N. vertaling maar daarentegen \\£en bodem en wel van de Nan de biochemicus/farmaco- loog Dr V. J. Nickolson. Na een algemene inleiding omtrent het „hoe" en „waarom" van het natuur wetenschappelijk onderzoek naar leren en geheugen, geeft de auteur een eenvoudig en helder overzicht van het functioneren van hersencel len. Daarbij worden elektrofysiolo gische als ook biochemische aspec ten belicht, en komen enige onder zoeksmethoden ter sprake. Vervolgens lezen we hoe we ln werkelijkheid niet met onze zin tul gen maar met onze hersenen zien, horen en voelen, en dat het ook onze hersenen zijn waarmee we onze le dematen naar willekeur kunnen be wegen en waarmee we leren, ont houden en herinneren. Het zijn de elektrische stroompjes in onze her senen die aanleiding geven tot be wust waarnemen, bewegen en den ken. Hieruit volgt dat alles wat we leren als een soort geheugenspoor ergens in de hersenen moet worden- opgeslagen. Waar en hoe dit ge beurt is helaas nog niet precies be kend, maar verschillende onderzoe kingen wijzen ln de richting dat tijdens het leren de contactpunten tussen de biljoenen zenuwultlopers van de hersencellen blijvende, mi nuscule vormveranderingen onder gaan, waardoor de signaalover dracht van de ene zenuwcel op de andere wordt verbeterd dan wel ver slechterd, en de te leren Informatie ln de vorm van bepaalde circuits (geheugensporen) in het hersen weefsel wordt „Ingebrand". Wan neer naderhand zo'n zenuwcircuit weer elektrisch wordt geaktiveerd, dan zou hiermee tevens de oor spronkelijke informatie, het oor spronkelijke beeld, als herinnering opflitsen. Dit proces van leren en herinneren wordt door de auteur van verschil lende invalshoeken belicht waarbij vooral op de biochemische en far macologische aspecten wordt gelet, zoals op de sleutelpositie die de eiwitsynthese Inneemt als ook op de functie van de verschillende neuro transmitters (chemische substan ties die de overdracht van elektri sche signalen van de ene zenuwcel naar de andere verzorgen). Een en ander wordt verduidelijkt met de beschijving van enkele experimen ten met hun uitkomsten. Ook wordt de vraag besproken waar ln de her senen nu precies het geheugende pot is gelocaliseerd. Een pikant de tail daarbij ls dat de chemische bouwstenen van waaruit een ze nuwcel ls opgebouwd, continu wor den afgebroken en door nieuwe bouwstenen worden vervangen, ter wijl het geheugendepot tijdens deze restauratiewerkzaamheden nauw keurig bewaard blijft. Vervolgens komt nog het thema ou derdom en de daarmee gepaard gaane verslechtering van het geheu gen aan de orde alsmede de zin en de onzin omtrent de zogenaamde „leerpll". Nickolson besluit zijn boekje met enige opmerkingen be treffende de maatschappelijke be tekenis van verder ondeizoek naar leren en geheugen. Ter samenvatting van deze recensie wil ik u toevertrouwen dat ik dit boekje in één adem heb uitgelezen. Het is helder en vlot geschreven en de noodzakelijke technische ter men worden steeds in zinsverband verklaard, waardoor het boekje niet alleen voor de academicus maar ook voor de geïnteresseerde leek toegankelijk is. Wel eist de intensie ve schrijfstijl voortdurend alle aan dacht op. Het lezen van dit boekje is als een excursie naar het buiten land, waarbij een uiterst ervaren reisleider je juist dié bezienswaar digheden laat zien* die voor een evenwichtig en samenhangend overzicht van belang zijn. Na afloop heb Je dan ook het tevreden gevoel althans zo verging het mij dat Je er in grote lijnen alles van af weet. Kortom, een zeer geslaagd boekje dat ik een brede lezerskring toewens. Dr V. J. Nickolson: „Onthouden en Vergeten" (Van Gorcum Comp./ Assen 1980, 77 p. gelik, 15,-). Het is alsof George Mansell (de schrijver van het boek „Geïllu streerde geschiedenis van de bouw kunst) zich vanaf de voorste stoel van een touringcar tot zijn lezers richt. Hij neemt je mee langs de beroemdste bouwkundige monu menten van de wereld en vertelt daar de meest algemene wetens waardigheden over. Elk beschreven bouwwerk werd door de schrijver persoonlijk bezocht. Voor de volgorde van de tekst ls gekozen voor de bekende opbouw: Van oudheid tot de twintigste eeuw. Het ls Jammer dat terwtlle van de algemeenheid zo'n grove selectie gemaakt moest worden. Voor men sen die zich nooit verdiept hebben in de architectuur is dit boek een prachtige inleiding. Het ls makke lijk geschreven en ruim geïllu streerd. Vooral de tekeningen, die gemaakt zijn met behulp van com puterberekeningen, geven een hel der beeld van de wijze waarop ver schillende monumenten werden ge construeerd. Geïllustreerde geschiedenis van de bouwkunst, werd uitgegeven door bv Uitgeverij Septuaginta in Al phen aan de Rijn, In opdracht van ICOB cv. Prijs 32,50. Boeken over avonturiers, die in hun eentje oceanen bedwongen zijn er genoeg. Een uitgave waarin èn de theorie èn met name de zeezellpraktljk aan de orde komen, kwamen wij tot dus verre niet tegen. Uitgeverij De Boer Maritiem heeft op geslaagde wijze\ ln deze leemte voorzien. Alain Oreé nam in zijn „Zeilen op zee" naast de zijne de zeer vele ervaringen van anderen op. HIJ doet, met tientallen illustraties van Mare Berhler, schier alle beginselen van het zeezeilen uit de doeken. Aanstaande zeezellers, onder wie ook degenen die de kustlijn prak tisch niet uit het oog verliezen, vin den in dit 165 pagina's tellende, ook van fraaie, foto's voorzien werk, een schat aan kennis. Een fors deel van het boek is gewijd aan vragen (en antwoorden) voor lezers, die hun opgedane wetenschap willen testen. Voor de zeer prille zoutwaterspor ters: achterin ls een uitgebreide ver klarende woordenlijst opgenomen. De prijs ls 34.50. In het „Handboek voor de jacht- schipper" wordt de eigenaar van een boot op een van de eerste blad zijde uitgenodigd een foto van zijn bezit te plakken. Dat geeft direct iets „eigens" en dat is ook de bedoe ling. De auteur Geoff Lewis schreef het zeer informatieve werk in drie de len. Het eerste verstrekt de basisge gevens van het schip en zijn uitrus ting, vervolgens komen het doelma tig en veilig met een schip omgaan alsmede de besturing aan bod. In het laatste deel kan men alle gege vens van het eigen Jacht vastleggen. Niet genoeg kan benadrukt worden, dat zeezeilers zich optimaal op hun tochten moeten voorbereiden. Het zeegat uit is niet zo moeilijk. Vol daan de gele seinvlag Q voeren (wat verplicht is om ln leder land op nieuw bij het aanlopen van een ha ven te doen, totdat de douane aan boord is geweest) en behouden thuiskomen, vereist veel kennis en praktische ervaring. Het handboek, mede stevig gevuld met illustraties en tabellen plus een uitgebreide index, is verschenen bij Hollandla BV in Baarn, de prijs is 29,50. Speciaal voor hen die de verre een zaamheid niet zoeken maar de kus ten bevaren en niet al te grote over steken maken, verzamelde Kenneth Wilkes tal van noodzakelijke gege vens ln „Jachtnavigator langs de kust" (prijs 34,50). In dit hand boek komen naast de getljleer, het varen ln mist en op kompas vele wetenswaardige zaken aan de orde die men dient te weten Juist voor het geval dat van het zeepad wordt afgeweken. En er is maar een lichte nevel voor nodig om ln die situatie te geraken. Het boek is eveneens uitgegeven bij Hollandia BV in Baam. Bij dezelfde uitgever ver scheen van Eric C. Fry „Knopen waar Je wat aan hebt" Dertig ba- sisknopen worden behandeld, bij zonder prettig is dat de leggers vla illustraties vanuit eigen gezichts punten de bochten en lussen kun nen maken. De prijs is 16,50. door Mary Fahrenfort Vaak lijkt het, alsof in de psycho therapie denken verboden is. Alles mag. behalve je verstand gebrui ken, want dat heet dan geen ver stand maar weerstand. Albert Ellis denkt daar anders over. Hij ls de grondlegger van de ratio- neel-emotieve therapie en daarmee een van de oorspronkelijke vernieu wers na Freud. Hoewel het al meer dan dertig jaar geleden ls dat Ellis zijn ideeën voor het eerst uitwerkte, is zijn benadering nooit zo bekend geworden als die van sommige an deren. Wat doet hij als therapeut? Hij iaat zien door welk ABC van onredelijke vooronderstellingen een mens zijn eigen narigheid verer gert. Een voorbeeld: als Je depressief wordt omdat het je niet lukt een baan te krijgen, komt dat omdat Je denkt: Als ik bij een sollicitatie word afgewezen. Betekent dat, dat ik een sukkel ben - Conclusie: ik word depressief. Ellis zegt in zo'n geval: afgewezen worden is natuurlijk heel vervelend, maar daar volgt helemaal niet uit dat Je dan ook een sukkel bent en zelfs als Je een sukkel zou zijn, wat dan nog? Dat is geen reden om depressief te worden. Deze aanpak wil echt wel eens helpen. Het meest recente boek van Ellls, onder de wat misleidende naam „Humanistische psychotherapie" legt het allemaal precies uit. De vertaling is van een inleiding voor zien door René Diekstra. de voor man van deze vorm van therapie in Nederland. Het voornaamste voor deel van de methode is. zoals ge zegd, de verfrissende kijk op de plaats die gezond verstand kan in nemen in de psychotherapie. Dit voordeel kan echter omslaan in een nadeel door de al te eenzijdige na druk op denken ln plaats van voe len of verwerken. Bovendien: als we Ellis mogen geloven kan hij met zijn methode elk probleem bij ieder een oplossen, van seksuele stoornis sen tot alcoholisme. Een opeenvol ging van wat opschepperig aan doende suksesverhalen moet dat bewijzen. Ik heb de neiging de ver halen met wat korrels zou te nemen, en ik erger me aan de zelfverzekerde toon. Toch staat er voor geïnteres seerden veel in dit boek dat nieuw en de moeite waard is. Albert Ellis: Humanistische psy chotherapie. Uitf.: v. Loghum Sla terus, in de serie Leven en Welzijn 256 pp. Prijs 29,50. ers van kinderen met afwijking tonfe JeUe Jan Klinkert tr je als ouders een kind ver- tlan is er naast alle vreug- e ervaart altijd een bodem igst ln Je bewustzijn. Angst wijkingen waarmee het kind orden geboren. Dat is een n cadat elke ouder zich kan voor- Maar de gevoelens van ou- cne.je werkelijk een kind met inkot of kleinere defecten krijgen, 0e t nooit helemaal meevoelen eQPjelf alleen maar gezonde kln- sarTSebt. tegelijk een van de grootste hen die ouders van kinderen 034 e en Samenleving" G. J. M. e.a. uitg. Van Gorcum. As- I blz. 25.-. Het boek „Gezin ftenleving" bevat een aantal ke artikelen die in de jaren :ijn verschenen in het week- htermediair" De artikelen ngschikt in vier thema's: gezin, gezinsontbinding cn appelijke knelpunten Uit elen blijkt dat de Neder- onderzoekers Inzake bevol- :in en bejaardheid een grote appelijke verbondenheid enheid aan de dag leggen hillende schrijvers doen tor stuk verslag van eigen M. Corver e.a.: „Gezin en fcving". Uitg. Van Gorcum. flmvang 191 pag. Prijs 25,-. met aangeboren afwijkingen heb ben: wie ze ook ontmoeten artsen en andere deskundigen, maar ook leken altijd blijft er een voelbare emotionele afstand. Slechts in het contact met ouders, die zelf een dergelijk kind hebben kan die bar rière worden overwonnen. De kloof tussen hulpverleners en „gewone" betrokkenen komt duide lijk tot uiting in het boekje „Zorgen voor morgen", geschreven door A. C. Drogendijk e.a. Deze uitgave be vat de tekst van een aantal lezingen die deskundigen hielden op een congresdag van ouders van kinde ren met erfelijke en/of aangeboren afwijkingen, én een verslag van de daarop volgende discussies. Je merkt die kloof allereerst door het verschil in toon tussen de tek sten van de deskundigen en de woorden van de leken in de discus sies. De eersten zijn technisch, hou den afstand en spreken over aan doeningen. De ouders zijn emotio neel en brengen voortdurend de psycho-sociale problemen naar voren. Deze tegenstellingen binnen het boek maken het tegelijk nuttig en leerzaam. Nuttig voor de ouders: er staat nogal wat informatie ln over erfelijke en aangeboren afwijkin gen. zij het dat deze van wisselend niveau is (het in de geboden vorm zinloze artikel van Sengers tegen over het uitstekende „slotwoord" van Galjaard). En tegelijk is het boekje leerzaam voor de deskundi gen, die weer eens op de meer emo tionele kanten van hun werk wor den geattendeerd. Prof. dr A. C. Drogendijk e.a Zorgen voor Morgen, vroegtijdige onderken ning. diagnostiek. geneUc counseling van erfelijke een aangeboren afwijkingen. Uitg.: Intro, Nijkerk (174 p). Prijs 24,50. Het boek „Kan het u wat schelen?' ls een boeiend en inspirerend ver slag hoe ouders in een moderne flatwijk iets totaal nieuws voor hun kinderen en voor zichzelf opbou wen. Schalkwijk ln Haarlem is vol gens architecten een goede vorm van stedebouw. Maar toch klagen de ouders. Zo vinden ze b.v. dat de speelvoorzieningen slecht op hun kinderen zijn afgestemd, en ze vin den ook dat ze weinig contact met hun buren hebben. Toen kwam er een idee van een moeder, die zelf een twee Jaar oude peuter had: „We moeten een centrum opzetten voor jonge kinderen die nog niet aan de kleuterschool toezijn en die onvol- doende speel- en ontwikkelingsmo gelijkheden hebben." Zestig procent van de kinderen speelt nooit op de speelplaatsen, toonde een onderzoek aan. Ook werd aangetoond dat veertig pro cent van de peuters zelden of nooit bij een ander kind thuis speelt. De reacties stroomden binnen en honderden ouders wilden meewer ken. En zo volgen we in dit boekje de geleidelijke totstandkoming van een kindercentrum waar kinderen goede spelervaringen kunnen op doen en waar ouders begeleiden en elkaar ontmoeten. Dit Jan Dobber centrum, zoals de „school" nu heet ls een goed voorbeeld voor gelijk soortige flatwijken elders in Neder land. waar ouders dezelfde onge noegens hebben en iets dergelijks voor hun kinderen willen op bouwen. Rudie Kagie en Piet Eibers: „Kan het u wat schelen?' Uitg.: Muusses, Purmerend. Omvang 110 pag. Pa rijs 10,-. Susan Sontag vergelijkt in haar boekje „Ziekte als spookbeeld" de opvattingen die tegenwoordig over kanker bestaan met die welke ln vorige eeuwen tuberculose be troffen. De vergelijking ligt voor de hand. Niet alleen omdat tbc vroeger een net zo belangrijke doodsoorzaak was als kanker dat nu is; maar vooral omdat er omtrent beide ziek ten op vergelijkbare wijze allerlei half mystieke, vaak angstaanjagen de opvattingen bestaan. Een aan wijzing daarvoor vormt tegenwoor dig het feit, dat mensen het woord kanker nauwelijks in de mond dur ven te nemen, en dan spreken over „de ziekte" of over „K". Tegen dit soort opvattingen wil Sontag strij den, door aan te tonen dat „de meest waarachtige opvatting van ziekte een beschouwingswijze is die door Jelle Jan Klinkert zoveel mogelijk gezuiverd is van metaforisch denken". Het boekje bevat negen korte hoofdstukken, die min of meer op zichzelf staande essays vormen. Daarin wordt ruime aandacht ge schonken aan de theorie die tegen woordig aan populariteit wint: dat er verband zou zijn tussen bepaalde psychologische eigenschappen en de „vatbaarheid" voor kanker Men sen die een of ander psychisch trau ma hebben opgelopen, zouden eer der deze ziekte krijgen dan gelukki ge en stabiele personen. Sontag Iaat zien hoe ln vroeger tijd dergelijke ideeën ook bestonden ten aanzien van tbc en nog eerder de pest. Die opvattingen verdwe nen echter toen duidelijk werd dat tbc door bacteriën werd veroor zaakt. Dat zal naar haar mening ook met de psychologische kanker- theorieën gebeuren. Maar zolang er nog geen duidelijke oorzaak van deze ziekte is aangetoond zullen al lerlei mythen welig blijven tieren. Deze en vele andere ideeën brengt Sontag in haar boekje naar voren. Daardoor heeft het een afwisselend karakter. Tegelijk echter zou Je wil len, dat ze nu eens één bepaald idee wat grondiger zou uitwerken. Nu blijft het allemaal Interessant maar oppervlakkig. S. Sontag: Ziekte als spookbeeld. Uitg. Bruna (98 p). Prijs 12,50.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 13