'urk maakt kans dj verkiezingen Kienavond Ht 'Via splinterpartijtjes bereiken ze niets' Fout, maar niet weg te krijgen SOCIAAL BERECHT! LH -.r," fÖAG 22 MAART 1980 iBINNENLANDi TROUW/KWARTET 19 woensdag 28 mei worden in Rotterdam emeenteraadsverkiezingen gehouden, br het eerst mogen buitenlanders actief en Isief meedoen aan deze verkiezingen. Vo- I jaar besloot de Rotterdamse gemeente- id actief en passief kiesrecht (voor wijk- en «raadsverkiezingen) te verlenen aan niet- Herandse inwoners van deze stad: een pri- Lr voor ons land. Ook een primeur voor ons land was vorige week de bezetting van een wijkcentrum in Rotterdam door bewoners die op die manier wilden afdwingen dat een Marokkaanse groe pering niet toegelaten werd tot de deelraads verkiezingen. Deze groepering de Vrije Marokkaanse Alliantie wordt verdacht van fascistische sympathieën. s Henny de Lange 3mi 900 ui 'TERDAM Mem- Kahraman kwam jaar geleden hij toen achttien jaar snuit Turkije naar irland. Hij spreekt itstekend Neder- en is verbonden de Turkse afdeling de Stichting hulp tiuitenlandse werk- irs in Rotterdam, enkort hoopt hij ctie te combine- unet het lidmaat- van de deelge- teraad Rotter- entrum-Noord. ian staat met nog een loot op een verkiesba- its op de PvdA-kandi- Ijst voor de deelraads- ^ingen in Centrum- Ook in de deelgemeen- ftrlois. waar net als in im-Noord veel buiten- s wonen, is de kans lat straks een Turkse lammer gekozen zal tot lid van de deelraad ins voor de PvdA). Iin< inl Is nog met veel, zegt Kahraman, „maar 't een begin." Hij is t overtuigd dat dit de eni- hier is om de integratie pitenlanders in de Ne- 0se samenleving soepel n verlopen. Kahraman loor de PvdA benaderd na afloop van een informatie avond die de gemeente Rot terdam had georganiseerd om buitenlanders het hoe-en- waarom van hun deelname aan de deelraadsverkiezingen duidelijk te maken. „Ik stelde een aantal kritische vragen. Bovendien heb ik daar duidelijk gemaakt wei nig heil te verwachten van de deelname van buitenlandse partijen. Er zijn zoveel natio naliteiten, zoveel verschillen de ideologische groeperingen dat je altijd splinterpartijtjes blijft houden. Ik heb die avond dan ook een beroep ge daan op de Nederlandse poli tieke partijen plaatsen be schikbaar te stellen voor bui tenlanders." Kahraman deelt daarmee de mening van directeur Van Lijssel van de Stichting hulp aan buitenlandse werkne mers. dat op dit terrein grote „kansen" liggen voor de Ne derlandse politieke partijen. Van Lijssel: „De Nederlandse partijen kunnen er rustig van uitgaan dat een buitenlander op hun kandidatenlijst meer effect scoort dan het deelne men van allerlei kleine buiten landse partijtjes aan de ver kiezingen. Ik ben ervan over tuigd dat iemand als Kahra man straks meer stemmen krijgt vanuit de Turkse ge- Dit soort acties heb ik een jaar geleden al voor speld," zegt directeur A. W. van Lijssel van de Stichting hulp aan buiten landse werknemers in Rotterdam, over de bezet ting van een wijkcentrum door bewoners die wilden dat een Marokkaanse groepering niet aan de deelraadsverkiezingen zou meedoen. „Verkiezin gen zijn natuurlijk bij uit stek de gelegenheid voor extremistische groeperin gen om zich te presente ren. Ze zijn er immers op uit zich ergens binnen te dringen onder het mom dat ze opkomen voor de belangen van hun landge noten." Toch maakt Van Lijssel zich geen zorgen over de invloed van „dit soort du bieuze" buitenlandse groe peringen. „Hun aanhang is gering en de onderlinge verdeeldheid onder de buitenlanders is zo groot dat fascistische organisa ties als Amicales en Grijze Wolven geen poot aan de grond krijgen." Het meedoen van buiten landse partijen aan Neder landse verkiezingen vindt Van Lijssel overigens zin loos. Via splinterpartijtjes bereiken de buitenlanders niets." Wanneer Turken en Marokkanen wel poli tiek hun stem willen laten doorklinken, dan hebben ze daarbij heel hard de hulp van de Ne derlandse politieke partij en nodig," zegt Van Lijssel. Memduh Kahraman (links op de foto) en directeur A. W. van Lijssel van de Stichting Hulp aan buitenlandse werknemers in Rotterdam: kans voor Nederlandse politieke partijen meenschap in Rotterdam dan een Turk die met een eigen Turks partijtje de verkiezin gen ingaat." Volgens Van Lijssel zal de voorkeur van de buitenlan ders uitgaan naar een be trouwbaar iemand van wie ze zeker weten dat hij een hoop goeds voor hen kan bereiken ook iemand die goede contac ten onderhoudt met Neder- lanse instellingen. De omstre den Vrije Marokkaanse Alli antie de toelating van deze groepering was vorige week aanleiding voor de bezettings actie van woedende buurtbe woners maakt in de ogen van Van Lijssel dan ook „geen schijn van kans". De man ach ter de Alliantie is eigenaar van een vertaalbureau, waar van bekend is dat Marokka nen er flink worden uitgemol ken. „Zoiets doet natuurlijk de ronde onder de Marokka nen en je hoeft dan ook niet bang te zijn dat de Vrije Ma rokkaanse Alliantie een zetel in de wacht zal slepen." Van Lijssel is ervan overtuigd dat de Vrije Marokkaanse Al liantie nauwe banden onder houdt met de fascistische Ma rokkaanse groepering Amica les. „Bewijzen kan niemand het. ook de leden van het stembureau niet, maar de ver kiezingen zullen uitwijzen dat ook de Marokkanen zélf de Alliantie niet vertrouwen." De Alliantie ontkent zelf uiter aard bindingen te hebben met Amicales. Een woordvoerder zegt desgevraagd dat zijn or ganisatie uitsluitend de socia le en culturele belangen van de Marokkanen in Rotterdam wil behartigen. Amicales meldde zich zei1 ook tevergeefs overigens aan voor deelname aan de deel raadsverkiezingen. De derde buitenlandse groe pering die met succes een poging waagde, is de Stich ting VARO, die zich opwerpt voor de belangen van de Turk se gemeenschap in heel Ne derland. Lijsttrekker Arie de Rouwe ontkent de geruchten als zouden er contacten be staan met de fascistische be weging Grijze Wolven. Op merkelijk is dat het hele be stuur van VARO een strikte zwijgplicht is opgelegd ten aanzien van uitspraken tegen over de pers. Nog opmerkelij ker is dat één van de bestuurs leden al drie jaar illegaal in Nederland verblijft als tand- technicus. Volgens Van Lijs sel heeft VARO echter nauwe lijks of geen invloed onder de Turken. „*t Is vervelend dat dit soort vage organisaties mee pro beert te doen aan verkiezin gen. vooral omdat ze nogal eens gebruik maken van stro mannen. maar veel zorgen maak ik me er toch niet over," zegt Van Lijssel. „De onderlin ge verdeeldheid en ook de in gebouwde argwaan onder de Turken en Marokkanen Staan er garant voor dat dit soort organisaties weinig kwaad kan." De bezettingsactie van woe dende wijkbewoners vindt Van Lijssel een begrijpelijke reactie, maar. zegt hij, „je schiet er niets mee op. Als Nederlanders werkelijk willen voorkomen dat fascistische groeperingen zich binnendrin gen. dan is er maar één reme die en die luidt: zorg ervoor dat zoveel mogelijk buiten landers verkiesbaar worden gesteld door Nederlandse par tijen." Dat nu alleen de PvdA buiten landers kandidaat heeft ge steld. mag niet verkeerd uit gelegd worden, zeggen woord voerders van D'66. CDA en WD. Ook deze partijen heb ben gezocht naar geschikte buitenlandse kandidaten, ver tellen ze, maar zonder resul taat. door Huub Elzerman IAA ie dagen per week was hij bezig met het eren van kien- of bingo'avonden. Met variërend van een fiets tot een pot op-sap kreeg hij altijd weer een zaaltje vol klustig publiek en het leverde nog een mooie t op ook. Per week zo'n 100 k 160 gulden. id zou hem dat bedrag hebben misgund ambtenaar van sociale zaken niet als hij frlijk had opgebiecht dat hij die tbrengst bovenop een WWV-uitkering kreeg, nze lotenverkoper hield zijn kiezen stevig op Niet uiteraard wanneer hij 's avonds voor de g zijn publiek nog wat opwarmde dan ij zijn waren luidruchtig en enthousiast aan wel als hij zijn wekelijkse werkbriefje bij de itelijke sociale dienst moest inleveren. Dan ij alleen „bingo" als hij zijn uitkering erde. Verder hield hij wijselijk zijn mond. anderde toen hij was betrapt. waardigd legde hij de ambtenaar van sociale it dat hij inderdaad zo'n drie dagen per ïzig was met het organiseren van inden „Ik heb verder toch niets te doen" dat hij voor die bezigheden geen cent g kreeg. Die honderd gulden waren end bedoeld als onkostenvergoeding. „Ik er geen cent aan", hield hij vol. neentebestuur dacht daar heel anders over. kwam op tafel en toen was het bijpassende snel gevonden: „Het gemeentebestuur tot verlaging van de uitkering, al dan niet in atie met een uitsluiting van het recht op ng, indien de werknemer onjuiste of dige inlichtingen verstrekt." jelopen jaar." constateerde het tebestuur, „verrichtte u gedurende drie er week arbeid. U was 'op die dagen niet >s en u had dus geen recht op een uitkering, len verzuimde u op de 'Jtenformulieren (het werkbriefje) melding te van de door u verrichte arbeid, igevolge werd door uw toedoen een te hoog aan uitkering toegekend." ens haalde het gemeentebestuur flink uit. werd wegens het verstrekken van onjuiste ;en pardoes uit de WWV gezet, ikken protesteerde hij tegen deze ig M//. iet ik de eindjes aan elkaar knopen? Want ■Ou ik die 100 of hooguit 160 gulden per week n eigen zak kunnen steken, dan nog kom ik iekaaid af." stelde hij vast. Toen de ^te het verder liet afweten, legde hij zijn n voor aan de Raad van Beroep fcdering van de zaak kwam de raad al snel lotsom dat de man inderdaad gedurende een Jaar drie dagen per week werkte en dat hij daarvan geen melding maakte bij de gemeentelijke sociale dienst. „Maar", zo oordeelde de raad, „dit rechtvaardigt niet het besluit van de gemeente om de man zonder een cent uitkering naar huis te sturen. Die algehele ontzegging van het recht op een uitkering moet de gemeente nog maar eens nader bezien." Betekende dit nu dat de man de dans ontsprong? Dat hij toch zijn recht op een uitkering behield? „Nee," antwoordde de raad." „de gemeente was in beginsel wel degelijk bevoegd om hem voor een bepaalde periode van het recht op uitkering uit te sluiten en de gemeente was al evenzeer gerechtigd de uitkering te verlagen. Dat laatste mocht zelfs met terugwerkende kracht. Het gemeentebestuur liet zich dit geen tweemaal zeggen Er ging onmiddellijk weer een brief de deur uit. Dit keer schreven B. en W. dat de man over het jaar, waarin hij drie dagen per week had gewerkt, slechts over de twee resterende dagen een uitkering zou krijger). Dat was dus met terugwerkende kracht. „Voor de periode daarna sluiten wij u wegens het verstrekken van onjuiste inlichtingen geheel uit van het recht op een uitkering." zo besloten B. en W. Ook met deze beslissing kon de man niet instemmen. Hij zocht het opnieuw hogerop en hij vroeg de Centrale Raad van Beroep of de uitsluiting van het recht op uitkering werkelijk billijk was. „Ik hield me inderdaad bezig met het organiseren van kienavonden. gaf de man toe. maar ik heb daar nooit een beloning voor ontvangen. Ik kreeg alleen een onkostenvergoeding De eerste vraag die bij de centrale raad opkwam was: Heeft de man buiten het organiseren van kienavonden ook nog pogingen gedaan om ander werk te vinden? Hoe staat het eigenlijk met zijn sollicitatieactiviteiten? Uit het antwoord bleek dat de man kennelijk geheel in zijn kienavonden opging: hij had nauwelijks gesolliciteerd. „We nemen aan, zei de raad, dat hij heel goed begreep dat het gemeentebestuur zijn werk als organisator van kienavonden niet zonder meer zou accepteren en dat die werkzaamheden gevolgen voor de hoogte van zijn uitkering zouden hebben. Tegen die achtergrond had hij zich stipt aan de voorschriften moeten houden. Op de werkbrief jes staat immers duidelijk aangegeven dat een uitkeringstrekker „onverwijld" mededeling moet doen van elke verandering, die aanleiding kan geven tot intrekking of verlaging van de uitkering." Ook toen gaf de man zich niet gewonnen. Triomfantelijk diepte hij het volgende wetsartikel op: „Het gemeentebestuur onderzoekt regelmatig of de gegevens, welke van belang zijn voor het beoordelen van het recht op uitkering en van de hoogte daarvan ongewijzigd zijn gebleven." „Van dat regelmatige onderzoek is toch ook niets terecht gekomen," wierp de man tegen." Ze wisten op het gemeentehuis al maandenlang dat ik kienavonden organiseerde, maar toen hoorde ik niets. Zij moeten zich toch ook aan de regels houden of gelden die alleen voor mij?" De centrale raad gaf toe dat het onderzoek naar de kien-activlteiten van de man inderdaad zo'n negen maanden had geduurd. Dat was voor een betrekkelijk eenvoudig onderzoek inderdaad lang. „Maar," merkten de rechters verbaasd op," u kunt het de gemeente toch niet kwalijk nemen dat zij uw uitkering pas introk na een degelijk onderzoek? Bovendien," zo vervolgden de rechters," „ook al zou het gemeentebestuur zich niet aan zijn verplichtingen houden, dat ontslaat u niet van uw plicht om de voorschriften wél na te leven." De raad kwam tot de slotsom dat het gemeentebestuur bevoegd was zowel tot de verlaging als tot de uitsluiting van het recht op een uitkering. Dat het gemeentebestuur niet in redelijkheid tot een dergelijk besluit had kunnen komen of zelfs in strijd zou hebben gehandeld met de beginselen van behoorlijk bestuur, wees de centrale raad van de hand. Zo hield de klager alleen zijn kienavonden over om van te leven. Het duurde dan ook niet lang of de man accepteerde weer een baan en hij ging aan de slag. „Kienen" doet hij sinds die tijd alleen nog in zijn vrije tijd Dat was ongetwijfeld ook een van de onuitgesproken bedoelingen van de gerechtelijke uitspraak. „Geen woning, geen kroning" luidt een van de nieuwste leuzen die aangeheven worden in het rumoerige Amsterdam. Wie de zer dagen uit de richting Half weg de hoofdstad binnenspoort en de blik gericht houdt op de wereld die aan de andere zijde van het treinraampje voorbij glijdt, ziet hoe de hiervoor ge noemde leuze in schier mansho ge letters op een muur langs een al jaren braakliggend terrein ge schilderd is. temidden van ande re. gemakkelijk aansprekende teksten zoals: Amsterdam auto vrij, Amsterdam fietst. De reiziger heeft voordat hij „centraal" bereikt tijd genoeg om te overwegen dat de jaren waarin dat leuzen-schilderen al gemeen als verwerpelijk en sme rig ervaren werd wel achter ons liggen. Wat kan een stad er, of je met de inhoud van de leuzen nu instemt of niet, een boeiend en levendig aanzien door krijgen! Ook voor een tweede overweging is voordat de trein stopt nog ruimschoots tijd: er zijn in onze taal woorden (zoals „kroning", waarover straks meer) die zo vaak in verkeerde betekenis of in verkeerde spelling gebruikt wor den dat ze als zodanig bijna of helemaal burgerrecht verworven hebben. Over een van die woor den schreef een lezer me on langs. Met collega's had hij ge twist over de vraag of het „lini aal" of „lineaal" moet zijn, een i of een e dus. Een woordenboek beslechtte de strijd spoedig (lini aal bleek Juist), maar er bleef een vraag: hoe is die „i" eigenlijk in de wereld gekomen? De vraag bleek interessanter dan ik dacht. Van Dale spelt „liniaal" (met „i" dus) maar vermeldt „lineaal" (met e) toch afzonderlijk, zij het met de aantekening „foutieve spelling voor liniaal". Het na ruim honderd jaar nog niet vol tooide „woordenboek der Neder landse taal" graaft in een in 1924 verschenen deel dieper: liniaal (ook daar met „i" dus) kan afge leid zijn van het Franse „lignal", maar kan ook overgenomen zijn uit het Latijn en daarbij wor den „linealis", „lineale" en „li- nea" genoemd. Allemaal met „e" dus en die „e" vind je meerma len terug in oude Nederlandse geschriften. De „foute" spelling met „e" komt dus allerminst uit de lucht vallen; de vraag dringt zich zelfs op hoe zwaar dat etiket „fout" moet wegen! Maar nu het woord „kroning". Zo lang de Nederlandse monar chie bestaat Zijn hier geen konin ginnen en koningen gekroond. Wel zijn ze. zoals de grondwet voorschrijft, „ingehuldigd" en toch is dat woord „kronen" niet weg te krijgen. Toen koningin Juliana onverwacht haar aftre den aankondigde sloop het woord onze eigen kolommen bin nen en je hoeft maar even in oude bladen te grasduinen om te ontdekken hoe zeer het woord zich een plaats veroverd heeft. In 1948. toen Juliana ingehuldigd werd. heette Amsterdam in deze krant „kroningsstad", de vorstin reed in een „kroningscalèche" en er werd een „kroningsspel" opge voerd. Tien Jaar eerder, toen Wil- helmina veertig Jaar koningin was, deed de redactie van de antirevolutionaire „De Stan daard" het opvallend goed, maar in een onderschrift bij een fraaie plaat gleed zij toch uit: „Een koningin is gekroond". In 1923, bij het 25-jarig feest, was het woord „kroning" bijna niet van de lucht. In het christelijk week blad De Ster wijdde kroniek schrijver P. Brouwer veel aan dacht aan het „zilveren kro ningsfeest" dat september tot een ware „kroningsmaand" maakte. Ook het weekblad Ti- motheus vierde volop het „kro ningsfeest" mee. het drukte zelfs, met muzieknoten erbij, een ..kroningslied'' af waarin de re gels voorkwamen: „Wij vieren dien septemberdag/die Wllhel- mina kronen zag". Het in hetzelf de blad opgenomen betoog van mej. H. S. S Kuyper, dochter van de grote Abraham, dat het woord „kroning fout was, „toen en nu nog", kon de overige mede werkers niet in het Juiste spoor houden Het heeft er veel van weg dat hoe dichter Je bij het jaar 1898 komt hoe steviger het woord kroning er nog in zit. De feesten van 1898 heetten nu eenmaal „kronings feesten" en ze bleven onder die naam voortleven in veler herin nering want onvergetelijk moeten ze geweest zijn. Dr. J. Th. de Visser, in '23 minister, schreef in een gedenkboek over de door hem in 1898 bijgewoonde bijeenkomst in de Nieuwe Kerk: „Een schok van diepe en blijde ontroering voer door de machti ge schare Bijkans geen oog bleef droog." „Oubaas" L. Pen ning. bekend door zijn boeken over Zuid-Afrika, schreef dat de mensen in de Nieuwe Kerk „wer den opgetild door den vloed ener onweerstaanbare geestdrift" en Kuypers dochter, die in de Nieu we Kerk kon zijn doordat haar vader naar Amerika moest om daar lezingen te houden, schreef een lang vers. Er moet wat afge dicht zijn bij dat kroningsfeest en bij de latere herdenkingen ervan! Zelf herinner ik me een lied dat zo begon: „Wees gegroet met Jubeltonen, wees gezegend blijde dag De wijs ken Ik nog helemaal, ik weet ook nog dat we de jubeltonen stiekem vaak in ..Jubeltenen" verander den, maar de rest van de woor den is ten dele in de mist verdwe nen. Misschien weet iemand an ders ze nog?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 19