Optimisme over 'reinkaartjes en vervreemding'. Wetenschap en techniek RDAG 22 MAART 1980 TROUW/KWARTET SBINNENLANDï 17 omwapens in het bezit van Afrikaanse machthebbers of tijns-amerikaanse generaals. Dat schrikbeeld is Égeroepen door een levendige uitwisseling van nucleaire innis en materialen in de wereld. leer van vijfhonderd deskundigen uit 46 landen hebben ch, ruim twee jaar lang, gebogen over de vraag: hoe stoppen we de verspreiding van kernwapens (aangeduid met de term „non-proliferatie")? Die grootscheepse studie, onder de naam Infce („international fuel cycle evaluation") is kortgeleden in Wenen afgerond. De resultaten zijn ook voor ons land van groot belang. Moeten de kerncentrales in Dodewaard en Borssele dicht? Herleeft de verhitte parlementaire discussie over de levering van verrijkt uranium aan Brazilië? We spraken met prof. dr. J. A. Goedkoop, in het dagelijks leven directeur van het Energie Onderzoek Centrum Nederland (ECN) te Putten. Prof. Goedkoop was voorzitter van één van de Infce-werkgroepen. Theo Koelé Nederlandse rege- en het parlement en en hebben nog de mond vol over noodzaak versprei van kernwapens te gaan. Er wordt een heuse ambas- ir benoemd, die dit doel buiten de :en zal bepleiten, is pijnlijk, dat juist land een slechte rt heeft gemaakt op Igebied van non-pro- latie. Een Pakis- Ise wetenschaps- I, dr. Khan, heeft in erland geheime ge- vertns kunnen verza- fcn over het geza- ilijke ultracentrifu- roject van Enge- l, Duitsland en ons I. ichzelf heeft dit project te maken met kernwa- wel met kernenergie CtieJ vreedzame doeleinden, erwjj als de geruchten klop- beschikt Pakistan nu een aantal centrifuges, nentnee het mogelijk moet S. V\|iranium zodanig te be- !n (verrijken), dat er ma- 170. voor een kernbom be- ■M^iaar komt. Pakistan ,al sterk de verdenking geladen aan zo'n bom ^^^ken. medeplichtig elek-and worden aan een Icen-uele atoombom? Prof. is koop verwacht wel „eni- hampere opmerkingen", Cer Nederland weer eens voor een serieuze non- Cratiepolitiek. De nieu- nbassadeur had zich een start kunnen wensen. k de Amerikaanse presi dent Carter geweest, die non- proliferatie tot onderwerp van de groots opgezette Weense studie bombardeerde. Carter deed meer. Hij beperkte ook de zogeheten „opwerking" van bestraalde splijtstofele menten uit kerncentrales. Op werking levert nieuwe brand stof voor de centrales, maar ook plutonium. Dit kan, net als het hoogverrijkt uranium waarover we al spraken, ge bruikt worden voor de pro duktie van kernwapens. Hamvraag^^H „Opwerking, ja of nee?", is een hamvraag in de vader landse parlementaire discus sie over kernenergie. De ex ploitant van de kerncentrale te Borssele heeft een nieuw contract gesloten met een Franse opwerkingsfabriek. Een meerderheid in de Twee de Kamér voelt voorlopig niets voor een debat over dat contract, laat staan voor goedkeuring. Zeer tegen de zin van minister Van Aarden- ne (economische zaken) wenst de Kamer éérst een grondige discussie over de uitkomsten van Infce. In dreigende be woordingen heeft de minister daarop laten weten dat uit stel, of een onomwonden „nee" van de kant van de Ka mer, noopt tot sluiting van de Zeeuwse kerncentrale. Want waar moet het radioactieve materiaal uit de centrale heen. als het niet naar de Franse opwerkingsfabriek mag? De minister heeft al even angstig over de grens ge keken; in West-Duitsland stuitten plannen voor de op slag van bestraalde splijtstof op massaal verzet. Prof. Goedkoop valt de minis ter bij: „Amerika heeft zich gekant tegen opwerken ten einde het aantal landen dat over plutonium beschikt, zo beperkt mogelijk te houden. Nederland heeft geen opwer kingsfabriek, wel twee kern centrales. In die situatie moet een keuze gemaakt worden tussen de opslag van bestraal de splijtstof-elementen in ei gen land of opwerking elders. Maar welke gemeente in ons land wil meewerken aan op slag? Terecht maakt de minis ter zich bezorgd over fel ver zet. In het geval van opwer king gaan de splijtstofelemen ten naar Frankrijk, een land dat al over kernwapens be schikt. Frankrijk zal geen mo ment in de verleiding komen om, uiterst moeizaam, het plutonium dat beschikbaar komt te gebruiken voor de produktie van kernwapens. De Kamer werkt op geen en kele manier mee aan de inter nationale verspreiding van kernwapens door het contract met de Fransen goed te keuren". Afval Maar het nieuwe contract kan ertoe leiden, dat over enkele jaren radioactief afval naar ons land wordt teruggestuurd, wat dan? Prof. Goedkoop was een van de voorzitters van de Infce- werkgroep, die zich vooral met het vraagstuk van het af val heeft beziggehouden. Ook dét is een heet hangijzer in de Nederlandse kernenergie-poli tiek. De Tweede Kamer heeft zich onlangs uitgesproken té gen proefboringen in het noor den des lands. Omwille van de lieve vrede. Het beste klimaat voor de komende maatschap pelijke discussie over (kerne nergie, heeft de Kamer zich aangesloten bij protesten van burgers en plaatselijke en pro vinciale autoriteiten. Maar menig parlementariër deelt de opvatting van prof. Goed koop, dat er „zakelijk gezien geen enkel bezwaar aange voerd kan worden tegen proefboringen; louter onder zoek, dat moet aantonen of ondergrondse zoutkoepels een veilige opslagplaats voor kernafval vormen". Proefboringen in het noorden des lands lijken van de baan, maar waarschijnlijk zal er wél in zoutlagen onder de Noord zee geboord worden. Juist op zoutkoepels en zoutlagen (en op stollingsgesteenten, maar die kennen we in ons land niet) heeft Infce zich gericht. Prof. Goedkoop: „We zijn tot de conclusie gekomen, dat ra dioactief afval verwerkt en opgeborgen kan worden met een hoge graad van veiligheid en zonder onaanvaardbare ri sico's voor de mens en zijn leefmilieu". Er is. zegt prof. Goedkoop, verrassend veel uit de studie naar voren geko men. Maar bij „de reacties van sommige bevolkingsgroe pen op het afvalprobleem" heeft de werkgroep maar heel even stilgestaan. Prof. Goed koop: „Dat is geen discussie punt geweest. Het ging in Inf ce tenslotte niet om vraag stukken van binnenlandse po litiek. In sommige landen is er bovendien geen sprake van een publieke discussie of maatschappelijk verzet." Brazilië Menige uitkomst van Infce zal een rol gaan spelen in de bin nenlandse politiek. Verwacht mag worden, dat in ons land de discussie over de levering van verrijkt uranium aan Bra zilië een nieuwe impuls krijgt. De Kamer wilde die levering in de loop van de jaren tachtig aan zoveel mogelijk voorwaarden binden. We zou den eigenlijk pas met een ge rust geweten kunnen leveren als er een zogeheten „plutoni- umopslagregime" van de grond is gekomen, het liefst natuurlijk „wereldwijd". Hier bij denke men aan internatio naal toezicht op de aanwezige hoeveelheden plutonium, on der verantwoordelijkheid van het internationaal atooma gentschap te Wenen. Op de slotbijeenkomst van Infce was de Nederlandse de legatie nogal enthousiast over de totstandkoming van zo'n regeling. Enthousiaster dan bij voorbeeld de Amerikanen. Is de wens de vader van de Nederlandse gedachte? Goed koop: „Voor de Amerikanen was het aanvankelijk een soort taboe om te spreken over een opslagregime. De VS wilden het plutonium het liefst helemaal uit de wereld bannen, maar men heeft in de loop van de studie meer oog gekregen voor de werkelijk heid: er zijn al belangrijke hoeveelheden plutonium in de wereld. Ik heb de indruk dat ook andere landen, na Neder land, de noodzaak van een in ternationale regeling inzien. Maar het kan nog wel jaren duren voordat die regeling er wereldwijd is". Prof. Goedkoop ziet in een scherp toezicht op de plutoni- um-voorraden zeker niet de enige mogelijkheid om de ver spreiding van kernwapens een halt toe te roepen. „Het zou zonde zijn om al het plutoni um gewoon te bewaren. Eco nomisch gezien is het zeer aantrekkelijk om plutonium ook te gebruiken in kweekre actoren. Die zijn op Infce goed uit de bus gekomen. In een kweekreactor wordt meer splijtbaar (bruikbaar) materi aal gevormd dan er, door kernsplijting, wordt vernie tigd. Het resultaat: meer brandstof voor kerncentrales. Het Infce-oordeel over kweek reactoren („vooral de gunstige kanten zijn belicht," zeiden de Amerikanen teleur gesteld) gaat ook ons land aan. Nederland neemt deel aan het Kalkarproject, een experimentele snelle kweek reactor vlak over de Neder lands-Duitse grens. In de ko mende jaren moet er een be slissing genomen worden over deelname aan de commerciële fase van dit, ook al omstre den, project. Infce mag dan opgezet zijn met het oog op non-prolifera tie, dat toch in de eerste plaats een vraagstuk van in ternationale politiek is, de Weense studie leent zich óók voor binnenlands gebruik. „De Tweede Kamer heeft, door allerlei verwijzingen naar Infce, de verplichting op zich geladen om aandacht te schenken aan ons werk". al- Illustratie Mare Terstroet dus prof. Goedkoop. „Aan het begin van Infce hoorde Je hier en daar de mening, dat proli feratie nog met technische en organisatorische maatregelen afgeremd kan worden. Nu is het wel duidelijk dat er ook bestuurlijke maatregelen no dig zijn. Daarmee is de bal weer teruggeschopt naar de nationale en internationale politiek". door Rob Foppema 31 ge. r wie een congres organiseert is het de nachtmerrie: een spreker die zich niet h*- 4t aan het overeengekomen onderwerp. Weg grote lijn. Weg compositie. Maar het dinsdag gebeurde tijdens de themaweek „VU en energie", vertrok organisator Guido Linssen geen spier. De Twentse polemoloog dr Peter Boskma hield een verhaal dat maar zeer zijdelings over energie ging. Maar het paste op een wonderlijke manier precies in het thema. Vandaar dit uitgestelde bericht. ïver- lentrij n vofe intwil Ie gr<| de' tnvolle ordever- nhjB bee°n met wegwerpen van twerllndertitel. Peter |na zou het op Ije Universiteit over de ge in relatie tus- chnocratie en atie. Daaron- igde het pro- behulpzaam „Problemen sbaarheid, oosheid) van de eïndustriali- deele, technisch-ge- eerde, groot- ge, energiever- ™nde samenle- Boskma zag „alle modieuze Iwoorden" en meldde dat jjiet de zijne ten eets- V. jelin mei beleefdheidshal- r-Vlg bet energiepro- maar vertaaide dat lot een sociaal pro- lergie is een in de nnde bedacht be- mogelijkheid om '-—maa «»Enei I4 44>n<1 K mi iets teweeg te brengen, waarmee wij de wereld waarin we leven ordenen, ja zelfs construeren. De ruime beschikbaarheid van energie was een voor waarde voor veel nieuwe manieren om met elkaar om te gaan in deze hoog- geïndustrialiseerde (toch!) mobiele samenleving. Maar het was wel een inge wikkelde samenleving ge worden, in die zin dat je met erg veel ook onbe kende mensen te maken had. Die ochtend nog, had hij het meegemaakt, ver- telde Boskma. Hij wilde dus naar Amsterdam, om deze lezing te houden. Dus had hij op het station een voor hem wildvreemde man achter een loket aan gesproken, en om een kaar tje naar Amsterdam ge vraagd. Die man had zich op geen enkele manier ver baasd getoond, werd ook niet bang. maar verkocht hem dat kaartje. Zij kenden eikaars beteke nis als lokettist en reiziger, de rolverdeling die een be paald gedrag voorschrijft, en daarmee de veiligheid verschaft dat je weet hoe het afloopt. Zo zijn de De heer Boskma meeste relaties gebonden aan interne regels, zei Boskma. die ook door de deelnemers aanvaard wor den. En dat is geen kleinig heid: op het overtreden van sommige verkeersre gels staat in feite de dood straf direct voltrokken." duizenden malen per jaar. Een mens speelt een hele boel verschillende rollen, heeft wel een soort ver splinterde vrijheid in het uitzoeken daarvan, maar weinig vrijheid binnen die rollen. In het kader reizi- ger/lokettist staat vast waarover het gesprek wel en niet zal gaan. Als Bosk ma zich op het station zou melden met de mededeling „Zeg, ik moet naar Amster dam, om een lezing te hou den, maar ik weet nog niet best hoe ik het aan zal pak ken", zou de man achter het loket wél verbaasd zijn, en zich misschien zelfs be dreigd voelen. De kaders gaan een eigen leven leiden, en een mens heeft veel energie nodig om in alle deelrollen sa menhang te brengen, ver vreemding, isolatie, mach teloosheid tegen te gaan, betekenis te ontdekken. De kaders hebben een dub bel gezicht Aan de ene kant verschaffen ze veilig heid en stabiliteit de complexe samenleving zou het er niet zonder kunnen stellen. Aan de andere kant ben je binnen zo'n ka der Je eigen en andermans gevangene het werkt al leen wanneer Je Je ge draagt volgens de vast staande regels. Je kunt bepaalde kaders wel veranderen, maar al leen door die regels te over treden, je afwijkend te ge dragen, en daarmee moge lijk een conflict op te roe pen. Zo'n conflict kan dus nodig zijn om een gewen ste verandering in gang te zetten. Maar in de praktijk prefereren mensen meestal de veilige gevangenis van de bestaande kaders, bo ven de ruimte van de emancipatie en alle heisa die daar aan vastzit. Heel begrijpelijk, wat Boskma betreft; hij weet ook liever waar hij aan toe is, als hij een treinkaartje wil kopen. Maar de ontwikkelingen konden toch wel erg ver gaan. De technocratie heeft de neiging om alles te regelen, tot en met de be steding van de vrije tijd die ze haar deelnemers in toe nemende mate overlaat. Binnen bestaande patro nen die nauwelijks ter dis cussie staan, wordt de pro duktie naar aard en om vang systematisch opge voerd. Een sprekend voor beeld zag Boskma in de ontwikkeling van wapen naar massa-vemietigings- middel, doordat in het pa troon van wederzijdse af schrikking nergens een remmend mechanisme is opgenomen. Iets derge lijks. dacht Boskma, was er ook met het hele pro- duktlesysteem aan de hand. Hij was helemaal niet tegen technocratie, maar wel tegen deze geës caleerde. op hol geslagen vorm. Over democratie, de twee de helft van zijn thema, was hij korter en vager. Evenmin als technocratie was dat een concreet aan wijsbaar systeem. Demo cratie is voor Boskma een waarde, een programma, waarin in elk geval de ge lijkwaardigheid van men sen voorop staat. Het gaat tegratie waarin een ieder tegratie waarin eenieder zich kan vinden. En in elk geval had het iets te ma ken met die emanciperen de vrijheid uit zijn eerdere verhaal. Na deze voorbereiding kwam Boskma met een vriendelijk excuus toch nog bij het centrale thema terecht: energie. Je moet het energiesysteem, zei hij, bekijken en bekritiseren onder de noemers van die vrijheid en die democratie. En Je moet dus heel kri tisch staan tegenover sys temen die gaan in de rich ting van technocratie en versplinterde deelvrijhe- den. En kerncentrales gin gen in die richting, ver droegen zich in elk geval slecht met zijn democratie en zijn emanciperende vrij heid. Maar het bleven na tuurlijk relatieve vergelij kingen, zonder technocra tie konden we het ook niet stellen, dat begreep hij best. Wat hij in ieder geval ge vaarlijke flauwekul vond, zei Boskma, was een ener giebeleid op basis van gra fiekjes van het verbruik tot in het Jaar tweeduizend en verder. Er moet eerst eens over de onderliggende waarden worden gepraat, en wat toekomstige gene raties willen, moeten zij maar uitvinden, voor hün tijd. Produktie, beleid en consumptie dienen te wor den afgeleid van de manier waarop mensen in de sa menleving met elkaar wil len omgaan. Voor de toekomst had hij maar één harde eis, en die wilde hij niet eens filoso fisch onderbouwen maar die mochten we als een persoonlijke gril van hem zien: we moeten voor die toekomstige generaties zo veel mogelijk keuzemoge lijkheden openhouden, zo dat ze inderdaad echt kun nen kiezen. Dat lijkt mij een onberis pelijk streven, wat overi gens niet wil zeggen dat het nu ook concreet is inge vuld. Boskma's weerzin te gen grafiekjes over de toe komst, kan ik daarentegen maar gedeeltelijk begrij pen. Er zijn inderdaad veel domme dingen mee uitge haald, er is demagogie mee bedreven, al gebeurt dat naar mijn indruk de laat ste tijd wat minder vaak. Maar uit oefeningen in vooruitdenken van diverse kanten heb ik de indruk overgehouden dat Je feite lijke energievoorziening een halve tot een hele ge neratie vooruit moet plan nen als je aanzienlijke be perkingen in de toekomsti ge keuzevrijheid wilt ver mijden. Dat maakt het ver haal er niet eenvoudiger op. Maar niemand had dan ook beloofd dat het een eenvoudig verhaal zou zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 17