De triomf van een dirigent Onthullingen van een dode vader Boeiend pianoconcert van Madge speet,,! v,nd,.g Kinderen worden tot kopen gedwongen Een compleet feet met de Undertone CNV—. De Appel speelt klei werk van HeijermanS Riccardo Muti met Concertgebouworkest De Pelikaan van Strindberg Eschenbach en Frantz in Mozart vierhandig Nieuwe muziek in Amsterdam en Utrecht MAANDAG 17 MAAHT 1980 KUNST/RADIO/TELEVISIE TROUW/KWARTET IND, door Ralph Degens door André Rutten AMSTERDAM De triomf van een dirigent, zo zou men het concert van het Concertgebouworkest vrijdagavond ln Am sterdam kunnen noemen. Riccardo Muti (39), die vier Jaar geieden hier voor het eerst (en tot nu toe voor het laatst) had Riccardo Wuti. gedirigeerd heeft daar ln de grote zaal van het Concertgebouw zowel het orkest, de muziek als het publiek volkomen naar vadcrllnd de htd zijn hand weten te zetten. Tot verbazing en vreugde van zich hier wei als een meester kennen iedereen. Want ook degenen die misschien niet zo bijster gelukkig konden lijn met de nogal ruige aanpak waarmee de beweeglijke, zeer expressief dirige rende Italiaan Mendelssohns „Mee- resstlüe und Olüekliche Fahrt" neer zette als gold het een tochtje bij windkracht acht. moesten de fellloae greep van Muti op het orkest ln de vertolking van deze ouverture erken nen MuU's voorkeur voor het doen uitkomen van de laagste orkeststem- men gal aan het eerste deel van dit werk een diep bronzen sonoriteit, die verder op de avond ook voor de klankkleur van sljn vertolking van Schumanns Vierde Symfonie bepa lend bleek te zijn. De manier waarop MuU deze vierdeli ge (zonder onderbreking te spelen) symfonie van Beethoviaanse allure met dramatische spanning wist te laden, was als proeve van een visie op dit werk boelend genoeg om te verge ten dat er te weinig ontspanning te genover gezet werd. Met name in het Scherzo werd daardoor de kans ge mist met een wat lyrischer toon het gevaar van krampachtigheid weg te spelen. Maar dit zijn nauwelijks tel lende bezwaren tegen een zo knap volgehouden suggestieve, en met groot technisch meesterschap verde digde. opvatting van dit werk. Spookachtig Bezwaarlijker vond ik dat Muti met zijn uitermate „beeldende" manier van dirigeren ook visueel zo sterk de aandacht vroeg, een vorm van „mu ziektheater" die met name na de pau ze ln Prokofjeffs Derde Symfonie af en toe karikaturaal aandeed. Wat overigens wel enigszins paste bij deze muziek. Want de in 1928 gecompo neerde derde symfonie, gebaseerd op de eerder ontstane opera De vurige engel, zit vol griezeleffecten waarmee het spookachtige van het opera-on derwerp soms overdreven sterk aan gezet tot uitdrukking wordt ge bracht. Zoals ook in zijn tweede sym- van de zogeheten „ijzer-en-staalmu- ziek" die toen een belangrijke stro ming ln de nieuwe Sovjetmuziek vormde. IJzersterk Muti heeft de ongekend complexe klankgolven van dit werk met verras sende helderheid en Indringende sug- gestivltelt ln een IJzersterke, dwin gende ritmiek de zaal Ingestuurd, waarbij hij door een feilloos afgewo gen dosering van de klanksterkte steeds reserves voor de nodige dyna mische ontplooiing achter de hand hield. Met deze klinkende overwinning op dit zo moeilijk te realiseren werk. waarin het Concertgebouworkest ln zijn volmaakte reacties op wat de dirigent beoogde een grootse presta tie heeft geleverd, was de triomf van Muti compleet. De toehoorders die de herhaling van dit programma zater dagavond en zondagmiddag hebben bijgewoond, kunnen moeilijk enthou siaster hebben gereageerd dan die ln de propvolle zaal vrijdagavond. HAARLEM In de Haarlem se Toneelschuur ging vrijdag avond een F Act-productie van de Toneelraad Rotter dam in première: „De Peli kaan" van August Strind berg. Het regiedebuut van Karst Woudstra, die ook in de functie van regisseur van Ma- rivaux-project voorbereidt, en het komend seizoen als vaste dramaturg verbonden zal zijn aan het Ro-theater van Franz Marijnen. In Strindberg was hij al zeer goed thuis, toen Oer Thijs hem als drama turg betrok bij zijn voorstellingen van „De andere dodendans", „Droomspel". „De Vader". Het stuk, „De Pelikaan", dat hij nu zelf regis seert, hoort tot de vier kamerspelen, die Strindberg rcnd 1907 voor een eigen klein theaterje schreef. In zijn tijd werden ze meestal ..naturalis tisch" gespeeld, dat wil zeggen: wat de uiterlijkheden betreft leken zij een natuurgetrouwe reproduktie van de werkelijkheid. Niettemin is „De Pelikaan" ook wel een moderne versie genoemd van Al so hy los' „Choëferoi", waarin Electra en Orestes op hun moeder Clytemne- stra haar moord op hun vader Aga memnon wreken de nythe. die ook door Sophocles en Euripides in trage dies Is verwerkt. Bij Strindberg wordt dat: Na de begrafenis van hun vader vin den zijn zoon en dochter een brief van hem. waarin hij uiUegt op welke ma nier zijn vrouw, hun moeder, zijn dood veroorzaakt heeft en hün weer zin tegen het leven. Wat hij opschrijft kunnen zij verifiëren aan en bevesti gen met hun eigen, totdantoe onbe grepen kinderervaringen. Zij zijn niet in staat, echt de hand tegen hun moeder op te heffen, wel verbranden zij het verleden. Goed doordacht Het verhaal is een goed doordachte constructie, die stap voor stap ont hult hoe de wezenlijke, reële verhou dingen tussen man en vrouw, moeder en kinderen, vader en kinderen ge weest zijn. welke al dan niet ont spoorde oerimpulsen daarin gewerkt hebben. Strindberg heeft dat verhaal zo voor het toneel opgebouwd, dat het zich in een voor die tijd normaal burgergezin ln een normale entoura ge lijkt af te spelen, al heeft hij daarin wel duidelijke accenten aangebracht, die verwijzen naar wat er achter zit. Karst Woudstra nu heeft die hele naturalistische uitwerking weggela ten en alleen de naar binnen verwij zende accenten behouden. Hij heeft de besloten ruimte wel gehandhaafd, maar die strak-rechtlljnlg en wit maakt, met witte neonbuizen. de fl- door W. H. Wolvekamp door Ralph Degens AMSTERDAM/UTRECHT Het aardigste onderdeel van het korte programma dat het Hamburgse Vartus Ensemble zaterdagmiddag met veel toe wijding voor ongeveer dertig belangstellenden in het Am sterdamse Stedelijk Museum speelde, stond op naam van de 50-jarlge Duitse dominee componist Dieter Schnebel. In dit alweer bijna twintig jaar oude stuk speelt Schnebel een instrumen talist (hier fluitist) en een dirigent tegen elkaar uit. Eerst manipuleert de dirigent met overdreven mimiek de fluitist, maar gaandeweg worden de rollen omgedraaid en moet de diri gent doen wat de fluitist wil; ten slotte verlaten ze schermutselend het podium Een stukje muzikale klasse- strijd uit de jaren zestig dat het nog goed doet m waarin zowaar aan Pe ter W 8chatt de rol van dirigent was toebedeeld Fluitist was Helmut W. Erdmann, in 1971 oprichter van het ensemble dat verder wordt gevormd door P. W Schatt (klarinet). Hans-Oeorg Ol- brich (cello) en Heinz Eberhard Schmltz (plano). Uit de tot slot ge speelde vrije Improvisatie (die overi gens wel duchtig was voorbereid), was te horen hoe goed zij op elkaar zijn Ingespeeld. Wat trouwens al eer der was gebleken uit de vertolking van het Trio Hl dat fluitist Erdmann ln 1973 schreef en uit Musivo uit 1978 (voor het hele kwartet) van Albrecht Gilrsching Doordachte en zeer kun dige uitvoeringen die het begrijpelijk maken dat dit ensemble een goede mee werd geopend, geeft de toehoor ders duidelijk thematisch en harmo nisch houvast en volgt daarmee de nieuwe trend ln het hedendaagse componeren. De vaak zeer expressie ve zeggingskracht laat geen twijfel aan het talent van deze nog aan net Utrechts Conservatorium studerende componist. Gerijpt werk Pianist-componist Geoffrey Madge. naam heeft als vertolker van eigen tijdse muziek. Zondagmiddag werd dit progTamma ln Rotterdams Museum Boymans herhaald en vanavond speelt Varius in Muziekcentrum Vredenburg in Utrecht andere werken waaronder twee Nederlandse: 1000 Frames van Davld Porcelijn. en Sound and Silen ce van Ter de Marez Oyens. Een groepje dat de aandacht van de lief hebbers verdient Nederlandse premières Dat geldt ook. en nog meer dacht ik, voor het bekende Nederlandse AS- KO-Ensemble dat zichzelf omschrijft als „een organisatie van musici die nieuwsgierig zijn naar wat er gecom poneerd wordt." De reeks stukken die speciaal voor ASKO werden geschreven (vaak in opdracht van CRM) Is ln 1979 en 1980 ten minste aangevuld met de drie die zondagmiddag in Muziekcentrum Vredenburg in première gingen. Met als kersvers produkt het in 1980 ge componeerde „Intro's" van Klas Tor- stensson voor blazers, strijkers, plano en slagwerk, waarvan de klankmoge- lijkheden met electronische pepmid delen worden verruimd. Ondanks dat was er weinig opwindends ln deze. wat chaotische, staalkaart van (niet meer nieuwe) geluiden. Het Chamber Concerto uit 1979 van de 24-jarige Robert Nasveld. waar- Een volledig gerijpt werkstuk leverde pianist-componist Geoffrey Douglas Madge met zijn „Concerto for plano and ensemble" dat met ASKO-pia- nlst Guus Janssen aan de vleugel ln première ging. In zijn opzet „een con certo te schrijven dat reikt van een uiterste geconcentreerdheid van een voudig materiaal tot een meer com plexe samenstelling" is Madge zeker geslaagd. Maar hij heeft dit theoreti sche uitgangspunt bovendien gereali seerd met een sterk aansprekende muzikale grillige beweeglijkheid waarin verstilde, bijna romantische dialogen tussen diverse Instrumenten worden afgewisseld met heftig-ex- pressionlstlsche passages. In de vele technisch-virtuoze passages van de planopartij lijkt het bedoelde even wicht tussen het totaal van het (klei ne) ensemble en het solo-Instrument soms verstoord, maar dat kan ook aan de op dit punt wat gevaarlijke akoestiek van de grote 2aal hebben gelegen. Guus Janssen heeft de zeer veeleisen de pianopartij voortreffelijk vertolkt ln mooi sluitende samenwerking met het ensemble, dat in dit werk onder leiding stond van Adam Oatehouse. De andere werken werden gediri geerd door Jurrien Sllgter en Klas Torstensson. Dit première-programma dat nog het reeds eerder gespeelde Oktet van Guus Janssen bevatte wordt op 23 maart in Amsterdam (Paradlso) en op 10 mei in Den Haag (Koninklijk Con servatorium) herhaald. Honger. Een programma naar een idee van Jan van Hil- lo over de voedseldropplngs van Zweeds wittebrood na de hongerwinter, vóór de capitu latie van de Duitsers. Ned. I 20.40 uur. Op soek naar de Luthéal. Een speurtocht met Theo Olof naar ren uniek musiekinstru- ment. Dese Belgische vinding werd vijftig Jaar geleden voor het eerst bespeeld en was bij na onvindbaar geworden. De enige nog bestaande Luthéal wordt in dit programma be speeld door Daniël Wayen- berg Ned. 2 21.35 uur. Liters ma-maandag. Een programma over boeken, schrijvers en toneel. Van avond speciale aandacht voor Multatuli. Hilversum 2 21.30 uur. SAMEN OP DE GOEDE WEG door Johanneke Leestemaker Voor jongeren van twaalf tot zestien jaar worden er weinig films gemaakt, die aansluiten bij hun eigen situatie. Daar om heeft de groep „Solidari teit films" zich op scholieren gericht met de serie „Jonge- renjournaal." De eerste film uit de serie Is getiteld „Erbij horenen gaat over het con sumptief gedrag van Jongeren. Voor de volgende journaals liggen onder werpen te wachten als emancipatie, kernenergie, zelfdoding en kinder mishandeling „Solidariteit films." waarin Bob En- trop, Anneke Hopmans en Marcel Slegmund samenwerken met vrijwil ligers. maakt de jongerenjournaals voor scholen en club- en buurthuizen. De bijbehorende „Jongerenkrant" is geschreven om de onderwerpen die ln de journaals worden aangesneden, verder uit te diepen De eerste film „Erbij horen" wil laten zien welke invloed reclame, massa media en omgeving op het koopge drag van jongeren hebben. Net als op de televisie, begint het jongerenjour- naal met reclame In de reclamespots van snoep, kleding en geluidinstalla- ties wordt (overduidelijk gewezen op het bedrog. De snoepreclame gaat als volgt. „Koop mij. Ik ben lekker, ik Brigitte, die de film presenteert. ben slecht voor Je gebit en gezond heid maar koop mij." Het journaal zelf wordt gepresen teerd door het veertienjarig meisje Brigitte, dat haar leeftijdgenootjes interviewt Krantewijken. bijbaan tjes. kinderarbeid, geld uitgeven, dis cussie op school komen aan de orde Brigitte geeft aan het eind van de film de conclusie: de fabrikanten we ten maar al te goed dat scholieren „erbij willen horen" en ze maken van 'Te weinig deze kennis gebruik door steeds nieu we produkten op de markt te brengen. Voor scholen is deze veertig minuten- durende film aan de lange kant. Tijd om in dezelfde les nog over de film door te praten zal dus vaak ontbre ken. De krant die bij dit eerste Jonge- renjournaal hoort Is te oppervlakkig om er na een week. in de volgende les op terug te kunnen vallen. Kees Hulst en Nettie Blanken in De Pelikaan van Strin gefascineerd door het brandend verleden. f«u l«« ien guren gekleed in tinten wit, de kle- - dingstijl van toen benadrukt. Witte houten banken langs de wanden. Een rode sofa in het midden. De vloer bezaaid met papieren, afkomstig blijkbaar uit een stuk geslagen bu reau. waarvan laden zijn blijven lig gen: het verleden. Soms. als de deur open blijft staan daarachter een hel verlichte witte gang van houten plankjes waait, stormt het ln die kamer. Figuren zoon Fr^derik. met een vo« ontwikkeld doorzicht op hi PA| zaam wakker worden van hui{'cl van de werkelijkheid. De figtoep de moeder is gecompliceerdei ;t sl sabeth Andersen laat dat op stri bluffende manier, maar dood on dig zien. Zij heeft altijd v ran gecamoufleerd wat zij gedaai rspt gelaten heeft zeg maar uit tuig lijke zelfzucht maar het Hé alsof zij dat pas echt ontdifen d haar kinderen haar dat voor er ten gooien. s de De figuren worden volstrekt a-thea traal gespeeld, zonder nabootsing van de omgangsstijl van toen. de spe lers sec geconcentreerd op wat er naar hun inzicht in de tekst over hun figuur wordt duidelijk gemaakt, en dat wordt zorgvuldig, klein gehou den. getoond. Zo Nettie Blanken als de dochter Gerda, Kees Hulst als de Dat maakt de voorstelling perfecte, 5 1 maar wel bijna 1 ?U( analyse van het stuk en van Cl kaan-motief er ln: de moeder jjt alsof zij zich voor haar kindei lUjt, opgeofferd, maar hen in fel leeggezogen de ware pelik yj, de vader. ROTTERDAM Alle werken die Mozart heeft gecomponeerd voor pia no vierhandig alsmede die voor twee piano's worden in een serie van drie recitals ten gehore gebracht door Christoph Eschenbach en Justus Frantz. Beide pianisten zijn in het verleden veelvuldig opgetreden als -solist, Eschenbach ook als dirigent. Reeds meer dan tien jaar werken zij samen en de kunst van het vierhan dig klavierspel en het samenspel op twee vleugels heeft door hen een nieuwe stimulans gekregen. Tijdens het eerste concert van afgelo pen vrijdag ln de vrijwel geheel bezet te kleine Doelenzaal kwamen uitslui tend composities voor piano vierhan dig aan bod. Voor de pauze hoorden wij twee Jeugdwerken uit omstreeks 1772, ema twee meesterwerken die in 1786/7 zijn geschreven. Het ging hier om de ook bij veel amateurs welbe kende sonaten In D gr. en Bes gr (K V. 381 en K.V. 358) en de sonaten In G (K.V. 357) en in C (K.V. 521). De num mering bij Köchel Venzeichnls loopt niet altijd parallel met de chronologi sche volgorde van ontstaan. Door de veel rijkere muzikale inhoud van de twee later gecomponeerde werken was de tweede programmahelft verre weg de belangrijkste. De muzikale Inhoud van de belde late sonaten werd alleen nog maar geëvenaard door Schuberts enkele decennia later gecomponeerde Fantasie In f moll op. 103. Samenspel op één Instrument heeft het voordeel van de grootste contact- mogelijkheden. maar een nadeel Is de beperkte bewegingsvrijheid van bei de uitvoerenden. Daar het klavier ln feite een slaginstrument is blijft sa menspel op twee vleugels altijd een moeilijke zaak. De geringste ongelijk heid doet zich onmiddellijk gevoelen. De kwaliteit van het samenspel van Eschenbach en Frantz lijkt niet te overtreffen. Hier is sprake van een twee-eenheid ln klankkleur, frasering en muzikale opvatting die aan het volmaakte grenst. Ook in technische perfectie doen belde kunstenaars niet voor elkaar onder. De toegiften bestonden uit twee de len uit Ravels „Ma mère l'Oye" (naar de sprookjes van Moeder de Gans. oorspronkelijk voor plano-vierhan dig, later door de componist georke streerd) De cyclus wordt voortgezet op 21 en 28 maart. Verder vindt ln Utrecht nog een optreden plaats op woensdag 26' maart. uit Rein Edzard en Catherine ten Bruggencate in Heijermans dl sche schets Nocturne Pn door André Rutten n v< ipes DEN HAAG Van wat klein werk van Herman Heijermans heeft Christiaan Nortier bij toneelgroep De Appel een voorstelling gecomponeerd: een bierhuisklucht, een mo noloog, een blijspelontwerp, een dramatische schets en een drama in een bedrijf. Het blijspelontwerp heet „De ze ven vette dagen", en dat is, met weglating van het lid woord, ook de titel van de voorstelling geworden. Alleen de dramatische schets „Noc turne" (1910) en het drama in een bedrijf „Het Kind" (1903) zijn inder tijd ook gespeeld. Zij boeien ook nu nog het meest. „Nocturne" ls geschre ven voor Esther de Boer van Rijk, die in 1910 57 werd. Het wordt nu ge speeld door Catherine ten Bruggen- cate, die aanzienlijk jonger is. zich terecht ook niet ouder heeft gemaakt. maar van haar rol wel een Ji van eenvoud en oprechtheid Met redelijk tegenspel van R ga en Hubert Fermin, beide ook to voor hun rollen, maar dat k( goed uit. VK ree stiji In „Het Kind" kloppen de 1( 'ale van de spelers wél. De voor ben zijn Geert de Jong en Willem itaa een doktersechtpaar, waarval 1 ve geboren baby blind gebore Zij zijn serieus bezig met de het kind niet beter dood zou zijn. Het wordt zorgvuldig, gespeeld, en overtuigt dus. Isra én; e; c vraag heeft een opmerkelijke anj telt. elir oor De drie andere werkjes zij Jord maar als Falklandjes (zoieulsre Kronkels van Carmiggelt val grai publiceerd. milieuschetsen v va die bepaalde facetten van ken aardig tekenen. Zo worden achi gespeeld, goed doordacht. accentueerd op het typerei lauv Alles vindingrijk samengebi één toneelbeeld van Frits door kleine detailwisselingei passen. Het mogelijke gevaar van deze te lange film is dat alleen het verwijt „verspilzucht" blijft hangen. De te neur van het verhaal is: kinderen verdienen veel geld. maar waar geven ze het aan uit? Aan nog een extra kledingstuk, drank en sigaretten. Dit verwijt kan Je niet alleen kinderen maken maar ook volwassenen. Kan Je een meisje van dertien jaar. dat zich onzeker en ongemakkelijk voélt, verwijten dat ze een hippe spij kerbroek met discostreep wil kopen omdat ze „er dan bij hoort?" Het „erbij willen horen" is inherent aan die leeftijd. Juist Jongeren zijn sterk onderheving aan groepsnormen en de maatschappij bepaalt in hoeverre die groepsnormen consumptief Zijn. In deze tijd kan je „erbij horen" door dure discokleren te kopen. Tien Jaar geleden was hetzelfde „erbij horen" te verwezenlijken door in een versle ten spijkerbroek rond te lopen en juist niet naar de kapper te gaan. 1 lert door Stan Rijven De film ls te weinig uitgewerkt om scholleren een houvast te bieden in de vraag wat ze met deze dwingende groepsnormen aanmoeten. Boven dien laat de film de middenmoot zien. de kinderen die één krantewijk lopen en één avond in de week naar de disco gaan De scholleren die bulten de groep vallen omdat ze er altijd zo „sloom" uitzien of degene die Juist heel erg veel geld omhanden hebben, komen in de film niet aan bod Daar mee is de mogelijkheid om discussie in de klas op te roepen over de wer king van groepsnormen, afgesneden. AMSTERDAM Het onge- compliceerde plezier is weer terug in de popmuziek. Waren het eerst The Specials en Madness die onlangs voor op windende danstaferelen zorg den, de Noordierse Under tones maakten er zaterdag avond in Paradiso een com pleet feest van. Hun onweerstaanbare recht-toe- recht-aan-muzlele doet aan de Ra- mones denken, maar bezit meer me lodie en mooie koortjes. De songs zijn simpel van opbouw, bevatten teksten over teener lief en leed en blijven na één keer luisteren hangen Meezingen en -dansen zijn dan ook de eerste reacties die ermee worden opgeroe pen Zie je de vijf Undertones op het podium staan, dan krijg Je het stelli ge idee dat ze gisteren nog in de schoolbanken zaten, dan wel zijn weggeplukt uit een teenerhonk in Londonderry. Daar begonnen ze twee jaar geleden in hun vrije tijd muziek te maken, die via BBC-deejay John Peel meer bekendheid kreeg Sinds 1978 verschenen een lp en drie singles die alle de Britse hitlijsten haalden. Deze onschuldige punkrock ls ditmaal geen maatschappij-stunt, maar eigen aangelegenheid die ign voorpubliciteit een overvol I trok. De broertjes John en O'Neill (slag- en sologitaar), slungel Mickey Bradley (basl opt de ic5 opdondertje Billy Doherty zorgden voor een solide on( waarin vaart en enthousiasm ventoon voerden. Feargal wiens stem veel van Roger wegheeft, zong zijn longen Cj"; blote bovenlijf en ontpopte een professioneel entertain»^ opmerkingen in Iers dialed weliswaar dikwijls onverst" maar konden het plezier all< verhogen. „Teenage kicks", Jimmy", Gotta Getta" en aJ dere lp-materiaal kwamen er t goed uit. net als de nieuwe n t By ..Here comes Norman" en ajaa don't talk" Drie keer moest aa^ terugkomen voordat de d ndjd menigte, die dit jaar zeer J n samenstelling was. tot bedi gebracht „Get it on" van ventig-idool Marc Bolan vol afsluiting Hopelijk worden 6 tones geen teeneridolen die succes hun oprechtheid en i liezen, want mede daarin kracht van deze prettige hl Derry prt gen cht in U int it. Ie ,h vija kr: 'S n. '8 b

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 4