De triomf van
een dirigent
Onthullingen van
een dode vader
Boeiend pianoconcert van Madge
speet,,! v,nd,.g Kinderen worden tot kopen gedwongen
Een compleet feet
met de Undertone
CNV—.
De Appel speelt klei
werk van HeijermanS
Riccardo Muti met
Concertgebouworkest
De Pelikaan van Strindberg
Eschenbach
en Frantz
in Mozart
vierhandig
Nieuwe muziek in Amsterdam en Utrecht
MAANDAG 17 MAAHT 1980
KUNST/RADIO/TELEVISIE
TROUW/KWARTET
IND,
door Ralph Degens
door André Rutten
AMSTERDAM De triomf van een dirigent, zo zou men het
concert van het Concertgebouworkest vrijdagavond ln Am
sterdam kunnen noemen. Riccardo Muti (39), die vier Jaar
geieden hier voor het eerst (en tot nu toe voor het laatst) had Riccardo Wuti.
gedirigeerd heeft daar ln de grote zaal van het Concertgebouw
zowel het orkest, de muziek als het publiek volkomen naar vadcrllnd de htd
zijn hand weten te zetten. Tot verbazing en vreugde van zich hier wei als een meester kennen
iedereen.
Want ook degenen die misschien niet
zo bijster gelukkig konden lijn met
de nogal ruige aanpak waarmee de
beweeglijke, zeer expressief dirige
rende Italiaan Mendelssohns „Mee-
resstlüe und Olüekliche Fahrt" neer
zette als gold het een tochtje bij
windkracht acht. moesten de fellloae
greep van Muti op het orkest ln de
vertolking van deze ouverture erken
nen MuU's voorkeur voor het doen
uitkomen van de laagste orkeststem-
men gal aan het eerste deel van dit
werk een diep bronzen sonoriteit, die
verder op de avond ook voor de
klankkleur van sljn vertolking van
Schumanns Vierde Symfonie bepa
lend bleek te zijn.
De manier waarop MuU deze vierdeli
ge (zonder onderbreking te spelen)
symfonie van Beethoviaanse allure
met dramatische spanning wist te
laden, was als proeve van een visie op
dit werk boelend genoeg om te verge
ten dat er te weinig ontspanning te
genover gezet werd. Met name in het
Scherzo werd daardoor de kans ge
mist met een wat lyrischer toon het
gevaar van krampachtigheid weg te
spelen. Maar dit zijn nauwelijks tel
lende bezwaren tegen een zo knap
volgehouden suggestieve, en met
groot technisch meesterschap verde
digde. opvatting van dit werk.
Spookachtig
Bezwaarlijker vond ik dat Muti met
zijn uitermate „beeldende" manier
van dirigeren ook visueel zo sterk de
aandacht vroeg, een vorm van „mu
ziektheater" die met name na de pau
ze ln Prokofjeffs Derde Symfonie af
en toe karikaturaal aandeed. Wat
overigens wel enigszins paste bij deze
muziek. Want de in 1928 gecompo
neerde derde symfonie, gebaseerd op
de eerder ontstane opera De vurige
engel, zit vol griezeleffecten waarmee
het spookachtige van het opera-on
derwerp soms overdreven sterk aan
gezet tot uitdrukking wordt ge
bracht. Zoals ook in zijn tweede sym-
van de zogeheten „ijzer-en-staalmu-
ziek" die toen een belangrijke stro
ming ln de nieuwe Sovjetmuziek
vormde.
IJzersterk
Muti heeft de ongekend complexe
klankgolven van dit werk met verras
sende helderheid en Indringende sug-
gestivltelt ln een IJzersterke, dwin
gende ritmiek de zaal Ingestuurd,
waarbij hij door een feilloos afgewo
gen dosering van de klanksterkte
steeds reserves voor de nodige dyna
mische ontplooiing achter de hand
hield.
Met deze klinkende overwinning op
dit zo moeilijk te realiseren werk.
waarin het Concertgebouworkest ln
zijn volmaakte reacties op wat de
dirigent beoogde een grootse presta
tie heeft geleverd, was de triomf van
Muti compleet. De toehoorders die de
herhaling van dit programma zater
dagavond en zondagmiddag hebben
bijgewoond, kunnen moeilijk enthou
siaster hebben gereageerd dan die ln
de propvolle zaal vrijdagavond.
HAARLEM In de Haarlem
se Toneelschuur ging vrijdag
avond een F Act-productie
van de Toneelraad Rotter
dam in première: „De Peli
kaan" van August Strind
berg. Het regiedebuut van
Karst Woudstra, die ook in de
functie van regisseur van Ma-
rivaux-project voorbereidt,
en het komend seizoen als
vaste dramaturg verbonden
zal zijn aan het Ro-theater
van Franz Marijnen.
In Strindberg was hij al zeer goed
thuis, toen Oer Thijs hem als drama
turg betrok bij zijn voorstellingen
van „De andere dodendans",
„Droomspel". „De Vader". Het stuk,
„De Pelikaan", dat hij nu zelf regis
seert, hoort tot de vier kamerspelen,
die Strindberg rcnd 1907 voor een
eigen klein theaterje schreef. In zijn
tijd werden ze meestal ..naturalis
tisch" gespeeld, dat wil zeggen: wat
de uiterlijkheden betreft leken zij een
natuurgetrouwe reproduktie van de
werkelijkheid.
Niettemin is „De Pelikaan" ook wel
een moderne versie genoemd van Al
so hy los' „Choëferoi", waarin Electra
en Orestes op hun moeder Clytemne-
stra haar moord op hun vader Aga
memnon wreken de nythe. die ook
door Sophocles en Euripides in trage
dies Is verwerkt. Bij Strindberg wordt
dat:
Na de begrafenis van hun vader vin
den zijn zoon en dochter een brief van
hem. waarin hij uiUegt op welke ma
nier zijn vrouw, hun moeder, zijn
dood veroorzaakt heeft en hün weer
zin tegen het leven. Wat hij opschrijft
kunnen zij verifiëren aan en bevesti
gen met hun eigen, totdantoe onbe
grepen kinderervaringen. Zij zijn niet
in staat, echt de hand tegen hun
moeder op te heffen, wel verbranden
zij het verleden.
Goed doordacht
Het verhaal is een goed doordachte
constructie, die stap voor stap ont
hult hoe de wezenlijke, reële verhou
dingen tussen man en vrouw, moeder
en kinderen, vader en kinderen ge
weest zijn. welke al dan niet ont
spoorde oerimpulsen daarin gewerkt
hebben. Strindberg heeft dat verhaal
zo voor het toneel opgebouwd, dat
het zich in een voor die tijd normaal
burgergezin ln een normale entoura
ge lijkt af te spelen, al heeft hij daarin
wel duidelijke accenten aangebracht,
die verwijzen naar wat er achter zit.
Karst Woudstra nu heeft die hele
naturalistische uitwerking weggela
ten en alleen de naar binnen verwij
zende accenten behouden. Hij heeft
de besloten ruimte wel gehandhaafd,
maar die strak-rechtlljnlg en wit
maakt, met witte neonbuizen. de fl-
door W. H. Wolvekamp
door Ralph Degens
AMSTERDAM/UTRECHT
Het aardigste onderdeel van
het korte programma dat het
Hamburgse Vartus Ensemble
zaterdagmiddag met veel toe
wijding voor ongeveer dertig
belangstellenden in het Am
sterdamse Stedelijk Museum
speelde, stond op naam van
de 50-jarlge Duitse dominee
componist Dieter Schnebel.
In dit alweer bijna twintig jaar oude
stuk speelt Schnebel een instrumen
talist (hier fluitist) en een dirigent
tegen elkaar uit. Eerst manipuleert
de dirigent met overdreven mimiek
de fluitist, maar gaandeweg worden
de rollen omgedraaid en moet de diri
gent doen wat de fluitist wil; ten
slotte verlaten ze schermutselend het
podium Een stukje muzikale klasse-
strijd uit de jaren zestig dat het nog
goed doet m waarin zowaar aan Pe
ter W 8chatt de rol van dirigent was
toebedeeld
Fluitist was Helmut W. Erdmann, in
1971 oprichter van het ensemble dat
verder wordt gevormd door P. W
Schatt (klarinet). Hans-Oeorg Ol-
brich (cello) en Heinz Eberhard
Schmltz (plano). Uit de tot slot ge
speelde vrije Improvisatie (die overi
gens wel duchtig was voorbereid),
was te horen hoe goed zij op elkaar
zijn Ingespeeld. Wat trouwens al eer
der was gebleken uit de vertolking
van het Trio Hl dat fluitist Erdmann
ln 1973 schreef en uit Musivo uit 1978
(voor het hele kwartet) van Albrecht
Gilrsching Doordachte en zeer kun
dige uitvoeringen die het begrijpelijk
maken dat dit ensemble een goede
mee werd geopend, geeft de toehoor
ders duidelijk thematisch en harmo
nisch houvast en volgt daarmee de
nieuwe trend ln het hedendaagse
componeren. De vaak zeer expressie
ve zeggingskracht laat geen twijfel
aan het talent van deze nog aan net
Utrechts Conservatorium studerende
componist.
Gerijpt werk
Pianist-componist Geoffrey Madge.
naam heeft als vertolker van eigen
tijdse muziek.
Zondagmiddag werd dit progTamma
ln Rotterdams Museum Boymans
herhaald en vanavond speelt Varius
in Muziekcentrum Vredenburg in
Utrecht andere werken waaronder
twee Nederlandse: 1000 Frames van
Davld Porcelijn. en Sound and Silen
ce van Ter de Marez Oyens. Een
groepje dat de aandacht van de lief
hebbers verdient
Nederlandse premières
Dat geldt ook. en nog meer dacht ik,
voor het bekende Nederlandse AS-
KO-Ensemble dat zichzelf omschrijft
als „een organisatie van musici die
nieuwsgierig zijn naar wat er gecom
poneerd wordt."
De reeks stukken die speciaal voor
ASKO werden geschreven (vaak in
opdracht van CRM) Is ln 1979 en 1980
ten minste aangevuld met de drie die
zondagmiddag in Muziekcentrum
Vredenburg in première gingen. Met
als kersvers produkt het in 1980 ge
componeerde „Intro's" van Klas Tor-
stensson voor blazers, strijkers, plano
en slagwerk, waarvan de klankmoge-
lijkheden met electronische pepmid
delen worden verruimd. Ondanks dat
was er weinig opwindends ln deze.
wat chaotische, staalkaart van (niet
meer nieuwe) geluiden.
Het Chamber Concerto uit 1979 van
de 24-jarige Robert Nasveld. waar-
Een volledig gerijpt werkstuk leverde
pianist-componist Geoffrey Douglas
Madge met zijn „Concerto for plano
and ensemble" dat met ASKO-pia-
nlst Guus Janssen aan de vleugel ln
première ging. In zijn opzet „een con
certo te schrijven dat reikt van een
uiterste geconcentreerdheid van een
voudig materiaal tot een meer com
plexe samenstelling" is Madge zeker
geslaagd. Maar hij heeft dit theoreti
sche uitgangspunt bovendien gereali
seerd met een sterk aansprekende
muzikale grillige beweeglijkheid
waarin verstilde, bijna romantische
dialogen tussen diverse Instrumenten
worden afgewisseld met heftig-ex-
pressionlstlsche passages. In de vele
technisch-virtuoze passages van de
planopartij lijkt het bedoelde even
wicht tussen het totaal van het (klei
ne) ensemble en het solo-Instrument
soms verstoord, maar dat kan ook
aan de op dit punt wat gevaarlijke
akoestiek van de grote 2aal hebben
gelegen.
Guus Janssen heeft de zeer veeleisen
de pianopartij voortreffelijk vertolkt
ln mooi sluitende samenwerking met
het ensemble, dat in dit werk onder
leiding stond van Adam Oatehouse.
De andere werken werden gediri
geerd door Jurrien Sllgter en Klas
Torstensson.
Dit première-programma dat nog
het reeds eerder gespeelde Oktet van
Guus Janssen bevatte wordt op 23
maart in Amsterdam (Paradlso) en op
10 mei in Den Haag (Koninklijk Con
servatorium) herhaald.
Honger. Een programma
naar een idee van Jan van Hil-
lo over de voedseldropplngs
van Zweeds wittebrood na de
hongerwinter, vóór de capitu
latie van de Duitsers.
Ned. I 20.40 uur.
Op soek naar de Luthéal.
Een speurtocht met Theo Olof
naar ren uniek musiekinstru-
ment. Dese Belgische vinding
werd vijftig Jaar geleden voor
het eerst bespeeld en was bij
na onvindbaar geworden. De
enige nog bestaande Luthéal
wordt in dit programma be
speeld door Daniël Wayen-
berg
Ned. 2 21.35 uur.
Liters ma-maandag. Een
programma over boeken,
schrijvers en toneel. Van
avond speciale aandacht voor
Multatuli.
Hilversum 2 21.30 uur.
SAMEN
OP DE
GOEDE WEG
door Johanneke Leestemaker
Voor jongeren van twaalf tot
zestien jaar worden er weinig
films gemaakt, die aansluiten
bij hun eigen situatie. Daar
om heeft de groep „Solidari
teit films" zich op scholieren
gericht met de serie „Jonge-
renjournaal."
De eerste film uit de serie Is getiteld
„Erbij horenen gaat over het con
sumptief gedrag van Jongeren. Voor
de volgende journaals liggen onder
werpen te wachten als emancipatie,
kernenergie, zelfdoding en kinder
mishandeling
„Solidariteit films." waarin Bob En-
trop, Anneke Hopmans en Marcel
Slegmund samenwerken met vrijwil
ligers. maakt de jongerenjournaals
voor scholen en club- en buurthuizen.
De bijbehorende „Jongerenkrant" is
geschreven om de onderwerpen die ln
de journaals worden aangesneden,
verder uit te diepen
De eerste film „Erbij horen" wil laten
zien welke invloed reclame, massa
media en omgeving op het koopge
drag van jongeren hebben. Net als op
de televisie, begint het jongerenjour-
naal met reclame In de reclamespots
van snoep, kleding en geluidinstalla-
ties wordt (overduidelijk gewezen op
het bedrog. De snoepreclame gaat als
volgt. „Koop mij. Ik ben lekker, ik
Brigitte, die de film presenteert.
ben slecht voor Je gebit en gezond
heid maar koop mij."
Het journaal zelf wordt gepresen
teerd door het veertienjarig meisje
Brigitte, dat haar leeftijdgenootjes
interviewt Krantewijken. bijbaan
tjes. kinderarbeid, geld uitgeven, dis
cussie op school komen aan de orde
Brigitte geeft aan het eind van de
film de conclusie: de fabrikanten we
ten maar al te goed dat scholieren
„erbij willen horen" en ze maken van
'Te weinig
deze kennis gebruik door steeds nieu
we produkten op de markt te
brengen.
Voor scholen is deze veertig minuten-
durende film aan de lange kant. Tijd
om in dezelfde les nog over de film
door te praten zal dus vaak ontbre
ken. De krant die bij dit eerste Jonge-
renjournaal hoort Is te oppervlakkig
om er na een week. in de volgende les
op terug te kunnen vallen.
Kees Hulst en Nettie Blanken in De Pelikaan van Strin
gefascineerd door het brandend verleden. f«u l«« ien
guren gekleed in tinten wit, de kle- -
dingstijl van toen benadrukt. Witte
houten banken langs de wanden. Een
rode sofa in het midden. De vloer
bezaaid met papieren, afkomstig
blijkbaar uit een stuk geslagen bu
reau. waarvan laden zijn blijven lig
gen: het verleden. Soms. als de deur
open blijft staan daarachter een
hel verlichte witte gang van houten
plankjes waait, stormt het ln die
kamer.
Figuren
zoon Fr^derik. met een vo«
ontwikkeld doorzicht op hi PA|
zaam wakker worden van hui{'cl
van de werkelijkheid. De figtoep
de moeder is gecompliceerdei ;t sl
sabeth Andersen laat dat op stri
bluffende manier, maar dood on
dig zien. Zij heeft altijd v ran
gecamoufleerd wat zij gedaai rspt
gelaten heeft zeg maar uit tuig
lijke zelfzucht maar het Hé
alsof zij dat pas echt ontdifen d
haar kinderen haar dat voor er
ten gooien. s de
De figuren worden volstrekt a-thea
traal gespeeld, zonder nabootsing
van de omgangsstijl van toen. de spe
lers sec geconcentreerd op wat er
naar hun inzicht in de tekst over hun
figuur wordt duidelijk gemaakt, en
dat wordt zorgvuldig, klein gehou
den. getoond. Zo Nettie Blanken als
de dochter Gerda, Kees Hulst als de
Dat maakt de voorstelling
perfecte,
5 1
maar wel bijna 1 ?U(
analyse van het stuk en van Cl
kaan-motief er ln: de moeder jjt
alsof zij zich voor haar kindei lUjt,
opgeofferd, maar hen in fel
leeggezogen de ware pelik yj,
de vader.
ROTTERDAM Alle werken die
Mozart heeft gecomponeerd voor pia
no vierhandig alsmede die voor twee
piano's worden in een serie van drie
recitals ten gehore gebracht door
Christoph Eschenbach en Justus
Frantz. Beide pianisten zijn in het
verleden veelvuldig opgetreden als
-solist, Eschenbach ook als dirigent.
Reeds meer dan tien jaar werken zij
samen en de kunst van het vierhan
dig klavierspel en het samenspel op
twee vleugels heeft door hen een
nieuwe stimulans gekregen.
Tijdens het eerste concert van afgelo
pen vrijdag ln de vrijwel geheel bezet
te kleine Doelenzaal kwamen uitslui
tend composities voor piano vierhan
dig aan bod. Voor de pauze hoorden
wij twee Jeugdwerken uit omstreeks
1772, ema twee meesterwerken die in
1786/7 zijn geschreven. Het ging hier
om de ook bij veel amateurs welbe
kende sonaten In D gr. en Bes gr (K V.
381 en K.V. 358) en de sonaten In G
(K.V. 357) en in C (K.V. 521). De num
mering bij Köchel Venzeichnls loopt
niet altijd parallel met de chronologi
sche volgorde van ontstaan. Door de
veel rijkere muzikale inhoud van de
twee later gecomponeerde werken
was de tweede programmahelft verre
weg de belangrijkste. De muzikale
Inhoud van de belde late sonaten
werd alleen nog maar geëvenaard
door Schuberts enkele decennia later
gecomponeerde Fantasie In f moll op.
103.
Samenspel op één Instrument heeft
het voordeel van de grootste contact-
mogelijkheden. maar een nadeel Is de
beperkte bewegingsvrijheid van bei
de uitvoerenden. Daar het klavier ln
feite een slaginstrument is blijft sa
menspel op twee vleugels altijd een
moeilijke zaak. De geringste ongelijk
heid doet zich onmiddellijk gevoelen.
De kwaliteit van het samenspel van
Eschenbach en Frantz lijkt niet te
overtreffen. Hier is sprake van een
twee-eenheid ln klankkleur, frasering
en muzikale opvatting die aan het
volmaakte grenst. Ook in technische
perfectie doen belde kunstenaars niet
voor elkaar onder.
De toegiften bestonden uit twee de
len uit Ravels „Ma mère l'Oye" (naar
de sprookjes van Moeder de Gans.
oorspronkelijk voor plano-vierhan
dig, later door de componist georke
streerd)
De cyclus wordt voortgezet op 21 en
28 maart. Verder vindt ln Utrecht nog
een optreden plaats op woensdag 26'
maart.
uit
Rein Edzard en Catherine ten Bruggencate in Heijermans dl
sche schets Nocturne Pn
door André Rutten
n v<
ipes
DEN HAAG Van wat klein
werk van Herman Heijermans
heeft Christiaan Nortier bij
toneelgroep De Appel een
voorstelling gecomponeerd:
een bierhuisklucht, een mo
noloog, een blijspelontwerp,
een dramatische schets en
een drama in een bedrijf. Het
blijspelontwerp heet „De ze
ven vette dagen", en dat is,
met weglating van het lid
woord, ook de titel van de
voorstelling geworden.
Alleen de dramatische schets „Noc
turne" (1910) en het drama in een
bedrijf „Het Kind" (1903) zijn inder
tijd ook gespeeld. Zij boeien ook nu
nog het meest. „Nocturne" ls geschre
ven voor Esther de Boer van Rijk, die
in 1910 57 werd. Het wordt nu ge
speeld door Catherine ten Bruggen-
cate, die aanzienlijk jonger is. zich
terecht ook niet ouder heeft gemaakt.
maar van haar rol wel een Ji
van eenvoud en oprechtheid
Met redelijk tegenspel van R ga
en Hubert Fermin, beide ook to
voor hun rollen, maar dat k(
goed uit.
VK
ree
stiji
In „Het Kind" kloppen de 1( 'ale
van de spelers wél. De voor ben
zijn Geert de Jong en Willem itaa
een doktersechtpaar, waarval 1 ve
geboren baby blind gebore
Zij zijn serieus bezig met de
het kind niet beter dood zou
zijn. Het wordt zorgvuldig,
gespeeld, en overtuigt dus.
Isra
én; e; c
vraag heeft een opmerkelijke anj
telt. elir
oor
De drie andere werkjes zij Jord
maar als Falklandjes (zoieulsre
Kronkels van Carmiggelt val grai
publiceerd. milieuschetsen v va
die bepaalde facetten van ken
aardig tekenen. Zo worden achi
gespeeld, goed doordacht.
accentueerd op het typerei lauv
Alles vindingrijk samengebi
één toneelbeeld van Frits
door kleine detailwisselingei
passen.
Het mogelijke gevaar van deze te
lange film is dat alleen het verwijt
„verspilzucht" blijft hangen. De te
neur van het verhaal is: kinderen
verdienen veel geld. maar waar geven
ze het aan uit? Aan nog een extra
kledingstuk, drank en sigaretten. Dit
verwijt kan Je niet alleen kinderen
maken maar ook volwassenen.
Kan Je een meisje van dertien jaar.
dat zich onzeker en ongemakkelijk
voélt, verwijten dat ze een hippe spij
kerbroek met discostreep wil kopen
omdat ze „er dan bij hoort?" Het
„erbij willen horen" is inherent aan
die leeftijd. Juist Jongeren zijn sterk
onderheving aan groepsnormen en de
maatschappij bepaalt in hoeverre die
groepsnormen consumptief Zijn. In
deze tijd kan je „erbij horen" door
dure discokleren te kopen. Tien Jaar
geleden was hetzelfde „erbij horen"
te verwezenlijken door in een versle
ten spijkerbroek rond te lopen en
juist niet naar de kapper te gaan.
1 lert
door Stan Rijven
De film ls te weinig uitgewerkt om
scholleren een houvast te bieden in
de vraag wat ze met deze dwingende
groepsnormen aanmoeten. Boven
dien laat de film de middenmoot zien.
de kinderen die één krantewijk lopen
en één avond in de week naar de disco
gaan De scholleren die bulten de
groep vallen omdat ze er altijd zo
„sloom" uitzien of degene die Juist
heel erg veel geld omhanden hebben,
komen in de film niet aan bod Daar
mee is de mogelijkheid om discussie
in de klas op te roepen over de wer
king van groepsnormen, afgesneden.
AMSTERDAM Het onge-
compliceerde plezier is weer
terug in de popmuziek. Waren
het eerst The Specials en
Madness die onlangs voor op
windende danstaferelen zorg
den, de Noordierse Under
tones maakten er zaterdag
avond in Paradiso een com
pleet feest van.
Hun onweerstaanbare recht-toe-
recht-aan-muzlele doet aan de Ra-
mones denken, maar bezit meer me
lodie en mooie koortjes. De songs zijn
simpel van opbouw, bevatten teksten
over teener lief en leed en blijven na
één keer luisteren hangen Meezingen
en -dansen zijn dan ook de eerste
reacties die ermee worden opgeroe
pen Zie je de vijf Undertones op het
podium staan, dan krijg Je het stelli
ge idee dat ze gisteren nog in de
schoolbanken zaten, dan wel zijn
weggeplukt uit een teenerhonk in
Londonderry. Daar begonnen ze twee
jaar geleden in hun vrije tijd muziek
te maken, die via BBC-deejay John
Peel meer bekendheid kreeg
Sinds 1978 verschenen een lp en drie
singles die alle de Britse hitlijsten
haalden. Deze onschuldige
punkrock ls ditmaal geen
maatschappij-stunt, maar
eigen aangelegenheid die ign
voorpubliciteit een overvol I
trok. De broertjes John en
O'Neill (slag- en sologitaar),
slungel Mickey Bradley (basl opt
de
ic5
opdondertje Billy Doherty
zorgden voor een solide on(
waarin vaart en enthousiasm
ventoon voerden. Feargal
wiens stem veel van Roger
wegheeft, zong zijn longen Cj";
blote bovenlijf en ontpopte
een professioneel entertain»^
opmerkingen in Iers dialed
weliswaar dikwijls onverst"
maar konden het plezier all<
verhogen. „Teenage kicks",
Jimmy", Gotta Getta" en aJ
dere lp-materiaal kwamen er t
goed uit. net als de nieuwe n t By
..Here comes Norman" en ajaa
don't talk" Drie keer moest aa^
terugkomen voordat de d ndjd
menigte, die dit jaar zeer J n
samenstelling was. tot bedi
gebracht „Get it on" van
ventig-idool Marc Bolan vol
afsluiting Hopelijk worden 6
tones geen teeneridolen die
succes hun oprechtheid en i
liezen, want mede daarin
kracht van deze prettige hl
Derry
prt
gen
cht
in
U
int
it.
Ie
,h
vija
kr:
'S n.
'8 b