Stroom hoeft niet
gevaarlijk te zijn
:h i
,}as voor de lampen van China
Wetenschap en techniek
Double-spifsi tAT£e-in-onc.~Vi<jeStef
ind maar eens gemakkelijk een elektricien die snel
ien dat defecte stopcontact wil repareren en dan
ieteen een schakelaartje in het snoer van de
jiemerlamp vernieuwt! En als 'ie komt, moet je
leen al voor het voorrijden de portemonnee ver
penzetten. Maar ja. wat dan? Steeds die lamp los en
ut draaien gaat ook vervelen. En al dat gedoe met
erlengsnoertjes!
et Provinciaal Electriciteitsbedrijf van
oord-Holland (PEN) heeft een oplossing voor deze
•oblemen gezocht en verzorgt nu door heel
oord-Holland doe-het-zelf-cursussen, waarin het
pareren van snoeren, stekkers, schakelaars en
mpekappen wordt geleerd. De belangstelling is
1DAG 1S MAART 1980
I BINNENLAND!
TROUW/KWARTET 25
bijzonder groot, de cursus spotgoedkoop en het
rendement is al na een paar lessen duidelijk
merkbaar. De PEN-instructeurs geven bovendien
een hoop informatie (vooral ook over
energiebesparing) en vragen met name aandacht
voor het veiligheidsaspect bij het zelf-knutselen.
Weliswaar wordt maar een half procent van alle
dodelijke ongelukken in en om het huis veroorzaakt
door elektriciteit (in Nederland nog geen tien per
jaar). Maar, zegt het PEN, het risico is nog te groot.
Wij volgden in Amstelveen een van de 45 curussen
die het PEN dit seizoen in zijn verspreidingsgebied
geeft en kwamen tot de conclusie: stroom hoeft niet
gevaarlijk te zijn, als je maar weet wat je doet.
or Haro Hielkema
„Je zegt wel eens: het is maar een stekkertje. Maar Je bent aan het
vechten met de hele wereld, als je het goed wilt doen".
foto: Erwin VerMJen
Ifverzekerd kwam ze
inen. Ach, de eerste
„elektriciteit in en
p het huis". Stekkert-
aanzetten, een
ukknopje ergens tus-
een lamp ophangen
jMÉd ze toch al. Ze
^Best wel, want haar
^Hn was nooit thuis.
^Bat kan ik al", zei ze
H, toen bleek dat er in
Heerste les een sche
merlampje gefabriceerd
est worden aan een
itactdoos. „Wat doen
de volgende keer?"
had haar schroeve-
laier nog niet neerge-
i of de instructeur
al dat draden knel
n. koperdraadjes
tbaar waren en
roeven niet goed
gedraaid waren
|h
VII
de instructeurs w. Bakx
Lanfermeijer van het
'inciaal Electriciteitsbe-
van Noord-Holland
was dit een duidelijke
atie van het belang van
doe-het-zelf-cursus „elek-
it in en om het huis". Er
horden mensen, die net zó
lei klusjes doen en daar-
ge vaar lij ke dingen uitha-
zonder het zelf te weten,
stekkertje aan een snoer
en is niet zo moeilijk; het
t alleen wel veilig en goed
ïuren.
het tweede seizoen is het
nu bezig met het verzor-
van doe-het-zelf-cursus-
nadat het gemeentelijk
elektriciteitsbedrijf in Rotter
dam er al eerder mee begon
nen was. Het eerste jaar wa
ren er vijftien cursussen,
steeds van vijf lessen van
tweeënhalf uur. Dit seizoen
staan er al drie keer zoveel op
het programma, terwijl de
wachtlijst van geïnteresseer
den in het PEN-gebied (Am
sterdam, Hilversum en Haar
lem hebben een eigen elektri
citeitsbedrijf; uit die plaatsen
worden geen cursisten" opge
nomen) al zo'n al zo'n duizend
namen bevat. De cursussen
worden gehouden in zes ver
schillende plaatsen, en het
deelnemertal varieert van zes
tien tot twintig mensen.
Nog niet zo lang geleden hul
digde de directie van het PEM
de opvatting dat Jan Publiek
met z'n vingers van al het
elektrische knutselwerk af
moest blijven; zelfs de klein
ste klusjes waren uit den boze.
omdat de gevaren nauwelijks
onderkend werden. Toen ech
ter bij een mini-onderzoek in
het PEN-gebied bleek dat de
helft van de stroomgebruikers
zich daar niets van aantrok
(op het Westfriese platteland
hanteerde zelfs zeventig pro
cent de schroevedraaier), rea
liseerde de directie van het
elektriciteitsbedrijf zich dat
het verbod op zelfwerkzaam
heid weinig effect had.
Knoeiwerk!
Omdat de monteurs van het
bedrijf met de dag méér
knoeiwerk aantroffen als ze
om storingsredenen te hulp
waren geroepen en omdat
steeds meer stekkers, schake
laars en ander elektrisch ma
teriaal in supermarkten (in
plaats van in elektriciteits
winkels, waar nog wel eens
wat informatie wordt gege
ven) werden gekocht, werd be
sloten het doe-het-zelf-pu-
bliek te gaan informeren en
instrueren en niet meer te ver
bieden. Aan de noodzaak
daartoe behoefde niet meer
getwijfeld te worden, want
een vakman Inschakelen voor
kleine klusjes is tegenwoordig
net zo moeilijk als het maken
van een afspraak bij een oo
garts. En wat de kosten be
treft lijkt er ook niet veel ver
schil
Het PEN ging in Rotterdam te
rade en ontwikkelde daarna
zelf het lesprogramma en het
lesmateriaal. Elke cursist
heeft z'n eigen plateau en kan
zo op z'n eigen plaats de klus
sen verrichten, die hij thuis
ook doet of wil doen. Het les
programma (er is een theorie-
en een praktijkgedeelte) om
vat onder meer het aansnij
den van rubber- en vinylsnoe-
ren, het aanbrengen van snoe
ren aan stekkers en lamphou
ders, het ophangen en repare
ren van lampen, het vervan
gen van de meest voorkomen
de soorten schakelaars en
stopcontacten en het zoeken
van de „fout", wanneer de in
stallatie uitvalt.
Het theorie-uur begint meest
al met een diaserie: over elek
triciteitscentrales, het opwek
ken van stroom, distributie of
over veiligheid. Vervolgens
wordt verteld wat spanning
en vermogen is, hoeveel je ver
bruikt aan stroom, hoe een
meterkast in elkaar zit, waar
om een geel-groene draad an
ders is dan een blauwe en wat
isolatie, dubbele isolatie, ran-
daarde en KEMA-keur bete
kent.
De veiligheid staat voorop in
de doe-het-zelf-cursus. Bakx
en Lanfermeijer benadrukken
het steeds weer tegenover
onze groep. „Stroom hoeft
niet gevaarlijk te zijn" zeggen
ze wel een paar keer. „Als je
maar weet wat je doet, als je
je hoofd er maar bij houdt".
Het is niet tegen dovemanso
ren gezegd, want al gauw ko
men de kranteknipsels erbij
die melding maken van dode
lijke ongelukken door elektri
citeit: van die vrouw die met
een föhn in bad zat. van dat
kind dat een elektrisch ka
cheltje in de badkamer had
gezet, van die brand door
kortsluiting. We gruwelen en
beginnen met wat benauwde
gezichten aan ons „knutse-
luurtje"
In elke groep zitten wel van
die snelle lieden, die in een
mum hun schakelaar hebben
aangebracht en geen moeite
hebben met een geaard stop
contact. Er zijn er ook bij, die
het thuis al allemaal zelf doen
maar nu te horen krijgen hoe
onveilig ze bezig zijn geweest.
En er zijn mensen, die lan-
denwrijvend binnen komen
blij omdat ze het nu wel eens
eventjes gaan leren en zo een
elektricien kunnen uitsparen.
Sommigen van hen moeten na
de laatste les eerlijk beken
nen: „Ik heb nu wel gezien hoe
gevaarlijk het is, ik laat voor
taan toch maar mooi de elek
tricien komen". Er zijn veel
huisvrouwen, maar ook ge
pensioneerde mannen. Er is
een technisch verkoper, die
niet voor dat „knutselwerk"
komt (hij is steeds als eerste
klaar), maar voor de theorie:
„de kleur van de draden en
zo". Er zijn ook mensen die
het nooit leren en na vijf les
sen toch enthousiast naar
huis gaan.
Driewegstekker
Ook het praktische deel van
de les wordt met dia's inge
leid. De klussen die we moe
ten opknappen, worden eerst
in beeld gebracht en daarna
terwijl we bezig zijn. We leren
niet alleen wat we als doe-het-
zelvers mogen doen. maar
vooral ook wat we niét mogen
doen. Die kleine platte stek-
kertjes worden ons sterk afge
praat. het gebruik van de drie
wegstekker is één van de
grootste zonden die we maar
kunnen bedrijven, dunne
snoertjes en het vastspijkeren
langs de plinten is uit den
boze en stoppen repareren
met een zilverpapiertje valt
ook onder ..verboden ge
knutsel".
Er is meer wat niet mag een
toiletkastje met een lamp in
de douche, bijvoorbeeld. Le
vensgevaarlijk Alleen een
wandcontactdoos voor een
scheerapparaat en een specia
le aansluiting voor een was
machine is in de badkamer
toegestaan. Strijken op het
balkon of in de tuin is ook al
zo'n gevaarlijke bezigheid, ze
ker als er een niet-geaard ver
lengsnoer wordt gebruikt dat
tussen de deur klem kan ra
ken en als we daarbij ook nog
op blote voeten rondhobbe-
len. We moeten toestellen al
leen maar op het net aanslui
ten in de ruimte waar we bezig
zijn. En als we een stopcon
tact aan het vernieuwen zijn.
moeten we vooral niet verge
ten eerst de stroom uit te
schakelen, de stop eruit te ha
len en in de broekzak bewaren
totdat we klaar zijn. Anders
zou iemand per ongeluk mis
schien wel weer de stroom aan
kunnen zetten. Een simpele
redenering? Bakx en Lanfer
meijer weten zó een voor
beeld. waarbij het verkeerd
afliep. „Zoekt u het gevaar
niet, want het hoeft niet", zegt
Bakx en vertelt over iemand
die met een schemerlampje
onder de vloer van z'n huis
wilde kijken. „Daarvoor zijn
er looplampen of zaklan
taarns."
Doe-het-zelven met elektrici
teit begint al met het gebruik
van goed gereedschap. Een
schroevedraaier is langzamer
hand geen luxe-artikel meer
en hoeft ook niet meer tege
lijk voor blikopener, beitel en
tegelwipper gebruikt te wor
den „Een juist-passende
schroevedraaier, daar komt
een heleboel op aan" Wij heb
ben drie verschillende in ons
bakje, verder een zijsnijtange-
tje, een punttangetje én
het onvolprezen aardappel
schilmesje. Er zijn ook wel
striptangen in de handel om
een stukje snoer „bloot" te
maken, maar die kosten een
eenvoudige knutselaar veel te
veel. Een aardappelmesje
blijft de voorkeur verdienen.
In een van de vijf lessen zegt
de instructeur: „We mogen al
les op aarde vergeten, behalve
de geel-groene draad, dat is de
aarddraad. Als we die ver
keerd aansluiten, zitten we
goed fout. Zoek altijd eerst
het aardteken in de stekker of
de contactdoos op: dat staat
zo dicht mogelijk bij de
schroef waaraan de aard-
draad vastgezet moet worden.
Daarna worden pas de blauwe
en bruine draad bevestigd."
Na vijf lessen zit het er wel
goed bij ons ingegrift dat de
aardleiding (een verbinding
met de aarde, die de stroom in
geval van een defect naar de
aarde leidt) geel-groen is. In
oude hulzen kan men nog grij
ze aarddraden aantreffen.
Bruin is de kleur voor de
draad waar de spanning op
staat (ook wel fase-draad ge
noemd; bij wisselschakelaars
moet deze draad altijd vastge
zet worden aan de schroef
waar een P bij staat). In de
oude situatie is de spannings
draad groen en is de rode
draad de nul-draad. In de
nieuwe kleurverdeiing is dat
de blauwe draad, terwijl zwart
de kleur is voor de schakel
draden.
Aarding
Pas sinds dit seizoen worden
ook de geheimen van de aar
ding op de cursus uitgelegd,
omdat het gebruik van geaar
de stopcontacten zo sterk is
toegenomen en voor de veilig
heid in keuken, badkamer,
douche en garage zo belang
rijk is. „In deze vaak vochtige
ruimten, waarin de vloer
meestal uit steen bestaat, ben
je een prachtig object voor de
stroom. De aardleiding in die
ruimten is nodig om het ge
vaar dat de stroom via je li
chaam naar de aarde gaat, op
te heffen", aldus Bakx.
In droge ruimten zoals de
woon- en slaapkamer zijn ge
aarde stopcontacten niet no
dig. Dan zouden namelijk alle
toesteilen van ran da arde
moeten worden voorzien wil
de aarding zin hebben. Wel
wordt het gebruik van een
aardlekschakelaar aangera-
i
den. Dit apparaat (in de me
terkast. kosten ongeveer 150
gulden exclusief de montage)
sluit onmiddellijk de stroom
toevoer af. wanneer de stroom
langs de verkeerde weg de in
stallatie verlaat: bijvoorbeeld
wanneer men een defect toe
stel of een beschadigd snoer
aanraakt. Er zijn gevallen be
kend van mensen die een radi
ator van de centrale verwar
ming vastgrepen en tegelijk
het defecte snoer van een
schemerlamp aanraakten. De
aardlekschakelaar bevordert
de veiligheid in hoge mate,
vinden de PEN-instructeurs
Bakx en Lanfermeijer waar
schuwen vooral de tijd voor
het knutselwerk te nemen, af
en toe een koffiepauze in te
lassen en niet tegelijk te wer
ken en te praten. „Doet u
thuis vooral niet meer dan
wat u hier geleerd hebt. Wij
hebben een grens getrokken
wat u wel en wat u niet zelf
mag doen. Zonder papier mag
u die grens niet over. Haal
geen wasmachines of andere
apparaten open." aldus de in
structeurs, die de toch al spot
goedkope cursus (35 gulden)
nog eens extra aantrekkelijk
maken door een zelfgemaakte
tafelcontactdoos („Heeft u
tenminste één goedgekeurd
tussensnoer in huis") en een
spanningzoeker („We gaan
niet overal dood aan. die
stroom kunnen we wel verdra
gen") mee te geven
De doe-het-zelf-cursus is bui
tengewoon leerzaam, ook voor
degene die al regelmatig zelf
de elektriciteit te lijf gaat. We
dachten dat we het allemaal
al goed deden „Je zegt wel: 't
is maar een stekkertje. maar
je bent aan het vechten met
de hele wereld als je het goed
wilt doen", omschrijft Lanfer
meijer. Als de cursus afgelo
pen is, voelen we ons kleine
Edisons. En de verbanddoos
hebben we niet nodig gehad
Voor meer informatie over
het zelf-knutselen aan de
elektriciteit kan men terecht
bij de voorlichting van het
PEN, postbus 150, Bloemen-
daal (tel. 023-258221of bij het
elektriciteitsbedrijf in de ei
gen regio.
doof Rob Foppema
igas. Een van de energiebronnen van de toekomst, misschien vooral voor de derde
reld. Je gooit je organische afval en de mest van je beesten in een tank. Daar vergist
en levert gas om je eten op te koken en de lamp brandende te houden. Wat overblijft
is prima mest voor het land. Het lijkt een ideaal systeem, maar het wil nog maar
moeizaam van de grond komen. Er is één indrukwekkende en tot voor kort weinig
toegankelijke uitzondering: China. De eerste rapporten daarvandaan zijn nu binnen.
r*r.hi
nde
verbreiding van
;-instaIlaties
de wereld ver-
nt een merkwaar
beeld. In tiental-
landen wordt op
cheiden schaal
geprobeerd. In
springt eruit,
ir de overheid de
iw van 70.000 in-
laties subsidieer-
En China heeft er
n zeven miljoen,
idweg 99 procent
het wereldtotaal
elfs dat heeft nog maar
oofdzaak regionale be-
nis. van die 7,2 mil-
install a ties bevinden
vijf miljoen in de pro
le Sichuan (Szech-
waar zij 25 miljoen
isen bedienen: een
ft van de bevolking,
liddeld over het hele
gebruikt nog maar 3,8
ent van de Chinezen
onmiskenbare Chinese
sprong was vorig jaar
eiding om in Sichuan
internationaal trai-
sprogramma voor ex-
8 uit ontwikkelingslan-
te organiseren. Dat ge
le gezamenlijk door
het Milieuprogramma van
de Verenigde Naties
(UNEP) en het bureau voor
milieubescherming van de
Chinese Staatsraad. Voor
de UNEP was daar Ariane
van Buren, die onlangs
haar eerste verhaal publi
ceerde in Ambio, het tijd
schrift voor milieuonder
zoek en -beheer van de
Zweedse academie van we
tenschappen.
Het was een heel praktisch
trainingsprogramma: de
deelnemers luisterden en
keken niet alleen, maar
hielpen ook mee bij de
bouw van een vergasser
van het Chinese stan
daardtype. De ondergrond
se tank van tien kubieke
meter was in vier dagen
klaar en produceerde enke
le dagen later daadwerke
lijk gas. Met zo'n installa
tie kan per dag anderhalf
tot twee kubieke meter
biogas worden geprodu
ceerd. Dat is in de Chinese
ervaring voldoende om
voor een gezin van vijf per
sonen dagelijks drie maal
tijden te bereiden en vijf
tien liter water te koken.
De ontwikkeling van bio
gas begon in China in 1958,
in het kader van de Grote
Sprong Voorwaarts. (Van
Buren bracht de gewoonte
mee terug om dat met
hoofdletters te schrijven
zonder daar kennelijk iets
ironisch mee te bedoelen.)
Het ging waarschijnlijk
net zo slecht als met de
hoogoventjes in de achter
tuin waar onbruikbaar ij
zer uit kwam.
In 1970 begonnen de expe
rimenten opnieuw, aange
zet door acute tekorten
aan brandhout. Dat is de
typerende vorm waarin de
energiecrisis zich in de der
de wereld voordoet. Dit
maal sloeg het initiatief
wel aan. Binnen twee jaar
zette de communistische
partij zich er achter. Sinds
1972 worden in Sichuan
biogas-conferenties gehou
den waar vertegenwoordi
gers uit het hele land ko
men. In 1974 begon de in
voering op grote schaal.
De omstandigheden waren
veranderd sinds die eerste
mislukking, schrijft Van
Buren. Er bestaat nu wijd
verbreide technische be
kwaamheid in de landelij
ke gebieden, van (blote-
voetenVmedische zorg tot
de beschikbaarheid en
standaardisatie van onder
delen. Daarmee gaan ge
paard een beschikbaarheid
van materialen en een
coördinatie van diensten
die „ongewoon is in de der
de wereld"
Dat is een heel leerzame
opmerking voor wie denkt
dat deze techniek of wel
ke andere dan ook vlot is
over te brengen naar ande
re landen die er baat bij
kunnen hebben. Belangrij
ker dan de techniek is vaak
het vermogen om dingen
en mensen te organiseren.
Dat vermogen laat zich
niet zo eenvoudig overdra
gen, omdat het de kern van
een samenleving raakt.
Maar de Chinese bijdrage
bestaat niet alleen uit or
ganisatievermogen, hoe
wel dat daar tot uitzonder
lijke hoogten is opgevoerd.
Voor de economische haal
baarheid heel belangrijk is
dat de Chinezen erin ge
slaagd zijn, gasdichte ver-
gistingstanks te bouwen
zonder metaal, plastic of
andere hoogwaardige in
dustriële materialen. Zij
gebruiken cement en kalk,
en ter plaatse winbaar ma
teriaal zoals klei, zand,
grind en sintels. De meeste
tanks worden nu gebouwd
uit geprefabriceerde be-
tontegeis, waarin zo veel
mogelijk vulmateriaal is
verwerkt om (duur) cement
uit te sparen. Het koepel
vormige dak wordt zonder
ondersteuning opgemet
seld. een techniek waar
Van Buren zeer van onder
de indruk is. Het is een
fascinerend gezicht, kan ik
bevestigen. Ik zag het, op
wat kleinere schaal, vijf
entwintig jaar geleden de
plaatselijke metselaar
doen, die. in een dorpje be
noorden Utrecht, een nieu
we zinkput had gemaakt
Maar het gebruik van aan
gepaste materialen is zeker
een pluspunt vergeleken
bij bijvoorbeeld de Indiase
standaardinstallatie. Die
werkt met een stalen gas
houder die als een klok.
met de opening naar bene
den, op de gistende smur
rie drijft. Dat onderdeel
vergt volgens de Indiase
gegevens ruim een kwart
van de totale investering.
Anderzijds verzorgt zo'n
drijvende tank meteen een
regeling om het ontwikkel
de gas onder een vrij con
stante druk af te leveren.
Hoe de Chinezen dat met
hun gesloten tank klaar
spelen, wordt uit het arti
kel van Van Buren niet he
lemaal duidelijk. Maar het
zal ongetwijfeld te vinden
zijn in het Chinese biogas
handboek uit 1976, waar
van zij al een Engelse ver
taling heeft verzorgd, en in
haar verslag van het trai
ningsprogramma. dat de
UNEP dit voorjaar publi
ceert.
Het is een merkwaardig
idee dat de biogas-tech
niek, die in de derde wereld
een belangrijke bijdrage
kan gaan leveren aan de
oplossing van energie- en
ontwikkelingsproblemen
bij ons vooral als oplossing
voor afvalproblemen geldt.
Biogas is namelijk geen
Cmnees-incuaas monopo
lie. De landbouwhoge
school in Wageningen deed
en doet baanbrekend werk
aan wat in wezen hetzelfde
proces is. Maar dan heet
het anaerobe zuivering van
afvalwater, en dat er nog
wat gas uit komt. is leuk
meegenomen. Of het heet
stank vrij maken van var-
kensmest. Het heet ook
slibgisting, in rioolwater
zuiveringsinstallaties. Er
komt allemaal biogas uit.
Als het ons om het gas
ging, zouden we best ook
ons huisvuil kunnen laten
vergisten. En de afvalwa
terstroom van meer voe
dingsindustrieën dan al
leen de Centrale suiker-
maatschappij in Halfweg,
waarvoor een systeem ont
wikkeld is.
Als wij op alle fronten op
biogas gaan werken, heb
ben ze in Wageningen eens
uitgerekend, kunnen we
per jaar wel meer dan een
miljard kubieke meter
aardgas, vervangen. Dat is
een procent of drie van het
binnenlandse gasverbruik.
Nog eens een aardige illu
stratie van de omstandig
heid dat we in Nederland
naar verhouding wat meer
energie verbruiken dan in
Azië. Want daar kan biogas
wel degelijk belangrijk
worden. En over de vraag
welke van die twee situa-
ZW/e-?.?C 'Urrt-onr' Pleiter
Een Chinese biogas-installatie, door Ariane van Buren geschetst
bij haar artikel in Ambio. Het materiaal uit de varkensstal
(pigsty) en de latrine gaat via de inlaatpijp naar de vergistings--
tank (fermentation chamber), waar het gevormde gas zich erboven
verzamelt.
ties fundamenteel gezon
der is, en welke op lange
termijn kwetsbaarder, valt
nog heel lang door te
denken.
E.A.van Buren, Biogas
beyond China: first inter
national training program
for developing countries,
Ambio 9(1). 19-15 (1980).
Een meer technisch over
zicht in hetzelfde tijd
schrift geeft EJ. DaSilva,
Biogas: Fuel of the futu
re?. Ambio 9(1), 2-14 (1980).