Rotterdam doet met architect ames Stirling goede keus tretford tapijt échte geen werk... óanoégeenxhohg Scholing voor werkloze bemoeilijkt woninginrichter! ptimistische plannen voor Müllerpier GEEF DE VREDE IN ZIMDADWE EEN KANS Shakespeare per computer Albeda praat met Ogem over gouden handdruk Udink Succes voor Studio Scarabee in Amerika Kritiek nota op uitkeringsregelingen FERDAG 8 MAART 1980 KUNST TROUW/KWARTET 29 Tyme Valk ITTERDAM Het is na de oorlog een paar keer voorgekomen dat buitenlandse architec- van naam en faam uitgenodigd werden om in ons drassige land te komen bouwen. Steeds ren het bouwmeesters die hun sporen al lang (misschien te lang) verdiend hadden. Marcel :uer mocht de in de oorlog weggevaagde Bijenkorf in Rotterdam vervangen en bouwde volgens het meesterlijke kantoor van Van Leer's vatenfabriek in Amstelveen en de burcht de Amerikaanse ambassade in 's-Gravenhage. De Italiaan Go Ponti werd gevraagd voor Bijenkorf van Eindhoven en de Amerikanen Skidmore. Owings en Merrill ontwierpen voor Marconiplein in Rotterdam een wolkenkrabberpaar dat zo van Manhattan geplukt lijkt te stel verzekerd dat de modellen ge toetst zijn op de gebruiksmogelijkhe den. Er moest plaats zijn voor acht honderd woningen, variabel, van één tot zeskamerwoningen met daar naast een groot aantal voorzieningen. Met een behoorlijke infrastructuur en1 met mogelijkheden tot het ontwikke len van een sociaal gebeuren is reke ning gehouden. Vier plannen ondigt zich een nieuw internatio- project aan in Rotterdam, de die met de werken van Zanstra 11-kantoor) en Maaskant (vele ?t-gebouwen) toch al een veel PrctDcirk ropolitaner karakter heeft dan terdam. Amsterdam, dat in zijn nnia-lang slepend stadhuissyn- de Oostenrijkse architect bauer als hoofdpersoon gekend moeten worden in de verhouding van 60 20 20 Duitsland le Rotterdamse scène is niemand dan James Stirling opge- d, de Engelse architect die stellig »st besproken ontwerper van i zestig is. Stirling is de laatste nogal actief op het continent, al in Duitsland. De Rotterdamse nen zijn op initiatief van de beel- kunstenaar Hans Koetsier door lataafse Aannemings Maatschap- ontwikkeld en aan Stirling werd ocht om voorlopige ontwerpen te Zo zien we in een periode dat ingbouwmarkt, op enkele ex- iten na. volledig geïnstitutio- schijnt te zijn. een opmer- particulier initiatief gepresen- en er zal dan ook wel onwennig ;ageerd worden. De eerste slag het plan is al gewonnen: de ;sie ruimtelijke ordening toon- Iwillende interesse en uit de itieven werd zelfs een favoriet Ir stadsvernieuwing poogt men de iop van Rotterdam te keren en 1 heeft de plannen dan ook in jntext aangeboden: „De grond is ipars. dat geldt voor bijna iedere stad. dus ook voor Rotterdam. r in tegenstelling tot de andere gemeenten biedt Rotterdam iordeel van zijn oude niet meer Ibruik zijnde havens. Daar op die isen waar Rotterdam groot is ge len. kan een nieuw stukje gestal- jrijgen. Een bijna unieke plaats te wonen." Dit stukje idealis- proza, gekruid met een snufje 'nisme, legt gelijk de zwakke Ivan het ingediende plan bloot: j: de exclusiviteit zal de kassa rinkelen en dat zal met wo- |retappartementjes niet lukken. leke plaats is de zogeheten Mül- vlak bij de Euromast en tus- Park- en de St. Jobshaven. Het is bovendien gelegen aan de telijke periferie van Delfsha- een gebied dat door de renova- viteiten in de nabije omgeving ïimte eist ten gevolge van een lijke overloop, maar ook een blij- e vraag naar woningen zal ople- omdat de verbetering van een Qijstructuur altijd ten koste van v liet gering aantal woningen gaat. ier zou een ideale plaats zijn voor en van het woningwettype. Ge- nde de behandeling in de com- ie ruimtelijke ordening werd dan vrees geuit dat het een presti- met dure woningen zou en en daarom is bij voorbaat, om •v,H)ciale woningbouw in te dekken opig de wens geformuleerd dat roningwetbouw, premiebouw en ngen in de vrije sector verdeeld Nog slechts twee jaar geleden stelden B. en W. aan de Rotterdamse raad voor om de Müllerpier in een pret park te herscheppen. Deze plannen waren een onderdeel van een pro gramma om Rotterdam gezelliger te maken. De raad bleek weinig pret in deze lokatie te zien en er werd dan ook gepleit om het Weena allereerst goed aan te pakken. Sinds die bespre king is de BAM de plannen voor een woonfunctie aan de Jobshaven aan het ontwikkelen; plannen die min of meer passen in de structuurnota Rotterdam binnen de ruit. Pas eind vorig jaar presenteerde men „een pier om op te wonen", een ontwerp be staand uit vier alternatieven met glo bale stedebouwkundige indicaties voor het gebruik, maar zonder detail lering van de invullerij met wo ningen. Onaantastbare kwaliteit In de aantrekkelijke brochure die de plannen ontvouwt staat te lezen: „Niet alleen in Engeland heeft hij (James Stirling) naam gemaakt als architect. Alhoewel wel gezegd mag worden dat zijn schepping van het gebouw van de technische faculteit van de Universiteit van Leicester in 1963 een van de markantste ontwer pen van de twintigste eeuw genoemd mag worden". Na enkele clichémati ge opmerkingen over de architect, waarin vorm, structuur en functie de toverwoorden zijn, wordt geconclu deerd: „De kwaliteit van zijn werk is onaantastbaar. Niet besmet of belast door kennis van zaken of vooroordeel met betrekking tot de Rotterdamse problemen kon Stirling objectief zijn visie neerleggen in het ontwerp voor het wonen op een pier". De exclusivi teit van het project wordt met deze opmerkingen onderstreept. Het gebouw in Leicester mag inder daad gelden als het meest besproken bouwwerk uit de jaren zestig. De cri tici waren het eens (en dat was bui tengewoon opmerkelijk) dat Stirling, toen nog in samenwerking met James Gowan, ering geslaagd was om naast het inwilligen van de toen gebruike lijke eisen ook nog de expressiviteit van de opstand van het gebouw, de technische en functionele uitdruk king van de gevels in hun uiterlijke samenhang te verwerkelijken. Het bleek geen geïsoleerd meesterwerk te zijn, want Stirling wist bij de volgen de opdrachten, universiteitsgebou wen (onder andere in Cambridge en Oxford) en in woningbouwprojecten steeds een synthese tot stand te bren gen van de technische functies in hun structurele en materiële kwaliteiten en de functies van het gebruik. Bo vendien wist hij de gebouwen met hun eigenzinnige uitdrukking te inte greren in de gegeven landelijke of stedelijke omgeving. De sprekende architectuur van Stir ling staat in weldadige tegenstelling tot de abstracte dozen van glas en beton van zijn tijdgenoten of de on aantastbare monumentaliteit van de neo-classicisten die de zich ontwikke lende architectuur altijd schijnt te moeten bezitten. De persoonlijke mo numentaliteit van Stirling is open hartig en kwetsbaar Doorbraak Stirling is daarmee een van de weini gen die met élan tegen de in de jaren '60 gangbare meningen over het Nieu we Bouwen inging. Door de sociale en economische beperkingen was er toen een streven tot een volstrekte eenvoud in architectuur die met een aldus verkregen helderheid tevens tot een beperking van de architecto nische uitdrukking leidde. De voorlo pige avant garde bedoelde een wezen lijke concentratie op de gebruiks functies dank zij de nieuwe techni sche mogelijkheden te ontwikkelen, maar in de wederopbouwsituatie na de oorlog verwaterde dit tot een door de bouweconomie gedicteerde bana liteit. Stirling wist die ongelukkige situatie met allure te doorbreken. Onlangs plaatste Stirling zich zelf dan ook tussen de proto-industriëlen en de neo-modernen in. Het is een merkwaardige tegenstelling in de his torische ontwikkeling en-in visie. In de Rotterdamse gegevens kan hij op die wijze geplaatst worden tussen Verheul en Maaskant, de belangrijk ste vormgevers van de periode van de eeuwwisseling en van de naoorlogse jaren. Stirling wenst het op het object geconcentreerde ontwerpproces van de Beaux Arts (de decoratieve archi tectuur van de vorige eeuw) te redu ceren en uit te breiden. Stirling er vaart de Beaux-Arts en de avant gar de van het Bauhaus als tegenoverge stelde uitersten die hij voor de huidi ge architectuur even desastreus vindt. Hij hanteert een methode die tussen deze uiterste twee mogelijkhe den ligt. Het zal daarom ook zeer boeiend zijn om het Rotterdamse Müller-pier-pro- ces te volgen. De tekeningen die in de brochure zijn opgenomen, bieden slechts formele, stedebouwkundige aanwijzingen. Wel wordt in het voor- De verschijningsvorm van dit alles wordt met vier plannen geillustreerd. In plan a is één groot gebouw opgeno men met negen verdiepingen dat in hoefijzervorm de oevers van de pier volgt. De gemeenschappelijke ruim ten binnen de grote U-vorm zullen merkwaardige, negen verdiepingen hoge tuinmuren krijgen. In een vari ant op dit model heeft de architect de woonketen in noordoostelijke rich ting verschoven, waardoor er meer zicht op de nabijgelegen Jobshaven wordt geschapen In plan b zijn de woningen onderge bracht in een aantal gebouwen van diverse typen. Het derde plan bestaat uit veertien woontorens die op een niveau van enkele verdiepingen hoog onderling verbonden zijn door woon eenheden voor grotere gezinnen. Het is het meest open model. Alhoewel de speelsigheidjes van de dakhuizen als bekroningen van de torens was ge wild aandoen, lijkt dit plan toch de meest comfortabele woningen te kun nen bevatten, en vooral de beste mo gelijkheden voor de openbare terrei nen te bieden. Het is ongetwijfeld tevens het duurste plan. Voor de nog kale Müller*pier kan dit plan worden uitgewerkt, dat voorziet in zo'n 800 woningen naast winkels, parkeerplaatsen en gemeenschapsruimten, gegroepeerd volgens het in de tekst belichte hoefijzermodel (plan a). Grijs De plannen zijn aangeboden in idea listische schetsen naar Stirlings voor stellen. In de perspectiefschetsen is de omgeving grijs gehouden terwijl het plangebied met de bebouwing en begroeiing vrolijk oplichten; zelfs het zwaar vervuilde water van de Nieuwe Maas kreeg een heldere, azuurblauwe kleur. De kleurigheid kenmerkt wel licht de optimistische voorstellen van Stirling in een bouwsituatie in Neder land die defaitistisch te noemen is. Het is vanwege dat in beton, steen en glas uitgedrukte optimisme te hopen dat de plannen gerealiseerd kunnen worden. Gedurende de laatste jaren is er als reactie op de „grijze" naoor logse bouwwoede al zo veel banale kneuterigheid door de bouwheren en bouwmeesters tot stand gekomen, dat er wel duidelijke, optimistische daden moeten worden gesteld. Parti culiere initiatieven als „een pier om op te wonen" dwingen dan tot onder zoek of deze daden passen in een broodnodige stadsvernieuwingsbe leid. ADVERTENTIE Het volk van Zimbabwe heeft ge kozen voor zijn toekomst. Het land moet nu opgebouwd worden. Meer dan ooit is UW hulp nodig. De Wereldraad van kerken stuurt 4 veldhospitalen. Help de Wereldraad helpen! Help de kerken van Zimbabwe helpen. Bouw mee aan de vrede in Zim babwe. Giro 5261 Stichting Oecumenische Hulp te Utrecht Vermeldt: vrede Zimbabwe Vraag ook dokumentatie: f 5.- incl. porto Collectie Eskimo-kunst in Rotterdams museum Van onze kunstredactie ROTTERDAM In het Museum voor Land- en Volkenkunde te Rot terdam wordt van 29 maart tot 28 april een tentoonstelling gehouden van 155 Inuit-prenten. die georgani seerd werd door het National Mu seum of Man en het Department of Indian and Northern Affairs te Otta wa (Canada). Voor de meeste Inuit de naam waarmee de Eskimo's zichzelf aan duiden veranderde er in de jaren vijftig erg veel. Er werd toen een keten van radarstations aangelegd dwars door hun woon- en jachtge bied. Daardoor werd het contact met de blanken, dat tot dan tamelijk spo radisch was. veel intensiever. Deze blanken werden gevolgd door ambte naren van het Department of Nor thern Affaire and National Resour ces, die tot taak hadden de proble men aan te pakken die een gevolg waren van de invasie. Zo werden de Inuit gestimuleerd coö peraties op te zetten voor de afzet van hun produkten en ambachten te le ren, waarmee zij zowel geld zouden kunnen verdienen als uitdrukking ge ven aan hun culturele identiteit. James Houston, een Canadese kun stenaar die zich in Cape Dorset ves tigde, moedigde de Inuit aan de kunst van het beeldsnijden weer pro fessioneel te gaan beoefenen. Met graveren en drukken werd begonnen toen een van de Inuit er zijn verwon dering over uitsprak hoe het toch mogelijk was, dat op ieder pakje siga retten dezelfde voorstelling kon ver schijnen. Dit bracht Houston ertoe te demonstreren hoe een ingekerfde lijn in dit geval op de slagtand van een walrus op papier gereproduceerd kon worden door deze met inkt te bestrijken. Zo ontstond de Inuit-prentkunst en Cape Dorset is nu een bloeiende ne derzetting van kunstzinnige Inuit. ADVERTENTIE PENNSYLVANIA (AP) - Op het State College in Pennsylvania wordt op het ogenblik alles wat er de laatste twintig jaar over Sha kespeare geschreven is of van hem is opgevoerd in een computer on der opgeborgen. „Als iemand wil weten of Rudyard Kipling ooit Shakespeare gelezen heeft, dan kunnen wij hoofdstuk ken uit zijn werk noemen, waaruit blijkt dat hij dat inderdaad heeft gedaan" zegt de leider van het project, de hoogleraar Engels van de Pennsylvania State University Harrison Meserole „Of als iemand wil weten hoeveel Shakespeare af wist van orchideeën. Of hoeveel dissertaties er het laatste jaar over hem gepubliceerd zijn. Dat kunnen wij in hooguit drie secon den precies vertellen." Het team verzamelt verwijzingen naar Shkaespeare of zijn werk uit boeken, tijdschriften, weekbla den, kranten, dissertaties, stellin gen, radio en televisie Daar wordt een bibliografie met 50.000 trefwoorden uit gemaakt, die onder de titel „A Cumulated, Annotated World Shakespeare Bi bliography, 1958-1978". die in 1981 zal verschijnen. Wat er in de com puter verzameld is blijft daarin voor verder onderzoek „Er is bij na geen land, dat niet ieder jaar iets over Shakespeare oplevert. Zopas kwamen we nog iets tegen in de taal van de Zoeloes Het kostte aardig wat tijd om het ver taald te krijgen." Materiaal voor de bibliografie komt van 44 Shakespeare-kenners uit heel de wereld Bij de grootste bewonderaars van „de bard" ho ren Russen en Japanners „Ieder voorjaar, meestal eind april begin mei, krijgen we een grote zending van onze correspondent in Rus land. In eerste aanleg werken we in ongeveer veertig talen, maar het merendeel van het materiaal is in het Engels. Russisch of ande re Slavische talen. Japans, Frans en Duits. De computer maakt het mogelijk het materiaal zo te clas sificeren en coderen, dat het ook toegankelijk is voor anderen dan deskundigen DEN HAAG (ANP) Minister Albe- da van sociale zaken heeft zich tot de raad van commissarissen van de Ogem gewend over de aan de vroege re president B J. Udink gegeven „gouden handdruk" van ongeveer twee miljoen gulden. Dit blijkt uit het Minister Albeda zegde de Kamer toe antwoord van de minister op vragen van het Kamerlid Verburgh (GPV) Hij had zich afgevraagd, of deze af vloeiingsregeling wel in overeenstem ming is met de loonpauze. nader op de vragen te zullen ingaan wanneer hij van de raad van commis* sarissen nadere informatie zal heb ben gekregen DEN HAAG Het Haagse gezel schap voor experimenteel theater. Studio Scarabee. heeft in twee en een halve maand in de Verenigde Staten meer dan zestig voorstellingen gege ven van zijn voorstelling „Perfidia" en daarmee overgrote belangstelling getrokken. Uit de lovende kritieken blijken voor al bewondering en waardering voor zoveel theatervernieuwing in één pro ject. De toeloop was overal zo groot, dat er extra plaatsen werden ge creëerd. of waar mogelijk, extra voor stellingen ingelast. ADVERTENTIE bod iugu onta O O O O O O O O ■wta.aetchreven boor werhmen over problemen óie memen tonder werh ondervinden wanneer zij zUh willen uholen. door Jan Sloothaak projekt mensen zonder werk groningen GRONINGEN ..Regelma tig blijkt dat het primaire pro bleem van iemand zonder werk is: als mens overeind blijven. Want het tast je be staan diep aan wanneer het enige dat je van jezelf kunt zeggen is: ik ben werkloos of ik ben arbeidsongeschikt. Je zegt alleen maar dat je geen werk hebt respectievelijk niet kunt werken; enkel dingen die je niet kunt of niet hebt. Wanneer daar niets tegen?ver staat is de slotsom dat je niets bent. Het is van levensbelang om iets te zijn. Kortom, liever scholier dan werkloos." Maar als je „scholier" wilt worden door bijscholing en dat brengt je werkloosheidsuitkering in gevaar, wat dan? Bij de huidige wetgeving is dat soms het geval. In een boekje „Geen werk.dan ook geen scho ling?" wordt hierover meer uit de doeken gedaan. Het is geschreven en naar allerlei overheidsinstanties ge zonden door een projectgroep „men sen zonder werk." Dit project loopt sinds vijf jaar. Het is op poten gezet door werklozen zelf en sindsdien heeft een wisselende groep zich bezig gehouden met het werklozenpro- bleem. Omdat de projectgroep geen rechtspersoon is. gaat dit onder de vleugels van het vormingscentrum „De Hoeksteen" in Groningen, via welke instelling het project uit de rijksbijdragenregeling kan worden gefinancierd. De nu verschenen nota is geschreven door werklozen, over problemen die mensen zonder werk ondervinden wanneer zij zich willen scholen. Zoals 'Willem C. bijvoorbeeld. Hij is acht entwintig jaar oud. raakt als werk tuigbouwkundige overspannen, en probeert nadat hij weer bijgekomen is een andere baan te krijgen Uit een beroepentest bij het Arbeidsbureau blijkt dat een sociaal beroep wel iets voor hem is. De betrokken ambte naar van het arbeidsbureau vraagt een studiekostenvergoeding voor een opleiding MBO-Inrichtingswerk voor hem aan. De zeshonderd gulden stu diekosten kan hij van zijn uitkering uit de Rijksgroepregeling werkloze werknemers niet betalen. De direc teur van het arbeidsbureau wijst de aanvraag echter af. Zijn kans om werk te vinden zou te gering zijn. Deze beslissing betekent het afsnij den van een mogelijke weg naar werk. Verzoek Een ander voorbeeld Jan K. (31). die al enkele jaren werkloos is. en van de sociale dienst hoort dat zijn verzoek voor scholing voor een sociaal beroep is afgewezen Ook hij zou geen kans op werk hebben. Volgens de project groep lagen er voor hem echter wel kansen op dit vlak omdat hij bij een kerkelijke organisatie al actief was. Na de afwijzing begon hij een cursus tekenleraar Het ging goed met de studie, maar zijn ideaal om zijn „ge bleken creativiteit" alsnog dienst baar te maken in een sociaal beroep of andere tekenleraar te worden, werd voor zijn gevoel door de sociale dienst weggehoond. „Het draaide er zelfs op uit dat zijn uitkering werd ingetrokken. Hij moest de opleiding beëindigen, waar op hij zijn werkstukken maar in de gracht deponeerde. Hij kon weer van voren af aan beginnen met uit de werkloosheidsregeling proberen te komen en iets van zijn leven te maken." Zo zijn er in de nota diverse andere voorbeelden genoemd van werklozen die willen leren maar geen kans krij gen. De werkgroep tekent hierbij aan niet te willen bepleiten dat iedere uitkeringstrekker maar direct in aan merking moet komen voor een stu diekostenvergoeding. „Waar de na druk van ons bezwaar op ligt is dat degene zonder werk. op straffe van intrekking van uitkering, zijn tijd niet op een zinvolle manier naar eigen keuze kan en mag invullen. Juist bij werklozen zou immers enig eigen ini tiatief, toch minstens passief onder steund kunnen worden." Uitvoerder van de wetten voor lang durig werklozen (Wet Werkloosheids voorziening of WWV», waar men na een half jaar in komt en de Rijks groepsregeling Werkloze Werknemers die na twee en een half jaar gaat gelden), is de Sociale Dienst Volgens de werkgroep leert jurisprudentie dat scholing in deze regeling nauwelijks of niet wordt toegestaan. Motief: Dit zou leiden tot positieverbetering op kosten van de bijstand. Een uitzonde ring hierop is wanneer het arbeidsbu reau het noodzakelijk vindt Wat de Wet werkloosheidsvoorziening be treft. mag scholing niet. als dit als produktieve arbeid valt te beschou wen ibijvoorbeeld stage) Recht op een volledige uitkering vervalt ook wanneer door de scholing de beschik baarheid voor de arbeidsmarkt er door vermindert. Voorwaarden De mogelijkheden om via het ar beidsbureau toch naar „een baan toe te scholen" zijn beperkt door voor waarden. De opleiding moet volgens het bureau bijvoorbeeld een reële kans op een baan bieden en het moet gaan om een opleiding waarbij geen sprake is van niveauverbetering Ar beidsongeschikten hebben goede kans op scholing als er een medische indicatie Is Men is dan wel afhanke lijk van de keuringsarts Scholing vanwege andere redenen kan tot ge volg hebben dat de financiële situatie in gevaar komt. Het volgen van een scholing kan namelijk een nieuwe keuring tot gevolg hebben Op zich zelf vindt de werkgroep dit gunstig. Als men echter toch weer arbeidsge schikt wordt verklaard kan dat ertoe leiden dat men in de werkloosheids wetten terecht komt. Na twee en een half jaar kan men dan aangewezen raken op de Rijksgroepregeling Werkloze Werknemers (dit is de bij stand). wat een forse achteruitgang in inkomsten kan betekenen De werkgroep vindt dat er maatrege len genomen moeten worden om be lemmeringen voor scholing weg te nemen. Het ontneemt een werkloze een mogelijke kans om toch weer aan de slag te raken Centraal staat ech ter toch wel de gedachte dat de scho ling als zodanig een ander plaats in onze maatschappij moet gaan inne men. „Algemeen groeit het besef dat scholing iets is dat niet alleen aan het begin van een loopbaan thuishoort Er wordt veel gesproken over zaken als betaald educatief verlof, open school, permanente educatie enz Voor uitkerende instanties en het ar beidsbureau reden om zich te bezin nen of men in een dergelijke maat- schappijstroom niet mee moet gaan Bovendien wijst de werkgroep erop dat de realiteit van de arbeidsmarkt moet worden geaccepteerd. De over heid dient te onderkennen dat voor sommige mensen de kans op werk loos blijven groter is dan de kans op werk krijgen en dat anderen er lang op moeten wachten. „We hebben de nota onder meer toe gezonden aan de ministeries van So ciale Zaken zowel als Onderwijs en de gemeente Groningen", vertelt Louis Flapper van de werkgroep Ook de Tweede-Kamerfracties zijn benaderd en volgens drs. Flapper heeft dit in middels al tot reacties geleid van kamerleden van CDA. PvdA en WD „De voornaamste sleutels zijn in han den van de uitvoerders van de uitke ringswetten. doorgaans de gemeen ten. en de makers van de wetten We hebben met onze note een prikkel aan de Tweede Kamer willen geven en de eerste reacties zijp hoopvol Overigens duidt onze nota alleen nog maar de grote lijnen aan Er zal nog een gedetailleerde uitwerking moe ten komen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 29