is Vrouwen ook no Hindoestaans
Jullie moeten blij zijn dat een
jongen met je wil trouwen'
,Die jongens willen een meisje
dat braaf het huishouden doet'
hïjDAG 7 MAART 1980
RH 13
Er wonen in Nederland enkele tienduizenden
Hindoestaanse Surinamers. Hun voorouders werden door
de Hollanders in Indië geronseld om, na de afschaffing van
de slavernij, als contractarbeiders te gaan werken op de
plantages in Suriname. De Hindoestanen hebben in
e hun uit Indië meegenomen cultuur goeddeels
behouden. Ze vormen een gemeenschap waarin cultuur en
religie sterk zijn verweven en waarin elk groepslid is
gebonden aan een sterk stelsel van normen en waarden. De
vrouw heeft daarin een ondergeschikte plaats. Zij trouwt
niet, maar wordt uitgehuwelijkt. Grote spanningen
ontstaan als deze onzelfstandige vrouwen uit de besloten
gemeenschap in Suriname naar Nederland worden
overgeplant. Veel Hindoestaanse vrouwen zouden hier wel
uit hun isolement willen breken maar moeten dan geheel
onvoorbereid in een vreemde samenleving stappen.
Hun emancipatie stuit op twee obstakels.
door Petra Hunsche
Die mensen van Welsuria heb-
l^ben nog een huis voor me gevon
den omdat hij me sloeg... Maar
j zei: Ga niet, ik hou van Jou.
Ie bent de moeder van mijn
tod...!"
is rond de dertig, heft vier kinderen
is een van de Hindoestaans Surt-
lamse vrouwen die met hun man naar
Ierland kwamen. Haar verhaal is niet
ilek. Ze komt van een besloten Hin-
loestaanse gemeenschap op het Suri
naamse platteland. Opgevoed door va
der en ooms volgens strikt religieus-
culturele normen, werd ze uitgehuwe
lijkt aan een man die ze nauwelijks
kende en trok ze in bij haar schoonfami
lie. Toen zij haar man naar Nederland
volgde, bleek de relatie niet bestand
tegen de spanningen die de Nederlandse
«menleving in het gezin opriep. Vaak
ontmoet de Hindoestaanse vrouw pas in
Nederland mensen uit een andere cul
tuur. En vaak ook maakt deze confron
tatie haar bewust van haar eigen onmon-
nk» digheid en de ondergeschikte rol die zij
de Hindoestaanse familie krijgt toebe
deeld. De mannen reageren daar vaak
nogal agressief op. soms zelfs met
geweld.
De vrouw komt dan in een zeer vervelen-
depositie. Blijft ze bij hem dan zal ze
.rften berusten. Als ze haar man ver-
fiat, wordt ze in vele gevallen door de
gemeenschap uitgestoten. Dat betekent:
geen hulp, terwijl ze door haar opvoe-
ling nooit geleerd heeft om zelfstandig
>p te treden.
-00i
20.
)e vrouw van de openingszin werd uit-
indelijk door haar man verlaten. Toen
t voor het eerst naar buiten kwam ze
ad jarenlang in huis gezeten sprak ze
•en woord Nederlands. Ze wil wel met
te praten maar ze wil niet in de krant.
Ife angst dat haar familie en vroegere
lain haar zullen herkennen is te groot.
Int
Onbekend
Fooral door deze geslotenheid, die je ook
antreft in de rest van de Hindoestaanse
imeenschap is er in Nederland maar
reinig bekend over de positie van de
Hindoestaanse vrouw. De weinige Hin-
loestaansen die, vaak gedwongen door
ware mishandeling, toch weglopen van
mn man kunnen nergens terecht. In de
llijf van me Lijf-huizen weet men te
reinig van de Hindoestaanse cultuur om
op te kunnen vangen. Een Hindoes-
aanse vrouw wordt bovendien in het
Blijf van me Lijf-huls zo plotseling ge
confronteerd met een heel ander leefpa
troon, dat ze er van schrikt en soms zelfs
naar haar man terugkeert.
De hulpverlening vanuit de bestaande
Surinaamse welzijnsinstellingen ver
loopt moeizaam. De maatschappelijk
werkers moeten zeer voorzichtig zijn
want wantrouwen in de Hindoestaanse
gemeenschap is snel gezaaid. Een Hin
doestaans maatschappelijk werkster,
vertelt mij dat ze haar cllëntes nooit
rechtstreeks het advies zou geven om te
gaan scheiden: „Als ze erachter zouden
komen dat ik die vrouw heb gestimu
leerd om weg te lopen, dan vertrouwen
ze mij niet meer en dan kan ik niets meer
doen. Aan vrouwen die erg mishandeld
worden geef ik weieens een hint in be
dekte termen zo van: Als je wegloopt
kun je daar en daar naar toe. Maar ik zeg
altijd: de beslissing is aan jou".
Ook met andere vrouwen over haar posi
tie praten is niet mogelijk. Hindoestaan
se vrouwen mogen niet zonder toestem
ming van hun man de deur uit. Die zal
haar nooit toestaan om naar aparte
vrouwengroepen te gaan. Tenzij zo'n
groep in naam een naaicursus of brei-
clubje is. Onder die noemer wordt daar
om wel begonnen met apart vrouwen
werk. De meeste mensen echter die zich
bezighouden met de Hindoestaanse
vrouw zijn het er over eens dat. om de
vrouwen mondiger te maken en beter
bekend met de Nederlandse samenle
ving. de mannen erbij betrokken moeten
worden en mee moeten emanciperen.
Voor dat doel draaien er bij de verschil
lende welzijnsstichtlngen al scholings-
en vormingscurssussen.
Verdeeldheid
Minder overeenstemming bestaat in
Hindoestaans Nederland over de vraag
hóe de emancipatie van deze groep tot
stand moet komen. Door een verdeel- en
heerspolitiek van de Nederlandse kolo
nialen en door de huidige politiek van de
leiders in Suriname, die de verdeeldheid
onder de bevolking gebruiken om hun
kiezersaanhang te vergroten, bestaat er
onder de Hindoestanen een groot wan
trouwen tegen hun Creoolse landgeno
ten. Sommige Hindoestanen, zoals de
stichting Lalla Rookh in Utrecht, onder
strepen deze houding en vinden dat de
Hindoestanen zich apart moeten organi
seren. Lalla Rookh verwijt de bestaande
Surinaamse welzijnsinstellingen een te
kort aan inzicht in de achtergronden en
de cultuur van Hindoestanen. Volgens
de Stichting worden Creoolse Surina
mers bevoorrecht in het verkrijgen van
voorzieningen. Zij pleiten daarom voor
eigen organisaties los van de al be
staande.
„Nee", zeggen weer andere Surinamers.
(Hindoestanen èn Creolen)), „We moeten
de handen ineenslaan. We komen alle
maal uit Suriname en met een goede
samenwerking zijn de culturele verschil
len wel op te vangen". De Solidariteits
beweging Suriname (SBS) in Utrecht
ziet juist in de Surinaamse vrouwenbe
weging een kans om de afstand tussen
de twee groepen te verkleinen. De Hin
doestaanse vrouw ligt door haar opvoe
ding wel achter op de Creoolse vrouw. Ze
is veel onzelfstandiger, maar door hun
gemeenschappelijke Surinaamse ach
tergrond kunnen de Hindoestaanse
vrouwen nog veel van hun Creoolse zus
ters leren, aldus de vrouwengroep van
deze vereniging die bestaat uit vertegen
woordigsters van de verschillende cul
turen.
Toch apart*
Deze opvatting is lang niet algemeen. Zo
hebben een paar vrouwen kortgeleden
de Landelijke Organisatie van Hindoes
taanse Vrouwen In Nederland (LOHVIN)
opgericht. Olga Shantiprekash. een van
de oprichtsters vindt dat de emancipatie
van de Hindoestaanse vrouw een speci
fieke eigen aanpak vereist en daarom
niet vanuit de bestaande Surinaamse
vrouwengroepen kan gebeuren. Zij pro
beert alle initiatieven op dit gebied in de
LOHVIN te bundelen.
Niet alle Hindoestaanse vrouwen voelen
voor zo'n gescheiden opstelling. Eén van
de vrouwen uit onderstaande interviews
bijvoorbeeld, Shanti, zegt dat ze vooral
aan haar niet-Hlndoestaanse vrienden
en vriendinnen veel steun heeft gehad
om zich los te maken van de al te beper
kende groepsnormen die binnen de Hin
doestaanse gemeenschap voor vrouwen
gelden.
Shanti en Radha zijn niet representatief
te noemen. Ze hebben zich allebei op
hun manier met veel pijn en moeite meer
vrijheid verworven. Ze zijn niet door hun
familie verstoten en hebben een goede
opleiding. Dit is waarschijnlijk de reden
dat zij wél willen praten. Shanti vindt
het noodzakelijk dat haar problemen
bespreekbaar worden: „Je kunt er haast
nooit over praten en als ik er nu niet over
praat dan zal er aan die positie ook nooit
wat veranderen. Ze zal nooit voor zich
zelf kunnen opkomen".
Mijn vader zei altijd: ik
ril dat Jullie zelfstandig
Ijn. Hij hield ons voor
at we toch wel een keer
ïoesten trouwen maar
ij zei: ook al ben je
etrouwd, als je een
eede opleiding hebt
ehad dan kan die man
nooit onder-
rukken..."
adha kreeg een progressieve
pvoeding. Haar vader, een
riester van de progressief
lindoestaanse stroming
tuurde haar naar een elite-
chool in Paramaribo en hoe-
1 haar opvoeding streng
as heeft ze een bepaalde
oorsprong op andere Hin-
oestaanse vrouwen.
Iithuwelijken=
och werd zij door haar vader
itgehuwelijkt aan de zoon
an een streng conservatieve
milie. Ze is al weer een tijd
tscheiden en woont met haar
ochter in Nederland. Radha
cht veel. praat makkelijk en
akt een open indruk. Als
het over haar huwelijkspe-
ode hebben is ze duidelijk op
:n afstand. Een nare tijd die
het liefst maar vergeet
oen ze de eerste keer bij haar
an wegliep werd haar dat
let in dank afgenomen:
Mijn vader wist wel dat ik
slagen werd maar hij zei al-
ki dat ik een grote mond
ld. hij zei dat ik die maar
oest dichthouden en dat ik
in geen slaag zou krijgen
begrijpt nu nog niet dat
lar vader die haar tenslotte
n progressieve opvoeding
if toch nog zo bleef vasthou-
!n aan oude normen en
larden
fijn vader beschouwde het
als een soort plicht om zijn
dochters op huwbare leeftijd
uit te huwelijken. Hij was erg
streng maar hij zei altijd: dat
doe ik hierom of daarom. Er
werd ook erg op hem gelet
omdat hij een van de eersten
was die zijn dochters naar
school stuurde, en later liet
werken. Dat kon Je niet ma
ken in die tijd. dus er werd
ontzettend veel op ons gelet.
En dat hield hij ons ook altijd
voor: weet hoe je Je gedraagt.
Als er een feestje was, we gin
gen er wel naar toe, maar
prompt acht uur stond pa
voor de deur hoor, dat was
dan niet zo leuk. We mochten
er wel naar toe 's middags,
maar in Je eentje mocht je
nooit op straat. Als je naar
een vriendinnetje wilde of zo
dan moest ze maar naar Jou
komen. Ik kan het wel begrij
pen dat hij zijn dochters ging
uthuwelijken. Mijn vader
werd er al door de gemeen
schap op aangekeken zo van:
Je dochters zijn nu van school,
ze zijn al op de huwbare leef
tijd, je houdt ze nog in huis
alleen om van ze te profiteren,
want je laat ze werken voor
je...
Die jongen* waarmee ik later
getrouwd ben zag een foto van
me hangen in een fotostudio
en is overal gaan informeren
wie ik was. Hij heeft toen z'n
ouders ingeschakeld en zijn
moeder bleek mijn vader te
kennen. Die ging toen maar
zeuren aan mijn vaders oor
van: je dochter dit en dat en
mijn zoon is helemaal gek op
d r Op dat moment lapte
mijn vader het zelf nog aan
zijn laars, ik was 18, hij zei:
nee die meisjes willen nog niet
trouwen ze werken nog maar
nauwelijks. Maar er werd
maar gezeurd en op gegeven
moment kwam mijn vader bij
mij met dat voorstel. En toen
werd er toch een druk acher
gezet. Jullie moeten blij zijn,
werd je dan gewoon gezegd,
dat een Jongen met Je wil trou
wen. Ik had ook nog een nicht,
een heel leuk meisje, alleen
een beetje donker van kleur
en ze was vaak genoeg gewei
gerd. Ze was 25 en iedereen
dacht: die heeft de boot sowie
so gemist dus nou moet er
maar haast achter worden ge
zet. Zo ging dat..."
„Mijn vader had het huwelijk
duidelijk gesteld: ik heb mijn
dochters een opleiding gege
ven, ik wil dat ze blijft werken.
Nou in het begin was alles
oké, 's avonds ging ik nog stu
deren op een cursus. Maar
toen ik pas getrouwd was,
prompt om half een als de
school uitging (Radha was on
derwijzeres)... Ik kom de deur
uit en er staat een Jongere
broer van die man op me te
wachten. Om me naar huls te
begeleiden... Later mocht ik
niet meer naar de cursus. Ik
heb een herrie gemaakt! Dus
toen ging het al niet goed..."
Geslagen:
Radha woonde vijf maanden
bij haar schoonfamilie tot de
conflicten zo hoog opliepen
dat het paar apart ging wo
nen. Ze wordt nog nijdig als ze
terugdenkt aan die tijd: „HIJ
kwam iedere dag bij zijn moe
der. hij was zo afhankelijk. En
zijn familie hitste hem maar
op van: het is onverantwoord
om je vrouw alleen de straat
op te sturen..." Het was niet
alleen de conservatieve
schoonfamilie waar Radha
mee botste. Ze is ervan over
tuigd dat haar man op zijn
manier van haar hield, maar
door zijn conservatieve op
voeding niet met haar uit de
voeten kon.
„Ik was pas twee weken met
hem getrouwd, de eerste keer
dat hij me sloeg. Hij was gaan
voetballen en dat wist ik niet.
Toen hij thuis kwam vroeg ik:
waar ben Je geweest de hele
dag en toen zei hij: waar be
moei Je je mee. Ik zei: natuur
lijk bemoei ik me ermee, ik wil
weten waar Je bent nou... en
pats, daar kwamen de klap
pen al. Wat ook speelde was
het feit dat ik helemaal niets
om hem gaf. Hij was dan wel
iswaar aardig en hij deed er
alles voor, maar het interes
seerde me niet zoveel. Ik voel
de me niet tot hem aangetrok-
kenen ik kan me ook niet ge
ven hè, aan iemand waar ik
niets voor voel. Het was een
beproeving elke keer dat ik
met hem naar bed ging. Al
leen om het feit dat ik het niet
wilde ben ik vreselijk mishan
deld. hij stond sowieso op zijn
recht. Maar ik heb vaak met
hem gepraat, dat deed ik wel
en op den duur zag hij toch
dat het geen zin had. Kijk, ik
geloof best dat, al voel Je niks
voor elkaar dat je toch naar
elkaar toe kan groeien maar
als dit soort dingen gebeu
ren... Ik walgde nog meer van
hem op den duur..."
Radha is een paar keer wegge
lopen, uiteindelijk voorgoed.
Haar familie accepteert haar
nu zoals ze is: zonder man,
met een kind en heel zelfstan
dig. Ze wil zich niet meer bin
den. „Aan niemand". Omdat
ze zich voor Hindoestaanse
vrouwen wil Inzetten moet ze
een „voorbeeldig" gedrag ver
tonen zegt ze. „Ik bedoel, er
wordt ontzettend op Je gelet,
ze gaan al je gangen na!" Dat
betekent dat zij geen liefdes
relatie kan aangaan met ie
mand uit een andere cultuur
En met een Hindoestaanse
man? „Ach", zegt radha, „ik
heb zoveel politieke ambities
och..."
„Ik heb een hele tijd ge
dacht dat ik slecht was
en onlatsoenlijk. Als
het bekend zou worden
dat ik samenwoonde en
andere vriendjes heb
gehad... Daar praat ik
gewoon niet over. Nu
ben ik voor mezelf min
der bang maar voor
mijn ouders vind ik het
vervelend".
Ze komt uit een arm landbou
wersgezin, uit een van de dis
tricten rond Paramaribo. De
meisjes werden erg be
schermd opgevoed, want haar
vaders familie was conserva
tief en de sociale controle was
groot. Dat ze van haar ouders
toch mocht studeren en toe
stemming kreeg om naar Ne
derland te gaan is in haar mili
eu, waar meisjes doorgaans
jong worden uitgehuwelijkt,
uitzonderlijk. Shanti was
voordat ze naar Nederland
kwam al sinds haar twaalfde
niet meer allen de straat op
geweest. Ze woode hier een
paar jaar bij een tante en ging
toen op kamers zonder toe
stemming van haar familie te
vragen. Een tijdje later woon
de ze samen met een niet-
Hindoestaanse man.
„Ik heb een brief aan mijn
ouders geschreven waarin ik
uitlegde waarom ik alleen
ging wonen, maar aan de rest
van de familie had ik eigenlijk
ook een soort toestemming
moeten vragen. Dat werd mij
later verweten. Ze begrepen
trouwens niet waarom ik het
deed. Ik kon bij me tante toch
alles krijgen? Omdat mijn fa
milie het niet goed vond dat ik
alleen woonde, zochten ze me
niet meer op Ik had ook bijna
het gevoel dat ik er niet meer
welkom was. Ik deed iets wat
niet mocht en zou daarvoor
gestraft worden. Bezoekjes,
ontspanning en zo waren al
tijd erg familiegebonden en
nu moest ik zelf maar zien wat
ik deed in mijn vrije tijd. Ik
zat nog op school en kende
wel een paar mensen, maar ik
had helemaal geen vrienden
en kennissen. Ik was er niet
goed tegen opgewassen en
kreeg er ook van niemand
raad over. Je kwam dan wel
bij de familie maar je schaam
de je gewoon, je had echt een
schuldgevoel dat je zo on
dankbaar was geweest...
Op gegeven moment ben ik
gaan samen wonen. Dat
schuldgevoel zat er altijd bij.
Zonder dat je Je daarvan be
wust was. was er altijd iets dat
zei dat het niet mocht"
Niet zo zwart
Hij kwam van Curagao maar
woonde hier al heel lang. Mijn
familie vond hem best aardig,
hij was ook niet zo zwart als
andere negers. Ze vonden hem
tamelijk blank, beshaafd, rus
tig en hij schreeuwde niet
zoals die andere negers. Mijn
ouders vonden het niet leuk
natuurlijk, want ze hadden al
tijd gehoopt dat ik met een
Hindoestaan zou trouwen. Er
was die afstand, ze waren er
nooit iedere dag om die din
gen concreet tegenje te zeg
gen en mijn familie ^ier zei
toch niets meer... Ik héb me er
nooit echt iets van aangetrok
ken. Toen het fout ging ver
wachtten ze van mij wel dat ik
het goed zou maken Daar
wordt niet over gepraat. Je
weet alleen dat er een groot
verwijt is
Haar familie zou Shanti nooit
de deur wijzen. Ondanks de
volgens Hindoestaanse nor
men ..zware misstappen" die
ze beging, heeft ze het gevoel
"dat ze haar nu wel accepteren
zoals ze is. Tenminste Echt
goedkeuren doen ze het nooit.
En dat onuitgesproken ver
wijt Is haar tot nu toe blijven
dwarszitten. „Ik weet niet wat
dat is", zegt ze. „Die drang
eigenlijk, waarme ik aan mijn
familie hang... Heel dat sys
teem dat zit zo in me Ondanks
dat ik heb geprobeerd te ver
anderen, modern te worden,
blijf ik zoveel waarde aan al
die andere dingen hechten,
dat gaat er nooit meer uit.
Meisjes van mijn leeftijd luis
teren niet meer naar de liedjes
waar ik naar luister, die eigen
lijk uit de tijd van mijn moe
der z Jn. Ik voel me ook aange
sproken door India, kleed me
anders soms.
Hindoestanen geven mij het
gevoel van onder Je eigen
mensen zijn. Jespreekt de taal.
Je ziet eruit als leder ander in
die groep. Het geeft me het
gevoel van ergens thuis te ho
ren. Ik vind het heel erg als ze
dingen van me afkeuren. Mijn
zusje die keurig getrouwd is
met een Hindoestaanse man
wordt min of meer op handen
gedragen, daar ben ik wel een
beetje jaloers op. Maar als ik
dan kijk hoe zij het heeft..
Wanneer Je Je losmaakt en
studeert ontgroei Je de Hin
doestaanse manier van den
ken. Die Jongens, vooral uit
ons milieu, willen gewoon een
meisje dat braaf is en het
huishouden doet De gestu
deerde jongens zijn nog veel
conservatiever. Die willen een
mooi, liefst nog lichtgekleurd
meisje om echt een huishou
delijk leven te teiden. Ze zou
den nooit een meisje nemen
met een verleden... Ik was
laatst bij mijn zusje toen ge
beurde er ook zoiets. Op gege
ven moment zei de man van
mijn zusje tegen me: de asbak
is helemaal vol. maak jij hem
leeg... Echt zo op een bevelen
de toon. Nou dat is iets. waar
van ik denk: ik kijk wel uit.
Maar mijn zus. Die doet dat
automatisch, die doet dat ge
woon Een vriendin van mij
zegt dat ze beslist niet wil
trouwen dat vind ik heel posi
tief. ze wil niet gecomman
deerd worden".
Buitenbeentje
Niet verstoten door haar fami
lie Maar ook niet meer hele
maal geaccepteerd. Shanti zal
altijd een buitenbeentje zijn.
De beste manier om weer in
aanzien te stijgen is trouwen
met een Hindoestaanse man.
Dat zit er met haar verleden
niet in. De gebruikelijke on
dergeschikte positie zal ze
trouwens niet meer kunnen
accepteren, al zou ze het wil
len Tijdens ons gesprek
wordt ze vaak inest als ze
erover denkt maar op het
laatst zegt ze: „Kijk, als ik er
zo over praat dan lijkt het één
groot probleemgebied maar Je
leert er wel wat van. Je denkt
erover na. Als ik me nou niet
had losgemaakt had ik er met
Jou ook niet over kunnen pra
ten Als het er op aankomt zou
ik dit niet willen missen Soms
denk ik ook van dat hele Hin
doestaanse gebeuren ik kan
er niet meer tegen, ik vind het
onzin allemaal, ze bekijken
het maar. ik hoef er ook nooit
meer naar toe Dat idee heb ik
dn zelfs van mijn familie
maar..."