Kamerlid stelt positie van het
bijzonder onderwijs aan de orde
FILIHKRONIEK
Een komedie
A.D. 33 n.C
Kerken minder vol; nu ook minder confessionele scholen?
- kTERDAG 23 FEBRUARI 1980
13
Door Piet Hagen en Wim Wirtz
In de jaren zeventig nam de be
langstelling voor de kerk bedui
dend af. Desondanks bleef het
aantal scholen op confessionele
grondslag gelijk. De conclusie
zou dus kunnen zijn dat een aan
tal van die bijzondere scholen ten
onrechte in stand wordt gehou
den. Die conclusie dringt zich des
te sterker op, omdat de werkelij
ke belangstelling voor het confes
sionele onderwijs aanzienlijk ge
ringer blijkt te zijn dan het aantal
scholen doet vermoeden.
Uit wetenschappelijk onderzoek komt na
melijk naar voren dat slechts 45 procent
van de ouders de voorkeur zou geven aan
een lagere school op confessionele grond
door dr. H. S. Vlsscher
Toen de eerste berichten loskwamen
over een musical „Jesus Christ Super
star", en opnieuw, toen door de latere
verfilming ervan bijna iedereen in zijn
naaste omgeving met die musical gecon
fronteerd werd, zal menigeen met reser
ve, zo niet met verontwaardiging van dat
fenomeen kennis hebben genomen: een
»rock-opera" van de heilgeschiedenis
met Christus als „super-star"! Ik zeg niet
dat al die „verontrusten", voorzover zij
de film gezien hebben, op hun aanvanke
lijke reactie zijn teruggekomen, maar
velen zijn dat ongetwijfeld wel, want
uiteindelijk bleek het te gaan om een
zeer devote en ontroerende transpositie
van belangrijke aspecten van de heilsge-
hiedenis in de taal en het klimaat van
de moderne jeugd: een heel wat ernsti
ger te nemen verschijnsel dan de van
tijd tot tijd verschijnende zoetelijke
«bijbelse films".
Met Monty Pythons „Life of Brian" is
bet, wat mij betreft, ongeveer net zo
verlopen, al gaat het hier om een film
van wel een heel ander kaliber. Als men
kennis neemt van de opzet en van de
befaamde televisieserie van Monty Py
thons Flying Circus valt die al te raden
voelt men ergernis en weerzin: een
slapstick-achtige comedy, geparafra
seerd naar de heilsgeschiedenis Daar
moet een boosaardige satirische bedoe
ling achter zitten om christenen in hun
heiligste gevoelens te treffen! Geen won
der dat bij voorbeeld in Zuid-Afrika het
gelijknamige boek verboden werd!
slag, indien er meer keuzemogelijkheden
zouden zijn. Dat steekt nogal schril af bij
de praktijk. Nu stuurt namelijk tweederde
van de ouders zijn kind naar een bijzonde
re school.
Een en ander blijkt uit een onderzoek van
prof. dr W. Goddijn („Opnieuw: God in
Nederland" 1979). Belangrijkste conclusie
van Goddijn is dat de kerkelijkheid in
Nederland inderdaad afneemt, al blijft de
overgrote meerderheid van de bevolking
wel in God geloven.
Het percentage buitenkerkelijken steeg
tussen 1971 en 1978 van 23,3 naar 41. Het
percentage rooms-katholieken daalde van
40,4 naar 31, hervormden van 23,5 naar
15 en het aandeel van de gereformeerden
groeide van 7,2 naar 10 procent. De rest
van de kerkelijke groeperingen zag de
Ik moet dat nu maar ronduit zeggen: ik
heb een enorm plezierige avond met
„Life of Brian" doorgebracht. Ik heb
dikwijls ontzettend moeten lachen, zon
der daarbij het gevoel gehad te hebben,
iets van mijzelf te verloochenen. Natuur
lijk zal dat niet de reactie zijn van ieder
een „uit onze kringen". Maar anderzijds
denk ik. dat velen zich gewonnen zullen
geven als ze de film zien althans
wanneer ze dóór hebben, waar de „sleu
tel" tot deze comedy ligt.
Vooropgesteld zij, dat het beslist niet
gaat om een provocatie die ten slotte
toch op „stichting" mikt. De associatie
van de letterlijk bloed-ernstige heilsge
schiedenis met een „comedy" heeft niet
dezelfde achtergrond als Kubricks „Dr
Strangelove", waarin de dreiging van
het gevaar van een nucleaire oorlog werd
omgezet in een grimmige comedy-unie-
ke poging om het wereldpubllek, al afge
stompt door de vele ernstige woorden
van commentatoren en radiosprekers,
alsnog te bereiken. „Life of Brian" is
louter amusement, gebaseerd op de for
mule waar Monty Python zijn succes
aan te danken heeft: de hardhandige
vernieting van de stereotiepen, de totaal
verharde en bevroren voorstellingen en
inbeeldingen, waarmee wij altijd weer de
werkelijkheid te lijf willen gaan. Nu,
stereotiepen van de heilsgeschiedenis
heeft de mensheid er al eeuwen lang op
nagehouden. Onze kinderbijbels, zon
belangstelling dalen van drie naar twee
procent.
Zoals gezegd zijn deze percentages niet
terug te vinden in het confessionele onder
wijs. Daar is van groei of teruggang geen
sprake. Hoe dat te verklaren valt, is niet
duidelijk. Het onderzoek van Goddijn
geeft er in elk geval geen antwoord op.
Vermoedelijk zullen bij de schoolkeuze
nog andere factoren een rol spelen. Dat
blijkt ook wel een beetje uit een onder
zoek van ex-minister Jos van Kemenade,
die in 1968 promoveerde op een proef
schrift over „De katholieken en hun on
derwijs". Daaruit kwam naar voren dat
slechts iets meer dan de helft van de
katholieke ouders zich sterk met het
rooms-katholieke onderwijs identifi
ceerde.
dagsschoolprentjes en talloze dierbare
christelijke illustraties en schilderijen
bewijzen dat duidelijk genoeg.
De „sleutel" vindt men al in het teken
filmpje dat aan de film voorafgaat, en
dat eveneens op naam staat van Terry
Gilliam, de voortreffelijke animator van
het titelgedeelte van zowel de televisie-1
reeks als van de hoofdfilm. Schitterend
wordt daarin afgerekend met het stereo
tiep van de kerstkaarten. Een lief kerst-
landschapje met twee lieve hertjes daar
in: opeens knalt een schot.en de hert jes
vallen om met de pootjes stijf naar bo
ven. Vliegtuigen trekken over en de to
ren van een pittoresk dorpskerkje blijkt
een raket die de vliegtuigen achterna
wordt gezonden
De hoofdfilm begint met de stemmige
stereotiepen van de drie wijzen uit het
oosten: romantische overbekende beel
den. Ten slotte trekken ze door de nauwe
straatjes van een oosters stadje, en
Van de r.k. ouders voelde 44 procent wel
voor een oecumenische school of voor een
samenwerkingsschool voor alle gezindten.
Een kwart had voor een katholieke school
gekozen, omdat er geen andere mogelijk
heden waren om de behoefte aan religieu
ze vorming te bevredigen.
Je zou dus kunnen concluderen dat de
verzuiling in het onderwijs er wel eens
heel anders zou kunnen gaan uitzien als
de ouders het voor het zeggen kregen. Dat
zegt in elk geval de onderwijsspecialist
van D'66 in de Tweede Kamer, Chel Mer-
tens. Volgens hem ligt de macht nu nog te
veel bij de schoolbesturen, die hun bijzon
dere scholen koste wat kost in stand zou
den willen houden.
Bij het begrotingsdebat in de Tweede
Kamer over onderwijs eind vorig Jaar zei
opeens is er een stal, waar een moeder
met devoot gebogen hoofd naast een
kribje zit. Maar als de drie wijzen haar
aanspreken, blijkt het een zeer volkse,
Cockney-sprekende tante, die de vreem
delingen uiterst wantrouwig bejegent en
alleen wat toeschietelijker wordt, als
blijkt dat er „geld" in die belangstelling
zit. Als de drie wijzen weer buiten de stal
zijn, zien ze vijftig meter verderop wéér
een stalletje en daarin zitten dan twee
gestalten met verblindende aureolen
naast een tweede kribje. De drie wijzen
hebben hun doel op vijftig meter ge
mist Men ziet dat tweede stalletje
alleen uit de verte en net lang genoeg om
de „clou" dóór te krijgen. Kenmerkend
voor de voortreffelijke timing van Monty
Python.
De eerste baby is Brian, wiens leven we
dan „volgen", dat wil zeggen de film
verspringt na die inzet direct naar het
jaar „A.D. 33 n.C. Een zaterdagmiddag".
Veel van wat Brian meemaakt, herinnert
Mertens: „De democratisering moet de
overhand krijgen boven de bescherming
van een overleefde identiteit." Om zijn
stelling kracht bij te zetten noemde hij
het voorbeeld van een katholieke school
in Purmerend, „waar de leerkrachten
ronduit zeggen dat tweederde van hun
kinderen eigenlijk .openbare' kinderen
zijn."
Wat Mertens wil is dat bij de planning van
nieuwe scholen een enquête wordt gehou
den onder de ouders om na te gaan wat
voor school zij willen. Tot nu toe wordt
dat vastgesteld aan de hand van droge
bevolkingscijfers van het Centraal Bu
reau voor de Statistiek (volkstelling
1971!), die slechts inzage geven in het
formele lidmaatschap van een kerk. Daar
naast wordt er dan nog gekeken naar
handtekeningen die onder ouders worden
verzameld om de aanvraag voor een nieuw
te stichten school kracht bij te zetten.
aan gebeurtenissen uit het leven van
Christus, maar speelt zich nadrukkelijk
als in het begin nét daarnaast af.
Hij wordt door een messias-hongerige
menigte achtervolgd en tot „Messias"
uitgeroepen. Zijn lot raakt ook verweven
met ondergrondse verzetsgroepen tegen
het Romeinse bewind. Hij verschijnt ook
voor Pilatus. een stadhouder wiens pres
tige sterk ondermijnd wordt door een
opvallend spraakgebrek, dat de rechtzit
ting geheel uit de hand doet lopen en
van de menigte een lacherige, lawaaima
kende klas scholieren maakt. Dankzij
onze bekendheid met de klassieke „Pas-
sionsmuzlek" is de menigte zowel als
de heilsbegerige „schare" als de om krui
siging brullende horde voor ons dik
wijls een groep die zich als spreekkoor
manifesteert.
De film parodieert dat in de scène waar
in Brian zijn „volgelingen" toespreekt en
de menigte opnieuw tot een soort school
klas wordt, die landerig en schools de
zinnen van de schoolmeester na-zegt.
Omkering ook van het wonder: een blin
de roept: „Ik kan zien!", en valt prompt
in een kuil, hetgeen de menigte niet
verhindert „Een wonder!" te roepen. Een
voormalige melaatse klaagt dat zijn ge
nezing hem zijn broodwinning ontno
men heeft.
A. 4 Vl JMfat 4.
Het D'66-Kamerlid vindt die twee instru
menten echter onzuiver. Hij vindt dat ze
geen goed beeld geven van wat de ouders
werkelijk willen. Daarom probeerde hij in
de Tweede Kamer via een motie steun te
verkrijgen voor zijn idee van een enquête.
Maar de motie sneuvelde onder het ge
weld van de regeringspartijen.
De afgevaardigden van het CDA voelden
helemaal niets voor een enquête. ZIJ vroe
gen zich bovendien af het wel zo voor de
hand ligt dat de ontkerkelijking ook zicht
baar zou moeten zijn in het onderwijs.
De WD stemde weliswaar tegen de motie
van Mertens, maar heeft wel grote aarze
ling over de vraag of de voorkeur van
ouders voor een bepaalde school wel goed
uit de verf komt. Daarom ligt er ongetwij
feld nog een boeiende discussie over dit
onderwerp in het verschiet.
Daarentegen kunnen school
besturen bij de toelating wel
actiever zijn, vindt Deetman.
„Ze moéten bij de toelating
statuten tonen, de grondslag
duidelijk maken. En als dan
blijkt dat er minder belang
stelling voor de confessionele
scholen is, dan moet dan wor
den aanvaard."
Vrijheid'
De vrijheid van ouders om een
neutraal-bijzondere school te
stichten, is aanwezig, meent
het Kamerlid. Hij is niet ge
voelig voor het argument dat
die ouders in de regel niet zo
goed zijn georganiseerd als
het confessionele onderwijs.
„Dat is flauwekul," zegt hij.
Over het feit dat de door Mer
tens bepleite samenwerkings
scholen zo moeizaam van de
grond komen, zegt hij: „De
levensbeschouwing komt dan
om de hoek kijken. En als dat
in zo'n samenwerkingsschool
niet tot uitdrukking komt,
dan haken sommige ouders
af. Is de basis voor die levens
beschouwing er wel, dan doen
ze mee en komt er een samen
werkingsschool."
Hoewel het CDA-Kamerlid de
theorie van Mertens al met al
verwerpt, vindt hij wel dat er
maatregelen moeten worden
genomen om de relatie tussen
school en ouders te verbete
ren. Zo moeten schoolbestu
ren de ouders beter informe
ren om een onbewuste school
keuze te voorkomen. Verder is
hij voorstander van een
schoolvereniging, waarvan
ouders en personeel lid kun
nen worden en waaraan het
schoolbestuur verantwoor
ding aflegt van zijn daden.
Ten slotte zou elke school een
regeling moeten opstellen,
waarin inspraak en medezeg
genschap worden geregeld.
Door dit soort maatregelen
schep Je duidelijkheid voor de
ouders, meent Deetman, en
geef je inhoud aan het grond
wettelijke recht op vrijheid
van onderwijs. „Want," zegt
hij, „het aantrekkelijke van
het Nederlandse onderwijs is
nou net, dat ouders zelf kun
nen kiezen voor de school die
zij willen."
Gemakkelijk herkent men de drie wijzen
van het begin in allerlei andere rollen,
later in de film. Het kleine team van
Monty Python heet alle „belangrijke"
rollen voor z'n rekening genomen, en
ondanks de duidelijke herkenbaarheid
van ieder iedere rol een heel eigen
(comedy)karakter meegegeven. John
Cleese de hoteleigenaar uit de televi
sieserie „Hotel op stelten" komt er in vijf
rollen in voor. Michel Palm speelt zowel
Pilatus die zo lelijk „afgaat" door zijn
spraakgebrek als een in verblindende
uniform gestoken onderofficier, die krui
sigingen uitdeelt als een filantroop zijn
gaven op een liefdadlgheidsgebeuren.
Soms zijn scènes te langdradig, te sterk
geënt op een nogal naïef gevoel voor
komiekerigheid waar de Engelsen nooit
vanaf komen. De slotsekwentle is van
een zekere smakeloosheid niet vrij te
pleiten. Maar dat kan toch weinig meer
afdoen aan het plezier dat men al aan de
film beleefd heeft.
U moet nu zelf maar weten, of u gaat
kijken. U doet 't „op eigen risico" ik
hoop dat mijn beschrijving u dat duide
lijk heeft gemaakt. Nogmaals: verwacht
geen „stichting", ook geen controversië
le. Tenzij u het als stichting wilt be
schouwen. dat lang gekoesterde stereo
tiepen, Juist daar waar het de heiligste
waarden betreft, gerelativeerd worden.
Ouders kiezen om ver
schillende redenen voor
een bepaalde school.
Volgens Chel Mertens
speelt de levensbe
schouwelijke richting
daarbij een steeds klei
nere rol. Andere facto
ren zijn volgens hem
veelal zwaarwichtiger.
Zoals: De opvatting
van de ouders over op
voeding en onderwijs,
de afstand en de (veili
ge) route naar school,
e kwaliteit van het on-
erwijs en de relatie
et mede-leerlingen.
,De richting van een
hooi geeft bij ouders
steeds minder de door
slag," meent het Ka-
erlid.
Daarom vindt hij het nogal
vreemd dat het confessionele
onderwijs, ondanks de ontker
kelijking, nog zo'n groot aan
tal scholen omvat. Hij wijst
r een aantal ooreaken voor
Jentraal staat natuurlijk de
erugloop van het aantal leer
ingen (door geboortendaling).
Dat noopt de scholen tot een
soort concurrentiestrijd. Nie
mand vindt het leuk om z'n
school te moeten sluiten, dus
begint iedereen er hard aan te
trekken. Als je ziet dat er tege
lijkertijd sprake is van ont
kerkelijking, dan is die con
currentie een verontrustend
verschijnsel, vindt Mertens.
De wil om hoe dan ook die
school te laten voortbestaan,
staat volgens hem in geen en
kele verhouding meer tot wat
in kerkelijk Nederland
werkelijk aan de hand is.
Iedereen probeert, al of niet
door het bedrijven van zen
dingsactiviteiten, zoveel mo
gelijk kinderen binnen te ha-
en. En met de achtergrond
van die kinderen neemt men
het dan niet zo nauw meer.
Het gevolg is dat de identiteit
van de schoolrichting wordt
uitgehold. Je ziet het om je
heen. Er zijn katholieke scho
len in Venlo of Maastricht,
waar geen godsdienstles meer
woedt gegeven. Wat wordt er
dan eigenlijk nog aan die
identiteit gedaan?"
Schoolbesturen, zegt Mertens,
verstarren. Zij blijven vaak
angstvallig vasthouden aan
hun oorspronkelijke school
richting. Zowel in godsdien
stig als in organisatorisch en
bestuurlijk opzicht. Terwijl
het volgens het Kamerlid toch
zo zou moeten zijn dat de ou
ders en het personeel de iden
titeit dragen.
De macht
Maar de democratisering in
het onderwijs is nog niet zo
ver. De macht ligt nog steeds
bij de schoolbesturen, die vol
gens Mertens vaak uiterst be
ducht zijn voor de invloed van
„andersdenkenden". Terwijl
die invloed volgens hem juist
een verrijking kan zijn voor de
identiteit van de school.
Daarom meent het Kamerlid
evenals trouwens de rest
van de oppositie in de Tweede
Kamer dat ouders en perso
neel meer te vertellen moeten
hebben. Hij vindt dat zij een
medezeggenschapsraad moe
ten vormen, die de school als
het ware moet gaan besturen.
Daarnaast zou er een college
van uitvoering moeten ko
men, die de besluiten van die
raad uitvoert.
Als de democratisering zo ver
tot de scholen is doorgedron
gen, zal het onderwijsbestel er
anders gaan uitzien, verwacht
Mertens. De keuze blijft dan
niet beperkt tot openbaar,
protestants-christelijk,
rooms-katholiek of neutraal-
bijzonder onderwijs. Maar er
kunnen dan nieuwe vormen
van onderwijs bijkomen. Hij
denkt bij voorbeeld aan meer
samenwerkingsscholen (con
fessioneel-openbaar of oecu
menisch).
V eel vormigheid—
Hij wil die veelvormigheid in
het onderwijs in elk geval
krachtig stimuleren. Of zoals
hij het in de Tweede Kamer
zei: „Pluriformiteit zou de
nieuwe uitleg moeten zijn van
het grondwettelijke recht op
vrijheid van onderwijs." Bij
de particuliere welzijnsinstel-
lingen zal het personeel bin
nen afzienbare tijd in het be
stuur mogen meepraten. De
Tweede Kamer met een
eensgezinde WD- en PvdA-
fractie voorop deed daar
eind vorig jaar een uitspraak
over. Toch ziet het er niet naar
uit dat dit in het onderwijs.op
redelijk korte termijn te ver
wezenlijken zal zijn.
Er ligt in de Kamer al een jaar
of twee een initiatiefwetsont
werp van de PvdA over mede
zeggenschap. Minister Pais
Illustratie Mare Terstroet
publiceerde vorig jaar boven
dien nog eens een vooront
werp van wet over deze mate
rie. Dat werkstuk van de mi
nister gaat overigens minder
ver dan het initiatief van de
socialisten. Als het aan Pais
ligt blijft de uiteindelijke
macht bij de schoolbesturen
en worden ouders en perso
neel slechts bekleed met advi
serende bevoegdheden.
Ook de democratiseringsge
dachte van Mertens gaat dus
kennelijk verder dan wat de
WD-minister maar ook het
CDA wil. De christen-demo
craten zijn trouwens so-wie-so
weinig enthousiast over wat
het D'66-Kamerlid heeft te
vertellen op het gebied van
verzuiling, ontkerkelijking en
scholenplanning.
De enquête-gedachte om de
voorkeur van ouders te peilen,
heeft in de CDA-fractie, net
als bij de Besturenraad van
het protestants-christelijk on
derwijs, geen groots onthaal
gekregen. Ook de overige
denkbeelden van Mertens zijn
de christen-democraten in het
verkeerde keelgat geschoten.
CDA-onderwijsspeciallst drs
Wim Deetman: „Mertens zegt:
er is sprake van ontkerkelij
king, dus moeten het protes
tants-christelijk en rooms-
katholieke onderwijs maar
minder worden. Maar daar
sputter ik tegen. Je kunt na
melijk niet zeggen dat als ou
ders niet voor een bepaalde
kerk kiezen, zij dan ook niet
voelen voor een school van die
signatuur. Dat is onzin."
„Identiteit"
„Het is vaak een kwestie van
identiteit," zegt Deetman,
„wat niet hetzelfde is als le
vensbeschouwing. Ouders
hebben een bepaald verwach
tingspatroon als ze voor een
school kiezen. En dan zijn er
andere factoren die een rol
gaan spelen dan alleen de
grondslag. Dat geldt bij voor
beeld voor de afstand. In or
thodox-protestantse kring zal
men het nog wel aanvaarden
dat er een grote afstand moet
worden overbrugd om bij de
school van de eigen richting te
komen. Maar elders kijkt men
veeleer naar de kwaliteit van
de school. Als Mertens dan
zegt: democratisering gaat
voor identiteit waarmee hij
doelt op de levensbeschou
wing dan ga ik sputteren.
Dan zeg ik: het hangt af van
de kwaliteit en de identiteit
van de school; in de verschij
ningsvorm van de school lo
pen die elementen door elkaar
hem. En ik maak er bezwaar
tegen dat er dan één element
door Mertens wordt uitge
licht. Dat is puur politiek be
drijven."
„De ouders'^—
Deetman bestrijdt ook de
stelling van Mertens dat de
schoolbesturen in feite de
dienst uitmaken. „Het bijzon
der onderwijs bestaat nog
steeds bij de gratie van de
ouders. En dat schoolbestu
ren hun grondslag blijven na
streven is geen starheid. Ze
doen dat omdat er ouders zijn
die voor die school kiezen."
We leggen Deetman de vraag
voor in hoeverre ouders kun
nen „doorkiezen". Bij voor
beeld als het gaat om de in
richting van het schoolwerk
plan, een fusie of het ontslag
van een onderwijzer. „Ik geef
toe dat de schoolbesturen in
een aantal gevallen onvol
doende hebben ingespeeld op
de ontwikkelingen," zegt hij.
„Daar zou best wel eens wat
aan kunnen veranderen, in die
zin dat de besturen zich inten
siever gaan verstaan met de
ouders."
„Maar ik heb bezwaar tegen
de redenering van Mertens en
van de PvdA, die de gTondslag
van de school in feite als abso
luut criterium hanteren. Als je
die redenering zou doortrek
ken naar een christelijke
school, dan zou die bij de toe
lating tegen de ouders moeten
zeggen: hier is onze grondslag,
ben je het daarmee eens? Zo
niet, dan is daar het gat van
de deur."