bloemenvrouw van 'de Tangh' Rijbewijs T Uit brieven van lezers Aria de Nedorost-Waller hangt niet de rijke dame uit NDAG 11 FEBRUARI 1980 TROUW/KWARTET E A la8Jd« >uw! ■ekk ior Fred Lammers 'NEN Vanaf de atweg Elst-Rhenen iet witte landhuis Tangh', zoals het szins op een heuvel te midden van eni- ►oomgroepen staat, blikvanger. Een e, met kastanjebo- omzoomde, oprij - voert naar de dingang op een een paar meter verweerde, tuin- ir omgeven binnen- ts. k op de bel druk weer- dat door het huis. Het leert ook een paar hon- die ik in de verte hoor n. Dat geluid komt al dichterbij. De bewoon- an 'De Tangh" is in aan- en zwaait even later Ie brede groene deur Carl a de Nedorost-Wal- erk Carla de Nedorost-Waller een van mijn zeven vreugden !n.8<Ve in de hal lopen, waar 'P,afetten van mensen die aardse bestaan sinds lebben beëindigd op me len. licht Carla me in Ie problemen die haar It moment parten spe- i de verwarming is een ge ontstaan en dat tot gevolg dat ze nu in iu en de rommel zit. En atste had ze juist willen uchten. Toen een paar n geleden op de bovene- gasverwarming werd ilegd. pakte zij haar bie- n reisde af naar haar nhuis in de Franse Dor- f. In plaats van terug te n in een tiuis dat weer Je was. nu dit. Het leven in i|en Isfhdgoedbewoonster ook niet altijd over er geen bezwaar tegen gaan we maar in de keu- lkofeitten. Dat is de enige s in huis waar het nog beetje behaaglijk is. heb ik het fornuis aan- in. Dat geeft ten minste warmte." roept de on- zeventig jaar geworden entx de Nedorost uit. Sandy de Dalmatiërs, sprin gen me op om hun igierigheid te bevredi- n gaan dan een dutje in de twee hondeman- lie bij de grote schouw „De tijden verande- 'roeger mocht ik nooit keuken komen, nu ont- ik er mijn gasten. Maar g maar zo: een mens zich aanpassen, overal te van zien te maken." Igt Carla als we aan de met Brabants bont be- tafel gaan zitten. :enlijke aanleiding tot bezoek aan 'de Tangh' stencil, dat de conser- amte van het streekmu- ngeqm Rhenen me heeft ge- over een tentoonstel de tot en met 1 maart in museum wordt gehou- '"tehalve een schilder en ramist exposeert daar de Nedorost, die vol- let stencil met veel lief- hele leven de bloem- ;t heeft beoefend". levoeging. dat zij haar jien kweekt in de tuinen r landgoed, ze vervol gens in zand of op de zolder droogt en dat haar arrange menten waarin ze ook veel wilde planten, die ze in de omgeving verzamelt, ver werkt in diverse openbare gebouwen zijn te vinden, maakte me nieuwsgierig. Wie zou er schuilgaan achter die vrouw op die buitenplaats bij Rhenen? Nadere informatie maakte me duidelijk dat Carla de Ne dorost tot de Rhenense nota belen behoort, zonder daar overigens misbruik van te maken. „Ze hangt beslist niet de rijke dame uit." ver telde iemand die haar vrij goed kent. Dat was een waar heidsgetrouwe omschrijving. Als we in de antiek ingerich te keuken aan de koffie zit ten. die Carla's vriendin, de voor haar jaarlijkse bezoek uit Argentinië overgekomen Joan, gravin van Limburg Stirum- de Beaufort, heeft klaargemaakt, heb ik al ge merkt dat Carla een vrouw is die met beide benen op de grond staat. Rhenen kent haar als een van de dochters- van dokter Waller, de legen darisch geworden huisarts, die hoogbejaard hij werd 94 in 1971 overleed. William Waller „De deerne van den dokter" noemden ze me vroeger." vertelt Carla. Dokter William Waller is in Rhenen zo'n be roemde figuur geweest, dat er nog tijdens zijn leven een straat naar hem werd ver noemd." Daarmee was vader, die niets van officieel eerbe toon moest hebben, erg ver guld. Onlangs is hij zelfs de hoofdpersoon in een streek roman geworden. In „Men sen in een kleine wereld" van Piet Terlouw spelen vader en moeder allebei een rol, welis waar onder gefingeerde na men. maar iedereen hier in Rhenen weet dat zij zijn be doeld. Het is heel aardig ge daan, hoewel vader wel een beetje anders is getekend dan hij was. Hij zou bij voor beeld nooit hebben gezegd, zoals de dokter in het boek doet. 'Geef me nog eens een borrel'. Vader dronk geen borrels. Als hij het boek zou hebben kunnen lezen, zou hij denk ik fijntjes hebben ge glimlacht." Carla en haar zuster May. genoemd naar haar Engelse grootmoeder, werden niet op „de Tangh" geboren maar in hetdoktershuis In de Heeren straat. dat in de oorlog werd verwoest. „Als meisje van zestien verhuisde ik naar dit huis. dat mijn ouders hebben laten bouwen, vader zelf heeft er druk voor ontwor pen. Hij had in zijn hart ei genlijk architect willen wor den. maar werd dokter, om dat grootvader dat zo beslis te. De gronden van „de Tangh" hadden ze al in 1919 gekocht. In dat jaar trok va der er op een dag op uit met oom Charles Testas, heer van Oud Wulven, een diêrbare oom van mij, die destijds op zoek was naar grond om een huis op te zetten. Ze keken ook rond op „de Tangh". Oom Charles vond dat te ver buiten Rhenen liggen, maar vader was er meteen verliefd op. Hij heeft het heel goed koop gekocht. „We waren er dolgelukkig mee. Mijn ouders gingen er bloemen en planten kweken, legden er een tennisbaan aan en bouwden er een hut, onze eerste nederzetting, om in te picknicken. Op een dag zei moeder: nou moet er ook nog een huis komen, en dat werd „de Tangh". waaraan ik met sterke banden gebonden ben. Toen ik met een marine officier was getrouwd en in Indonesië woonde had ik er vaak heimwee naar." Rhodesië In de oorlogsjaren vroeg Car la zich wel eens af of zij „de Tangh" ooit zou terugzien. Evenals tal van marinevrou wen was zjj met haar twee kinderen voor de Japanse in val uit Indië vertrokken. Ze kwam in Rhodesië terecht en ging daar in een soort mane ge werken, liet daar haar handen flink wapperen. An dere tijden, andere zeden. Na de oorlog hoorde Carla dat haar man. Oostenrijker van geboorte, als luitenant ter zee in de slag op de Javazee was omgekomen, nog maar 34 jaar oud. Ze ging terug naar Nederland en nam haar intrek bij haar ouders op „de Tangh", dat goed door de oorlog was gekomen." Ik ben er blijven wonen. Mijn zuster was er niet zo in geïnteres seerd. Zij vond het huis uit de tijd. Daar denk ik anders over en mijn twee kinderen en kleinkinderen gelukkig ook." De personeelsstaf is In verge lijking met vroeger danig uit gedund. Carla woont op „de Tangh" met een oude gedien stige, de weduwe van de tuin man, en haar dieren, de hon den. de twee witten poesen, de sierlijke pauw en de parel hoenders, temidden van haar bloemen, want daar draait het om. „Bloemen zijn een van mijn zeven vreugden zeg ik wel eens en daar horen dan ook mijn kinderen en klein kinderen bij." Op haar landgoed, waartoe ook het aangrenzende land goed „de Galg" behoort (bij elkaar achttien hectaren), kweekt Carla haar bloemen. Als het buiten vriest dat het kraakt is zij al met allerlei catalogussen in de weer. Be gin maart wordt er gezaaid, alles in bakken. De inhoud daarvan plant ze vroeg in het voorjaar uit Dan breken drukke maanden aan. „Ge middeld ben ik zomers een uur of tien per dag in de tuin bezig. De bloemen moeten worden geplukt en van blad ontdaan en te drogen worden gehangen. Daarmee ga ik door totdat het echt winter wordt. Dan kan ik aan het werk gaan met mijn arrange menten." 'Zitbaden Dat drogen doet Carla op de grote zolder van het huis te midden van de kisten vol oude kleren, die nu goede diensten bewijzen als ver- kleedkleren als de kleinkin deren komen. Op die zolder staan ook de zinken zitba den, die vroeger intensief werden gebruikt. „Een ervan moest ik meenemen toen ik in Nijmegen op kostschool was. Je ging daar eens in de week in bad. maar dat von den mijn ouders, die erg op hygiëne waren, te weinig. Vandaar dat ik dat privé, zitbad kreeg. Moeder had er ook een. Dat sleepte ze over al mee naar toe als ze op reis ging, met erin een matras. Ze was doodsbang ergens be smet te zullen worden met t.b.c.. toen een gevreesde ziekte." Haar belangstelling voor bloemen heeft Carla van geen vreemde." Moeder heeft ons al jong geleerd boeketjes te maken. We deden dat dan voor de jaarlijkse bazaar van „Ziekenzorg", de voorloper van het ziekenhuis in Rhe- •folo: Henk Tukker) nen, waar vader mee begon, evenals met een plaatselijk ziekenfonds. Veel mensen wachtten vroeger veel te lang met naar de dokter te lopen. Er was veel armoede in Rhe nen en de dokter kostte geld. al was vader wat dat betreft erg gemakkelijk. Hoe vaak hij heeft nagelaten een reke ning te sturen! Tientallen Ja ren later hadden dezelfde fa milies soms twee mercedes- sen voor de deur staan. Dat vond vader wel grappig Zijn ziekenfonds had veel aftrek. Elke week ging er namens vader iemand met een bus rond. Elk gezin betaalde dan een dubbeltje en in ruil daar voor was men verzekerd van gratis geneeskundige behan deling als dat nodig was." Lange dagen Daar William Waller de enige arts was in Rhenen en omge ving maakte hij lange dagen. Tussen de bedrijven door was hij in zijn tuin te vin den." Terwijl moeder zich met de bloemen bezig hield, zorgde vader voor de beplan ting. Hoewel de boeren in het begin zeiden dat hier nauwe lijks iets anders zou willen groeien dan de bestaande el zenbosjes heeft vader hon derden bomen geplant en volwassen zien worden. Dat is niet vanzelf gegaan. In dro ge zomers was vader 's avonds laat en soms 's' nachts nog in de weer om ze te begieten met emmers wa ter die hij uit de Rijn, die hier beneden stroomt, haalde. Het is daarom dat ik zo aan die bomen ben gehecht. In de droge zomer van 1976 heb ik ze ook dagelijks begoten, niet met emmertjes, maar met een sproeiwagen." In de bibliotheek van „de Tangh" staan de boeken, waaruit Carla's ouders hun wijsheid putten Daar be vindt zich ook het kaartsys teem. dat zij aanlegden en waarin allerlei persoonlijke tips staan hoe met bloemen en planten om te gaan. Carla behandelt die kaarten of het stukjes antiek zijn. „Ze ho ren bij „de Tangh". netzo als ik zelf. Ik ben langzamer hand ook een oude boom ge worden, die hier hecht is ge worteld." door Mink van Rijsdijk Er wordt wat afgeleden voordat men het noodza kelijke rose papiertje in handen heeft dat een algemene rijvaardigheid symboliseert. Het aantal verhalen over dikke onbillijkheden waarmee exa minatoren een mens de rijbevoegdheid proberen te ontzeggen is legio. Maar de heren die beslissen of iemand wel of niet een gevaar op de weg vormt, hebben op hun beurt zo hun eigen anekdotes over geblunder en gestumper van figuren die geheel ten onrechte menen rijvaardig te zijn. Kortom over en weer veel kommer en kwel, wat voor repeteren de zakkers gauw een paar jaar lijden kan inhou den, nog afgezien van de fikse financiële klap. Nu is het een buitengewoon geruststellende gedachte dat er overal en altijd wel lieden bestaan die bekommerd zijn over het lot van tobbers en zielepietige wanboffers. Zo liggen er in ons goede land mensen wakker van droefheid omdat brave sukkels maar nooit leren straatje te keren zonder een vuilnisbak te rammen. Dat er altijd maar weer op voorrangskruisingen motoren afslaan, bezorgt deze nobele borsten een prop in de keel. Ze leven niet alleen een beetje vaag mee, nee nee, ze hebben een positieve daad willen stellen opdat een iegelijk die dat wenst zich gediplomeerd in het verkeer kan mengen. IN VIJF DAGEN UW RIJBEWIJS, las ik in een advertentie. Is dat niet geweldig? Voor Riekje uit Zoutkamp, die al negen keer is gezakt? Of voor Bcrtus die voor niemand weten wil dat er al twee jaar een autootje staat te roesten dat hij zich een tikkeltje te voorbarig aanschafte? In vijf dagen je rijbewijs. Maar dat kan helemaal niet, zal een deskundige en degelijke rij-instructeur opmerken. Nou, reken maar dat zoiets best kan. Alleen moet men er wel voor naar Egypte. Het daar gehaalde diploma wisselt U wel in voor een hier geldig document. Egypte is een heerlijk land. Op een kameel of een ezeltje een eind de woestijn in, kan ik werkelijk van harte aanbevelen. Een beetje pijn in de bilspieren de volgende dag is niet zo aangenaam, maar van autorijden in Cairo zijn de gevolgen veel slopender. En in de gigantische drukte van die stad wordt men geacht rijvaardig te worden. Persoon lijk heb ik me daar niet achter het stuur gewaagd, als bijrijdster was het zenuwvretend genoeg. Men is er gewend in rijen van vijf naast elkaar te racen en iedereen doet dat rats-roets bij de gratie van de claxon. Zodra je Caïro binnenkomt, denk je: wat hoor ik toch? Alras merk je dat het een nimmer aflatend getoeter is, een gestaag pè-pè en toet-toet. Dag en nacht gaat dat onverminderd door. Dat menige auto geen normale claxon heeft, maar het gewenste geluid produceert via een continu vonken schietend koperdraadje is een pittoresk detail. Cairo heeft vele stoplichten en omdat die dingen het verkeer alleen maar ophouden, negeert men die om het even of de lichten rood of groen zijn. Een enkele keer is er zomaar ineens een vertoorn de agent die bezwaar heeft tegen doorkarren, maar tot een echte bekeuring hoeft het bijna nooit te komen. Zijn gram is namelijk niet zo prijzig en ter plekke af te kopen. Behalve het behendige laveren tussen het vele blik door, dient men rekening te houden met ezclwagentjes, rijtuigjes en deinende kamelen. Hun tempo is verrassend afwijkend van de rest van het verkeer. Vooral na zonsondergang is het uitkijken geblazen, want ezels en kamelen zijn van nature niet uitgerust met achterlichten en dat heeft men in Egypte maar zo gelaten. Om de haverklap een noodstop is dus schering en inslag. Rest mij nog te melden dat Caïro barst van de fietsers. Nou zijn we daar in Nederland wel aan gewend, maar behalve dat er nergens fietspaden zijn, is het erg gecompliceerd dat iedere fietser onder alle omstandigheden meent voorrang te hebben. Dat is wel even wennen. Maar geen nood, in vijf dagen kan men volgens de advertentie dwars door dit ongerief heen een rijbewijs halen. Wat deze wonderlijke trip kost is niet helemaal duide lijk. Overduidelijk is echter dat u, als u weer op adem bent gekomen op eigen basis, terstond rijles sen dient te nemen. Niet om een rijbewijs te halen, maar om te leren rijden. Tussen twee haakjes: vergeet nou niet dat door een rood stoplicht rijden hier écht niet mag. Okee, u bent het moeilijke gedoe hier zat, u wilt eindelijk uw rijbewijs hebben en gaat op zo'n rijlessentrip naar Egypte en de wonderen zijn de wereld niet uit u slaagt daar subiet temidden van het getoeter. In mijn gedachten zie ik u dan op het vliegveld van Caïro staan voor de terugtocht. U hebt uw rijbewijs en van pure agitatie ook zenuw vlekken in uw hals. Wedden dat de douaneman denkt dat u pokken hebt? Sneu hoor. U dacht immers dat een pokkenbriefje onzin was voor die enkele vijf dagen. Héél héél naar, maar nu mag u Egypte niet uit. Wat een paniek. Maar leerzaam hoor, want er is in Caïro zoveel meer dan toet-toet en pè pè. Crisisbeleid In reactie op berichten in de pers over het advies van drie vooraanstaande juristen aan de burgemeester van Amsterdam ten aanzien van de kra kers bij hoge uitzondering een Inge zonden stuk. Zonder te willen treden in een beoordeling van het kraken als zodanig, zou een gewelddadige ont ruiming r«u een verkeerd (werkend) crisisbeleid zijn. Hierbij zou de voor keur gegeven worden aan een metho de gehanteerd bij de ontruiming van de moskee van Mekka boven de lan- getermijntactiek bij de bezetting in Teheran. Bovendien roept een dergelijk advies, kort voor de inhuldiging onbedoeld en ongewild herinneringen op aan eerdere gebeurtenissen in Amster dam in crisissituaties (Jordaanop- roer, rookbommen Paleisstraat). Een dergelijke koers moet door alle voor standers van orde via verdraagzaam heid uit alle macht worden voor komen. Amsterdam G. van Roon (VU) Pacht Met diepe verontwaardiging heb ik kennis genomen van het voornemen van minister Van der Stee. pacht overeenkomsten te laten beëindigen als de pachter 65 Jaar is. Ik ben juist 65 geworden en nu. dus niet ver vroegd. opgehouden met mijn werk in loondienst. Gelukkig heb lk een flink stuk tuin. ongeveer drievierde hectare met een pacht-contract lo pend tot 2005. Niet om veel geld in te verdienen, maar als aangename be zigheid. Zo zijn er duizenden. Ook mensen met een klein bedrijf, waarin ze altijd hun brood verdiend hebben, kunnen er niet altijd toe komen pre cies op 65 Jaar op te houden. Ik hoop, dat deze wijziging van de pachtwet niet zal doorgaan. Ik zou het voor mezelf ervaren als een stuk persoon lijke diefstal. Numansdorp A. Vogelaar Onverdraagzaam Het heeft mij getroffen als iets van „evenwicht zoeken", dat in Trouw van 4 februari een gedeelte ls overge nomen uit een zoals gezegd werd „progressief' r.-k. weekblad „De Ba zuin", waarin werd geschreven over de onverdraagzaamheid ook ln de „basisgroepen" Het „volk Gods" is „mondig" geworden. Ja. maar is het niet typerend voor het (gespannen' mondig-worden van de puber, dat hij nog niet open staat voor de vraag, in hoeverre een ander ook gelijk kan hebben? Teken van angst, dat hij het misschien (nog) niet bij het rechte eind heeft? Al vraagt hij aan de ander wel om die geduldige verdraagzaam heid die hijzelf nog niet kan opbren gen, omdat het hem er om te doen is tot ..zijn" recht te komen. Zijn alle kerken na dat eerste stadium van mondigheid nu niet toe aan een twee de: die van de rijper wordende mens. die er meer op uit is om in gestadig overleg met en luisterend naar de andersdenkende tot vernieuwingen te komen? In verdraagzaamheid voor zijn opinie? Den Haag drs M. H. Reuchlin Onder redactie van mevrouw J Wentink-Frumau en mr J. J. Wentink MEDEDELING: Ala opvolgster van de heer en mevrouw Wentink zal Heieen van Batenburg deze rubriek voortzetten. Nieuwe vragen uitsluitend In envelop sturen naar PROBLEEM IS HET ONZE. Postbus 99313, 2509 AH Den Haag. Per vraag een gulden in postzegels, het liefst In waarden van 60 en 40 cent bijvoegen. Beslist niet aan de buitenkant opplakken. Geheimhouding is verzekerd. Briefkaarten worden terzijde gelegd. Wat mag men bij een lactose- et wèl aan melkprodukten ge- i? Is alleen zoete melk verbo- vallen kazen en roomboter ik onder? Bij rijping van kaas ie lactose omgezet ln aroma- en melkzuren, zodat in kaas inig lactose voorkomt (1 gr. op Kaas). In.roomboter komt hele- ien lactose voor. Ik raad u aan edingsinformatieblaadjes en van het Voorlichtingsbu- or de Voeding regelmatig door en. Bij de voorlichtingsdienst t zuivelbureau vertelde men de nieuwe tabellen door het voor de Voeding dit Jaar ge- erd zullen worden. In mijn tuin heb ik verleden urgette gezaaid en uit^eplant. het dit jaar weer doen. maar lag weten of dit een gezonde groente is (witamine C). Hoe hen het eten? De Courgette (Italiaans: ti of zuchinit wordt hier te :etbare pompoen genoemd en' ieslist niet alleen in de lóétste n de tuin gekweekt. Het be- 'onden wij zelf. dat de planten escheiden waren en heel veel en vocht aan de andere plan tnamen 't Is natuurlijk wel uk. uit eigen tuin te kunnen n Op dezelfde plaats kan men een heel aardig kruidetuintje jen en daar heeft men dan elke Kier van. de hele zomer door. mogelijkheid voor de winter een voorraad te drogen. De ^■tte kan men tegenwoordig in ^■jfcrmarkten kopen cn bij de de schil glanzend en glad is. want dat zegt wel iets over de jeugd of de ouderdom van de pompoen. Vitamine C is rijkelijk aanwezig Courgette kan men bakken, stoven, koken, vullen en als salade eten. Juist met allerlei soorten tuinkruiden en diverse pitti ge sausen valt er iets lekkers van te maken. U merkt het: We hebben het zelf geprobeerd, maar degenen, die niet bij de tuin betrokken waren ge weest. vonden er niets aan. Vragen: Over natuurgeneeskunst. Antwoord: Wij menen diegenen on der onze lezers, die ons vroegen naar onze mening over homoepathie, acu punctuur, kruiden- en natuurgenees kunde. magnetisme enz., te moeten antwoorden, dat wij onze eigen me ning hebben, die van belang is voor anderen: Wij zijn leken. Dat neemt niet weg. dat ook leken belangstelling dienen te hebben voor argumenten voor en tegen bepaalde geneesmetho den. Van de Nederlandse Werkgroep van Praktizljns in de Natuurlijke Ge neeskunde (Centraal Bureau NWP. Van Lenneplaan 16. 1217 NC Hilver sum) ontvingen wij gegevens over het opinieonderzoek (Lagendijk) alterna tieve geneeswijzen. Onze vragenstel lers verwijzen wij gaarne voor verdere informatie naar de NWP (zoals we dat in deze gevallen steeds hebben gedaan). Vraag: Wij wonen in een laan in de buurt van een Smaragd- en Diamant- weg. Wat is nu een Spinel, want zoiets moet dan toch ook wel in de buurt van kostbaar gesteente te vinden zijn. Antwooes: Een kristalgroep. waarbij heel wat kleuren mogelijk zijn, afhan kelijk van de chemische samenstel lingen. Kenmerkend zijn de hard heid. de glasglans en de vorm van de kristallen (octaëder, of 8vlak) ook als tweelingvorm. waarbij twee kristal len één vlak gemeen hebben. Toeris ten. die Sri Lanka bezochten, komen wel met „robijnen" terug, waar voor experts al heel gauw de naam Spinel zouden vinden. Voor verdere oriënta tie verwijzen wij gaarne naar het geo logisch museum te Leiden en naar de literatuur op dit gebied (onder andere de Elsevier Stenenglds). Vragen: Over twee munten. Antwoord: Het kleine penninkje ls een fiche behorend bij een spel of een penning uit een cafetaria of geluks- machlne. De grote munt is wel „echt" een Nleuwzeelandse kroon, met aan de voorzijde de beeltenis van de va der van koningin Elisabeth van Enge land. George VI. en aan de keerzijde het symbool van dit dominion. Een kroon staat gelijk aan 5 shilling, een flinke munt om zo te zien. te vergelij ken met onze oude rijksdaalder. Vraag: In een advertentie worden sol- licitanten opgeroepen voor een te be geven pensie. Wat bedoelt men daarmee? Antwoord: Dit ls een ouderwets woord voor een studietoelage of een beloning voor een speciale prestatie, ln elk geval een geldsom, die verleend wordt op bepaalde voorwaarden. Zo hebben we een dik boek gezien, waar in alle fondsen voorkomen, voor be hoeftige. Jonge theologische studen ten. Vijftig of honderd gulden was vroeger een bedrag, waar men heel wat voor kon krijgen (studieboeken bij voorbeeld), maar tegenwoordig voelt men er niet zoveel meer voor, als de bepalingen onder meer een diepgaande studie of een lange scrip tie vereisen. Vraag: In liturgieën kom lk wel eens een lied uit de ..Randstadbundel" te gen. Wat is dat voor een bundel0 Waar zijn andere teksten en muziek verkrijgbaar? Antwoord: Mijn eigen exemplaar „Gebeden en gezangen ten dienste van de liturgieviering" werd in 1970 uitgegeven door de NV Gooi en Sticht te Hilversum onder O St S 2055/310670. De inleiding werd ge schreven door pater A. J Boef. fran ciscaan, hoofd dekenale dienst voor lithurgie en kerkmuziek. Ik weet niet of er nieuwe drukken zijn, maar dat is gemakkelijk door uw eigen boekhan delaar na te gaan. Vraag: Is er een vereniging van ama teur-archeologen Ik meen daar wel eens iets van gehoord te hebben en wie zou mij daarover kunnen in lichten? Antwoord: Het centrale adres ls Ar cheologische Werkgemeenschap voor Nederland (AWM) Postbus 100. Hille- gom, v.d Endelaan 90. 2180 HC Hllle- gom (twintig afdelingen over het hele land). Ook de Rijksdienst voor Oud heidkundig Bodemonderzoek (ROB), Kleine Haag 2. 3811 HE Amersfoort, kan u verder helpen. Aanvulling: „tegen de klok schaat ser". Wij werden opgebeld door de NSF (Nederlandse Sport Federatie). Van hooggeleerde kant werden we erop gewezen, dat het „links om gaan" niet voorbehouden ls aan de op de Griekse oudheid teruggaande sportgebruiken Ook bij de Oerma- nen en Kelten, ging men bij begra fenissen. althans dodengebruiken links om Ook werd gewezen op de neiging naar links af te wijken, bij voorbeeld in woestijnen en oerwou den. waarbij men in een kring gaat lopen (desoriëntatie). Een andere classicus gaf me de raad nog eens mijn oude Van Wageningen op te slaan op bladzijde 1703 en voor te lezen wat daar staat onder het woord Sinister (links). Nu het is een toer om al telefonerende te zoeken in een heel oud en uit elkaar liggend Latijns woordenboek van ouderwets for maat, maar het lukte toch Sinister is boosaardig, links ongunstig (hetzelf de geldt voor het Latijnse woord lae- vus) als godsdienstige term voor 't Romeinse standpunt, daar de Ro meinse wichelaars en uitleggers met het gezicht naar het Zuiden keerden en daarbij het gelukbrengende Oos ten aan de linkerhand hadden „gun stig". Voor de Grieken was het pre cies andersom, want de Oriekse zie ner stond juist met het gezicht naar het Noorden dus „ongunstig". (Hoewel in het Grieks niet alle bron nen daarop wijzen, zie woordenboek van F Müller 6i Znwaar links meestal gunstig is.). Nu lk ervaren heb. dat in wetenschappelijke krin gen ook over deze zaak wel eens ge sproken. maar vaker gezwegen wordt, hoop lk dat ons probleem ten slotte zal uitgedokterd worden ln een docto raalscriptie of iets dergelijks, want er komt genoeg vergelijken en conclu deren bij te pas (met gepaste beschei denheid gezegd, voel ik zelf nog steeds het meest voor „de vrees voor hubris". Vraag: André Kloos gaf bij zijn aftre den als voorzitter van de VARA „zijn pijp aan Maarten". Welke pijp en wie is Maarten? K ter Laan vermeldt deze uitdrukking niet Antwoord: Als K. ter Laan ons niet inlicht, moeten we maar van de ver onderstelling uitgaan, dat Kloos be doelde: Geef mijn portie maar aan Flkke Ik raad u Vraag het aan de VARA en aan de heer Kloos zelf. Vraag: Was het verhaal van Köpe- nick echt of verzonnen? Antwoord: Wat er echt gebeurde was het volgende: In het Jaar 1906 heeft een schoenmaker. Volgt genaamd, in een kapiteinsuniform, met twaalf sol daten. die misschien ook niet op de normale manier aan hun pakje geko men waren, het stadhuis bezet van Köpenlck, een voorstadje van Ber lijn Daarna ging hij er met de kas vandoor. Om dit gegeven heen zijn ln latere Jaren allerlei grappige verhalen gegroeid. De oude film van Heinz Rühmann als de schutterige schoen maker, die tengevolge van zijn eigen onnozelheid ln een mooi pak voor een hoge autoriteit werd aangezien, was indertijd een groot succes. Het eind was. dat zelfs de strengste regenten ln een appelflauwte lagen over zoiets geks en stoms. Het woord Köpeni- ckade wordt nog steeds gebruikt voor een gedurfde schurkentruc of opllch- tersstreek waarbij de hoofdfiguur zich voor een hooggeplaatst persoon uitgeeft, maar In een operette of film is dat dan meestal een lachertje.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 7