bloemenvrouw van 'de Tangh'
Rijbewijs
T
Uit brieven van lezers
Aria de Nedorost-Waller hangt niet de rijke dame uit
NDAG 11 FEBRUARI 1980
TROUW/KWARTET
E A
la8Jd«
>uw!
■ekk
ior Fred Lammers
'NEN Vanaf de
atweg Elst-Rhenen
iet witte landhuis
Tangh', zoals het
szins op een heuvel
te midden van eni-
►oomgroepen staat,
blikvanger. Een
e, met kastanjebo-
omzoomde, oprij -
voert naar de
dingang op een
een paar meter
verweerde, tuin-
ir omgeven binnen-
ts.
k op de bel druk weer-
dat door het huis. Het
leert ook een paar hon-
die ik in de verte hoor
n. Dat geluid komt al
dichterbij. De bewoon-
an 'De Tangh" is in aan-
en zwaait even later
Ie brede groene deur
Carl a de Nedorost-Wal-
erk
Carla de Nedorost-Waller een van mijn zeven vreugden
!n.8<Ve in de hal lopen, waar
'P,afetten van mensen die
aardse bestaan sinds
lebben beëindigd op me
len. licht Carla me in
Ie problemen die haar
It moment parten spe-
i de verwarming is een
ge ontstaan en dat
tot gevolg dat ze nu in
iu en de rommel zit. En
atste had ze juist willen
uchten. Toen een paar
n geleden op de bovene-
gasverwarming werd
ilegd. pakte zij haar bie-
n reisde af naar haar
nhuis in de Franse Dor-
f. In plaats van terug te
n in een tiuis dat weer
Je was. nu dit. Het leven
in i|en Isfhdgoedbewoonster
ook niet altijd over
er geen bezwaar tegen
gaan we maar in de keu-
lkofeitten. Dat is de enige
s in huis waar het nog
beetje behaaglijk is.
heb ik het fornuis aan-
in. Dat geeft ten minste
warmte." roept de on-
zeventig jaar geworden
entx de Nedorost uit. Sandy
de Dalmatiërs, sprin
gen me op om hun
igierigheid te bevredi-
n gaan dan een dutje
in de twee hondeman-
lie bij de grote schouw
„De tijden verande-
'roeger mocht ik nooit
keuken komen, nu ont-
ik er mijn gasten. Maar
g maar zo: een mens
zich aanpassen, overal
te van zien te maken."
Igt Carla als we aan de
met Brabants bont be-
tafel gaan zitten.
:enlijke aanleiding tot
bezoek aan 'de Tangh'
stencil, dat de conser-
amte van het streekmu-
ngeqm Rhenen me heeft ge-
over een tentoonstel
de tot en met 1 maart in
museum wordt gehou-
'"tehalve een schilder en
ramist exposeert daar
de Nedorost, die vol-
let stencil met veel lief-
hele leven de bloem-
;t heeft beoefend".
levoeging. dat zij haar
jien kweekt in de tuinen
r landgoed, ze vervol
gens in zand of op de zolder
droogt en dat haar arrange
menten waarin ze ook veel
wilde planten, die ze in de
omgeving verzamelt, ver
werkt in diverse openbare
gebouwen zijn te vinden,
maakte me nieuwsgierig. Wie
zou er schuilgaan achter die
vrouw op die buitenplaats bij
Rhenen?
Nadere informatie maakte
me duidelijk dat Carla de Ne
dorost tot de Rhenense nota
belen behoort, zonder daar
overigens misbruik van te
maken. „Ze hangt beslist
niet de rijke dame uit." ver
telde iemand die haar vrij
goed kent. Dat was een waar
heidsgetrouwe omschrijving.
Als we in de antiek ingerich
te keuken aan de koffie zit
ten. die Carla's vriendin, de
voor haar jaarlijkse bezoek
uit Argentinië overgekomen
Joan, gravin van Limburg
Stirum- de Beaufort, heeft
klaargemaakt, heb ik al ge
merkt dat Carla een vrouw is
die met beide benen op de
grond staat. Rhenen kent
haar als een van de dochters-
van dokter Waller, de legen
darisch geworden huisarts,
die hoogbejaard hij werd
94 in 1971 overleed.
William Waller
„De deerne van den dokter"
noemden ze me vroeger."
vertelt Carla. Dokter William
Waller is in Rhenen zo'n be
roemde figuur geweest, dat
er nog tijdens zijn leven een
straat naar hem werd ver
noemd." Daarmee was vader,
die niets van officieel eerbe
toon moest hebben, erg ver
guld. Onlangs is hij zelfs de
hoofdpersoon in een streek
roman geworden. In „Men
sen in een kleine wereld" van
Piet Terlouw spelen vader en
moeder allebei een rol, welis
waar onder gefingeerde na
men. maar iedereen hier in
Rhenen weet dat zij zijn be
doeld. Het is heel aardig ge
daan, hoewel vader wel een
beetje anders is getekend
dan hij was. Hij zou bij voor
beeld nooit hebben gezegd,
zoals de dokter in het boek
doet. 'Geef me nog eens een
borrel'. Vader dronk geen
borrels. Als hij het boek zou
hebben kunnen lezen, zou hij
denk ik fijntjes hebben ge
glimlacht."
Carla en haar zuster May.
genoemd naar haar Engelse
grootmoeder, werden niet op
„de Tangh" geboren maar in
hetdoktershuis In de Heeren
straat. dat in de oorlog werd
verwoest. „Als meisje van
zestien verhuisde ik naar dit
huis. dat mijn ouders hebben
laten bouwen, vader zelf
heeft er druk voor ontwor
pen. Hij had in zijn hart ei
genlijk architect willen wor
den. maar werd dokter, om
dat grootvader dat zo beslis
te. De gronden van „de
Tangh" hadden ze al in 1919
gekocht. In dat jaar trok va
der er op een dag op uit met
oom Charles Testas, heer van
Oud Wulven, een diêrbare
oom van mij, die destijds op
zoek was naar grond om een
huis op te zetten. Ze keken
ook rond op „de Tangh".
Oom Charles vond dat te ver
buiten Rhenen liggen, maar
vader was er meteen verliefd
op. Hij heeft het heel goed
koop gekocht.
„We waren er dolgelukkig
mee. Mijn ouders gingen er
bloemen en planten kweken,
legden er een tennisbaan aan
en bouwden er een hut, onze
eerste nederzetting, om in te
picknicken. Op een dag zei
moeder: nou moet er ook nog
een huis komen, en dat werd
„de Tangh". waaraan ik met
sterke banden gebonden
ben. Toen ik met een marine
officier was getrouwd en in
Indonesië woonde had ik er
vaak heimwee naar."
Rhodesië
In de oorlogsjaren vroeg Car
la zich wel eens af of zij „de
Tangh" ooit zou terugzien.
Evenals tal van marinevrou
wen was zjj met haar twee
kinderen voor de Japanse in
val uit Indië vertrokken. Ze
kwam in Rhodesië terecht en
ging daar in een soort mane
ge werken, liet daar haar
handen flink wapperen. An
dere tijden, andere zeden. Na
de oorlog hoorde Carla dat
haar man. Oostenrijker van
geboorte, als luitenant ter
zee in de slag op de Javazee
was omgekomen, nog maar
34 jaar oud. Ze ging terug
naar Nederland en nam haar
intrek bij haar ouders op „de
Tangh", dat goed door de
oorlog was gekomen." Ik ben
er blijven wonen. Mijn zuster
was er niet zo in geïnteres
seerd. Zij vond het huis uit
de tijd. Daar denk ik anders
over en mijn twee kinderen
en kleinkinderen gelukkig
ook."
De personeelsstaf is In verge
lijking met vroeger danig uit
gedund. Carla woont op „de
Tangh" met een oude gedien
stige, de weduwe van de tuin
man, en haar dieren, de hon
den. de twee witten poesen,
de sierlijke pauw en de parel
hoenders, temidden van haar
bloemen, want daar draait
het om. „Bloemen zijn een
van mijn zeven vreugden zeg
ik wel eens en daar horen dan
ook mijn kinderen en klein
kinderen bij."
Op haar landgoed, waartoe
ook het aangrenzende land
goed „de Galg" behoort (bij
elkaar achttien hectaren),
kweekt Carla haar bloemen.
Als het buiten vriest dat het
kraakt is zij al met allerlei
catalogussen in de weer. Be
gin maart wordt er gezaaid,
alles in bakken. De inhoud
daarvan plant ze vroeg in het
voorjaar uit Dan breken
drukke maanden aan. „Ge
middeld ben ik zomers een
uur of tien per dag in de tuin
bezig. De bloemen moeten
worden geplukt en van blad
ontdaan en te drogen worden
gehangen. Daarmee ga ik
door totdat het echt winter
wordt. Dan kan ik aan het
werk gaan met mijn arrange
menten."
'Zitbaden
Dat drogen doet Carla op de
grote zolder van het huis te
midden van de kisten vol
oude kleren, die nu goede
diensten bewijzen als ver-
kleedkleren als de kleinkin
deren komen. Op die zolder
staan ook de zinken zitba
den, die vroeger intensief
werden gebruikt. „Een ervan
moest ik meenemen toen ik
in Nijmegen op kostschool
was. Je ging daar eens in de
week in bad. maar dat von
den mijn ouders, die erg op
hygiëne waren, te weinig.
Vandaar dat ik dat privé,
zitbad kreeg. Moeder had er
ook een. Dat sleepte ze over
al mee naar toe als ze op reis
ging, met erin een matras. Ze
was doodsbang ergens be
smet te zullen worden met
t.b.c.. toen een gevreesde
ziekte."
Haar belangstelling voor
bloemen heeft Carla van
geen vreemde." Moeder heeft
ons al jong geleerd boeketjes
te maken. We deden dat dan
voor de jaarlijkse bazaar van
„Ziekenzorg", de voorloper
van het ziekenhuis in Rhe-
•folo: Henk Tukker)
nen, waar vader mee begon,
evenals met een plaatselijk
ziekenfonds. Veel mensen
wachtten vroeger veel te lang
met naar de dokter te lopen.
Er was veel armoede in Rhe
nen en de dokter kostte geld.
al was vader wat dat betreft
erg gemakkelijk. Hoe vaak
hij heeft nagelaten een reke
ning te sturen! Tientallen Ja
ren later hadden dezelfde fa
milies soms twee mercedes-
sen voor de deur staan. Dat
vond vader wel grappig Zijn
ziekenfonds had veel aftrek.
Elke week ging er namens
vader iemand met een bus
rond. Elk gezin betaalde dan
een dubbeltje en in ruil daar
voor was men verzekerd van
gratis geneeskundige behan
deling als dat nodig was."
Lange dagen
Daar William Waller de enige
arts was in Rhenen en omge
ving maakte hij lange dagen.
Tussen de bedrijven door
was hij in zijn tuin te vin
den." Terwijl moeder zich
met de bloemen bezig hield,
zorgde vader voor de beplan
ting. Hoewel de boeren in het
begin zeiden dat hier nauwe
lijks iets anders zou willen
groeien dan de bestaande el
zenbosjes heeft vader hon
derden bomen geplant en
volwassen zien worden. Dat
is niet vanzelf gegaan. In dro
ge zomers was vader 's
avonds laat en soms 's'
nachts nog in de weer om ze
te begieten met emmers wa
ter die hij uit de Rijn, die hier
beneden stroomt, haalde.
Het is daarom dat ik zo aan
die bomen ben gehecht. In de
droge zomer van 1976 heb ik
ze ook dagelijks begoten,
niet met emmertjes, maar
met een sproeiwagen."
In de bibliotheek van „de
Tangh" staan de boeken,
waaruit Carla's ouders hun
wijsheid putten Daar be
vindt zich ook het kaartsys
teem. dat zij aanlegden en
waarin allerlei persoonlijke
tips staan hoe met bloemen
en planten om te gaan. Carla
behandelt die kaarten of het
stukjes antiek zijn. „Ze ho
ren bij „de Tangh". netzo als
ik zelf. Ik ben langzamer
hand ook een oude boom ge
worden, die hier hecht is ge
worteld."
door Mink van Rijsdijk
Er wordt wat afgeleden voordat men het noodza
kelijke rose papiertje in handen heeft dat een
algemene rijvaardigheid symboliseert. Het aantal
verhalen over dikke onbillijkheden waarmee exa
minatoren een mens de rijbevoegdheid proberen te
ontzeggen is legio. Maar de heren die beslissen of
iemand wel of niet een gevaar op de weg vormt,
hebben op hun beurt zo hun eigen anekdotes over
geblunder en gestumper van figuren die geheel ten
onrechte menen rijvaardig te zijn. Kortom over
en weer veel kommer en kwel, wat voor repeteren
de zakkers gauw een paar jaar lijden kan inhou
den, nog afgezien van de fikse financiële klap. Nu
is het een buitengewoon geruststellende gedachte
dat er overal en altijd wel lieden bestaan die
bekommerd zijn over het lot van tobbers en
zielepietige wanboffers. Zo liggen er in ons goede
land mensen wakker van droefheid omdat brave
sukkels maar nooit leren straatje te keren zonder
een vuilnisbak te rammen. Dat er altijd maar weer
op voorrangskruisingen motoren afslaan, bezorgt
deze nobele borsten een prop in de keel. Ze leven
niet alleen een beetje vaag mee, nee nee, ze
hebben een positieve daad willen stellen opdat een
iegelijk die dat wenst zich gediplomeerd in het
verkeer kan mengen.
IN VIJF DAGEN UW RIJBEWIJS, las ik in een
advertentie. Is dat niet geweldig? Voor Riekje uit
Zoutkamp, die al negen keer is gezakt? Of voor
Bcrtus die voor niemand weten wil dat er al twee
jaar een autootje staat te roesten dat hij zich een
tikkeltje te voorbarig aanschafte? In vijf dagen je
rijbewijs. Maar dat kan helemaal niet, zal een
deskundige en degelijke rij-instructeur opmerken.
Nou, reken maar dat zoiets best kan. Alleen moet
men er wel voor naar Egypte. Het daar gehaalde
diploma wisselt U wel in voor een hier geldig
document.
Egypte is een heerlijk land. Op een kameel of een
ezeltje een eind de woestijn in, kan ik werkelijk
van harte aanbevelen. Een beetje pijn in de
bilspieren de volgende dag is niet zo aangenaam,
maar van autorijden in Cairo zijn de gevolgen veel
slopender. En in de gigantische drukte van die stad
wordt men geacht rijvaardig te worden. Persoon
lijk heb ik me daar niet achter het stuur gewaagd,
als bijrijdster was het zenuwvretend genoeg. Men
is er gewend in rijen van vijf naast elkaar te racen
en iedereen doet dat rats-roets bij de gratie van de
claxon. Zodra je Caïro binnenkomt, denk je: wat
hoor ik toch? Alras merk je dat het een nimmer
aflatend getoeter is, een gestaag pè-pè en toet-toet.
Dag en nacht gaat dat onverminderd door. Dat
menige auto geen normale claxon heeft, maar het
gewenste geluid produceert via een continu vonken
schietend koperdraadje is een pittoresk detail.
Cairo heeft vele stoplichten en omdat die dingen
het verkeer alleen maar ophouden, negeert men
die om het even of de lichten rood of groen zijn.
Een enkele keer is er zomaar ineens een vertoorn
de agent die bezwaar heeft tegen doorkarren, maar
tot een echte bekeuring hoeft het bijna nooit te
komen. Zijn gram is namelijk niet zo prijzig en ter
plekke af te kopen. Behalve het behendige laveren
tussen het vele blik door, dient men rekening te
houden met ezclwagentjes, rijtuigjes en deinende
kamelen. Hun tempo is verrassend afwijkend van
de rest van het verkeer. Vooral na zonsondergang
is het uitkijken geblazen, want ezels en kamelen
zijn van nature niet uitgerust met achterlichten en
dat heeft men in Egypte maar zo gelaten. Om de
haverklap een noodstop is dus schering en inslag.
Rest mij nog te melden dat Caïro barst van de
fietsers. Nou zijn we daar in Nederland wel aan
gewend, maar behalve dat er nergens fietspaden
zijn, is het erg gecompliceerd dat iedere fietser
onder alle omstandigheden meent voorrang te
hebben. Dat is wel even wennen. Maar geen nood,
in vijf dagen kan men volgens de advertentie dwars
door dit ongerief heen een rijbewijs halen. Wat
deze wonderlijke trip kost is niet helemaal duide
lijk. Overduidelijk is echter dat u, als u weer op
adem bent gekomen op eigen basis, terstond rijles
sen dient te nemen. Niet om een rijbewijs te halen,
maar om te leren rijden. Tussen twee haakjes:
vergeet nou niet dat door een rood stoplicht rijden
hier écht niet mag.
Okee, u bent het moeilijke gedoe hier zat, u wilt
eindelijk uw rijbewijs hebben en gaat op zo'n
rijlessentrip naar Egypte en de wonderen zijn de
wereld niet uit u slaagt daar subiet temidden van
het getoeter. In mijn gedachten zie ik u dan op het
vliegveld van Caïro staan voor de terugtocht. U
hebt uw rijbewijs en van pure agitatie ook zenuw
vlekken in uw hals. Wedden dat de douaneman
denkt dat u pokken hebt? Sneu hoor. U dacht
immers dat een pokkenbriefje onzin was voor die
enkele vijf dagen. Héél héél naar, maar nu mag u
Egypte niet uit. Wat een paniek. Maar leerzaam
hoor, want er is in Caïro zoveel meer dan toet-toet
en pè pè.
Crisisbeleid
In reactie op berichten in de pers over
het advies van drie vooraanstaande
juristen aan de burgemeester van
Amsterdam ten aanzien van de kra
kers bij hoge uitzondering een Inge
zonden stuk. Zonder te willen treden
in een beoordeling van het kraken als
zodanig, zou een gewelddadige ont
ruiming r«u een verkeerd (werkend)
crisisbeleid zijn. Hierbij zou de voor
keur gegeven worden aan een metho
de gehanteerd bij de ontruiming van
de moskee van Mekka boven de lan-
getermijntactiek bij de bezetting in
Teheran.
Bovendien roept een dergelijk advies,
kort voor de inhuldiging onbedoeld
en ongewild herinneringen op aan
eerdere gebeurtenissen in Amster
dam in crisissituaties (Jordaanop-
roer, rookbommen Paleisstraat). Een
dergelijke koers moet door alle voor
standers van orde via verdraagzaam
heid uit alle macht worden voor
komen.
Amsterdam G. van Roon (VU)
Pacht
Met diepe verontwaardiging heb ik
kennis genomen van het voornemen
van minister Van der Stee. pacht
overeenkomsten te laten beëindigen
als de pachter 65 Jaar is. Ik ben juist
65 geworden en nu. dus niet ver
vroegd. opgehouden met mijn werk
in loondienst. Gelukkig heb lk een
flink stuk tuin. ongeveer drievierde
hectare met een pacht-contract lo
pend tot 2005. Niet om veel geld in te
verdienen, maar als aangename be
zigheid. Zo zijn er duizenden. Ook
mensen met een klein bedrijf, waarin
ze altijd hun brood verdiend hebben,
kunnen er niet altijd toe komen pre
cies op 65 Jaar op te houden. Ik hoop,
dat deze wijziging van de pachtwet
niet zal doorgaan. Ik zou het voor
mezelf ervaren als een stuk persoon
lijke diefstal.
Numansdorp A. Vogelaar
Onverdraagzaam
Het heeft mij getroffen als iets van
„evenwicht zoeken", dat in Trouw
van 4 februari een gedeelte ls overge
nomen uit een zoals gezegd werd
„progressief' r.-k. weekblad „De Ba
zuin", waarin werd geschreven over
de onverdraagzaamheid ook ln de
„basisgroepen" Het „volk Gods" is
„mondig" geworden. Ja. maar is het
niet typerend voor het (gespannen'
mondig-worden van de puber, dat hij
nog niet open staat voor de vraag, in
hoeverre een ander ook gelijk kan
hebben? Teken van angst, dat hij het
misschien (nog) niet bij het rechte
eind heeft? Al vraagt hij aan de ander
wel om die geduldige verdraagzaam
heid die hijzelf nog niet kan opbren
gen, omdat het hem er om te doen is
tot ..zijn" recht te komen. Zijn alle
kerken na dat eerste stadium van
mondigheid nu niet toe aan een twee
de: die van de rijper wordende mens.
die er meer op uit is om in gestadig
overleg met en luisterend naar de
andersdenkende tot vernieuwingen
te komen? In verdraagzaamheid voor
zijn opinie?
Den Haag
drs M. H. Reuchlin
Onder redactie van
mevrouw J Wentink-Frumau
en mr J. J. Wentink
MEDEDELING: Ala opvolgster van de heer en mevrouw Wentink zal Heieen van Batenburg deze rubriek
voortzetten. Nieuwe vragen uitsluitend In envelop sturen naar PROBLEEM IS HET ONZE. Postbus 99313, 2509
AH Den Haag. Per vraag een gulden in postzegels, het liefst In waarden van 60 en 40 cent bijvoegen. Beslist niet
aan de buitenkant opplakken. Geheimhouding is verzekerd. Briefkaarten worden terzijde gelegd.
Wat mag men bij een lactose-
et wèl aan melkprodukten ge-
i? Is alleen zoete melk verbo-
vallen kazen en roomboter
ik onder?
Bij rijping van kaas
ie lactose omgezet ln aroma-
en melkzuren, zodat in kaas
inig lactose voorkomt (1 gr. op
Kaas). In.roomboter komt hele-
ien lactose voor. Ik raad u aan
edingsinformatieblaadjes en
van het Voorlichtingsbu-
or de Voeding regelmatig door
en. Bij de voorlichtingsdienst
t zuivelbureau vertelde men
de nieuwe tabellen door het
voor de Voeding dit Jaar ge-
erd zullen worden.
In mijn tuin heb ik verleden
urgette gezaaid en uit^eplant.
het dit jaar weer doen. maar
lag weten of dit een gezonde
groente is (witamine C). Hoe
hen het eten?
De Courgette (Italiaans:
ti of zuchinit wordt hier te
:etbare pompoen genoemd en'
ieslist niet alleen in de lóétste
n de tuin gekweekt. Het be-
'onden wij zelf. dat de planten
escheiden waren en heel veel
en vocht aan de andere plan
tnamen 't Is natuurlijk wel
uk. uit eigen tuin te kunnen
n Op dezelfde plaats kan men
een heel aardig kruidetuintje
jen en daar heeft men dan elke
Kier van. de hele zomer door.
mogelijkheid voor de winter
een voorraad te drogen. De
^■tte kan men tegenwoordig in
^■jfcrmarkten kopen cn bij de
de schil glanzend en glad is. want dat
zegt wel iets over de jeugd of de
ouderdom van de pompoen. Vitamine
C is rijkelijk aanwezig Courgette kan
men bakken, stoven, koken, vullen en
als salade eten. Juist met allerlei
soorten tuinkruiden en diverse pitti
ge sausen valt er iets lekkers van te
maken. U merkt het: We hebben het
zelf geprobeerd, maar degenen, die
niet bij de tuin betrokken waren ge
weest. vonden er niets aan.
Vragen: Over natuurgeneeskunst.
Antwoord: Wij menen diegenen on
der onze lezers, die ons vroegen naar
onze mening over homoepathie, acu
punctuur, kruiden- en natuurgenees
kunde. magnetisme enz., te moeten
antwoorden, dat wij onze eigen me
ning hebben, die van belang is voor
anderen: Wij zijn leken. Dat neemt
niet weg. dat ook leken belangstelling
dienen te hebben voor argumenten
voor en tegen bepaalde geneesmetho
den. Van de Nederlandse Werkgroep
van Praktizljns in de Natuurlijke Ge
neeskunde (Centraal Bureau NWP.
Van Lenneplaan 16. 1217 NC Hilver
sum) ontvingen wij gegevens over het
opinieonderzoek (Lagendijk) alterna
tieve geneeswijzen. Onze vragenstel
lers verwijzen wij gaarne voor verdere
informatie naar de NWP (zoals we dat
in deze gevallen steeds hebben
gedaan).
Vraag: Wij wonen in een laan in de
buurt van een Smaragd- en Diamant-
weg. Wat is nu een Spinel, want zoiets
moet dan toch ook wel in de buurt
van kostbaar gesteente te vinden
zijn.
Antwooes: Een kristalgroep. waarbij
heel wat kleuren mogelijk zijn, afhan
kelijk van de chemische samenstel
lingen. Kenmerkend zijn de hard
heid. de glasglans en de vorm van de
kristallen (octaëder, of 8vlak) ook als
tweelingvorm. waarbij twee kristal
len één vlak gemeen hebben. Toeris
ten. die Sri Lanka bezochten, komen
wel met „robijnen" terug, waar voor
experts al heel gauw de naam Spinel
zouden vinden. Voor verdere oriënta
tie verwijzen wij gaarne naar het geo
logisch museum te Leiden en naar de
literatuur op dit gebied (onder andere
de Elsevier Stenenglds).
Vragen: Over twee munten.
Antwoord: Het kleine penninkje ls
een fiche behorend bij een spel of een
penning uit een cafetaria of geluks-
machlne. De grote munt is wel „echt"
een Nleuwzeelandse kroon, met aan
de voorzijde de beeltenis van de va
der van koningin Elisabeth van Enge
land. George VI. en aan de keerzijde
het symbool van dit dominion. Een
kroon staat gelijk aan 5 shilling, een
flinke munt om zo te zien. te vergelij
ken met onze oude rijksdaalder.
Vraag: In een advertentie worden sol-
licitanten opgeroepen voor een te be
geven pensie. Wat bedoelt men
daarmee?
Antwoord: Dit ls een ouderwets
woord voor een studietoelage of een
beloning voor een speciale prestatie,
ln elk geval een geldsom, die verleend
wordt op bepaalde voorwaarden. Zo
hebben we een dik boek gezien, waar
in alle fondsen voorkomen, voor be
hoeftige. Jonge theologische studen
ten. Vijftig of honderd gulden was
vroeger een bedrag, waar men heel
wat voor kon krijgen (studieboeken
bij voorbeeld), maar tegenwoordig
voelt men er niet zoveel meer voor,
als de bepalingen onder meer een
diepgaande studie of een lange scrip
tie vereisen.
Vraag: In liturgieën kom lk wel eens
een lied uit de ..Randstadbundel" te
gen. Wat is dat voor een bundel0
Waar zijn andere teksten en muziek
verkrijgbaar?
Antwoord: Mijn eigen exemplaar
„Gebeden en gezangen ten dienste
van de liturgieviering" werd in 1970
uitgegeven door de NV Gooi en Sticht
te Hilversum onder O St S
2055/310670. De inleiding werd ge
schreven door pater A. J Boef. fran
ciscaan, hoofd dekenale dienst voor
lithurgie en kerkmuziek. Ik weet niet
of er nieuwe drukken zijn, maar dat is
gemakkelijk door uw eigen boekhan
delaar na te gaan.
Vraag: Is er een vereniging van ama
teur-archeologen Ik meen daar wel
eens iets van gehoord te hebben en
wie zou mij daarover kunnen in
lichten?
Antwoord: Het centrale adres ls Ar
cheologische Werkgemeenschap voor
Nederland (AWM) Postbus 100. Hille-
gom, v.d Endelaan 90. 2180 HC Hllle-
gom (twintig afdelingen over het hele
land). Ook de Rijksdienst voor Oud
heidkundig Bodemonderzoek (ROB),
Kleine Haag 2. 3811 HE Amersfoort,
kan u verder helpen.
Aanvulling: „tegen de klok schaat
ser". Wij werden opgebeld door de
NSF (Nederlandse Sport Federatie).
Van hooggeleerde kant werden we
erop gewezen, dat het „links om
gaan" niet voorbehouden ls aan de op
de Griekse oudheid teruggaande
sportgebruiken Ook bij de Oerma-
nen en Kelten, ging men bij begra
fenissen. althans dodengebruiken
links om Ook werd gewezen op de
neiging naar links af te wijken, bij
voorbeeld in woestijnen en oerwou
den. waarbij men in een kring gaat
lopen (desoriëntatie). Een andere
classicus gaf me de raad nog eens
mijn oude Van Wageningen op te
slaan op bladzijde 1703 en voor te
lezen wat daar staat onder het woord
Sinister (links). Nu het is een toer om
al telefonerende te zoeken in een heel
oud en uit elkaar liggend Latijns
woordenboek van ouderwets for
maat, maar het lukte toch Sinister is
boosaardig, links ongunstig (hetzelf
de geldt voor het Latijnse woord lae-
vus) als godsdienstige term voor 't
Romeinse standpunt, daar de Ro
meinse wichelaars en uitleggers met
het gezicht naar het Zuiden keerden
en daarbij het gelukbrengende Oos
ten aan de linkerhand hadden „gun
stig". Voor de Grieken was het pre
cies andersom, want de Oriekse zie
ner stond juist met het gezicht naar
het Noorden dus „ongunstig".
(Hoewel in het Grieks niet alle bron
nen daarop wijzen, zie woordenboek
van F Müller 6i Znwaar links
meestal gunstig is.). Nu lk ervaren
heb. dat in wetenschappelijke krin
gen ook over deze zaak wel eens ge
sproken. maar vaker gezwegen wordt,
hoop lk dat ons probleem ten slotte
zal uitgedokterd worden ln een docto
raalscriptie of iets dergelijks, want er
komt genoeg vergelijken en conclu
deren bij te pas (met gepaste beschei
denheid gezegd, voel ik zelf nog
steeds het meest voor „de vrees voor
hubris".
Vraag: André Kloos gaf bij zijn aftre
den als voorzitter van de VARA „zijn
pijp aan Maarten". Welke pijp en wie
is Maarten? K ter Laan vermeldt
deze uitdrukking niet
Antwoord: Als K. ter Laan ons niet
inlicht, moeten we maar van de ver
onderstelling uitgaan, dat Kloos be
doelde: Geef mijn portie maar aan
Flkke Ik raad u Vraag het aan de
VARA en aan de heer Kloos zelf.
Vraag: Was het verhaal van Köpe-
nick echt of verzonnen?
Antwoord: Wat er echt gebeurde was
het volgende: In het Jaar 1906 heeft
een schoenmaker. Volgt genaamd, in
een kapiteinsuniform, met twaalf sol
daten. die misschien ook niet op de
normale manier aan hun pakje geko
men waren, het stadhuis bezet van
Köpenlck, een voorstadje van Ber
lijn Daarna ging hij er met de kas
vandoor. Om dit gegeven heen zijn ln
latere Jaren allerlei grappige verhalen
gegroeid. De oude film van Heinz
Rühmann als de schutterige schoen
maker, die tengevolge van zijn eigen
onnozelheid ln een mooi pak voor een
hoge autoriteit werd aangezien, was
indertijd een groot succes. Het eind
was. dat zelfs de strengste regenten ln
een appelflauwte lagen over zoiets
geks en stoms. Het woord Köpeni-
ckade wordt nog steeds gebruikt voor
een gedurfde schurkentruc of opllch-
tersstreek waarbij de hoofdfiguur
zich voor een hooggeplaatst persoon
uitgeeft, maar In een operette of film
is dat dan meestal een lachertje.