Diplomatie
onder vuur
Straat van Ormoez
Wit is van zuster Beatrijs
Iran en Afghanistan
bewijzen juistheid van sanctiewet
2
G 8 FEERUARI 1980
TROUWKWARTET P 13 - RHS 15
ir Guus van Hemert
t leraar Nederlands was een
£et die veel van dé Beatrijs van
s hield, een-gedicht uit 1907
iet onderwerp hernam van een
langer poëtisch werk uit de
ieleeuwen. Op
•acht-sessies binnen
Joltijd hogere klassen bijeen
fgymzdal werd het soms
clameerd. Ik herinner mij
Jinste een donkere
lermiddag daar in Den Haag
et begin van de hongerwinter,—
1 ran de laatste keren dat wij
r school gingen waarop wij
•i holle magen maar zonder spot
t andersom als nu dus) zaten te
^eren naar dat gedicht. Ook in
orlog gaat een soort vrede door.
^rerd afgebroken door
alarm en afweergeschut,
ligen die daar zaten zijn na de
mberse razzia's niet meer uit
sland teruggekeerd. Maar wij
iverleven moeten doorgaan,
'fcmet wat we op school leerden.
onze leraar had ik begTepen,
le middeleeuwse Beatrijs (die
liet lazen) religieus wel sterker
dan het ragfijne gedicht van
tens, maar dat dit laatste de
zon iselijke kant het best had
'acM ingen. Een jaar of wat later
HoFi er Ias het middeleeuwse werk
ij ierkte tot mijn grote
Aondering dat dit met name
se lijk veel krachtiger en voller
inen dan het lieve pre-rafaëlitische
res lderijtje van Boutens.
self
ent het onderwerp. Een legende
;inde dertiende eeuw, die vertelt
i metfeen Jonge religieuze, kosteres in
oilet rklooster, verliefd is op een
zj.er van haar leeftijd. Zij verlaat
r bdij. leeft zeven jaar met hem,
te".e jt twee kinderen. Dan gaan ze
klein r armoe uit elkaar. Zij blijft
twee met de kleinen en probeert
>pies)rostituée de honger buiten de
als men ze te priem-tijde
(morgengebed) zochte./dat men ze
daar best vinden mochte.
In het geheel van het verhaal
werken zulke verzen nog beter dan
geïsoleerd. Je merkt dan nog meer
datdeze mooiste creatie van de
mifldelnederlandse literatuur de
klare preciesheid bezit die grote
kunst er zo bedrieglijk gemakkelijk
doet uitzien.
Pas heb ik het werk voor de derde
keer gelezen. Wat mij nu het meest
opviel, was de heldere constatering
van financiële gegevens. Met vaste
hand wordt de situatie economisch
precies en toch psychlologlsch teder
omlijnd. Hun verwijdering: geen
lange huwelijksbureau gesprekken,
maar kort, doch met alles erin: De
armoede maakte een gescheet
(geschil) tussen hen beide, al wast
hen leed./Aan de man ontbrak de
eerste trouwe, hij Hetze daar in grote
rouwe/Daar bleven met haar
ginder/twee uitermatê schone
kinder.
Het gedicht zit vol economische
observaties: De tijd werd in den
lande diere (duur) van spijzen,
wijne ende biere. En: Kleder,
schoonheid (sieraden) ende paarde
verkochten zij te halver waarde. En:
Al kon ik ene rok spinnen ik zou er
niet meer winnen in twee weken een
boord.
Ook de tijd van de prostitutie staat in
dat teken: Ende winnen met mijnen
lichame geld/daar ik mee mag
kopen spise Ik mag ingener wise
mijn kinder niet begeven (in de steek
laten).
En de dichter vergeet niet mee te
delen waar, na Beatrijs' verdwijnen,
de weduwe voor de kinderen de kost
vandaan kon halen. Trouwens, begint
het werk niet met een zin over geld?
Ookzo'n meesterworo. die
openingszin: Van dichten komt mij
kleine bate./De lieden raden mij dat
ik 't late. Waar Oerard Reve
bladzijden voor nodig had, hier in
twee regeltjes. Heel het buiten het
léven staan van de dichter (voor de
verstaanders: het
Assurancetorix-corriplex). De door
deze poeet minstens onbewust als
krankzinnig ervaren tegenstelling
tussen het feit dat een eeuwen
trotserende schoonheid uit zijn
handen komt en hij er nauwelijks een
cent voor krijgt. Trefzeker dichter als
hij is, drukt hij dat gewoon financieel
uit: Van dichten komt mi) kleine bate
/De lieden raden mij dal ik 't late.
In de toekomst zal ik nog wel eens
iemand vinden om het een vierde
keer mee te lezen. Wat zal na de
voorafgaande thema's: liefde,het
weggaan en de economie het meest
aanspreken? Het wordt tijd dat de
religieuze volheid, waar het grootste
aantal regels van het gedicht aan
besteed is, mij eens opvalt. Duidelijk
is, dat de geloofsexpressie volkomen
vanzelfsprekend in het geheel ligt, en
even precies en schoon omlijnd wordt
als de rest Tot en met een biecht (die
volgens mij geen latere toevoeging
is).
De grote gang van het (lichtwerk is
natuurlijk dat het een
supervergevingsverhaal Is. De hemel
(Maria hoort hier aan de kant van
God) vult aan waar de mens tekort
schiet, als die mens maar open blijft.
In nuchtere middeleeuwse
materialitelt wordt juichend een
soort redding door het geloof alleen
verteld.
Tegelijk ligt er een oer-menselijk
verlangen in: dat alles uit iemand
mag komen: de volle ontplooiing van
die ene vrouwefiguur. Echt
kloosterlinge zijn en ook ontbloeien
in Jonge liefde en moederschap (de
prostitutie wordt niet
geromantiseerd maar als barre
noodzaak gezien)
Zoals bij alle grote kunst kun Je er
natuurlijk vele betekenissen in
vinden. Misschien ligt er ook wel een
actualiteit in: het hernemen van een
terzijde gelegde roeping. Ik sprak
laatst een in het huwelijk getreden
priester die nu. na 12 jaar
geïnspireerd door zijn vrouw, een
goedbetaalde functie opgaf om voor
minder geld pastoraal werk te gaan
doen.
Terwijl lk met het plan liep om over
dit alles te schrijven, merkte ik dat er
onlangs een nieuwe uitgave van dit
dichtwerk verschenen is. BIJ Ambo,
en wel een zeer bruikbare. Op de
linkerbladzijde staat de
oorspronkelijke tekst, op de rechter
een herschrijving ln modem
Nederlands door Gabriël Smit. In
bovenstaande citaten heb lk geen
van beide gevolgd, maar de oude
tekst zo goed en zo kwaad het kan
aangepast: om u, lezer, enerzijds niet
te vervreemden en toch de superieure
zegging van het oorspronkelijke te
laten proeven. Maar wat Gabriël
Smits uitgave doet is uitstekend: Je
kunt je inlezen in hedendaags
Nederlands en telkens overspringen
naar de oude tekst. Of andersom.
De typografie vind ik wat dor: er werd
gewoon de marge van de
prozabladzijde aangehouden. Maar
het ls een waardevol boekje voor een
geringe prijs (acht gulden) met nog
een goed nawoord van de herdichter
op de koop toe. Schaf het aan voor
het weg is. De kunst is dan nog om
iemand te vinden met wie Je het
hardop kunt lezen.
door mr. P. H. Kooijmans
Eindelijk is het dan zo ver: in de Eerste Kamer zal aanstaan
de dinsdag de mondelinge behandeling plaatsvinden van de
sanctiewet die reeds in 1977 door de Tweede Kamer werd
goedgekeurd. Het is niet nodig hier op alle wederwaardighe
den omtrent dit veel omstreden wetsontwerp in te gaan. dat
zijn eerste slachtoffer reeds heeft geëist. De oud-voorzitter
van de PvdA, mevrouw Van den Heuvel, legde haar Eerste-
Kamerlidmaatschap neer uit ergernis over het getraineer
van de Senaat. Gezien het feit dat ik zelf de eerste onderte
kenaar was van dit wetsontwerp ten tijde van het kabinet-
Den Uyl, acht ik het evenmin erg opportuun nog eens
uitvoerig de verdiensten ervan uiteen te zetten. Al ben ik
van die verdiensten nog immer ten volle overtuigd, men zal
mij ternauwernood als een objectieve beoordelaar be
schouwen.
De argumenten die tegen de sanc
tiewet worden aangevoerd, zijn in
feite nog altijd dezelfde die in het
Tweede-Kamerdebat aan de orde
waren. Die argumenten zijn drieër
lei. Ten eerste: het bereik van de
wet zou te ruim zijn omdat zij niet
alleen betrekking heeft op verplich
tende besluiten van de Veiligheids
raad (als het daarbij zou blijven zou
de kou in belangrijke mate uit de
lucht zijn), maar ook op aanbevelin
gen van internationale organisaties
en op internationale afspraken tot
het nemen van sancties; ten twee
de: een schadeloosstellingsregeling
voor het bedrijfsleven, dat het
te houden. Na nog eens zeven
'trek Komt ze in de buurt van haar
erei ister en is te gast bij een
elijke weduwe die ziet hoe moe
jn. Beatrijs vraagt naar de
ers, vooral naar de kosteres die
ijds is uitgetreden. De weduwe
"fat bijna kwaad: niemand ls er
Roe beter religieuze dan juist de
ilvi; teres. Dromen sporen Beatrijs
om heimelijk het klooster in te
pen. Ze kust haar slapende
r eI deren vaarwel. In de abdij vindt
t er laar kleren liggen waar zij ze
22, rtien jaar geleden had
20*rgelaten. Maria, tot wie ze
was blijven bidden, had haar
en haar gestalte aangenomen,
nacht luidde Beatrijs, of er niets
surd was, de klok voor de
ihtdienst. Haar kinderen worden
verzorgd bij de weduwe. Later
Iteen abt ze op. Ende sij
ten twee goede man.
•rste keer dat ik het gedicht
loette, viel mij met name de
:ht van de liefdeshistorie op: de
d, de wanhopige
ntkoombaarheid en daarna het
bloeien ervan in de natuur. Toen
iet veel later een tweede keer las
o^en met iemand, de beste
pillier) werd ik getroffen door de
Dijfctterende beschrijving van de
ienspte nacht in het klooster.
|l woorden zijn er de afgelopen
tn aan ambtsverlating besteed,
ar wie dacht daarbij aan het
fcheid van gebouwen,
irwerpen en arbeid, aan de
fcnstrijdige gevoelens bij het
floen van het kloosterkleed, het
rhangen van een sleutel? Zij riep
|rta onversaget: /ik hebbe u dag
Ie nacht geklaged ontfermelike
jn vernoy (leed)/ende mij niet en
baat een hooi./Ik raak mijn
ien nog eens kwijt, bleef ik
ter in dit habijt. De kovel toog
it aldaar/ende lei ze op ons
.wen altaar/De slotele van
acristié hing ze voor het beelde
frië. /Ende ik zeg het u overwaar
laromme dat zij ze hing aldaar:
or H. J. Neuman
'eederde van de olie die de
lEC-landen verkopen meer
a de helft van alle olie die er in
internationale handel omgaat
Iseert een bepaalde zeestraat die
jverbinding vormt tussen de Per-
che Golf en de Indische Oceaan,
itistici hebben uitgerekend dat
Biiddeld om de 21 minuten een
ttanker de Straat van Ormoez
Maat, op weg naar zijn bestem-
tg in Japan. Europa of Noord-
ncrika. In feite is de zeestraat
aJaaid met eilandjes en de inter-
lionale scheepvaart heeft de
f>s uit een aantal routes. Aan de
prdzijde ligt Iran, aan de zuidzij-
en buitenpost, een exclave, van
I sultanaat Oman, Ruus al-Jebel.
Deze buitenpost Is van het eigenlij
ke Oman gescheiden door de Vere
nigde Arabische Emiraten.
Vorig jaar juli sprak de olie-minis
ter van Saoedi-Arabië, Achmed
Zaki Yamani, de vrees uit dat wan
hopige Palestijnen wel eens kon
den proberen in de Straat van Or
moez een paar tankers tot zinken te
brengen. Ze zouden aldus, door het
dichtknijpen van de halsslagader
van de geïndustrialiseerde demo
cratieën, de aandacht (wederom)
kunnen vestigen op hun zaak. Een
woordvoerder van het Amerikaan
se State Department ging zo ver
dat hij op 19 juli een waarschuwing
richtte tot alle tankers en andere
schepen in de nabijheid van de
Straat van Ormoez dat ze de daar
op volgende maandag rekening
moesten houden met een terroristi
sche gewelddaad.
De waarschuwingen van Yamani
en het State Department waren
overbodig. Er gebeurde niets.
Trouwens, verscheidene deskundi
gen hadden al eerde betwijfeld, of
het tot zinken brengen van een of
meer tankers voldoende was om de
Straat van Ormoez werkelijk te
blokkeren. Daarvoor is deze water
weg toch echt te breed. Wat, al
thans naar de mening van sommige
Amerikaanse strategen, wél zou
kunnen, dat was het leggen van
mijnen. Schepen zouden zo'n kar
wei in vier tot vijf uur kunnen
opknappen; vliegtuigen zouden er
vijf tot tien minuten voor nodig
hebben. Kwaadwillenden zouden
ook eens kunnen afwachten, wat er
met de verzekeringstarieven van
Lloyd's gebeurt, als ze kans zien
een onderzeeboot naar de Straat
van Ormoez te dirigeren, die daar
een stuk of wat torpedo's lan
ceert
President Carter heeft nu, in zijn
„State of the Union"-boodschap
van 23 januari jl., een paar onheil
spellende woorden gewijd aan de
Straat van Ormoez. „De Sowjet-
inspanningen om Afghanistan te
overheersen hebben strijdkrachten
van de Sowjet-Unie tot op minder
dan 300 mijl van de Indische Oce
aan gebracht en tot dicht bij de
Straat van Ormoez een water
weg waar het merendeel van 's
werelds olie moet passeren. De
Sowjet-Unie stelt zodoende pogin
gen in het werk om een strategi
sche positie te consolideren die een
gevaarlijke bedreiging vormt voor
het vrije transport van olie uit het
Midden-Oosten". Aldus het Ameri
kaanse staatshoofd. Deze passage
heeft opnieuw de aandacht geves
tigd op de veiligheidssituatie van
het sultanaat Oman.
Oman is een land met de vorm van
een croissant. Het ligt aan de zuid
oostelijke rand van het Arabische
schiereiland. In oostelijke richting
strekt zich de Arabische Zee uit,
die Oman scheidt van Pakistan en
India. Recht naar het zuiden begint
de lange kustlijn van oostelijk
Afrika. Sultan Qaboes bin Said oe
fent er de alleenheerschappij uit.
De dynastie waar hij uit voort is
gekomen, heeft een lange geschie
denis. In de zeventiende eeuw ver
dreven zijn voorvaders de Portuge
zen. Ze vestigden een klein imperi
um. Hun vloten zwermden uit over
de Indische Oceaan. Ze projecteer
den hun macht in de Perzische Golf
en langs de Afrikaanse oostkust.
Ze hebben kolonies gevestigd, hele
maal tot het zuidelijke Zanzibar
toe.
De komst van de Britten maakte
een eind aan de welvaart van de
Omaanse sultans. De onderdanen
van koningin Victoria maakten
een einde aan de Omaanse slaven
handel en hun schepen namen de
Indische Oceaan over. Stagnatie,
achterlijkheid en de tirannie van
feodale gebruiken en voorschriften
overheersten. Verwaarlozing en
slecht bestuur troffen vooral de
inwoners van Dhofar, die qua oor
sprong en geschiedenis schijnen af
te wijken van de overige bevolking
van Oman. Zij zaten vol grieven
tegen de sultan en verwachtten
doorlopend steun uit het buiten
land. Die hulp werd ook gegeven,
soms openlijk, veelal bedekt. De
vorige sultan, Said bin Tamoer,
vond het aanvankelijk beter de nel-
ging tot rebellie in Dhofar niet te
laten bedwingen door het „officië
le" leger dat hem door Brits toe
doen was opgedrongen: de „Sul
tan's Armed Forces (SAF). Hij gaf
er de voorkeur aan die zaak te laten
afdoen door een klein privé-leger
dat onder commando stond van Pa
kistaanse officieren.
Saoedi-Arabië, Irak en op een gege
ven moment zelfs het China van
Mao Zedoeng hebben geprobeerd
het verzet tegen de sultan in Dho
far aan te moedigen en ervan te
profiteren. Geleidelijk aan zag sul
tan Said bin Tamoer zich gedwon
gen ook de SAF in het onrustige
zuiden in te zetten. Maar eind 1967
trad er een belangrijke wijziging In
de situatie op. Groot-Brittannië
trok zich terug uit Aden en uit de
protectoraten die aan Dhofar
grensden. Dit betekende o.m. dat
het Hadramautse Bedoeïenen-legi
oen, dat helemaal gerund werd
door Britse officieren, verdween
uit de grensstreek tussen Dhofar
enerzijds en het In steeds linkser
vaarwater belandende Zuid-Jemen
anderzijds. Chinezen en Russen
konden nu, aanvankelijk in broe
derlijke eendracht, hun gang gaan.
Ze onderhielden de hartelijkste be
trekkingen met het Volksfront
voor de Bevrijding van de Bezette
Arabische Golf (PFLOAG). Eind
1969 was het grootste deel van de
bergen van Dhofar, met inbegrip
van de kustplaats Rakhyut, in han
den van het PFLOAG.
Op 23 juli 1970 werd sultan Said
bin Tamoer van de troon gestoten
door zijn zoon, de huidige sultan.
Qaboes, die een Britse officiersop
leiding op Sandhurst heeft geno
ten, maakte ernst met de onder
drukking van het verzet. Toen de
Britse hulp onvoldoende bleek,
nam hij de Sjah van Iran in de arm.
Samen slaagden zij erin de opstan
delingen te verslaan. Maar de op
standelingen werden niet vernie
tigd. Een deel van de vroegere lei
ders zit In Zuid-Jemen, waar ze
zich voorbereiden op een terug
keer, die misschien al heel spoedig
plaats zal vinden. Politiek is hun
bed gespreid, want sultan Qaboes
is anti-democratisch, pro-Westers
en notabene een voorstander van
het Egyptisch-Israëlische vredes
verdrag. En militair hoeven ze zich
ook niet te veel zorgen te maken: de
Sjah is weg en In Zuid-Jemen bou
wen Russen en Cubanen een op
merkelijk araenaal op
slachtoffer kan worden van sanc
ties, ontbreekt en ten derde: een
bepaling over de strafbaar stelling
van sanctiebrekers zou een Inbreuk
betekenen op ons strafrechtelijk
bestel.
Maar deze drie argumenten zijn al
weer zo uit- en te na uitgekauwd in
de schriftelijke gedachtenwlsseling
tussen regering en senaat, dat daar
met geen mogelijkheid iets nieuws
of verhelderends over kan worden
gezegd. Daarom ga ik liever in op
het ene nieuwe argument dat tij
dens die gedachtenwlsseling naar
voren ls gekomen en dat met name
van de zijde van de CDA-fractle ls
geponeerd: de wet zou geen middel
zijn ter bevordering van de Interna
tionale rechtsorde en haaks staan
op de geest van het Handvest. Dat
is een fikse aantijging, die een weer
woord zeker verdient.
Vooraf echter nog even dit: de wet
zelf stelt geen sanctiemaatregelen
in; indien aangenomen, stelt zij de
regering slechts ln staat om, wan
neer in Internationaal verband met
Nederlandse steun ls overeengeko
men dat sancties noodzakelijk zijn,
daaraan snel en effectief gevolg te
geven. Terecht merkte oud-minister
De Gaay Fortman dan ook tijdens
een hoorzitting van de Eerste Ka
mer op: „Als men de verschillende
betogen heeft gehoord, dan lijkt het
er op alsof het, wanneer de wet tot
stand is gekomen, sancties zal gaan
regenen. Sancties zijn gelukkig
rechtsmaatregelen die zich in de
Internationale wereld uiterst zelden
voordoen. Ik geloof niet dat er re
den ls te denken dat dat zal veran-
w üefen."
Al zoü het mij lief zijn geweest
Indien de parlementaire behande
ling van het wetsontwerp eerder zou
zijn voltooid, er ls toch een positief
aspect aan het late tijdstip waarop
de Eerste Kamer de zaak ter hand
neemt. Het ontwerp werd vrijwel
uitsluitend gezien ln het perspectief
van mogelijke, niet op een Velllg-
heidsraadsbesluit rustende econo
mische dwangmaatregelen (bij
voorbeeld een olieboycot) tegen
Zuid-Afrika, waarbij de vrees be
stond dat Nederland ver voor de
Europese partners uit zou lopen.
Dat perspectief ls er nog altijd,
maar sinds de gebeurtenissen in
Iran en Afghanistan zijn er wel een
aantal perspectieven bijgekomen,
die het plaatje volledig hebben ver
anderd Want naar aanleiding van
die gebeurtenissen wordt thans ge
sproken over dwangmaatregelen te
gen Iran en de 8owjeUUnie die
evenmin zouden berusten op een
verplichtend besluit van de Veilig
heidsraad, hoogstens op Internatio
nale afspraken en waarbij de kans
dat Nederland ver voor de troep
ultmarcheert, aanzienlijk minder
groot is.
Rechtsorde
En nu terug naar het argument dat
de sanctiewet de bevordering van
de internationale rechtsorde niet
zou dienen. Want dat argument laat
zich bijzonder goed op zijn Juiste
waarde schatten ln het licht van die
recente gebeurtenissen. De CDA-
fractie haakte hier ln op een tijdens
de reeds genoemde hoorzitting ge
maakte opmerking (waar hoorzit
tingen al niet goed voor zijn), dat de
ln 1970 door de Algemene Vergade
ring van de VN unaniem aanvaarde
declaratie over beginselen van in
ternationaal recht het uitoefenen
van economische dwang tegen sta
ten anders dan op last van de Veilig
heidsraad zou verbieden. De desbe
treffende bepaling luidt dat geen
staat economische, politieke of an
dere dwangmaatregelen mag ge
bruiken of het gebruik ervan mag
aanmoedigen tegen een andere
staat met de bedoeling om die ande
re staat te kortwieken ln de uitoefe
ning van zijn soevereine rechten of
om enigerlei voordeel van hen te
verkrijgen.
De regering heeft daar terecht op
geantwoord dat de betrokken bepa
ling vóórkomt ln het hoofdstuk over
niet-inmenglng ln de Interne aange
legenheden van een ander land en
dat sanctiemaatregelen niet als een
vorm van interventie kunnen wor
den gezien omdat zij een reactie zijn
op eerder begane onrechtmatige da
den van de staat tegen wie zij ge
troffen worden. Sanctiemaatrege-
Jen strekken derhalve tot rechts
handhaving en rechtsbescherming.
ZIJ bevorderen de internationale
rechtsorde dus wej degelijk, aldus
de regering.
Maar daardoor laten de leden van
de CDA-fractle van de vaste com
missie van buitenlandse zaken zich
niet uit het veld slaan: want zulke
maatregelen blijven dan toch maar
een vorm van eigen richting en vol
gens het Handvest is eigen richting
verboden. De enige die forse maat-
regelen mag nemen is de Veilig
heidsraad en ais het wijde bereik
van het huidige wetsontwerp ge
handhaafd blijft, zou een Neder
landse wet de etgen richting ln het
internationale verkeer legaliseren
en dus in strijd komen met de inter
nationale rechtsorde.
Het kan niet worden ontkend: het
beeld dat onze leden van de CDA-
fractie van de internationale rechts
orde schetsen, is uiterst aantrekke
lijk. Maar het is ook wel erg roos
kleurig. Laten we het eens aan de
praktijk toetsen Na de bezetting
van de ambassade ln Teheran heeft
Amerika alles gedaan om met de
Iraanse autoriteiten ln contact te
treden, maar tevergeefs. Amerika
wendt zich vervolgens tot het Inter
nationaal Gerechtshof dat de on
middellijk vrijlating van de gijze
laars gelast. Iran weigert dit volken
rechtelijk bindende bevel na te ko
men, na ook al een oproep van de
Veiligheidsraad ln de wind te heb
ben geslagen.
Amerika doet dan een beroep op de
Veiligheidsraad, die belast ls met
het toezien op de naleving van de
uitspraken van het hoogste rechts-
orgaan op deze aarde, om sancties
tegen Iran uit te vaardigen Daar
voor ls een voldoende meerderheid
aanwezig, maar de Sowjet-Unie
spreekt (om redenen die ook al wei
nig geïnspireerd lijken door overwe
gingen aan de Internationale
rechtsorde ontleend, want inmid
dels heeft de Interventie ln Afgha
nistan plaatsgevonden, waartegen
Amerika ongewoon krachtig heeft
geprotesteerd) haar veto uit.
Als Amerika, dat geprezen ls van
wege de tot dan toe betoonde zelf
beheersing. vervolgens ten einde
raad tot eenzijdige sancties besluit,
vindt het dan de genoemde leden
van de CDA-fractle op zijn weg die
zeggen: „Het is spijtig, maar wat
Jullie nu gaan doen is een vorm van
eigen richting en dat mag niet; Jul
lie zullen Je ziel verder in lijdzaam
heid moeten bezitten en God behoe
de de gijzelaarsEn als andere
landen, waaronder Nederland, zich
bij die Amerikaanse sancties willen
aansluiten, omdat zij menen dat
niet alleen de Amerikaanse belan
gen zijn getroffen, maar ook het
algemene rechtsbelang van de di
plomatieke onschendbaarheid zon
der welke vreedzame en vriend
schappelijke betrekkingen tussen
staten niet mogelijk zijn (er gaat
praktisch geen dag meer voorbij of
we lezen van bestormingen van of
gijzelingen ln ambassades) kan dat
werkelijk worden volgehouden, dat
deze landen in strijd handelen met
de internationale rechtsorde? Ik zeg
niet dat Nederland er aan mee moet
doen; dat zegt de Sanctiewet ook
niet. Deze stelt, als zij het Staats
blad haalt, Nederland alleen ln
staat er aan mee te doen, als rege
ring en parlement dat zouden wen
sen. Maar Juist in dit soort gevallen
heb Je wel dat fel bekritiseerde wij
de bereik nodig.
Niet iedere vorm
Het ls dan ook beslist niet^uist, als
zou het Handvest iedere vorm van
eigen richting verbieden. Het Hand
vest verplicht de staten slechts hun
geschillen langs niet-gewelddadige
weg op te lossen, het verbiedt hun
ook eigen richting via de weg van
het geweld. Dit laatste mag Ameri
ka. dat terecht zo zelfvoldaan ls
over de beheerste wijze van optre
den jegens Iran, zich wel eens reali
seren als het met betrekking tot
andere mogelijke inbreuken op de
Internationale rechtsorde met de
sabel klettert. Als het Handvest ver
der zou gaan. dan zou het ieder
permanent lid van de Veiligheids
raad dat over een veto beschikt,
maar ook Iedere staat die zich de
steun van een permanent lid zou
weten te verwerven, een vrijbrief
geven ongestraft onrecht te bedrij
ven. En dat kan men toch moeilijk
een bevordering van de Internatio
nale rechtsorde noemen.
Aanvaarding van de Sanctiewet zou
dan ook geenszins bijdragen aan
ondermijning van die rechtsorde.
Het zal integendeel Nederland in de
gelegenheid stellen actief en snel
aan de bestrijding van onrecht
langs niet-gewelddadlge weg bij te
dragen ln al die gevallen, waarin de
Nederlandse regering en het Neder
landse parlement dat nodig achten.
Het ls Immers ondenkbaar, dat in
dit soort gevallen de regering zou
optreden zonder nader overleg met
het parlement.
Schadeloosstelling
Indien de kritiek tegen het wijde
bereik van de voorgestelde wet weg
valt, wat blijft er dan nog over? Het
ontbreken van een wettelijke scha
deloosstellingsregeling voor het be
drijfsleven. alhoewel niets verbiedt
om ln een concreet geval tot zulk
een schadeloosstelling over te
gaan? (Wie van de politici die zich
uitgesproken hebben voor een boy
cot van de Olympische Spelen heeft
zich overigens al een gedachte ge
vormd over de schadeloosstelling
die moet worden toegekend aan at
leten terzake van de door hen ver
richte materiële en Immateriële In
vesteringen bij de voorbereiding
van die Spelen?)
Een bepaling ten aanzien van de
strafvervolging die moet voorko
men dat ontduiking van een even
tuele sanctiemaatregel al te gemak
kelijk wordt? Het ls moeilijk aan te
nemen, dat deze argumenten, die
door de regering uitvoerig weerlegd
zijn. zo zwaarwegend zijn, dat zij
zullen lelden tot verwerping van de
wet, hetgeen ons zou terugbrengen
ln de situatie waarin wij niet eens ln
staat zijn de wël verplichtende
sanctlemaatregelen van de Veilig
heidsraad na te komen.
Mr. P. H. Kooijmans Is hoogleraar
In het volkenrecht aan de rijksuni
versiteit van Leiden en oud-staats
secretaris van buitenlandse zaken.