'Afghanistan9 haalt oude wonden o
n
Moskou verder op
terugtocht in de
Arabische wereld
Nieuw zout voor
oud zeer op het
Indische continent
ZATERDAG 2 FEBRUARI 1980
TROUW/KWARTET 17
Moskou heeft met zijn actie in Afghanistan
voor zichzelf en de rest van de wereld meer
problemen opgeroepen dan opgelost. In
Afghanistan zijn tegen de honderdduizend
soldaten nodig om een onwillige bevolking
in het gareel te houden. De al tanende invloed
van de Sowjet-Unie in de Arabische wereld
is verder afgenomen, de resolutie van de
islamitische top in Islamabad laat daarover
geen twijfels bestaan, en verder dreigt aan
haar zuidgrenzen een onverkorte
wapenwedloop op het Indische subcontinent.
Islamitische opstandelingen In Afghanistan
door Herman Amelink
De invloed van de Sow
jet-Unie in de Arabische
wereld is de afgelopen
tien jaar sterk afgeno
men en de Russische in
val in Afghanistan heeft
in deze ontwikkeling
geen keer gebracht. Het
Kremlin lijkt de gevol
gen van zijn actie in Af
ghanistan onderschat
te hebben, niet alleen in
de verhouding met de
Verenigde Staten, maar
ook in die met het
Midden-Oosten.
De dood van de Egyptische
president Nasser in 1970 is,
achteraf beschouwd, het keer
punt geweest voor de Russi
sche invloed op de ontwikke
lingen in het Midden-Oosten.
Tot dat jaar bood Moskou
steun aan Algerije. Zuid-Je-
men en de BaSth-regimes van
Syrië en Irak, maar Egypte
was de hoeksteen van de Rus
sische macht in het Midden-
Oosten. De Sowjet-Unie oe
fende niet alleen een belang
rijke invloed uit op het bui
tenlandse- en defensiebeleid
van Egypte, maar had ook een
sterke greep op de sociaal-
economische ontwikkelingen
van dit land.
Steunpuntz
Egypte voelde zich echter
steeds sterker gefrustreerd
door de bij zijn wensen ach
terblijvende wapenleveran
ties na de zesdaagse oorlog
van Juni 1967 en door het nco-
koloniale karakter van de
Russische aanwezigheid in
het land. De veel meer op het
JVesten georiënteerde opvol
ger van president Nasser, An
war el Sadat, trok hieruit in
1972 de politieke consequen
tie door 20.000 Russische ad
viseurs Egypte uit te zetten.
Daarmee verloor Moskou zijn
belangrijkste steunpunt in de
Arabische wereld. Als dichtst
bevolkte land van het Mid
den-Oosten vormt Egypte de
sleutel tot invloed en macht in
het Midden-Oosten.
Oliphnynnt.
De oktoberoorlog van 1973 en
de olieboycot die daarop volg
de, brachten geen ommekeer
teweeg in de tanende Invloed
van de Sowjet-Unie. Het was
alsof de Verenigde Staten wa
ren ontwaakt. Ze zetten vrij
wel onmiddellijk een diploma
tiek offensief in tegen de vij
anden van Israël. Ze regelden
een wapenstilstand en ver
scheidene troepenscheldings-
akkoorden. zonder dat de
Sowjet-Unie er nog maar
enigszins aan te pas kwam
Amerika kreeg daarbij de vol
ledige medewerking van pre
sident Sadat die begin 1974
voor elkaar wist te krijgen dat
het olie-embargo werd opge
heven. Sadat liet steeds open
lijker merken dat hij een vre
desregeling eigenlijk alleen
van de Verenigde Staten ver
wachtte en nog in april van
dat jaar vroeg hij het Westen
om Egypte voortaan van wa
pens te voorzien.
In dezelfde tijd zag het ernaar
uit dat de Sowjet-Unie ook
haar greep op Syrië begon te
verliezen. De vliegende Ame
rikaanse minister van buiten
landse zaken, Henry Kissin
ger, had zijn gezicht in Da
mascus al eens laten zien en
mede onder invloed van Saoe-
di-Arabië stelde Syrië zijn
grenzen weer open voor bui
tenlands kapitaal. Om te
voorkomen dat Syrië nog ver
der zou afglijden naar het
Westen begon Moskou dat
land meer militair materieel
te leveren, waaronder de mo
derne Mig-23 vliegtuigen. Te
gelijkertijd haalde het de ban
den aan met Irak en wist het
op vriendschappelijke voet
met Libië te komen, dat zich
tot dan toe uiterst afkerig had
getoond van het atheïistische
communisme van de Sowjet-
Unie. Door goede betrekkin
gen met de buurlanden hoop
te men mettertijd zich ook
weer invloed te kunnen ver
werven in Egypte en Syrië.
Wat Syrië betreft lukte dit,
mede door een uitbreiding
van de economische hulp met
meer dan vijftig procent in de
periode 1974-1975. Egypte was
minder toeschietelijk en dat
leidde ertoe dat Moskou in het
voorjaar van 1975 alle wapen
hulp stopte, geen onderdelen
meer leverde en zelfs probeer
de te verhinderen dat andere
landen onderdelen zouden
leveren.
Syrië:
Vanaf dat moment streefde de
Sowjet-Unie naar een nieuwe
tegen het westen gerichte
Arabische eenheid onder lei
ding van Syrië. Via Damascus
hoopte men toch vaste voet te
houden in het Midden-Oos
ten. Om niet volledig buiten
spel gezet te worden door de
Verenigde Staten in het lang
zaamaan op gang komende
vredesproces. kwam het
Kremlin medio 1975 met het
voorstel de Geneefse confe
rentie nieuw leven in te bla
zen. De voortdurende pendel
diplomatic van Kissinger
deed de Russen vrezen dat zij
op den duur geheel buiten een
vredesregeling zouden staan.
Het Russische vredesvoorstel,
dat voorzag in terugtrekking
van Israël uit de bezette ge
bieden, erkenning van de Pa
lestijnse rechten en de even
tuele stichting van een zelf
standige Palestijnse staat en
veiligheidsgaranties voor alle
staten in het Midden-Oosten,
inclusief Israël, kreeg echter
(merkwaardigerwijs) alleen de
steun van Egypte. Libië en
Irak zagen helemaal niets in
onderhandelingen met Israël
en ook Syrië stond er zeer
huiverig tegenover, omdat het
daarmee het bestaan van Is
raël feitelijk zou erkennen.
Libanon:
De Russische poging faalde
en de Sowjet-Unie raakte nog
dieper in de problemen door
de Libanese burgeroorlog die
inapril 1975 uitbrak, en die de
door Moskou gesteunde Pa
lestijnse bevrijdingsorganisa
tie (PLO) rechtstreeks in con-
flicht bracht met bondgenoot
8yrië. Ook Libië en Irak wa
ren weinig gelukkig met de
Syrische interventie in Liba
non, die de oude gedachte van
het Groot-Syrische rijk weer
dichter bij verwezenlijking
bracht. Uiteindelijk werd er
door druk van het pro-Wester
se Saoedi-Arabië in oktober
1976 in Libanon een wapen
stilstand bereikt. Een eventu
ele rol van Syrië als leider van
de anti-Westerse Arabische
eenheid was daarmee defini
tief van de baan. Toen begin
1977 Jimmy Carter president
van de Verenigde Staten
werd, leken de kansen voor
een eventuele Russische deel
name aan een vredesregeling
weer te stijgen. Zijn afkeer
van Kissingers pendeldiplo
matie en zijn behoefte aan een
vreedzame samenwerking
met de 8owjet-Unie deed Car
ter weer naar de Geneefse
conferentie grijpen. De nieu
we president verklaarde dat
een uiteindelijke vredesrege
ling alleen stand kan houden
als ze de steun van de Sowjet-
Unie zou krijgen. Op 1 okto
ber 1977 verscheen er een ge
meenschappelijke verklaring
van de twee grote mogendhe
den dat de enige juiste manier
om vrede te krijgen onderhan
delingen zijn in het kader van
de Geneefse Vredesconfe
rentie.
Reis Sari at
Het waren toen met name
Egypte en Saoedi-Arabië die
een nieuwe bemoeienis van de
8owjet-Unie volstrekt niet za
gen zitten. Vanuit Riaad werd
kwistig met oüegeld gesmeten
om Somalië los te maken uit
het Russische kamp. om
Egypte financieel in staat te
stellen wapens in de Verenig
de Staten te kopen, steun te
bieden aan de opstandelingen
in Zuid-Jemen en de commu
nisten in Soedan te bestrij
den. Sadats reis van novem
ber 1977 naar Jeruzalem leek
dan ook mede ingegeven door
zijn vrees dat de Russen weer
een aanzienlijke invloed in
het Midden-Oosten zouden
krijgen als de Verenigde Sta
ten op Genève zouden blijven
koersen.
Het bezoek van Sadat aan Je-
ruzalen is uitgelopen op de
akkoorden van Camp David,
een vredesregeling en de nor
malisering van de betrekkin
gen tussen Israël en Egypte.
Aan die hele regeling is de
Sowjet-Unie volstrekt niet
meer te pas gekomen. Moskou
is er bovendien niet in ge
slaagd de vinger te krijgen
achter het Arabische verzet
tegen deze akkoorden. De ide
ologische verschillen met de
conservatieve oliestaten, Sa
oedi-Arabië voorop, en met de
wispelturige Khaddaffi van
Libië bleken daarvoor te
groot.
De Russische inval in Afgha
nistan lijkt de Sowjet-Unie
voorlopig geheel van de Ara
bische landen te hebben ver
vreemd. De voorzichtige ope
ning die Saoedi-Arabië eind
vorig jaar maakte naar Mos
kou bij monde van kroonprins
Fahd in het Libanese blad As
Safir en uitgebreid geciteerd
door het Russische persbu
reau Tass, is door de gebeurte
nissen in Afghanistan volledig
achterhaald. Het bezoek van
de Syrische president Assad
aan de Saoedische hoofdstad
Riaad, vlak voor het bezoek
begin deze week van de Russi
sche minister van buitenland
se zaken Gromiko aan Da
mascus, heeft daaraan niets
kunnen verhelpen.
Veroordeling
De interventie in Afghanistan
heeft de Russen alleen nog
maar verder vervreemd van
de Arabische staten in het
Midden-Oosten. Tijdens de is
lamitische topconferentie in
Islamabad is het tot een dui
delijke veroordeling van die
actie gekomen, al werd ze
enigszins afgezwakt door te
gen de Verenigde Staten ge
richte verklaringen. Irak, dat
tot dusver een redelijk trouwe
bondgenoot van de Sowjet-
Unle was, heeft openlijk kri
tiek uitgeoefend op de Russi
sche interventie. Alleen de
PLO en Zuid-Jemen hebben
ermee ingestemd. Syrië heeft
zich op de vlakte gehouden
door er geen uitspraak over te
doen en door niet deel te ne
men aan de islamitische top
in Islamabad.
In tien Jaar tijd is de Sowjet-
Unie erin geslaagd bijna al
haar bondgenoten in het Mid
den-Oosten kwijt te raken.
Het verlies van Egypte is
daarbij duidelijk de grootste
klap voor Moskou geweest.
Dat het verlies van de Sowjet-
Unie volledig is omgezet in
winst voor de Verenigde Sta
ten is echter na de machtswis
seling in Iran en de uitspraken
van Islamabad overigens nau
welijks aan te nemen.
Voor dit artikrl U gebruik pmukl vm
Yairo* Ro'l The Limit* to Power.
Soviet Policy In the Middle East.
Croon Helm. Londen.
door Johan ten Hove
De Russische ingreep in Afgha
nistan en het Amerikaanse ant
woord daarop heeft niet alleen in
het Westen de nodigs deining ver
oorzaakt en het proces van ont
spanning in gevaar gebracht. Ook
verder van huis. maar dichter bij
Afghanistan, zijn er gevoelige re
laties aan het wankelen gebracht
en moeizame processen ver
stoord. Op het Indische subconti
nent, waar toch al veel oud zeer
zit. dreigt niets minder dan een
wapenwedloop en in de Indische
Oceaan, ooit eufemistisch aange
duid als de „Oceaan van de Vre
de" is het wapengekletter niet
van de lucht.
Nog in 1977 liet de Amerikaanse president
Jimmy Carter het Congres weten dat een
van de doelen van zijn buitenlandse poli
tiek was van de Indische Oceaan een
gebied van vrede te maken. Voor hem had
de Indiase premier Indira Gandhi daar al
vaker op aangedrongen en gezegd dat de
Oceaan zeker geen speelbal mocht wor
den van de machtspolitiek van de beide
grote mogendheden. Daar is nooit zoveel
van terecht gekomen en zeker de afgelo
pen maanden niet.
Zowel de Sowjet-Unie als de Verenigde
Staten hebben zich breed gemaakt in de
Indische Oceaan en de naburige wateren.
Al enkele maanden ligt voor de Straat van
Hormoez, waarlangs meer dan zestig pro
cent van de olie voor de westerse wereld
vervoerd wordt, een Russisch oorlogs
schip. terwijl de Verenigde Staten twee
vliegdekschepen (met 145 gevechtsbom
menwerpers) en het nodige materieel ter
escorte naar de Arabische Zee gedirigeerd
hebben. Vorige week arriveerde in de Indi
sche Oceaan een Russische vloot, die in
het kader van het wederzijdse machtsver
toon, prompt een bezoek kreeg van een
eskader Amerikaanse B-52 bommenwer
pers dat helemaal vanuit Guam kwam
aangevlogen.
Vrome wens:
De Indiase wens om de Oceaan buiten de
wapenwedloop van de grote mogendhe
den te houden is een vrome gebleken en
het ziet er naar uit dat ook op het Indische
subcontinent de machthebbers, natuur
lijk in het kader van de vrede, zich met
bekwame spoed in de wapens zullen ste
ken. De Verenigde Staten maken zich
zorgen over de expansie van de 8owJet-
macht en hebben plannen aangekondigd
Pakistan van moderne wapens te voor
zien.
En dat mag een stevige ommezwaai heten
in de Amerikaanse buitenlandse politiek.
In april van het vorig jaar maakte presi
dent Carter een eind aan de economische
en militaire hulp aan Pakistan, die onge
veer 40 miljoen dollar per jaar bedroeg
Om een aantal redenen. De belangrijkste
was dat Pakistan hard bezig is kernwa
pens tot ontwikkeling te brengen en het
non-proliferatieverdrag (tegen de ver
spreiding van kernwapens) niet heeft on
dertekend. Pakistan ontkent tot op heden
dat het een kernmacht wil worden en dat
het slechts kernenergie nodig heeft omdat
het niet over eigen oliebronnen beschikt
en de steeds duurder wordende olie niet
kan betalen. Een andere reden is het
strakke islamitische regime dat de Pakis
taanse president generaal Zia Oei Haq
handhaaft, nadat hij in juli 1977 premier
Zoelfikar All Bhoetto via een staatsgreep
aan de kant zette. De veelvuldig toegepas
te lijfstraffen en de ophanging, vorig jaar
april, van Bhoetto konden geen genade
vinden in de ogen van een Amerikaanse
president, die de rechten van de mens zo
hoog in zijn vaandel voerde.
Ambassade:
De verslechterde relaties tussen Pakistan
en de Verenigde 8taten kwamen in no
vember vorig Jaar duidelijk naar voren
toen een woedende islamitische massa de
Amerikaanse ambassade in Islamabad
platbrandde en het Pakistaanse leger zo
laat ingreep dat niet voorkomen kon wor
den dat twee Amerikanen werden gedood.
President Zia stond toen voor het dilem
ma van de door hem zelf opgeroepen haat
van de islamitische rechtzinnigheid tegen
de decadente Amerikanen én zijn vurige
verlangen naar Amerikaans wapentuig
Hij loste het op door de menigte enkele
uren haar gang te laten gaan en daarna
zijn verontschuldigingen aan te bieden bij
Washington.
Maar sinds de kerstdagen van vorig Jaar.
toen een grote Russische legermacht Af
ghanistan binnenviel, is alles veranderd.
Amerika zoekt weer toenadering tot de
generaal en voor zover er van terughou
dendheid nog sprake is. komt die niet
voort uit de twijfelachtige manier waarop
het regime met de rechten van de mens
omspringt, maar uit de vraag hoe be
trouwbaar Zia wel is en hoe lang hij nog de
dienst uitmaakt in Pakistan. Washington
bewaart nare herinneringen aan macht
hebbers, wier landen volgestouwd werden
met modem wapentuig en die daarna ver
vangen werden door regimes die zich fel
anti-Amerikaans opstelden.
De vraag hoe lang de generaal in Pakistan
nog aan de macht zal zijn is moeilijk te
beantwoorden. Gezien de frequentie
waarmee hij verkiezingen aankondigt en
de snelheid waarmee hij ze vervolgens
weer uitstelt, heeft hij daar zelf, als let
Pakistaanse volk er over mag beslissen,
niet erg veel vertrouwen in. Zia probeert
wel zoveel mogelijk munt te slaan uit de
huidige situatie. In krachtige taal roept
hij op tot eenheid van volk en militairen
„in deze zo moeilijke tijden", maar de
Pakistaanse Volkspartij van de vroegere
premier Bhoetto, die nog steeds een mas
sale aanhang heeft, zal hem de dood van
haar leider niet licht vergeven.
Onze schurk:
Ook het Amerikaanse Congres, dat uitein
delijk wapenleveranties aan Pakistan
moet goedkeuren, lijkt er best van over
tuigd te zijn dat Zia gevoeglijk een schurk
mag heten, maar dat hij toch maar van
wapens voorzien moet worden volgens het
aloude Amerikaanse principe dat het ten
slotte dan toch maar „onze schurk" is en
niet die van de tegenpartij.
Washington heeft liever een defensiever
drag met Pakistan om een vinger in de
pap te houden dan dat het Pakistan zon
der meer op grote schaal de modernste
wapens verstrekt. Zia heeft echter zo n
verdrag zonder meer van de hand gewezen
en verder plomverloren laten weten dat
militaire hulp ter waarde van 400 miljoen
dollar vrijwel niets voorstelt Zia zal het
ongetwijfeld hoog spelen. Hij wil zoveel
mogelijk militaire steun zonder zich er
gens aan te binden
En dat heeft in het buurland India, waar
welke beweging van welke militair in Pa
kistan dan ook al argwaan wekt. tot grote
ongerustheid geleld. Drie bloedige oorlo
gen tussen India en Pakistan in de dertig
jaar nadat het Brits-Indische koloniale
rijk onafhankelijk werd en uit elkaar viel,
hebben een diep wantrouwen nagelaten
tussen beide landen. Als één land ervan
overtuigd is dat Pakistan een kernbom
aan het fabriceren is, dan is het wel India.
Nadat India in 1974 een kernexplosie tot
stand bracht, liet de toenmalige Pakis
taanse leider Bhoetto verbitterd weten
dat „Pakistan hetzelfde zou doen al moest
het Pakistaanse volk er gras voor eten".
Deze uitspraak heeft men in New Delhi
niet vergeten en er mag dan veel verschil
bestaan tussen Bhoetto en de huidige
sterke man, generaal Zia, de droom van de
Pakistaanse strijdkrachten zal er niet
door gewijzigd zijn.
De elkaar opvolgende Indiase regeringen,
die overigens ook het non-proliferatle-ver-
drag nooit hebben ondertekend, hebben
om strijd beweerd dat het Indiase kern
programma slechts vredelievende doelen
zal dienen Maar het Indiase ministerie
van deferfsie is zoals dat dan heet „wat
genuanceerder" en militaire deskundigen
menen dat India natuurlijk niet naief
mag zijn en er geen „geloofwaardige dia
loog met Pakistan mogelijk is" als dat
land over kernwapens beschikt en India
niet. Waarmee maar gezegd is dat illusies
over een kemwapenvrij Indisch sub-conti
nent volstrekt irreëel zijn.
China:
Niet alleen Amerikaanse wapenleveran
ties aan Pakistan worden in India met
lede ogen aangezien, hetzelfde geldt voor
de nauwe betrekkingen tussen China en
Pakistan. Hoewel de Chinese minister van
buitenlandse zaken Huang Hua, twee we
ken terug op bezoek in Islamabad. Pakis."
tan geen moderne wapens beloofde (hij
Uet dat liever over aan de Amerikanen),
hebben berichten over troepenverplaat
singen van de Chinese strijdkrachten in
de Karakoram-pas (de verbinding tussen
China en Pakistan) in New Delhi voor de
nodige onrust gezorgd. Te meer daar deze
Karakoram-route deels door gebied loopt
waar India aanspraak op maakt
Tussen India en China bestaat er oud zeer
over de oorlog van 1962 in het Himalaya
gebergte, waar de Indiase troepen door de
Chinese strijdkrachten werden vernederd
en China het. Skai-Chlna plateau bezette.
Sinds die tijd zijn de betrekkingen niet
genormaliseerd, al zijn er het afgelopen
Jaar schuchtere pogingen geweest India
beroemt zich erop een niet-gebonden bui
tenlandse politiek te voeren, hetgeen in de
regionale politieke verhoudingen een
voorzichtig leunen op de 8owjet-Unie met
zich meebracht. Sinds 1971 bestaat er een
vriendschapsverdrag met Moskou en de
Indiase strijdkrachten zijn deels titgerust
met Russisch materieel.
Laveren:
Toch probeert het land tussen de mogend
heden op het Aziatische continent door te
laveren. Nadat India s premier Indira
Gandhi Russische verklaringen voor de
aanwezigheid in Afghanistan accepteer
de. haastte zij zich na het bezoek van de
Britse minister van buitenlandse zaken.
Lord Carrtngton, te zeggen dat de Russi
sche inmenging in Afghanistan „niet te
rechtvaardigen" was De vraag is in hoe
verre dit laveren nog mogelijk is als de
andere staten in de regio hun posities
scherper gaan bepalen en aan militaire
blokvorming tegen de 8owjet-Unie gaan
doen.