Joodse
emigranten
Zoals
eens c.w
ark werd
meegevoerd
De vrouw in een mannenwereld
VRIJDAG 1 FEBRUARI 1980 TROUW/KWARTET P 15 - RH 19 - S 17
Eind veertiger Jaren speelde de z g.
Indlé-politiek zeer hoog. Tijdens
één van zijn (met sonore stem uitge
sproken) redevoeringen stak prof.
dr S. U. Zuidema zijn visie niet
onder stoelen of banken Nederland
moest zijn gezag in de archipel
handhaven, zoals dat altijd geweest
was. En ik hoor hem nog zijn emo
tioneel betoog beëindigen met de
woorden: Want Jezus wil dat! He
laas, ook hij heeft de annexatlekuil
niet altijd weten te ontwijken.
Het twijfelen aan het christelijk ka
rakter van het CDA. als dit de visie
van prof. Goudzwaard niet over
neemt, het suggereren van het niet
vertrouwen op de Heer bij de voor
standers van modernisering enz is
ln wezen niets anders dan toepas
sing van de methode-Faber, zij het
dan ook in een wat almabeler vorm.
Ik acht (met Goudzwaard) een on
derling afhaken eveneens praktisch
onvermijdelijk, maar dan om een
andere reden: de bovengeslgnaleer-
de denkwereld. Het zou mijn inziens
mooi zijn, als er een CDA-program-
ma-commlssie kwam, die in een
hóófdartlkel zou kunnen verwoor
den, hoe ménsen met elkè&r dienen
om te gaan zonder elkaar geestelijk
te beschadigen bij de bestudering
van de meest moeilijke problema-
tieken. Zoals dit mentaal nu ligt,
acht ik dit onmogelijk, terwijl in
middels de vervreemding doorgaat.
Tenzij er een Wonder geschiedt. En
tot zolang is het inderdaad maar
het beste dat de commissie haar
werkzaamheden opschort.
Dr ir J. van Dam is verbonden aan
het Koninklijk instituut voor de
marine te Den Helder.
door H. J. Neuman
Eerder deze week meldden de kran
ten dat in de eerste helft van janua
ri ongeveer 1700 uitreisvergunnin
gen waren verleend aan Joodse
Sowjet-burgers. Volgens het State
Department in Washington waren
dat er evenveel als in de overeen*-
komstige periode van het jaar
daarvoor. Dat leek dus «Iet:
slecht. Maar zou het, tegen de ach
tergrond van een opnieu w; LpvaL *-1
lende Koud? Oorlog,, opk,
blijven?
Nu is het opmerkelijk daï ai sinds
oktober jl. berichten de ronde doen
over een koerswijziging'van Owir.
In juli, augustus en .september
heeft het bureau vrijwel alle. a^n-.
vragen afgewezen, voorai in de Oe
kraïne maar ook in andere gebie
den zoals Tasjkent in sowjet cen
traal Azië. Als arguméht voor de
afwijzing gold ofwel dat de aan
vragers „geheim" werk in over
heidsdienst hadden verricht of dat
de familiebetrekking tussen de
aanvragers en hun „sponsors" in
het buitenland niet hecht genoeg
zou zijn. Eerder dat jaar WanvaArd-'1
de Owir nog zo'n vijftien- tot zes
tien duizend aanvragen per maand,
zonder dat er uitvoerig Wérd nafge-'
vraagd over de aard van (Jir fcrtiïl-
liebetrekking. Het gevóïg kah" tio''
zijn dat het aantal Joodsf'efrjïfrHrP"'1'
ten de komende wëkeü'eri' maantfërf
sterk terugloopt.' *'J'
Op zichzelf zou dit «ëtt
kunnen zijn, dat de sowjet-regering
al medio vorig jaar de hoop had
'verloren dat ze met president Car
ter tot zaken kon komen. Klaarblij
kelijk had zij toen al van de Ameri
kaanse regering de indruk dat deze
"te zwak was om de ratificatie van
'SALT II men denke aan de op
schudding na de mededeling dat er
gq'.n tweeduizend man Russische
l.„g«vecht*"-troepen op Cuba ver
bleven en de toekenning van
.Wierdefe, .handelsconcessies los te
krijgen van bet Amerikaanse Con
gres. Het zou derhalve, in de ogen
van het Kremlin, geen zin meer
;hebben gehad uitzonderlijke in
schikkelijkheid te betonen in de
kwestie van de Joodse emigratie.
- Maar als het waar Is dat de sowjet-
regering omstreeks mei/Juni vorig
jaar haar fiducie in president Car
ter had verloren, dan kunnen de
consequenties van deze gevolgtrek
king verder hebben gereikt dat tot
de kwestie van de Joodse emigratie
.stlleeq. Dan kan deze gevolgtrek
king bok toen al van belang zijn
gefeest Voor dé ontwikkelingen in
Afghanistan. Per slp.t van rekening
ne?ïf Moskou al in september een
eerste poging gewaagd zijn gezag
W' Kabbel compleet te vestigen.
W>1 toeri is mislukt, is rond Kerst
mis opnieuw geprobeerd, en dit-
*!»ïïfifl"'— zó lijkt het voorlopig
ti/MSticces.
draagt. Kan de vrouw ooit hoger
geëerd worden dan zoals in het volk,
dat haar als de mogelijke moeder
van de bevrijder ziet?
Maar, zegt men, dat is het nu juist:
de vrouw is er terwille van de zoon;
een eigen waarde heeft zij niet. Ik
herinner mij nog hoe moeilijk het
was, dit argument in een gesprek
met een feministe te weerleggen.
Maar wij vonden elkaar in wat voor
ons beiden een schokkende
ontdekking werd: dat wij de
woorden „terwille van
blijkbaar nooit meer kunnen lezen
zoals zij oorspronkelijk bedoeld
moeten zijn. Wij kunnen alleen nog
maar denken aan de
doel-middel-verhouding zoals die
onder ons „normaal" geworden ls:
de één is slechts een middel voor
het doel van de ander. De arbeider
is een middel voor produktie. Dat
heeft onze kijk op „terwille" zo
sterk beïnvloedt, dat wij ons een
ander middel-zijn niet meer kunnen
voorstellen. Als de vrouw „een hulp
tegenover de man" wordt genoemd,
zeggen wij meteen: zie je wel? Maar
wij zien er niets van. Voor ons is een
hulp een hulpje. Een hulp in de
huishouding.
Wij moeten eerst onze ogen
uitwrijven bij het woord
„Middelaar". Dat woord laat zien
hoe eervol de positie van een
„middel" kan zijn. Het kan nog
anders dan in de fabriek! De
messias kan als middel niet sléchts
een middel zijn. Maar dan kan dat
ook niet gelden van zijn moeder.
Haar eigen waardigheid is dat zij
Gods partner mag zijn in het
nabij-brengen van détrijk, waarin
het de eigen waardigheid van ieder
mens zal zijn om weer partner van
God te wezen. De moeder van de
messias is een middel voor een
wereld, waarin niemand alleen
maar een middel is. Dat doel heeft
terugwerkende kracht, zodat haar
leven in het teken van „terwille"
ook al in het teken van haar
volledige emancipatie staat.
Als deze unieke positie van de
vrouw in Ièraël aan feministische
bijbellezers ontgaat, is dat te wijten
aan ons verburgerlijkt
christendom. Wij beoordelen de
mens als een ding op de
doeltreffendheid van zijn
functioneren. Maar dat is het begin
van doodslag. Het kapitalisme is
gewelddadig, omdat het mensen tot
middelen verlaagt. Het
communisme is gewelddadig,
omdat het de generatie van
vandaag als mest op de akkers van
de toekomst beschouwt. Dat zijn de
diepste oorzaken van de bedreiging
van de vrede. Maar voor de bijbel is
het geheim van het mensenleven,
dat het geaccepteerd wordt zoals
het is en dat het niet alleen maar in
beslag genomen wordt terwille van
een hoger belang. In de ruimte van
dat geheim staat de vrouw vóóraan,
omdat de toekomst in haar begint.
In een grandioze compositie zet
Johannes de man Nigademus naast
de Samaritaanse vrouw. Beiden
willen zich niet bloot geven. Bij de
man is het een hoogmoedig,
verstandelijk verzet. Bij de vrouw is
het een niet minder heftige,
gevoelsmatige weerstand. De man
is door het denken verkild. De
vrouw is door het leven verhard. Zij
kunnen niet meer anders reageren
dan afwerend en wantrouwend.
Het is typerend dat de vrouw niet
spreekt zoals Jezus over de
bron of de fontein, maar dat zij het
prozaïscher woord put gebruikt.
He't koele ruisen uit de diepte
spreekt haar niet aan; zij ziet alleen
het metselwerk en daarachter alle
moeite die Jakob aan die put
besteed moet hebben. Als een man
denkt zij aan prestatie en
produktie. Haar vrouwelijke
aandacht voor de bronnen van het
leven is na zoveel verbintenissen
met mannen allang verdroogd. Voor
haar is een bron wel een stenen
muur.
Maarzij laat zich eerder
terecht-brengen dan Nicodemus.
Zij heeft niet de starre
zelfverzekerdheid van de
mannelijke autoriteit. Eerder
luistert de vrouw naar het water
dan de man naar de wind.
Maar wat kan de vrouw nil, zoveel
eeuwen na Christus, nog doen met
haar liefdevolle aandacht voor het
elementaire, het water, het
vruchtwater, de vruchten, voor
vorm en kleur en geur en smaak?
Op het eerste gezicht kan zij dit
alles in de theologie alleen nog
maar terugvinden als zondeval: de
verleidster met de verboden vrucht.
Of als de dwaling die een
„onberedeneerde meerwaarde"
toekent aan de aardsheid van het
Oude Testament. „Onberedeneerde
meerwaarde" is volgens Maria de
Groot een onthullend woord voor
liefde. Daarmee ontmaskert de
theologie zich als de liefdeloze, die
minachtend terzijde schuift wat zij
niet beredeneren kan.
Maar er is een derde mogelijkheid.
Wat zit erachter, als de
Samaritaanse vrouw in mannelijke
preken wordt opgeroepen tot
zelfverloochening? Die term is in
een eeuwenlange traditie besmet
met de bijsmaak van een
mannelijke smakeloosheid. Of
liever: smaakloosheid. De
eenzij dig-mannelljke benadering
van de werkelijkheid kan kort
gekarakteriseerd worden met: een
bron is een put. In deze visie worden
vorm en kleur en geur en smaak
verdrongen door beheersbaarheid
en nuttigheid en verkoopbaarheid.
^Dit? is klare taal. Een typisch staal-
neutronengeweld:
eenvoudige gedoopte ziel, die de
secretaris van het (door de geref.
synode gesubsidieerde) Interkerke
lijk- Vredesberaad niet volgt in zijn
bewapeningsvisie, vliegt kerkelijk
de bocht uit, de eeuwige duisternis
•ln, terwijl hét gebouw van het god
delijk gelijk van dr. Faber (want
bekeerd}, nog overeind staat.
Beroerd voor die mensen, dat wel,
maar ja, het gaat uiteindelijk om
het -voortbestaan van de aardbo
dem. Tot heil van wereld èn kerk,
want, zo vervolgt de I.K.V.-secreta-
Wel, als dat zou zou zijn, dan rest
een eenvoudig christen niets anders
dan het hoofd te bulten en de drie
leden van de programma-commis
sie te volgen, waar zij nucleair ook
heengaan. Want wie durft Jezus
smaad aan te doen? En anders de
kerk uit, zegt de I.K.V.-secretaris dr.
M. J. Faber, want het gaat om het
voortbestaan van de aardbodem.
Goed begrepen? Kortom, één stuk
evangelische barmhartigheid zon
der kernwapens.
Annexatie
Een van de grappen die jaren terug
de ronde deden in Moskou had be
trekking op „Owir", het bureau dat
de emigratie van sowjet-burgers in
handen heeft. De Joodse aanvrager
van een uitreisvergunning moest
antwoord geven op de vraag, of hij
familie had in het buitenland. Hij
zei dat dit niet het geval was. De
ambtenaar achter het loket ver
dween en kwam pas geruime tijd
later weer te voorschijn. Ditmaal
met de verwachting dat de Sowjet-
Unie eerlang, misschien gelijktij
dig met de Volksrepubliek China,
de status van meest-begunstigde
natie (in het handelsverkeer met
Amerika) zou verwerven.
De cijfers over de emigratie van
Joden uit de Sowjet-Unie geven no
gal eens aanleiding tot verwarring.
Soms worden alleen de emigranten
geteld die tijdens de in beschou
wing genomen periode ook werke
lijk de staatsgrenzen van de Sow
jet-Unie hebben overschreden.
Soms telt men het aantal uitgereik
te vergunningen. Of een combina
tie van die twee.
Maar zoveel is wel duidelijk dat er
na 1974, het jaar waarin het Ameri- -
kaanse Congres het zgn. Jackson-
Vanik amendement op de „Trade
Reform Act" aanvaardde, een dui
delijke terugval in het aantal Jood
se emigranten valt te bespeuren.
Het amendement in kwestie was
een poging van senator Henry
Jackson en afgevaardigde Charles
Vanik om het verlenen van han
delsconcessies aan de Sowjet-Unie
afhankelijk te stellen van een ver
ruiming door dat land van de mo
gelijkheden voor sowjet-burgers
(voornamelijk Joden) om zich voor
goed te vestigen in het buitenland.
De poging pakte, althans op korte
termijn gezien, verkeerd uit. De
Het jaar 1978 gaf voor het eerst
weer een onmiskenbare toeneming
te zien. Het werden er in totaal
28.000. Maar een absoluut record
kwam het afgelopen jaar tot stand.
Toen mochten omstreeks 50.000
Joodse sowjet-burgers hun land
verlaten. De New York Times zal
ongetwijfeld gelijk hebben gehad
met haar veronderstelling dat dit
samenhing met de verwachting en
de hoop die het Kremlin koesterde
omtrent de voortgang van de Ame
rikaans-Russische ontspanning.
Vandaar ook dat op dit ogenblik,
nu de Russische inval in Afghanis
tan en de binnenlandse verbanning
van Andrej Sacharow destijds
een vurig pleitbezorger van het
amendement-Jackson/Vanik
president Carter tot enkele forse
tegenmaatregelen hebben geïnspi
reerd, met enige benauwenis wordt
gekeken naar het aantal Joodse
emigranten.
door J. van Dam
Maar omdat de schepping tegen
deze behandeling protesteert,
protesteert tevens het geweten van
de mens. hoezeer dit ook ln de
masculinistlsche kuituur door -
andere stemmen overschreeuwd
wordt. Om het halsstarrig gewejfen
tevreden te stetfen, heeft de
mannen-kuituur het broh-gébied
de natuurlijkheid, dé prilheid, de
integriteit toegewezen aan de
vrouw. En omdat de vrouw de
oorspronkelijke onschuld moet
symboliseren, verdient zij hóóft'
hoger waardering dan als maagd.
De Samaritaanse vrouw heeft het in
preken zwaar te verduren, omdat zij
allesbehalve maagd is. Het slechte
geweten van de man heeft behoefte
aan de idylle van een maagd bij een
bron. Maarzij is een vrouw bij egn
put. Zij deugt niet. In een
hardvochtige zakenwereld moet
nog ergens een maagdelijk plekje
zijn, een voorbeeldig sfnettelo'o^
meisje bij een gewijde bron mét
natuurlijk opwellend water Më;t
een pasgeboren lammetje erbij Zou
het beeld compleet zijn. Dat plalatje'
is met de kleefkracht van een
archetype diep ln de verzegelde put
van ons onderbewustzijn
vereeuwigd. Daarom menen wij
Jezus te verstaan, als Hij de vrouw ^lf
n,oder„iseren van nu-
Samarttaanse^gdLetenzlJn K
Maar Jezus heeft ons slechte*^ -*• 'ih de Tweede Kamer,
geweten niet. Hij WijsthaóT ft^e;'körri^n in een artikel van prof.
mannelijk prozaniethfr^WKfahHil-^;1^ 0bb'Gbhcizwaard („Een falende be-
nog ergens een uitgespaard gabledjgihselpóHtiek" Trouw. 5 januari
van vrouwelijke poëzie wil bewffifch:n* 1980) deze kruistochten-mentaliteit
als herinnering aan onze opnieuw tegen, zij het dan ook ln
oorspronkelijke staat van onschtlWH''?eêii rüstig gepresenteerde vorm.
Hij wil haar bevrijden tot Dat wel. Maar in wezen blijken <e
vrouw-zijn,omdatHijdeWr^IflètF'"bësóhöüwingen van deze hoogle-
als de ruimte voor hatménB-Zijft^D^ Vaïïr'riiets anders te zijn dan het
héle wereld. Voot het-Voïlédlge goddelijk ijken van eigen mening,
mens-zijn. Achter de gemetselde
put borrelt het levende water. Deze bèZigheid, die met een onge
looflijke taaiheid steeds terugkeert,
is ditéraard niet vreemd aan een
mens. daar het harnas van het eigen
gelijk, waarin hij gevangen zit, op
dat nibment niet knelt. In het geval
•Óen ariöèrsdenkende die per defi
nitie een afvallige tegenstander is
•wordt öfïtmoet, behoeft slechts de
profetische vinger te worden gehe
ven en tot bekering worden opge-
Het annexeren van Gods wil teneinde de juistheid van eigen
bedoelen en handelen te onderstrepen is een verschijnsel,
dat door de eeuwen heen met grote regelmaat de kop heeft
qpgestoken. De koppelriem met „Gott-mit-uns", het zingen
van .„Voorwaarts Christenstrijders" bij het marcheren van
(eigen) troepen, de kruisttochten, de Cham-verhalen ter
biriijking van de slavenhandel, de ware kerkopvatting, etc.;
hier zijn denkwerelden aanwezig, die, hoe uiteenlopend ook,
toch met elkaar in fase zijn.
ris dr. M. J. Faber. als dat allemaal
achter de rug is, d&n pas kan de
gemeente weer goed functioneren.
Ja gezellig, samen als bekeerden
onder elkaar.
Hoewel het vreemd moge klinken,
na de publlclteitsstorm van allerlei
moderniseringstegenstanders, in
het I.K.V., bij de Raad van kerken,
door TV-ultzendingen van z.g. dissi
denten, in de herhaling van de syno
dale bewapeningsuitspraken en be
schouwingen in Trouw, nogmaals,
hoewel het vreemd moge klinken, er
zijn christenen, die vóór de moder
nisering van de kernwapens waren
en nóg zijn. Om wat voor reden dan
ook. Ik moge in dit verband het
schrijven van de oudpremiers mr.
B. W. Biesheuvel. P. de Jong en dr.
J. Zijlstra memoreren, waarin ze de
Tweede Kamer opriepen zich aan te
sluiten bij de NATO-beslissing. Ui
termate boeiend is ln dit verband
ook de mededeling van het CDA-
kamerlld Couprle: „En ik weet, dat
veel CDA'ers voor ogen hebben, dat
de nieuwe kernwapens er toch moe
ten komen."
Een leder onzer kan constateren,
dat de moderniserlngsproblematiek
de één (voorlopig) wil afzien van de
innovatie om op korte termijn tot
onderhandeling te komen, terwijl
de ander éérst tot vernieuwing wil
overgaan om op die manier te ko
men tot een wederzijdse verminde
ring van het wapenarsenaal.
Het frappante hierbij is, dat verte
genwoordigers van beide visies dui
delijk overeenkomen in hun afkeer
van deze wapens èn dezelfde inten
tie als prof. Goudzwaard c.s. heb
ben, namelijk de terugdringing van
de rol van het kernwapen
Goede kant
Het uiteenlopen van meningen,
zelfs bij een zo ernstig onderwerp
als het onderhavige, kent eveneens
goede kanten. Het voorkomt o m.
het automatisme van één bepaalde
visie. Een aftasten van de pro- en
contra-argumenten, zoals dit bij
voorbeeld in de brochure Vrede en
Veiligheid (mede namens de Dr. A.
Kuyperstichting uitgegeven) ge
beurt, moet in een goede sfeer onder
één kerkelijk en/of politiek dak mo
gelijk zijn.
Helaas. En toen kwam de krulstoch-
tenmentallteit. Jezus wordt door de
tegenstanders van de modernise
ring naar hun zijde meegenomen
Zoals eertijds de ark werd meege
voerd. „Wat nu gebeurd ls, zie ik als
een smaad die we door het varen
onder zijn vlag aan de naam van
Jezus zelf hebben aangedaan" al
dus prof. Goudzwaard.
Prof. Goudzwaard bevindt ich, wat
dèt betrefti in goed gezelschap. De
uitspraak van de
IKV-'Se'crétaris dr. M. J. Faber tij-
in Balk: „Eigen
lijk is bns ,nee' tegen de kernbewa
pening zoiets als een bekering ln de
Techte zin van het woord" wordt
ingegeven door eenzelfde antitheti
sche gedachtengang. Met andere
woorden: je dient je opvattingen te
conformeren aan die van het IKV
fnzdke hét nucleaire vraagstuk, an
ders ben je niet bekeerd, d.w.z. dan
\ls:het Koninkrijk der hemelen voor
je gesloten, voor eeuwig. Vroeger
i circulèérden er een aantal als ko-
qjis<%.l?e:d9elde anekdotes, met een
gereformeerde aan de hemelse con-
^pte-ppsf-. Deze is nu blijkbaar door
'een tKV-aanhanger vervangen.
Intolerant
Dat (eej>;, d?rgelijke gevolgtrekking
"mei óp een misverstand of een
woordenspel berust, maar dat in
derdaad een zeer intolerante visie
.tónwezi'g is, blijkt wel uit het inter
view met' dezelfde dr. Faber, waar-
4uap ^puw van 31 december j.l. on
der 'meer het volgende weergeeft:
wil het IKV, dat de kerken,
situ-
Mient
zo'n dulde-
kerken een
zich mee
brengt en dat het gevaar bestaat
rrten^eri de kerken uit te Jagen,
als het om het voortbestaan
aardbodem Einde
bleek hij in het bezit te zijn van een
officieel document, waaruit viel op
te maken dat de aanvrager een zus
ter had wonen in Israël, „Je hebt
zoeven gezegd dat je geen familie
in het buitenland had. Wil je die
verklaring nu nog staande hou
den?", vroeg hij op dreigende toön.
„Jazeker", zei de aanvrager onver
vaard, „ik ben het niet die familie
heeft in het buitenland, maar zij
heeft familie in het buitenland".
Sinds jaar en dag vormt het aantal
Joodse sowjet-burgers dat toestem-
ming krijgt te emigreren een van
de graadmeters voor de stand van
de Oost-West-betrekkingen. Heeft
de Sowjet-Unie reden tot voldoe
ning over Amerikaans gedrag of
Amerikaanse toezeggingen, dan
schiet veelal het aantal uitreisver
gunningen dat wordt verleend om
hoog. Vorig jaar april bij vpor-
beeld meldde de New York Times
dat de maand tevoren zo'n kleine
4500 Joden toestemming had gekre
gen naar het buitenland te vertrek
ken en dat dit aantal samenhing a)
met de hoop die in het Kremlin
werd gekoesterd op een spoedige
totstandkoming van het tweede
verdrag met de Verenigde Staten
over de beperking van de strategi
sche kernwapens (SALT II) en b)
sowjet-regering wees het amende
ment met verontwaardiging van de
hand en ze ging zelfs zo ver dat ze
de handelsovereenkomst van 1972
opzegde. Schommelde het aantal
Joodse emigranten in de jaren 1972,
1973 en 1974 tussen de 30.000 en
35.000 per jaar, daarna nam het
enige tijd drastisch af. In 1975 be
droeg het 13.000, het jaar daarop
14.000 en in 1977 zo'n kleine 17.000.
door Okke Jager
In een vorig artikel wees ik erop hoe
in een tv-programma de
anti-vrouw-houding van theologen
ook aan de bijbel werd
toegeschreven, doordat de
commentator even ademhaalde na
het woord „vrouw" bij het citeren
van Prediker 7: „Ik ontdekte iets,
bitterder dan de dood: de vrouw
die een valstrik is."
Maar deze rustpauze op het
verkeerde moment viel bijna
niemand op. De meeste kijkers
hebben vaker die klok horen luiden:
de bijbel doet niet vriendelijk over
vrouwen. Stamt dit boek niet uit
een patriarchale cultuur? Dat is
moeilijk te loochenen; maar de
meeste bijbelteksten die de
geëmancipeerde vrouw
onverdragelijk vindt, hebben bij
nader inzien niets met seksisme te
maken.
De bijbel stempelt de eerste vrouw
dan toch maar tot de verleidster
van de man, zegt men. Maar men
vergeet dat het nu juist de slóng is,
die ervan uitgaat dat hij de man
beter via de vrouw dan rechtstreeks
verleiden kan. De slang vertolkt
niet de wijsheid, maar de listigheid.
In hem spreekt de diabolos, de
kernsplitser: hij gooit alles door
elkaar. Hij weet niet wat hij zegt.
Wie de vrouw als verleidster ziet,
ziet haar met de ogen van de slang.
De slang is nu eenmaal niet wijzer.
Maar de bijbel ziet de vrouw dan
toch verder alleen maar als móeder
van zonen, zegt men. Men vergeet
dat Israël de messias mag
voortbrengen: in beginsel kan elke
vrouw van dat volk zijn moeder
zijn. Zoals (volgens een overigens
kromme theorie) elke soldaat de
maarschalkstaf in zijn ransel