Joodse emigranten Zoals eens c.w ark werd meegevoerd De vrouw in een mannenwereld VRIJDAG 1 FEBRUARI 1980 TROUW/KWARTET P 15 - RH 19 - S 17 Eind veertiger Jaren speelde de z g. Indlé-politiek zeer hoog. Tijdens één van zijn (met sonore stem uitge sproken) redevoeringen stak prof. dr S. U. Zuidema zijn visie niet onder stoelen of banken Nederland moest zijn gezag in de archipel handhaven, zoals dat altijd geweest was. En ik hoor hem nog zijn emo tioneel betoog beëindigen met de woorden: Want Jezus wil dat! He laas, ook hij heeft de annexatlekuil niet altijd weten te ontwijken. Het twijfelen aan het christelijk ka rakter van het CDA. als dit de visie van prof. Goudzwaard niet over neemt, het suggereren van het niet vertrouwen op de Heer bij de voor standers van modernisering enz is ln wezen niets anders dan toepas sing van de methode-Faber, zij het dan ook in een wat almabeler vorm. Ik acht (met Goudzwaard) een on derling afhaken eveneens praktisch onvermijdelijk, maar dan om een andere reden: de bovengeslgnaleer- de denkwereld. Het zou mijn inziens mooi zijn, als er een CDA-program- ma-commlssie kwam, die in een hóófdartlkel zou kunnen verwoor den, hoe ménsen met elkè&r dienen om te gaan zonder elkaar geestelijk te beschadigen bij de bestudering van de meest moeilijke problema- tieken. Zoals dit mentaal nu ligt, acht ik dit onmogelijk, terwijl in middels de vervreemding doorgaat. Tenzij er een Wonder geschiedt. En tot zolang is het inderdaad maar het beste dat de commissie haar werkzaamheden opschort. Dr ir J. van Dam is verbonden aan het Koninklijk instituut voor de marine te Den Helder. door H. J. Neuman Eerder deze week meldden de kran ten dat in de eerste helft van janua ri ongeveer 1700 uitreisvergunnin gen waren verleend aan Joodse Sowjet-burgers. Volgens het State Department in Washington waren dat er evenveel als in de overeen*- komstige periode van het jaar daarvoor. Dat leek dus «Iet: slecht. Maar zou het, tegen de ach tergrond van een opnieu w; LpvaL *-1 lende Koud? Oorlog,, opk, blijven? Nu is het opmerkelijk daï ai sinds oktober jl. berichten de ronde doen over een koerswijziging'van Owir. In juli, augustus en .september heeft het bureau vrijwel alle. a^n-. vragen afgewezen, voorai in de Oe kraïne maar ook in andere gebie den zoals Tasjkent in sowjet cen traal Azië. Als arguméht voor de afwijzing gold ofwel dat de aan vragers „geheim" werk in over heidsdienst hadden verricht of dat de familiebetrekking tussen de aanvragers en hun „sponsors" in het buitenland niet hecht genoeg zou zijn. Eerder dat jaar WanvaArd-'1 de Owir nog zo'n vijftien- tot zes tien duizend aanvragen per maand, zonder dat er uitvoerig Wérd nafge-' vraagd over de aard van (Jir fcrtiïl- liebetrekking. Het gevóïg kah" tio'' zijn dat het aantal Joodsf'efrjïfrHrP"'1' ten de komende wëkeü'eri' maantfërf sterk terugloopt.' *'J' Op zichzelf zou dit «ëtt kunnen zijn, dat de sowjet-regering al medio vorig jaar de hoop had 'verloren dat ze met president Car ter tot zaken kon komen. Klaarblij kelijk had zij toen al van de Ameri kaanse regering de indruk dat deze "te zwak was om de ratificatie van 'SALT II men denke aan de op schudding na de mededeling dat er gq'.n tweeduizend man Russische l.„g«vecht*"-troepen op Cuba ver bleven en de toekenning van .Wierdefe, .handelsconcessies los te krijgen van bet Amerikaanse Con gres. Het zou derhalve, in de ogen van het Kremlin, geen zin meer ;hebben gehad uitzonderlijke in schikkelijkheid te betonen in de kwestie van de Joodse emigratie. - Maar als het waar Is dat de sowjet- regering omstreeks mei/Juni vorig jaar haar fiducie in president Car ter had verloren, dan kunnen de consequenties van deze gevolgtrek king verder hebben gereikt dat tot de kwestie van de Joodse emigratie .stlleeq. Dan kan deze gevolgtrek king bok toen al van belang zijn gefeest Voor dé ontwikkelingen in Afghanistan. Per slp.t van rekening ne?ïf Moskou al in september een eerste poging gewaagd zijn gezag W' Kabbel compleet te vestigen. W>1 toeri is mislukt, is rond Kerst mis opnieuw geprobeerd, en dit- *!»ïïfifl"'— zó lijkt het voorlopig ti/MSticces. draagt. Kan de vrouw ooit hoger geëerd worden dan zoals in het volk, dat haar als de mogelijke moeder van de bevrijder ziet? Maar, zegt men, dat is het nu juist: de vrouw is er terwille van de zoon; een eigen waarde heeft zij niet. Ik herinner mij nog hoe moeilijk het was, dit argument in een gesprek met een feministe te weerleggen. Maar wij vonden elkaar in wat voor ons beiden een schokkende ontdekking werd: dat wij de woorden „terwille van blijkbaar nooit meer kunnen lezen zoals zij oorspronkelijk bedoeld moeten zijn. Wij kunnen alleen nog maar denken aan de doel-middel-verhouding zoals die onder ons „normaal" geworden ls: de één is slechts een middel voor het doel van de ander. De arbeider is een middel voor produktie. Dat heeft onze kijk op „terwille" zo sterk beïnvloedt, dat wij ons een ander middel-zijn niet meer kunnen voorstellen. Als de vrouw „een hulp tegenover de man" wordt genoemd, zeggen wij meteen: zie je wel? Maar wij zien er niets van. Voor ons is een hulp een hulpje. Een hulp in de huishouding. Wij moeten eerst onze ogen uitwrijven bij het woord „Middelaar". Dat woord laat zien hoe eervol de positie van een „middel" kan zijn. Het kan nog anders dan in de fabriek! De messias kan als middel niet sléchts een middel zijn. Maar dan kan dat ook niet gelden van zijn moeder. Haar eigen waardigheid is dat zij Gods partner mag zijn in het nabij-brengen van détrijk, waarin het de eigen waardigheid van ieder mens zal zijn om weer partner van God te wezen. De moeder van de messias is een middel voor een wereld, waarin niemand alleen maar een middel is. Dat doel heeft terugwerkende kracht, zodat haar leven in het teken van „terwille" ook al in het teken van haar volledige emancipatie staat. Als deze unieke positie van de vrouw in Ièraël aan feministische bijbellezers ontgaat, is dat te wijten aan ons verburgerlijkt christendom. Wij beoordelen de mens als een ding op de doeltreffendheid van zijn functioneren. Maar dat is het begin van doodslag. Het kapitalisme is gewelddadig, omdat het mensen tot middelen verlaagt. Het communisme is gewelddadig, omdat het de generatie van vandaag als mest op de akkers van de toekomst beschouwt. Dat zijn de diepste oorzaken van de bedreiging van de vrede. Maar voor de bijbel is het geheim van het mensenleven, dat het geaccepteerd wordt zoals het is en dat het niet alleen maar in beslag genomen wordt terwille van een hoger belang. In de ruimte van dat geheim staat de vrouw vóóraan, omdat de toekomst in haar begint. In een grandioze compositie zet Johannes de man Nigademus naast de Samaritaanse vrouw. Beiden willen zich niet bloot geven. Bij de man is het een hoogmoedig, verstandelijk verzet. Bij de vrouw is het een niet minder heftige, gevoelsmatige weerstand. De man is door het denken verkild. De vrouw is door het leven verhard. Zij kunnen niet meer anders reageren dan afwerend en wantrouwend. Het is typerend dat de vrouw niet spreekt zoals Jezus over de bron of de fontein, maar dat zij het prozaïscher woord put gebruikt. He't koele ruisen uit de diepte spreekt haar niet aan; zij ziet alleen het metselwerk en daarachter alle moeite die Jakob aan die put besteed moet hebben. Als een man denkt zij aan prestatie en produktie. Haar vrouwelijke aandacht voor de bronnen van het leven is na zoveel verbintenissen met mannen allang verdroogd. Voor haar is een bron wel een stenen muur. Maarzij laat zich eerder terecht-brengen dan Nicodemus. Zij heeft niet de starre zelfverzekerdheid van de mannelijke autoriteit. Eerder luistert de vrouw naar het water dan de man naar de wind. Maar wat kan de vrouw nil, zoveel eeuwen na Christus, nog doen met haar liefdevolle aandacht voor het elementaire, het water, het vruchtwater, de vruchten, voor vorm en kleur en geur en smaak? Op het eerste gezicht kan zij dit alles in de theologie alleen nog maar terugvinden als zondeval: de verleidster met de verboden vrucht. Of als de dwaling die een „onberedeneerde meerwaarde" toekent aan de aardsheid van het Oude Testament. „Onberedeneerde meerwaarde" is volgens Maria de Groot een onthullend woord voor liefde. Daarmee ontmaskert de theologie zich als de liefdeloze, die minachtend terzijde schuift wat zij niet beredeneren kan. Maar er is een derde mogelijkheid. Wat zit erachter, als de Samaritaanse vrouw in mannelijke preken wordt opgeroepen tot zelfverloochening? Die term is in een eeuwenlange traditie besmet met de bijsmaak van een mannelijke smakeloosheid. Of liever: smaakloosheid. De eenzij dig-mannelljke benadering van de werkelijkheid kan kort gekarakteriseerd worden met: een bron is een put. In deze visie worden vorm en kleur en geur en smaak verdrongen door beheersbaarheid en nuttigheid en verkoopbaarheid. ^Dit? is klare taal. Een typisch staal- neutronengeweld: eenvoudige gedoopte ziel, die de secretaris van het (door de geref. synode gesubsidieerde) Interkerke lijk- Vredesberaad niet volgt in zijn bewapeningsvisie, vliegt kerkelijk de bocht uit, de eeuwige duisternis •ln, terwijl hét gebouw van het god delijk gelijk van dr. Faber (want bekeerd}, nog overeind staat. Beroerd voor die mensen, dat wel, maar ja, het gaat uiteindelijk om het -voortbestaan van de aardbo dem. Tot heil van wereld èn kerk, want, zo vervolgt de I.K.V.-secreta- Wel, als dat zou zou zijn, dan rest een eenvoudig christen niets anders dan het hoofd te bulten en de drie leden van de programma-commis sie te volgen, waar zij nucleair ook heengaan. Want wie durft Jezus smaad aan te doen? En anders de kerk uit, zegt de I.K.V.-secretaris dr. M. J. Faber, want het gaat om het voortbestaan van de aardbodem. Goed begrepen? Kortom, één stuk evangelische barmhartigheid zon der kernwapens. Annexatie Een van de grappen die jaren terug de ronde deden in Moskou had be trekking op „Owir", het bureau dat de emigratie van sowjet-burgers in handen heeft. De Joodse aanvrager van een uitreisvergunning moest antwoord geven op de vraag, of hij familie had in het buitenland. Hij zei dat dit niet het geval was. De ambtenaar achter het loket ver dween en kwam pas geruime tijd later weer te voorschijn. Ditmaal met de verwachting dat de Sowjet- Unie eerlang, misschien gelijktij dig met de Volksrepubliek China, de status van meest-begunstigde natie (in het handelsverkeer met Amerika) zou verwerven. De cijfers over de emigratie van Joden uit de Sowjet-Unie geven no gal eens aanleiding tot verwarring. Soms worden alleen de emigranten geteld die tijdens de in beschou wing genomen periode ook werke lijk de staatsgrenzen van de Sow jet-Unie hebben overschreden. Soms telt men het aantal uitgereik te vergunningen. Of een combina tie van die twee. Maar zoveel is wel duidelijk dat er na 1974, het jaar waarin het Ameri- - kaanse Congres het zgn. Jackson- Vanik amendement op de „Trade Reform Act" aanvaardde, een dui delijke terugval in het aantal Jood se emigranten valt te bespeuren. Het amendement in kwestie was een poging van senator Henry Jackson en afgevaardigde Charles Vanik om het verlenen van han delsconcessies aan de Sowjet-Unie afhankelijk te stellen van een ver ruiming door dat land van de mo gelijkheden voor sowjet-burgers (voornamelijk Joden) om zich voor goed te vestigen in het buitenland. De poging pakte, althans op korte termijn gezien, verkeerd uit. De Het jaar 1978 gaf voor het eerst weer een onmiskenbare toeneming te zien. Het werden er in totaal 28.000. Maar een absoluut record kwam het afgelopen jaar tot stand. Toen mochten omstreeks 50.000 Joodse sowjet-burgers hun land verlaten. De New York Times zal ongetwijfeld gelijk hebben gehad met haar veronderstelling dat dit samenhing met de verwachting en de hoop die het Kremlin koesterde omtrent de voortgang van de Ame rikaans-Russische ontspanning. Vandaar ook dat op dit ogenblik, nu de Russische inval in Afghanis tan en de binnenlandse verbanning van Andrej Sacharow destijds een vurig pleitbezorger van het amendement-Jackson/Vanik president Carter tot enkele forse tegenmaatregelen hebben geïnspi reerd, met enige benauwenis wordt gekeken naar het aantal Joodse emigranten. door J. van Dam Maar omdat de schepping tegen deze behandeling protesteert, protesteert tevens het geweten van de mens. hoezeer dit ook ln de masculinistlsche kuituur door - andere stemmen overschreeuwd wordt. Om het halsstarrig gewejfen tevreden te stetfen, heeft de mannen-kuituur het broh-gébied de natuurlijkheid, dé prilheid, de integriteit toegewezen aan de vrouw. En omdat de vrouw de oorspronkelijke onschuld moet symboliseren, verdient zij hóóft' hoger waardering dan als maagd. De Samaritaanse vrouw heeft het in preken zwaar te verduren, omdat zij allesbehalve maagd is. Het slechte geweten van de man heeft behoefte aan de idylle van een maagd bij een bron. Maarzij is een vrouw bij egn put. Zij deugt niet. In een hardvochtige zakenwereld moet nog ergens een maagdelijk plekje zijn, een voorbeeldig sfnettelo'o^ meisje bij een gewijde bron mét natuurlijk opwellend water Më;t een pasgeboren lammetje erbij Zou het beeld compleet zijn. Dat plalatje' is met de kleefkracht van een archetype diep ln de verzegelde put van ons onderbewustzijn vereeuwigd. Daarom menen wij Jezus te verstaan, als Hij de vrouw ^lf n,oder„iseren van nu- Samarttaanse^gdLetenzlJn K Maar Jezus heeft ons slechte*^ -*• 'ih de Tweede Kamer, geweten niet. Hij WijsthaóT ft^e;'körri^n in een artikel van prof. mannelijk prozaniethfr^WKfahHil-^;1^ 0bb'Gbhcizwaard („Een falende be- nog ergens een uitgespaard gabledjgihselpóHtiek" Trouw. 5 januari van vrouwelijke poëzie wil bewffifch:n* 1980) deze kruistochten-mentaliteit als herinnering aan onze opnieuw tegen, zij het dan ook ln oorspronkelijke staat van onschtlWH''?eêii rüstig gepresenteerde vorm. Hij wil haar bevrijden tot Dat wel. Maar in wezen blijken <e vrouw-zijn,omdatHijdeWr^IflètF'"bësóhöüwingen van deze hoogle- als de ruimte voor hatménB-Zijft^D^ Vaïïr'riiets anders te zijn dan het héle wereld. Voot het-Voïlédlge goddelijk ijken van eigen mening, mens-zijn. Achter de gemetselde put borrelt het levende water. Deze bèZigheid, die met een onge looflijke taaiheid steeds terugkeert, is ditéraard niet vreemd aan een mens. daar het harnas van het eigen gelijk, waarin hij gevangen zit, op dat nibment niet knelt. In het geval •Óen ariöèrsdenkende die per defi nitie een afvallige tegenstander is •wordt öfïtmoet, behoeft slechts de profetische vinger te worden gehe ven en tot bekering worden opge- Het annexeren van Gods wil teneinde de juistheid van eigen bedoelen en handelen te onderstrepen is een verschijnsel, dat door de eeuwen heen met grote regelmaat de kop heeft qpgestoken. De koppelriem met „Gott-mit-uns", het zingen van .„Voorwaarts Christenstrijders" bij het marcheren van (eigen) troepen, de kruisttochten, de Cham-verhalen ter biriijking van de slavenhandel, de ware kerkopvatting, etc.; hier zijn denkwerelden aanwezig, die, hoe uiteenlopend ook, toch met elkaar in fase zijn. ris dr. M. J. Faber. als dat allemaal achter de rug is, d&n pas kan de gemeente weer goed functioneren. Ja gezellig, samen als bekeerden onder elkaar. Hoewel het vreemd moge klinken, na de publlclteitsstorm van allerlei moderniseringstegenstanders, in het I.K.V., bij de Raad van kerken, door TV-ultzendingen van z.g. dissi denten, in de herhaling van de syno dale bewapeningsuitspraken en be schouwingen in Trouw, nogmaals, hoewel het vreemd moge klinken, er zijn christenen, die vóór de moder nisering van de kernwapens waren en nóg zijn. Om wat voor reden dan ook. Ik moge in dit verband het schrijven van de oudpremiers mr. B. W. Biesheuvel. P. de Jong en dr. J. Zijlstra memoreren, waarin ze de Tweede Kamer opriepen zich aan te sluiten bij de NATO-beslissing. Ui termate boeiend is ln dit verband ook de mededeling van het CDA- kamerlld Couprle: „En ik weet, dat veel CDA'ers voor ogen hebben, dat de nieuwe kernwapens er toch moe ten komen." Een leder onzer kan constateren, dat de moderniserlngsproblematiek de één (voorlopig) wil afzien van de innovatie om op korte termijn tot onderhandeling te komen, terwijl de ander éérst tot vernieuwing wil overgaan om op die manier te ko men tot een wederzijdse verminde ring van het wapenarsenaal. Het frappante hierbij is, dat verte genwoordigers van beide visies dui delijk overeenkomen in hun afkeer van deze wapens èn dezelfde inten tie als prof. Goudzwaard c.s. heb ben, namelijk de terugdringing van de rol van het kernwapen Goede kant Het uiteenlopen van meningen, zelfs bij een zo ernstig onderwerp als het onderhavige, kent eveneens goede kanten. Het voorkomt o m. het automatisme van één bepaalde visie. Een aftasten van de pro- en contra-argumenten, zoals dit bij voorbeeld in de brochure Vrede en Veiligheid (mede namens de Dr. A. Kuyperstichting uitgegeven) ge beurt, moet in een goede sfeer onder één kerkelijk en/of politiek dak mo gelijk zijn. Helaas. En toen kwam de krulstoch- tenmentallteit. Jezus wordt door de tegenstanders van de modernise ring naar hun zijde meegenomen Zoals eertijds de ark werd meege voerd. „Wat nu gebeurd ls, zie ik als een smaad die we door het varen onder zijn vlag aan de naam van Jezus zelf hebben aangedaan" al dus prof. Goudzwaard. Prof. Goudzwaard bevindt ich, wat dèt betrefti in goed gezelschap. De uitspraak van de IKV-'Se'crétaris dr. M. J. Faber tij- in Balk: „Eigen lijk is bns ,nee' tegen de kernbewa pening zoiets als een bekering ln de Techte zin van het woord" wordt ingegeven door eenzelfde antitheti sche gedachtengang. Met andere woorden: je dient je opvattingen te conformeren aan die van het IKV fnzdke hét nucleaire vraagstuk, an ders ben je niet bekeerd, d.w.z. dan \ls:het Koninkrijk der hemelen voor je gesloten, voor eeuwig. Vroeger i circulèérden er een aantal als ko- qjis<%.l?e:d9elde anekdotes, met een gereformeerde aan de hemelse con- ^pte-ppsf-. Deze is nu blijkbaar door 'een tKV-aanhanger vervangen. Intolerant Dat (eej>;, d?rgelijke gevolgtrekking "mei óp een misverstand of een woordenspel berust, maar dat in derdaad een zeer intolerante visie .tónwezi'g is, blijkt wel uit het inter view met' dezelfde dr. Faber, waar- 4uap ^puw van 31 december j.l. on der 'meer het volgende weergeeft: wil het IKV, dat de kerken, situ- Mient zo'n dulde- kerken een zich mee brengt en dat het gevaar bestaat rrten^eri de kerken uit te Jagen, als het om het voortbestaan aardbodem Einde bleek hij in het bezit te zijn van een officieel document, waaruit viel op te maken dat de aanvrager een zus ter had wonen in Israël, „Je hebt zoeven gezegd dat je geen familie in het buitenland had. Wil je die verklaring nu nog staande hou den?", vroeg hij op dreigende toön. „Jazeker", zei de aanvrager onver vaard, „ik ben het niet die familie heeft in het buitenland, maar zij heeft familie in het buitenland". Sinds jaar en dag vormt het aantal Joodse sowjet-burgers dat toestem- ming krijgt te emigreren een van de graadmeters voor de stand van de Oost-West-betrekkingen. Heeft de Sowjet-Unie reden tot voldoe ning over Amerikaans gedrag of Amerikaanse toezeggingen, dan schiet veelal het aantal uitreisver gunningen dat wordt verleend om hoog. Vorig jaar april bij vpor- beeld meldde de New York Times dat de maand tevoren zo'n kleine 4500 Joden toestemming had gekre gen naar het buitenland te vertrek ken en dat dit aantal samenhing a) met de hoop die in het Kremlin werd gekoesterd op een spoedige totstandkoming van het tweede verdrag met de Verenigde Staten over de beperking van de strategi sche kernwapens (SALT II) en b) sowjet-regering wees het amende ment met verontwaardiging van de hand en ze ging zelfs zo ver dat ze de handelsovereenkomst van 1972 opzegde. Schommelde het aantal Joodse emigranten in de jaren 1972, 1973 en 1974 tussen de 30.000 en 35.000 per jaar, daarna nam het enige tijd drastisch af. In 1975 be droeg het 13.000, het jaar daarop 14.000 en in 1977 zo'n kleine 17.000. door Okke Jager In een vorig artikel wees ik erop hoe in een tv-programma de anti-vrouw-houding van theologen ook aan de bijbel werd toegeschreven, doordat de commentator even ademhaalde na het woord „vrouw" bij het citeren van Prediker 7: „Ik ontdekte iets, bitterder dan de dood: de vrouw die een valstrik is." Maar deze rustpauze op het verkeerde moment viel bijna niemand op. De meeste kijkers hebben vaker die klok horen luiden: de bijbel doet niet vriendelijk over vrouwen. Stamt dit boek niet uit een patriarchale cultuur? Dat is moeilijk te loochenen; maar de meeste bijbelteksten die de geëmancipeerde vrouw onverdragelijk vindt, hebben bij nader inzien niets met seksisme te maken. De bijbel stempelt de eerste vrouw dan toch maar tot de verleidster van de man, zegt men. Maar men vergeet dat het nu juist de slóng is, die ervan uitgaat dat hij de man beter via de vrouw dan rechtstreeks verleiden kan. De slang vertolkt niet de wijsheid, maar de listigheid. In hem spreekt de diabolos, de kernsplitser: hij gooit alles door elkaar. Hij weet niet wat hij zegt. Wie de vrouw als verleidster ziet, ziet haar met de ogen van de slang. De slang is nu eenmaal niet wijzer. Maar de bijbel ziet de vrouw dan toch verder alleen maar als móeder van zonen, zegt men. Men vergeet dat Israël de messias mag voortbrengen: in beginsel kan elke vrouw van dat volk zijn moeder zijn. Zoals (volgens een overigens kromme theorie) elke soldaat de maarschalkstaf in zijn ransel

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 19