IER&PLANT iamese veellingen: mosdiertjes Weekendpnzzel 3 mi *i tTt E ool! w doen P ~~-d Üo Uitslag quiz m B 1 m Q ra m B 0 JB. Telefoon uit Nieuwpoort iTERDAG 26 JANUARI 1960 TROUW/KWARTET 29 «VARIA! door henk van halm DL 01 „In een glas water of een iquarium houden deze die- de ten het gewoonlijk niet lang uit", schreef Kees Hana in zijn beroemde «regwijzer in Nederlands natuur „Van dier en plant, --gater en land" over de iy mosdiertjes. Die waterwe- iens kwamen in december terloops ter sprake in deze rubriek, toen ik een over- ticht gaf van wat na de vinter het hele Jaar 1979 Hoor in mijn tuinvijver te lien was. ene kie I- fan ïns- n terloops, want er is over mosdiert- es meer te vertellen dan in dat )verzicht mogelijk was. Ik kende ie eigenlijk nauwelijks, alleen de öerlijke restanten van een paar toorten die in zee leven. Zoetwa- lermosdiertjes waren me alleen lit de boeken bekend. Dat lijkt nerkwaardig. omdat ze helemaal liet zeldzaam zijn. Maar zodra je ten mosdiertjeskolonie boven wa- jer haalt, is het niet meer dan een jnooglijk slijmbolletje, net zoiets lis een kluit slakke-eitjes. Je ziet let beslist over het hoofd, als je net een schepnet bezig bent een iloot te Inventariseren op de soor- jien waterdieren die erin voorko- taen. Met het gevolg dat ze onher- tend met de plantenmassa in het laats vfater worden teruggekieperd. LAG) De ontdekking moest dan ook in hijn eigen vijver gebeuren, toen jk zoals wel vaker 's avonds met fen lamp in het water scheen. Op ^gestorven worteltjes van de wa- leraardbei zaten pluizige groene ilgendotjes, die plotseling ver- ïwenen toen ik ze aanraakte. Ik en brak de worteltjes af en deed ze in |e accubak, die gevuld met vijver water in de vensterbank voor het leukenraam staat. Soms gooi ik wat waterplanten uit de vijver inet alles erop en eraan in die bak uur »n doe daardoor van tijd tot tijd tlelne ontdekkingen over het vij- PP^/erleven, die anders aan mijn aan- 11 ,aaacht zouden zijn ontsnapt. Ik kan elke vijverbezitter aanraden Een aantal kruipende plulmcelpoliepen uit de vijver van heel dichtbij Het sierlijke chitineskelet van de harige vliescelpo- liep, een kolonie van zeebewonende mosdiertjes Met een lamp boven de accubak en een loep in de hand heb ik nieuwsgierig zitten gluren naar de slijmkluitjes op de plantewortels. En wat ik toen zag, was van een schoonheid die ik nooit vermoed had. Het vormeloos lijkende slijm- klompje bleek zich als een plomp gewei te vertakken, met aan elk einde een tere krans van uitge spreide tentakels. Ze bewogen niet, staken alleen als wijde waai ers uit. Maar toen ik ze met een breinaald aanraakte, trokken ze zich bliksemsnel terug in het bre de deel van de vertakkingen. Weg was het wonder, maar het ver scheen weer toen er een minuut was verstreken. Ingewanden Door het vergrootglas bekeken doen deze mosdiertjes sterk den ken aan zeeanemonen en ook wel aan de fraai gekleurde spiraal- waaierwormen, die je kunt zien in het Artis-aquarium. De gelijkenis met anemonen en poliepen is zo sterk dat sommige mosdiertjes, al naar de soort, pluimcel-, kuifcel- en vliescelpoliepen worden ge noemd en het dunne gedeelte van het mosdlertjeslichaam polypide heet. Polypide betekent „op een poliep lijkend". Maar er zijn grote ver schillen aan te wijzen tussen zeea nemonen en pollepen enerzijds en mosdiertjes anderzijds. Bij de laatste staan de tentakels niet in een gesloten krans, maar op een hoefijzervormige drager. Ze zijn bezet met heel fijne trilhaartjes, die een voortdurende water stroom opwekken, waarmee de eencellige diertjes worden aange voerd, die de mosdiertjes tot voed sel dienen. Bij zeeanemonen, poliepen en kwallen, die tot de neteldieren be horen, dragen de tentakels netel- cellen. Wie wel eens in aanraking is geweest met een levende brand- kwal, weet precies wat dat bete kent. Die netelcellen dienen om de prooi te doden, die dan door de tentakels naar de mondopening wordt gebracht. Ook die verschilt van die van de mosdiertjes. Bij de neteldieren is die tegelijk anus, dezelfde opening dus binnen de tentakelkrans. De mond van de mosdiertjes ligt tussen de tenta kels, en het voedsel komt via een korte slokdarm in een diepe zak- vormlge maag terecht en vandaar in een darm die uitmondt in een anus die buiten de tentakels ligt. Dat hele ingewandstelsel, geel bruin van kleur, is prachtig te zien in de glasachtige diertjes: Het is nog te herkennen als deze zich bij onraad hebben ingetrokken. De hele polypide trekt zich dan door middel van een sterke spier in het dikkere deel van de afzonderlijke vertakkingen terug. Dat dikke deel heet cystide, „op een kapsel lijkend". Bij zeemosdiertjes is dit beschermende omhulsel versterkt met een buis van chitine, dezelfde harde stof waaruit het pantser van insekten bestaat. Als de kolonie is afgestorven, vind je het samenstel van buisjes als een prachtig net werk op wieren, stukken drijfhout en schelpen. Verbreiding» Mosdiertjes planten zich op ver schillende manieren voort. Elk diertje is zowel mannetje als vrouwtje en de eitjes worden be vrucht in de lichaamsholte, waar schijnlijk door zaad van hetzelfde diertje. Elk eitje nestelt zich in een uitstulping van de cystidewand, die door afsnoering van het omrin gende water is afgesloten. Daarin ontwikkelt zich de larve, die ten slotte de cystidewand doorbreekt en door middel van trilharen een tijdje rondzwemt. De mantel, die het hele diertje omhult, bevat zintuigcellen, waar mee vaste voorwerpen worden „gekeurd" op him geschiktheid als plaats van vestiging. Heeft de larve zo een goede plek gevonden, dan keert ze zich helemaal binnen stebuiten, waarbij de mantel te rugslaat en vervolgens dient als zitkussen voor de toekomstige ko lonie. Op dat moment blijkt de larve niet één mosdiertje te zijn, maar twee, elk met eigen ingewan den, maar met een gezamenlijke lichaamsholte. Een Siamese tweeling dus, die een veelllng wordt door ongeslachtelijk knop pen te vormen die tot nieuwe mos diertjes uitgroeien. Een derde vermeerderingsmanier is een middel om te overleven on der barre omstandigheden, als het water bevriest of uitdroogt. Zoet- watermosdiertjes vormen inwen dige knoppen, die met een harde chltlnelaag omgeven zijn. Als de kolonie sterft, komen die „stato- blasten" vrij. Ze worden wegge blazen door de wind, door water stromen verspreid of met watervo gels meegesmokkeld, want ze heb ben meestal geweerhaakte uit steeksels die zich gemakkelijk aan veren hechten. Ondertussen zijn de oude kolonies in de accubak doodgegaan, maar ik heb Inmiddels nieuwe ontdekt. Tweelingen nog, jonge dus. Een uitzondering op Hana's regel! Horizontaal. 1. onderwerp, 4. een ze kere. 6. eekhoorn (gew.), 9. en omstre ken (afk.), 10. oorlogsgod, 12. ik ont ken (lat), 14. en andere (afk 16. kleverige stof. 18. verdieping, 20. ge bouw, 22. doren, 24. kalmte, 26. boom. 27. ontsteltenis, 30. oude lengtemaat, 31. plaats in de N.O.P., 32. league of Nations (afk.), 33. voordeel, 35. kern, 36. jaargetijde, 38. bedrag, 40. spinne- web. 41. plomp, 42. grond die bij een hoeve behoort, 43. veerkracht, 44. bui tendijks land. 46. hemelbrood, 48. koor, 50. vlug, 52. knopje op een prik tol, 53. kippenloop, 55. maanstand. 57. schikking, 60. radio omroep (afk.), 61. toespijs bij de rijst, 63. smergel, 65. uitroep bij de Bacchus feesten, 66. half edelgesteente, 69. vaarwel. 70. pers. voornaamw., 71. rivier in Duits land. 73. gewicht, 75. voegwoord, 76. vadsig, 77. bezlttvoornaamw., 78. eenmaal. Verticaal 1. proef. 2. in 't oog vallend, 3. voertuig. 4. Europeaan, 5. nauw, 6. landbouwwerktuig. 7. overvloedig, 8. interest, 9. graveren, 11. verharde huid. 13. droogoven, 15. meisjesnaam, 17. water in Friesland, 19. bijbels fi guur, 21. reeds, 23. priem, 25. metaal soort, 28. sierlijk, 29. voelspriet, 31. top in de Berner Alpen, 34. hoog bouwwerk, 35. herdersgod, 36. duike reend, 37. tijdperk, 39. deel van het jaar, 45. plaatsje onder Boxmeer, 47. ketting zonder einde, 48. handelsbe trekking. 49. bitter medlcijnkruid, 51. Pan American Airways (afk.), 53. ver tragingstoestel. 54. maalinrichting, 56. perceel, 58. sierplant, 59. hoffeest, 60. sierheester, 62. schelk.element, 64. rondhout. 67. voor. 68. soort bijl, 72. titel (afk.), 74. voorzetsel. Oplossing per briefkaart t/m woens dag a.s. zenden aan: Trouw/Kwartet, Postbus 859, Amsterdam. Linksbo ven vermelden: weekendpuzzel. Oplossing vorige puzzel Hor. 1. irraisonnabel, 11. Maas, 12. rede, 13. kil, 14. Marta, 17. neg. 18 el. 19. variant. 21. ne, 22. Let, 23. set. 25. ver. 26. Ems, 28. rek, 30. parket, 31. terras. 32. lee, 33. spa, 35. Ier. 37. nek. 39. ink, 41. R.L., 43. reprise. 46. Po. 47 eis, 49. gekko, 50. nar, 51. neep, 53. Bart, 54. administratie. Vert. 1. imker, 2. rail, 3. ral, 4. as, 5. spar, 6. nota, 7. ar, 8. ben, 9. eden, 10. leges, 14. mat, 15. riem, 16. Ans, 19. verkeer, 20. terrine, 22. leren, 24. Te- rek, 25. val, 26. ets. 27. sta, 29. kar, 34. park. 36. arena. 38. keg, 39. iso, 40. porie. 42. lied, 44. Pari. 45. Ikat. 46. pari, 48. Sem, 50. nat, 52. pi, 53. ba. Prijswinnaars vorige puzzel De boekenbonnen gaan naar: de heer H. H. Askes, dr. Bauerstraat 13, Go- rinchem; de heer G. J. de Vrije, S. Mansveitweg 15, Wolfheze; mevrouw A. G. van de Steenhoven-Versteeg, Rozentuin 106 Voorburg. CD •jn eenscl eigen evan; volgei Wel erg laat is verschenen de PTT- uitgaaf „Nederlandse Postzegels 1978". Het is een met veel illustra ties van voor-ontwerpen en niet- gekozen ontwerpen verlucht over zicht en met een lange inleiding over het ontwerpen en de kunste naars, die daaraan werken, bela den boekje van 104 pagina's. Het gedeelte, dat op de in 1978 uitge geven zegels betrekking heeft, is voor de verzamelaars uiteraard het meest interessant. Franco per post voor 12.70 te koop bij de Staatsdrukkerij te den Haag. Voorts kwam van de pers de zoge noemde kleine Catalogus 1980 van de postzegels van Nederland en Overzeese Rijksdelen (prijs ƒ?.-). Bij vergelijking met de Speciale Catalogus 1980 valt op dat de prij zen niet gewijzigd zijn. De speci- aal-verzamelaars maak ik nog at tent op een publicatie; en wel de speciaal-catalogus 1980 van plaat- fouten op Nederlandse postzegels. Het boekje van 48 pagina's is rijk geïllustreerd en bij uw handelaar te koop 9.75. Tijdens het in oktober 1979 in Bra zilië gehouden congres van de We reldpostvereniging is met grote meerderheid van stemmen beslo ten de postzegels van de postad ministratie van Turks-Cyprus ille gaal en derhalve ongeldig voor frankering te verklaren. Welke ge volgen dit zal hebben voor het internationaal postverkeer, is moeilijk te voorspellen. En nu de normale nieuwtjes. In Frankrijk verschenen deze maand •twee bijzondere zegels. Een van fr 1.80 is gewijd aan de Eurovisie, een instituut van de Europese Ra dio-Unie, dat in 1953 van start ging met de uitzending van de kroning van koningin Elisabeth II van Engeland. De tweede zegel is een grootformaatzegel van fr 3 met een werk van de beeldhouwer Ossip Zadkine, „Vrouw met waai er". Aan de Olympische Winter spelen, welke volgende maand te Lake Placid worden gehouden, wijdt de Duitse Democratische Republiek vier zegels en een blok je (bobsleeën, kunstrijden op de schaats, start voor hardrijden, langlauf en schansspringen). Van Canada ook een Olympische ze gel; daarop is naar een foto een ski-afdaling weergegeven. In Is raël kwamen 15 januari drie emis sies in omloop. De „organisatie voor hulp en training in tijden van nood" (ORT), werd 100 jaar gele den te St Petersburg gesticht. Het is een organisatie die in moeilijke tijden (pogroms, emigratie, oor log, revolutie, strafkampen e.d.) in en buiten Israël hulp heeft gebo den en nog biedt. Dan een zegel in de reeks landschappen met een afbeelding van de druipsteenfor maties in de in 1968 ontdekte „grot van Sorek" in Judea. De derde serie omvat drie zegels met afbeeldingen van distels, die in het land inheems zijn. Naar aan leiding van het feit dat in Groot- Brittannië reeds in 1880 een wet ter bescherming van in het wild levende vogels bestond, versche nen 16 januari in Engeland vier zegels met fraaie afbeeldingen van een ijsvogel, een spreeuw, een wa terhoen en een kwikstaart, in hun omgeving gesitueerd. En als laat ste IJsland met twee zegels waar op we een poolhond en poolvos zien. De hond zou er 1100 jaar geleden met de eerste kolonisten zijn gekomen; de vos was toen al als enig zoogdier op IJsland aan wezig. ng k in hel in dit I jirektii 02 1! de sek^"H W.C.Vi^H S KA.Q) Drie weken geleden publiceerde ik op deze plaats de nieuwjaarsquiz. Omdat ik de vorige keer, zo alles bij elkaar, ongeveer twee honderd inzendingen binnen kreeg, heb ik het dit keer wat moeilijker ge maakt selectie moet er zijn, zoals Darwin ons al een eeuw gele den heeft voorgehouden. Niette min stuurden nog altijd 42 brief- zenders hun oplossingen in. Soms dikbeschreven folianten in een moeizaam te ontcijferen hand schrift, maar ik ben een dankbare ontvanger en heb alles zo goed als het ging doorgeworsteld. Streng, maar rechtvaardig moest ik meni ge variant afkeuren en uiteinde lijk bleven er van de 42 inzenders nog vier over die mochten meedin gen om de hoofdprijs, Timmans Groot Analyseboek. Laten wij de opgaven nog eens nagaan. Bij diagram I was al di rect een groot aantal afvallers te constateren. Diagram I Heeft wit kansen op behoud? Wel- zeker: 1. g6-g7+ Kf8-e7 2. h6-h7 Lg8-f7 3. g7-g8 ja, wat? Een inzen der gaf een variant: 3. g8D Lb2+ 4. Dg7 Lg7x 5. Kg7x a3 6. h8D en wit wint, misschien nog moeilijkhe den met de vijftig-zetten-regel. Ja, maar zwart is daar gek! Inplaats van 4. Lg7x+ speelt hij 4. a3 en nu verliest wit zelfs: 5. Db2x b2x 6. Kg7 blD 7. h8D Dg6 mat. Wit moet dus 3. g7-g85T spelen, met als gevolg 3. ...Lcl-b2+ 3. Tg8-g7 en nu is het na 4. A4 pat. De enige mogelijkheid die zwart nog heeft is de patdreiging op te heffen met 4. Ke7-f6, maar dan volgt een eeuwige ach tervolging van de toren: 5. Tg7-g2 Lb2-e5 6. Tg2-e5. Nog opgemerkt kan worden dat na 5. Tg2 a3 6. Tb2x b2x alweer pat is. Remise derhalve. Over opgave twee kan ik kort zijn. Vrijwel alle inzenders zagen de sleutelzet 1. Tc4 waarmee Du- champs werd overrompeld. Zeer Diagram I diagram U diagram Hl gemeen daarentegen was weer het derde probleem. diagram H Een studie van Kamlner met als oplossing: 1. h6-h7 Ldl-h5 2. Pg6- f4 (Nu faalde 2. h8D op 2. Lg6x+ 3. Kal Le7 met mat of dameverlies.) 2. g5xf4 3. h7- h8D Lh5-g6+ 4. Kbl-al La3-e7 5. Pgl-f3 Le7-f6+ (Anders speelt wit 6. Dd4; 6. Pf3-e5+ Kf7-e7 en waar moet nu de witte dame heen. ter wijl er tevens 7.Le5x dreigt? 7. Dh8-h4! (Een curieuze penning, die onmiddellijk wint.) 7. Lf6xh4 8. Pe5xg6+ Ke7-f7 9. Pg6xh4 en de overgebleven stand is voor wit gemakkelijk ge wonnen. Dan opgave 3. In de positie, wit Kei, De2, Tdl. Thl. Lf4. Lfl. Pd6, a2, c2, f2, h3; zwart Kf8. Db2, Le7, Pf6. Pb8. Ta8. Th8, a7. b7. c6. f7. g7, h6, speelde Tal L Dèxe7 Tals trainer Koblenz, die tevens hier zijn tegenstander was heeft later laten zien dat deze zet slechts tot remise zou leiden. Hij geeft de volgende variant: 1Ke7x 2. Pf5+ Ke8, (Na 2. Ke6 3. Pg7x Ke7 4. Ld6+ Kd8 5. La3 gaat het mis voor zwart.) 3. Pg7x+ Kf8 4. Ld6+ Kg7x 5. Tgl Pg4 (Niet goed: 5. Kh6 6. Lf4+ Kh5 7. Le2+ Kh4 8. Lg3* Kh3x 9 Lfl Kg4 10. Le5- Kf5 11. Lb2x) 6. Tg4x+ Kf6 7. Tf4+ Kg7 met eeu wig schaak. diagram IH Nog twaalf inzenders waren nog in de race. maar nu kwam dat prach tige laatste probleem van Mitrofa- nov. Het gaat als volgt: 1. b5-b6 Ka7-a8 2. Te4-el (Vooral niet 2. g7? hlD 3. g8D+ Lb8 en wit is machte loos.) 2Pf3xel 3. g6-g7 h2-hlD 4. g7-g8D+ Ld6-b8 5. a6-a7 5 Pe5-c8+ 6. d5xc6 Dhlxh5+ 7. Dg8- g5 (Op 7. Ka6 zou volgens 7. De2+ en vandaar dat de zwarte dame eerst moet worden abge- lenkt.) 7. Dh5xg5* 8. Ka5-a6 Lb8xa7 9. c6-c7 en wint. want niet genoeg is: 9. Da5+ 10. Ka5x Kb7 11. a7x Ka7x 12. c8D. Fantas tisch! Toch nog vier inzenders vonden deze variant. En nu moet ik iets opbiechten. Toen ik deze studie aan de quiz toevoegde wist ik niet dat in 1970 een onbekende Rus had gevonden dat deze compositie een gaatje bevatte. In het blad '64'. vond ik na enig snuffelen, had Kuinshy de variant gepubliceerd: 1. b6+ Ka8 2. Tel Pc4 3 Kb5 Pb6x 4 Kb6x Pelx 5. g7 hld 6 g8D+ Lb8 7 Dg7 Dgl 8. Dglx La7 en er is slechts deceptie voor wit. Ik zal het de inzenders niet aanre kenen, dat zij deze weerlegging, waarvan ikzelf niet eens het be staan wist. niet hebben gevonden. De loting ging tussen Roel Grif fioen. Hans Sinke, A. W. G. Jaakke en Jan den Ouden, Schlegelstraat 177, Den Haag. Naar Jan gaat de prijs, hartelijk gefeliciteerd. moge» sniW Ik kreeg een telefoontje van de heer J.* M. Walraven uit Nieuw poort, naar aanleiding van het fragment dat u hieronder nog maals aantreft, uit de partij Graas-Geurts. i m M i m «li SJS 3 e 3 S 3 Biding ummerl Nederlands kampioene Lenie Geurts verzuimde hier de winst met 1. 13-18! waarna de drei ging 22-27, 23x32. 24-30 en 4-9 niet te pareren is met 45-40, terwijl de combinatie ook na 39-34 mogelijk is. De heer Walraven meende ech ter, dat het eindspel na 2. 39-34 22- 27. 3 32x12 23x32 4. 12x14 24-30 5. 38x27 30x37 6. 26-21 niet zomaar gewonnen is. Maar 6. 37-42 ziet er zo kansrijk uit, dat ik denk dat het te winnen moet zijn. De tweede opmerking van de heer Walraven snijdt veel meer hout: 2. 39-34 wint 225-30! (erg goed gevonden!) 3. 34x25 24-29 4. 33x13 22x33 5. 38x29 23x34 6. 13x22 17x39 veel gemakkelijker. Tenslotte oppert deze oplettende lezer het offer 2. 26-21 17x26 3. 28x17 11x22 4. 32-27 22x31 5. 36x27 en inderdaad is het voor zwart erg lastig te winnen als hij zich niet actief genoeg opstelt. Men zie 5. 6-11 6. 42-37 3-9 7. 45^0 9-13 8. 40-34 4-9 9 38-32 9-14 10. 34-30 25x34 11. 39x30, waarna zwart te allen tijde met lastige overmachtseindspelen te maken krijgt. Maar wanneer zwart actief op treedt. zal wit toch weinig kans maken nog een puntje uit het vuur te slepen. Men zie b.v. 53-8 6. 42-37 (op 38-32 volgt 29-29-34!) 8-12 (met de bedoeling 12-17-22 dus;) 7. 38-32 23-29 en weer naar 34 rullen. Beter is daarom 6. 39-34 6-11 (Op 8- 12 was 27-22 en 33-29 gevolgd na tuurlijk. Zwart wil nu met schijf 11 naar 22 toe. 7. 38-32 8-13! 8. 43-39 iom 24-30 te verhinderen) 11-17 9. 33-28 26-31! 10. 27x36 18-22 11. 39- 33 17-21 12. 28x26 24-30 13. 35x24 19x48! en zwart wint. Natuurlijk zou wit iets anders kunnen proberen, maar ik ben wel van mening, dat ieder pogen vruchteloos moet zijn, omdat zwart gewoon te veel opbouwmo- gelijkheden tot zijn beschikking heeft. Al met al was het de moeite waard om er nog even op terug te komen en mijn dank gaat daar voor uit naar de heer Walraven uit Nieuwpoort. Overigens krijg ik wel vaker op merkingen of analyses naar aan leiding van een of ander, maar jammer genoeg komt lang niet alles in aanmerking. In zo'n geval behoud ik mij het recht voor, niet verder op die materie in te gaan en ik hoop dat niemand mij dat dan kwalijk zal nemen. Tot slot vandaag een paar partijt jes uit het jongste kampioenschap van de USSR. Een paar jaar gele den moest ik nog weieens klagen over het gebrek aan creativiteit en vechtdam in de Russische titel- toernooien en onlangs verzuchtte ik nog dat het te hopen was, dat de Russische meesters en grootmees ters een andere mentaliteit in hun partijen zouden stoppen nu Ana toli Gantwarg het zo ver heeft geschopt. Maar nu kan ik zeggen, dat zij op de goede weg zijn, want echte grootmeester-remises heb ik nog niet gezien, al hebben sommi gen het wel willen proberen. Dat zij dan nog een vreselijk pak slaag hebben gekregen, werkt ook in het voordeel van de damsport en het wordt, dacht ik, zo weer hoog tijd voor de interland tussen de Sow- jet-Unie en Nederland. Zoals u misschien weet. staat er voor 1980 zo'n gebeuren op het programma en ik kijk vol verlangen uit naar de maand waarin dit zal plaats vinden. A. Tsjoelkow-N. Mitsjanski. 1. 32- 28 17-22 2. 28x17 11x22 3. 37-32 6-11 4. 41-37 12-17 5. 46-41 8-12 6. 33-28 op punten deling gerichte ruil. 22x33 7. 39x28 2-8 8. 38-33 19-23 9. 28x19 14x23 10. 44-39 10-14 11. 50- 44 5-10 12. 48-18 14-19 11. 47-42 10- 14 wit lijkt aardig in zijn opzet te slagen. 14. 14-29 21x34 15. 19x30 16-21. Dat Mitsjanski het niet met de gang van zaken eens is, wordt hier duidelijk gemaakt. Natuur lijk kan wit het best met 31-26 op de aangeboden complicaties in gaan. maar Tsjoelkow graaft zijn eigen graf. 16. 33-28 21-26 17. 20-24. Het lijkt, of wit een paar Jaar 8iberiê heeft gehad en zich daar heeft be kwaamd in het houthakken, maar hij heeft het dan wel met een botte bijl geleerd. 17. 20x29 18. 28-22 17x28 19. 32x34 19-23 20. 18-31 12-17. Gaat een beetje dreigen met de door stoot 23-28x28, waarna wits lange vleugel in het nauw komt. 21. 34-29 21x14 22. 40x29 12-19 23. 43-18 8-11 24.11-27. Van op remise spelen is geen sprake meer, je kunt het nu wel vechten voor lijfs behoud noemen, maar de groot meester uit Donetzk geeft hem geen kans meer. 24. 14-20 25. 49-43 19-24 (brengt de dreiging 24-30 en 13-19 in de stand 26. 27-21 7-12 27. 37-32?? hoe bestaat het! 24.30 en wit gaf zich gewonnen. Ten slotte alleen de notatie van Gantwargs overwinning (wit) op Fedoroek. 1. 32-28 16-21 2. 31-26 18- 22 3. 38-12 11-16 4. 37-31 21-27 5. 32x21 16x27 6. 43-38 13-18 7. 49-43 9-13 8. 42-37 19-23 9. 28x19 14x23 10. 47-42 6-11 11.11-29 11-16 12. 37- 32 20-25 13. 32x21 16x27 14. 39-33 7- 11 15. 42-37 4-9 (onnauwkeurig!) 16. 34-30 25x34 17. 43-39 34x32 18. 37x19 13x24 19. 29x20 15x24 20. 33- 28 22x31 21. 31x15. Tot de volgen de week.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 29