=s erk nog steeds grote afwezige in de bedrijven =m [Hb IVEet je ogen dicht: een zwaan a Wetenschap en techniek 5 cm ERDAG 26 JANUARI 1980 ■BINNENLAND! TROUW/KWARTET 19 {n 1216 kwam in Apel een kapel tot stand waaraan we het bekende „Klooster Ter Apel" danken. De kerk heeft dus lang enoeg tijd gehad zich met het veenkoloniale Oost-Gronin- en te verstrengelen. Toch speelt de kerk of beter: spelen I le kerken nauwelijks een rol van betekenis als het gaat im de grote sociale problemen waarmee deze streek worstelt. Er is echter een kentering. De conclusie dringt zich op dat de kerken weliswaar trouw hartig bezig zijn met het zieleheil van de mensen, maar op het maatschappelijk vlak de boot hebben gemist. Oorzaak: de factor arbeid is altijd angstvallig buiten de deur gehouden. (oor Jan Sloothaak 3fhank<p| GRONINGEN „De kerk hoeft et niet met me eens te zijn. Als ie maar een mening heeft. Er is te eel angst om een bepaalde groep gen het zere been te schoppen". i, dr. j.j)e heer P. A., B (45), actief lid van le Vrije Evangelische gemeente Veendam. vertolkt met deze jusdenjroorden een mening die je meer eeen komt in Oost-Groningen. |>p kerk laat te weinig van zich loren. iebeurt er dan helemaal niets? Toch wel. laar er was wel een ernstig arbeidscon- ict, met de communistische actieleider foort Yé Meis als hoofdrolspeler, voor nodig m een aantal mensen binnen de kerken rakker te schudden. Zij legden de grond- lag voor een industriepastoraat in Oost- Ironingen. Maar het gaat nog slechts om en begin. De activiteiten van industrie- (astors mogen op het oog een grote kerke- )|jke betrokkenheid bij het dagelijks werk juggereren, de werkelijkheid is wel eens ir.ders. De Oost-Groningse situatie is |aar een voorbeeld van. De kerkelijke Stlek hstitutles zijn doorgaans wel bereid volop Dedewerking te geven. le officiële kerkelijke bijdragen worden Jan ook trouw overgemaakt. Tot op de ecreat|ag van vandaag blijkt het echter geen envoudige zaak om de helft (pakweg der en dejgduizend gulden) die het gebied zelf op iioet brengen dus van de plaatselijke erken op tafel te krijgen. tot i Al komt het er uiteindelijk wel", zegt hdustriepastor Ubbo Faber. fan hem is in kleine kring de uitspraak j; jekend: „Ik kom vaak gemakkelijker aan .G.V.te Praat bij een fabriek dan bij een kerk". Pe ongeïnteresseerdheid blijkt óok op bij- jenkomsten van het industriepastoraat. mee men, van 1 ?abriekssluiting Sr was een poosje geleden een pastores- ag, waarvoor 75 uitnodigingen de deur aren uitgegaan. Er zijn veertien pastors eweest. Je zet dan wel vraagtekens bij de eïnteresseerdheid", zegt de heer J. Jager, etrokken bij het plaatselijke kerkelijke dit blferk In Stadskanaal cn net als A.B. in r Ve^eendam lid van een plaatselijke werk- roep van het industriepastoraat. Beiden zijn op straat komen te staan bij fabriekssluitingen. Ze komen dus tot hun oordeel vanuit het oogpunt van de (ex)- werknemer. Maar ook in werkgeverskringen ziet men de kerk blijkbaar als wat onlangs in een IKON-film werd opgemerkt „de grote afwezige". Zo zegt J. Wortman uit Veen- dam. werkgever en tot voor kort vice- voorzitter van de NCW-Noord (Chr. werk gevers): „Bij mij in het bedrijf is nog nooit een pastor geweest. Ze weten niet wat er omgaat. Er heerst onder pastors een stuk onkunde over de verhoudingen in de jung le van de werkgevers-werknemers". De kerken in het door talloze problemen geteisterde Oost-Groningen lijken te bang om zich zelfs maar bewust te worden van wat er op het maatschappelijk vlak om gaat. Toch hebben werkgevers zowel als werknemers daar behoefte aan. „Al is het moeilijk naast een vakbonds bestuurder te zitten die Je voor rotte vis uitmaakt," geeft Wortman toe. Frits Han- ko van de Industriebond CNV: „De kerk schoof de maatschappelijke problemen af naar de christelijke vakbeweging". Zwakkeren Zijn collega Wolter Kruize: „Het vervelen de is dat de democratie in de kerk fout uitpakt voor de sociaal zwakkeren. Als een dominee al eens hardop iets zegt, krijgt hij tientallen telefoontjes. Vaak durft hij dan niet meer. Om de lieve vrede te bewaren houdt hij dan weer prettige preken. Als stakingen al voorkomen iir preek en gebed, dan is dat vaak in de geest van: dat de onrust weer snel mag wegeb ben. Maar de oorzaak laat men liggen. Die ligt op het maatschappelijke vlak". Kruize heeft ook persoonlijk ervaren hoe een kerkeraadslid en werkgever-midden stander hem toen hij zich met een arbeidsconflict bemoeide in zijn gezicht zei dat de wereld er heel wat beter voor zou staan als er geen vakbeweging was. „Als Je zo met elkaar moet omgaan...". Volgens de vakbondsbestuurders kan de kerk ertoe bijdragen dat er structurele veranderingen komen. „Daarbij hoeft men niet partijdig te zijn. Ook de werkne mer dient op zijn plicht te worden gewe zen. Er moet een morele mentaliteitsve randering komen, op zoek naar antwoord op de vraag: hoe ervaar Je welzijn. Het dagelijks werk toch een belangrijk stuk van het leven mag daarbij niet worden weggemoffeld", aldus Hanko Turfgraverij Juist doordat in Oost-Groningen de eco nomische problemen zo groot zijn, is er sociale onrust en komt het gebied tot verdriet van velen om de haverklap negatief In beeld. De oorzaak ligt in de historie. Vooral het veenkoloniale tijdperk heeft een zwaar stempel op het gebied gedrukt. De turfgraverij bood nieuwe bestaansmo gelijkheden voor zowel ondernemers als grote aantallen werknemers die elders geen werk konden vinden. Er kwamen tal van pioniers en avonturiers op af. Een smeltkroes van mensen uit alle windstre ken, met hun eigen geaardheid, die na het aflopen van de turfgraverij een ander be staan moesten vinden. De kustvaart en scheepsbouw heeft een tijd lang betrekke lijke welvaart gegeven. Ook kwam een deel van de bevolking in de landbouw terecht. De verhouding boer-knecht werd er één van fabriekseigenaar-arbeider, toen de agrarische industrie van de grond kwam, met name aardappelmeel- en kartonfa brieken. Dat werden de belangrijkste pij lers van het bestaan en deze eenzijdige structuur wreekt zich nu deze agrarische industrie in moeilijkheden is gekomen en werknemers afstoot. Philips. Er zijn wel andere bedrijfstakken, maar vaak betreft dit filialen en in tijden van economische teruggang blijkt dat geen sterke schakel te zijn. Om enkele voor beelden te noemen: De Nederhorstdebé- cle heeft zich in Oost-Groningen doen voelen en op het ogenblik staan ook de Philipsvestigingen niet sterk. De heer Jager uit Stadskanaal: „De kerk is altijd buiten de fabrieken gebleven". Toen er een tiental jaren geleden een industriepastoraat ontstond en kort daar na een geestelijke zich bij de fabriek- spoorten aandiende, werd daar eerst vreemd van opgekeken. Veel werknemers bleken die belangstelling toch wel te waarderen, al moest men er eerst wat aan wennen. Er blijkt behoefte te zijn. De kerk zal daar op moeten inspelen. Bijvoorbeeld om inzicht te krijgen in het conflict dat ten grondslag lag aan het overhoop liggen van die chef bij Philips met één van zijn mensen. Beiden zaten in dezelfde kerk. Die kerk moet meewerken aan een oplossing. Begrip „Verschillen mogen er zijn. maar er is wel begrip voor elkaar nodig". Een onlangs in Oost-Groningen gehouden enquête bracht aan het licht dat er in verhouding weinig kerkelijken werkloos zijn. „Er werd al gauw gezegd dat het probleem zich in de kerken dus blijkbaar niet zo erg voordeed. Maar ik vraag me af of het niet andersom is: of de arbeiders de kerk al niet hebben verlaten", zegt Jager. En de heer A. B. in Veendam: „Ik geloof wel dat de kerken iets hebben gedaan, maar op de verkeerde manier. Zo van: ga maar naar de diakonie voor een paar centen. Het probleem als zodanig is echter niet aangesneden. De boer die een werk nemer had weggestuurd zat ook in de kerk en daarom werd over de achterliggende problematiek gezwegen. Men wilde de boer tot vriend houden. Het is best moge lijk dat die boer ook niet anders kon. Dat is niet het punt. Waar het wel om gaat, is dat zo'n kwestie niet bespreekbaar is. wordt doodgezwegen. Zo'n werkloze zat ondertussen wel met zijn probleem. En wat in de kerk niet bespreekbaar was. bleek dat wel te zijn ln de linkse partijen. Daar kon hij zich uitleven en dan liet hij dat andere die kerk allicht vlotter vallen". Kentering, Er is intussen wel een kentering op gang gekomen, ook al gaat het uiterst lang zaam. De kartonacties aan het eind van de jaren zestig geleid door de communist Fré Meis brachten een aantal hervorm den. gereformeerden en katholieken bij elkaar. Initiatiefnemer was de toenmalige burge meester van Oude Pekela, drs. J. A. C. van Burg. Hij was ook de man die volgens de notulen van de eerste informele bespre king ln 1971 de „setting" aangaf. „De onrust die in Oostgroningse bedrijven tel kens weer de kop opsteekt, heeft diepere dan materiële wortels; de visie op en bele ving van het mens-zijn, zijn in het geding. De kerken zijn echter het contact met de wereld van de arbeid kwijt geraakt en daarom niet meer in staat op passende wijze te reageren, al liggen de vragen wel degelijk (mede) op hun terrein". In de drie kerken waren daar al sinds 1968 besprekingen aan vooraf gegaan. Er kwam een vervolg. Een leefgemeenschap die vanuit de rooms-katholieke pastorie in Nieuwe Pekela opereerde trok broeder Ar nold Bosdries uit Zaandam aan om een begin met een bedrijfsapostolaat te ma ken. De initiatieven leidden uiteindelijk tot het industriepastoraat Waarvan Ubbo Faber op dit moment de iridustriepastor is. Hij begon zijn werk door enkele weken als arbeider bij Philips te werken. Brug. „Dat industriepastoraat is bedoeld om een brug te slaan tussen de kerk en de mens in zijn werkomstandigheden. Uitein delijk doel is dat de kerkelijke gemeenten zélf weer thuis raken in de wereld van de arbeid, omdat ze zó ver komen dat het industriepastoraat overbodig wordt". Om het zo ver te krijgen is er echter nog een moeizame weg te gaan. De kerken in het gebied zijn niet rijk en voor een deel zien ze het werk van het industriepasto raat ook nog niet zo zitten. Nog te veel wordt er geleefd vanuit de gedachte dat de kerk er alleen maar is om de mensen in hun geloofsleven te begeleiden langs de hoogtepunten van geboorte, huwelijk en dood en dat de sociale partner er zijn om over aardse dingen, als werk te delibe reren. Ubbo Faber probeert entree te krijgen ln de bedrijven en van daaruit terug te kop pelen naar de kerken, de discussie op gang te brengen. Een heidens karwei, want er zijn tientallen bedrijven zowel als kerke lijke gemeenten. Faber wordt bijgestaan door plaatselijke groepen, zoals die waar van de heren Jager en A. B. deel uit maken. Jager: „Maar het gesprek komt niet altijd even gemakkelijk op gang. Kerkeraden wisselen en net als Je een kerkeraad gemo tiveerd hebt, komen er andere mensen ln en die weten weer van niets". HIJ heeft gemerkt dat het industriepastoraat bij de mensen doorgaans nogal onbekend is. „Er zal misschien wel een generatie over heen moeten gaan om de kloof te over bruggen". Bijbel Ds. Faber: „De bewustwording heeft veel te maken met de bijbel. In de maatschap pij werk je met gegevens als concurrentie, prestatie, geld. In de kerk preek je over verzoening en dienstbaarheid. Doorde weeks is er dan dus een heel andere wereld dan in de weekends. Daarover moeten we praten en dan zal er vanzelf wel een stel- lingname uitkomen. Niet iedereen hoeft dan gelijk te hebben". „Tweespalt is er nu trouwens ook. Alleen praten we er niet over. Het gesprek is een mogelijkheid om elkaar niet los te laten". Gemakkelijk is het niet. Het gaat óók om het praten over het eventueel veranderen van structuren, het is óók stelling nemen bij een staking, zodat de betrokken men sen niet in de kou komen te staan. „Vaak kun je genuanceerd stelling nemen, maar ook weer niet zo dat de neiging tot schip peren overheerst". Voor ds. Faber staat vast dat er behoefte is aan belangstelling, naast het materiële gewoon menselijk contact. „Ik ben bij verschillende bezettingen geweest. Niet om hoera te roepen voor de vakbeweging, maar wel om mee te leven in kwesties die de mensen opvreten". Afwezig is de kerk niet (meer), vindt Fa ber. „Er is wat veranderd. Niet spectacu lair. Broeder Bosdries was er en nu ben ik er, maar er is nog een lange weg te gaan". door Rob Foppema aatjes voelen met je vinger. Het is wat minder spectaculair ,n verhalen die de laatste tijd hardnekkig in Chinese provinciale kranten opduiken, over kinderen die met hun oren kunnen lezen. Daar staat tegenover dat er serieus en voor de praktijk zinvol onderzoek naar is uitgevoerd door twee Canadezen van de universiteit van Toronto. Igenlijk lag het idee erg )or de hand. Blinde men- n kun Je eenvoudige aatjes laten „zien" als je maar voelbaar maakt, s je er voor zorgt dat de nen boven het (stevige) ipier uitsteken, zodat ze et eer. vinger te volgen jn. Tenslotte leren veel inden al sinds jaar en ig lezen door met een vln- ;r de gecodeerde puntjes- itronen van het braille- hrift te voelen. n er zijn nu eenmaal soor- n informatie die met een mvoudig plaatje beter jn over te brengen dan et erg veel woorden. >ch lijkt het idee- van de telbare plaatjes nog maar ids kort voor praktische epassing te worden uit werkt. Als hulpmiddel >or het onderwijs „zijn ze ontwikkeling", schrijven Canadese onderzoekers >chlan Magee en John ennedy. En als voorbeeld teren zij een publlkatie t 1978. ?n nog vrij jong onder- erp dus. dat blijkt ook al t de in wezen vrij eenvou- ge kwestie die Magee en inedy nu aan de univer- tit van Toronto hebben tgezocht. Bij het voelen tekeningen zijn er fee manieren van aanpak denkbaar. De onderwijzer zou het idee kunnen heb ben dat het helpt wanneer hij de vinger van de leer ling langs de lijn geleidt Maar aan de andere kant zijn er theoretische rede nen om te veronderstellen dat zulke „hulp" het opne men van informatie juist hindert, dat de leerling be ter zelf kan uitvinden wat hij of zij voor de neus heeft. In het algemeen wordt na melijk aangenomen dat ac tief waarnemen beter werkt dan passief meema ken. Kennedy had op dit punt zelf zijn nek uitgesto ken in een bijdrage aan een monumentaal handboek over waarneming. Magee en hij hebben kun nen vaststellen dat het voelen van plaatjes een uitzondering op die regel is. Zij werkten niet met blinden maar met geblind doekte proefpersonen. Twintig studenten kregen elk acht tekeningen van al ledaagse onderwerpen voor zich. die ze stuk voor stuk op eigen hcutje moes ten betasten en herken nen: actieve waarneming. Twintig anderen kregen een helper die wel kon kij ken, en die hun wijsvinger over de voelbare lijn leid de. Die passief waarne mende mensen herkenden gemiddeld twee van de acht tekeningen, hun ac tieve lotgenoten maar één. Dat was inderdaad een aanmerkelijk verschil. Conclusie van de Canade zen: wanneer blinde stu denten voor het eerst met een voelbare tekening wer ken, zouden zij baat kun nen hebben bij hulp van een ziende instructeur. Daarbij passen twee kant tekeningen. De beperken de bepaling „voor het eerst" is in deze formule ring van belang. Het is denkbaar dat blinde stu denten een bepaalde vaar digheid in het voelen van tekeningen kunnen ont wikkelen, zoals ook het le ren lezen van brailleschrift nogal wat training vereist. Dat zou ook kunnen inhou den dat het toch nog te leurstellende succes van het voelend herkennen twee van de acht plaatjes in de beste groep voor verbetering vatbaar is. Tweede kanttekening, in het verlengde hiervan: de conclusie van Magee en Kennedy geldt alleen voor Jonge volwassenen- Hoe wel zij de leeftijden van hun proefpersonen niet aangeven, hoeven we er nauwelijks aan te twijfelen O O o o n fl D D D o O o IIIL_ D o D oD D o D n n a nD odo qD n dP dat het studenten van dq I jes bruikbaar zijr. in het gere kinderen worden ge- universiteit van Toronto blindenonderwijs, zullen ze bruikt. Nog afgezien van waren. Als voelbare plaat- ongetwijfeld ook voor Jon- I een mogelijk voordeel van training op Jongere leef tijd. is het ook denkbaar dat kinderen dingen op een andere manier waarne men. Nader onderzoek in de praktijk zal het moeten leren. Magee en Kennedy hebben intussen al wel gezocht naar mogelijke oorzaken van het voor hen verras sende verschil in de test resultaten. Zou het mis schien liggen aan het onze kerder. minder regelmati ge aftasten door de niet geholpen proefpersonen? Om daar achter te komen, legden zij het bewegings patroon van hun vinger in een computer geheugen vast. De zwaan bij dit ver haal is daar een voorbeeld van. De vierkantjes geven posities van de vinger weer met tussenpozen van tel kens 0.2 seconden Opval lend zijn de aarzelingen bij hoekjes en scherpe boch ten. waar de vierkantjes dichter bij elkaar vallen. Deze onregelmatige bewe ging werd nu opgelegd aan een volgende groep proef personen. De oorspronke lijke beweging werd door de computer op een.beeld scherm voorgedaan, en de helper van de geblinddoek te proefpersoon moest diens vinger met dezelfde aarzelingen langs de lijn leiden. Het verschil ln pres tatie tussen de twee groe pen was iets minder uitge sproken. maar nog steeds heel duidelijk. De gehol pen groep herkende drie van de twaalf plaatjes, de pionierende groep twee van de twaalf Magee en Kennedy kwa men er achter dat het voor de herkenning van het plaatje niet zo belangrijk was wat die ene vingertop nu in detail voelde in tegenstelling tot de situa tie bij het braille lezen dus. De proefpersonen haalden hun informatie kennelijk vooral uit het voelen van de tekenende beweging van hun hele hand en arm. Dat kon bevestigd worden in een laatste experiment, waarin de rol van de tas tende vingertop helemaal werd uitgeschakeld. De ziende helper leidde de vin ger van de proefpersoon over tekeningen die door glad plastic waren afge dekt. Het controle-experi ment was in dit geval moei zaam. Daarbij moest na melijk juist de armbewe ging worden uitgescha keld: onder de stilgehou den wijsvinger van de proefpersoon werd de voel bare tekening bewogen, zo dat alleen nog rlchtingver- schillen en hoekjes van het door de vingertop gevoelde stukje lijn waren waar te nemen. Achteraf bezien lijkt het nogal voor de hand te lig gen dat de proefpersonen daar niet veel wijzer van werden. Je voelt op je klompen aan dat Je op die manier weinig overzicht krijgt. Tien proefpersonen bleken ln totaal toch nog vijf plaatjes te kunnen thuisbrengen. Geleid op het gladde plastic daaren tegen. werden er twintig gescoord Toch was dit experiment nuttig, om het radicale ver schil te laten zien tussen het voelen van tekeningen en het lezen van braille Bij dat laatste gaat alle infor matie immers wél vla die ene vingertop. En dat ver schil zal voor de onderwijs kundige aanpak ongetwij feld van belang zijn Juist omdat de algemene tendens is. dat Je kinderen dingen zo veel mogelijk zelf moeten laten on dek ken. is het nuttig dat de Canadese onderzoekers een waarschijnlijke uitzon dering duidelijk hebben gesignaleerd: dit is een leerproces waarbij Je beter hun hand kunt vast houden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 19