Marechaussee Schiphol: 'De hele
wereld kijkt je op de vingers'
ff
,1
Moeder
Een zoodje of
een zootje?
eu
jSOCIAAL BERECHT;
sav moet me melden", zei de Turk de volgende dag
legen een Nederlandse vrijwilliger. „Maar ik heb
het niet precies begrepen. Wie zou de baas
bedoelen?"
TERDAG 26 JANUARI 1980
UTERO
Wie e
TROUW/KWARTET
15
■BINNENLAND"
ie een boete niet betaald heeft of door politie I weg: de Koninklijke Marechaussee, „het visi-1 binnenkomen, kan direct nagaan of er nog I elfder ure ontdekt dat dat document verlopen
pf justitie gezocht wordt vindt als hij van tekaartje van Nederland" voor de talloze bui- iets te vereffenen valt. In veel gevallen wordt is kan via de marechaussee snel een „toeris-
jschiphol wil vertrekken een hindernis op zijn tenlanders die via de luchthaven ons land ook geholpen: wie zijn pas vergeten heeft of te tenkaart" krijgen.
blijf
-ï
Idoor Haro Hielkema
SCHIPHOL „Het vi-
litekaartje van Neder
land" noemt kapitein
Eikelenstam zijn bri-
ade Koninklijke Mare-
haussee op Schiphol.
,De hele wereld kijkt je
ip de vingers. Het inter
nationale publiek op de
luchthaven heeft met
onze mensen het eerste
^(jjïontact op Nederlandse
euzebodem. Wij vormen de
uiieti&erste indruk van Ne-
maa,fcerland."
I) en
Het
je oi
«.nlrtj
.Marechaussees op Schiphol
en Eijn de eerste Nederlanders,
an heflïe buitenlandse bezoekerè
olie. hier tegenkomen. Met de dou
aniers oefenen ze controle uit
^^^>p wie en wat er in ons land
^^^jinnenkomt; de douane let op
fle goederen, de marechaus
see op de mensen. Bij de
grensbewaking houdt de ma
rechaussee de vreemdeling te
gen, die geen paspoort of an
dere papieren heeft en zonder
kniddel van bestaan in ons
[and wil verblijven, die „slech
te bedoelingen" heeft, die in
Nederland of elders iets op
t voorin kerfstok heeft dan wel op
de een of andere manier „on
gewenst" is. De marechaussee
fcontroleert natuurlijk ook de
Uitgaande reizigers en met
name die Nederlanders en
buitenlanders, die „nog wat
vergeten zijn", zoals kapitein
Eikelenstam het uitdrukt.
„Mensen, die nog een geld-
fysicaboete moeten voldoen of
iten ei ^„gehouden moeten wor-
ïrt f
imaak
jur ziji
ft'
hen zoekt."
De kapitein noemt het op
ids beSchipho1 Keggen korps (dat
ientei<#ijn brigadebureau heeft in
vanBadhoevedorp) een dienstver
lenende instelling: „Wij heb
ben een dienende functie,
naar twee kanten: naar het
reizende publiek en naar onze
werkgever. Natuurlijk moe
ten we wel mensen weigeren,
maar dan is er ook geen ande
re mogelijkheid. Laten we
vooropstellen dat het over
grote deel van de reizigers vrij
in- en uit kan reizen. Vrijwel
altijd hebben wij de mogelijk
heid om de inreis te garande
ren. Bij de uitoefening van de
grensbewaking gaan wij in
grote mate soepel te werk."
Dat is wel nodig ook, omdat
er anders van de tien miljoen
reizigers die afgelopen jaar
van Schiphol vertrokken of er
aankwamen, heel wat in de
problemen waren gekomen.
Het komt nogal eens voor dat
de benodigde papieren voor
een reis er niet zijn, omdat
het om een spoedgeval, een
overlijden, een ongeluk of een
plotselinge zakenreis ging.
Vooral op maandagmorgen
verschijnen er wel reizigers,
die in de haast of in de zenu
wen het paspoort van hun
echtgenote uit het laatje heb
ben gehaald of het gewoon
vergeten zijn. Het zijn heus
geen uitzonderigen, als de
koffer wel twee keer in
en uitgepakt is, alle truitjes
keurig tussenvloeipapier ge
daan zijn en het paspoort op
het laatste moment verloren
blijkt te zijn.
Toeristenkaart—
In die gevallen kan de mare
chaussee op Schiphol toch
nog voor een vervangend do
cument zorgen, al hoopt kapi
tein Eikelenstam terwijl hij
dat zegt tegelijk dat dit niet
tot een toenemende noncha
lance zal leiden. Ruim 3600
reizigers konden vorig jaar ge
holpen worden met een toeris
tenkaart om zo toch naar om
ringende landen te reizen:
voor een enkelvoudige trip
van maximaal dertig dagen.
Sinds Spanje de toeristen-
kaart heeft geaccepteerd zijn
er vooral veel zonaanbidders
van een „tijdelijke pas" voor
zien. Verder kregen ruim zes
honderd reizigers een ander
document om toch niet te
leurgesteld naar huis te moe
ten terugkeren en werden er
op het doorlaatpunt Schiphol
nog eens 2400 visa versterkt
aan reizigers, die zonder een
dergelijk stempeltje aankwa
men of wilden vertrekken.
Het zijn „ouwe rotten" in de
brigade op Schiphol, die de
probleemgevallen te behan
delen krijgen. „Die zijn soms
een dag of langer bezig met
het uitzoeken van de moge
lijkheid om een vreemdeling
toch toe te laten. Soms lukt
het om iemand te vinden (een
famililid of een kennis), die
borg wil staan voor de buiten
lander die zonder middelen
van bestaan Nederland in wil.
Afgelopen jaar zijn zo'n 2100
mensen na een uitgebreid on
derzoek toch toegelaten: dan
waren wij er inmiddels zeker
van dat de reiziger ook de
terugreis kon maken. In zo'n
geval bewaren wij het retour-
biljet voor die persoon of is er
een garantiesom betaald. In
1979 is er ruim anderhalf mil
joen gulden aan garantiesom
men gestort"
Meldingsplicht—
Ruim vijfduizend buitenlan
ders werden vorig Jaar in Ne
derland toegelaten, nadat de
marechaussee hun een „mel
dingsplicht" had opgelegd.
„Dan konden wij de inreis wel
toestaan, maar wilden de pas
sagiers toch een beetje in de
gaten houden. In die gevallen
werd het hoofd van de plaat
selijke politie op de hoogte
gesteld van het verblijf van de
persoon in diens gemeente,"
aldus de brigadecomman
dant. „We hebben trouwens
ook vrij regelmatig contact
met het ministerie van Justi
tie, waar we „twijfelgevallen"
altijd aan een hoofdambte
naar kunnen voorleggen."
Een stuk krant—
Toen een aantal zomers gele
den op de Dam en het Rokin
in Amsterdam een levendige
handel bloeide in retourbiljet
ten (vaak te koop aangeboden
door mensen die door het ver
blijf in de hoofdstad plat-zak
waren geworden en van het
geld van hun retourtje nog
wat wilden genieten), had de
marechaussee op Schiphol
daar grote moeite mee. „We
hebben toen nogal wat passa
gebiljetten van jongelui inge
houden, zodat toch hun terug
reis gewaarborgd bleef. In fei
te was het een weigering,
maar wij hebben de inreis
toch mogelijk gemaakt," al
dus Eikelenstam.
Ruim duizend buitenlanders
werd vorig Jaar de inreis in
Nederland geweigerd: „Er zijn
gevallen bij, die gewoon niet
op te lossen zijn. Bijvoorbeeld
iemand met een gulden en een
stuk krant waarin staat dat
het in Nederland zo goed is.
Jammer, maar dat kan helaas
niet. In dergelijke situaties
bieden wij op de brigade in
Badhoevedorp ruimte voor
overnachting en voedsel aan
en sturen wij die mensen de
volgende dag weer terug. De
„aanvoerende" vliegtuig
maatschappij is verantwoor
delijk voor de terugreis," zegt
de commandant van de mare
chaussee, die in 1979 in ruim
16.000 gevallen een tijdelijke
toestemming moest verstrek
ken aan reizigers die op door
reis gestrand waren: als ge
volg van een defect vliegtuig,
slecht weer of het ontbreken
van een aansluiting.
De marechaussee op Schip
hol, die belast is met uitzettin
gen van buitenlanders door de
lucht, heeft vorig Jaar ruim
zevenduizend vreemdelingen
uitgeleide gedaan; in ruim
driehonderd gevallen gingen
marechaussees in het vlieg
tuig mee tot de luchthaven
van het land van herkomst
van de buitenlanders. Met die
tripjes, waarbij zeshonderd
marechaussees betrokken wa
ren, was een bedrag van ruim
zes miljoen gulden (boekingen
bij de KLM) gemoeid.
V er valsingen—^—
„Je krijgt de indruk dat Ne
derland een paradijsje is voor
de mensen, die het thuis niet
zo best hebben", zegt Eikelen
stam. „Wij hebben de overtui
ging dat het gebruik van valse
documenten om hier te ko
men sterk toeneemt. Het afge
lopen kwartaal hebben we bij
na dertig gevallen van valse of
vervalste paspoorten ontdekt.
WIJ hebben het idee dat die
vervalsingen zeer professio
neel gebeuren, door mensen
die er een stevige boterham
aan verdienen. Die vervalsin
gen zijn bijna feilloos; het
gaat om details, heel kleine
dingetjes", aldus de comman
dant van de marechaussee,
die deze ontwikkeling hoogst
verontrustend noemt.
Opsporing van de vervalsers
is volgens Eikelenstam een
erg moeilijke zaak. „Er zitten
vaak internationale misdadi
gers achter. Soms is er erg
veel geld betaald voor een
vals document door mensen
in gebieden, waar de levens
omstandigheden slecht zijn.
Soms ook gaat het om ordi
naire straatrovers, die grof
geld neergeteld hebben om
hier de Kalverstraat onveilig
te maken. De vervalsers zitten
zowel in de hoek van de ge-
welds- of vermogensdelicten
als in de wereld van de handel
in verdovende middelen."
Computer-
Een belangrijk hulpmiddel bij
het tegenhouden van onge
wenste vreemdelingen en
„vergeetachtige" Nederlan
ders is een computer, die in
1976 het opsporingsregister
heeft vervangen. De sterke
toename van het internatio
nale terrorisme en het veelvul
dig aantal vliegtuigkapingen
bemoeilijkten het bijhouden
van nieuwe gegevens en zorg
den nogal eens voor lange
wachttijden bij de passages.
„We kunnen nu sneller contro
leren", zegt Eikelenstam, „en
het opslaan van gegevens ge
beurt beter en veiliger. Alleen
bevoegden kunnen gegevens
inkijken. En er bestaat een
Kapitein W. Eikelenstam
door Justitie geregeld inzage
recht."
In de computer, waarmee de
marechaussee vorig Jaar in
ruim 2800 gevallen „raak prik
te", zijn de gegevens uit het
opsporingsregister inge
bracht: de personen, die ge
zocht worden voor ernstige
delicten, voor delicten in an
dere landen of voor informatie
over onopgeloste kwesties.
Maar ook degenen die hun mi
litaire verplichtingen niet zijn
nagekomen, die hun belas
ting- of alimentatieplicht heb
ben verzaakt, die de rechter
graag nog wil spreken, die een
systematische verkeersover-
treder zijn of die om wat voor
reden ongewenst zijn, zijn In
het wonder der techniek opge
stapeld. ..Ook kunnen wij ie
mand die nog een geldboete
moet betalen en dat ter plek
ke op Schiphol doet, daarna
uit het systeem halen", zegt
Eikelenstam. „Er zijn mensen
die dat allemaal weten en die
ons vantevoren voordat ze
willen gaan vliegen opbel
len met de vraag: moet ik eer
der komen of moet ik nog wat
betalen?"
Secondenkwestie-
De controle op Schiphol is een
secondenkwestie geworden,
aldus Eikelenstam. „vooral
omdat de overgrote meerder
heid van de passagiers bonafi
de is. Zeer velen gaan voor
hun plezier op reis en dan is
een snelle en goede controle
noodzakelijk. Je hoort wel
eens klachten over wachttij
den in Engeland en Amerika;
ik hoop dat die hier nooit
voorkomen", zegt de brigade
commandant, die per 1 mei
met pensioen gaat en opge
volgd wordt door adjudant W.
H. Kanbier
door Huub Elzerman
Onder
die
eken
torium
'ijf jaar werkte de Turkse gastarbeider in een
tonfabriek toen hem en een aantal van zijn
pndgenoten de jobstijding bereikte, dat het
-^jTriedriJf werd gesloten. Zijn baas zei hem nog dat de
jdirecteur van het gewestelijk arbeidsbureau
Moestemming voor het ontslag had verleend en dat
'-^hij zich als onvrijwillig werkloze zo snel mogelijk
moest melden bij het arbeidsbureau en bij de
iedrij fs vereniging.
nauwi°at los wel voor te °P"' de vrijwilliger. „Ik
iechef Wfï er voor dat W en te kameraden worden
jng aangemeld. Dat komt piekfijn in orde."
p de be Turkse werknemers waren allang blij dat er
de pr<|eman(1 was'die hen wiIde helPen en ze lieten de
erbeha ^wllliger Zi*n ®ang Saan- Achteraf bezien was dat
put, want de vrijwillige hulpverlener ging
•ngetwijfeld met de beste bedoelingen pas een
•aar dagen later naar het arbeidsbureau. Volgens
Ie voorschriften dienen werklozen zich evenwel op
eerste dag van hun werkloosheid te melden,
anneer zij een paar dagen later komen opdagen,
tactuej|an jS in beginsel het recht op een uitkering
erspeeld. Geschrokken legde de vrijwilliger uit dat
dat niet wist en dat de Turken bij een strenge
passing van de voorschriften geheel buiten hun
kchuld geen uitkering zouden krijgen.
weL
e werl
„We zullen de te late aanmelding door de vingers
en tien", zei de sociale verzekeringsman, „maar u moet
tredin^ich toch eens op de hoogte stellen voordat u dit
aris geloort adviezen geeft. Stuurt u ze allemaal maar
gs."
Turken gingen in de loop van februari keurig
loor de papiermolen en de beambte op het
idsbureau vertelde hen, dat er pogingen
luden worden gedaan om hen allemaal te plaatsen
ip een steenfabriek. Helaas kon dat nog wel een
hantal weken duren, maar ze zouden op de hoogte
iforma^orden Sehouden BiJde Turk uit dit verhaal had
e heer inmiddels het idee postgevat, dat hij best van de
)30-52^eIegenheid gebruik kon maken om met vakantie
te gaan naar Turkije. Bovendien was zijn moeder
tiek en ook om die reden wilde hij wel naar huis.
f _*.Ik wil graag van 30 april tot en met 14 juli met
fakantie". zei hij tegen de beambte. ..Kan dat?"
'jJa. dat kan", antwoordde de beambte. „Ik zal u het
ureny'jvouwblad 'mededelingen over vakantie' geven. Dat
i° rlad moet u goed ^studeren en het bijgevoegde
5zakenfcormUjier twee we^en voordat u vertrekt volledig
noo.
?vuld inleveren." Hij legde het nog eens uit. De
k knikte begrijpend maar dat was slechts
:hijn. want in plaats van twee weken, verscheen
IJ twee dagen voor zijn vertrek met het ingevulde
mlier voor het loket.
„We zullen de te late inlevering door de vingers
zuchtte de beambte. „Wanneer u terugkomt.
hoort u wel over welke dagen u uitkering krijgt." De
Turkse gastarbeider vertrok op 30 april naar zijn
geboorteplaats, maar een blije vakantie werd het
niet. Zijn moeder was zeer ernstig ziek en op 28 Juni
overleed zij. Twee weken na de begrafenis op 14
Juli meldde hij zich weer op het arbeidsbureau.
Daar werd hij bepaald niet met open armen
ontvangen. Integendeel, hij kreeg te horen dat hij
wegens het genieten van vakantie in het buitenland
in het geheel geen uitkering kreeg. In een brief werd
dat nog eens bevestigd, hoewel er van een algehele
weigering geen sprake meer was. De Turk zou over
de tweeënenhalve maand, die hij met vakantie was
geweest negen dagen uitkering krijgen. In de brief
wezen de sociale verzekeringsmannen hem er op
datopgrondvan de Werkloosheidwet geen uitkering
wordt toegekend aan de werknemer die buiten
Nederland vakantie geniet, woont of verblijft.
Maarer bestaat een uitzondering: Indien
vast staat dat de arbeidsbemiddeling door het
bedrijf in het buitenland niet wordt geschaad kan
ten hoogste over twintig dagen van de
vakantieperiode worden uitgekeerd. Indien
evenwel bij het ontslag een vergoeding voor niet
genoten vakantiedagen is ontvangen, dan wordt dit
aantal dagen in mindering gebracht op de twintig -
toegestane vakantiedagen. Het toeval wilde dat de
Turkse werknemer bij zijn ontslag een vergoeding
voor elf niet genoten vakantiedagen had gekregen,
zodat er nog negen dagen overbleven. „Alleen en
uitsluitend over deze negen dagen hebt u recht op
een uitkering", schreven de sociale
verzekeringsmannen.
Voor de Turk was dit verhaal een koude douche. Er
was hem nooit iets gezegd over een beperking van
zijn aanspraken, niet toen hij zich voor het eerst
aanmeldde als werkzoekende en ook niet vlak voor
zijn vertrek. Hij legde zijn zaak voor aan de Raad
van Beroep. „Er is geen sprake van vakantie", zei
hij tot de beroepsrechter, „maar van een
noodgedwongen familiebezoek wegens ernstige
ziekte en overlijden van mijn moeder. Ik heb toen ik
voor het eerst inlichtingen vroeg bij het
arbeidsbureau inderdaad gesproken over een
vakantie, maar vlak voor mijn vertrek heb ik
gezegd dat ik wegens alarmerende berichten naar
huis moest. Mijn moeder lag in coma."
De Turkse werknemer beriep zich vervolgens met
behulp van zijn raadsman op een
overmachtsituatie. „Ook in het geval van
overmacht wegens het overlijden van een familielid
in de eerste graad kan er een uitzondering worden
gemaakt van de regel dat er bij verblijf in het
buitenland geen uitkering wordt gedaan", zei hij.
„Dat is Juist", antwoordden de sociale
verzekeringsmannen, „maar voor een verblijf in het
buitenland wegens bijzondere
familie-omstandigheden wordt slechts over enkele
dagen uitkering verleend. Aan u is reeds negen
dagen uitkering verleend en dat is meer dan u voor
een overlijdensgeval zou hebben ontvangen."
De Beroepsrechter haalde een streep door deze
redenering. Hij volstond met het oordeel dat het
bezoek van de Turk aan diens geboorteland een
gevolg was van dringende familieomstandigheden,
zodat niet gesproken kon worden van „vakantie
genieten". Hij stelde de Turk in het gelijk. Dat was
evenwel voor de bedrijfsvereniging het sein om in
hoger beroep te gaan en kwam de zaak terecht
voor de Centrale Raad van Beroep. Voor de centrale
raad hield de bedrijfsvereniging vol dat de Turk wel
degelijk met vakantie was gegaan. De sociale
verzekeringsmannen verwezen daarbij nog eens
met nadruk op het vouwblad .mededelingen over
vakantie", waarin uitvoerig wordt beschreven
welke aanspraken iemand behoudt tijdens
vakantie. Ook de centrale raad vond dat alles er op
wees dat de Turk de gelegenheid te baat had
genomen om met vakantie te gaan. Dat daarbij de
ziekte van zijn moeder een extra motief kan zijn
geweest, wilde de raad niet uitsluiten, maar zowel
de vroegtijdige aankondiging als de duur van zijn
verblijf in Turkije wezen er op dat het om méér dan
alleen om een bezoek aan de zieke moeder ging.
Het beroep op kort verlof wegens bijzondere
familieomstandigheden wees de centrale raad af. In
dit geval bestond er volgens de rechters geen
aanleiding om bij de negen vakantiedagen, waarop
de Turk al recht had, nog eens extra dagen wegens
familieomstandigheden te tellen. „Naarmate het
vakantieverlof langer is. is er voor zo'n
samenvoeging minder aanleiding", zei de raad. De
Turk ging op 20 april met vakantie, zijn moeder
overleed op 28 Juni. hij keerde ruimschoots na de
begrafenis op 14 Juli, naar Nederland terug. Dat
leverde geen reden voor een dubbel telling op en zo
schoot de Turkse gastarbeider er elf dagen WW bij
in. Zijn enige troost was dat je ook met elf dagen
extra geen vakantie van tweeëneneenhalve maand
kan overbruggen.
De automatisering neemt ook in
het boerenbedrijf hand over
hand toe, vertelde Fred Emmer
afgelopen maandag in het NOS-
Journaal. Met deze mededeling
werd niet alleen onze aandacht
gevestigd op het toenemende
verband tussen het werken op
het land en in de stallen ener
zijds en de computer anderzijds,
zij wierp ook licht op het feit dat
de taal zich maar weinig gelegen
laat liggen aan logica. Automati
sering heeft immers de soms
prettige, soms griezelige eigen
schap dat zij mensenhanden
overbodig maakt en toch blijkt
dat zij 'hand over hand' terrein
kan winnen. Maar niet te diep
ingaan op dit wonderlijke stijl
bloempje; onaardig is het nu ook
weer niet en een zwerftocht door
onze taal wordt Juist boelend als
we af en toe eens een doorden
kertje tegenkomen.
Nu zullen voor veel mensen door-
denkertjes, om niet te zeggen:
raadseltjes, in onze taal wel geen
uitzondering zijn. Van zeer nabij
weet ik dat bepaalde woorden
steeds weer aanleiding geven tot
vergissingen of tot langdurige
aarzelingen waaraan slechts het
nimmer genoeg te prijzen woor
denboek een eind kan maken.
Moet Je, bij voorbeeld, schrijven
dat Je het ergens een *zoodje'
vindt of moet het er een 'zootje'
zijn? Wie een poosje in onzeker
heid verkeert of zelfs het een
keertje fout doet alvorens de
goede keus voor 'zootje' te ma
ken, behoeft zich daarvoor echt
niet te schamen: hij of zij heeft
roemruchte voorgangers gehad.
De bekende heren De Vries en Te
Winkel gaven in de eerste, in
1865 verschenen, druk van hun
befaamde woordenlijst als Juiste
spelling 'zoodje' en zij kozen ook
voor 'laadje'. 'bedsteedje' (bed
steden waren toen nog gewaar
deerde onderdelen van vele wo
ningen), 'zijdje', 'luidjes'. In de
tweede druk van de lijst, in 1872
verschenen en herzien door de
nu alleen overgebleven Leldse
hoogleraar Matthias de Vries (de
Leidse leraar dr L. A. te Winkel
was Intussen overleden, De Vries
herinnerde dankbaar aan de
Luci<TRA*TkKL, O.. -knaUioIr,.
„uiiitkiilom, V -kolommon
VCIITLKMO.
dCHTLillI". O.
-UIJITI'IJP, V., -I-Upen.
.1'iïuronr, V., -pompon.
MeiHKim, v., •NpioKclliigon.
jciitrtrtrv, V., -Htri'kon.
ochtvmmi iiunaxL, -vorRcliUnsol»
uniTvrm» n«'Htüii, V.
M ln< ib-nt. I.ik ifortjn.o.,-.
ciRMwiMiiwu-, O.. -Joi.
w.iKHiiHi>«, V. -f.il-rlckon.
''KWinr, M -kup|iori.
liir.raMoVcr. lurratlefut.
n>. luv., M. l.uiljoH, m"
Uit de vierde druk (1893)van De
Vries' en Te Winkels woorden
lijst: de luchtreiziger was er
al...
'broederlijke' samenwerking en
de 'leerrijke omgang' met hem)
werd toegegeven dat die spelling
met een d 'onbedacht' gekozen
was, te veel onder Invloed van
een verkeerd gebruik. De ver
kleinwoorden zoals laatje en
sleetje zijn, gaf De Vries toe, niet
afgeleid van de oorspronkelijke
woorden zoals lade. slede en sa
lade, maar van de samentrekkin
gen als la, sla en slee. „De vroe
gere spelling was enkel het ge
volg van een misverstand, dat
men slechts behoeft op te mer
ken om er terstond de onjuist
heid van in te zien", schreef De
Vries niet onaardig en hij liet in
al dergelijke gevallen een t
.plaatsen. HIJ bracht trouwens
meer interessante veranderin
gen aan: zo moest 'nogtans' het
veld ruimen voor 'nochtans' en
deed het woord 'Juffrouw* zijn
Intrede in de gedaante waarin
het miljoenen malen gebruikt
moet zijn totdat het, nog niet zo
lang geleden, door de emancipa-
tiestormen verjaagd werd. Tot
1872 was het 'Jufvrouw* geweest,
een mooi woord, maar bijna niet
uit te spreken, mooi als een
waardevol stuk antiek.
De Vries en Te Winkel, wier spel
ling het, zij het met enige moeite,
uitgehouden heeft tot in de jaren
dertig en veertig van deze eeuw.
stelden hun lijst op met het oog
op de grootse onderneming die
omstreeks het midden van de
vorige eeuw werd samengevat:
het nu nog steeds niet voltooide
„Woordenboek der Nederland-
sche taal". Zij kenden hun pap
penheimers te goed om te ver
wachten dat hun lijst alle strijd
zou beslechten: het spellings-
vraagstuk noemden zij 'ingewik
keld' en 'ten deele onoplosbaar*.
Het zal. schreven zij bijna profe
tisch, 'wel immer aanleiding ge
ven tot verschil van meeningen
en wenschen'. Aardig is het na te
gaan welke woorden wij nu zoal
in hun lijst missen. In de vierde,
uit 1893 daterende, druk vond ik
heel wat samenstellingen met
'trein' (die was dus toen al flink
ingeburgerd), maar 'luchtvaart'
was er nog niet.
Vreemd genoeg stonden 'lucht
reis' en 'luchtreiziger' er wel in
maar bij nadere beschouwing is
dat nu ook weer niet zó wonder
lijk: was het in 1893 niet al tach
tig Jaar geleden dat de veelzijdi
ge Willem Bllderdljk 'Eene aan
merkelijke luchtreis' schreef,
een fantastisch verhaal over een
tocht naar een andere planeet,
waarmee onze Willem flink voor
lag op Jules Veme?
Tenslotte nog iets over taal-
'raadseltjes'. Sommigen vinden
er misschien een in de nieuwe
psalmberijming, waarin het wei
nig bekende woord 'schofferen*
(onteren, verkrachten) een
plaats kreeg. Het staat in psalm
79, die vroeger eindigde met het
bekende halve versje „Zo zullen
wij, de schapen uwer welden-
."(na afloop waarvan soms
een lichte paniek in de kerk ont
stond alsde organist bij vergis
sing dapper doorging met de
tweede helftIn vers vijf
ging het vroeger over het 'onte
ren' van 'uw hoog gezag doorblt-
tren schimp", nu staat in vers
drie: „O Heilige, beschaam ter-
wille van uw naam/die Israël
schofferen'. Er zal niet veel ver
schil van mening over zijn dat de
nieuweberljmlng mooier Is dan
de oude, maar toch lijkt met het
gebruik van 'schofferen' in
plaats van 'onteren' de duidelijk
heid niet erg gediend. En die is
toch ook van belang.