Marechaussee Schiphol: 'De hele wereld kijkt je op de vingers' ff ,1 Moeder Een zoodje of een zootje? eu jSOCIAAL BERECHT; sav moet me melden", zei de Turk de volgende dag legen een Nederlandse vrijwilliger. „Maar ik heb het niet precies begrepen. Wie zou de baas bedoelen?" TERDAG 26 JANUARI 1980 UTERO Wie e TROUW/KWARTET 15 ■BINNENLAND" ie een boete niet betaald heeft of door politie I weg: de Koninklijke Marechaussee, „het visi-1 binnenkomen, kan direct nagaan of er nog I elfder ure ontdekt dat dat document verlopen pf justitie gezocht wordt vindt als hij van tekaartje van Nederland" voor de talloze bui- iets te vereffenen valt. In veel gevallen wordt is kan via de marechaussee snel een „toeris- jschiphol wil vertrekken een hindernis op zijn tenlanders die via de luchthaven ons land ook geholpen: wie zijn pas vergeten heeft of te tenkaart" krijgen. blijf -ï Idoor Haro Hielkema SCHIPHOL „Het vi- litekaartje van Neder land" noemt kapitein Eikelenstam zijn bri- ade Koninklijke Mare- haussee op Schiphol. ,De hele wereld kijkt je ip de vingers. Het inter nationale publiek op de luchthaven heeft met onze mensen het eerste ^(jjïontact op Nederlandse euzebodem. Wij vormen de uiieti&erste indruk van Ne- maa,fcerland." I) en Het je oi «.nlrtj .Marechaussees op Schiphol en Eijn de eerste Nederlanders, an heflïe buitenlandse bezoekerè olie. hier tegenkomen. Met de dou aniers oefenen ze controle uit ^^^>p wie en wat er in ons land ^^^jinnenkomt; de douane let op fle goederen, de marechaus see op de mensen. Bij de grensbewaking houdt de ma rechaussee de vreemdeling te gen, die geen paspoort of an dere papieren heeft en zonder kniddel van bestaan in ons [and wil verblijven, die „slech te bedoelingen" heeft, die in Nederland of elders iets op t voorin kerfstok heeft dan wel op de een of andere manier „on gewenst" is. De marechaussee fcontroleert natuurlijk ook de Uitgaande reizigers en met name die Nederlanders en buitenlanders, die „nog wat vergeten zijn", zoals kapitein Eikelenstam het uitdrukt. „Mensen, die nog een geld- fysicaboete moeten voldoen of iten ei ^„gehouden moeten wor- ïrt f imaak jur ziji ft' hen zoekt." De kapitein noemt het op ids beSchipho1 Keggen korps (dat ientei<#ijn brigadebureau heeft in vanBadhoevedorp) een dienstver lenende instelling: „Wij heb ben een dienende functie, naar twee kanten: naar het reizende publiek en naar onze werkgever. Natuurlijk moe ten we wel mensen weigeren, maar dan is er ook geen ande re mogelijkheid. Laten we vooropstellen dat het over grote deel van de reizigers vrij in- en uit kan reizen. Vrijwel altijd hebben wij de mogelijk heid om de inreis te garande ren. Bij de uitoefening van de grensbewaking gaan wij in grote mate soepel te werk." Dat is wel nodig ook, omdat er anders van de tien miljoen reizigers die afgelopen jaar van Schiphol vertrokken of er aankwamen, heel wat in de problemen waren gekomen. Het komt nogal eens voor dat de benodigde papieren voor een reis er niet zijn, omdat het om een spoedgeval, een overlijden, een ongeluk of een plotselinge zakenreis ging. Vooral op maandagmorgen verschijnen er wel reizigers, die in de haast of in de zenu wen het paspoort van hun echtgenote uit het laatje heb ben gehaald of het gewoon vergeten zijn. Het zijn heus geen uitzonderigen, als de koffer wel twee keer in en uitgepakt is, alle truitjes keurig tussenvloeipapier ge daan zijn en het paspoort op het laatste moment verloren blijkt te zijn. Toeristenkaart— In die gevallen kan de mare chaussee op Schiphol toch nog voor een vervangend do cument zorgen, al hoopt kapi tein Eikelenstam terwijl hij dat zegt tegelijk dat dit niet tot een toenemende noncha lance zal leiden. Ruim 3600 reizigers konden vorig jaar ge holpen worden met een toeris tenkaart om zo toch naar om ringende landen te reizen: voor een enkelvoudige trip van maximaal dertig dagen. Sinds Spanje de toeristen- kaart heeft geaccepteerd zijn er vooral veel zonaanbidders van een „tijdelijke pas" voor zien. Verder kregen ruim zes honderd reizigers een ander document om toch niet te leurgesteld naar huis te moe ten terugkeren en werden er op het doorlaatpunt Schiphol nog eens 2400 visa versterkt aan reizigers, die zonder een dergelijk stempeltje aankwa men of wilden vertrekken. Het zijn „ouwe rotten" in de brigade op Schiphol, die de probleemgevallen te behan delen krijgen. „Die zijn soms een dag of langer bezig met het uitzoeken van de moge lijkheid om een vreemdeling toch toe te laten. Soms lukt het om iemand te vinden (een famililid of een kennis), die borg wil staan voor de buiten lander die zonder middelen van bestaan Nederland in wil. Afgelopen jaar zijn zo'n 2100 mensen na een uitgebreid on derzoek toch toegelaten: dan waren wij er inmiddels zeker van dat de reiziger ook de terugreis kon maken. In zo'n geval bewaren wij het retour- biljet voor die persoon of is er een garantiesom betaald. In 1979 is er ruim anderhalf mil joen gulden aan garantiesom men gestort" Meldingsplicht— Ruim vijfduizend buitenlan ders werden vorig Jaar in Ne derland toegelaten, nadat de marechaussee hun een „mel dingsplicht" had opgelegd. „Dan konden wij de inreis wel toestaan, maar wilden de pas sagiers toch een beetje in de gaten houden. In die gevallen werd het hoofd van de plaat selijke politie op de hoogte gesteld van het verblijf van de persoon in diens gemeente," aldus de brigadecomman dant. „We hebben trouwens ook vrij regelmatig contact met het ministerie van Justi tie, waar we „twijfelgevallen" altijd aan een hoofdambte naar kunnen voorleggen." Een stuk krant— Toen een aantal zomers gele den op de Dam en het Rokin in Amsterdam een levendige handel bloeide in retourbiljet ten (vaak te koop aangeboden door mensen die door het ver blijf in de hoofdstad plat-zak waren geworden en van het geld van hun retourtje nog wat wilden genieten), had de marechaussee op Schiphol daar grote moeite mee. „We hebben toen nogal wat passa gebiljetten van jongelui inge houden, zodat toch hun terug reis gewaarborgd bleef. In fei te was het een weigering, maar wij hebben de inreis toch mogelijk gemaakt," al dus Eikelenstam. Ruim duizend buitenlanders werd vorig Jaar de inreis in Nederland geweigerd: „Er zijn gevallen bij, die gewoon niet op te lossen zijn. Bijvoorbeeld iemand met een gulden en een stuk krant waarin staat dat het in Nederland zo goed is. Jammer, maar dat kan helaas niet. In dergelijke situaties bieden wij op de brigade in Badhoevedorp ruimte voor overnachting en voedsel aan en sturen wij die mensen de volgende dag weer terug. De „aanvoerende" vliegtuig maatschappij is verantwoor delijk voor de terugreis," zegt de commandant van de mare chaussee, die in 1979 in ruim 16.000 gevallen een tijdelijke toestemming moest verstrek ken aan reizigers die op door reis gestrand waren: als ge volg van een defect vliegtuig, slecht weer of het ontbreken van een aansluiting. De marechaussee op Schip hol, die belast is met uitzettin gen van buitenlanders door de lucht, heeft vorig Jaar ruim zevenduizend vreemdelingen uitgeleide gedaan; in ruim driehonderd gevallen gingen marechaussees in het vlieg tuig mee tot de luchthaven van het land van herkomst van de buitenlanders. Met die tripjes, waarbij zeshonderd marechaussees betrokken wa ren, was een bedrag van ruim zes miljoen gulden (boekingen bij de KLM) gemoeid. V er valsingen—^— „Je krijgt de indruk dat Ne derland een paradijsje is voor de mensen, die het thuis niet zo best hebben", zegt Eikelen stam. „Wij hebben de overtui ging dat het gebruik van valse documenten om hier te ko men sterk toeneemt. Het afge lopen kwartaal hebben we bij na dertig gevallen van valse of vervalste paspoorten ontdekt. WIJ hebben het idee dat die vervalsingen zeer professio neel gebeuren, door mensen die er een stevige boterham aan verdienen. Die vervalsin gen zijn bijna feilloos; het gaat om details, heel kleine dingetjes", aldus de comman dant van de marechaussee, die deze ontwikkeling hoogst verontrustend noemt. Opsporing van de vervalsers is volgens Eikelenstam een erg moeilijke zaak. „Er zitten vaak internationale misdadi gers achter. Soms is er erg veel geld betaald voor een vals document door mensen in gebieden, waar de levens omstandigheden slecht zijn. Soms ook gaat het om ordi naire straatrovers, die grof geld neergeteld hebben om hier de Kalverstraat onveilig te maken. De vervalsers zitten zowel in de hoek van de ge- welds- of vermogensdelicten als in de wereld van de handel in verdovende middelen." Computer- Een belangrijk hulpmiddel bij het tegenhouden van onge wenste vreemdelingen en „vergeetachtige" Nederlan ders is een computer, die in 1976 het opsporingsregister heeft vervangen. De sterke toename van het internatio nale terrorisme en het veelvul dig aantal vliegtuigkapingen bemoeilijkten het bijhouden van nieuwe gegevens en zorg den nogal eens voor lange wachttijden bij de passages. „We kunnen nu sneller contro leren", zegt Eikelenstam, „en het opslaan van gegevens ge beurt beter en veiliger. Alleen bevoegden kunnen gegevens inkijken. En er bestaat een Kapitein W. Eikelenstam door Justitie geregeld inzage recht." In de computer, waarmee de marechaussee vorig Jaar in ruim 2800 gevallen „raak prik te", zijn de gegevens uit het opsporingsregister inge bracht: de personen, die ge zocht worden voor ernstige delicten, voor delicten in an dere landen of voor informatie over onopgeloste kwesties. Maar ook degenen die hun mi litaire verplichtingen niet zijn nagekomen, die hun belas ting- of alimentatieplicht heb ben verzaakt, die de rechter graag nog wil spreken, die een systematische verkeersover- treder zijn of die om wat voor reden ongewenst zijn, zijn In het wonder der techniek opge stapeld. ..Ook kunnen wij ie mand die nog een geldboete moet betalen en dat ter plek ke op Schiphol doet, daarna uit het systeem halen", zegt Eikelenstam. „Er zijn mensen die dat allemaal weten en die ons vantevoren voordat ze willen gaan vliegen opbel len met de vraag: moet ik eer der komen of moet ik nog wat betalen?" Secondenkwestie- De controle op Schiphol is een secondenkwestie geworden, aldus Eikelenstam. „vooral omdat de overgrote meerder heid van de passagiers bonafi de is. Zeer velen gaan voor hun plezier op reis en dan is een snelle en goede controle noodzakelijk. Je hoort wel eens klachten over wachttij den in Engeland en Amerika; ik hoop dat die hier nooit voorkomen", zegt de brigade commandant, die per 1 mei met pensioen gaat en opge volgd wordt door adjudant W. H. Kanbier door Huub Elzerman Onder die eken torium 'ijf jaar werkte de Turkse gastarbeider in een tonfabriek toen hem en een aantal van zijn pndgenoten de jobstijding bereikte, dat het -^jTriedriJf werd gesloten. Zijn baas zei hem nog dat de jdirecteur van het gewestelijk arbeidsbureau Moestemming voor het ontslag had verleend en dat '-^hij zich als onvrijwillig werkloze zo snel mogelijk moest melden bij het arbeidsbureau en bij de iedrij fs vereniging. nauwi°at los wel voor te °P"' de vrijwilliger. „Ik iechef Wfï er voor dat W en te kameraden worden jng aangemeld. Dat komt piekfijn in orde." p de be Turkse werknemers waren allang blij dat er de pr<|eman(1 was'die hen wiIde helPen en ze lieten de erbeha ^wllliger Zi*n ®ang Saan- Achteraf bezien was dat put, want de vrijwillige hulpverlener ging •ngetwijfeld met de beste bedoelingen pas een •aar dagen later naar het arbeidsbureau. Volgens Ie voorschriften dienen werklozen zich evenwel op eerste dag van hun werkloosheid te melden, anneer zij een paar dagen later komen opdagen, tactuej|an jS in beginsel het recht op een uitkering erspeeld. Geschrokken legde de vrijwilliger uit dat dat niet wist en dat de Turken bij een strenge passing van de voorschriften geheel buiten hun kchuld geen uitkering zouden krijgen. weL e werl „We zullen de te late aanmelding door de vingers en tien", zei de sociale verzekeringsman, „maar u moet tredin^ich toch eens op de hoogte stellen voordat u dit aris geloort adviezen geeft. Stuurt u ze allemaal maar gs." Turken gingen in de loop van februari keurig loor de papiermolen en de beambte op het idsbureau vertelde hen, dat er pogingen luden worden gedaan om hen allemaal te plaatsen ip een steenfabriek. Helaas kon dat nog wel een hantal weken duren, maar ze zouden op de hoogte iforma^orden Sehouden BiJde Turk uit dit verhaal had e heer inmiddels het idee postgevat, dat hij best van de )30-52^eIegenheid gebruik kon maken om met vakantie te gaan naar Turkije. Bovendien was zijn moeder tiek en ook om die reden wilde hij wel naar huis. f _*.Ik wil graag van 30 april tot en met 14 juli met fakantie". zei hij tegen de beambte. ..Kan dat?" 'jJa. dat kan", antwoordde de beambte. „Ik zal u het ureny'jvouwblad 'mededelingen over vakantie' geven. Dat i° rlad moet u goed ^studeren en het bijgevoegde 5zakenfcormUjier twee we^en voordat u vertrekt volledig noo. ?vuld inleveren." Hij legde het nog eens uit. De k knikte begrijpend maar dat was slechts :hijn. want in plaats van twee weken, verscheen IJ twee dagen voor zijn vertrek met het ingevulde mlier voor het loket. „We zullen de te late inlevering door de vingers zuchtte de beambte. „Wanneer u terugkomt. hoort u wel over welke dagen u uitkering krijgt." De Turkse gastarbeider vertrok op 30 april naar zijn geboorteplaats, maar een blije vakantie werd het niet. Zijn moeder was zeer ernstig ziek en op 28 Juni overleed zij. Twee weken na de begrafenis op 14 Juli meldde hij zich weer op het arbeidsbureau. Daar werd hij bepaald niet met open armen ontvangen. Integendeel, hij kreeg te horen dat hij wegens het genieten van vakantie in het buitenland in het geheel geen uitkering kreeg. In een brief werd dat nog eens bevestigd, hoewel er van een algehele weigering geen sprake meer was. De Turk zou over de tweeënenhalve maand, die hij met vakantie was geweest negen dagen uitkering krijgen. In de brief wezen de sociale verzekeringsmannen hem er op datopgrondvan de Werkloosheidwet geen uitkering wordt toegekend aan de werknemer die buiten Nederland vakantie geniet, woont of verblijft. Maarer bestaat een uitzondering: Indien vast staat dat de arbeidsbemiddeling door het bedrijf in het buitenland niet wordt geschaad kan ten hoogste over twintig dagen van de vakantieperiode worden uitgekeerd. Indien evenwel bij het ontslag een vergoeding voor niet genoten vakantiedagen is ontvangen, dan wordt dit aantal dagen in mindering gebracht op de twintig - toegestane vakantiedagen. Het toeval wilde dat de Turkse werknemer bij zijn ontslag een vergoeding voor elf niet genoten vakantiedagen had gekregen, zodat er nog negen dagen overbleven. „Alleen en uitsluitend over deze negen dagen hebt u recht op een uitkering", schreven de sociale verzekeringsmannen. Voor de Turk was dit verhaal een koude douche. Er was hem nooit iets gezegd over een beperking van zijn aanspraken, niet toen hij zich voor het eerst aanmeldde als werkzoekende en ook niet vlak voor zijn vertrek. Hij legde zijn zaak voor aan de Raad van Beroep. „Er is geen sprake van vakantie", zei hij tot de beroepsrechter, „maar van een noodgedwongen familiebezoek wegens ernstige ziekte en overlijden van mijn moeder. Ik heb toen ik voor het eerst inlichtingen vroeg bij het arbeidsbureau inderdaad gesproken over een vakantie, maar vlak voor mijn vertrek heb ik gezegd dat ik wegens alarmerende berichten naar huis moest. Mijn moeder lag in coma." De Turkse werknemer beriep zich vervolgens met behulp van zijn raadsman op een overmachtsituatie. „Ook in het geval van overmacht wegens het overlijden van een familielid in de eerste graad kan er een uitzondering worden gemaakt van de regel dat er bij verblijf in het buitenland geen uitkering wordt gedaan", zei hij. „Dat is Juist", antwoordden de sociale verzekeringsmannen, „maar voor een verblijf in het buitenland wegens bijzondere familie-omstandigheden wordt slechts over enkele dagen uitkering verleend. Aan u is reeds negen dagen uitkering verleend en dat is meer dan u voor een overlijdensgeval zou hebben ontvangen." De Beroepsrechter haalde een streep door deze redenering. Hij volstond met het oordeel dat het bezoek van de Turk aan diens geboorteland een gevolg was van dringende familieomstandigheden, zodat niet gesproken kon worden van „vakantie genieten". Hij stelde de Turk in het gelijk. Dat was evenwel voor de bedrijfsvereniging het sein om in hoger beroep te gaan en kwam de zaak terecht voor de Centrale Raad van Beroep. Voor de centrale raad hield de bedrijfsvereniging vol dat de Turk wel degelijk met vakantie was gegaan. De sociale verzekeringsmannen verwezen daarbij nog eens met nadruk op het vouwblad .mededelingen over vakantie", waarin uitvoerig wordt beschreven welke aanspraken iemand behoudt tijdens vakantie. Ook de centrale raad vond dat alles er op wees dat de Turk de gelegenheid te baat had genomen om met vakantie te gaan. Dat daarbij de ziekte van zijn moeder een extra motief kan zijn geweest, wilde de raad niet uitsluiten, maar zowel de vroegtijdige aankondiging als de duur van zijn verblijf in Turkije wezen er op dat het om méér dan alleen om een bezoek aan de zieke moeder ging. Het beroep op kort verlof wegens bijzondere familieomstandigheden wees de centrale raad af. In dit geval bestond er volgens de rechters geen aanleiding om bij de negen vakantiedagen, waarop de Turk al recht had, nog eens extra dagen wegens familieomstandigheden te tellen. „Naarmate het vakantieverlof langer is. is er voor zo'n samenvoeging minder aanleiding", zei de raad. De Turk ging op 20 april met vakantie, zijn moeder overleed op 28 Juni. hij keerde ruimschoots na de begrafenis op 14 Juli, naar Nederland terug. Dat leverde geen reden voor een dubbel telling op en zo schoot de Turkse gastarbeider er elf dagen WW bij in. Zijn enige troost was dat je ook met elf dagen extra geen vakantie van tweeëneneenhalve maand kan overbruggen. De automatisering neemt ook in het boerenbedrijf hand over hand toe, vertelde Fred Emmer afgelopen maandag in het NOS- Journaal. Met deze mededeling werd niet alleen onze aandacht gevestigd op het toenemende verband tussen het werken op het land en in de stallen ener zijds en de computer anderzijds, zij wierp ook licht op het feit dat de taal zich maar weinig gelegen laat liggen aan logica. Automati sering heeft immers de soms prettige, soms griezelige eigen schap dat zij mensenhanden overbodig maakt en toch blijkt dat zij 'hand over hand' terrein kan winnen. Maar niet te diep ingaan op dit wonderlijke stijl bloempje; onaardig is het nu ook weer niet en een zwerftocht door onze taal wordt Juist boelend als we af en toe eens een doorden kertje tegenkomen. Nu zullen voor veel mensen door- denkertjes, om niet te zeggen: raadseltjes, in onze taal wel geen uitzondering zijn. Van zeer nabij weet ik dat bepaalde woorden steeds weer aanleiding geven tot vergissingen of tot langdurige aarzelingen waaraan slechts het nimmer genoeg te prijzen woor denboek een eind kan maken. Moet Je, bij voorbeeld, schrijven dat Je het ergens een *zoodje' vindt of moet het er een 'zootje' zijn? Wie een poosje in onzeker heid verkeert of zelfs het een keertje fout doet alvorens de goede keus voor 'zootje' te ma ken, behoeft zich daarvoor echt niet te schamen: hij of zij heeft roemruchte voorgangers gehad. De bekende heren De Vries en Te Winkel gaven in de eerste, in 1865 verschenen, druk van hun befaamde woordenlijst als Juiste spelling 'zoodje' en zij kozen ook voor 'laadje'. 'bedsteedje' (bed steden waren toen nog gewaar deerde onderdelen van vele wo ningen), 'zijdje', 'luidjes'. In de tweede druk van de lijst, in 1872 verschenen en herzien door de nu alleen overgebleven Leldse hoogleraar Matthias de Vries (de Leidse leraar dr L. A. te Winkel was Intussen overleden, De Vries herinnerde dankbaar aan de Luci<TRA*TkKL, O.. -knaUioIr,. „uiiitkiilom, V -kolommon VCIITLKMO. dCHTLillI". O. -UIJITI'IJP, V., -I-Upen. .1'iïuronr, V., -pompon. MeiHKim, v., •NpioKclliigon. jciitrtrtrv, V., -Htri'kon. ochtvmmi iiunaxL, -vorRcliUnsol» uniTvrm» n«'Htüii, V. M ln< ib-nt. I.ik ifortjn.o.,-. ciRMwiMiiwu-, O.. -Joi. w.iKHiiHi>«, V. -f.il-rlckon. ''KWinr, M -kup|iori. liir.raMoVcr. lurratlefut. n>. luv., M. l.uiljoH, m" Uit de vierde druk (1893)van De Vries' en Te Winkels woorden lijst: de luchtreiziger was er al... 'broederlijke' samenwerking en de 'leerrijke omgang' met hem) werd toegegeven dat die spelling met een d 'onbedacht' gekozen was, te veel onder Invloed van een verkeerd gebruik. De ver kleinwoorden zoals laatje en sleetje zijn, gaf De Vries toe, niet afgeleid van de oorspronkelijke woorden zoals lade. slede en sa lade, maar van de samentrekkin gen als la, sla en slee. „De vroe gere spelling was enkel het ge volg van een misverstand, dat men slechts behoeft op te mer ken om er terstond de onjuist heid van in te zien", schreef De Vries niet onaardig en hij liet in al dergelijke gevallen een t .plaatsen. HIJ bracht trouwens meer interessante veranderin gen aan: zo moest 'nogtans' het veld ruimen voor 'nochtans' en deed het woord 'Juffrouw* zijn Intrede in de gedaante waarin het miljoenen malen gebruikt moet zijn totdat het, nog niet zo lang geleden, door de emancipa- tiestormen verjaagd werd. Tot 1872 was het 'Jufvrouw* geweest, een mooi woord, maar bijna niet uit te spreken, mooi als een waardevol stuk antiek. De Vries en Te Winkel, wier spel ling het, zij het met enige moeite, uitgehouden heeft tot in de jaren dertig en veertig van deze eeuw. stelden hun lijst op met het oog op de grootse onderneming die omstreeks het midden van de vorige eeuw werd samengevat: het nu nog steeds niet voltooide „Woordenboek der Nederland- sche taal". Zij kenden hun pap penheimers te goed om te ver wachten dat hun lijst alle strijd zou beslechten: het spellings- vraagstuk noemden zij 'ingewik keld' en 'ten deele onoplosbaar*. Het zal. schreven zij bijna profe tisch, 'wel immer aanleiding ge ven tot verschil van meeningen en wenschen'. Aardig is het na te gaan welke woorden wij nu zoal in hun lijst missen. In de vierde, uit 1893 daterende, druk vond ik heel wat samenstellingen met 'trein' (die was dus toen al flink ingeburgerd), maar 'luchtvaart' was er nog niet. Vreemd genoeg stonden 'lucht reis' en 'luchtreiziger' er wel in maar bij nadere beschouwing is dat nu ook weer niet zó wonder lijk: was het in 1893 niet al tach tig Jaar geleden dat de veelzijdi ge Willem Bllderdljk 'Eene aan merkelijke luchtreis' schreef, een fantastisch verhaal over een tocht naar een andere planeet, waarmee onze Willem flink voor lag op Jules Veme? Tenslotte nog iets over taal- 'raadseltjes'. Sommigen vinden er misschien een in de nieuwe psalmberijming, waarin het wei nig bekende woord 'schofferen* (onteren, verkrachten) een plaats kreeg. Het staat in psalm 79, die vroeger eindigde met het bekende halve versje „Zo zullen wij, de schapen uwer welden- ."(na afloop waarvan soms een lichte paniek in de kerk ont stond alsde organist bij vergis sing dapper doorging met de tweede helftIn vers vijf ging het vroeger over het 'onte ren' van 'uw hoog gezag doorblt- tren schimp", nu staat in vers drie: „O Heilige, beschaam ter- wille van uw naam/die Israël schofferen'. Er zal niet veel ver schil van mening over zijn dat de nieuweberljmlng mooier Is dan de oude, maar toch lijkt met het gebruik van 'schofferen' in plaats van 'onteren' de duidelijk heid niet erg gediend. En die is toch ook van belang.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 15