Euthanasie: een snelle milde dood
iTERDAG 26 JANUARI 1980
TROUW/KWARTET 13
■REPORTAGE"
pijnbestrijding, stervensbegeleiding en euthanasie zijn
aken die nauw met elkaar samenhangen, want een goede
bijnstilling kan het sterven verlichten, en gebleken is dat de
^ngst voor de pijn de angst voor het doodgaan beïnvloedt. Dit
eldt met name voor patiënten die een bepaalde vorm van
ker hebben en in het verloop van hun ziekte meestal te
naken krijgen met ernstige pijnen. Het zijn vooral deze
atiënten die voor euthanasie in aanmerking kunnen
komen.
er euthanasie, doden op verzoek, en hulp bij zelfdoding is
"°r He laatste tijd nogal wat te doen. Zo werd in Engeland
inlangs iemand van rechtsvervolging ontslagen die had
toegegeven zijn aan kanker lijdende moeder met een kussen
door verstikking om het leven te hebben gebracht, maar ook
in Nederland is deze kwestie opnieuw actueel gezien
justitieel onderzoek naar gebeurtenissen in Spijkenisse en in
Vinkega.
De officier van justitie in Rotterdam onderzoekt momenteel
de dood van een vijftigjarige vrouw uit Spijkenisse, die drie
maanden geleden overleed en van wie de echtgenoot heeft
verklaard zijn vrouw te hebben geholpen een eind te maken
aan haar leven. In Vinkega is het Informatiecentrum voor
Vrijwillige Euthanasie gevestigd van mevrouw Klazien
Sybrandy-Alberda, die onlangs in het blad „Eu Thanatos"
informatie gaf over een bepaald slaapmiddel, (Vesparax) dat
een „zachte dood" kan bewerkstelligen bij een juiste
dosering.
De Rijksrecherche onderzoekt de mogelijkheid van stappen
tegen deze stichting, nadat ruim een jaar geleden ook al eén
onderzoek naar de activiteiten van het centrum werd
ingesteld, hetgeen toen niet tot vervolging leidde.
Over pijnbestrijding, stervensbegeleiding, euthanasie, de
rol van de arts en die van de patiënt spraken we met dr. P. V.
Admiraal, die als anesthesioloog werkzaam in het Delftse
Hippolytus-ziekenhuis dagelijks hiermee te maken heeft.
ag
loor Kees de Leeuw
DELFT „Pijn moet niet, omdat
iet pijn is, altijd bestreden wor-
len, vind ik, al is dat wel de vraag
|an de huidige maatschappij
iraarin elk ongemak dient te wor-
len weggepoetst. Als je echter
iraat over pijnbestrijding en eu-
hanasie en daar zou dit ge-
prek over gaan spreek ik over
:ankerpatiënten, die gedurende
iun ziekte veelal te maken krij-
en met hevige pijnen. En ik
cht niet dat er dan enig be-
aar is die pijn acceptabel te
iaken," aldus dr. P. V. Admiraal.
Ij maakt als „pijnbestrijder" deel uit van
»n team, bestaande uit artsen, verpleeg-
indigen, pastores, een psycholoog en
latschappelijk werkenden, dat zich
ids 1972 bezighoudt met stervensbege-
Iding in het Hippolytus-ziekenhuis,
larbij het gaat om leven en dood. De
^^jctor pijn is in dit geheel uitermate be-
ingrijk, bevestigt hij op mijn vraag in
peverre angst voor de pijn angst voor de
bod inhoudt.
jr. Admiraal: „Pijn en angst voor het
aderende einde spelen bij een terminale
jen dode opgeschreven) patiënt onmis-
ënbaar een grote rol. Vrijwel alle patiën-
►n die menen te weten of zeker weten dat
kanker hebben, want er zijn tal van
(atiënten met kanker die zonder pijn
erlijden en die ik hier nooit als pijnpa-
lënt krijg."
?LAva:
ijn.
ij neemt dan ook grote afstand van het
oord kanker-pijn, zoals dat nogal eens
ir ordt gebruikt en noemt de koppeling
n deze twee begrippen volkomen onte-
cht. „Ik spreek altijd over een kankerpa-
int met pijn, waarbij je moet onder-
Go|heiden dat er bepaalde vormen van kan-
Ze r zijn die meer aanleiding geven tot pijn
Dmx in andere. Daarbij doel ik met name op
ngkanker bij mannen en borstkanker
PrnJj vrouwen."
i! met
Staten i
je ligt
s kan
nde pia;
stsen
ik
Hoeft het sterven niet erg te zijn, als
pijn wordt weggenomen?
heb gemerkt dat erg veel mensen bang
voor de dood, omdat ze bang zijn voor
pijnlijk einde. Als je op een gegeven
•ment weet of meent te weten, dat de
ikte die je hebt ongeneeslijk is. ga je je
ituurlijk afvragen hoe dat einde zal zijn.
angst voor een pijnlijke dood blijkt
een voorname rol te spelen in de angst
>r het sterven, terwijl de angst voor de
als zodanig het dood-zijn en wat
iee samenhangt er nauwelijks iets
oet."
|j voegt eraan toe: „Onze ervaringen in
t ziekenhuis, dat procentueel gezien veel
itholieke patiënten, maar toch ook wel
idersdenkenden onder wie merkwaardig
(el gereformeerden heeft, wijzen uit dat
t niet meer zo als een probleem wordt
varen. Men verwacht eventueel een ver-
!r voortleven na de dood, maar dan niet
plaagd door hel en verdoemenis, of men
'lt dat het leven op aarde eindig is en
icepteert dat." „Men is bang voor het
rvensproces; tot het moment van de
od en bij dat proces zeker wat kan-
rpatiënten betreft is de grootste
gst de pijn", aldus dr. Admiraal. „Voor
n hoeft men echter niet bang te zijn,
nt het is mogelijk die met de huidige
ddelen en methoden afdoende te be-
ijden."
'erdriet.
zijn
ran
Een juiste pijnbestrijding, sluit die
|n op een goede stervensbegeleiding?
a, duidelijk. Ik denk dat één van de
langrijkste steunpilaren van die bege-
tiing is; zorgen dat je ook een goede
nstilling hebt. Dan valt de angst voor
pijn voor een groot deel weg en blijft de
gst voor het doodgaan over. Dat hangt,
cht ik, niet zozeer met angst samen als
met het blote feit, dat Je uit dit leven
ggaat. Je krijgt dan te maken met de
gelooflijk belangrijke factor verdriet,
t Engelse woord 'sorrow' (droefheid, het
h treurig voelen) drukt dat nog beter
want je moet weg van datgene wat je
is: je werk, je vrouw, Je gezin. Dat alles
rdt des te beklemmender, naarmate je
iger bent en minder kunt terugblikken
een welbesteed leven."
I zegt dat dat niet een lang leven hoeft
te houden. „Er zijn mensen bij wie ik in
n sterven betrokken ben, die een be-
kkelijk kort leven achter de rug he fo
ri, maar dat welbesteed achten. Er zijn
ook die daar minder tevreden over zijn.
jn ervaring is dat het sterven, het af
scheid nemen, iemand minder moeilijk
valt, als hij zich heeft kunnen ontplooien
en heeft genoten van het leven."
Dr. Admiraal: „Voor jonge mensen die aan
het begin van hun loopbaan staan is het
afscheid nemen één van de moeilijkste
opgaven. Ze hadden allerlei plannen en
zien die nu abrupt afgebroken. Dat geldt
merkwaardig genoeg ook voor 65plussers
die eindelijk hoopten tot rust te komen en
ontdekken dat ze de zesenzestig niet zul
len halen. Daar doet zich datzelfde ver
driet voor."
Enigszins docerend: „Je hebt twee dingen:
angst voor pijn en sterven, en een stuk
verdriet over het feit, dat je nu moet
sterven. En dat laatste kan al zijn dat
uitzonderingen een 93-jarige net zo
zwaar vallen als een jongen van achttien.
Over het algemeen heeft een ouder ie
mand die kan terugkijken op een welbe
steed leven en gaat sterven daar eerder
vrede mee dan iemand die jong is. Het
doodgaan wordt dan ook makkelijker ge
accepteerd."
Verwerking»
Opgemerkt moet worden dat het wegne
men van vrijwel alle pijn bijdraagt tot een
rustiger en betere verwerking van de ove
rige problemen. „Je kunt het ook omke
ren. Ernstige pijn die niet doelmatig
wordt bestreden, draagt ertoe bij dat de
patiënt naar het einde gaat verlangen en
misschien volkomen onterecht op dat mo
ment om euthanasie gaat vragen. Alleen
gebaseerd op het feit dat-ie barst van de
pijn."
De anesthesioloog acht dat niet juist en
wijst erop dat hij in verscheidene artike
len geschreven heeft dat een goede pljn-
verlichting de vraag naar euthanasie doet
afnemen, maar laat er onmiddellijk op
volgen: „Aan de andere kant geloof ik, dat
Je groep patiënten overhoudt die zonder
pijn wel degelijk heel gemotiveerd op
heel andere gronden om euthanasie
verzoekt."
Wat kan zo'n reden zijn? Het feit dat
de patiënt de dood geestelijk niet aan
kan?
Dr. Admiraal: „Precies, je zegt het zelf al.
We hebben bij de dood niet alleen te
maken met een lichamelijk lijden in de
vorm van pijn en ongemak, maar ook met
een geestelijk lijden. Veel mensen kunnen
geestelijk het van ons heengaan en de
verontraenselijking die samenhangt met
sommige vormen van kanker, niet accep
teren ten opzichte van hun omgeving."
In een interview heeft u een aantal
jaren geleden eens gezegd: over euthana
sie hoeft niet gediscussieerd te worden.
Wat bedoelt u daar mee?
„Kijk, euthanasie is een omstreden pro
bleem. In die zin dat er mensen heel
duidelijk, voor honderd procent tegen
zijn. Dikwijls op religieuze gronden, maar
ook wel uit ethische overwegingen. Met
name artsen die zich hebben te houden
Dr. P. V. Admiraal
Foto: Dirk Heltin*.
aan de eed van Hippocrates: hij zal alles
doen om het leven te behouden. Ander
zijds zegt een steeds groeiender groep van
mensen: luister eens, ik heb het absolute
beschikkingsrecht over mijn eigen leven
en dat dient gerespecteerd te worden. Als
ik op een gegeven moment onder welke
omstandigheden dan ook dat leven niet
verder aan kan. mag ik óf zelfmoord ple
gen óf om euthanasie verzoeken. Zowel
zelfmoord als euthanasie wil ik niet tot
het uiterste, maar wel in principe eer
biedigen."
Dr. Admiraal wijst er met nadruk op nooit
tot de constructie te willen komen, dat de
arts gedwongen (lees: verplicht) zou zijn
op de wens van de patiënt om euthanasie
in te gaan. „Dat is een monstrum (misbak
sel) maar ik vind wel dat een arts die
weigert euthanasie toe te passen zich be
wust moet zijn van z'n verantwoordelijk
heid tegenover de patiënt."
Hij haalt het boek „Euthanasie" (redactie
prof. dr P. Muntendam, uitgave Stafleu -
Leiden. 1977) uit de kast en verwijst naar
de eindconclusie van zijn bijdrage
„Euthanasie in het ziekenhuis".
Letterlijk staat daar: „Toepassing van
euthanasie bij terminale patiënten in een
ziekenhuis is een daad die alleen kan
voorkomen uit een diep gevoel van mede
menselijkheid en respect voor de wens
van de ander. Emotionele betrokkenheid
van de arts is de enige reden waarom hij
ertoe komt stervende patiënten daadwer
kelijk bij te staan. Het vereist een rijpe
volwassenheid om los van eigen emoties
een objectief oordeel te vellen. Een afwij
zing van euthanasie door een arts kan het
gevolg zijn van een meer vak- dan mens
gerichte belangstelling. Een anders opge
zette opleiding van de toekomstige arts is
dringende noodzaak."
Dr Admiraal: „Daar sta ik nog helemaal
achter. Natuurlijk heeft een arts het recht
te zeggen: ik doe het niet. maar hij mag
zichzelf dan wel afvragen of hij niet de
verplichting heeft de patiënt de weg te
wijzen naar een collega die het wel wil.
Voorzitter mr J. Ekelmans van de Neder
landse vereniging voor vrijwillige eutha
nasie zou dan formeel vastgelegd willen
zien. Ik houd het meer op het standpunt
van de maatschappij geneeskunst
(KNMG), dat het aan de arts zelf moet
worden overgelaten. Wel neig ik ertoe de
arts die er problemen mee heeft of eutha
nasie afwijst, toch uit te nodigen open te
staan voor de mogelijkheid de patiënt
naar een collega te verwijzen die het wel
doet."
Regeling»
Moet er een wettelijke regeling komen
op het gebied van euthanasie, zoals de
door u genoemde vereniging bepleit?
Volgens artikel 293 en 294 van het wet
boek van strafrecht is doden op verzoek
en hulp bij zelfdoding nog steeds straf
baar.
Dr. Admiraal: „Ik meen van wel. Die
maatregel zou voornamelijk een eind
moeten maken aan onwettige zaken die
nu dagelijks schering en inslag zijn. Wat
gebeurt er momenteel in de praktijk, als
een arts bereid is bij een patiënt op diens
verzoek euthanasie toe te passen. Ik denk
dan aan actieve euthanasie. Hij doet dat
en wordt daarna geconfronteerd met het
invullen van een formulier bij overlijden.
Dan kan hij kiezen tussen 'natuurlijke' en
'onnatuurlijke' dood en om alle mogelijke
moeilijkheden te voorkomen vult hij het
eerste in, terwijl hij in wezen beter weet."
„Vult hij namelijk „onnatuurlijke dood"
in, dan volgt daar een geweldige rimram
op, moet de officier van justitie of de
gemeentearts worden ingeschakeld en dat
wil die arts niet. Wat de vereniging, waar
ik overigens geen lid van ben, voorstaat is
tot een betere acceptatie en eerlijker ver
slaglegging te komen door een extra punt
in te voegen op dat formulier. Dat is
euthanasie toegepast op verzoek van en in
overleg met de patiënt. Ik ben daar een
groot voorstander van, want dat maakt
een eind aan een aantal farizeïsche prak
tijken. Nu krijgen talloze patiënten eutha
nasie door huisartsen en artsen in ver
pleeg- en ziekenhuizen, maar het komt in
geen enkele statistiek tot uitdrukking. Ik
beschouw dat op zijn minst als een ont
kenning van wat er in werkelijkheid
plaatsvindt."
Passieve en actieve euthanasie, hoe
kijkt u daar in de praktijk tegenaan?
Dr. Admiraal: „ik heb daar een uitgespro
ken mening over en versta onder euthana
sie maatregelen die leiden tot een snelle,
milde dood. met een streepje onder „snel
le". Dan blijft voor mijn gevoel de passie
ve euthanasie (het nalaten van handelin
gen die het leven van de patiënt verlen
gen) nergens, met als kleine uitzondering
het stoppen van het beademingstoestel.
Verder is er geen enkele vorm van passie
ve euthanasie die voor een snelle milde
dood kan zorgen en daar vraagt een pa
tiënt toch overtuigend om. Daarbij is het
aantal patiënten, dat zich leent voor pas
sieve euthanasie bijzonder klein vergele
ken bij de totale groep van (euthanasie-)-
patiënten."
Problemen.
Hij geeft toe dat dit voor een arts grote
psychologische problemen kan opleveren,
gewend als deze is het leven in stand te
houden. „Het leven binnen een aantal
ik denk aan tien minuten beëindigen is
misschien wel het ergste wat Je van hem
kunt verlangen. Als anesthesioloog heb ik
er persoonlijk minder moeite mee. omdat
het voor mij normaal is dat als reactie op
iets wat je inspuit de patiënt slaapt. Ik
ben als het ware gewend om mensen weg
te maken."
Dr. Admiraal zegt te geloven dat de
vertrouwdheid met het beeld dat ie
mand direct na het Inspuiten van een
mediament in slaap valt, een voorwaarde
geweest is om betrokkenheid te krijgen
met actieve euthanasie. „Ik kan me
ook heel goed voorstellen dat een (huls->-
arts er moeite mee heeft zo snel een (dode
lijk) effect te zien van hetgeen hij doet en
daar» de grootste problemen van onder
vindt. Maar dan kom je heel gauw tot
methodieken die weliswaar de dood ver
oorzaken en onder actieve euthanasie val
len, maar die mijns inziens erg betrekke
lijk en willekeurig zijn. Als medici moeten
we met elkaar eens overdenken of dat
alles wel in het belang van de patiënt is:
het toedienen van hoge doses insuline,
slaapmiddelen en morfine, waardoor het
dagen kan duren voor een patiënt over
lijdt.
Moet je hieruit concluderen dat eigen
lijk de anesthesioloog de meest aangewe
zene is om euthanasie toe te passen?
Dr Admiraal: „Nee, duidelijk niet Iedere
arts die zich emotioneel betrokken voelt
bij een patiënt in nood, kan het doen. Dat
het toevallig dikwijls de anesthesioloog is,
vloeit rechtstreeks voort uit het feit dat
deze man direct bij de patiënt ingescha
keld wordt in het kader van de pijnbestrij
ding. Ik vind echter dat ook de behande
lend internist, chirurg of longarts ertoe in
staat moet zijn. Het is heel beslist geen
zaak die alleen aan ons dient te worden
opgehangen."
Onder het mom van „natuurlijke
dood" wordt in Nederland dagelijks eu
thanasie toegepast, maar cijfers zijn niet
bekend en evenmin gegevens over de
werkelijke behoefte aan euthanasie. Wat
dit laatste betreft suggereert prof. Van
Heek („Actieve euthanasie als sociolo
gisch probleem") dat dit komt, doordat
de zieke dit niet durft te vragen aan zijn
arts. Hij wordt immers bedreigd door bet
wetboek van strafrecht.
Dr. Admiraal. „Het Invullen van het
overlijdensformulier zal dikwijls leugen
achtig zijn en ik beschikt niet over exacte
gegevens op grote schaal. Binnenkort ver
schijnt er een proefschrift over de vraag
naar euthanasie in de huisartsenpraktijk
Misschien dat we dan over wat meer cij
fers kunnen beschikken."
In het boek „Euthanasie" schrijf ik.
„Dat een patiënt niet om euthanasie zou
durven vragen, heeft ook met de houding
van de arts zelf te maken. Als die met een
patiënt over een eventuele euthanasie
praat, blijken er velen daar al over nage
dacht te hebben en blij te zijn erover te
kunnen spreken."
Bespreekbaar»
Hij vervolgt met: „Daar wil ik gelijk op
doorgaan, want dat is voor mijn gevoel de
essentie. Ik heb er allang een gewoonte
van gemaakt met patiënten die ik in hun
laatste levensfase ga begeleiden over de
mogelijkheid van euthanasie te spreken
en ik moet zeggen: Dat is altijd een schot
in de roos. Steeds weer hoor ik, ja dokter,
daar heb ik over gedacht Ik ben er ook
van overtuigd, dat als ik dat niet zou doen,
men er in een veel kleiner percentage om
zou vragen.
Er ligt ten opzichte van de arts nog een
volkomen onterechte barrière er maar
niet om te verzoeken, gebaseerd op een
stuk psychologie van arts en patiënt. Ik
doorbreek die grens door de patiënt zelf te
confronteren met de mogelijkheid, dat ik
hem kan helpen als in het verloop van zijn
ziekteproces er zich moeilijkheden zouden
voordoen. Dat wordt altijd aanvaard."
Het gesprek komt op de rol van leken bij
het toedienen van euthanasie, het helpen
bij zelfdoding en het geven van informatie
over en verstrekken van middelen die een
zachte dood kunnen bewerkstelligen,
zoals het informatiecentrum voor vrijwil
lige euthanasie doet. „Ik ben geen jurist
en wil mij niet uitlaten over al dan niet
strafbaar. Wel wil ik krachtig stelling ne
men tegen de mening dat leken, zoals
familieleden of anderen, ook euthanasie
kunnen toepassen. Ik vind dat het altijd
de behandelend arts zou moeten zijn die
euthanasie honoreert. Dit vloeit logisch
voort uit de vertrouwensrelatie die een
patiënt met zijn arts aangaat, bijvoor
beeld mevrouw Sybrandy." aldus dr. Ad
miraal.
Hij voegt eraan toe: „Hoe goed bedoeld
ook die bemoeienis van bijvoorbeeld
mevrouw Sybrandy, ik geloof niet dat we
die weg moeten opgaan en ik ben bang dat
nogal wat verzoeken door een leek gesteld
aan een leek zo geloofwaardig overkomen,
dat die ten onrechte ingewilligd worden in
de vorm van het toesturen van een middel
dat tot de dood leidt. Terwijl een arts,
daarmee geconfronteerd, misschien een
weg gevonden zou hebben niet om de
patiënt tot andere gedachten te brengen,
maar wel om hem beter te kunnen
helpen."
Recht»
Dr. Admiraal: „Het is ook de taak van de
arts het aantal gevallen van euthanasie
zoveel mogelijk te beperken. Voortdurend
moet hij zichzelf kritisch de vraag stellen:
hoe kan ik dat aantal zo klein mogelijk
houden; namelijk door zo goed mogelijke
stervensbegeleiding en afdoende pijnstll-
ling. Ik erken dat je dan een aantal geval
len overhoudt, waarin je tot de conclusie
moet komen dat de patiënt op heel goedé
gronden als het lijden lichamelijk of
geestelijk naar menselijke maatstaven
absoluut niet acceptabel wordt geacht
toch om euthanasie verzoekt. Ik vind dat
je die wens dient te respecteren."
Het komt dus uiteindelijk neer op het
zelfbeschikkingsrecht van de patiënt om
te willen sterven bij uitzichtloze en pijn
lijke ziekte?
„Ja. het recht van de patiënt staat voor
mij centraal en ik vraag mij af waar ie
mand het recht vandaan haalt dat te
ontkennen. Er zijn situaties, waarin echt
overwogen euthanasie een waardig sluit
stuk kan zijn van de stervensbegeleiding
en waarbij arts, patiënt en zijn omgeving
het er volkomen over eens zijn."
De patiënt heeft dus letterlijk het laat
ste woord, maar mocht deze niet meer in
staat zijn daar gehoor aan te geven, wat
dan?
Dr. Admiraal: „Dat is echt een groot pro
bleem."
Geeft dan de familie de doorslag?
..Ik hoop in een dergelijk geval zoveel
respons bij familieleden te vinden dat ik
mij er een weloverwogen oordeel over kan
vormen. Aan de andere kant: als iemand
niet meer in staat is tot een bepaalde
formulering van zijn laatste wens. kun je
je ook afvragen of er dan nog wel behoefte
aan euthanasie bestaat. Van een patiënt
die in coma ligt wil ik niet zeggen dat eu
thanasie het laatste redmiddel is. Integen
deel. laten we dat rustig en natuurlijk
afwachten."