Doeksens veerdienst wankelt 9%% amrobanki 10% Politieke vorming is taak gemeente Relatie school, ouders en kerken gebrekkig ^Rijkssteun lijkt onontbeerlijk voor verbinding met waddeneilanden ;ie 'Niet rekenen op steun van rijksoverheid' Suggestie in proefschrift: Werkmap stimulans toestand te verbeteren RIJD AG 25 JANUARI 1980 BINNENLAND TROUW/KWARTET P 6 RH 11 - S 16 je laatste particuliere veerdienst in Nederland kan het niet meer bolwer- pn. Rederij Doeksen dreigt met de Terschellinger Scheepvaart Maat- fchappij (TSM) in de rode cijfers te komen. Rijkssteun lijkt onontbeerlijk, (nzij genoegen wordt genomen met vermindering van de dienstverlening. Doeksen onderhoudt de „levenslijn'' met Vlieland en Terschelling. Een monopoliepositie van een familiebedrijf. Via rijksgelden lijkt de gemeen schap nu toch een vinger in de pap te krijgen. Maar hoe dat voor de eilanden zal uitpakken is onduidelijk. Op één van die eilanden Terschelling gingen we poolshoogte nemen. Dick Boonstra. die vandaar promo veert aan de VU, is wetenschappe lijk medewerker politieolorie aan deze universiteit. Zijn werk lirt op het terrein van onderwijs, ondersoek en beheer. In 1973 werd hij benoemd tot lid van de Raad van de jeurdvorminr en in 1978 tot vice-voorzitter van deae raad. Hij werkte onder meer mee aan de landelijke verklesinrsonderxoeken van de verschillende universiteiten. por Jan Sloothaak ARLINGEN/TERSCHELLING De dooi is ingevallen, aar de „Noord-Nederland" moet zich nog een weg ploegen tor het ijs. Zo nu en dan jaagt er wat natte sneeuw over het ik. Als het te erg wordt valt de radar uit, zegt Jan Doeksen, e samen met neef Piet de scepter zwaait over de TSM. Van brug af heb je uitzicht op een door de mist klein gehouden ireldje. Terschelling doemt op als een grauwe massa. De •rkante Brandaris steekt er markant boven uit. 's Nachts at deze vuurtoren zijn schijnsel van drie en een half miljoen ars over de zee strijken. middeleeuwse toren van Sint- andaan. schutspatroon van de zee- art, heeft niet kunnen voorkomen t op de Terschellinger gronden aderden schepen zijn vergaan. Op hele Noordzee komen echter eds minder scheepsrampen voor. ze voor de opvarenden uiteraard igelijke ontwikkeling heeft de bijl egd aan de wortel van Doeksens ïi-imperium. erliezen op de TSM konden we eger nog wel eens dekken met ist uit onze bergingsmaatschap- vertelt Jan Doeksen, telg van geslacht «at eeuwenlang aan Ter- elling verbonden is geweest en zelf inwoner van het waddeneiland, bergingsmaatschappij is echter t meer wat het geweest is en kan ook niet meer de reddende engel 'an de in 1922 door de Doeksens rgenomen TSM. Bchtspositie nu toe is het altijd zonder een it subsidie gegaan. Dat betekende i dat de rederij een geweldige chtspositie innam. De eilanders i volledig afhankelijk van de veer- nst en ze moeten maar afwachten de tarieven er jaar in Jaar uit nen uit te zien. il Terschellingers blijken niet het iterste van hun tong te willen laten als het gesprek op dit onderwerp nt. Toch overheerst de indruk dat Doeksens nimmer misbruik heb- 0 gemaakt van hun monopolie-po- Ie. 1 hebben zich juist altijd erg soci- gedragen," zegt voorzitter J. ►en van de Terschellinger vereni- ig van ondernemers. Speciale kor- gen voor de sportclubs kostte de eksens bijvoorbeeld zestigduizend lien per jaar. Steenbeek: „Welke (ticulier doet zoiets?" Er is nu ech- een eind aan gekomen. Ook al iweet PvdA-raadslid Hugo Gorter, irzitter van een plaatselijke voet- pub doordat economische za- het een „oneigenlijke taak" vond. educties eilanders beseffen dat Doeksen altijd heeft proberen te ontzien, jkrijgen forse kortingen als passa- r en voor hun vracht. Daar staat Iter tegenover dat ondernemingen de vaste wal en toeristen dubbel Idwars moeten betalen. Het geld et toch ergens vandaan komen, n je kunt de toeristentarieven ook 4 onbeperkt laten stijgen. Dan tast onze enige „industrie" die van toerisme aan." aldus de heer lenbeek. TERI ALLI LRO DEN HAAG (ANP) Minister Tuijmnan is bereid medewer king te verlenen bij het zoeken naar oplossingen voor de moeilijkheden bij de bootdien sten naar en van Vlieland en Terschelling. Dat wil echter niet zeggen dat ook mag wor den gerekend op financiële steun van de rijksoverheid, heeft hij de Tweede Kamer meegedeeld. Naar zijn oordeel ligt eventuele steunverlening meer op de weg van de regio nale en lokale overheden dan op die van het rijk. Zijn promotor is prof dr G. Kuypers. taalt, een Amelander kan tegenwoor dig oversteken zoveel hij wil voor een jaarabonnement van dertig gulden. Goed, de afstand is ook kleiner, maar tochEn voor de Koegelwieck be taal je een toeslag van vier en een halve gulden. Bovendien, waarom kreeg Doeksen toestemming voor een tariefsverho ging van tien procent (gevraagd: twintig) en kunnen de andere veer diensten het bij vijf procent laten? Terschellingers lopen niet zo snel te hoop als de Amelanders, die onlangs een „tarievenoorlog" begonnen. „Onze tolerantiegrens is hoog," zegt burgemeester mr J. H. J. Blomme- stein over dit verschil met de Ame landers. Er worden echter wel vraagtekens gezet bij het beleid van Doeksen. Er zijn in totaal negen passagiers- en vrachtschepen en is dat nu wel zo hard nedig? Is Doeksen niet te veel vooruitgelopen op een toename van de toeristenstroom, die zich inmid dels al sinds enkele jaren blijkt te stabiliseren? Doeksen zelf zoekt de ooizaak mede in het acht Jaar geleden torpederen door de eilanders van het plan voor een nieuwe grotere haven. „Daar kon den grotere schepen komen, maar ik werd genoodzaakt het met kleinere te doen. Nu is Rijkswaterstaat toch be zig met vergroting van de huidige haven, maar de grote schepen die ik toen voor zeven miljoen gulden kon kopen, kosten nu twintig miljoen. Met twee van die grote boten kan ik efficiënter werken, en toch dezelfde service bieden als met een serie klein tjes." Mr Van Blommestein, burger vader van de 4500 Terschellingers: „Er was indertijd nog geen duidelijk heid over hoe we aan moesten met de wassende stroom toeristen en auto's. Terughoudendheid met grote voor zieningen was gewenst. Die duidelijk heid is er nu wel." Olieprijzen Overigens zijn de problemen zo acuut geworden door de stijgende olieprij zen. Elke cent die een liter gasolie extra kost, komt Doeksen op dertig duizend gulden per Jaar te staan. Daarnaast nemen de andere kosten toe, zoals de lonen van de negentig werknemers. Vlieland en Terschelling hebben een brief geschreven aan de minister van verkeer en waterstaat, waarin ze aan dringen op ondersteuning van de on- ADVERTENTIE Hoge rente! t kortingbeleid lijkt overigens nog- Ondoorzichtig. Ondernemingen op i eiland hebben vaak elk voor zich I vrachtprijs bedongen, waar ze t met anderen over praten. „Bang ze misschien wel een bevoorrech- positie hebben die ze dan prijs eten geven. Alleen Doeksen heeft i overzicht," zegt een eilander. erigens maakt niemand zich er it druk over. Althans tot voor kort. gebroeders K. en J. van Urk van i jong transportbedrijf, dat onge- jfeld een forse korting krijgt voor I overzetten van zijn drie combina- (normaal 930 gulden per combi- wijzen erop dat ze de afgelo- twee jaar een tariefsverhoging vijfentwintig procent opgelegd gen door Doeksen. „In zekere zin i wij opgehangen aan de rederij," len de broers. >ksen gedraagt zich anderzijds verantwoordelijk. Zo is een ngsvaartuigje „De Zeehond", bebouwd tot een soort ambulance water, die in drie kwartier kan li steken. Ook heeft Doeksen een ille boot gekocht de Koegel- ck maar de Terschellingers liven een beetje als daarover en relt gepraat. „Dat hebben ze alleen laan uit angst voor concurrentie. S kochten de boot gauw toen ie- •BRUiKhd experimenteerde met een Rus- asbes| luchtkussenvaartuig." De Amro Vaste Looptijdrekeningen. Bij deze methode spreekt u met de Amro Bank af hoelang u het gestorte bedrag wilt vastzetten. Minimaal is dat 2 jaar. Maximaal jaar. Hoe langere tijd vast, hoe hoger de rente. De mini mum storting is f 100,-. Het rentepercentage staat gedurende de hele looptijd van de storting gegarandeerd vast. De rente wordt jaarlijks uit gekeerd en kan vrij worden opgenomen. De ren tepercentages; 2jaar8'A%,3jaar8l/2%,4jaar9%, 5 jaar 9%%, 6 jaar De 9% Amro Spaarbrief '79-'85. Deze Spaarbrief is een waardepapier aan toon der. Tussentijdse verkoop gedurende de loop tijd is mogelijk via de beurs tegen de koers van dat moment. Het nominale bedrag van een Spaarbrief '79-'85 is f 1.000,- en per 10 oktober '85 krijgt u er f 1.700,- voor terug. Na datum van eerste afgifte wordt het aankoopbedrag steeds iets hoger omdat de inmiddels verstreken rente er dan in verwerkt is. Bij de huidige koers is het rendement Informeer bij een van onze 850 kantoren. door Bert de Jong AMSTERDAM De politieke vorming is een onderdeel van het sociaal-cultureel werk. Dat wil zeggen, dat, evenals bij het andere welzijnswerk het geval is, de gemeenten ln de eerste plaats betrokken zijn bij de politieke vorming. De belangrijk ste taak van de rijksoverheid is de gemeenten van het nut van dit soort welzijnswerk te overtuigen. rendabele diensten. Ook de gemeen- tebesturen willen graag inspraak, maar aldus mr Blommestein „we houden ons in dit stadium verre van inmenging in de vraag welke vorm de rijkssteun moet hebben." Net als op Ameland en Schiermonnikoog zou het een rijks- veerdienst kunnen worden, verpacht aan Doeksen, maar ook participatie of gewoon subsidie behoort tot de mogelijkheden. Pas als dat gebeurd is kunnen de gemeenten aankloppen met hun wensen, meent burgemees ter Blommestein. „Wat we nu hebben is een minimum." Enkele wensen voor de toekomst zijn: een nelle boot die niet, zoals de Koegelwieck, afhan kelijk is van ijs en mist, betere sprei ding van de diensten over de dag en tot later in de avond, en soortgelijke financiële faciliteiten als die al jaren voor het openbaar vervoer gelden. Voor het begeleiden van het politieke vormingswerk moet (als een soort on derwijsbegeleidingsdienst) op lande lijk niveau een centrum voor politie ke vorming worden gevestigd. Dit centrum kan ontstaan uit een fusie van de NCDB (Nederlands Centrum voor Democratische Burgerschaps vorming), de SBK (de Stichting Bur gerschapskunde) en het PJK (het po litiek Jongeren Kon takt), organisa ties. die reeds actief zijn op het ge bied van de politieke vorming. Deze suggesties doet Dick Boons tra in zijn proefschrift „Politiek vor mingswerk en Jeugdbeleid", waarop hij vandaag aan de faculteit van de sociale wetenschappen aan de Vrije Universiteit promoveert. Oordeel Het proefschrift dat als boek is uitge geven in de sociale en culturele reeks van Samson in Alphen aan den Rijn, is een indirect pleidooi voor meer politieke vorming. De samenleving wordt geconfronteerd met steeds ern stiger problemen, met als gevolg een sterker ingrijpen door de overheid en een sterkere politisering van het maatschappelijk leven. Deze laatste ontwikkeling is echter alleen aan vaardbaar als ze gepaard gaat met een betere politieke ontwikkeling van de burger. Het doel van de politieke ontwikke ling moet daarom in de eerste plaats zijn de burgers in staat te stellen een oordeel te vormen over het voorge stelde en gevoerde beleid. Ook moet de burger een nieuw beleid kunnen ontwikkelen en in staat zijn dat be leid door te zetten. Onder politieke vorming wil Dick Boonstra geen par tijpolitieke voorlichting of indoctri natie verstaan. Het gaat hem om het aandragen van het materiaal op grond waarvan de burger een politie ke keuze kan maken. Over de politieke vorming toont Boonstra zich in zijn proefschrift niet erg enthousiast. „Op de scholen wordt er te weinig aan gedaan", zegt hij in een gesprek over het proef schrift. De politieke partijen en de politieke jeugdorganisaties bereiken slechts het kleine deel van de bevol king, dat een duidelijke politieke in teresse heeft Analyse In zijn beschouwing beperkt Boon stra zich tot de politieke vorming van de jeugd en gaat hij eerst na wat in het verleden op dit terrein is gepres teerd. Dit deel van het proefschrift is vooral boeiend, omdat het beleid op het onderdeel van de politieke vor ming aan een analyse wordt onder worpen. Deze opzet van het onderzoek is niet zo verwonderlijk, omdat de subfaeul- door Bert de Jong ;en zelf: „Eigenlijk beconcur- mezelf met de Koegelwieck." ♦yyjju boot vaart ijs en weder dienende lwlJ* Brie kwartier over het wad; onge- tegelijk met de gewone lijndien- die er bijna twee uur over doen. Ivervallen' 'erschelllngers zijn eigenlijk wat rvallen door de financiële moei- leden van Doeksen. Ze zijn wel sgezlnd in hun wens dat het rijk in gaat verlenen. Tegelijk koppe- ze daar de wens aan dat niet !l wordt volstaan met zoveel ■n guldens voor Doeksen. „Ik icht dat één en ander wordt te- jekoppeld naar gemeenten en on- imers," zegt de heer Steenbeek. ibligal MJEKl •meent :°!E! der te "s-< rkend. de Ie 1 zijn ui an ;e vai ilbaar e Mil 6). 'sJ luiks waardering len begrip voor rljfsmaUge beperkingen van een Uculien. beginnen veel Terschel- s zich toch het een en ander af gen. Het mag dan een lelt zijn de Terschellinger voor vijl gulden tl en terug kan waar de toerist tr dan tweeëntwintig gulden be> HOEVELAKEN Het ver sterken van de band tussen school en ouders er. tussen school en kerken is de opzet van een werkmap, die samen gesteld is door een werkgroep van de Unie „School en Evan gelie" en het Christelijk peda gogisch studiecentrum ln Hoevelaken. Uit een onder zoek op 31 proefscholen ls na melijk gebleken, dat in het protestants christelijk onder wijs de relaties tussen school, gezin en kerk niet bestaan of slechts gebrekkig functione ren. Verder kwam door het onderzoek aan het licht, dat in veel gevallen het probleem van de eigen identiteit van de school was genegeerd. Tijdens de viering van het honderdja rig bestaan van de Unie „School en Evangelie" klaagde voorzitter drs Ti tus M. Gilhuis over de te geringe belangstelling van de kant van de kerken voor het christelijk onderwijs. De unie heeft zelf het initiatief geno men hieraan iets te doen en in samen werking met het pedagogisch studie centrum een werkgroep gevormd. Bovendien meende de unie, dat het een goede zaak zou zijn naast de zorg voor het christelijk onderwijs in het buitenland ook een project op te zet ten voor het christelijk onderwijs in eigen land. Er is sprake van een twee jarig project met de opdracht: „Scho len (onderwijsgevenden, besturen en ouders) opnieuw bewust te maken van de pedagogische opdracht in de geest van het evangelie en daar ook daadwerkelijk vorm aan te geven". Kerken Er is nu een Informatiemap gereedge komen, bestemd voor het lager on derwijs, waarin suggesties worden ge daan hoe de verhouding met de- ouders en de kerken te verbeteren. In het dikke pak papier staat niet ver meld hoe het precies moet en wat goed of fout is. Belangrijk zijn de ervaringen van anderen, waarmee verder kan worden gewerkt. De werkmap wordt bescheiden een „handreiking" genoemd. Intussen wordt er wel veel informatie ver schaft en is het bijvoorbeeld boeiend te lezen hoe in samenwerking met twee kleuter- en lagere scholen een gemeentezondag is georganiseerd. Ook kom je het scenario tegen voor een doopdlenst (Annelies had in de tweede klas verteld, dat haar zusje zou worden gedoopt) en voor een avondmaaldienst samen voor ouders en kinderen. De verrassing van deze diensten was, dat de kerk zoals onder meer ge beurde in een oude Haagse wijk plotseling weer volliep. In de werk map zijn zes modellen opgenomen, die in de praktijk hun waarde hebben bewezen. Terloops wordt nog opge merkt dat de plaatselijke raad van kerken lovenswaardige initiatieven kan ontwikkelen, die van belang zijn voor de scholen. Wie de stapel infor matie in de map doorneemt, krijgt de indruk, dat het best de moeite waard is, dat scholeD en kerken sdmen wat doen voor de kinderen. Verantwoordelijkheid Dit gezamenlijk initiatief betekent, dat er betere contacten met deouders ontstaan. Er worden trouwens bulten het contact met de kerken om tal van Ideeën aangedragen hoe de ouders meer bij de school te betrekken. Op vallend is dat de samenstellers van de map er niet helemaal van afkerig zijn verantwoordelijkheid van de school te verleggen naar de ouders. „Het kan voor de ouders noodzake lijk zijn om hun ideeën en wensen tot verandering kenbaar te maken in een ouderbijeenkomst met het team van onderwijsgevenden. Er kan uitge breid overleg plaatsvinden voor men overgaat tot het nemen van beslissin gen van ingrijpende aard", aldus een stelling van de werkgroep". Ook wordt gesuggereerd: „Ouders gaan op een ouderavond meedenken over een onderdeel van een schoolwerk plan, nadat een kleine groep van- ouders, bestuur en team voorwerk heeft gedaan. Verder wordt gesteld, dat de school graag de goed door dachte wenken en suggesties van ou ders tot verbetering en intensivering van het onderwijs ziet." Stimulans De medewerker van het pedagogisch studiecentrum drs J. Hordijk levert ln het werkstuk een bijdrage over hoe in het algemeen een schoolwerkplan moet worden gemaakt. Ook hij be trekt de ouders er direct bij. Veel wat als ouderparticipatie wordt aange diend, is slechts „ouderhulp". HIJ ver volgt: „Echte participatie is het deel nemen aan de richtingkeuze van de school. Het gaat om fundamentele keuzen. En niet kiezen is ook een keuze". Alle eer en ruimte dus voor de ouders. Het ls tegen deze achtergrond verba zingwekkend dat in de werkgroep van de unie en het pedagogisch stu diecentrum geen ouders zitting heb ben, althans geen leden, die alleen als ouder meedoen. Het manco van de map is dan ook, dat er geen meningen en suggesties voorkomen, die direct afkomstig zijn van de ouders. Jam mer, want in de oudercommissies, die aan menige school actief zijn, is even eens de nodige ervaring aanwezig. De inbreng uit deze hoek kan niet wor den gemist. De handreiking mag er overigens zijn. Maar de unie en het pedagogisch studiecentrum hebben voor méér ge zorgd. De map is een stimulans om te gaan werken aan het ideaal van een hechtere gemeenschap van school, ouders en kerk en om, zoals ergens ln de map staat te lezen, de kinderen de mogelijkheid te geven het geloof vie rend te beleven ln school, gezin en kerk. De map ls te verkljgen bij het Chris telijk pedagogisch studiecentrum. Postbus 30, Hoevelaken. telt politicologie van de Vrije Univer siteit speciaal het overheidsbeleid als haar werkterrein ziet Het spitwerk van Dick Boonstra le verde in de eerste plaats op, dat de overheid steeds terughoudend rea geerde op verzoeken om financiële steun van het politiek vormingswerk. Van een landelijk centrum, waarvoor Boonstra pleit, kwam niets terecht. Een belangrijke oorzaak was, dat het kabinet-Den Uyl in het verleden be ducht was ernstige kritiek te krijgen op zo'n centrale aanpak van het poli tieke vormingswerk. Tegenover deze aarzeling door de overheid was het verwonderlijk, dat ln de kortste keren wel de subsidië ring van de politieke partijen door het departement van binnenlandse zaken voor elkaar was. „Dit verschil in behandeling", schrijft Boonstra, „kan worden verklaard uit het poli tieke gewicht van de aanvragers." Het waren namelijk de voorzitters van de re ge rings- en oppositiepartij en met samen meer dan honderd Ka merzetels. De subsidie werd toege kend buiten het interdepartementaal overleg om, dat gaande waa. Overleg mislukt Dat overleg tussen de departementen is overigens mislukt, omdat de coör dinatie door het ministerie van CRM op niets is uitgelopen. Boonstra voegt daarom aan zijn proefschrift deze stelling toe: „In onze politiek bestel zijn de bevoegdheden van een coördi nerend bewindsman niet toereikend om een samenhangend interdeparte mentaal beleid tot ontwikkeling te brengen." Een moeilijkheid van CRM is, legt Dick Boonstra in een mondelinge toe lichting uit, dat het ministerie van onderwijs de neiging heeft cat vor mingswerk (volwassenen-educatie) naar zich toe te trekken. In het over leg liep het dan ook mis met Onder wijs. Trouwens binnen het ministerie van CRM lukte het evenmin tot een subsidiebeleid te komen. Er werden verschillende systemen gehanteerd. Bovendien waren er geen nonnen en criteria afgesproken over de kwaliteit van het politiek vormingswerk. Tot slot stelt Dick Boonstra nog vast, dat in het gesubsidieerde politieke vormingswerk de werkloze Jongeren en andere groepen met een maat schappelijke achterstand geen speci ale aandacht krijgen. Het beeld dat deze analyse van het beleid oplevert (Dick Boonstra noemt nog meer feiten en omstandigheden) is enigszins onthutsend. Het is duide lijk. dat dit proefschrift met meer dan normale belangstelling op het depar tement van CRM en door bewindslie den en ambtenaren, die beleid moe ten coördineren, zal worden gelezen. Een verdienste van het onderzoek van Dick Boonstra is, dat een kriti sche beoordeling van het beleid is gegeven, waaraan de parlementaire journalistiek in Den Haag nauwelijks toekomt. Deze benadering maakt een betere controle van de vierde macht (ambtenaren) mogelijk. In 1983 Om meer orde te scheppen ln de chaos komt Boonstra met de sugges tie tot de vorming van het landelijk centrum. Dat kan 1 Januari 1983 voor elkaar zijn. Op provinciaal niveau moet dan het nodige georganiseerd zijn voor het ondersteunen van dit vormingswerk. Inmiddels zal dan het politieke vormingswerk ln de ge meenten voeten aan de grond hebben gekregen. Uit een verslag van de re gionale overheid moet blijken wat er gedaan ls aan de politieke vorming van de jeugd en van de jeugdige werklozer». Al deze verwachtingen doen wat opti mistisch aan na het lezen van het eerste deel van het proefschrift, waar in Juist de moeilijkheden uitvoerig zijn weergegeven. Een vraag is ook of het wel wijs is zo'n grote verantwoor delijkheid voor het politieke werk bij de lagere overheden te leggen, gezien de inv -1 die van dichtbij kan wor den u £foefend. Dit ls immers ook het bezwaar van een aantal regionale omroepen tegen een financiering niet alleen door het rijk. Dit bezwaar neemt niet weg. dat dui delijk een richting wordt aangegeven, waarin de oplossing moet worden ge zocht. Uit het proefschrift kan de conclusie worden getrokken, dat Juist door de gebrekkige coördinatie tus sen de departementen en door bot sing van departementale belangen het beleid voor een deel de mist ln gaat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 11