Doeksens veerdienst wankelt
9%%
amrobanki
10%
Politieke vorming
is taak gemeente
Relatie school, ouders en kerken gebrekkig
^Rijkssteun lijkt onontbeerlijk voor verbinding met waddeneilanden
;ie
'Niet rekenen
op steun van
rijksoverheid'
Suggestie in proefschrift:
Werkmap stimulans toestand te verbeteren
RIJD AG 25 JANUARI 1980
BINNENLAND
TROUW/KWARTET P 6 RH 11 - S 16
je laatste particuliere veerdienst in Nederland kan het niet meer bolwer-
pn. Rederij Doeksen dreigt met de Terschellinger Scheepvaart Maat-
fchappij (TSM) in de rode cijfers te komen. Rijkssteun lijkt onontbeerlijk,
(nzij genoegen wordt genomen met vermindering van de dienstverlening.
Doeksen onderhoudt de „levenslijn'' met Vlieland en Terschelling. Een
monopoliepositie van een familiebedrijf. Via rijksgelden lijkt de gemeen
schap nu toch een vinger in de pap te krijgen. Maar hoe dat voor de
eilanden zal uitpakken is onduidelijk. Op één van die eilanden
Terschelling gingen we poolshoogte nemen.
Dick Boonstra. die vandaar promo
veert aan de VU, is wetenschappe
lijk medewerker politieolorie aan
deze universiteit. Zijn werk lirt op
het terrein van onderwijs, ondersoek
en beheer.
In 1973 werd hij benoemd tot lid van
de Raad van de jeurdvorminr en in
1978 tot vice-voorzitter van deae
raad.
Hij werkte onder meer mee aan de
landelijke verklesinrsonderxoeken
van de verschillende universiteiten.
por Jan Sloothaak
ARLINGEN/TERSCHELLING De dooi is ingevallen,
aar de „Noord-Nederland" moet zich nog een weg ploegen
tor het ijs. Zo nu en dan jaagt er wat natte sneeuw over het
ik. Als het te erg wordt valt de radar uit, zegt Jan Doeksen,
e samen met neef Piet de scepter zwaait over de TSM. Van
brug af heb je uitzicht op een door de mist klein gehouden
ireldje. Terschelling doemt op als een grauwe massa. De
•rkante Brandaris steekt er markant boven uit. 's Nachts
at deze vuurtoren zijn schijnsel van drie en een half miljoen
ars over de zee strijken.
middeleeuwse toren van Sint-
andaan. schutspatroon van de zee-
art, heeft niet kunnen voorkomen
t op de Terschellinger gronden
aderden schepen zijn vergaan. Op
hele Noordzee komen echter
eds minder scheepsrampen voor.
ze voor de opvarenden uiteraard
igelijke ontwikkeling heeft de bijl
egd aan de wortel van Doeksens
ïi-imperium.
erliezen op de TSM konden we
eger nog wel eens dekken met
ist uit onze bergingsmaatschap-
vertelt Jan Doeksen, telg van
geslacht «at eeuwenlang aan Ter-
elling verbonden is geweest en zelf
inwoner van het waddeneiland,
bergingsmaatschappij is echter
t meer wat het geweest is en kan
ook niet meer de reddende engel
'an de in 1922 door de Doeksens
rgenomen TSM.
Bchtspositie
nu toe is het altijd zonder een
it subsidie gegaan. Dat betekende
i dat de rederij een geweldige
chtspositie innam. De eilanders
i volledig afhankelijk van de veer-
nst en ze moeten maar afwachten
de tarieven er jaar in Jaar uit
nen uit te zien.
il Terschellingers blijken niet het
iterste van hun tong te willen laten
als het gesprek op dit onderwerp
nt. Toch overheerst de indruk dat
Doeksens nimmer misbruik heb-
0 gemaakt van hun monopolie-po-
Ie.
1 hebben zich juist altijd erg soci-
gedragen," zegt voorzitter J.
►en van de Terschellinger vereni-
ig van ondernemers. Speciale kor-
gen voor de sportclubs kostte de
eksens bijvoorbeeld zestigduizend
lien per jaar. Steenbeek: „Welke
(ticulier doet zoiets?" Er is nu ech-
een eind aan gekomen. Ook al
iweet PvdA-raadslid Hugo Gorter,
irzitter van een plaatselijke voet-
pub doordat economische za-
het een „oneigenlijke taak" vond.
educties
eilanders beseffen dat Doeksen
altijd heeft proberen te ontzien,
jkrijgen forse kortingen als passa-
r en voor hun vracht. Daar staat
Iter tegenover dat ondernemingen
de vaste wal en toeristen dubbel
Idwars moeten betalen. Het geld
et toch ergens vandaan komen,
n je kunt de toeristentarieven ook
4 onbeperkt laten stijgen. Dan tast
onze enige „industrie" die van
toerisme aan." aldus de heer
lenbeek.
TERI
ALLI
LRO
DEN HAAG (ANP) Minister
Tuijmnan is bereid medewer
king te verlenen bij het zoeken
naar oplossingen voor de
moeilijkheden bij de bootdien
sten naar en van Vlieland en
Terschelling. Dat wil echter
niet zeggen dat ook mag wor
den gerekend op financiële
steun van de rijksoverheid,
heeft hij de Tweede Kamer
meegedeeld. Naar zijn oordeel
ligt eventuele steunverlening
meer op de weg van de regio
nale en lokale overheden dan
op die van het rijk.
Zijn promotor is prof dr G. Kuypers.
taalt, een Amelander kan tegenwoor
dig oversteken zoveel hij wil voor een
jaarabonnement van dertig gulden.
Goed, de afstand is ook kleiner, maar
tochEn voor de Koegelwieck be
taal je een toeslag van vier en een
halve gulden.
Bovendien, waarom kreeg Doeksen
toestemming voor een tariefsverho
ging van tien procent (gevraagd:
twintig) en kunnen de andere veer
diensten het bij vijf procent laten?
Terschellingers lopen niet zo snel te
hoop als de Amelanders, die onlangs
een „tarievenoorlog" begonnen.
„Onze tolerantiegrens is hoog," zegt
burgemeester mr J. H. J. Blomme-
stein over dit verschil met de Ame
landers.
Er worden echter wel vraagtekens
gezet bij het beleid van Doeksen. Er
zijn in totaal negen passagiers- en
vrachtschepen en is dat nu wel zo
hard nedig? Is Doeksen niet te veel
vooruitgelopen op een toename van
de toeristenstroom, die zich inmid
dels al sinds enkele jaren blijkt te
stabiliseren?
Doeksen zelf zoekt de ooizaak mede
in het acht Jaar geleden torpederen
door de eilanders van het plan voor
een nieuwe grotere haven. „Daar kon
den grotere schepen komen, maar ik
werd genoodzaakt het met kleinere te
doen. Nu is Rijkswaterstaat toch be
zig met vergroting van de huidige
haven, maar de grote schepen die ik
toen voor zeven miljoen gulden kon
kopen, kosten nu twintig miljoen.
Met twee van die grote boten kan ik
efficiënter werken, en toch dezelfde
service bieden als met een serie klein
tjes." Mr Van Blommestein, burger
vader van de 4500 Terschellingers:
„Er was indertijd nog geen duidelijk
heid over hoe we aan moesten met de
wassende stroom toeristen en auto's.
Terughoudendheid met grote voor
zieningen was gewenst. Die duidelijk
heid is er nu wel."
Olieprijzen
Overigens zijn de problemen zo acuut
geworden door de stijgende olieprij
zen. Elke cent die een liter gasolie
extra kost, komt Doeksen op dertig
duizend gulden per Jaar te staan.
Daarnaast nemen de andere kosten
toe, zoals de lonen van de negentig
werknemers.
Vlieland en Terschelling hebben een
brief geschreven aan de minister van
verkeer en waterstaat, waarin ze aan
dringen op ondersteuning van de on-
ADVERTENTIE
Hoge rente!
t kortingbeleid lijkt overigens nog-
Ondoorzichtig. Ondernemingen op
i eiland hebben vaak elk voor zich
I vrachtprijs bedongen, waar ze
t met anderen over praten. „Bang
ze misschien wel een bevoorrech-
positie hebben die ze dan prijs
eten geven. Alleen Doeksen heeft
i overzicht," zegt een eilander.
erigens maakt niemand zich er
it druk over. Althans tot voor kort.
gebroeders K. en J. van Urk van
i jong transportbedrijf, dat onge-
jfeld een forse korting krijgt voor
I overzetten van zijn drie combina-
(normaal 930 gulden per combi-
wijzen erop dat ze de afgelo-
twee jaar een tariefsverhoging
vijfentwintig procent opgelegd
gen door Doeksen. „In zekere zin
i wij opgehangen aan de rederij,"
len de broers.
>ksen gedraagt zich anderzijds
verantwoordelijk. Zo is een
ngsvaartuigje „De Zeehond",
bebouwd tot een soort ambulance
water, die in drie kwartier kan
li steken. Ook heeft Doeksen een
ille boot gekocht de Koegel-
ck maar de Terschellingers
liven een beetje als daarover
en relt gepraat. „Dat hebben ze alleen
laan uit angst voor concurrentie.
S kochten de boot gauw toen ie-
•BRUiKhd experimenteerde met een Rus-
asbes| luchtkussenvaartuig."
De Amro Vaste Looptijdrekeningen.
Bij deze methode spreekt u met de Amro Bank
af hoelang u het gestorte bedrag wilt vastzetten.
Minimaal is dat 2 jaar. Maximaal jaar. Hoe
langere tijd vast, hoe hoger de rente. De mini
mum storting is f 100,-. Het rentepercentage
staat gedurende de hele looptijd van de storting
gegarandeerd vast. De rente wordt jaarlijks uit
gekeerd en kan vrij worden opgenomen. De ren
tepercentages; 2jaar8'A%,3jaar8l/2%,4jaar9%,
5 jaar 9%%, 6 jaar
De 9% Amro Spaarbrief '79-'85.
Deze Spaarbrief is een waardepapier aan toon
der. Tussentijdse verkoop gedurende de loop
tijd is mogelijk via de beurs tegen de koers van
dat moment. Het nominale bedrag van een
Spaarbrief '79-'85 is f 1.000,- en per 10 oktober
'85 krijgt u er f 1.700,- voor terug. Na datum van
eerste afgifte wordt het aankoopbedrag steeds
iets hoger omdat de inmiddels verstreken
rente er dan in verwerkt is. Bij de huidige koers
is het rendement
Informeer bij een van onze 850 kantoren.
door Bert de Jong
AMSTERDAM De politieke vorming is een onderdeel van
het sociaal-cultureel werk. Dat wil zeggen, dat, evenals bij het
andere welzijnswerk het geval is, de gemeenten ln de eerste
plaats betrokken zijn bij de politieke vorming. De belangrijk
ste taak van de rijksoverheid is de gemeenten van het nut van
dit soort welzijnswerk te overtuigen.
rendabele diensten. Ook de gemeen-
tebesturen willen graag inspraak,
maar aldus mr Blommestein „we
houden ons in dit stadium verre van
inmenging in de vraag welke vorm de
rijkssteun moet hebben."
Net als op Ameland en
Schiermonnikoog zou het een rijks-
veerdienst kunnen worden, verpacht
aan Doeksen, maar ook participatie
of gewoon subsidie behoort tot de
mogelijkheden. Pas als dat gebeurd
is kunnen de gemeenten aankloppen
met hun wensen, meent burgemees
ter Blommestein. „Wat we nu hebben
is een minimum." Enkele wensen
voor de toekomst zijn: een nelle boot
die niet, zoals de Koegelwieck, afhan
kelijk is van ijs en mist, betere sprei
ding van de diensten over de dag en
tot later in de avond, en soortgelijke
financiële faciliteiten als die al jaren
voor het openbaar vervoer gelden.
Voor het begeleiden van het politieke
vormingswerk moet (als een soort on
derwijsbegeleidingsdienst) op lande
lijk niveau een centrum voor politie
ke vorming worden gevestigd. Dit
centrum kan ontstaan uit een fusie
van de NCDB (Nederlands Centrum
voor Democratische Burgerschaps
vorming), de SBK (de Stichting Bur
gerschapskunde) en het PJK (het po
litiek Jongeren Kon takt), organisa
ties. die reeds actief zijn op het ge
bied van de politieke vorming.
Deze suggesties doet Dick Boons tra
in zijn proefschrift „Politiek vor
mingswerk en Jeugdbeleid", waarop
hij vandaag aan de faculteit van de
sociale wetenschappen aan de Vrije
Universiteit promoveert.
Oordeel
Het proefschrift dat als boek is uitge
geven in de sociale en culturele reeks
van Samson in Alphen aan den Rijn,
is een indirect pleidooi voor meer
politieke vorming. De samenleving
wordt geconfronteerd met steeds ern
stiger problemen, met als gevolg een
sterker ingrijpen door de overheid en
een sterkere politisering van het
maatschappelijk leven. Deze laatste
ontwikkeling is echter alleen aan
vaardbaar als ze gepaard gaat met
een betere politieke ontwikkeling van
de burger.
Het doel van de politieke ontwikke
ling moet daarom in de eerste plaats
zijn de burgers in staat te stellen een
oordeel te vormen over het voorge
stelde en gevoerde beleid. Ook moet
de burger een nieuw beleid kunnen
ontwikkelen en in staat zijn dat be
leid door te zetten. Onder politieke
vorming wil Dick Boonstra geen par
tijpolitieke voorlichting of indoctri
natie verstaan. Het gaat hem om het
aandragen van het materiaal op
grond waarvan de burger een politie
ke keuze kan maken.
Over de politieke vorming toont
Boonstra zich in zijn proefschrift niet
erg enthousiast. „Op de scholen
wordt er te weinig aan gedaan", zegt
hij in een gesprek over het proef
schrift. De politieke partijen en de
politieke jeugdorganisaties bereiken
slechts het kleine deel van de bevol
king, dat een duidelijke politieke in
teresse heeft
Analyse
In zijn beschouwing beperkt Boon
stra zich tot de politieke vorming van
de jeugd en gaat hij eerst na wat in
het verleden op dit terrein is gepres
teerd. Dit deel van het proefschrift is
vooral boeiend, omdat het beleid op
het onderdeel van de politieke vor
ming aan een analyse wordt onder
worpen.
Deze opzet van het onderzoek is niet
zo verwonderlijk, omdat de subfaeul-
door Bert de Jong
;en zelf: „Eigenlijk beconcur-
mezelf met de Koegelwieck."
♦yyjju boot vaart ijs en weder dienende
lwlJ* Brie kwartier over het wad; onge-
tegelijk met de gewone lijndien-
die er bijna twee uur over doen.
Ivervallen'
'erschelllngers zijn eigenlijk wat
rvallen door de financiële moei-
leden van Doeksen. Ze zijn wel
sgezlnd in hun wens dat het rijk
in gaat verlenen. Tegelijk koppe-
ze daar de wens aan dat niet
!l wordt volstaan met zoveel
■n guldens voor Doeksen. „Ik
icht dat één en ander wordt te-
jekoppeld naar gemeenten en on-
imers," zegt de heer Steenbeek.
ibligal
MJEKl
•meent
:°!E!
der
te "s-<
rkend.
de Ie
1 zijn ui
an
;e vai
ilbaar
e Mil
6). 'sJ
luiks waardering len begrip voor
rljfsmaUge beperkingen van een
Uculien. beginnen veel Terschel-
s zich toch het een en ander af
gen. Het mag dan een lelt zijn
de Terschellinger voor vijl gulden
tl en terug kan waar de toerist
tr dan tweeëntwintig gulden be>
HOEVELAKEN Het ver
sterken van de band tussen
school en ouders er. tussen
school en kerken is de opzet
van een werkmap, die samen
gesteld is door een werkgroep
van de Unie „School en Evan
gelie" en het Christelijk peda
gogisch studiecentrum ln
Hoevelaken. Uit een onder
zoek op 31 proefscholen ls na
melijk gebleken, dat in het
protestants christelijk onder
wijs de relaties tussen school,
gezin en kerk niet bestaan of
slechts gebrekkig functione
ren. Verder kwam door het
onderzoek aan het licht, dat
in veel gevallen het probleem
van de eigen identiteit van de
school was genegeerd.
Tijdens de viering van het honderdja
rig bestaan van de Unie „School en
Evangelie" klaagde voorzitter drs Ti
tus M. Gilhuis over de te geringe
belangstelling van de kant van de
kerken voor het christelijk onderwijs.
De unie heeft zelf het initiatief geno
men hieraan iets te doen en in samen
werking met het pedagogisch studie
centrum een werkgroep gevormd.
Bovendien meende de unie, dat het
een goede zaak zou zijn naast de zorg
voor het christelijk onderwijs in het
buitenland ook een project op te zet
ten voor het christelijk onderwijs in
eigen land. Er is sprake van een twee
jarig project met de opdracht: „Scho
len (onderwijsgevenden, besturen en
ouders) opnieuw bewust te maken
van de pedagogische opdracht in de
geest van het evangelie en daar ook
daadwerkelijk vorm aan te geven".
Kerken
Er is nu een Informatiemap gereedge
komen, bestemd voor het lager on
derwijs, waarin suggesties worden ge
daan hoe de verhouding met de-
ouders en de kerken te verbeteren. In
het dikke pak papier staat niet ver
meld hoe het precies moet en wat
goed of fout is. Belangrijk zijn de
ervaringen van anderen, waarmee
verder kan worden gewerkt.
De werkmap wordt bescheiden een
„handreiking" genoemd. Intussen
wordt er wel veel informatie ver
schaft en is het bijvoorbeeld boeiend
te lezen hoe in samenwerking met
twee kleuter- en lagere scholen een
gemeentezondag is georganiseerd.
Ook kom je het scenario tegen voor
een doopdlenst (Annelies had in de
tweede klas verteld, dat haar zusje
zou worden gedoopt) en voor een
avondmaaldienst samen voor ouders
en kinderen.
De verrassing van deze diensten was,
dat de kerk zoals onder meer ge
beurde in een oude Haagse wijk
plotseling weer volliep. In de werk
map zijn zes modellen opgenomen,
die in de praktijk hun waarde hebben
bewezen. Terloops wordt nog opge
merkt dat de plaatselijke raad van
kerken lovenswaardige initiatieven
kan ontwikkelen, die van belang zijn
voor de scholen. Wie de stapel infor
matie in de map doorneemt, krijgt de
indruk, dat het best de moeite waard
is, dat scholeD en kerken sdmen wat
doen voor de kinderen.
Verantwoordelijkheid
Dit gezamenlijk initiatief betekent,
dat er betere contacten met deouders
ontstaan. Er worden trouwens bulten
het contact met de kerken om tal van
Ideeën aangedragen hoe de ouders
meer bij de school te betrekken. Op
vallend is dat de samenstellers van de
map er niet helemaal van afkerig zijn
verantwoordelijkheid van de school
te verleggen naar de ouders.
„Het kan voor de ouders noodzake
lijk zijn om hun ideeën en wensen tot
verandering kenbaar te maken in een
ouderbijeenkomst met het team van
onderwijsgevenden. Er kan uitge
breid overleg plaatsvinden voor men
overgaat tot het nemen van beslissin
gen van ingrijpende aard", aldus een
stelling van de werkgroep". Ook
wordt gesuggereerd: „Ouders gaan
op een ouderavond meedenken over
een onderdeel van een schoolwerk
plan, nadat een kleine groep van-
ouders, bestuur en team voorwerk
heeft gedaan. Verder wordt gesteld,
dat de school graag de goed door
dachte wenken en suggesties van ou
ders tot verbetering en intensivering
van het onderwijs ziet."
Stimulans
De medewerker van het pedagogisch
studiecentrum drs J. Hordijk levert
ln het werkstuk een bijdrage over hoe
in het algemeen een schoolwerkplan
moet worden gemaakt. Ook hij be
trekt de ouders er direct bij. Veel wat
als ouderparticipatie wordt aange
diend, is slechts „ouderhulp". HIJ ver
volgt: „Echte participatie is het deel
nemen aan de richtingkeuze van de
school. Het gaat om fundamentele
keuzen. En niet kiezen is ook een
keuze".
Alle eer en ruimte dus voor de ouders.
Het ls tegen deze achtergrond verba
zingwekkend dat in de werkgroep
van de unie en het pedagogisch stu
diecentrum geen ouders zitting heb
ben, althans geen leden, die alleen als
ouder meedoen. Het manco van de
map is dan ook, dat er geen meningen
en suggesties voorkomen, die direct
afkomstig zijn van de ouders. Jam
mer, want in de oudercommissies, die
aan menige school actief zijn, is even
eens de nodige ervaring aanwezig. De
inbreng uit deze hoek kan niet wor
den gemist.
De handreiking mag er overigens
zijn. Maar de unie en het pedagogisch
studiecentrum hebben voor méér ge
zorgd. De map is een stimulans om te
gaan werken aan het ideaal van een
hechtere gemeenschap van school,
ouders en kerk en om, zoals ergens ln
de map staat te lezen, de kinderen de
mogelijkheid te geven het geloof vie
rend te beleven ln school, gezin en
kerk.
De map ls te verkljgen bij het Chris
telijk pedagogisch studiecentrum.
Postbus 30, Hoevelaken.
telt politicologie van de Vrije Univer
siteit speciaal het overheidsbeleid als
haar werkterrein ziet
Het spitwerk van Dick Boonstra le
verde in de eerste plaats op, dat de
overheid steeds terughoudend rea
geerde op verzoeken om financiële
steun van het politiek vormingswerk.
Van een landelijk centrum, waarvoor
Boonstra pleit, kwam niets terecht.
Een belangrijke oorzaak was, dat het
kabinet-Den Uyl in het verleden be
ducht was ernstige kritiek te krijgen
op zo'n centrale aanpak van het poli
tieke vormingswerk.
Tegenover deze aarzeling door de
overheid was het verwonderlijk, dat
ln de kortste keren wel de subsidië
ring van de politieke partijen door
het departement van binnenlandse
zaken voor elkaar was. „Dit verschil
in behandeling", schrijft Boonstra,
„kan worden verklaard uit het poli
tieke gewicht van de aanvragers."
Het waren namelijk de voorzitters
van de re ge rings- en oppositiepartij
en met samen meer dan honderd Ka
merzetels. De subsidie werd toege
kend buiten het interdepartementaal
overleg om, dat gaande waa.
Overleg mislukt
Dat overleg tussen de departementen
is overigens mislukt, omdat de coör
dinatie door het ministerie van CRM
op niets is uitgelopen. Boonstra voegt
daarom aan zijn proefschrift deze
stelling toe: „In onze politiek bestel
zijn de bevoegdheden van een coördi
nerend bewindsman niet toereikend
om een samenhangend interdeparte
mentaal beleid tot ontwikkeling te
brengen."
Een moeilijkheid van CRM is, legt
Dick Boonstra in een mondelinge toe
lichting uit, dat het ministerie van
onderwijs de neiging heeft cat vor
mingswerk (volwassenen-educatie)
naar zich toe te trekken. In het over
leg liep het dan ook mis met Onder
wijs. Trouwens binnen het ministerie
van CRM lukte het evenmin tot een
subsidiebeleid te komen. Er werden
verschillende systemen gehanteerd.
Bovendien waren er geen nonnen en
criteria afgesproken over de kwaliteit
van het politiek vormingswerk.
Tot slot stelt Dick Boonstra nog vast,
dat in het gesubsidieerde politieke
vormingswerk de werkloze Jongeren
en andere groepen met een maat
schappelijke achterstand geen speci
ale aandacht krijgen.
Het beeld dat deze analyse van het
beleid oplevert (Dick Boonstra noemt
nog meer feiten en omstandigheden)
is enigszins onthutsend. Het is duide
lijk. dat dit proefschrift met meer dan
normale belangstelling op het depar
tement van CRM en door bewindslie
den en ambtenaren, die beleid moe
ten coördineren, zal worden gelezen.
Een verdienste van het onderzoek
van Dick Boonstra is, dat een kriti
sche beoordeling van het beleid is
gegeven, waaraan de parlementaire
journalistiek in Den Haag nauwelijks
toekomt. Deze benadering maakt een
betere controle van de vierde macht
(ambtenaren) mogelijk.
In 1983
Om meer orde te scheppen ln de
chaos komt Boonstra met de sugges
tie tot de vorming van het landelijk
centrum. Dat kan 1 Januari 1983 voor
elkaar zijn. Op provinciaal niveau
moet dan het nodige georganiseerd
zijn voor het ondersteunen van dit
vormingswerk. Inmiddels zal dan het
politieke vormingswerk ln de ge
meenten voeten aan de grond hebben
gekregen. Uit een verslag van de re
gionale overheid moet blijken wat er
gedaan ls aan de politieke vorming
van de jeugd en van de jeugdige
werklozer».
Al deze verwachtingen doen wat opti
mistisch aan na het lezen van het
eerste deel van het proefschrift, waar
in Juist de moeilijkheden uitvoerig
zijn weergegeven. Een vraag is ook of
het wel wijs is zo'n grote verantwoor
delijkheid voor het politieke werk bij
de lagere overheden te leggen, gezien
de inv -1 die van dichtbij kan wor
den u £foefend. Dit ls immers ook
het bezwaar van een aantal regionale
omroepen tegen een financiering niet
alleen door het rijk.
Dit bezwaar neemt niet weg. dat dui
delijk een richting wordt aangegeven,
waarin de oplossing moet worden ge
zocht. Uit het proefschrift kan de
conclusie worden getrokken, dat Juist
door de gebrekkige coördinatie tus
sen de departementen en door bot
sing van departementale belangen
het beleid voor een deel de mist ln
gaat