Speelgoedoorlog nu terrein van beleggers Schip vol dwaze lieden Kritiekloos wegwerpboek over beroepsvoetbal Van kantjes en kleedjes i jB ja Laboratorium str i j d van de wereldoorlog Adressengids Soldaatjes zijn soms goud waard Raamweven MAANDAG 14 JANUARI 1980 BOEKEN door Huib Goudriaan Engeland loopt voorop bij het beschrijven van oud speelgoed en dat is niet ver wonderlijk: verzamelen is van oudsher een bij uitstek Britse hobby. In 1976 bracht de Londense uitgeverij New Cavendish Books een werke lijk vorstelijk uitgevoerd boek met schitterende kleu renfoto's op de markt over de geschiedenis van het blik ken speelgoed van 1825 tot heden. Het succes van dit boek heeft de uitgeverij nu kennelijk aangemoedigd tot pubtlkatle van de geschiede nis en beschrijving van de produktle van de Duitse speelgoedfabriek O. M Hausser Het boek over het blikken speel goed was getiteld „The art ol the Un toy" en werd samengesteld door de Engelse verzamelaar (veearts van beroep) Davld Pressland. Het la ln korte tijd het standaardwerk voor de liefhebber van het anUeke blik ken speelgoed geworden. De pro- dukUe van de firma Hausser is be schreven door een Engelse verzame laar van Haussers speelgoedsolda ten. Reggie Polaine. Niets nieuws Op zich ts het verzamelen van speel goedsoldaatjes. blikken auto's of spoortreinen niets nieuws. De Duit se dichter Goethe en de Engelse schrijver H G. Wells werden gefasci neerd door tinnen soldaten en iede reen kent wel het caricaturale beeld van de aan spoortreintjes verslin gerde vader, die zijn zoontje niet tot zijn domein, de zolder met spoor treinen. wil toelaten. Het nieuwe van de verzamelwoede van de speel goed-enthousiasten van onze tijd is. dat zij is gericht op de modellen van het verleden. Hierdoor is het speelgoed, dat oude ren nog achteloos bij de grote schoonmaak op de vuilnishoop wierpen, verheven tot de status van kostbaar antiek. Sommige verza melaars hebben hiervan nu uitge breide collecties, die weerspiegelen hoe vanaf het midden van de ne gentiende-eeuw de grote-mensen- maatschappij en daarmee de poli tiek de kinderkamer van de burger binnendrong. Dit antiek wordt nu beschreven en gecatalogiseerd in gidsen en platenboeken voor leek en ingewijde Oidsen. die ook nodig zijn, omdat inmiddels de commer cie zich van de markt heeft meester gemaakt. weliswaar van overtuigd, dat de speelgoedsoldaten en blikken voer tuigen van de firma Hausser de oor logspropaganda van het Derde Rijk dienden, maar ziet ln deze verza melwoede geen verband met het neo-nazlsme. De vraag of oorlogs speelgoed toen en nu kinderen ent housiast zou kunnen maken voor het krijgsbedrijf, wordt door psy chologen verschillend beantwoord. Sommigen zijn er zeker van dat kinderen er geen enkele schadelijke Invloed van ondervinden. De gebroeders Otto en Max Haus ser begonnen in 1904 met het produ ceren van boerderijfiguren, cow boys. indianen, soldaten en spoor- wegliguren in de afmetingen van vijf tot veertien centimeter. Figu ren, die ln tegenstelling tot de plat te, tinnen soldaten „rond" waren en het menselijk lichaam op schaal nauwkeurig weergaven. Zegetocht Tijdperk De 45-Jartge Reggie Polaine, de En gelsman. die het nieuwe boek ..War Toys' („Oorlogsspeelgoed") heeft geschreven, zegt „Ik ontdekte bij een bezoek aan Duitsland dat zich in het speelgoed van Hausser een tijdperk weerspiegelt. Ik verzamel het nu al acht Jaar, ook omdat ik word gefascineerd door de politie ke, sociale en economische geschie denis van Duitsland in de periode van 1918 tot 1945". Polaine is er Einde jaren twintig en in de jaren dertig maakten Haussers figuren, die het merk „Elastolin" droegen, een ware zegetocht door speelgoed- land. Dit goldt ook voor gelijksoor tige figuren van „Lineol", een ande re Duitse firma. Na het aan de macht komen van Adolf Hitler trachtten deze twee speelgoedfa brieken elkaar de loef af te steken ln het tot ln de perfectie uitvoeren van miniatuur-soldaten van de Duitse Wehrmacht en SA- en Hitlerjugend- figuren. De vaak fascinerende foto's in Polaine's boek tonen hoe levens echt de figuren zijn, die werden ge produceerd. Vooral de leidende per soonlijkheden en vorsten uit die tijd zijn knap gemodelleerd en be schilderd. Zowel de van compositie- stof vervaardigde figuren als de me talen voertuigen hebben de thans zo gezochte ambachtelijke aanpak, die het vaak steriele plastic-speel goed van onze tijd mist. Op de vraag hoe de snel om zich heen grijpende belangstelling voor Elastolin- en Lineolfiguren in West- Duitsland moet worden verklaard, antwoordt Polaine: „Veel Duitsers proberen zo het verleden te begrij pen en te verwerken, terwijl ande ren vooral jonge managers met veel geld de figuren kopen, deels uit nostalgische overwegingen, deels om te kunnen investeren. De laatst genoemde groep jaagt de prijzen op". Aanwinst De Engelsman Polaine. die geen woord Duits spreekt, heeft niet kun nen voorkomen dat er fouten in de tekst van het boek zijn geslopen. Sommige foto-onderschriften zijn niet correct en hier en daar worden nieuwe, na-oorlogse figuren als vooroorlogs gepresenteerd. Als ge heel is dit nieuwe boek in de serie van New Cavendish Books echter een aanwinst voor de verzamelaar en de meer oppervlakkig geïnteres seerde. (Het boek is ook in het Duits verschenen.) „The War Toys/Kriegsspielzeuge", Reggie Polaine, 156 bladzijden, vier blz. kleurenfoto's, Uitg. New Cavendish Books, Londen. 7,95 34,-) Wvw n V. 2» "vS'TS r JL 11 *M-i 4 'f* u Oorlog ls ln hoge mate een strijd van wetenschappelij ke research. De BBC heeft dat destijds begrepen, en na een langdurig onderzoek een televisie-serie opgezet onder de titel „The Secret war" (De geheime oorlog). Deze serie handelde over de weten schappelijke ontwikkelingen en vindingen ln de Tweede Wereldoor log. die onder de extreme druk van het oorlogsgeweld tot stand kwa men. Gebaseerd op deze serie schreef Brian Johnson een boek on der de gelijknamige titel. Dit lezens waardige boek (het ls op elke pagi na spannend) ls In het Nederlands vertaald onder de titel „De geheime oorlog" Het boek is geïllustreerd met 350 foto's en tekeningen Het ls onderverdeeld ln zes hoofdstukken, die achtereenvolgens handelen over de slag om de (radlo)stralen. de ra dar. de terreurwapens (radio-ge stuurde bom. vliegende bom van type V-l. de raket V-2. etc het beslissende gebruik van vliegtuig- radar tegen onderzeeboten, over magnetische en akoestische mijnen en de tegenmaatregelen daartegen, het gebruik van gigantische zweef vliegtuigen en de ontwikkeling van raketjagers, straaljagers en heli kopters Het laatste hoofdstuk ts waarschijnlijk het meest opzienba rende Dat handelt over het stelsel matig breken van de (niet te breken geachte) Duitse codes De Duitsers hadden codeermachines ontwik keld uit reeds lang bestaande ont werpen. waarmee ze volautoma tisch (dus razendsnel en tactisch bruikbaar) konden coderen en deco deren. Ze hadden (letterlijk) de be schikking over talloze miljarden verschillende sleutels. Geen wonder dat men meende dat een dergelijke codering niet te breken was. Voor de klassieke cryptologen was er in derdaad geen beginnen aan. Maar de Britten hebben van meet af (zij het met heel essentiële Poolse hulp) deze codes in tempo gebroken. Bij dat decoderingswerk. dat voor de oorlogvoering van beslissend be lang ls geweest, ls ln feite de electro- nische computer ontwikkeld. Thans. 35 Jaar na afloop van de oorlog, ls een deel van dit Britse geheim nog steeds niet vrijgegeven. De verdienste van het boek is dat het zich laat lezen met rode oortjes, zonder dat het goedkoop populair is. Het staat vol essentiële informa tie Maar men mist bij voorbeeld de aardbevingsbom van Barnes Wallis en zijn kraken van de Moehne-dam. terwijl minder belangrijke details wel ter sprake komen Storender vind ik dat het boek opvallend westeuropees ls. Het Amerikaanse Manhattan-project, dat leidde tot de ontwikkeling van nucleaire wa pens. komt niet aan bod Is dat te frustrerend voor ons? Jammer ver der dat de vertaler zijn Nederlands zo mishandelt. HIJ schrijft b.v. ..en kele geleerden, waarvan deel uit maakte" i.p.v. „van wie deel uit maakte" Deze constructie komt in het boek heel vaak voor. tot ln het absurde toe. en steeds radicaal fout. Brian Johnson: „De geheime oor log" Uit. L. J. Veen. Ede. Omvang 352 pag. Geïllustreerd. Prijs 34,90 C. G. v. Zw. door W. F. Stafleu De berijmde statuten van een zogenaamd gilde van de Blauwe Schuit, midden vijf tiende eeuw, zijn voor Her man Pleij aanleiding ge weest de functie van deze tekst te onderzoeken in de tijd waarin zij ontstond en werd gebruikt. Zijn boek geeft een belangwekkende kijk op het veranderingspro ces zoals zich dat aan het einde van de middeleeuwen afspeelde: van een standeni deologie naar een burgerlij ke handelsmoraal. De tekst van de Blauwe Schuit werd gebruikt ln het kader van de vastenavondviering, die zegt Pleij niet alleen diende om stoom af te blazen, maar ook om nieuwe regels te testen. Dat gebeurde op de wijze van de ironie: het omgekeerde doen, zeggen of tonen van wat be doeld wordt. In het gilde van de Blauwe Schuit blijken welkom te zijn leden van de verarmde adel, verlopen geestelijken, potverteren- de rijkeluiszoontjes, geile vrouwen en allen die weten te zuipen, te gokken en te zwieren. Uitgesloten van het lidmaatschap zijn moorde naars, dieven en andere misdadi gers, en zwervers met besmettelijke ziekten. Dat zijn blijkbaar de onher- stelbaren. Hieruit concludeert Pleij dat de door hem becommentarieer de tekst een laatmiddeleeuwse ze- dencodex veronderstelt van wijs heid,,soberheid. matigheid en ar- beidslust. Een handelsmoraal ln op bouw, die wijsheid adverteert als het vermogen Je materieel te kun nen handhaven. Wie geld, goederen en arbeidspotentieel verkeerd be heert, moet door de gemeenschap gecorrigeerd worden. Narrenschuit, 1654 De vastelavond later vasten avond genoemd wordt de aange wezen periode voor zulke zuiverin gen. De vergelijking met het be roemde Narrenschiff van Brant, vanaf 1494 in alle talen over Europa verspreid, ligt voor de hand als wel de bekendste exponent van deze ontwikkeling: bij de overgang van standenideologie naar burgermo raal verschuift het accent van de traditionele zondenleer naar een burgerlijke zedencodex, die han dels- en kapitaalsbelangen moet be schermen en bevorderen. Pleij werkt dit uit door de midde leeuwse feesten te typeren als af komstig uit Germaans-Keltische, klassieke en christelijke tradities. De kerkelijke zottenfeesten spot missen, rondtrekkende scholieren- bisschoppen en de jongelingen- charivari (ketelmuziek) voor pasge trouwde echtparen, typisch afkom stig van vruchtbaarheidsriten, ver smelten in een stedelijke pret, die op vastelavond een hoogtepunt vindt. Daarbij spelen collectieve angsten een rol; ze worden geredu ceerd tot hanteerbare grootheden door ze belachelijk te maken. Angst voor de dood (de pestepidemieën vanaf midden veertiende eeuw!) en de kou vindt haar uitdrukking in het overdadig gebruik van scabreu ze en scatologische termen, door Pleij kernachtig seks- en strontfol- klore genoemd. Zo vindt deze bezwering van collec tieve angst een uitweg in spottek sten, waarbij de Blauwe Schuit een typisch voorbeeld is van de zo be kende scheepsallegorie. Het schip op wielen wordt de vertrouwde voorstelling van de vastelavondvie- ring om de omgekeerde wereld te verbeelden en gedrag uit te beelden dat naar de ondergang leidt. Vrouwenhaat Ook de middeleeuwse vrouwenhaat speelt een rol van belang. De alleen- aand »waa m n staande vrouw op leeftijd al(|at g Pleij boezemt de gezeten burg^ ^el angst in. Ze bedreigt niet alleen huwelijksmoraal, ze vertegenwo ïrs digt daarnaast nog allerlei mi inst, sche functies op grond waanporal deze oudere vrouw eertijds op 1 ,n platteland in hoog aanzien sto Ze behoort oorspronkelijk als wi "°01 vrouw tot een agrarische geme [OH schap, waarin ze een aantal centr isteli maar niet geïnstitutionaliseerd (-j; functies vervult. Ze symbolise Moeder Aarde, ze heeft als ger1" ander ervaring met geboorten ziektes, ze regelt de huwelijken u ba< ze is een lopend informatiecentra blJ Voor deze wijze oude vrouw is in 'Ee v: stad geen plaats, haar functies 2 men 1 daar overgenomen door de orgaaTijc satievormen ten dienste van de Ai nieuwe handelsmoraal (de sta dokter, „openbaar" onderwi °8^n Deze angst voor de vrouw verbii H ik Pleij met de eerste systematisi 1° ka golf van heksenvervolging op 8ens eind van de vijftiende eeuw. d zii' Armoede Het hoeft natuurlijk niet onjuist te zijn wat er voor lovende teksten op de flap op zoals ln dit geval de achterkant van een boek afgedrukt staan. Wim Meuleman, de voorzit ter van de Koninklijke Nederlandse Voetbal Bond, Jo Witteveen, be stuurslid van de sectie betaald voet bal. en Karei Jansen, de voorzitter van de WCS, de vereniging van contractspelers zullen best een avond van het boek hebben geno ten. het in één ruk hebben uitgele zen of vinden dat jong en oud er veel plezier aan kunnen beleven. Maar of zoiets werkelijk maatge vend is voor het geschrift zelf? In het geval van Knok er voor! zeker niet. Het boek, geschreven door de veteranen Ton van Beers (72) en Ad van Emmenes (82), is zeker ln één avond uit te lezen, maar bij de voortgang door de welgeteld 245 pagina's maakt het aangekondigde genot al snel plaats voor een groei ende weerstand. De schrijvers, die zo'n twintigtal jaren geleden al „Nou wij, boys" deden verschijnen gaan in hun duidelijk op de werke lijkheid van heden gebaseerde „fan tasie" zo ver, dat zij in een stijl die anno 1950 wellicht nog enigszins aansprak een zogenaamd objectief positief beeld van de jungle van de profvoetbalsport schetsen, die kant noch wal meer raakt. Twee broers die in Noord-Holland een topvoet balclub leiden en toevallig ook za kelijk goed terecht zijn gekomen na jaren geleden met de bakfiets de klanten af te zijn gegaan, krijgen een aureool van reddende engelen omgehangen, de overkoepelende voetbalbond is een organisatie die ten voorbeeld van wellicht de gehe le maatschappij gesteld zou kunnen worden en hoewel er ook wat slech- j woo g V De studie maakt ook duidelijk i°o1 de middeleeuwers materiële arm idagc de niet zagen of erkenden als so In aal gebeuren waarvoor de gemei roiSe: schap verantwoordelijkheid m< ymari dragen. Lichaamsgebreken en zi( d'e b' ten zijn een teken van Gods st ,old< over slechte, of van Gods beprffechri ving van goede armen. Zoveel npe Ik gelijk wordt aan het eind van es W£ middeleeuwen bewezen dat de arjin m< zichzelf in zijn positie heeft d®r de bracht ten gevolge van de zonde» PaI Pleij besluit zijn boek met een ij1 mo' gaaf en commentaar van enkfrti8 teksten, onder welke die van Puw u Blauwe Schuit. Iedere belangstp een lende leek kan het makkelijk lez#1 zusj Het boek (oorspronkelijk als prajteel, schrift verschenen) is ruim geïÜn ou< streerd. hting Ier, m Het gilde van de Blauwe Scho) °P h door Herman Pleij. Uitgave Mi8aan lenhoff, Amsterdam, 309 blx., e iment qje ui imij i inke ire i De p op e> len v nooi lai ins a eer' FPei i hei i verl jein lien c leiden II verz lenen p Je h te mannen van een voetbalmal laarsbureau bestaan onder leid van een rad van de tongriem gesi den, keiharde self-made zaken is het profvoetbal ln Nederland t eigenlijk een best fraai gebeu; met sociaal uitstekende trainers- spelersorganisaties. Kortom het|e duidelijk waarom de heren achty op met hun lofuitingen geen weten. Een beetje positief gesch is voor de voortdurend in opspral"Aobl zijnde bedrijfstak immers nojge weg- Sand Êebi( .Of de voetballiefhebbers van 15- f^gi een J heeft het out bo' ..Kt 80+ voor wie dit werk geschreveiï er ook gelukkig mee moeten zijn natuurlijk een geheel andere zaï iestuivenf, I - moei? 1 Een verfr Het lijkt er soms wel eens op. dat de ene helft van Nederland bezig is de andere helft informatie te geven om het nog voorzichtig uit te druk ken. Daardoor wordt het echter Juist steeds moeilijker om die infor matie te krijgen, die men nodig heeft Nogal paradoxaal, maar wel een feit. Het gaat erom de Juiste kanalen te weten, de Juiste mensen, de juiste adressen, wil men zich een ochtend achter de telefoon be sparen. „Nederland in aktie" kan een goede hulp zijn om aan die adressen te komen, die men op een dag plotse ling nodig blijkt te hebben. Het is nl. een adressenglds van „non-pro fit-. aktie- en vrijwilligersorganisa ties" zoals op de kaft staat, die uiteindelijk in elf delen zal uitko- men. De eerste twee delen zijn nu verschenen, deel 1 over organisaties op het gebied van ontwikkelingssa menwerking en landengroeperin- gen, deel 2 over organisaties voor mensenrechten, minderheden, vluchtelingen, oorlogs- en vredes vraagstukken. Dus wanneer men iets wil weten over de toestand in Tanzania, kan men deel 1 nemen: daar vindt men onder het hoofd Landengroeperingen. 1.2 Zuidelijk Afrika, het Tanzania Comité Neder land met adres Dat niet alleen, ook een korte omschrijving van geschie denis. doelstelling en activiteiten van dit comité. Wil men iets weten over christelijke organisaties op het gebied van de vrede, dan treft men in deel 2 acht adressen aaan. Een groot voordeel van deze uitga ve, verzorgd door het Nederlands Bibliotheek en Lektuur Centrum (NBLC) in samenwerking met de Stichting Landelijk Vrijwilligers Aktiviteiten Sentrum (ELVAS), is dat het geheel losbladig is uitge voerd. Daardoor bestaat er de mo gelijkheid nieuwe organisaties via een aanvulling op te nemen en niet meer bestaande groeperingen af te voeren. Ik zou organisaties, die be merken, dat zij niet in deze adres sengids zijn opgenomen, dringend willen aanraden contact op te ne men met F. L. Meyer van het NBLC- bureau (070-264351). Dan kan deze organisatie in de aanvullingsbladen worden opgenomen. Dr. A. D. Smelik Nederland in aktie, adressengids van non-profit-, aktie- en vrijwilli gersorganisaties. Deel 1: ontwikke lingssamenwerking en landengroe peringen; deel 2: mensenrechten, minderheden, vluchtelingen, oor- logs- en vredesvraagstukken. Prijs per abonnement (4 afleveringen per jaar) 85.- (inclus. porto; excl. BTW); prijs per deel ƒ25.- (inclus. porto, excl. BTW). Bestellingen aan NBLC, Postbus 93054, 2509 AB /S- Gravenhage. Je kunt met het aloude vrou welijke handwerk haken veel kanten op. Er zijn ontel bare mogelijkheden: van de al in overgrootmoeders tijd geliefde kantjes en kleedjes tot wat pop-art-achtige ge haakte cactussen. Hoe je die cactussen maakt staat in „Haken voor Iedereen" van Ellen Türkis en Sanna Dammann. „Ieder een" wordt eerst vertrouwd ge maakt met het haken van lossen, vasten en stokjes, waarna de ge toonde steken en patroontjes geen geheimen meer behoren te hebben. Na de genoemde basissteken ko men eenvoudige haakpatronen aan bod en volgen nog enkele moUeven en randen plus technische details. De tweede helft van het boekje laat zien wat met de haaknaald en alle mogelijke soorten kleurig materiaal gemaakt kan worden, zoals kle dingstukken. kleedjes, gordijnen, bloemen, sprei enz. Jammer dat een verklaring van ge bruikte tekens en afkortingen er gens in het midden van het boekje staat, zodat je niet direct achter de geheimtaal der symbolen kan ko men. Dat ls trouwens toch een pro bleem. Iedere samensteller van ie der haakboekje verzint met de beste bedoelingen overigens op eigen houtje een serie tekentjes, en die verschillen dan weer van boek tot boek. Vreemd ls dat van guimpe-werk en de Tunische haaksteek niet wordt gerept, maar dat wel een halve blad zijde (123) aan de (niet met name genoemde) tamboereer-techniek wordt gewijd. Toch wel een boekje om enthousiast over te zijn, al was het maar om die bovengenoemde cactussen. Met de gegeven aanwij zingen heb Je zonder veel moeite in korte tijd een vensterbank vol net- echte cactussen Speciaal voor de liefhebsters van kleedjes is er het ook heel goed verzorgde boekje van Dlny Zijp. dat alleen ouderwetse gehaakte kleed jes en kantjes laat zien. U weet het misschien nog wel: DMC-garen nr. 50 of 60 en een venijnige fijne haak naald. Na de gebruikelijke uiteenzetting van de techniek staan de volgende tachtig bladzijden vol met patro nen. Het hier niet duidelijk uitge legde verschil tussen kant en ent»e- deux daargelaten zal het voor wie wat ouderwets haakwerk ln huis wil halen nog moeilijk zijn om een keus te maken uit de bijna zestig verschillende werkstukjes, waarvan veel in z.g. filet-haakwerk met lieve motiefjes, zoals o.m. in de voor oorlogse Beyer-boekjes te vinden waren. Je moet er natuurlijk wel van houden. R. D. S. Ellen Türkis en Sanna Dammann: HAKEN VOOR IEDEREEN, Oorspr. titel „Brigitte Hakeln". Vert, en bew. G. van Baalen-Wal- ther. Met 125 tekeningen en 53 kleu renfoto's. Uitg. Zomer en Keuning Boeken BV., Ede. 144 bis., prijs 19.50. Diny Zijp: Gehaakte kantjes en kleedjes uit grootmoeders tijd. Uitg. Cantecleer BV., de Bilt. 95 blz., prijs 24.50. Het is los van het driestuivei haaltje met happy-end denkbaar. Integendeel, king van de helaas nog altijd mai gevulde sportbibliotheek waar l^era5 kwalitatief aanvaardbare werlf. betreft, is het zeker niet. Gewdls m' kritiekloos wegwerpgeschrijf u het soort dat wekelijks de botCyj vardbladen haalt. p. c Knok er voor! door Ton van Bed en Ad van Emmenes. Uitgave Oir M ga boek. 245 pagina's. Prijs 14, Jicht e Bij raamweven worden (meest klu be nere) werkstukken niet op een wé getouw, maar op eenvoudiger hdwoor middelen zoals een spijkerra4w}J m stroken formica of karton en, £cboei voor een rond weefsel, op ringerfer cirkels gemaakt. Een getoFrvari Vraagt veel ruimte en is vaak 4e.n tr< obstakel in de werkruimte; <die a weefraam zet je als je niet béf wei? bent aan de kant. Nog een vod &et deel: een weefraam is best zelf' maken, zie de duidelijke voorb den die Hetty Mooi in haar „E voudig raamweven" heeft opgei men. Verder geven ook de meef technieken geen problemen: linnj en ribsbinding, gobelin, kelim, a mak, volop mogelijkheden. Het hoe en waarom van dit alles' van nog veel meer legt de schrijfd op een prettig manier haarfijn i Goede tekeningen met veel gefö grafeerde voorbeelden en dan n om precies na te maken, maar om zelf vrij te experimenteren, n j ken „Eenvoudig Raamweven" I een aan te bevelen thuiscursus. R D Hetty Mooi: „Eenvoudig raam* ven". Uitg. Cantecleer b.v. De B| Serie „Werken en Spelen". Omvf 75 pag. Prijs 15,90.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 6