Geplande weg niet
weg te krijgen
Dieet
Een deftig woord
in het spoor
GE
ol
ISOCIAAL BERECHT!
15
■BINNENLAND!
VIAVJ
st
ijd
De aanbesteding van een nieuw stuk autoweg in de Achterhoek is bij velen slecht
gevallen. Sinds tien jaar geleden het tracé van de weg werd vastgesteld zijn de
gedachten over aanleg van autowegen nogal veranderd. Het blijkt echter niet
gemakkelijk om eenmaal over de kaart getrokken strepen uitgevlakt te krijgen. En
wat heb je, vragen milieugroepen zich af, aan beroepsprocedures die pas in
behandeling komen als de bomen al gekapt zijn?
door Hans Schmit
DEN HAAG Minister Tuijn-
man (verkeer en waterstaat) zal
binnen een maand de wegenbou
wers laten weten wie van hen een
stukje van een nieuwe, maar vol
gens velen volstrekt overbodige
autosnelweg, dwars door het
fraaie landschap van de Achter
hoek. mag aanleggen.
Het gaat, om precies te zijn, om de uitvoe
ring van verschillende werken voor het
wegvak Doetinchem-Varsseveld, dat een
onderdeel is van de A 15; een rijksweg die
in de jaren zestig werd gepresenteerd als
een hoofdverbinding tussen Rijnmond en
Twente.
De aanbesteding voor dit stukje autosnel
weg. die deze week heeft plaatsgevonden,
bij een groot aantal landelijke en plaat
selijke natuurbeschermlngs- en milieu-or
ganisaties slecht gevallen. Waarom, zo
vragen onder meer Natuurmonumenten,
Natuur en Milieu. Vogelbescherming en
de Bomenstichting zich af, kon minister
Tuijnman met die aanbesteding niet even
wachten? Begin maart immers buigt de
Tweede Kamer zich over het structuur
schema verkeer en vervoer, waarin de
regering de plannen heeft neergelegd voor
onder meer het wegennet in de komende
tien tot twintig Jaar-
Minister Tuijnman heeft die discussie wat
betreft het wegvak Doetinchem-Varsse
veld niet willen afwachten, ondanks het
leit dat van uiteenlopende zijde de afgelo
pen jaren sterke twijfel is gerezen aan de
noodzaak van een autosnelweg door de
Achterhoek. Het tracé van de A 15 tussen
Doetinchem en Varsseveld is al in februari
<T
1969 vastgesteld, voor de uitvoering is op
de achtereenvolgende begrotingen steeds
geld opgenomen en daarom, zo meent
minister Tuijnman, behoeft de discussie
in de Tweede Kamer niet te worden afge
wacht. Hij vindt het in het algemeen onge
wenst om reeds genomen beslissingen op
te schorten in afwachting van de vaststel
ling van het beleid dat zich tot in een
verdere toekomst uitstrekt.
Veranderd
Een dergelijk standpunt houdt echter wel
het risico in dat onderdelen van wegen
worden aangelegd, die de Tweede Kamer
mogelijk uit de plannen voor die verre
toekomst schrapt omdat ze overbodig zijn
of omdat er betere en minder schadelijke
oplossingen voor handen zijn. De opvat
tingen over het net van autosnelwegen
zijn de afgelopen jaren sterk veranderd.
Werd in de jaren zestig nog gedacht aan
een fijnmazig net van snelwegen dat ons
land moest bedekken, nu moet het net
grofmazig zijn en dient, zoals de regering
schrijft in het structuurschema verkeer en
vervoer, terughoudendheid te worden be
tracht bij de aanleg van nieuwe wegen.
Het verhaal van rijksweg 15 is een aardige
illustratie van hoe in de Jaren zeventig
twijfel rees aan groots opgezette plannen
en hoe moeilijk de overheden op die ver
anderde inzichten hebben ingespeeld en
nog inspelen, getuige de weigering van
minister Tuijnman met de aanbesteding
van een stukje van de omstreden A 15 te
wachten op de discussie in de Tweede
Kamer. Rijksweg 15 is opgezet als een
nationale verbinding tussen Rijnmond en
Twente. Via het rivierenland zou de weg
ten zuiden van Arnhem via Doetinchem
en de Achterhoek naar Enschede moeten
lopen. Het gedeelte in het rivierenland is
gereed; evenals het gedeelte vanaf de au
tosnelweg Arnhem-Oberhausen (A12)
naar Doetinchem.
Groeiend verzet oawaaB
In het begin van de jaren zeventig groeide
het verzet tegen twee onderdelen van de
A 15: het stuk dat ten zuiden van Arnhem
de oude en landschappelijk interessante
Rijnstrangen zou doorsnijden (het tracé
Ressen-Babberich) en het gedeelte door
de Achterhoek. In de loop der Jaren werd
meer en meer duidelijk dat de afbouw van
de A 15 in feite overbodig is. omdat er een
andere doorgaande verbinding van Rijn
mond naar Twente is: van het bestaande
gedeelte van de A 15 via Arnhem en Apel
doorn naar de Al, de hoofdverbinding
van Amsterdam via Amersfoort en Apel
doorn naar Twente.
De rhilieugroeperingen die zich tegen de
aantasting van de Achterhoek verzetten,
staan in hun opvatting niet alleen. Een
jaar terug liet de Raad van advies voor de
ruimtelijke ordening (Raro) weten dat de
route via Arnhem en Apeldoorn een goed
alternatief vormt en als de (overigens even
lange) hoofdverbinding tussen Rijnmond
en Twente moet worden gezien. Zie daar
om, zo luidt vrij vertaald het advives van
de Raro, maar af van een autosnelweg
door de Achterhoek.
Hier eindigt even buiten Doetinchm rijksweg 15. Door het achterliggende landschap moet de weg, zo is in 1969
bepaald, worden doorgetrokken naar Varsseveld.
Niet gemakkelijk
Het is echter niet gemakkelijk eenmaal op
de kaart getrokken strepen weer uit te
vlakken. Als een argument wegvalt, is
altijd wel weer een nieuw argument aan te
dragen. Zo ging het ook met de A 15: toen
duidelijk werd dat de aanleg door de Ach
terhoek niet door nationale belangen
wordt gerechtvaardigd, werd het regiona
le belang naar voren geschoven: de auto
snelweg is noodzakelijk voor de werkgele
genheid in de streek. Ook achter dit argu
ment zetten de milieugroeperingen vraag
tekens en ook hier vonden zij vorig jaar
weer steun van de Raro, die meent dat
geenszins vastaat dat de A 15 een gunstig
effect op de werkgelegenheid in de Ach
terhoek heeft. Er zal echter wel, zo ver
wacht de Raro. sprake kunnen zijn van
een ongewenste ontwikkeling, namelijk
de toename van de pendel en een verdere
verspreiding van woongebieden.
Ook een derde argument dat wordt gehan
teerd om de A 15 toch aan te leggen, is in
de loop der jaren danig ondergraven. Dat
argument houdt in dat de A 15 een bijdra
ge levert aan de oplossing van de
verkeersproblemen in de Oude IJssel-
streek en een aantal woonkernen (Groen-
lo, Eibergen, Haaksbergen) van het door
gaande verkeer verlost. Die problemen
moeten worden opgelost, zo onderschrijft
onder meer de milieuwerkgroep Doetin
chem, maar dat lukt niet door de A 15 aan
te leggen zoals deze nu op de kaart staat.
De werkgroep droeg daarom een andere
oplossing aan: een verbinding tussen de
A 15 bij Doetinchem en Varsseveld. die
vervolgens zou aansluiten op de Twente-
route, een goede en grotendeels gerecon
strueerde tweebaansweg. Door de aanleg
van enkele rondwegen en een goede af
bouw van het provinciale wegennet. Zou
den de verkeersproblemen in deze regio
kunnen worden opgelost. Ook dat alterna
tief levert enkele landschappelijke aan
tastingen op. zij het in aanzienlijk minde
re mate dan wanneer de A 15 zou worden
doorgetrokken.
Wat heb je eraan?
De mileuwerkgroep Doetinchem strijdt al
sinds 1972 tegen de A 15 door de Achter
hoek en tracht tevergeefs provincie, ge
meenten en waterstaat voor die andere,
kleinschaliger oplossing te winnen. Na de
steun van de Raro heeft de werkgroep
geprobeerd de verdere werkzaamheden
aan het wegvak Doetinchem-Varsseveld
op te schorten tot na de behandeling in de
Tweede Kamer. Mevrouw Haan-Van Ditz-
huyzen van de mllieuwerkgroep Doetin
chem: „We hebben, met steun van een
groot aantal landelijke organisaties, twee
keer aan minister Tuijnman gevraagd de
aanbesteding van dit weggedeelte uit te
stellen. Door aanbesteding wordt de dis
cussie in de Tweede Kamer over dit onder
werp bij voorbaat afgesneden, terwijl die
discussie Juist vanwege het afwijzende
advies van de Raro zo interessant is. We
hebben daar niets op gehoord. Bovendien
zijn er nog twee beroepen van ons in
behandeling bij de Raad van 8tate. Die
zullen echter pas in de tweede helft van
dit Jaar worden behandeld. Maar dan Zijn
de bomen al gekapt en is de schop al de
grond ingegaan. Wat heb Je op deze wijze
aan beroepsprocedures?"
door Huub Elzerman
de
ma,
Ongetwijfeld zijn veel mensen het nieuwe jaar
begonnen met het voornemen om wat overtollig
gewicht kwijt te raken. Het is een voornemen dat
vaak nog vóór eind januari jammerlijk vastloopt in
iflaf jes en tussendoortjes, maar het streven is goed.
Helaas zijn er ook mensen, die niet bij wijze van
itraf voor onwelvoeglijke schranspartijen naar een
vermageringskuur grijpen. Zij volgen op medisch
voorschrift een zoutarm, diabetes-,
:holesterolverlagend- of een vermageringsdieet.
Sinds jaar en dag is het een twistpunt of dergelijke
jatiënten op grond van de
irbeidsongeschiktheidswet in aanmerking komen
voor een vergoeding van de kosten, die zijn
verbonden aan een dieet, en zo ja, hoeveel zij dan
nogen vragen. Ook de heer P. verzocht de
jedrijfsvereniging om een vergoeding van de
costen, verbonden aan een diabetes-dieet, dat hem
- op basis van 1800 calorieën door de arts was
voorgeschreven. Dit verzoek werd afgewezen. De
>edrijfsvereniging vond dat de kosten van het
voorgeschreven dieet niet of niet beduidend hoger
varen dan de kosten van het gemiddelde, normale
antsoen.
ging in hoger beroep en toen hij van de Raad van
ïeroep geen gelijk kreeg, legde hij zijn zaak voor
aan de hoogste instantie: de Centrale Raad van
Beroep.
de
nmiddels had een diëtiste van de
Semeenschappelijke Medische Dienst de kosten
van het dieet van P. berekend. Zij kwam tot 4,90
>er dag. Deze kosten stelde zij tegenover de kosten
van de basisvoeding van de gemiddelde
Nederlander (gebaseerd op 2000 calorieën). Die
costen bedroegen 4,24 gulden per dag (inmiddels
)pgelopen tot 5,44 gulden). De meerkosten van het
Heet van de heer P bedroegen per jaar dus 240,90
lulden. Hij moest elke dag 66 cent méér uitgeven,
lan de gemiddelde Nederlander. Nu zullen er
«getwijfeld lezers zijn, die vinden dat een
- f basisbedrag van 5,44 gulden óók een soort
vermageringsdieet is. maar die lezers eten volgens
>nze sociale verzekeringswetten te veel.)
1>ok de centrale raad bleek het hanteren van één
1 »edrag voor een en dezelfde basisvoeding voor alle
Nederlanders onbevredigend te vinden. „Wij
lebben daar al bij herhaling op gewezen, mopperde
ie rechter. Verder konden zij weinig doen, want de
Ktciale verzekeringsmannen kwamen met een
"apport van de Commissie Dieetnormen van de
Voedingsraad op de proppen en daaruit bleek dat
het maken van een individueel onderscheid in de
lieetkosten op praktische gronden niet uitvoerbaar
is. Maar, zo moesten de
sociale-verzekeringsmannen toegeven, het rapport
van de commissie draagt nog geen definitief
karakter.
„Voorlopig." zei de centrale raad met duidelijke
tegenzin, .zullen we de basisvoeding van de
gemiddelde Nederlander als uitgangspunten
nemen, raar wij gaan er vanuit dat de
bedrijfsvereniging alsnog zal laten onderzoeken of
het mogelijk is om de dieetkosten per geval te
beoordelen. Bij een dergelijk onderzoek zou
rekening moeten worden gehouden met factoren
als: leeftijd, sekse, lichaamslengte,
lichaamsgewicht, activiteit. Inkomenspositie en de
in feite aanwezige mogelijkheid tot het kopen van
voedingsmiddelen van verschillende kwaliteit en
prijs (ook relatief goedkope voedingsmiddelen). In
het bijzonder, zei de centrale raad. verdient het
aandacht of de nu gehanteerde basisvoeding
aanvaardbaar is als uitgangspunt voor de
berekening van de dieetkosten van de
laagstbetaalden of van degenen die ten gevolge van
arbeidsongeschiktheid niet meer werken.
Aangezien er met een dergelijk diepgaand
onderzoek veel tijd is gemoeid, kon de centrale raad
weinig anders doen dan de bedrijfsvereniging
toestemming geven om voorlopig uit te gaan van de
basisvoeding, zoals die door de commissie van de
Voedingsraad was vastgesteld. „Bij gebrek aan
andere mogelijkheden zullen we ons voorlopig aan
deze richtlijnen houden," zei de centrale raad.
Vervolgens bogen de rechters zich over de manier
waarop de dieetkosten waren berekend. „Het is niet
vanzelfsprekend," merkte de raad op, „dat bij de
samenstelling en de berekening van de
dieetvoeding steeds wordt uitgegaan van relatief
goedkope mogelijkheden, die door de betrokken
patiënten als onwerkelijk worden ervaren en die in
feite niet steeds voorhanden zijn." Maar ook nu
meende de raad bij gebrek aan beter te moeten
vasthouden aan de berekeningswijze, zoals die door
de commissie van de Voedingsraad was
vastgesteld. Op grond van dat uitgangspunt
betaalde de heer P. inderdaad 240 gulden meer dan
de gemiddelde Nederlander.
Nu ging de bedrijfsvereniging er vanuit dat
dieetkosten beneden de 245 gulden per jaar niet
voor vergoeding in aanmerking kwamen, omdat die
kosten niet of niet beduidend hoger waren dan de
kosten van het gemiddelde rantsoen. De heer P
bleef nog 4,10 gulden beneden dat bedrag en hij
kwam dus niet voor een vergoeding in aanmerking.
Voor deze redenering stak de centrale raad een
stokje. „Bij Algemene Maatregel van Bestuur is
vastgesteld," zei de raad, „dat een voorziening
krachtens de arbeidsongeschiktheidswet niet
wordt verleend indien de waarde minder is dan
anderhalf maal de AAW-grondslag (momenteel
67,17). „Niet valt in te zien." vervolgde de raad.
„waarom voor een vergoeding van dieetkosten een
hoger normbedrag zou moeten worden gehanteerd
dan voor andere voorzieningen. Wij achten dat in
strijd met de voorschriften."
Zo kwam de centrale raad ertoe de heer P. alsnog de
helpende hand toe te steken. Weliswaar kon de raad
met tegenzin nog steeds geen rekening houden met
individuele behoeften, en de daaraan verbonden
kosten, van dieetpatiënten en moet er voor de
vaststelling van de vergoeding worden uitgegaan
van de kosten van het gemiddelde rantsoen, dat
neemt allemaal niet weg dat de grens van 245
gulden te hoog ligt. Dieetkosten hoger dan pakweg
100 gulden komen voorlopig voor vergoeding in
aanmerking.
Er verschijnen een paar glinste
rende spatjes op het rondhoeki-
ge raampje waardoor ik naar
bulten zit te kijken terwijl de
trein in de richting van de hoofd
stad dendert. De door snelheid
en luchtstroming tot wonderlij
ke vormen uitgerekte water
druppeltjes kunnen het begin
zijn van regen, van sneeuw .ook,
van IJzel misschien. Wat voel ik
me veilig in dit onverwoestbaar
aandoende ijzeren voertuig op
deze oersterk lijkende ijzeren
weg, hoe heel anders dan wan
neer ik me ingeblikt en op vier
wielen voortbeweeg op een glib
berige asfaltstrook! Ik ril al bij
de gedachte ooit nog eens een
automobiel te moeten besturen
in tijden dat spatjes er zo ver
dacht uit kunnen zien
Een stem stoort me in mijn win
terse overpeinzingen: „We nade
ren thans De rest gaat voor
mij verloren doordat mijn ge
dachten blijven haken bij het
woordje „thans". Wie haalt er.
mopper ik bij mezelf, anno 1980
nog zo'n plechtig woord van stal
om het in een alledaagse, zakelij
ke mededeling over de vorderin
gen van een trein op te nemen?
Vrijwel niemand zal in zijn hoofd
halen „thans" te gebruiken in
wat we de gewone spreektaal
noemen; „nu" is vaak mooi ge
noeg en nóg vaker is het beter
ook dat weg te laten omdat het
overbodig is. Hoe komt zo'n
spoorwegman (die ons overigens,
dat moet gezegd, erg zorgzaam
en vriendelijk aanraadt onze
koffers en tassen niet te verge
ten!) ertoe zo deftig te spreken?
Breder gesteld: hoe komt het dat
mensen zich vaak zo plechtig en
daardoor soms wat potsierlijk
uitdrukken?
De vraag valt bij mij in weltoe
bereide aarde. Een paar dagen
eerder hoorde ik uit mijn gelief
de zakradio de stem komen van
de heer Maarten Schakel, burge
meester van drie kleine Zuidhol
landse gemeenten, maar heel
wat bekender als Tweede-Ka
merlid voor het CDA. 8chakel
sprak een aantal zinnen uit die
er zijn mochten, gloedvol en met
vuur van overtuiging, zoals we
van hem gewend zijn. Daarbij
leverde hij echter ook weer eens
iets van het beruchte „stuk
werk" door te betogen dat in een
bepaalde situatie „een stuk. on-
herroepelijkheid" zat. In de
RPF. de Reformatorisch Politie
ke Federatie, zag hij een groep
mensen die „moeizaamheid"
hebben met het CDA en ten slot
te wilde hij met het uitspreken
van voorkeur voor Van Agt als
lijsttrekker „niets ten detrimen
te van Lubbers" opmerken.
Vooral die laatste uitdrukking
stemde mij droef. Ook wie zich
niet vijandig opstelt tegenover
elk vreemd woord dat over onze
grenzenbinnensluiptfdetaalls er
immers niet om vreemde invloe
den te weren maar om verstaan
en begrepen te worden) kan zich
ergeren aan het overbodig ge
bruik van Franse. Duitse en En
gelse woorden, vaak met als eni
ge doel: de mededeling of de
spreker meer gewicht te geven.
Indien Schakel gezegd had
„niets ten nadele van Lubbers"
was hij door velen beter begre
pen en had hij zijn moerstaal
minder onrecht gedaan!
Buiten op het treinraampje lij
ken de druppeltjes intussen ver
stijfd tot ijs? Terwijl ik me
verbaaa over hun vreemde ge
daante, dwalen mijn gedachten
af naar de niet geringe invloed
die trein en spoorweg nu al zo'n
anderhalve eeuw op onze ver
beelding en onze taal hebben. In
1829. toen hier nog geen trein te
bespeuren viel. dichtte de Gel
dersman Staring al over de won
deren die in Engeland gebeurden
(„Per s toom koets tien uur wegs
in één uur af te leggen/ slaagde
op een ijzerbaan/ aan glndszlj
van 't Kanaalen in de Jaren
zestig van deze eeuw nog hoorde
Qerrit Achterberg „de treinen
weer, als vroeger fluiten In
de vorige eeuw sprak men hier
niet alleen over „ijzerbanen"
maar ook over „ijzeren spoorwe
gen". De derde klasse werd op
z'n Engels „waggon" genoemd,
waaruit geleidelijk het „Neder
landse" woord „wagon" groeide.
De stationschef heette „ontvan
ger" en hij gaf „plaatsbriefjes"
(kaartjes) uit. een woord dat on
der meer te vinden is in de aardi
ge impressies die de negentien-
de-eeuwer Allard Pierson schreef
over zijn driejarig verblijf* in de
pastorie van het Belgische Leu
ven. Veel van die woorden zijn
verdwenen of flink in betekenis
veranderd; zo is een plaatsbrief
je nu een bewijs dat men een
plaats besproken heeft!
Het heeft lang geduurd voordat
de taal tot rust kwam rondom
iets nieuws als dé trein, maar er
is nog genoeg over om Je over te
verbazen. Zo blijft het word
„station" een buitenbeentje: het
is misschien wel het enige woord
op .Jon" dat hier echt ingebur
gerd is, terwijl „statie", dat veel
Nederlandser lijkt, in België een
noodlijdend bestaan lijdt En de
rust om de trein is misschien
maar betrekkelijk. Wie zich af
vraagt of het „de" of „het" spoor
moet zijn ontdekt dat belde mo
gen. Een definitieve keuze heb
ben we nog niet eens kunnen
maken. Alleen zou „het spoor"
minder beschaafd zijn maar
dat wil er bij mij niet in, al zitten
er nóg zoveel nare spatjes op het
treinraampje!
»n et