f? we Hardon: 'Zo draaien allemaal dol Haagse wethouder van stadsvernieuwing proeft enorm wantrouwen 'Ik ben zelf ook te bang om fouten te maken, Mfen z ■fct het iartuig< hepen t bond inaar I he sch it ogen Igen z gar mc temati irkersi d naan n onv< gezar nsmei ills ze REGIO DEN HAAG DONDERDAG 10 JANUARI 1980 Den Haag moest de afgelopen maanden een paar keer stevig slikken toen het gemeentebestuur onmachtig bleek of doodgewoon weigerde in te grijpen bij forse sloop- en bouwplannen die sterk bepalend waren voor het silhouet van de stad. Het neerhalen van enkele karakteristieke panden aan de Koninginnegracht (voor de bouw van een kantorencomplex) bracht zelfs in de meest stoffige Haagse kringen de term „schande" op de lippen. Al eerder vorig jaar was er, in mindere mate, wrevel over de forse formaten van het Sijthoff-Cityproject, dat krantenmagnaat Sijthoff en het Shell-pensioenfonds, na een goed geslaagde lobby in de gemeenteraad, mogen neerzetten aan de Grote Marktstraat. Drs. J. W. M. Hardon, wethouder van ruimtelijke ordening en stadsvernieuwing verloor een kort geding rond de Koninginnegracht affaire. Stootte bovendien zijn hoofd bij zijn eigen partij, de PvdA, die vond dat hij samen met enkele andere leden van b. en w. een onhandig onderhandelingsspel had gespeeld bij de Shell-top, die plannen heeft ingediend voor een in vele ogen onwenselijk kantoorgebouw aan de Raamweg. Niet alleen door dit soort forse bouwprojecten is de vrees in Den Haag voor een totale stedebouwkundige verloedering het afgelopen jaar sterk toegenomen. De stad ziet veel van z'n mooie gevelwanden verbrokkelen en roept: „Er gaat te veel verloren". Er lijkt in de sector van wethouder Hardon zo veel verloren te gaan en zo weinig bij te komen. Er wordt flink gebouwd in Nieuw Waldeck en Houtwijk, maar de bewoners van de verpauperde binnenstadsbuurten hebben daar tot nu toe weinig baat bij ondervonden. De onderhandelingen met minister Beelaerts van Blokland over een laag huurprijsniveau voor nieuwe woningen in de oude wijken konden uitermate succesvol worden afgerond, maar van een bruisende nieuwbouwactiviteit in de stadsvernieuwingsbuurten is nog weinig te zien. Uit cijfers blijkt dat er in de stadsvernieuwingsgebieden in 1979 minder nieuwbouw is begonnen dan de gemeente zich had voorgenomen. In 1979 heeft de gemeente het geld (een budget van dertig miljoen) niet opgemaakt dat beschikbaar was voor het opkopen van woningen in de binnenstadsbuurten. Hardon: „Ik ga voorstellen aan de raad om nog actiever aan te kopen, maar vergeet niet dat de gemeente nog altijd veel meer woningen aankoopt dan een jaar of vijf geleden". Hardon noemt verder zijn verdienste dat de structuurschets Schilderswijk, een blauwdruk voor de toekomst van deze buurt, van de grond is gekomen en gelooft dat hij voldoende heeft meegewerkt aan een paar nog lopende woningbouwprojecten in de stadsvernieuwingsbuurten. Het verwijt dat hij in de Schilderswijk alleen nog maar voortborduurt op de bouwwoede van voorganger Nuy noemt hij pure flauwekul. Nast de „gigantische klus" in de verkrotte binnenstadsbuurten ziet Hardon zich gesteld voor de opgave een „dynamisch centrumgebied" voor Den Haag te ontwikkelen. Bij de ontwikkeling van dit Forumgebied, naast het Prins Bernardviaduct valt er voor het gemeentebestuur wellicht eer te behalen. In ieder ge zijn drie grote Nederlandse stedebouwkundigen voor het karw gevraagd: Weber, Herzberg en rijksbouwmeester Quist. Bij het Prins Bernardviaduct is de stad op een aantal punten „goed verpest", geeft de wethouder toe. „Maar met een goede architectuur kun je nog een hoop verbeteren". door Chris Bruijnius en Teun Lagas Enkele dagen na het tweede gesprek belt Hardon zelf op. Of we niet nog eens zouden moeten praten. Er was te veel langs elkaar heen gepraat, de hoofdpunten wat omzeild. Mis schien lag het aan onze vragen, wellicht was hijzelf te terughoudend geweest. We zijn het eens, er komt een derde gesprek. Michiel Hardon spreekt niet be kakt. wel erg netjes Wat hem nogal eens opbreekt bij zijn contacten met de oude Haagse volksbuurten, waar men niet zo veel opheeft met docterandussen met een fraai gear ticuleerd stemgeluid. Zijn antwoor den zijn uitvoerig en breedsprakig, waardoor hijzelf en zijn gespreks partners soms de essentie uit het oog dreigen te verliezen. Hij ge bruikt vaak de term „verrekt" als hij iets krachtig wil benadrukken („verrekte goed"). In ambtelijke kringen wordt Har don in zijn contacten met de hogere overheden (rijk. provincie) niet als een geslepen onderhandelaar ge zien, hoewel hij zeker resultaten heeft geboekt Waar het gaat om het doordrukken van nieuwbouw- plannen en het lospeuteren van hoge rijksbijdragen zou de Haagse wethouder zich bijvoorbeeld verge leken met zijn Rotterdamse collega Van der Ploeg te formeel opstellen. Niet joviaal aan tafel met minister Beelaerts. wel detaillistisch wan neer het gaat om afspraken en toe zeggingen. Hij acht zichzelf niet zon slechte onderhandelaar en wijst graag op de relatief lage huren die hij voor de nieuwbouwwijken Nieuw Waldeck en Houtwijk uit het vuur heeft gesleept. Bij het verne men waarvan men in Rotterdam groen van Jaloezie zou hebben ge zien De wethouder vertelt van het aantal keren dat hij bij de minister persoonlijk op bezoek is geweest om hem te herinneren aan een toe zegging om parkeergarages te sub sidiëren bij goedkopere woning bouwcomplexen. Over zijn vastbijten: „Ik ben in principe helemaal niet zo formeel, maar als er afspraken zijn gemaakt, ga ik ervan uit dat ze waargemaakt worden. Parkeren was ons toege zegd in een gesprek op het ministe rie, het was echter alleen in een verslag vastgelegd. Toen ben ik er achterheen gegaan dat we die notu len in ieder geval kregen, want ze waren kennelijk zo geschrokken van de toezegging dat ze het verslag niet wilden geven Dat heb ik boven water gehaald en toen van Beel aerts een officiële brief losgekregen. De toezegging ligt er nu heel duide lijk." Het geld ligt er overigens nog niet. een woningbouwvereniging moest een bouwplan in Nieuw Waldeck uitstellen wegens onvoldoende ga ranties. Bij het eerstvolgende ge sprek met de minister zal Hardon weer het punt van het peperdure overdekt parkeren aan de orde moe ten stellen Bij belangrijke zaken wil de wethouder nog wel eens bur gemeester Schols en enkele mede wethouders meetronen naar het mi nisterie („dan hoop Je dat dat in druk maakt") Koninginnegracht Een golf van kritiek barstte onlangs boven het hoofd van Hardon los toen bleek dat het de gemeente, ondanks de wil van de gemeente raad. onmogelijk was de sloop van een aantal karakteristieke panden op de hoek Koninginnegracht Houtweg tegen te houden Een kort geding, door projectontwikkelaar Castens aangespannen toen sloop- en bouwvergunning uitbleef, werd door de gemeente kansloos verlo ren Volgens velen omdat Hardon reeds in een vroeg stadium toezeg gingen aan Castens had gedaan Op het stadhuis sprak men van „enor me blunders" van de wethouder en ook enkele collega's in b en w. zouden Hardon felle verwijten heb ben gemaakt over Juridisch-techni- sche fouten in zijn onderhandelin gen met de projectontwikkelaar Hardon voelt zich helemaal niet schuldig Heeft ook geen twijfels over zijn optreden. „Ik heb Castens alleen maar toegezegd dat ik zijn bouwplan zou bespreken in het col lege Ik heb dit volstrekt open naar de raad en de stad gespeeld De protestsignalen heb ik opgepakt en doorgegeven aan het ministerie van CRM Achteraf kun Je natuurlijk gemakkelijk bekijken wat Je mis schien anders had kunnen doen. maar ik vind dat vrij zinloos." Hij wil over deze zaak verder nie' uitwijden. Er wacht nog een gerech telijke procedure rond de miljoe- nenschadeclaim. die Castens bij de gemeente heeft ingediend voor de opgelopen vertraging van de bouw Een ambtenaar op hel stadhuis. „Hadron is nu eenmaal niet zo'n sterke onderhandelaar. Hij houdt niet in de gaten wat voor einddoel hij wil bereiken en laat zich te veel door zijn partij, de PvdA, opdrin gen Zijn voorganger Nuy was an ders Bouwers konden daar binnen lopen voor een praatje. Dan deed hij geen toezeggingen, maar onder handelde wel beter met zo'n man." Een raadslid. „Hij moet ook eens durven vrijblijvend met projectont wikkelaren rond de tafel te gaan zitten en te praten over een visie voor de stad." Michiel Hardon is er de man niet. naar om bij Jan en Alleman te keu velen of te lobbyen: „Ik ben niet het oude type bestuurder, dat op een achternamiddag een gezellig praat je houdt om een probleem uit de wereld te helpen." Kloof Bij aanvang van het derde gesprek komt Hardon, nu kennelijk goed voorbereid, onverwacht met een ontboezeming die een schril licht werpt op niet alleen het functione ren van zijn dienst Stadsontwikke ling, maar van het gehele ambtelij ke apparaat, inclusief college en ge meenteraad. Een koude-oorlogssi- tuatie tussen bijna alle genoemde partijen vertroebelt alle samenwer king, horen we. Hardon: „Ik ben er de laatste tijd erg mee bezig. Ik constateer een grote, toenemende kloof tussen ge meente en bevolking. Hetzelfde merk ik tussen gemeenteraad en college van b. en w. en tussen de raadsleden en de ambtenaren op het stadhuis". De nachtmerrie van Hardon wordt voornamelijk beheerst door de toe nemende ingewikkeldheid van de maatschappij: „Er komen steeds meer schakels, steeds meer mensen die voorstellen moeten bestu deren". Dan is er de inspraak, die volgens bewonersorganisaties vaak een fa beltje blijkt te zijn. Hardon gaat daarin mee: „Inspraak is op zich een heel belangrijk goed, maar we beheersen het niet. Weten er eigen lijk geen weg mee. Juist door de inspraak komen er weer schakels op het stadhuis bij, ook zwakke scha kels. Het wordt steeds moeilijker het proces te overzien en de verant woordelijkheid te aanvaarden. Hoe meer afdelingen erbij betrokken zijn. des te eenvoudiger is het de zaak naar een ander door te spelen. Voor bestuurders wordt het moeilij ker om er greep op te hebben; voor het college, maar ook voor de raad. Daarom wijkt de raad uit naar de tails, want die zijn nog te overzien. Als b. en w. krijg je dan ook steeds meer met details te maken en op een gegeven ogenblik overwoeker je alles zodanig dat je aan het grote werk niet meer toekomt". Informatiestroom De grote boosdoener is volgens Har don de informatiestroom waarmee zowel b. en w., gemeenteraad als bevolking worden platgegooid. „Wat Je voor een b. en w.-vergade- ring moet doorwerken, is gekken werk. Er wordt steeds meer geschre ven wat door steeds minder mensen wordt gelezen. Dat is de vloek van het kopieerapparaat. Van alles wordt een kopietje gedraaid, ik doe het zelf ook. maar het betekent dat er weer gelezen moet worden. Ter wijl je misschien het hele verhaal in drie punten kunt samenvatten". Raadsleden weten niet eens meer wat ze hebben ontvangen. „Ik kan gemakkelijk zeggen: jullie hebben dit stuk gehad. Niemand durft het te ontkennen, ook al zouden ze het niet gehad hebben. Ze weten het gewoon niet. Die combinatie van factoren betekent dat we ontzet tend op moeten passen waar we als bestuur mee bezig zijn. Als we zo doorgaan, draaien we allemaal dol." De wethouder vindt dat hij zowel door bevolking als raad vaak met pietluttige dingen wordt lastig ge vallen, onbenulligheden die de ech te discussie over dingen steeds ver der opschuift. Hij zou liever in grote lijnen denken en herinnert aan zijn betogen tijdens begrotingsbehan delingen. waarbij hij onder meer de plaats van het Haagse stadscen trum ter discussie stelde „Een fun damenteel punt voor de komende vijftig a honderd jaar Moet het centrum verschuiven richting Ba byion, wat de tendens is? Of naar de Loosduinsekade en Centrum-West? straat en de Carel van Bylandtlaafc van niet zo ontzettend geweldig." H. grijpt de mogelijkheid aan de nieii het k we architectuur te loven. „Het Itles ir ook iets grappigs dat daar zoirder di enorm wantrouwen tegen bestaaplomal Je zou kunnen zeggen dat de Raanfussiscli weg karakteristiek is, maar het *anse pas een zeventig jaar geleden gflrm vt bouwd. Er kan iets heel goed i derns voor in de plaats komen. op andere plaatsen kunnen ding^ neergezet worden die verrekte let zijn, een aanwinst voor de Maar bij alles wat er geslooj wordt, en daar doen jullie i aan mee, komt er weer een moi foto in de krant met een droef <j derschriftje." Op een hoop plaatsen waar sld heeft plaatsgevonden stonden vrt ger heus niet van die mooie pandt b laj vindt de wethouder. Als voorbe^erges den van goede moderne architE aar tuur noemt hij de ZHB-hoven, on bylon, het nieuwe Rijksarchief ncj de aanbouw van het Vredespaleis „Wat ik niet geslaagd vind? DiL hoge toeter bij Madurodam, daa»n(jer{j erger ik me iedere dag aan als ik yg langs rij. En sommige invullingemdjm op de Koninginnegracht vind ik ee Scliil( aanfluiting. Ik ben echter niet deg< .unie. ne die de welstand moet beooi delen." eopzk aanse de V de S Dynamisch er n ppen ling i Hij valt niet gemakkelijk over téten m halen losjes te filosoferen over d (stedebouwkundige) vorm waarii het Forumgebied gegoten moe worden, het toekomstig „dyn»|V6I misch centrumgebied" voor r Haag. „Mijn ideeën staan in ontwerpbestemmingsplan." Mei dat het geen onmogelijke zaaklj daar naast het Prins Bernardvf duet een staaltje prachtige arcrij tectuur te laten bedrijven en 1 het woningbouwaspect voldoend^ in het oog te houden. „Er moet« een muziekcentrum, een bibliol theek en toch ook wat winkels ko-' men." Hij geeft toe al gesprekkei gevoerd te hebben met drie stede] bouwkundigen die voor het Fori gebied zijn gevraagd: „Weber, Here berg en Quist." Liverpool. Eind vorig jaar was Hardon een vi de sprekers op een international congres over stadsontwikkeling Liverpool. Problemen als leeglooj forensenverkeer, milieuvervuilini verkrotting bleken overal te staan. Hardon: „Alle steden hebbel dezelfde moeilijkheden. Ik heb oi der meer op dat congres voorg( steld in EEG-verband de grote sta ook als probleemgebied aan te wi zen. De binnensteden zijn te verg lijken met achtergebleven gebiedi in Italië en Ierland. Op het platl land kan ook best armoe zijn, mai het is vaak minder schrijnend en is meer ruimte. Plus dat er ee) aantal specifieke problemen zijl van de grote stad, zoals gastarbei ders en het drugsprobleem. Nou di( Italianen waren laaiend toen ik dal voorstelde, ze hebben alles geboy 1 cot, wat ik in die richting naar vorei >or H< bracht. Het is frapperend hoe de - terugloop van Den Haag en Liver pool overeenkomst. In Liverpool n^lCM dat minder geld voor de stadsver Imon nieuwing beschikbaar had dan wij jef a£ zie je de complexen van tien, vijf tien jaar oud al verkrotten. Eenató^e groot deel van de stad is volstrekt de verpauperd en ook verlaten. Oorza-|l de 1 ken: slechte huisvesting, vervuiling, geluidsoverlast en, heel belangrijkpQiadd een slechte regeling van het trans- paier port. Een les voor Den Haag." Iblsche Iwapen Wat moet er in Den Haag de ko- gegevf mende tien jaar gebeuren? laddal m niet Er moet ontzettend veel gebouwd wijzig worden. Ik vind erg belangrijk datrtcgen de stad zo snel mogelijk in bestem- he hoo mingsplannen wordt vastgelegd, üting daar zijn we nog wel vijf a tien Jaar n vorl mee bezig. Voorts is erg belangrijk, dernoi het antwoord op de vraag: hoe niets maak ik een eind aan de leegloop een n van Den Haag. Nou, zeg je dan:|diCale bouwen. Maar hoe maken we Den welda< Haag weer echt aantrekkelijk, n Israt waarbij de verkeersproblematiek orbijg: essentieel is. Wat doen we aan het organ centrum? Wat zijn de kernpro- n, de blemen? dermi af at e Mooi zo, maar wat is haalbaar? je, Al F Haalbaar is vaak wat je er zelf ook inlegt Ik bedoel, ik geloof niet zo-f zeer dat je kan zeggen dèt is haf" baar. Het onmogelijke is niet haal-i baar. Als men werkelijk wil, het£ gemeentebestuur in goed cóntac met bewoners en winkeliers, nou dan is er ontzettend veel haalbaar.' Maar dan mijmert wethouder Hf don weer weg in sombere beschc wingen die veel met bureaucratie,! schakels en informatievloed te ma-| ken hebben TROUW/KWARTET Foto: Rob Hendriksen Aan die vraag komen we nauwelijks toe. Of laatst, toen ik bij de begro ting over de leegloop van de stad begon, mede in verband met mijn reis naar Liverpool, een vergelijkba re stad waar (planologisch gezien) verschrikkelijke dingen gebeuren, kreeg ik te horen: Ja, maar de wet houder moet nog veertien vragen van raadsleden beantwoorden. Dan denk je, waar gaat het in wezen om?" Wantrouwen Geconfronteerd met een groeiend wantrouwen van zowel wijkbewo ners als gemeenteraadsleden heeft de ambtenaar op het stadhuis steeds meer de neiging dingen toch maar even bij de wethouder te gaan vragen. Een slechte ontwikkeling, vindt Hardon. „Het ambtelijk appa raat is gewoon uitvoerend voor het bestuur, ook voor de gemeenteraad. Het is helemaal niet een soort te genpool. Het ambtelijk apparaat moet zich echt gaan bezinnen, want ais het zo gaat werken is het funest. De ambtenaren zelf krijgen ook steeds meer weerzin tegen allerlei dingen, waar ze steeds weer mee bezig moeten zijn. Koerswijzigin gen in het beleid van de gemeente maken het er ook niet gemakkelij ker op." ,,Er is geen duidelijkheid. Ik verwijt ook het bestuur zelf te bang te zijn. Ook mezelf Dat ik te bang ben om te zeggen, nee. ga maar het bos in. probeer het maar zo. Te bang om fouten te maken. Ik herinner me dat ik. toen ik pas begon, in een inter view zei dat ik niet bang was uit te glijden. Daar ben ik toch wel vrij bang voor. merk ik. Dat is fout. je mag niet verwachten dat je alles goed doet. Omdat je bang bent word Je voorzichtig, ga je de dingen nog eens bekijken. Je wordt gek van wat we allemaal in onderzoek ne men Als je het in onderzoek neemt heb je toch het idee .daar zijn we mee bezig'. Neem de Scheveningse haven, daar worden al vijf, zes jaar alleen maar onderzoeken naar ge pleegd. We zijn toch zo bezig met die haven, maar er is nog niets uit gekomen. We hebben het idee dat we heel wat gedaan hebben, omdat de beslissing is genomen te gaan onderzoeken. Verder vergaderen we ons rot. Overal wordt een werk groepje voor gevormd. Terwijl de daadkracht evenredig afneemt." Het gemeentebestuur is dus met veel dingen bezig, maar er komt niets uit? Hardon: „Nou, er gebeurt ook wel veel, we zijn echter bang de grote lijn aan te geven. Als je binnen de grote lijn opereert volgt het een op het ander en kan het beter worden." Hij schetst de volgens hem geslaag de gang van zaken bij de tot stand koming van een structuurschets voor de Schilderswijk. Alleen het actieplan, dat de geprogrammeerde punten in werkelijkheid moet om zetten. laat op zich wachten. Wekt het gemeentebestuur niet te veel verwachtingen met zijn belof tes over stadsvernieuwing? Hardon: „Ik heb van het begin ge probeerd voorzichtig te zijn, wat termijnen betreft enzo. Het duurt toch vaak langer dan je eigenlijk hoopt. Aan de andere kant is de drang erg groot, er is veel ellende. Maar Ja, alles wat je op één plaats sneller doet betekent dat Je ergens anders mensen onttrekt. Dat moet je ook eerlijk zeggen." Volgens Michiel Hardon moet de gemeente zelf de problemen meer erkennen. Er zijn op het stadhuis nog heel wat mensen die alles als „niet zo erg" ervaren. Wordt het wantrouwen van de be volking niet gevoed door dingen, die ze zien gebeuren? Waar ze geen houvast op hebben, zoals de sloop van panden aan de Koninginne gracht en het verrijzen van toren flats in het centrum. Hardon: „Tien jaar geleden verrees een flatgebouw ook zonder dat men er iets van wist. maar misschien suggereren we nu dat men er duide lijk invloed op heeft. Terwijl die invloed maar zeer beperkt is. Dat geeft frustatie. Verder is het ge meenteapparaat zo groot geworden, dat de ene helft op geen stukken na weet wat de andere helft doet." Waarom is er nog niet voor elke wijk een in overleg met de bewoners ge maakt bestemmingsplan? De wet voorziet er meer dan tien jaar in die mogelijkheid. Hardon: „De wet kwam in een tijd dat Den Haag er niet aan dacht de dienst Stadsontwikkeling uit te bouwen, eerder dacht men aan af bouwing. Een aantal uitbreidings plannen was gerealiseerd. De bouw- stroom van de 50'er-jaren was klaar, men raakte vol. Het apparaat was dus niet op de wet berekend. Dan kost het overleg met de bevolking extra veel tijd Pretentie Die bestemmingsplannen is dus een pretentie, die niet waar te ma ken is? Hardon: „Ja. maar niet alleen in Den Haag. In iedere stad is het hetzelfde. We kijken hoe we kunnen versnellen, maar er worden eisen gesteld aan inventarisatie, onder zoek en uitwerking. Als je die niet volgt, onthoudt de provincie goed keuring. Dan is er nog de AROB- procedure (waarbij de burger in be roep kan gaan tegen beslissingen van de overheid red.); een goeie ontwikkeling, maar het maakte je wel extra voorzichtig." Het gesprek komt op de bouwplan nen van de Shell aan de Raamweg; door de oliegigant ingediend juist voor de gemeente via een voorberei- dingsbesluit beschermende maatre gelen voor het Benoordenhout van kracht liet worden. Later bleek dat een delegatie van b. en w. een week daarvoor het de Shell gepraat had over werkgelegenheid en uitbrei ding van kantoorpanden. Niet over dit bouwplan, beweerde Hardon in de gemeenteraad, maar iedereen had zijn twijfels. Volgens de wethouder maakt één en ander allemaal niets uit. Ook vol gens het in de maak zijnde bestem mingsplan zouden de panden ge sloopt kunnen worden. Veel mensen zeggen: daar gaat weer een rij oude huizen. De ge meente heeft er geen enkele greep op. Hardon„Je zou de sloop alleen tegen kunnen houden als je de rij tot monument verklaart. Maar je kan niet van de hele stad een monu ment maken. Laten we bovendien wel wezen, die panden zijn helemaal niet zo monumentaal dat je zegt: nou, die moeten kost wat het kost overeind blijven Na enige discussie wil de wethouder wel toegeven dat de rij op de Raam weg karakteristiek voor het profiel van de gehele laan is. maar vindt hij „die zijkanten in de Groenhoen-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1980 | | pagina 6