Oranjes als echte mensen beschreven
Wetenschapswinkel is doorgeefluik
E
Aantal neemt toe, als van de warme bakkers
Makelaar tussen
de klant en
de universiteit
MAANDAG 30 APRIL 1979
TROUW/KWARTET
door Fred Lammers
Ern onbekend schilderij waarop de latere stadhouder Willem de derde
(links) staat afgebeeld met lijn tante Marie (de jonaste dochter van Frederik
Hendrik)
SCHEVENINGEN „Ik heb
de Oranjes als echte mensen
naar voren willen brengen,
niet als grote veldheren op
sokkels in marmer gehouwen.
Daarom heb ik het gezocht in
de meer onbekende dingen
over de voorouders van onze
koningin. In de paar jaar, dat
ik daarmee bezig ben geweest
ben ik wel een beetje anders
over al die prinsen, prinses
sen. stadhouders, koningen
en koninginnen gaan denken.
Eigenlijk zijn ze me op de
keper beschouwd erg tegen
gevallen."
Deze uitspraak van drs Relna van
Dltzhuyzen verklaart dat zij in haar
nieuwe boek „Het Huis van Oranje",
dat bij Unieboek in Bussum is ver
schenen (prijs ƒ24,50) niet met de
strooppot heeft gelopen, maar al die
figuren, die eens een rol speelden in
onze geschiedenis eerlijk heeft bena
derd. Dat betekent dat de ene Oranje
er beter afkomt dan de andere.
„Willem de Zwijger is werkelijk een
groot mens geweest. Omdat er al zo
veel over hem is geschreven, had ik
me voorgenomen niet veel aandacht
aan hem te schenken. Dat ls me niet
gelukt. Je ontkomt er niet aan veel
over hem te vertellen. Maurits, zijn
zoon, was groot als veldheer, geen
groot politicus. Hij is op me overge
komen als een leuke vent, een echt
bonkige kerel. Frederik Hendrik was
heel anders, een beetje verfijnd. Wil
lem de Tweede vind ik niet indruk
wekkend en Willem de Vierde en Wil
lem de Vijfde waren nullen, al moet ik
er wel bijzeggen dat Willem de Vijfde
aardiger was dan ik eerst dacht. HIJ
leeft in een vreselijk moeilijke tijd,
was niet voor zijn baan berekend en
ging daarom als mens de mist in. Hij
Het kasteel van de graven van Nassau in Breda naar een gravure uit
circa 1590
is het slachtoffer geworden van zijn
positie." Voor koning-stadhouder
Willem de Derde en koning Willem de
Eerste heeft Reina respect, voor onze
twee volgende koningen nauwelijks.
Vroege Nassaus
De verdienste van haar rijk geïllu
streerde boek is vooral dat zij niet bij
Willem van Oranje is begonnen, maar
bij de vroege Nassaus, die zijn voort
gekomen uit de graven van Lauren-
burg. Veel over hen is in nevelen
gehuld maar wat er viel te achterha
len heeft Reina beschreven. Dr N.
Japikse schreef in 1938 in twee delen
„De geschiedenis van het Huis van
Oranje-Nassau", maar dat is lang ge
leden en zijn boeken zijn niet meer in
de handel. Reina heeft het populair
der aangepakt, hoewel historisch vol
ledig verantwoord.
In haar boek komt met name Philips
Willem, de oudste zoon van Willem
van Oranje, goed uit de verf. Velen
hebben de Indruk dat deze prins na
zijn arrestatie door Alva in Leuven
voorgoed van het famllletoneel ver
dween, maar niets is minder waar.
Dat blijkt bijvoorbeeld uit zijn con
flict met halfbroer Maurits over de
erfenis van zijn vader, eveneens uit
zijn logeerpartijen bij Frederik Hen
drik in „Het Oude Hof" (het palels
aan het Noordeinde in Den Haag).
Met hem kon hij het heel goed vin-
it v«r
anJv
mor
den. Stadhouder Willem de
had een afkeer van alles wat
was. Reina haalt in dit verbi
uitspraak van hem aan die
ding verklaart: „Ik zal nooit
dat een koning van Spi
grootvader heeft laten vermi
Een andere uitspraak in het tw
te denken geeft, is er een van
houder Willem de Vijfde. „Ik
dat ik dood was, dat mijn vai
mer stadhouder was geword<__
hij eens vertwijfeld uit. Dat wed
hem en zijn vrouw er overige^
van zich met pracht en praal u
ringen. Zij hielden er 165 lijfgae
na. 174 schimmels met kost»
delkleden, zes Zwitsers in na>
dracht en zes hellebaardiers
tiende eeuwse kostuums
prinselijk wapen in goud gel
op de rug. Veelzeggend voor
rakter van Willem de Vijfde
pogingen die hij tijdens de
tijd deed het op een akko
gooien met keizer Napoleon,
geerde daar minachtend op.
In de vorige eeuw hadden de (j
ook zo hun eigenaardighedei
Paulowna hield er een Russls
ker op na, koning Willem de T
die bij zijn dood een schuld V
miljoen gulden had. nam eenf
hofdichter in dienst en Wilj
Derde wordt door Reina i
als „een majesteit in onmatl
door Anneke Visser
NIJMEGEN Warme bak
kers en wetenschapswinkels
hebben twee dingen met el
kaar gemeen: beide schieten
als paddestoelen uit de grond.
Beide reageren op behoeften
uit de samenleving, van vol
korenbrood met hele korrel
tot wetenschappelijk onder
zoek ten behoeve van groepen
buiten de universiteit.
Tot op de dag van vandaag munten
de instellingen voor wetenschappe
lijk onderwijs niet uit in het presente
ren van een samenhangend en doel
gericht onderzoeksbeleid. Vakgroe
pen werken vaak langs elkaar heen
en balanceren daarbij niet zelden op
de rand van navelstaarderij.
Menig student blijkt vast te lopen
doordat de vraag naar de zin van het
doen van onderzoek niet of nauwe
lijks wordt gesteld. Menigeen wil on
derzoek doen ..waar iemand wat aan
heeft" maar stuit veelal op de eisen
van objectiviteit en waardevrijheid
waaraan het wetenschappelijk onder
zoek. gemeten naar heersende nor
men. moet voldoen.
In een aantal universiteitssteden is
op deze situatie gereageerd met de
oprichting van wetenschapswinkels.
Daar zouden actiegroepen, vakbon
den. buurtcomités, kortom groepen
die de mogelijkheid hebben om hun
problemen wetenschappelijk te laten
onderzoeken, hun wensen kunnen de
poneren. De wetenschapswinkel fun
geert als makelaar tussen de klant en
de universiteit alwaar studenten en
docenten worden aangezocht zich
over het vraagstuk te bulgen.
Drie normen
De klant moet aan drie normen vol
doen wil zijn aanvraag in behande
ling genomen worden: hij mag niet
kapitaalkrachtig zijn, geen commer
cieel motief hebben, en met de resul
taten van het onderzoek moet hij
verbetering kunnen aanbrengen in
zijn eigen situatie of in die van de
groep.
De huidige minister van onderwijs,
Pais. zou graag zien dat het eerste
criterium verruimd werd zodat ook
kapitaalkrachtigen van het aanbod
van de wetenschapswinkel gebruik
kunnen maken. Hij is van mening dat
dan aan de els dat de universiteit zich
objectief ten opzichte van de samen
leving moet opstellen wordt voldaan.
Nu is er sprake van een „positieve
discriminatie" in die zin dat alleen
nlet-kapitaalkrachtlgen worden ge
holpen.
Na Amsterdam beschikken nu ook
Nijmegen en Groningen over een of
meer wetenschapswinkels, variërend
van een economiewinkel tot een voor
medicijnen.
Tweeledig doel
De Initiatiefgroep wetenschapswin
kel die in '77 in Nijmegen werd opge
richt beoogde een tweeledig doel: het
doen en bevorderen van maatschap
pelijk relevant onderzoek en het de
mocratiseren van het wetenschaps
bedrijf. Een logisch gevolg op de stu
dentenbeweging zoals die zich in de
jaren '69 manifesteerde.
De omvang van het ideaal van de
Nijmeegse studenten steekt enigszins
schril af bij de behuizing: in een ba
rak zijn twee kamertjes vrijgemaakt
alwaar de activiteiten worden gecoör
dineerd. Dit vermag het enthousias
me niet te doen afnemen temeer daar
op alle universitaire niveaus het be
lang van de wetenschapswinkel
wordt onderkend.
Per brief werden in eerste instantie
150 groeperingen van buiten de uni
versiteit uitgenodigd om met de initi
atiefgroep in contact te treden. Veer
tig daarvan reageerden positief. Uit
de reacties bleek dat velen nog steeds
moeite hebben de universitaire drem
pel te overschrijden. Dit is voor de
Initiatiefnemers een reden de oproep-
campagne te intensiveren. De meeste
onderzoeksaanvragen in de periode
van april vorig Jaar tot begin van dit
Jaar zijn afkomstig van de stichting
Blijf van m'n lijf („Wat doen justitie
en politie met klachten die door vrou
wen worden ingediend; waarom wor
den er regelmatig klachten door Justi
tie geseponeerd?"), van de kant van
de vakbonden (Onderzoek naar het
ge gevaar dat zij door de universiteit
als vlag worden gebruikt die de la
ding niet dekt: terwijl de weten
schapswinkel met behulp van subsi
die uit de voeten kan blijft de univer
siteit op dezelfde wijze doorgaan en
kan kritiek op de houding ten opzich
te van onderzoek afdoen met te wij
zen op de post die op de begroting
voor de wetenschapswinkel is gere
serveerd.
Jan de Kort: „Al met al stuit Je op een
bepaalde wetenschapsopvatting
zoals die binnen de universiteit be
staat. Op den duur willen wij komen
met een alternatief voor het huidige
onderzoeksbeleid. We vragen ons wel
af of er nu wel sprake is van een
beleid".
dalend ledental van de Industriebond
NKV in Gelderland en naar het lage GrOnillQGn
opkomstpercentage bij vergaderin
gen), van het COC in Nijmegen (On
derzoek naar het woonruimte beleid
van de gemeente).
»BOER£NVERZET oPLAN VOORDE JEUGDARBE1D oAMSTERDAMSE RECHTS^
Onderzoek ook voor groepen buiten de universiteit Een logisch ver^
de vernieuwingsbeweging in de jaren zestig.
Ondanks het redelijke resultaat er
kennen Ruud Bökkerink (coördina
tor), Jan Speekman (belast met de
besluitvorming) en Jan de Kort (die
bemiddelt tussen klant en universi
teit) dat er sprake is van kortsluiting
tussen het wetenschapsbedrijf en de
groepen in dienst waarvan diezelfde
wetenschap zou moeten staan.
Ook wijzen zij op het niet denkbeeldi
In Groningen kunnen sinds 1 Januari
van dit Jaar maatschappelijke groe
peringen terecht bij vijf weten
schapswinkels. Voor een aantal
wordt nog een coördinator gezocht.
De meeste zijn een vervolg op per
soonlijke initiatieven van weten
schappelijk medewerkers die te hooi
en te gras onderzoek verrichtten ten
bate van afzonderlijke personen. Nu
de subsidie loskomt kunnen de werk
zaamheden worden uitgebreid.
Frank van Eijkeren denkt via een
centraal voorlichtlngs- en wervings
beleid groeperingen op te wekken om
onderzoeksaanvragen in te dienen bij
een van de vijf winkels. Variörend
van het bestuderen van milieu-vraag
stukken tot het geven van voorlich
ting over het gebruik van geneesmid
delen. In belde steden verkeert de
ontwikkeling nog in een experimen
tele fase. Dit in tegenstelling tot de
situatie in Amsterdam waar men
deze fase reeds achter zich heeft. Tot
nu toe zijn daar ongeveer 350 vragen
binnengekomen van de kant van de
vakbonden, milieugroepen, vrouwen
groepen. De winkel is zelfs overge
gaan tot het uitgeven van
schrift waarin de resultaten f1
en ander aan bod komen. Hl
zoek naar Jeugdwerkloosh<
inmiddels geleid tot een
een symposium op basis wj
ganlsaties weer verder kom
Ondanks de ontwikkeling i
gevestigde positie van de]
schapswinkel blijft de ba:
onverlet: doorgeefluik van
schappelijk relevante vragen
kant van de klant naar de iL
telt.
Wc willen niet techt-
praten wat krom is.
Een banaan is krom. En met reden.
Dat wüJen we dan ook niet
recht pratea
Maar er moet ons wel iets van
het hart. Iets over de banaan in zijn
funktie als vrucht.
Er is ons gebleken dat de banaan
er bij veel mensen wat bekaaid
afkomt als het om gezondheid gaat
Een misverstand dat we toch
graag even rechtzetten.
Vooral bij vrouwen bestaan er
bepaalde vooroordelen tegen de
banaan.
Niet als gezond tussendoortje
voor de kinderen, maar wel als lekker
nij voor eigen gebruik.
Veel vrouwen denken namelijk
dat bananen dik maken.
Een ernstige misvatting die wij
graag even uit de wereld helpen.
Ook een banaan bevat kalorieën,
maar beslist niet in buitensporige
aantallen, hij kan een veigelijking
met fruitige kollega's op dat punt
glansrijk doorstaan.
Daarbij komt dat een banaan
net als de meeste andere vruchten zo
goed als volkomen vetloos is.
Terwijl hij wel rijk is aan andere
ingrediënten die de gezondheid (en
dus de schoonheid, dames) zeer ten
goede komen.
Zo zijn bananen rijk aan eiwitten,
een voor een mens onontbeerlijke
stof die zorgt voor eneigie en konditie.
Daarbij bevat een banaan, naast
het nodige aan vitamine B en C,
ook zeer grote hoeveelheden minera
len, waaronder vooral veel kalium.
Belangrijk voor opbouw en
konditie van spier- en zenuwgestel.
Kortom, ae banaan is een echte
konditievrucht en dus niet alleen
prima voor kleine, maar ook voor
grote mensenkinderen.
En daarmee hebben we
hopelijk een aantal dingen recht
gezet waar wat krom over
werd gedacht.
Waarbij we natuurlijk
krom laten wat krom hoort:,
de vorm van een banaan.
Want juist door z'n
vorm is het een ideale
vrucht uit 't vuistje.
Door moe
dertje natuur zelf
handig verpakt
in een
hygiënische
dikke schil.
Diezich middels een paar sinie
handgrepen (een kind kan de vu
doen) laat open ritsen tot vlak b!!
het vuistje waardoor u d"
gezonde inhoud vlekkelf
kunt opsmikkelen. in
Recht wat recht en t,
wat krom hoort,'-1
Dat moe»
we even kwijt»
Want we
den niet voos
zoveel aandacf
aandietropisc^e
krommerds.
Niet voo$
laten we ze gnj
en bloeien ond
de tropische z/<
plukken en selelc
we ze met de haL
verschepen we zl
speciale schepen bij—
ul
ouwen v_
jvamehal
rakkundt-
s.
speciale temperatui
En vertrouwen
toe aan de bekwame
van een aantal vakk
Nederlandse rijpers.
Met wie we er samen voor a-
dat u dat brokje gele gezondheid
geel in handen krijgt
Ki
«aJ
[k
Be
12
in
lel
ks
pc
Dole-banaan. Negen maanden met zorg gekweekt, handgeplukt, groen verscheept, gerijpt in Nederland en gaafgeel afgeleverd. K