5 Ik vind het enorm dat al die mensen komen voor die ene vrouw' -'Monarchie net zo iets als bloembollen' LliülL 'ERDAG 28 APRIL 1979 eze pagina werd samengesteld oor Fred Lammers I In Nederland staat ongetwijfeld de monar- chie nog hoog in aanzien. Dat neemt niet B weg dat er de afgelopen tien jaar in de verhouding tussen vorstenhuis en volk veel is veranderd. Het koningschap is minder vanzelfsprekend geworden. Sinds de Ko ningin jong was, zijn tal van vorstenhuizen van het toneel verdwenen. Ook het Neder- 00* landse vorstenhuis heeft stormachtige pe- rioden doorgemaakt, met als dieptepunt de Lockheed-affaire. Als ooit duidelijk is ge worden dat vorstelijke personen ook gewo ne mensen zijn, dan wel in die bewogen maanden, nu drie jaar geleden. Voor het eerst sinds lange tijd werd de monarchie discussiestof. Toen de storm was geluwd, bleek het respect voor de draagster van de kroon echter eerder te zijn toe- dan afgeno Als de Koningin óp Prinsjesdag in de gou- len koets door Den ^aag rijdt of op haar ver- aardag het centrum is an het feest op Soest- lijk, geeft me dat een :evoel van ontroering. Ik ind het enorm, dat al k lie mensen komen voor IMe ene vrouw. Op derge lijke momenten ben ik er fots op dat wij zo'n Ko ningin hébben". >e 54-jarige Coos Steneker, ledisch-secretaresse In Voor- |SurS. is een vurig supportster an ons koningshuis, en daar ze ook voor uit. Op natio- n tfile hoogtijdagen rijdt zij met iyjn oranjewimpel op haar auto li zij zal evenmin verzuimen v ven oranjestrikje op te spelden er op dit gebied iets te vie- )p(jn valt. gebruik houd ik in ere. nQet is Jammer dat tegenwoor- •aag steeds minder mensen rc!|anje dragen", zegt ze spijtig. i haar flat is oranje een veel ^orkomende kleur, maar dat "left niets met haar interesse ie Oor Nederlands eerste familie (jj maken. Het is gewoon een .leur die haar ook letterlijk .inspreekt. i tapn een wand, bij de deur, han- wat ingelijste foto's van pningin Wilhelmina, het ko- gezin en de jongste ranjetelgen. In haar boeken- ist staat een fikse rij „konin- lijke" boeken. Elders bewaart de ruim twintig forse boe- in. waarin foto's over de we- irwaardigheden van de fami- i Van Oranje chronologisch ]n ingeplakt. let een boekhandel hier in arburg heb ik een regeling >ffen dat hij elk tijdschrift in iets staat over de konin- Jke familie voor mij opzij Te pt. Regelmatig ga ik daar dan wat van mi^n 8adinB Steneker moet toegeven dit nogal kan oplopen, i Tooral bij bijzondere gebeur- a%issen, zoals nu rondom die jventigste verjaardag van de Koningin, is het een dure perio de. Er zijn zoveel weekbladen waar iets in staat. Ook Privé en Story interesseren me. Ik weet wel dat veel daarvan roddel is, maar het is toch wel interes sant er kennis van te nemen en het te vergelijken met andere artikelen. En de foto's die er bij staan zijn trouwens meestal heel mooi. Maar ja, een tientje ben je zo kwijt. In 1936, bij de verloving van prinses Juliana, ben ik ermee begonnen. Dat was in Bondowoso op Oost-Ja va, waar ik ben geboren en tot 1946 heb gewoond. Vader was in Indonesië ingenieur bij de waterstaat. Ze waren bij ons thuis koningsgezind, hoewel er niet veel over werd gesproken. Nederland was zo ver weg!" Die koninklijke verzameling betekende echter, hoe beschei den deze in die Jaren ook nog was, zoveel voor Coos Steneker dat ze hem meenam toen ze naar het Jappenkamp ging. „Ik heb alles verstopt in een holle ruimte onder een kast. Op een dag ontdekte ik dat het daar nogal vochtig was. Ik heb toen alles tussen wat lakens te dro gen gelegd op een afdakje. Juist op die dag werd er een huiszoeking in het kamp ge houden. Ze hebben niets ge vonden. Bij die lakens hebben ze niet gekeken. De Jappen dachten dat daar kleren te dro gen lagen". „Later in een ander kamp be waarde ik alles onderin mijn hutkoffer. Ook daar werd op een kwade dag huiszoeking ge houden. Twee heho's, politie agenten die in dienst waren van de Jappen, namen alles waarvan ze vonden dat wij dat niet in ons bezit mochten heb ben in beslag. Twee mede kampbewoonsters moesten in hun opdracht alles in grote zakken stoppen. Natuurlijk ging mijn verzameling daar ook in. Nu trof ik het dat één van die meisjes mijn eigen zus- Je was. Ze zorgde ervoor dat ik het grootste deel van mijn ver zameling terug kreeg en de rest van mijn kampverblijf heb ik die bij me kunnen houden. Nu is dat onderdeel van mijn col lectie natuurlijk extra waarde vol voor me". Coos gaat al en toe ook naar ruilbeurzen, maar daar is ze niet zo geestdriftig over. „Als je ziet wat daar voor zaken, die op het koningshuis betrekking hebben wordt gevraagd, schrik je wel. Veel mensen maken er een handeltje van. Voor oude fotokaarten vragen ze rustig drie en een halve gulden en boeken over de koninklijke fa milie van voor de oorlog gaan vaak voor veertig, vijftig en soms nog meer guldens van de hand. Voor geld is alles te koop, maar ik doe daar niet aan mee. Wat ik over heb geef ik weg. Ik waak er ook voor dat mijn hob by alles overheersend wordt. Het moet geen obsessie wor den. Sommige mensen komen om in hun eigen verzameling". Even nuchter als Coos Stene ker tegen dat koninklijk huls materiaal aankijkt, staat ze ten opzichte van de monarchie. „Ik ben uiteraard voor het ko ningshuis. Die historische lijn, die in onze monarchie zit, spreekt me sterk aan en op dit ogenblik hebben we een gewel dige vrouw als Koningin. Ik ben trouwens opgegroeid met bijzondere vorstinnen. Dat wil niet zeggen dat Je altijd door dik en dun voor de Oranjes moet zijn. Het zou kunnen zijn, dat als er in de toekomst een Oranje komt die er niets van terecht brengt, hoewel ik me dat moeilijk kan voorstellen, Je een andere houding moet aan nemen. Je moet je verstand ge bruiken en telkens kijken wat voor het volk het beste is. Voor al de laatste tijd denk ik daar veel over na. Ik zou er best begrip voor hebben als onder bepaalde omstandigheden de republikeinse gedachte sterker zou worden, al zal ik het Oran jehuis lang trouw blijven". Dat leden van de koninklijke familie tegenwoordig kritisch worden benaderd vindt Coos Steneker Juist. „Vroeger werd gedaan alsof het halfgoden wa ren. Dat ze dichter bij de men sen worden gebracht is heel goed. Je merkt daardoor dat het gewone mensen zijn, al le ven ze ook onder bijzondere omstandigheden". Wat die kritiek betreft: die is er de laatste jaren op niet mis te verstane wijze geweest met „Lockheed". „Dat was een gro te schok voor mij. Ik wilde het eerst niet geloven. Toen de be wijzen op tafel werden gelegd moest ik er wel aan. Ik heb er veel verdriet over gehad, maar het is nu uitgepraat en de men sen moeten het er verder niet meer over hebben. Persoonlijk vind ik dat die kwestie is over trokken. Voor onze Koningin moet het vreselijk zijn geweest. Als je man zo in het nieuws komt, dan toch door te gaan. Het is geweldig hoe zij dat alles heeft verwerkt". Coos Steneker voegt eraan toe: „Als ik dan ook nog denk aan die Hofman-affaire, waarvan we misschien is dat maar gelukkig weinig wete:. ':un je toch wel zeggen dat onze Koningin een geweldig moei lijk leven heeft gehad. Dat zij nu heeft gezegd er nog een poosje mee door te willen gaan is erg fijn. Ik hoop van harte dat ze het nog een paar jaar in goede gezondheid kan volhou den. want als die ontbreekt moet ze er maar meteen een punt achter zetten. Dat zal nie mand haar kwalijk nemen". TROUW/KWARTET 13 men. Het koningschap had, zoals de toen malige premier Joop den Uyl constateerde, aan uiterlijk vertoon verloren maar aan innerlijke betekenis gewonnen. Aan de verworvenheden van de kroon is de laatste tijd echter danig getornd. De palei zen werden overgedragen aan de staat, de belastingvrijdom werd beperkt, het recht om gratis brieven te versturen verviel en de hofhouding werd flink ingekrompen. Maar er gebeurde meer. De Partij van de Arbeid sprak uit „op langere termijn" voor een republiek te zijn, een verklaring die veel stof deed opwaaien en later danig werd afgezwakt. De Tweede-Kamerfractie van deze partij pleitte er begin van dit jaar nog voor, de troonrede op Prinsjesdag niet lan ger te laten voorlezen door het staatshoofd maar door de minister-president. Enkele bladen hing de dreiging te worden ver volgd wegens majesteitsschennis boven het hoofd. En de liberale oud-senator Van Riel trok openlijk de onpartijdigheid van de Koningin in twijfel. Ondanks deze „pogingen de poten onder de troon weg te zagen", zoals echte Orangis ten het noemen, maken zelfs fanatieke re publikeinen zich op het ogenblik niet zo druk over het afschaffen van de monarchie, omdat ze diep in hun hart moeten toegeven dat Juliana het eigenlijk wel aardig doet. Dat neemt niet weg dat zij hun idealen trouw blijven, al heeft een recente NIPO- enquête uitgewezen dat tachtig porcent van het Nederlandse volk verwacht dat prinses Beatrix haar moeder eens als Koningin zal opvolgen. Aan de vooravond van de zeventigste ver jaardag van de Koningin vertelt een repu blikein waarom hij de monarchie uit de tijd vindt. Aan de andere kant blijkt een trouwe Oranjesupportster wel begrip te hebben voor de opvattingen van de tegenpartij. Daarbij is zij in goed gezelschap, want zelfs prinses Beatrix vertrouwde enige tijd gele den een goede vriend toe, zich best te kunnen indenken dat er mensen tegen de monarchie zijn. -tt. De monarchie is voor ederland net zo iets als i tulpenbollen en de achtwacht. Royalty is tport. Dat merk je de —fitste jaren duidelijk, et bedrijfsleven maakt ch in toenemende mate van de Oranjes. et wordt zuiver com mercie, en naarmate eer mensen het Oran- huis niet langer als de 3pis van God gegeven in- PLelling gaan zien, zal die >h<eer vulgaire benade- ng toenemen. Daarmee Jwijzen die zogenaam- i monarchisten het ko- ngshuis geen dienst, ant in feite is niemand éér anti de monarchie in degenen die er ge- uik van maken". idro van Hoek (44), oud PSP- itenlid van Zuid-Holland, ndt zich als republikein over i ontwikkeling niet op. Van i koningshuis word ik warm noch koud. Al die toestanden er omheen zoals op 30 april die happening in de paleistuin en op Prinsjesdag dat gedoe met die gouden koets interesseren me totaal niets. Ik kan er naar kijken als naar een uitzending van Top-pop. Ze doen maar, denk ik dan bij mezelf. Als mensen er plezier in hebben. Het is een onschuldige bezig heid". Hoewel Pedro van Hoek de mo narchie uit de tijd vindt, be kent hij dat ijveren voor het afschaffen van het koningshuis nu niet urgent is. „Er zijn zo veel belangrijker zaken als Je om je heen kijkt in de wereld. Als ik denk aan de hongers nood in de Sahel, de toestand in Israël en de milieuverontrei niging. Maar het kan snel actu eel worden, en dan zullen ze mij op de barricaden vinden". Pedro is opgegroeid in een ge zin waar men op vorstelijke hoogtijdagen beslist niet met oranjekokarden op de borst ging lopen. „De vlag ging bij ons dan evenmin uit. Door veel te lezen is bij mij de overtui ging gegroeid dat een monar chie geen juiste staatsvorm is. Dat de meeste republikeinen zich op het ogenblik niet zo druk maken over de vraag: al of niet een monarchie, ligt aan de persoon van Juliana. Zij is heel acceptabel omdat zij zich. al mag je dat natuurlijk niet openlijk zeggen, links van het midden opstelt. Als wij een staatshoofd zouden hebben zoals Willem III is geweest, zou den we ons niet zo rustig hou den, dat kan ik Je verzekeren". Van Hoek moet toegeven dat een monarchie voordelen kan hebben. „Als Je kijkt welke sta ten in Europa op het ogenblik het meest redelijk worden gere geerd, de democratie het meest nabij komen, dan zijn dat de weinige landen waar nog een monarchie is, maar zoiets staat of valt met de persoon die aan de monarchie gestalte geeft". Waarom hij zich dan in het kamp van de republikeinen heeft geschaard? „Omdat ik een monarchie vind getuigen van een grote mate van naïvi teit. Ik wil niet zo ver gaan te zeggen onmondigheid. Maar er zit toch een stuk ongeëmanci- peerdheid in het feit dat een volk zijn gevoelens projecteert op één persoon of één bepaalde familie. Dat kan kwalijke ge volgen hebben. „Neem Duitsland, dat heel lang een autoritaire monarchie was. Toen de keizer verdween, kwa men de Duitsers in een vacuum terecht. Hitier heeft daar ge bruik van gemaakt. Hij voor zag in de leemte die was ont staan door het ontbreken van een vaderfiguur. Achteraf had Duitsland daarom beter zijn keizer kunnen houden. Dat heeft Churchill trouwens eens gezegd. „Een monarchie kan in sommi ge gevallen werken als een vei ligheidsklep. De mensen kun nen beter iemand als Juliana toejuichen dan een figuur als Hitier. Maar het koningschap blijft toch een vorm van primi tief denken. De gevaren die aan een monarchie zijn verbonden als een vorst kwaad wil. zijn niet te verwaarlozen. Er wordt vaak gedaan alsof onze Konin gin niets meer heeft in te bren gen, in feite een ornament is. Maar dat is een onjuiste voor stelling van zaken. Die macht van het staatshoofd is nog wel degelijk aanwezig, al wordt die enorm versluierd". „Dan doel ik niet op het feit dat de koningin maar een kik hoeft te geven om alle LibeUe-leze- ressen achter zich aan te krij gen en ook een groot deel van het leger, want je staat ervan te kijken hoe men daar over het algemeen politiek denkt". „Slechts af en toe dringt er iets van door tot de buitenwereld hoe het is gesteld met die ko ninklijke macht. Neem de in vloed die de Koningin kan aan wenden bij een kabinetsforma tie. Het staat vast dat zij her haalde malen persoonlijke voorkeuren heeft weten door te drukken, zoals haar sympathie voor Den Uyl. Het is ook duide lijk naar voren gekomen tij dens de Lockheed-affaire. Door te dreigen met aftreden heeft Juliana gedaan weten te krij gen dat Bernhard niet werd vervolgd. Menselijk gezien was dat heel begrijpelijk, maar de Koningin heeft daarmee de de mocratie geen dienst bewezen. De rechtsstaat werd daardoor aangetast". Als republikein laakt Pedro van Hoek het dat de Koningin er misschien onbewust gebruik van maakt dat zij zo weerloos is. „Je moeder wil Je immers ook geen verdriet doen en daar om haar ook niet". Al is de PSP de enige partij die afschaffing van de monarchie in haar vaandel heeft staan, dat betekent volgens Van Hoek niet dat de rest van Nederland zo monarchistisch is. „De mo narchie is er in Nederland bij de gratie van de familie Van Oranje. Maar weinig Nederlan ders zijn de mening toegedaan dat als er een verenigd Europa komt, een of andere Europese vorst aan het hoofd moet ko men te staan. In de vorige eeuw is vooral door toedoen van de dichter Bilder- dljk de mythe ontstaan van de familie Van Oranje, de door God geroepenen. En de na weeën van die mythe beleven we nog steeds. Velen zijn bang openlijk kritiek uit te oefenen op de Oranjes, omdat de leden van de koninklijke familie via de relaties waar ze over be schikken terug kunnen slaan. Een voorbeeld daarvan is Van Riel. Toen die de onpartijdig heid van de Koningin in twijfel trok kreeg hij wel wat te horen". Van die zo vaak geroemde on partijdigheid van een monar chie gelooft Pedro niets. „In België is dat erg aanwijsbaar. Daar heeft het koningshuis nauwe banden met de bankwe reld. In Nederland is ook be slist geen sprake van onpartij digheid. Hoewel nooit hele maal duidelijk is geworden waar die belangen precies lig gen. staat zonder twijfel vast dat met name Bernhard geen neutrale figuur is. Als Je denkt aan de door hem voorgezeten Bilderbergconferenties. een ka pitalistische instelling, die een bepaald westers systeem pro pageert. Dat Bernhard zich er voor heeft laten lenen als good- will-ambassadeur op te treden, daar geen passieve rol in heeft gespeeld, was ook niet zo maar! Zijn uitspraken dat hij het ka binet het liefst voor een half jaar naar huis had willen stu ren. liegen er evenmin om Biesheuvel heeft hem berispt, maar als de rollen omgekeerd waren en Bernhard staats hoofd was in plaats van Julia na, hadden we allang een rel om Oranje gehad. Vast staat dat de Oranjes grote belangen hebben bij de multi-nationals. Wélke zou eigenlijk eens moe ten worden uitgezocht". Pedro van Hoek moet toegeven dat ook in een republiek deze gevaren niet helemaal zijn bui ten te sluiten. De Kennedy's gingen zich ook als een soort monarchie gedragen. Bij Nixon is eveneens het doofpot-sys teem gehanteerd. „Wat mij voor ogen staat is daarom geen republiek met een president, maar met een commissie aan het hoofd. De leden van die commissie zouden dan de ta ken die de Oranjes nu vervul len kunnen overnemen. Door die officiële taken toe te ver trouwen aan een groep men sen, die geen onderlinge bin ding hebben, voorkom je die vader- of moederprojectie. Naarmate de algemene ontwik keling toeneemt, geloof ik dat meer mensen dat zullen gaan inzien. De behoefte aan een monarchie zal daardoor afne men. Hoe lang Nederland nog een koninkrijk zal blijven is moeilijk te voorspellen Dat hangt van zoveel factoren af Maar dat einde komt onherroe pelijk", meent Pedro van Hoek.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 13