Pasen bij 'onze jongens' in Libanon iMS A 'Feest-van-hoop in hopeloosheid, liefde in een tijd van haat' wtzuBzira |gg| r APRIL 1979* TROUW/KWARTET 13 ■REPORTAGE* door Huib Goudriaan Pasen bij de soldaten ■Libanon. Het is net zo nog kouder hier hoog in lergen, ais gedurende de te Nederlandse Paasdagen t heb gekend. Een grauwe snijdende wind en af en toe onnestraal. Een vertroosting i dat ik na het opstaan op de e Paasdag moeizaam uit gerslaapzak kruipen, oprij- 'an het veldbed in de kale r met slecht gepleisterde n een warme kop thee aangeboden. En nog wel van iuridisch adviseur van het rlandse VN-bataljon in de van luitenant-kolonel (nee, |eloof niet in autoriteiten, I het was me nog nooit over tel. |et L. P, Dietz, maakt de indruk van ferstrooide academicus en scharrelt kinals de „maten" en de andere offi- die in dit van de Franse Unifil- iren overgenomen huis logeren op •aasmorgen wat slaperig rond in de h. Hij loopt in kamerjas en griept iet brood, dat hard als beton ligt tapeld in een plastic zak. Een vraag: Br eieren?" „Nee, je bent hier niet bij \rs." Dat is duidelijk, want moeders Ie keuken ordelijker hebben ge- dels is ook marechaussee le klasse assen (24) opgestaan. Hij schrok om lur wakker, moest immers jongens liden die op vakantie zouden gaan Israël (later blijken ze te worden iestuurd door de rechtse militie, die n buffer tussen Israël en Unifil op- Maassen bedacht om acht uur log. dat hij pas om half tien moest iBren en sliep dus door tot negen uur. nu kwart over negen loopt hij lauwe VN-shawl en gepoetste schoe- I „kranig" en op z'n paasbest rond. >d Bin J. Korthuis van de bataljons- ïhting is ook wakker geworden en is iet te spreken over het brood. Hij ipert: „Wie gaat er even naar de r om de hoek de warme broodjes r uit het raam kijk zie ik, op een met Lt en bloemen bedekte helling, een uch geklede boer de deur van zijn 1 opendoen, waarna wel vijftig gei- •kkerend naar buiten stormen. Dan hij e€n ezel en roept hiermee bij mij ij bels beeld op. Over geiten gespro- Ie geitekaas uit Cyprus (een Unifil- ekking) smaakt best op het harde Maar mijn gastheren zouden wel- inders willen dan de eeuwige snack |k of geitekaas; bij voorbeeld pinda- Bn hagelslag. I voor sommigen anders gegaan dan prwacht, en niet alleen met de boter- het wat erop. Dienstplichtig soldaat Koel uit Bussum vertelt later: „We hier allemaal. Ik ben hierheen ge- Voor avontuur en om mijn werk te Bis monteur, maar we hebben samen ie overste drie kwartier onder vuur ^n. want je krijgt infanteristenwerk Bn. 's Morgens om acht uur begin ik lonteur, en na die werkdag is het Denken sommigen hierbij aan de dood, zaterdag voor Pasen, van een Franse Uni- fil-offlcier die zomaar werd beschoten in zijn auto, aan de dood. dinsdag daarvoor, van bewoners van het Palestijnse kamp in 'Tyrus dat werd gebombardeerd, of aan de dood. enkele weken geleden, van een meisje in een naburig dorp dat werd om gebracht door haar familieleden omdat ze in Beiroet zich aan prostitutie had ver kocht? Dominee lijkt op deze gedachten in te haken. Hij zegt: „Dood en geweld zijn hier heel gewoon, denk aan het bombarde ment in Tyrus, dat velen van ons hebben gezien. Het Paasverhaal staat hier haaks bovenop, het lijkt op een droom uit het verleden. Toch heeft het iets te maken met ons in Libanon, maar het blijft een holle klank als we niet zien dat het binnenin ons moet beginnen." Hij besluit met de zegen en we zingen het slotlied: „Zegen ons Algoede, neem ons in uw hoede en verhef Uw aangezicht over ons en geef ons licht." Een Pasen, een feest van de opstanding waarbij de dood minder abstract is en misschien ook de opstanding? dan anders. verkleden en begint het wachtdraaien en patrouillelopen in de nacht." Beroepskorporaal R. Spee uit Schipborg geeft tegengas. Hij zegt: „We zijn hier allemaal in een bepaalde functie gekomen en je had toch op je vingers kunnen natel len. dat je wacht zou moeten lopen? Er is een ontzettend personeelstekort, daar kom je toch niet onderuit? In Nederland denken ze dat het hier een soort vakantie is, maar het is hier juist ontzettend zwaar. En dat lezen we nooit in de kranten. Neem dat patrouillelopen in de bergen. Om voedsel aan te voeren voor de afgelegen posten hebben we een kameel in dienst genomen." Een kameelhet is niet het enige dier, dat het bataljon heeft beproefd voor ver voer. Er is ook een ezel aangekocht, waar over het gerucht de ronde doet dat ze in verwachting is. Kapitein Korthuis van de bataljonsvoorlichting: „Als motto van de dag, lanceer ik vandaag: Wie heeft de ezel zwanger gemaakt?" Noch de vruchtbaar heid, noch het symbool van de vrucht baarheid laten het bataljon in de steek, want om half tien stapt marechaussee Albert Driessen, die was verzocht even bij de staf langs te komen, trots uit zijn jeep: toch paaseieren! Gekregen van het ba taljon. Om half elf begint de kerkdienst, ingeluid door klokgelui van een provisorische klok, die door enkele soldaten wordt beslagen met een soort hamer. Niettemin een wel luidend geklank, evenals van het ouder wetse harmonium dat door ds. H. Stam al in Zuidlaren voor het vertrek werd „geor ganiseerd", zoals dat heet. De grote leger tent met klapstoeltjes stroomt vol met ongeveer vijftig man. We zingen het eerste lied begeleid door het harmonium: scheurt het voorhang van de wolken wordt Uw aangezicht onthuld vaart de tijding door de volken dat Oij alles richten zult: Heer, dan is de dood verzwolgen want de schriften zijn vervuld." De dood Veldpredikant Stam noemt dit Paasfeest in Libanon „dat beetje feest van hoop in hopeloosheid, van geloof in het ongelofe lijke. van liefde in een tijd van haat." „Appel" Als we een glas drinken in de onderoffi ciersmess horen we dat er om twee uur appel zal zijn. Iets bijzonders? Antwoord van iemand die het kan weten: „Nee, hoor niks bijzonders." De mannen treden aan op een open stuk terrein dat is omgeven met van die tentjes waar je Arabische koffie kunt kopen en van die afschuwelijk opzichtig uitgevoerde wandkleden. Kapi tein F. Boersma van de staf- en stafverzor- gende compagnie houdt het kort. Hij ver telt dat majoor Haddad van de rechtse militie zich zal verzetten tegen de komst dinsdagmorgen van de Libanese militai ren. die het gezag van hun regering enigs zins moeten herstellen. „Hij heeft alvast alle wegen afgesloten. Dinsdag is het dag X. Ik verzoek de pelotonscommandanten een plekje te zoeken opdat, mochten er mortiergranaten vallen, de mannen de meeste veilige plaats hebben." Zandzakken In de loop van zondagmiddag rijden er steeds meer vrachtauto's voorbij met zand om zandzakken te vullen, terwijl de genie op volle kracht werkt om schuil plaatsen te bouwen. Majoor A. J. Poelhek ken. commandant van de zogenoemde aanvullingscompagnie van het bataljon, zit gespannen bij een zend- en ontvangap paraat. „We zijn erg benieuwd naar wat er nu allemaal weer gaat gebeuren, dat weet je hier nooit. We wachten maar af. We zijn hier gekomen als vredesmacht, terwijl de oorlog gewoon doorgaat en wij passief erbij zitten. Ze schieten over ons heen. Alleen de plaatselijke bevolking is dank baar dat wij gekomen zijn en daar trekken we ons dan ook aan op. Kijk. hier heb ik een blok geitekaas. een pannetje melk. Dat komt zo n man elke dag brengen. Uit dankbaarheid. Maar het is wel een heel vreemd land. Wij waren deze week in Tyrus om te winkelen. Toen ging er een begrafenisstoet voorbij van de Palestij- nen, waarvan je wèl onder de indruk komt. Het was een jongen, die bij de bombardementen was omgekomen. Er waren allemaal PLO-ers met wapens en dat is te begrijpen, daar gaat het niet om één verkeerde beweging Eén verkeerde beweging is in Libanon vaak voldoende 's Nachts, teruggekeerd in het hotel in Beiroet, word ik opge schrikt door een zware explosie. Pasen 1979 in Libanon. Het lijkt wel het feest van de hopeloosheid. BB A fci, Ie soldaten luiden een geïmproviseerde klok lat de paasdienst begint. Een hamer bewijst lij goede diensten. De Paasdag lijkt rustig, maar even later zal de mededeling komen dat er plotseling appel gehouden wordt. Veldprediker H. Stam Militairen verzamelen zich voor het bijwonen van de Paasdienst.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 13