louderd jaar na de
lood van Bernadette
april 1897-16 april 1979
donderdag
vrijdag
zaterdag z=z
ïdag:
II
dinsdag
woensdag
andag*
iAG 14 APRIL 1979
reportage;
TROUW/KWARTET 1 3
In deze week van de lijdenstijd, die de
organisatie heeft gekozen om te voorko
men. dat de kinderen onder de voet wor
den gelopen, is het nog rustig.
s Avonds trekken enkele honderden in de
lichtprocessie mee. Er wordt gezongen en
gesproken in het Nederlands, Frans,
Duits. Engels, en Pools. Het slot is de in
het latijn gezongen geloofsbelijdenis:
„Credo in unum Deum" Dan volgt nog het
verzoek, voor een ieder in zijn eigen taal
herhaald, de kaarsen te doven en stil te
zijn voor de persoonlijke ontmoeting met
God. De stilte is volkomen. Je voelt je in
alles om je heen opgenomen. Het is waar,
op een bedevaartsplaats bid je makke
lijker.
Tien minuten later zit ik in een café, dat
vol loopt met deelnemers aan de proces
sie. Ze hebben de gedoofde kaarsen nog in
de hand. Ik herken veel gezichten, die nu
totaal anders zijn. Er ontstaat een uitgela
ten sfeer. De moeders van de kinderen
voelen zich helemaal uit en even vrij van
de zware zorgen. Een vader vloekt in het
Nederlands de ober stijf, omdat de
schuimkraag van zijn pils niet hoog ge
noeg is. En hij heeft nog niets op.
We zijn met de kinderen van Sint Henrl-
cus de Pyreneeën in geweest. Op sommige
plaatsen liepen we tot de knieën door de
sneeuw. Blinden willen alles weten en
zien. We hebben de kinderen de kleine
plantjes, die ergens tussen de rotsen groei
en. laten betasten; ze kregen natte voeten
toen we de kracht en kilte van een water
val lieten voelen en we hebben ze kennis
laten maken met een loslopend ezeltje,
dat we opvingen. Ook hoorden ze de bel
letjes van schapen op een bergwei ver weg
en merkten de kinderen, dat de kloof,
waarboven we op een brug stonden, heel
diep was: het ruisen van het riviertje bene
den was nog net te horen. Alleen was niet
duidelijk te maken hoe machtig dit berg
landschap was. Maar het was de kinderen
genoeg. Dat is ook een aspect van deze
week. Tevreden en gelukkig zijn. hoe ge
amputeerd het leven ook is.
Weer terug in Lourdes valt het op, dat het
drukker is geworden. In één van de sou-
vernirstentjes vang ik het volgende ge
sprek op tussen verontruste landgenoten:
„Ze zeggen, dat er morgen een pelgrims-
trein komt met 1.000 Italianen. Je mag wel
goed op je portemonnaie letten."
„Maar het zijn toch christen-mensen."
„Ja. maar ook zakkenrollers
Vanmorgen doen tien kinderen hun eerste
communie en krijgen enkele oudere kin
deren het vormsel (bevestiging van het
geloof) toegediend. Bisschop Bluyssen
leest het verhaal van „Laat de kinderen
tot Mij komen". Er gaat veel troost van uit
voor de ouders. Het treft me weer. dat de
priesters zich zo inzetten voor de kinderen
en knap liturgisch vorm weten te geven
aan het emotioneel gebeuren. Het liedje
van Wim Sonneveld „Geef mij je hand.
geef mij ze allebei, en zeg me dan heel
even, dat je niet kunt leven, zonder mij"
wordt moeiteloos en vanzelfsprekend
meegenomen in de viering.
De Italianen zijn 1.000 man sterk na een
treinreis uit Rome van 25 uur aangeko
men. Ik was getuige van het uitladen van
de zieken en gebrekkigen. In Lourdes
wordt een niet na te vertellen ellende
samengeperst, waarover je alleen in op
stand kan komen. Dat gevoel bekruipt me
ook, wanneer ik 's middags in hun rolstoe
len onze kinderen voor de grot zie voor het
ontvangen van de zegen van de bisschop.
In de loop van de week heb ik geleerd
welke kinderen bij welke moeders horen
en zijn me de verhalen verteld. Ik weet
voor welke kinderen, die ik voor me zie de
artsen geen hoop meer hebben.
De bedevaart is bijna voorbij. In het hotel
neemt Mark van het blindeninstituut me
voor zijn verslag een interview af. dat hij
op zijn cassettebandje opneemt. Hij wil
weten wat ik deze week het fijnst heb
gevonden. Het is zo plotseling een moeilij
ke vraag. Ik noem in de eerste plaats de
stilte 's avonds bij de grot. Ik stel Mark
dezelfde vraag. Hij zegt: „Ja, bij de grot.
Je voelt je daar dichter bij elkaar en bij
God." Als ik met bisschop Bluyssen over
het wonderlijke Lourdes praat, merkt hij
op: „Ik denk. dat je daar een sterke kerk-
belevenis hebt." Hij noemt een bedevaart
een spectaculaire onderneming en stelt
nuchter vast: „Je moet er ook wel eens
gewoon op uit. eens losbreken uit de gewo
ne sleur. Misschien is dat de zin van bede
vaarten. retraites en van samenkomsten,
die een paar dagen duren Misschien dat
onze maatschappij wat belemmeringen
daaraan stelt; dat je er niet zo gemakke
lijk toekomt, door die zakelijkheid, de
drukte en de gejaagdheid van onze sa
menleving."
Bisschop Bluyssen vindt wat er in Lour
des gebeurt een uiting van volksgeloof.
Maar het is een geloof, dat zeer natuurlijk
is. De bisschop: „Ik ben daar graag bij en
wil daarin kunnen delen. Je raakt een
beetje los uit de bekoring van het ratione
le. verbale, het vele verstandswerk, de vele
woorden en discussies. Het is. meen ik,
echt beleven van het geloof, van het chris
ten-zijn; samen zoeken naar de bevrijden
de elementen van het christen-zijn."
Ik vraag of je voor dat echt beleven van
het geloof een lange treinreis van meer
dan 1.000 km moet maken naar het verre
en regenachtige Lourdes „Moet je daar
voor zo ver het bisdom uit?" Het antwoord
is ontkennend: „Ook in ons land vinden
de mensen elkaar en helpen ze elkaar. „Na
even stilte komt dit oordeel over zijn kerk:
„De kerk is te verstandelijk, te intellectu
alistisch. Ze geeft te weinig ruimte aan dat
zuivere geloven, zoals dat van het volks
meisje Bernadette, die het niet eens onder
woorden kon brengen."
Op de terugweg denk ik aan de feesten
met de kinderen, die het ook niet onder
woorden konden brengen. Het geheim van
Lourdes is mogelijk het „worden als een
kind" Bernadette had in deze lijdenstijd
haar eigen religieuze ontmoeting. Het was
een ontmoeting, die gevolgd werd door
meer dan 120 jaar lang durende wezenlij
ke ontmoetingen van een niet te tellen
schare Dat moet het grote wonder van
Lourdes zijn.
otf Bert de Joüg
)0-
>700
I)
naandag is het honderd jaar geleden, dat in het idooster van
438 -Gildard te Nevers in Frankrijk Bernadette Soub. rous overleed. Ze
7 215 jaar geworden. Toen ze veertien jaar was, zag Bernadette in een
057 ipe grot bij Lourdes in de Pyreneeën een verschijning. Het was voor
422|envoudig meisje uit een arm gezin, waarvan de vader werkeloos
een zeer persoonlijke ervaring en ontmoeting.
K. Kerk, waarbinnen de verering voor Maria opbloeide, erkende,
verschijning Maria was geweest. Later is het arme herderinnetje
^lourdes zalig verklaard. Haar lichaam is toen op 5 augustus 1925
30.
7171
2j f zeven 's avonds vertrekt de trein
4 9JD zieken en gehandicapte kinderen
helpers, moeders, grootouders en
"inegen priesters en andere pelgrims
Bosch. De kinderbedevaart naar
I9<kre Lourdes aan de voet van de
85jEën is begonnen. Het is een gezel-
72 foan 539 mensen, verdeeld over 15
|ij Pau zijn we er bijna De trein rijdt
de Gave. Aan deze rivier ligt ook de
daarin de kleine Bernadette Soubi-
Vanmorgen zouden we met z'n allen een
viering hebben voor de grot van Bernadet-
opgegraven en in een reliekschrijn neergelegd. Acht jaar later
verklaarde paus Pius XI haar heilig.
Inmiddels was Lourdes een belangrijke bedevaartsplaats geworden
vooral voor zieken en gehandicapten. Reeds in de dagen, dat Bernadette
Maria zag, kwamen duizenden naar Lourdes, vooral toen geruchten de
ronde deden, dat zieken door het water van de bron, die Bernadette
tijdens een verschijning deed ontstaan, als door een wonder genazen.
Bernadette ontkende echter de wonderbaarlijke genezingen. Maar het
bronwater oefent nog steeds een grote aantrekkingskracht uit.
te. Maar het is ons niet gegeven. Lourdes-
is, heb ik weinig eerbiedig horen zeggen,
de waterplaats van Europa. Het regent te
hard. Je kunt het de kinderen niet aan
doen. Daarom wordt de dienst gehouden
in de kerk. die boven de grot is gebouwd.
Vader Soubirous moet er nog aan gemet
seld hebben.
Voorganger (celebrant) is de bisschop van
Den Bosch, mgr J. Bluyssen, die deze
74ste bedevaart van het NKV begeleidt
Je moet nu eenmaal een bisschop op je
bedevaart bij je hebben. Anders ben je
niet in tel en kom je er niet aan te pas.
In deze viering draait alles om de kinde
ren. Het wordt een blij feest met de bloe
men, die met de trein zijn meegenomen.
Na de dienst is het bijna droog. Dan
bezoeken we toch de grot. De ouders, de
rolstoelen van hun kinderen voortdu
wend, lopen er doorheen, vaak met het
gezicht van niet-te-weten-wat-er-mee-aan-
te-moeten. De Nederlanders zijn niet ge
wend hun devotie te laten blijken Ik
denk, dat een Lourdes nooit In Nederland
en zeker niet boven de grote rivieren zou
kunnen liggen. Geen landgenoot zag ik.
zoals Italianen en Fransen in extase op
het tegeltje staan, dat op de plaats ligt.
waar Bernadette haar weesgegroetjes bad
en in een nis. die al enigzins de vorm van
een menselijke gedaante heeft, haar ver
schijning zag.
„Waarom." vraagt een leerling van het
blindeninstituut Sint Henricus uit Nijme
gen, „kussen sommige mensen de wand
van de grot?" Ze willen in aanraking ko
men met de plaats waar Bernadette was."
is het antwoord. „Maar dat kan toch ook
wel anders," zegt de jongen.
Boven de ingang van de ondiepe grot
hangen krukken van kreupelen, die plot
seling weer konden gaan Een paar jaar
geleden liep een blinde jongen langs de
grot. Z'n begeleidster vertelde over de
krukken De jongen merkte op: „Als ik
m'n glazen oog daar aan een draadje
hang. kan ik zeker weer zien." Maar zo
werkt dat niet in Lourdes
Vandaag zegt een jongen uit de groep van
Sint Henricus plotseling. „Ik zie daar wat.
ik kan wat zien." Hij zag niets. Blinden
kunnen een scherpe spot over zich
hebben.
Deze week draait alles om de kinderen. En
hoe? Nu wordt het feest gehouden in het
gebouw, waarin de zieken zijn onderge
bracht. Het kale onderkomen doet denken
aan de dagen van Florence Nightingale.
Maar de entourage doet er deze morgen
niet toe. Lourdes is een ontmoeting, wordt
gezegd. Ik begin er bij al die ongelukkige
kinderen wat van te begrijpen. Een ver
pleegster zegt tegen een priester: „Dit is
toch veel mooier en beter dan die eucha
ristievieringen van jullie." De geestelijke
spreekt niet tegen.
De grot heeft een vreemde aantrekkings
kracht. Na het kinderfeest staan we er
weer. Het is een groep van zeker 600. Maar
ervaren Lourdes-gangers vinden dit maar
niets. In het seizoen, dat volgende week
pas goed begint, golft de ene processie na
de andere over de grote esplanade. Lour
des moet dan zo'n 40.000 pelgrims verwer
ken per dag. 's Avonds zig-zagt een onaf
zienbare lichtprocessie over het plein. Als
je dit hebt gezien, begrijp ik, ben je pas
echt in Lourdes geweest. Vorig jaar. zo
verneem ik op het bureau voor toerisme,
hebben ruim 4.250.000 pelgrims en toeris
ten Lourdes bezocht. De bezoekers wer
den aangevoerd met 709 speciale treinen.
3827 extra vliegtuigen en verder met bus
sen en auto's.
Uit Nederland kwamen verleden jaar in
Lourdes zeventien pelgrimstreinen aan
met 11046 bedevaartgangers. Hierbij
moeten nog 10.193 Nederlanders worden
geteld, die door 114 vliegtuigen werden
aangevoerd. Uit de hele wereld komen de
gelovigen naar Lourdes. De stad is na
Parijs en Nice de meeste hotels rijk in
Frankrijk.
Aan de miljoenen bezoekers per jaar
wordt goed verdiend Zoals trouwens in
alle toeristenplaatsen. Maar de commer
cie (de kooplieden en wisselaars), die in
Lourdes met veel wansmaak Inspeelt op
de religieuze gevoelens wordt buiten het
terrein van de grot gehouden. De ruimte
voor gebed en meditatie is gebleven.
Bedevaarten waren bijnauït de tijd. Maar de laatst tien jaar is het aantal
pelgrims naar Lourdes sterk gestegen. In 1968 werden er ruim 27a
miljoen bezoekers geteld. Vorig jaar was dit aantal tot bijna 4.300.000
gestegen. Ook andere plaatsen van gebed en bezinning, zoals Taizé, zijn
erg in trek.
Om meer van deze devotie en verlangen naar mystiek en meditatie buiten
de kerken te begrijpen gaf ik me op als deelnemer van een
kinder bede vaart, georganiseerd door het NKV. Het resultaat was het
volgende dagboek van een-niet rooms-katholieke pelgrim;
^katholieken, die trouw ter kerke
te gaan, hebben me voor gek ver-
2 -Het stelt niets voor. Er is nog nooit
nder gebeurd. Het is een smerige,
ide toestand bij het nemen van de
En dan die commerciële kermis
een. Schandalig.
lijk moest ik ook veel grappen aan
win de geest van de grol, die Jan
in De Kus vertelt: een invalide
j^jletzijn rolstoel het geneeskrachtige
bij de grot in en komt er met twee
banden uit.
en ook ander reacties: Ga er maar
e kunt er beter bidden dan hier. En
g zelfs een rozenkrans aangeboden
1 te nemen.
-8
18. Roozendaal de laatste zieken zijn
'4- den" (zo heet dat in bedevaarts-
Ti), de laatste pelgrims zijn inge-
4^n de trein weer is vertrokken, ko-
3 hor de speakers in elke coupé me-
65|ewijde klanken. Het reisgebed
:egd: „Goede God. onze bede-
Lourdes is begonnen. Wij heb-
afscheid genomen en zijn op
de plaats, waar U ons door Maria
It komen." Later op de avond
ïders hebben de vaak toch wel
inderen achter moeten laten in de
icerijtuigen wordt de dagslui-
touden. Terwijl de perrons van het
Brussel-Noord langs het venster
zegt pater Klerkx uit Heerlen de
Ite van het dichtbij komen van Ma-
'illen uitwerken. Als ketter in het
ap zet ik me schrap. De kapelaan
'e leven toe naar een ontmoeting,
irdt een persoonlijke ontmoeting.
Jezus ontmoet, raak je hem nooit
twijt." Vanmorgen hoorde ik in de
er het bidden en de persoonlijke
jeting. In de door het duister voor
de trein verbeeld ik me niet zo ver
kis te zijn.
reis eist veel van zieken en gezon-
!r is weinig geslapen in de nacht,
de stemming is niet geirriteerd. Er
I hoopvol naar Lourdes toegeleefd.
'n instelling kun je veel verdragen
lourdes is niet niks!
tleine uurtjes van de nacht hebben
dische en geestelijke leiding me
en uit te leggen wat er eigenlijk aan
ld is. Dokter R. Luyckx vertelt dat
levaart vooral een vakantiereis is.
bij komt is dat de pelgrims met
vaak zieke kinderen zich aan el-
ptrekken. Zo kan het verdriet beter
i verwerkt.
id gaat op reis met de gedachte,
kind plotseling zal genezen. Toch
liep de hoop op het wonder van
inge beterschap sluimeren. Onder
|ke kinderen komen ook gevallen
an leukemie en hersentumor. Don-
april vertrekt een bedevaart
it NKV met circa 400 zieke volwasse-
ider wie 35 gevallen van kanker.
het wonder van de genezing ge
niet." zegt directeur H. J M. Goede-
'an het bureau van de stichting, die
levaarten verzorgt. Het gaat om de
iting. Straks in Lourdes. Die ont-
is hier in de trein al begonnen."
[wonder. Geen genezingen. Integen-
Het gebeurt, vooral bij grotere bede-
tn (dan rijden er twee treinen: één
Je zieken en één voor de gezonden),
Eidanks de nauwgezette medische
reiding en begeleiding pelgrims
Jen Het is een statistisch gegeven.
F terugreis is dan een extra wagon
Ie trein gekoppeld, waarin één of
Pcisten worden vervoerd.
rous de verschijning zag van wat ze een
„dame." noemde. Het is het mooiste deel
van de reis. De Pyreneeën zijn volledig
bedekt met sneeuw. De zon schijnt er op.
Door de speakers in de coupés wordt het
verhaal verteld van Bernadette. die in
1858, juist in deze lijdenstijd de verschij
ning zag, waarvan de kerk later erkende,
dat ze Maria moest zijn geweest. Het is
een ontroerend verhaal, door prof. Rene
Laurent in aan de hand van de officiële
kerkelijke documenten op schrift gesteld.
Het handelt over het arme, hongerige
meisje, dat zo'n groot persoonlijk geheim
moest verwerken. Tot aan haar tragische
dood als gevolg van een pijnlijke, slepen
de ziekte, werd ze erover ondervraagd en
lastig gevallen.
Het verhaal over haar heeft de toonaard
van de lofzang van Maria over de machti
gen, die worden weggestoten; de rijken,
die worden weggestuurd en de geringen,
die worden opgericht. De canon is afgeslo
ten. Anders zou Bernadettes verhaal in de
bijbel hebben gestaan.
Als de trein vaart vermindert, begint de
verteller het populaire internationale
Lourdes-lied te zingen met deze Neder
landse woorden: „Te Lourd' op de bergen/
verscheen in een grot./vol glans en vol
luister/De moeder van God/Avé. avé. avé
Maria."
Zo gaat het tien coupletten door. De woor
den zijn niet in overeenstemming met het
verhaal. Want Laurintin vertelt juist, dat
de verschijning zo eenvoudig en simpel
was. Ze was een meisje als Bernadette.
Maar goed. dit lied krijg je er niet meer
uit. Het wordt met overgave gezongen.
Beneden stroomt de rivier. Aan de over
kant is voor enkele momenten de grot te
zien. Iedereen zingt mee. Avé, avé. avé
Maria. Onderweg hebben we het vaker
gehoord. Voor de kinderen soms te vaak.
vermoed ik. Een van de leidsters vertelt
me 's avonds, dat een paar kinderen déze
variatie hadden gezongen: Calvé. calvé.
calvé. pindakaas. Ook dat hoort bij de
bedevaart.