\R-mensen zijn nooit tevreden
)e grondtoon van ons volkskarakter?
flet de ARP is het Nederlands partijwezen geboren
26-1
IIDAG 6 APRIL 1979
P27-RHS31
tote
late»
enigj
oonlii
r mr R. Hoekstra
"7'
anti-revolutionalrepartij
een eigen staatkundige
In de loftuitingen van
el kanten op de honderd-
ge partij klinkt het heim-
e door naar de tijd dat die
ie nog politieke geldings-
ht had. Een groot erfgoed
it verloren. Een waardevol
natief komt daarvoor
in de plaats. Zo klinken
geluiden.
name in de ARP-kring
klinkt de roep op naar een
latkundige visie, alsof ooit
Iheid van visie binnen die
ng heeft bestaan. Soeverei-
It in eigen kring, dualis-
Nederland en Oranje, in
t isolement onze kracht
t zijn noties, die velen te-
!ht vereenzelvigen met de
(P. De invulling varieerde
'naar gelang de leidsman,
Jze verwoordde.
egroeld ln de ARP en nog steeds
jept met sympathie voor die par-
weet ik nog steeds niet precies
lee de anti-revolutionaire staat-
I idige visie is. Deze heeft te maken
anti-Iiberalisme en anti-socialis-,
met de pretentie vanuit de calvi-.
Ische levensovertuiging de maat-
ippij te hervormen.
calvinisme heeft in de gedachten-
i van Kuyper het wezenlijke ka-
Ier van de staat blootgelegd. Een
lisbaar redmiddel eneizijds,
rvoor we dankbaar dienen te zijn;
erzijds de staatsmacht die onze
-J oonlijke vrijheid bedreigt.
vorming van staten, elk optreden
de overheid, elk mechanisch
ngmiddel om orde en goede gang
et leven te waarborgen, heeft iets
natuurlijks. Een diepere trek van
natuur komt daartegen in
Jet.
I calvinisme gaat uit van de eeu
woude strijd tussen Gezag en Vrij-
i De vrijheidsdrang bij de mens is
aniddel om het licht in despotism*
rslaand gezag te breidelen.
tag over mensen kan niet uit men-
voortkomen. De meerderheid
!t niet zonder meer gezag over de
jderheid. Toont niet de historie,
dat Juist de minderheid zo vaak
0k had?
jrper constateert een historische
Groen van Prinsterer
worsteling tussen overheidsgezag en
maatschappij. Daarin nam naar zijn
mening het calvinisme voor het eerst
stelling. Het eiste voor beide een zelf
standigheid in eigen kring en regeling
van de verhouding tussen belde in de
wet.
Het constitutionele staatsrecht komt
in deze gedachtengang uit de grond
toon van het calvinisme voort. Met
trots stelt Kuyper in 1898, in een van
zijn Stone-lezingen ln de Verenigde
Staten:
„Het getuigenis der historie is dan
ook onwraakbaar, dat niet in de
roomse noch ook in de lutherse sta
ten, maar in de volken met calvinis
tisch type, dit constitutionele staats
recht het eerst en het best tot bloei
kwam."
De Kuyperiaanse pretenties zijn ma
teloos, irritant voor niet-calvinlsten.
fascinerend voor zijn leerlingen en
volgelingen in de ARP. Zijn Ideeën
hebben grensdoorbrekend gewerkt,
getuige de invloed die hij heeft weten
te bewerkstelligen voor het gerefor
meerde volksdeel. Zijn opvolgers
hebben stabiliserend gewerkt en
soms verstarrend.
De anti-liberale en anti-conservatieve
sentimenten van het eerste uur, senti
menten tegen de achteruitzetting en
de overheersing uit de vorige eeuw,
werden ingeruild voor sentimenten
tegen de andere kleine luyden, die
zich op het socialistisch uitgangs
punt hadden georganiseerd en door
hun staatsopvatting en hun cosmo-
politische instelling de calvinistische
grondtoon van het Nederlandse volk
leken te miskennen.
De essentie van het Kuyperiaanse
denken bleef echter bewaard: de rela
tivering van het gezag van de staat,
de voortdurende bezinning op de
grenzen van overheidsgezag en maat
schappelijke zelfstandigheid.
Het dilemma: protestpartij (een ver
taling voor „in het isolement zoeken
wij onze kracht") of regeringspartij, is
nog aanwezig binnen de ARP
Dit dilemma behoort tot de elemen
taire beginselen van de Anti-Revolu
tionaire Staatkunde, zoals ik haar
steeds heb begrepen. Geen verafgo
ding van het gezag, geen verheerlij
king van het koningschap.
Nederland en Oranje noren bij el
kaar, omdat Oranje de calvinistische
grondtoon van het Nederlandse volk
vertegenwoordigt, in historische zin.
Kuyper spaarde de koningen van de
vorige eeuw zijn kritiek niet en wist te
gelegener tijd fijntjes te benadruk
ken, dat Calvijn de republiek prefe
reerde. Nederland èn Oranje is neven
schikkend, niet onderschikkend.
Niet alleen dualisme op dit punt be
hoort tot het erfgoed van de ARP.
maar ook als het gaat om de functio
nering van parlement en regering.
Het parlement is niet ondergeschikt
aan de regering. Integendeel, het is
een zelfstandig orgaan nèèst de rege
ring. Het aan de leiband lopen van
een kabinet, van welke kleur ook, is
daarom elke rechtgeaarde anti-revo
lutionair een schrikbeeld. Het kabi
netsbeleid als zodanig tot inzet ma
ken van verkiezingen, behoort dan
ook niet tot de AR-traditie.
Voorzover de verhouding met het ka
binet is geregeld in regeerakkoord of
anderszins vereist zulks trouw aan de
uitvoering daarvan, ook van de parle-
mentsfractie. Daar buiten heeft de
fractie een grote mate van vrijheid
haar eigen keuze te maken en het
kabinet terzake ter verantwoording
te roepen.
Dualisme ook in de verhouding over
heid en maatschappij, waar de indivi
duele vrijheden in het geding zijn,
behoort tot de wezenlijke elementen
van de AR-staatkunde. Een voordu
rende herbezinning op de taak van de
overheid op het terrein van de zede-
iijksheidswetgeving behoort tot de
goede AR-traditie.
In gesimpliceerde zin betekent AR-
staatkunde: lastig zijn, kritisch zijn,
zich niet neerleggen bij korte termijn
oplossingen. Het wezen van de AR-
staatkunde is het protesteren tegen
gevestigde opvattingen, ongeacht of
deze links of rechts zijn. Het besef
van de onvolmaaktheid van elke
menselijk handelen is richtsnoer in
de politiek. Deelneming aan de rege
ring betekent geenszins de verlooche
ning van de opdracht tot protest. AR-
mensen behoren nooit tevreden to
zijn.
Mr. P. S. Gerbrandy
In de geschiedenis van de ARP is
gebleken, dat intern zich steeds weer
lieden hebben opgeworpen met de
bedoeling de neiging tot klakkeloze
aanvaarding van de geest der tijd te
doorbreken. Het zijn vaak eenlingen
en Incidenten geweest, die pas later
waardering hebben ondervonden en
als karakteristiek voor de ARP zijn
ervaren. Ik noem de naam van Tal-
ma; het toetreden van Gerbrandy tot
het kabinet-De Geer (het eerste met
socialisten) in 1939 nadat de Rooms-
Katholieke Staatspartij het optreden
van een vijfde kabinet-Colijn had ver
hinderd door de Indiening van de
motie-Deckers; de toetreding van
Zijlstra tot het kabinet-Drees ln 1952;
de motie-Van Eibergen van 1960, die
het kabinet-De Quay bracht tot ont
slagaanvrage; het „verraad" van
Boersma in 1973, het toetreden van
Dr. J. Zijlstra
met name Albeda tot het kabinet-
Van Agt.
Het doorbreken van grenzen rekent
de ARP zich tot eer. Niettemin is het
zelden een voorhoedepartij geweest.
De oorzaak daarvan zal wel gelegen
zijn in het feit constatering van
sociologen dat de ARP instrument
was tot emancipatie van de gerefor-
meerde gezindte. Ik denk, dat ze ge
lijk hebben en ook Kuyper aan hun
Izijde hebben.
Zijn AR-staatkunde bevat in hoofd
zaak politieke doelmatigheidsprinci
pes. grensdoorbrekend, maar pri
mair gericht op verheffing van de
gereformeerden. De emancipatie is
langzamerhand bereikt. Welke gren
zen moeten nog worden doorbroken?
De ARP moet het antwoord proberen
Mr. B. W. Biesheuvel
te vinden binnen het Christen-Demo
cratisch Appèl
De ARP zet zich zelf op het sjjel.
Wellicht behoort dat ook tot het eige
ne van AR-staatkunde. De eigen posi
tie niet absoluteren. Bereid zijn ook
door de grenzen van zelf opgebouwde
machtstructuren heen te breken.
Christelijke organisaties zijn al ;te
veel een doel op zichzelf geworden:
.handhaving van hetgeen is bereikt,
zonder zich telkens af te vragen of
deze organisaties nog steeds zijn .het
volk ten baat".
.Christen-democraat te zijn is een ere
titel, aldus de grondlegger van de
ARP. Het kan gemakkelijk een aan
fluiting worden. In de staatkunde vhn
de ARP zijn volop elementen gelegen
om dat laatste te voorkomen.
prof. dr. Nico Cramer
de oude anti-revolutionairen
t ik. zou dat geen vraag zijn ge-
pt. Zij werden opgevoed in de
l van Abraham Kuyper. dat de
de grondtoon van ons volkska
ter aangaf. Die pretentie is. niet
t zo heel lang geleden, uit het
beginselprogramma verdwenen.
Maar zij heeft wel een van de meest
hechte zullen van ons land helpen
t honderdjarig bestaan van
Anti-Revolutionaire Partij
tft tot velerlei beschouwing
(leiding gegeven. Terecht,
int met de ARP is het Ne-
Bandse partijwezen gebo-
i Te midden van de andere
cties, was zij zeker niet de
Hst vitale, soms zelfs de
lest daadkrachtige.
I belangstelling voor dit ju-
eum is óók verdiend, óm-
t tevens het levenseinde
1 de honderdjarige in zicht
Int. Dat is, zo hebben enke-
partij-ins tan ties moeizaam
•list, nog een kwestie van
landen.
t ogenblik voor de eindaf-
jening breekt dus aan. Een
iele vraag verdient daarbij
pdacht. Ik denk dat nie-
Ind zal betwisten dat de
tP vooral voor de gerefor-
lerde gezindte groot eman-
latorisch werk heeft ver-
ht. Doch in hoeverre was
»r optreden, zoals een pro-
tandistisch geschledenis-
thaal suggereerde, ook het
derlandse volk ten baat?
geven werd beschouwd. Als oudere
anti-revolutionairen zoveel sympha-
tie koesterden voor het veizet der
Zuidafrikaanse boeren tegen het
Brits imperialisme, dan speelde een
gevoel van stamverwantschap (of
taal en geloof) stellig mee. Maar ln dit
verband moet ook worden getuigd,
dat veel anti-revolutionairen in het
verzet tegen de Duitsers hun manne
tje hebben gestaan.
Bovendien mag niet worden vergeten
dat de ARP een eeuw geleden zelf
gesticht werd vanuit een minder
heidspositie tegen een toen opper
machtig liberalisme, uit verzet tegen
de liberale schoolwet-Kappeyne, die
de openbare school wilde verbeteren
en dus naar toenmalig anti-revolutio
nair inzicht de bijzondere christelijke
school zou achterstellen.
opbouwen, met een eigen universi
teit, eigen kranten, eigen scholen, een
verwante vakorganisatie en omroep
vereniging.
De ARP was wel een typisch Neder
landse partij in die zin, dat zij een
oud-vaderlandse afkeer weerspiegel
de van een geweldadige revolutie, die
lang voor haar ontstaan, in het
rooms-katholieke Frankrijk had
plaatsgevonden. Daarbij zou. naar
het inzicht van de grote voorman
Groen van Prinsterer, de rechten van
de mens zijn gesteld boven de rech
ten van God, of anders gezegd, van
het door God ingesteld gezag.
Dat uitgangspunt heeft nogal eens
conserverend en verwarrend gewekt.
Groen was te zeer historicus om niet
van de Nederlandse opstand tegen
Spanje te hebben geleerd dat het
overheidsgezag kan falen, kan afdwa
len van door bovengestelde nonnen.
Hij was zelf ook geen ogendlenaar
van de Oranje-koningen van zijn tijd.
Absoluteren
Maar onder zijn volgelingen werd de
stelregel „gezag is gezag" vaak verab
soluteerd. Niet alle anti-revolutionai
ren hebben uitgemunt in begrip voor
de menselijke vrijheidsbelevenis; of
die nu sprak bij een Belgische af
scheiding of een Indonesiche op
stand. De ARP was met andere woor
den niet geheel vrij te pleiten van een
eng-Nederlandse houding, waarbij
het eigen standpunt als van God ge-
Principieel
Daarachter stak een principieel me
ningsverschil: de liberale opvatting
over wat wij tegenwoordig de waarde
vrijheid en objectiviteit van onder
wijs en onderzoek zouden noemen.
Maar wat de kleine luyden, de volge
lingen van Groen en Kuyper aan
sprak was dat die opvatting hun
recht om als ouders over de opvoe
ding van hun kinderen te beslissen,
onderdrukte. En zo kwamen zij sa
linen met de katholieken tot een ove-
joen handtekeningen kwam te staan.
In feite was het een buitenparlemen
taire actie om koning Willem in te
Leiding
rigens bescheiden volkspetitionne
ment waaronder bijna een half mil-
In die christelijke coalitie hebben de
antl-revolutuonairen veelal de leiding
genomen. En dat verklaart misschien
ook wel waarom het hun nu zo moei
lijk valt in het CDA een tweede stem
te moeten zingen. Wie de afgelegde
weg overziet, kan tellen dat het aan
tal anti-revolutionairen dat als voor
zitter van de ministerraad optrad,
groter was dan het aantal katholie
ken, die pas na de Eerste Wereldoor
log en de socialisten, die pas na de
Tweede Wereldoorlog tot het presidi
um van de ministerraad doordron
gen. Het premierschap in on3 land is
te lang omstreden gebleven en te laat
geformaliseerd om aan dit gegeven
aan beslissende betekenis toe te ken
nen. Maar het is een indicatie dat de
anti-revolutionaire invloed groter
was dan de getalsgesterkte mee
bracht. De macht van een minder
heid. En dat zegt iets voor wie zich
herinnert met hoeveel tegenzin de
anti-revolutionaire mannenbroeders
aanvankelijk de vrouwen de vrouw
tot actief en passief kiesrecht heb
ben toegelaten
Ere-lintjes
bewegen de door parlement en kie
zers goed bevonden wetsontwerp niet
te tekenen. Antirevolutionair?
Formeel is die actie niet beloond.
Maar Kuyper vond er wel de weg mee
naar politieke machtsvorming. An
ders dan Groen die zijn kracht had
gezocht ln isolement, ging hij een wat
destijds genoemd werd, „monsterver
bond" aan met katholieken, en vooral
met de priester Schaepman. Na de
grondwetsherziening van 1887 en
haar bescheiden uitbreiding van het
kiesrecht, lag het doel: de vorming
van een meerderheid ln het parle
ment, binnen zijn bereik. Een christe
lijke coalitie kon gaan regeren
Allereerst natuurlijk de financiële ge
lijkstelling van openbaar en bijzon
der onderwijs, al hadden de anti-revo-
lutionalren dit laatste nog liever tot
regel verheven.
De meeste emancipatorische bewe
gingen, die aan de macht ruiken, voe
len neiging hun minderheidspositie
te overtrekken. Toen in onze jaren
van ontkerstening, de grote dagen
der ARP eigenlijk al waren geteld, is
ln onze wetgeving hun merkteken
kenbaar gebleven. De drankwet van
Kuyper, de zedelijkheldswet van
Heemskerk, de wet tegen de godslas
tering van Donner tot aan de
voetbal to to wet toe. die ln de zestiger
jaren nog bijna een kabinetscrisis
veroorzaakte. Het ligt bij een partij
met een levensbeschouwelijke ach
tergrond voor de hand dat de voor
beelden vooral op dat terrein liggen.
Maar ook op sociaal gebied is het
anti-revolutionair beginsel van de
Wie de lijst met namen ziet van Mac-
kay, Kuyper, Heemskerk, Colijn, Ger
brandy. Zijlstra en Biesheuvel zal
niet louter ere-lintjes uitreiken. Maar
het waren zeker niet de minstzeggen-
den onder de premiers. De vruchten
van die machtspositie zijn op Neder
lands erf lang merkbaar gebleven
nairen. Maar Groen hield vast aan $e
vrijheid van parlementaire kritiek.-.
Die motie heeft geleid tot een ontwik
keling waarbij vast kwam te staan,
dat een kabinet niet genoeg heaft
alleen aan het vertrouwen van de
koning, maar dat het ook het vertroo-
soevereiniteit in eigen kring" her
kenbaar geweest in de opzet van de
sociale verzekering en de organisatie
der publiekrechtelijke bedrijfsorga
nisatie. Geen klassenstrijd, maar
naar het harmoniemodel samenwer
king van werkgevers en werknemers.
Niet louter zegeningen
Het volk ten baat? Nee wie een
honderdjarige loopbaan overziet
komt niet louter zegeningen tegen.
Maar dat geeft geen antwoord op de
vraag hoe deze betrekkelijk kleine
gereformeerde gezindte met een door
vele familiebanden tamelijk omslo
ten elite, zich zoveel invloed en net
genoeg vertrouwen bij achtereenvol
gens katholieken en hervormden en
later liberalen en socialisten heeft
verworven. Misschien komt dat wel
doordat anti-revolutionairen ook el
kaar durfden zeggen waar het op
stond. Men wist wat men aan de ARP
had en niet had.
Bovendien, bij het begin van ons par
lementair stelsel nog voor de ge
boorte van de ARP stond er een
motie van een antirevolutionair
Keuchenius. Die motie was waar
schijnlijk meer uit drift dan uit begin
sel geboren. ZIJ keurde de benoeming
van de conservatief Meijer tot gou
verneur-generaal van Nederlands-In-
dié af
Het conservatieve kabinet beschouw
de dat als een inbreuk op het konink
lijk prerogatief. Dat was een moeilijk
uitgangspunt voor de anti-revolutio-
wen van het parlement behoeft, at
thans door het parlement gedoogd
moet worden
3
Met die motie had de ARP zich ee$
geboortecertificaat voor een demt*
cratlsche ontwikkeling verworveii
dat ze in de beste ogenblikken u*
haar honderd Jarige bestaan is trouw
gebleven. Toen Colijn ln 1939 dj
strekking van die motie wilde neg»
ren en het met een minderheidskabi
net wilde proberen, betekende
meteen het einde van zijn pariemei»
taire loopbaan
Dr. Nico Cramer, is hoogleraar in dj
parlementaire geschiedenis li
Leiden.