en subjectief portret be honderdjarige, getekend door haar voorzitter lAG 6 APRIL 1979 P23-RHS27 oor Hans de Boer ■ikt neutraal, echt objectief, istaat nauwelijks. Ieder mens ireekt vanuit zijn positie. Ook ik inneer ik moet verklaren waar- ik mij in de ARP wel en niet rken, wat ik als ideaal zie en it niet. Een gekleurd verhaal Ook gaat het om mijn per- lonlijke ervaring, en van volle heid kan in een kranteartikel :en sprake zijn, wijze waarop mensen honderd jaar binnen de ARP opereerden gaven die rtij iets massiefs. De woorden rechtlij- stoer, onverzettelijk, principieel, of- bereid, eigenzinnig, lastig en kritisch, ren aan dat massieve, dat hoekige, gjfeur. Ik herken mij daarin en voel mij er 1 bij. Die houding deed de vaderen de ïoolstrijd aangaan én inzien dat het tionaal-socialisme geestelijke barbarij s, die om felle bestrijding vroeg. Princi- eel en kritisch: dan kin de baas-knecht- rhouding niet goed zijn omdat de arbei- r zijn loon waardig is. En sociale strijd oest het vervolg zijn. Dan bestaat het et dat wij in welvaart leven en er miljoe- n anderen van honger omkomen. Daar- n zag en aanvaardde de na-oorlogse ge- f( ratie een taak in Europa, in de wereld. itwikkelingshulp is geen gunst van de Lf ke, maar een recht van de arme. de door mij gebruikte typering van t-mensen reken je zowel met mondige met gezagsgetrouwe mensen. Een juis- keuze in 1894 als het om het verder twikkelen van de democratische rech- i van de burger gaat. En een herkenbare rtij als het de plaatsbepaling, het ambt in de overheid betreft. ok ARP Iweet wat je aan die anti's hebt. Maar iets gaat ook op in het negatieve. Dan )n ze even ombuigzaam en eigenzinnig. plaats die de partij in 1918 aan de buw toekende beter is niet toekende laat zich verklaren, maar niet goedpra- De klassiek liberale oplossingen die der Colijn voor het werkloosheids- aagstuk werden aangedragen, hadden inig relatie met de door Kuyper ge-' aagde architectonische kritiek op de menleving. De na-oorlogse Indië-poli- k past in het gezagsdenken van de rtij. In 1979 herken ik mij daar niet in. mdigheid en verantwoordelijkheid wa- begrippen die in de standpuntbepa- g niet doorklonken. En dat er enige itie zou kunnen zijn tussen de gevoels- leving van hen die in een tachtig-jarige >0 rlog het vreemde juk van een Spaanse ingeland (ook gewapenderhand en zich ;t( zettend tegen de overheid) wilden af- OCfrpen én de voor zelfbestuur opkomende ;nsen in Nederland-Indië, was een ge- chte die binnen de ARP niet leefde. igendom principiële houding kan, indien herij- ïg uitblijft, in starheid ontaarden. Ik 9 rik aan de zich jaren voortslepende dis- ssies over eigendomsverhoudingen en t vragen om een henzien van de verhou- J ig van arbeid en kapitaal, in relatie tot t vraagstuk van de medezeggenschaps- 11 ucturen in de bedrijven. Het uitgaan 7' n bijbelse waarden heeft de partij voor Tfel misstappen behoed. Mensen putten ook de kracht uit fouten te bekennen, (Jfuwe wegen in te slaan, zich te laten rrigeren of zich tegen wat verkeerd was verzetten. bfear ook dan is er de niet-herkenning. 'Ivoorbeeld wanneer er ter verdediging allesvernietigende kernwapens een npel beroep op Romeinen wordt ge- n, hetgeen ik als principieël verwerpe- beschouw. En, om een ander voor hield te geven, minderheidsgroepen heb- geen deel van leven gekregen omdat anti's zo voor hun rechten opkwamen. sjarakter wezenlijk vreemd is aan het politieke ™drag van ARP'ers, is het zich in allerlei g chten wringen om de kiezers naar de >nd te praten. Ik zeg de dingen zoals ik cfcen dat het moet; wie het daar niet mee )V ns is, laat zich maar horen of stemt een Igend maal een ander. De ARP is niet richt om bepaalde belangen te dienen. 4 is er ook niet om bij personen of )epen van personen in het gevlei te men. Herkenbaar is zij eerst wanneer zij Ël h opstelt vanuit het verlangen aan de li orwerking der beginselen te werken. f W 1979 heet dat: je tot het uiterste lnspan- n voor een samenleving die meer de [kken vertoont van een maatschappij ons in het Evangelie wordt voorgehou- n. Het arbeiden daaraan houdt zich niet :ig met kiezersgunst. De anti kijkt niet ,q de krant de kritieken na om daarna zijn fning bij te stellen. Als het goed zit. is de moderne ARP'er recht door zee. fn weet wat men aan hem heeft. Gekon- 1 en gedraai hoort niet bij de huisstijl. r >2 aarin je tenslotte een anti ook zou behó- n te herkennen is aan de gezindheid om De kleine luyden van 1879. Zo tekende het Franse blad „L'universe illustré" in het jaar waarin de ARP werd opgericht de Urker vissers in hun kerk. de ander uitnemender te achten dan zich zelf. Maar helaas die instelling valt hem kennelijk moeilijk. Ondenkbaar wordt voor mij de anti, wan neer hij zich op zijn bolwerk van socialis tenhaat terugtrekt. Want ook dan gaat be en veroordeling uit van het harde, hel massieve. Ouderen kan ik daarin nog vol gen, denkend aan de vooroorlogse bena dering van socialisten tegenover christen dom en koningshuis. Bij hen die jongei zijn dan zestig zijn. proef ik veel meer een hang naar het materiële, een verzet teger nivellering: een houding die zich niet met de door Abraham Kuyper gevraagde „hei lige onrust over het bestaande" verdraagt. En. om met een begrijpend woord van die anti-roodhouding af te stappen; die socia listen maken het er ook naar wanneer ze zo naar de slechtste AR-tradities politiek bedrijven: betweterig, arrogant en over- krltisch naar de ander toe. Recht doen Wanneer voortdurend blijkt dat mensen zich door het Evangelie willen laten gezeg gen, blijkt er ook iets van de ideale ARP. De moderne, zich autonoom voelende mens zal met God rekening moeten hou den en zijn ik-gerichtheid.laat varen. Voor het meer concreet duiden van een ideale ARP gebruik ik de trefwoorden recht doen, mondigheid-verantwoorde lijkheid en rentmeesterschap. Wat in een christelijke politieke partij niet ideaal is. laat zich in het spiegelbeeld van wat wordt voorgestaan lezen. Kloof tussen ideaal en werkelijkheid vanuit de span ning tussen willen en niet kunnen of echt niet bereid zijn zich door Gods appél in dienst te laten nemen? Ik denk beide, maar helaas ook vaak genoeg het laatste. Recht doen aan de geheel eigen plaats van de overheid en van de overige samenle vingsverbanden is ook in onze dagen een stellingname die het waard is verdedigd te worden. Aan de overheid is men, waar deze regeert bij de gratie Gods, naar haar ambt respect verschuldigd. In die zin is er wel degelijk van een roeping en van bij zonder gezag van de overheid sprake Respect krijgt de overheid echter niet om niet. Om het „niet heersen maar dienen" kan zij niet heen. Het bij „de gratie Gods" regeren veronderstelt dat het respect en het uitoefenen van gezag niet losgezien wordt van de bereidheid eigen ambtsuit oefening te toetsen aan grondbeginselen die het Evangelie aan overheden en bur gers voorhoudt. Een christelijke politieke partij staat of valt met de bereidheid altijd maar weer te willen opkomen voor al wat zwak is. wat zich zelf niet helpen kan. Dat gaat over directe hulp aan ontwikke lingslanden maar ook over het toetsen van je eigen economische regels aan de gevolgen ervan vooi de arme landen. Dat gaat over werkloosheidsuitkeringen, over de zorg voor gehandicapten en bejaarden, maar ook over de bereidheid zich bezig te houden met het vraagstuk van de arbeids tijdverkorting en deelarbeid, opdat soli dariteit met de werkloze echt blijke. Recht doen aan wat zwak is betekent aandacht voor de positie van de laagstbe taalden. Je niet neerleggen bij woning nood in die groep, maar ook het niet uit de weg gaan van taboe-onderwerpen als be tere leefomstandigheden van buitenland se werknemers, de achterstandssituatie van de gekleurde mens in Nederland en het eindelijk eens verbeteren van de rechtspositie van hen die niet of niet lan ger in de huwelijkse staat leven. Recht doen is voor mij ook het opkomen voor een samenleving in rijke verschei denheid. Ik verwacht niets van de versim peling via meerderheidscolleges waarin de „beste" samenleving door het „de meer derheid beslist" gewaarborgd moet wor den. Pluriformiteit is een groot goed. En aan subsidievoorwaarden, doelmatig- heldseisen en democratlsertngsvoorschrlf- ten zitten goede kanten. Ook kwade. Die van, misschien ongewild, cultuurafbraak, van het geen recht doen aan de idee dat een samenleving van minderheden gebaat is bij vrijheid, bij ruimte, bij kansen voor ontplooiing. Ook met overheidssubsidie staat vast dat regels voor een goed en verantwoord beheer van gemeenschaps gelden vanzelfsprekend aanvaardend doelstellingen beter tot hun recht kunnen komen, mensen meer welzijn, zonder al te stringente overheidsbemoeienis, door middel van een elk initiatief verstikkende bedil- en regelzucht Een Ideale invulling van wat AR-politiek zou dienen te zijn. gaat niet zonder de uitwerking van de trefwoorden mondig heid en verantwoordelijkheid. Alles is ge leend goed. De mens heeft het beheer gekregen. Absolute opvattingen over be zit en eigendom klinken niet zo bijbels. Wat doe je met de aan je zorgen toever trouwde mensen en bezittingen. Op de beantwoording van die vraag komt het aan. Wij zijn gehouden eikaars geluk te bevorderen, de ander als mens tot zijn recht te laten komen. In de politiek houdt dat in dat het willen nadenken over bij voorbeeld gezamenlijk gedragen verantwoordelijkheid voor een bedrijfsvoering principieel op ondersteu ning moet kunnen rekenen. De uitwerking staat ter discussie, maar de richting wordt ingegeven door de erkenning dat kapitaal en arbeid niet aan elkaar tegengestelde belangen hebben te behartigen maar als bedrijfsgemeenschap één doelstelling hebben. En als het daar niet op lijkt, ligt het meer voor de hand te veronderstellen dat de machtigen, de werkgevers posities willen handhaven dan op voorhand aan te nemen, dat werknemers niet in staat zou den zijn mede-verantwoordelijkheid te dragen. Open maatschappij Onder mondig zijn, versta ik bij een ideale invulling ook dat niemand het recht heeft voor anderen, zonder hem. zijn leven in te vullen. De maatschappij moet open en democratisch ingericht zijn opdat de per soonlijke geluksbeleving kans krijgt. In een bijbelse visie is er niets tegen rijkdom, macht, tegen hen die in hoogheid zijn gezeten. Maar dat al dient aangewend om God te eren en de naaste dienend lief te hebben. En bij wie dat uit overtuiging beleeft, komen macht en rijkdom in een ander licht te staan. Hij zet er zijn hart niet op, heeft door de waarde ervan leren heenkijken. Ik begeer ook een samenleving waarin de eigen verantwoordelijkheid van de enkele mens en de mens in gemeenschap meer kansen krijgt. De schaduwkant van een maatschappij die het goed gaat is dat zij de burger te veel uit handen k£n nemen en de verlokking voor de overheid is dat zij ook toegeeft. Dwang Bij Invulling van de begrippen mondig heid en verantwoordelijkheid denk ik ook aan iets geheel anders. Aan het verant woordelijk voor elkaar zijn, elkaar niet zo in mondigheid laten omkomen, dat er onverantwoordelijk handelen, leidend tot onmondigheid, uit voortvloeit. Het zoge naamde vrije spel der maatschappelijke krachten betekent voor velen alleen meer onvrijheid. Ik denk aan de indringende dwang van de reclame om maar meer te consumeren. Aan de vercommercialise ring van de sport die de speler onvrij, tot een reclame-object maakt. Bij mijn ideale invulling hoort het sluiten van de casino's en het in volwassenheid aanvaarden van filmkeuring omdat mondige mensen niet alle smeerlapperij en geweld wensen te accepteren, en het, in beleefde verant woordelijkheid. elkaar niet willen aandoen. Rentmeesterschap In mijn ideale visie op wat de ARP zou moeten voorstaan kom ik, vanuit onze zorg voor de Schepping uit bij grote terug houdendheid ten aanzien van kernener gie, meer zorg voor de natuur, het milieu en een sterker afwegen tegenover de wel vaartsverlangens van de vaak zo egoïsti sche mens; is vrije abortus in strijd met mijn opvattingen over normatief leven. Maar ik merk er tegelijkertijd bij op mij te ergeren aan hen die van een abortuswet als de thans voorliggende niets willen we ten. maar geen nacht wakker liggen van het aangevreten leven van miljoenen hon gerende. onrechte en uitgebuite mede mensen. Die de heiligheid van het leven zo hoog hebben dat zij, hoe paradoxaal ook. het willen beschermen met wapens die in een totale oorlog niet de bewoning van de aarde maar de baaierd (Jesaja 45:18) na derbij halen. En het is dan ook duidelijk dat een ideale ARP het naar mijn mening zou moeten durven stellen zonder kernwapens. Mis schien wel helemaal zonder wapentuig. Dat het realisme van bescherming door macht en geweld is vervangen door chris telijk realisme. Een realisme dat zich niet beroemt op wagens en paarden, maar zich beroemt in de naam van onze God. En het beste is niet van zo'n ideale ARP te dromen, maar om aan de verwezenlijking ervan keihard te werken. Hans de Boer is voorzitter van de anti revolutionaire partij.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 27