ntegratie Surinamers moeizaam proces aharaanse vrouwen vormen terke basis voor r fiterne conflicten komen naar buiten 'Rotterdam heeft geen oog voor crepeergevallen' jlTERDAG 10 MAART 1979 TROUW/KWARTET 23 i or Henny de Lange OTTERDAM/AMSTERDAM Na de gigantische problemen die zich hebben voorgedaan de opvang en huisvesting van de tienduizenden voormalige rijksgenoten in Nederland, men nu met name de grote steden steeds meer tot de ontdekking dat ze er niet zijn met het nbieden van woonruimte, onderwijs, werk en (sociale) voorzieningen. t integratie-proces, dat wil zeggen opnemen van de Surinamers als ijkwaardige groep in de Neder- samenleving (waarbij hun ntiteit wel in het gedrang dreigt te nen). blijkt uiterst moeizaam te lopen. Dat is wel geblekken uit de leurtenissen van de laatste weken Amsterdam en Rotterdam. Vooral jongere Surinamers zijn de afgelo- i weken meermalen openlijk in iflict gekomen met de gemeentelij overheden en verwacht wordt dat e tendens zich zal voortzetten. Surinaamse jongeren, die of mee- omen zijn door hun familieleden ïelf vol verwachting naar Neder- d zijn gekomen, zijn in veel geval- tot de conclusie gekomen dat ze van vooroordelen moeten over- nen en dat hun Surinamer-zijn ar al te vaak een beletsel vormt geaccepteerd te worden. Het ge- hiervan is dat ook binnen de naamse gemeenschap problemen staan: aan de ene kant groeit er groep van wat men zou kunnen men „gearriveerde" Surinamers, ijksgenoten die zich hoe langer meer gaan gedragen naar het eotiepe beeld van de Nederlan- terwijl er anderzijds een groep taat van vooral jongere Surina- s, die zich sterk bewust zijn en blijven van hun identiteit, e houding leidt er maar al te vaak dat deze jongeren niet geaccep- d worden en via werkloosheid al ien naar drugsverslaving en van- ruit terecht komen in de drugs- del of in de prostitutie. nflict groepen gaan zich tegen elkaar tten, wat onder meer naar buiten t in de Surinaamse instellingen, ijn er verenigingen gegroeid voor gearriveerde" Surinamers en or- saties die zich het lot van de peerge vallen" .aantrekken en uitsluitend richten op Surina- mers die het niet „gemaakt" hebben in dit land. Deze situatie is vooral in Rotterdam de afgelopen weken aan het licht ge komen in het conflict dat gerezen is tussen enerzijds het Centraal Op bouw Orgaan voor Surinamers (COOS) (dat in 1975 ontstaan is uit de behoefte aan een samenwerkingsver band, een overkoepelend orgaan voor alle Surinaamse instellingen op wel zij nsgebied in Rotterdam) en ander zijds de drie belangrijkste stichtin gen op welzijnsgebied en de gemeen te Rotterdam. Volgens het COOS, dat door de ge meente vrijwel uitgeschakeld is door het dichtdraaien van de subsidie kraan, heeft de gemeente doelbewust besloten tot deze „politieke coup", aldus voorzitter H. S. Soemodihardjo, „omdat het COOS te lastig werd". „Het COOS confronteerde de ge meente Rotterdam in toenemende mate met de nood onder de Surina mers op en rond de Kruiskade, de heroïne-problemen onder Surinaam se jongeren, de werkloosheid Kor tom, het COOS zette zich in voor de arme donder en niet voor de Surina mers die zich aangepast hebben aan het Nederlandse model." Volgens Soemodihardjo vond de ge meente Rotterdam dit „niet leuk". „Want de gemeente wil dat we zo snel mogelijk opgaan in de Nederlandse samenleving en dat wij allemaal net te Nederlanders worden." Naar de mening van de voorzitter van het COOS wordt op het Rotterdamse stadhuis niet geaccepteerd dat het accent wordt gelegd op de „rotte plekken" in de Surinaamse gemeen schap. Toen een deel van het COOS- bestuur zich onlangs schaarde achter de eisen van een groep jonge Surina mers, die nog steeds het kantoor van de Surinaamse welzljnsstichting SSBS bezet houdt, was dat een mooie gelegenheid voor de gemeente om het COOS uit te schakelen, is de mening van Soemodihardjo. De visie van de gemeente Rotterdam luidt heel anders: in een officiële ver klaring, die een dag na het begin van de bezettingsactie uitgegeven werd, lieten B. en W. weten dat zij het COOS niet langer als overlegover- gaan konden beschouwen. Temeer omdat de drie belangrijkste welzijns organisaties SSBS, Sahara en Su- rozu hun vertrouwen in het COOS hadden opgezegd. Volgens deze orga nisaties is het COOS ongeschikt om als overkoepelend orgaan op te tre den, omdat het zich achter activisten zou scharen. Ook hebben leden van deze organisaties verklaard meerma len bedreigd te zijn door leden van het COOS, waarbij hun zelfs „hel pistool op de borst" zou zijn gezet Voorts zou het COOS zich met hel beheer van de financiën bemoeien terwijl het alleen de financiële admi nistratie hoeft te voeren. De aantijging van het COOS als zou den de welzijnsorganisaties onvol doende oog hebben voor de nood on der de Kruiskade-Surinamers, is vol gens de organisaties uit de lucht ge grepen. De gemeente Rotterdam, die inmid dels de welzijnsorganisaties recht streeks subsidieert en niet meer via het COOS, weerspreekt de geruchten dat de gemeente deze bezettingsactie dankbaar heeft aangegrepen om het COOS uit te schakelen. „Er zijn altijd al problemen geweest met het COOS, dat zich vaker van middelen heeft bediend die de gemeente niet kan Tijdens een manifestatie in het Surinaamse ontmoetginscentrum Kwakoe hebben bestuurs leden van het Centraal Opbouw Orgaan voor Surinamers forse kritiek geuit aan het adres van de gemeente Rotterdam. Volgens bet COOS steunt de gemeente alleen die Surinaamse welzijnsorganisaties die nauwelijks aandacht hebben voor het heroïne-probleem onder Surinaamse jongeren. tolereren. Het COOS functioneert niet naar behoren, dat is de reden dat de subsidie is stopgezet, waarbij dan ook nog heeft meegespeeld dat het COOS niet langer het vertrouwen van de achterban geniet", aldus een ge meentelijke woordvoerder. 'Politieke coup' De verantwoordelijke wethouder, mevrouw Schmltz, heeft eveneens met klem ontkend dat er sprake is geweest van een „politieke coup" om eerst het COOS uit te schakelen en na verloop van tijd het totale Suri naamse welzijnswerk om op die ma nier het integratieproces kunstmatig te versnellen. De gemeente heeft wel degelijk het inzicht dat integratie van de Surinamers een proces van jaren is. „De gemeente is ervan overtuigd dat er voorlopig allerlei instellingen voor Surinamers nodig zijn. Als de Surinamers in Rotterdam uitsluitend aangewezen zouden zijn op onze alge mene dienstverlening, zouden ze on voldoende aan hun trekken komen en nog meer gediscrimineerd worden als nu het geval is", aldus een gemeente lijke zegsman. Kruiskade Dit welzijnsconflict kan volgens hem echter niet los gezien worden van wat er binnen de Surinaamse gemeen schap gebeurt en dan met name op de Kruiskade, het centrum in Rotter dam voor heroïnehandel en criminali teit. „Er is veel meer aan de hand dan een welzijnsconflict en de Kruiskade heeft daar heel veel mee te maken. Er is sprake van dreigementen over en weer met zelfs het pistool op de borst, telefoongesprekken worden afgeluis terd. Geloof me. de gemeente heeft het hier erg moeilijk mee: we weten genoeg, maar bewijzen kunnen we niets". Deze situatie heert ertoe geleid dat burgemeester Van der Louw (als hoofd van de politie) zich persoonlijk met de affaire is gaan bemoeien. Om dat Amsterdam ook tot over zijn oren in soortgelijke problemen zit, ligt het voorts in de bedoeling dat de Rotter damse wethouder Schmitz op bezoek gaat bij haar collega Irene Vorrink om zich te beraden over een gezamen lijke aanpak van deze ingewikkelde problematiek. Verdeeldheid Hoewel de gemeente Rotterdam het COOS nu heeft uitgeschakeld, zal er toch zo snel mogelijk een nieuw plat form komen vla hetwelk de gemeente de contacten met de Surinaamse wel zijnsorganisaties zal onderhouden, verwacht de zegsman van de gemeen te. Dit is ook hard nodig, gezien de verschillende groepen en belangen binnen de Surinaamse gemeenschap (hindoestanen, creolen, Javanen). „Er zal inderdaad nooit sprake zijn van een eensgezind Surinaams optre den", bevestigt Soemodihardjo. „Het COOS was er tot nutoe redelijk in geslaagd de verschillende groepen bijeen te brengen. De gemeente door kruist dit beleid nu en zaait met onze opheffing alleen maar een totale des integratie. Aan een snelle Integratie hoeft Rotterdam dan ook niet meer te denken. Zolang de voorzitter van één van de ruim dertig Surinaamse welzijnsorganisaties nog in een ver gadering durft te zeggen dat hij niet werkt voor ongeletterde, zwarte apen, zólang is er een COOS nodig, waar niet alleen de gearriveerde Surina mers maar ook aan lager wal geraak te jongeren een luisterend oor vinden voor hun problemen. Laat de ge meente dat goed bedenken. Ik heb haar gewaarschuwd, aldus Soemodi hardjo. n man hoeft niet meer om te kijken als hij zijn vrouw zoekt; zij staat naast hem en is zijn |ke." Een versregel uit de revolutionaire liederen van de Saharanen. In de nu vijf jaar ende strijd van het Frente Polisario als bevrijdingsbeweging van de West Sahara, neemt de iw een belangrijke plaats in. Johanneke Leestemaker Ier de bevrijding van de Saha- le vrouw bestaat er geen bevrij- van de West-Sahara is een stelre- an Polisario. De ontwikkeling le vrouwen wordt niet alleen uit zaak gesteund (de vrouwen ver- iwoordigen meer dan de helft •eschikbare mankracht) ook uit »gie van de revolutie. r het Spaanse bewind dat tot duurde was het voor de vrouwen •gelijk iets te leren. Er waren Spaanse scholen en daarop iten geen meisjes. Bij de machts- lame door Marokkaanse en etaanse militairen in 1974 was ocent van de Saharabewoners abeet. Het koloniale bewind on- erp de van huis uit vrije noma- ammen van de westelijke Saha- de Spaanse wetgeving. Voor de ren betekende dit dat zij hun dige positie moesten opgeven h moesten onderwerpen aan de laharaanse vrouw verliet in die fee maal haar woning: éénmaal trouwen en éénmaal om begra- e worden," vertelt Siniya Ah- Siniya werkt op het department luitenlandse Betrekkingen van emocratische Arabische Repu- Sahara (DARS). Zij is een toon- van de Saharaanse vrouwene- •atie, gekleed in de traditione- iwe kleur van de Saharaanse maar ongesluierd en zeer phtelingenkampen vluchtelingenkampen in het ijk puntje van Algerije leven vrouwen en kinderen. De SOjen kwamen te voet uit de bezet- tgebieden van de West Sahara chtten letterlijk met de Marok- s soldaten op de hielen. Voor ids rouwen was de tocht van hon or" n kilometers één van de eerste 9'° dat zij hun huizen verlieten. In 1 w zette gebied wonen nog onge- 00.000 mensen. Zwangere vrou- Ihn ünderen en oude mensen, die i de gelegenheid zijn om naar de a' tn te vluchten of zich bij de z'r Ha aan te sluiten. btt In 1975 trok Spanje zich te rug uit de West-Sahara en ver deelde het gebied onder Ma rokko en Mauretanië. Het Frente Polisario vocht toen al twee jaar voor een onafhanke lijke staat, de Democratische Arabische Republiek Sahara (DARS). De overdracht van de Saha ra betekende voor Polisario een verheviging van de strijd, omdat met name Marokko er alles aan gelegen was het fos- faatrijke land te bezetten. Ma rokko maakte ook aanspraak op het Mauretaanse gebied, maar zag daar van af om sa men met Mauretanië tegen het Polisario te vechten. Sinds Mauretanië in juli van het vo- .rige jaar een nieuw bewind kreeg, zijn de verhoudingen tussen dit land en Polisario sterk verbeterd. De Marok kaanse onderdrukking in het bezette gebied duurt echter nog onverminderd voort. hebben en zich een beetje thuis gaan voelen in de daira." Ook de andere taken in de kampen zijn verdeeld. In elke daira, een dorp van ongeveer 7000 mensen, functio neren vijf comité's met elk hun speci fieke taken. Een soort gemeenteraad bestuurt de diara. De besturen van de vierentwintig vluchtelingenkampen zijn vertegenwoordigd in de Nationa le Raad, de voorlopige regering van de DARS Bijna alle vrouwen zijn lid van de Vrouwenraad, een orgaan dat als vak bond en politieke partij fungeert en ook in de regering vertegenwoordigd is. Voor het slagen van de revolutie is het hard nodig dat de vrouwen aktief meewerken. Het Marokkaanse leger is veel beter uitgerust en de strijd van Polisario tegen dat leger is te vergelij ken met die van David tegen Goliath. Onderwijs oor gesneden om te zien wat er in zit: „een jongetje of een meisje". Ook het leven in de vluchtelingen kampen valt niet mee. Het stuk woes tijn, dat Algerije in bruikleen heeft afgestaan, bevat geen enkele voorzie ning. De kampen hebben zich zoveel mogelijk om de kleine oases heen gevormd. Maar van de vierentwintig daira's (kampdorpen) beschikken er maar enkele over vers water, de rest moet het doen met de aanvoer van tankauto's. Er is geen elektriciteit en alleen het Nationale ziekenhuis be schikt over een aggregaat. Het animo van de mannen voor de guerrillabe weging is groot. In vijf jaar tijd groei de het leger van Polisario van drie tot meer dan 250.000 guerrillastrijders. Er bleef voor de vrouwen niets anders over dan zelf het heft in handen te nemen en het leven in de kampen te organiseren. ren in het bezette land is zwaar. B Polisario moeten de kleine ,0Jpanse kooplui hoge belastingen terwijl de Marokkaanse andel wordt ontzien. Kinderen i maar zelden recht op onder- o voor de zieken zijn er geen üiingen. Het dragen van de tra- sb Saharaanse kleding is vol- voor een gevangenisverblijf. thode, die de Marokkaanse sol- gebruiken om de gevangen te en, variëren van het onder drinken van bleekwater tot bruik van elektrische schok- 'wangere vrouwen, verdacht Hendschap met guerrillastrij- 'orden 's nachts van hun bed en hun buiken worden opea- Ghalla Ali, burgemeesteres van het kamp El Ayoun, genoemd naar de hoofdstad. „Toen wij hier aankwa men was er niets. We wisten alleen dat we hier veilig waren voor de bom bardementen van de Marokkanen. Dat was het belangrijkste. We kwa men hier niet voor het comfort maar om het leven van onze kinderen en ons zelf te redden. „We hebben geprobeerd de familie den bij elkaar te houden. Vluchtelin gen uit het zelfde dorp wonen in één kamp. Hoewel het moeilijk is, probe ren we toch elke familie een eigen tent te geven. Nog steeds komen er dagelijks vluchtelingen binnen, soms wel negenhonderd op één dag. Die moeten allemaal onderdak en eten De belangrijkste taak van de vrou wen is het vormen van een sterke „thuisbasis". Het Saharaanse volk heeft een eeuw achterstand in te ha len en daarom moet iedereen naar school. Vrouwen, mannen en kinde ren moeten leren schrijven, lezen en rekenen. Het Comité Popular zorgt voor het onderwijs. In de vijf jaar revolutie is het percentage analfabe ten met twintig procent gedaald. Alle vrouwen gaan één dag in de week naar school. Tenminste als ze hun eigen leslokaal gebouwd hebben en iemand gevonden hebben die les kan geven. Voor de kinderen, jongens én meisjes is een leerplicht ingesteld van vijf tot veertien jaar. De onderwijzers zijn voor het overgrote deel Saha raanse studenten die hun studie in Madrid hebben afgebroken om het „eigen volk" te helpen. Een sterke thuisbasis betekent ook een gezonde thuisbasis. Het tweede grote comité zorgt voor de hygieijne. Het comité bestaat uit een net van veldwerksters die elk hun eigen wijk in de daira onder haar hoede heeft. De vrouwen bezoeken elke dag de tenten, helpen jonge moeders met hun baby en geven les in de dagelijk se hygiëne. De zieken sturen zij door naar het kamphospitaal. Als er ern stige zieken zijn, wordt de patiënt naar het tientallen kilometers verder op liggende nationale ziekenhuis ge bracht. Alleen daar werkt een gedi plomeerd arts. Epidemie Alle diara's liggen kilometers uit el kaar. Door de armoede en ondervoe ding is de kans op epidemieën erg groot. Een jaar geleden stierven er honderden kinderen aan een eenvou dige ziekte als mazelen. Van „blote voeten dokters" of andere ontwikke lingshulp is hiet nog nauwelijks sprake Alles wat er in de kampen wordt georganiseerd komt van de vrouwen zelf. Een bouwploeg maakt bij voor beeld de scholen en de ziekenhuisjes. De ploeg bestaat uit vijftig vrouwen, die hebben geleerd van zand en water huizen te bouwen. Op het heetste van de dag leggen ze mallen met nat zand te drogen. Met de zo ontstane brok ken steen bouwen ze muurtjes; nat zand dient als cement. Tijdens het werk leert de ploeg andere vrouwen hoe het moet. De meeste van deze gebouwtjes hebben een golfplaat of deken als dak. Met de primitieve mid delen die de vrouwen tot hun be schikking hebben is een stenen dak te moeilijk om te maken. In het november '78 opgerichte mili tair scholingskamp 27 februari wor den vrouwen opgeleid om aan de gu errillastrijd deel te nemen. De 27 fe- bruari-school is een tegenhanger van de 12 november-school, een militair trainingskamp voor mannen. Het is de bedoeling dat de vrouwelijke guer- rilleros de bewaking van de kampen op zich nemen en eventueel inzetbaar zijn voor de actieve guerrilla. De vrouwen van 27 februari hebben ploegendiensten ingesteld. In toerbeurt zorgen ze voor de kinderen, fouragering en het onderhoud van het kamp. De eerste lichting van het kamp zal voor de opbouw van nieu we, soortgelijke militaire scholen moeten zorgen. Met de militaire trai ning valt het trouwens wel mee. De vrouwen leren met een geweer om te gaan en hun conditie wordt vergroot. Het gebrek aan „echte" militaire ap paratuur maakt verdere scholing on mogelijk. Gelijkwaardig Terwijl de vrouwen vijf jaar gelegen nog in een aparte binnentent leefden mannen en vrouwen mochten niet in het zelfde vertrek zijn beleggen ze nu met mannen vergaderingen. De verhouding tussen mannen en vrou wen is voor de nieuwelingen in de kampen erg onzeker. In tegenstelling tot vrouwen in de Arabische buurlan den worden de vrouwen van Polisario behandeld als mensen, die ook iets zinnigs kunnen zeggen. De verande ring in het rolpatroon komt in de eerste plaats door de ongewone le vensomstandigheden. Maar de vrou wen zijn druk bezig verworven rech ten vast te leggen. Een werkgroep bestudeert de moge lijkheid om de huwelijkswetgeving aan te passen aan de huidige omstan digheden. Vroeger werd het huwelijk buiten medeweten van de kandida ten door de ouders geregeld. De grootte van de bruidsschat bepaalde toen de waarde van de vrouw. Nu worden de huwelijken alleen nog ge sloten op verzoek van de beide part ners. zonder enige bijbetaling. Blijven steunen Om deze rechten ook voor de toe komst te garanderen is de werkgroep bezig een geheel nieuwe wetgeving op schrift te stellen. Eén, die meer weg heeft van de ongeschreven wetten van het 8aharaanse nomadenvolk dan van de huidige Spaanse of Ma rokkaanse wetgeving. Zo bepalen de vrouwen mee hoe de eventuele toe komstige maatschappij er uit zal zien ÉflM Vrouwen van het Frente Polisario onderwijzen elkaar in de vluchtelingenkampen. Foto: Bert van Manen en vormen intussen hun eigen ge meenschap. Toch is het de vraag of de zelfstandi ge positie van de vrouw ook in de toekomst zal worden gehandhaafd. Uit de Algerijnse onafhankelijkheids strijd valt lering te trekken. Ook daar deden de vrouwen actief mee aan het verzet en de opbouw van een nieuwe socialistische staat. Er vormden zich vrouwenraden en de emancipatie was één van de paradepaardj es van de revolutie. Vrouwenraden zijn er nu nog steeds maar de emancipatie van de vrouw is blijven steken tussen de patriarchale wetten van de Islam en het vastgeroeste rolpatroon van de Algerijnse maatschappij. De huizen zijn in Algerije weer vrouwengevang- genissen geworden. De Saharanen zijn echter optimistisch: „Wij zullen niet toestaan dat onze vrouwen een stap terug moeten doen", menen de leiders van het Frente Polisario. Siniya Ahmed: „De Saharaanse vrou wen hebben zich meer gemanifes teerd dan de vrouwen in de Algerijnse vrijheidsstrijd. Bovendien duurt onze strijd langer dan de Algerijnse Hoe meer tijd de vrouwen hebben om hun achterstand in te halen, hoe groter de kans is op een zelfstandig leven in de toekomst." „Het verschil met Algerije is," geeft Siniya aan. „dat wij geen streng Isla mitisch volk zijn. De Saharanen heb ben altijd een buffer gevormd tussen Moestuin de Arabische volken van Noord Afri- w ka en de negerbevolking van Zuid Afrika. De Islam hebben we als gods dienst van de Arabieren overgeno men, maar het is nooit een allesover heersende religie geworden." krijgt zoveel er is. Niet dat er voldoen de voedsel is. Voor de materiële zaken is men afhankelijk van de giften van het buitenland. De Saharaanse Rode Halve maan, een Rode Kruis organi satie. zorgt voor de eerlijke verdeling. De Saharaanse vrouwen zijn in verge lijking met Arabische vrouwen uit zonderlijk vrij. Ook al is er van eman cipatie in de Europese zin van het woord nog geen sprake. De aangewe zen taak van de vrouwen blijft de zorg voor het nageslacht. Deze taak wordt verlicht door de voorzieningen die de vrouwen voor elkaar treffen. Kinderopvang, gemeenschappelijke maaltijden en werk is voor élke vrouw weggelegd. Gelijke beloning voor mannen en vrouwen staat niet ter discussie: niemand wordt betaald. Iedereen werkt voor de revolutie en Om het gebrek aan verse groenten en fruit op te heffen leggen vrouwen moestuinen aan. Bij het kamp Dah- kla is een tuin aangelegd rond de oase. De tuin doet het goed en levert tomaten, aubergines en paprika's aan het hospitaal. Bulten het kamp zijn de vrouwen bezig met de aanleg van een grotere moestuin. Voor de irriga tie is een put geslagen op een gunsti ge plaats, waar het zoete grondwater vlak aan de oppervlakte ligt. Van enig groen valt nog niets te be speuren. Toch is er voor de toekomst van de DARS een goede kans dat het land zelfstandig kan draalen. Met de grote fosfaatvoorraden (kunstmest) en de aanwezige zoetwaterbronnen onder de oppervlakte is het mogelijk de woestijn vruchtbaar te maken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1979 | | pagina 23