Nu luiden de klokken niet meer'
adeaustelsel in nieuwe
et drastisch beperkt
et geleidelijke verval van Morra en Lioessens
(lant kan vaak geld in plaats van geschenken vragen
FAMILIEBERICHTEN
fERDAG 30 DECEMBER 1978
FINANCIEN EN ECONOMIE
TROUW/KWARTET
O 29
t-
hotelier in Anjum meent, dat ik helemaal fout zit. Hij zegt:
ier moet je zijn, want hier gaat het bergop. Straks wordt
ie streek (Lauwersmeer) een recreatiegebied en daar pikken
iets verderop niets van mee. Het is en blijft daar een dooie
el."
or Henk Thomas
ts verderop" zijn de terpdorpen
rra en Lioessens, pal links van de
oweg tussen Dokkum en Lauwers-
en het doel van mijn reis. De
ideling om de twee dorpjes, over
bemodderde straatstenen is in
ïwelijks tien minuten gemaakt. In
enkel huis wordt het gordijn opzij
choven. Een nieuwsgierige blik.
rra en Lioessens zijn pas mooi op
te afstand bezien, op de horizon,
nengeperst tussen vale lucht en
n vale klei, die naar men zegt
vruchtbaar is, dat zelfs keien weer
lopen. De terpdorpen zelf hebben
een een zekere charme doordat er
het verleden nooit een ruimtelijk
lenaar met een lineaal heeft huis-
ïouden. Voor de rest is er weinig de
leite van het onthouden waard. Op
aat is niemand te zien, geen winke-
de of werkende mannen en vrou-
n, geen spelende kinderen. Huizen
stegen zijn niet schilderachtig. Er
jeen café, er is zelfs niets dat op een
rpscentrum bij de kerk lijkt. Als de
andag niet al een eind gevorderd
s, zou het zondag geweest kunnen
ch heeft de hotelier maar voor een
?1 gelijk. Weliswaar maken Morra
Lioessens zo op het oog en zeker
dagen een doodse indruk,
ar dat wil niet zeggen dat elk
3or van leven uit de dorpssamenle-
ig is geweken. Leven is er, al is dat
t bloedarm geworden na de oorlog.
erste aansalg
rgemeester R. W. Dijkstra noemt
oorzaken van het geleidelijke
val van Morra en Lioessens, twee
in de dertien dorpen die samen zijn
meente Oostdongeradeel vormen.
emigratiegolf in de jaren tussen
18 en 1960 was de eerste aanslag op
vitaliteit van dorpen als Morra en
Dessens. Vooral veel boerenzoons,
e in het Friese land geen ruimte
ier vonden yoor een eigen bedrijf,
Iden hun dorp vaarwel en vertrok-
n naar de Verenigde Staten of Ca-
ida. Het was in die tijd, dat de
echanisatie in het agrarisch bedrijf
achtig toesloeg. De boerenbedrij-
n moesten groeien in omvang wil-
:n ze op zijn minst kostendekkend
ljven. Boerenknechten en seizoens-
Jrkers werden door landbouwma-
ines vervangen. Ook zij zochten
n bestaan overzee of elders in Ne-
rland.
in meer recente datum, vervolgt
ïrgemeester Dijkstra, zijn de ruil-
trkavelingen, waardoor eveneens
lerenbedrijven en bijbehorende ar
beidsplaatsen worden afgestoten. De
laatste aanslag trof in het bijzonder
Morra en Lioessens: de zuivelfabriek
halverwege de twee dorpen, die veer
tig tot vijftig man werk verschafte,
sloot in 1973 de poort. De produktie
en een groot deel van de mensen die
er werkten, verhuisden naar Dok
kum. De zuivelfabriek, een bakstenen
bouwsel waarvan weinig ruiten heel
zijn gebleven, staat er nog. op een
lapje grond waar het onkruid kon
woekeren, het verval van de streek
accentuerend.
Beduidend
Aldus verminderde sinds de oorlog de
bevolking van Oostdongeradeel met
2100 tot 6400 zielen. In het grootste
dorp, Metslawier, wonen 1300 men
sen, in het kleinste 44. Morra heeft
250 inwoners, Lioessens 440. De groep
inwoners in de leeftijd van nul tot
achttien jaar, en de groep van boven
de vijftig liggen boven het landelijk
gemiddelde, terwijl de categorie van
twintig- tot vijftigjarigen (de arbeids-
leeftijd) daar beduidend onder zit.
Het is duidelijk, dat de uittocht van
2100 inwoners gevolgen heeft voor de
leefbaarheid van dorpen als Morra en
Lioessens. Eén gevolg was de komst
van Duitsers en Randstedelingen, die
leegkomende huizen als recreatiever
blijf voor weekeinde en vakantie kon
den betrekken. Aan deze nieuwko
mers is, naast het geboorte-overschot
(dat terugloopt), de bevolkingsgroei
sinds 1975 met dertig tot veertig per- WOrkpIddtS
sonen per jaar te danken. Zij vonden
in het noorden van Friesland „de
ruimte om te wonen, een echte verre
horizon, een plaats waar de longen
weer op adem komen, geen milieu
bedervende industrie en gelegenheid
tot zwemnnen en zeilen."
De verlaten zuivelfabriek, halverwege Morra en Lioessens.
kring werd te klein om een redelijk
bestaan op te bouwen.
Deze wervende tekst uit een folder,
die lag op de balie van het gemeente
huis in Metslawier heeft zijn doel
kennelijk niet voorbijgeschoten. De
komst van 'buitenstaanders' begon,
zeker in Morra, zorgwekkende vor
men aan te nemen. De gemeente be
sloot daarop bij verordening dat wo
ningen binnen de bebouwde kommen
niet voor recreatie mogen worden
bestemd.
De uittocht van de bevolking en
later de vergrijzing daarvan is
zoals in het geval van Morra en Lioes
sens een niet te keren ontwikke
ling. Immers, in het kielzog van de
boerenzoons, de landknechten en sei
zoenswerkers, verdwenen de kruide
nier, de drogist, de dokter, de kapper,
de bankier, de smid, enz. De klanten
Smid Bos uit Lioessens aarzelt maar
even als ik plotseling binnen stap. Als
hij hoort, dat ik wil praten over het
leven in het dorp, vroeger en nu, sluit
hij resoluut de werkplaats en hangt
een stuk karton met 'dicht' erop, voor
het raam. In de warme huiskamer ligt
een groen schrift 'contanten' op tafel
en wat rekeningen aan klanten. Een
(onbescheiden) blik leert, dat het om
kleine bedragen gaat. Smid Bos is
zoals burgemeester Dijkstra me al
had gezegd, een gemakkelijk vertel
ler. Bos woont al 58 jaar in Lioessens.
Is er geboren en getogen, heeft er zijn
ambacht verloren zien gaan.
„Och ja, ik heb me moeten aanpas
sen, anders had ik geen werk. Vroeger
had je hier twee smeden, maar de
concurrent is door mijn vader uitge
kocht. Ik besloeg paarden, repareer
de ploegen, eggen en alles wat er op
het land kapot ging. Maar het paard
is een tractor geworden en alle andere
spullen vervangen door grote machi
nes. Toen kwam er, ik geloof in 1940,
waterleiding en heb ik een opleiding
tot waterfitter gevolgd. Later kwam
er gas en ik werd gasfitter. Nu heb ik
werk genoeg. Ik doe loodgieters werk,
leg centrale verwarming aan en ik
repareer fietsen. Ik ben alleen geen
smid meer."
„Van de minstens zes kruideniers die
we hier vroeger hadden, is er nog
maar één over. Die verkoopt ook
groenten, fruit en melk. Voor de sla
ger moeten we naar Morra. Verleden
jaar bezorgden ze nog hier, maar dat
doen ze nu niet meer. Voor kleren
gaan we naar Dokkum. De drie bak
kers zijn allengs ook verdwenen.
Brood kan bij de kruidenier gehaald
worden. Er is een café, maar dat is nu
dicht. De bank is nog maar éénmaal
in de week open, op dinsdagochtend,
in het lokaal achter de kerk."
Opgejaagd
„Die zeven of acht Duitsers, die hier
in de vakanties komen, zijn wel beste
mensen, maar je hebt er als dorp
niets aan. Je ziet ze 's winters niet, ze
gaan niet naar de kerk, ze doen niet
mee aan het verenigingsleven en hun
kinderen gaan hier niet naar school.
Er kunnen beter mensen wonen, die
hier leven en werken".
Aardappelhandelaar N. Iedema,
raadslid voor het CDA in Oostdonge
radeel en de grootste werkgever in
Morra en Lioessens (ongeveer 25
man) zegt, dat de bevolking in Lioes
sens weer toeneemt door de komst
van recreanten uit het westen en het
oosten. Zij kochten goede huizen,
waarvoor de echte dorpelingen ook
wel belangstelling hadden. De laat-
sten kwamen echter niet aan bod
omdat de prijzen werden opgejaagd.
„Die nieuwkomers zoeken wat. Die
zoeken ruimte en frisse lucht. Toch
draait dat na een tijdje uit op een
teleurstelling en Je ziet veel westerlin
gen na een tijdje weer wegtrekken.
Hier in de buurt is door een wester
ling vijf jaar geleden een boerderij
met dertig hectaren land gekocht
voor 25.000 gulden. Die is dit jaar
weer verkocht voor 250.000 gulden
aan iemand uit Brabant. Geen mens
hier, die dat bedrag kan betalen."
„De toekomst? Ik weet het niet. Werk
is hier niet. We zullen eraan moeten
wennen, dat de mensen hier wonen en
in Dokkum werken. Trouwens in
Dokkum gaat het ook niet goed. Veel
bedrijven vertrekken naar Drachten.
Industrie aantrekken is moeilijk. We
zitten al moeilijk met de aardappelen
hier. Want als de consumentenprijzen
laag zijn, dan tellen de vervoerskos
ten en zitten wij moeilijk als we aard
appelen aan het westen moeten leve
ren. Nee, industrie zie ik niet zitten."
„De zuivelfabriek is belangrijk ge
weest voor Morra en Lioessens. Er
vonden niet alleen mensen werk,
maar de boer kon er ook zijn melk
kwijt. Nu wordt die boer door de fusie
op melktanks gedwongen. Daarvoor
moet hij investeren, zonder daar mis
schien het geld voor te hebben. De
kleine man wordt gepakt, ook door
die ruilverkavelingen. De man die op
een paar hectare zit. kan er niets bij
krijgen, ook al is dat nodig voor zijn
bestaan. Die zal misschien moeten
vertrekken. Er zijn er al veel gegaan,
maar een deel probeert zich aan te
passen en zoekt het heil in de tuin
bouw".
Van alles
A. M. Heegstra, 63 jaar is een voorma
lig smid. Hij woont in Morra en is weg
gesaneerd. „Ik kon via de sanering
meer krijgen dan als ik was blijven
werken. Mijn gezondheid liep boven
dien terug en kon het zware werk
eigenlijk niet meer aan".
Mevrouw Heegstra: „Alles verdwijnt
hier. Er zijn in de loop van de jaren
vijftig huizen, die best opgeknapt
hadden kunnen worden, afgebroken
en in Metslawier opgebouwd. We had
den in Morra van alles: een smid, een
schilder, drie bakkers, twee timmer
lieden, een kapper, een fietsenmaker,
een winkel voor kaas en klompen, een
groenteboer en vijf kruideniers. Ie
dereen is weggegaan. Alleen de sla
ger, de groenteman (met kruideniers
waren) en de schilder zijn gebleven."
Dan vervolgt de voormalige smid:
„De meeste mannen en vrouwen wer
ken in Dokkum. Die gaan 's ochtends
de deur uit en komen 's avonds weer
terug. Onze zoon is zes jaar bij de
marine geweest, als machinist op de
Karei Doorman. Toen zijn contract
was afgelopen kon hij hier geen werk
vinden, zoals alle jongens niet, die in
Dokkum naar de ambachtschool zijn
geweest. Daarom blijven ze maar in
de stad. Ook mijn zoon vond werk in
Dokkum, op een afzuiginstallatiefa-
briek. Maar toen er onvoldoende
werk was, kreeg hij als ongehuwde
zijn ontslag. Nu werkt hij bij de we
genbeveiliging, helemaal in Brabant
en helemaal zijn vak niet."
uur, één uur en zes uur 's avonds. Dan
kwamen de mensen van het land om
te schaften. Nu zie je niemand meer
alleen trekkers op het land. En de
klokken luiden helemaal niet meer"
„Er waren vroeger ook veel muziek
en zanguitvoeringen, dorpsfeesten
Het dorpsfeest is nog maar eens per
twee jaar. Nee, het verenigingsleven
is gewoon doorgegaan, daarin is niet
de klad gekomen. Wel zijn ze anders
geworden en meer op ontspanning ge
richt. Toen ik Jong was hadden we
een knapenvereniging, die in drie af
delingen was opgedeeld. In bijeen
komsten, zondags, werden altijd twee
of drie bijbelse onderwerpen bespro
ken. Nu zijn de knapen- en
meisjesverenigingen samengevoegd,
komt nog maar één bijbels onder
werp aan de orde.
Veel mensen
Er ging meer dan de middenstand
verloren in Morra en Lioessens: de
onderwijzers), omdat het aantal
schoolkinderen terugliep, de gezellig
heid, iets van het verenigingsleven,
de sportclub en de dominee. Smid
Bos: „Vroeger leefde alles meer. Dan
kwamen ze met paarden en wagens
naar de smederij, maakte je een
praatje. Je had in de nazomer het
hooien, de bieten- en aardappelcam
pagnes, waar altijd heel veel mensen
bij betrokken waren. Dan luidde drie
maal per dag de kerkklok, om acht
Te wensen
Ook Iedema vindt dat het vereni
gingsleven nog bloeit, zij het minder
dan tien tot vijftien jaar geleden. „De
jeugd is mobieler, heeft de televisie
en daardoor laten vooral de jeugdver
enigingen te wensen over. De drum
band kan alleen met de grootste
moeite in stand worden gehouden, de
fanfare draait en daarmee is wel alles
gezegd".
„Ook met de school gaat het moeilijk.
In de jaren vijftig is hij nog uitge
breid, maar 15 Jaar geleden waren er
nog maar 120 kinderen op. Nu is dat
aantal teruggelopen tot 68. Het moet
niet nog minder worden, want dan
moet er weer een leerkracht weg. Het
is voor Morra en Lioessens van het
grootste belang dat de school blijft
functioneren. Want als die wegvalt,
als de kinderen verder weg naar
school moeten, dan gaan de ouders
uiteindelijk ook."
„We hebben geen dominee. Ik zit in
de beroepingscommissie, maar ie
mand vinden is heel moeilijk. Er ko
men hier steeds minder dominees en
die er zijn dreigen weg te gaan. Van
de dertien dorpen hebben er vier of
vijf geen dominee. Er zijn weliswaar
voldoende dominees, maar die willen
niet meer de pastorie in. Ze gaan
tegenwoordig liever een andere rich
ting uit, bijvoorbeeld godsdienstle
raar, zendingswerk. Verder moet zo'n
man hier ook nog kunnen aarden en
dat lukte niet bij de westerse domi
nee, die we hier ooit hebben gehad
Daarbij komt, dat we een oudere do
minee niet kunnen hebben, die is te
duur voor ons".
Ook het oud worden in Morra en
Lioessens is anders geworden. Heegs
tra en zijn vrouw: „vroeger zorgden
de kinderen voor je als Je oud of ziek
was, en hielpen de buren altijd eei
handje mee. Je kon in Je eigen hui.
blijven. Nu de kinderen het dorp uit
trekken, blijft het bejaardentehuis.
Gekozen kan worden tussen het be
jaardentehuis in Metslawier en de
niet zo lang geleden klaar gekomen
be jaarden woningen in Lioessens.
oor Peter van Lakerveld
.MSTERDAM Het aanbie-
en in de winkel van een ca-
eau nadat de klant een be-
iaald bedrag heeft besteed,
al na 1 januari drastisch be-
erkt zijn. Dat is een van de
evolgen van de nieuwe Wet
eperking cadeaustelsel die
p de eerste dag van 1979 in
lerking treedt.
>e wet eind 1977 al in de Kamers
angenomen heeft ten doel een
4ind te maken aan de wildgroei bij de
adeauacties. De geschenkaanbie-
lingen werkten „prijsversluierend",
ei de regering toen het wetsontwerp
estijds werd ingediend.
'ot nu toe mocht een winkelier of
abrikant ieder willekeurig artikel
anbieden, hetzij gratis, hetzij tegen
lijbetaling. Een slager, bijvoorbeeld,
ton een plant cadeau doen aan de
lant die voor 25 gulden bij hem
[ekocht had. Dat is voortaan niet
neer mogelijk.
len van de belangrijkste beperkin-
;en op de huidige praktijk is name-
ijk dat een artikel dat gratis of met
lijbetaling wordt verstrekt ook ge-
voon in de winkel te koop moet zijn.
'oor de normaal gangbare prijs. Bo-
•endien moet deze koopwaar ook in
Ie drie voorafgaande maanden tot
iet assortiment van de winkelier be-
ïoord hebben. Dat nu is in het voor
beeld van de planten gevende slager
niet zo waarschijnlijk.
Vermoedelijk verkoopt de slager wel
dagelijks rookvlees. Het behoort tot
zijn assortiment. Hij mag daarom wel
reclame maken met de leus: ..bij aan
koop van 25 gulden een ons rookvlees
cadeau." Zoals de autodealer bij de
verkoop van een nieuwe wagen wel
een vloermat voor de auto mag geven
maar geen horloge.
Recht op geld
Ook op de „branche-eigen" cadeaus
ADVERTENTIE
BELEGGINGSFONDS VAN DE 7
Over het boekjaar 1978 zal aan de partici
panten, die op 31 december 1978 als zodanig
in het register staan ingeschreven, een uit
kering worden gedaan van netto 0,35 per
participatie.
Dit bedrag is betaalbaar per 2 januari 1979.
Amsterdam. 29 december 1978.
N.V. Beheermaatschappij van het
beleggingsfonds van de 7.
zit echter een beperking. De klant
heeft altijd het recht een vervangend
geldbedrag op te eisen, gelijk aan de
helft van het geboden voordeel. Stel
dat het onsje rookvlees voor twee
gulden geprijsd is. De klant heeft dan
recht op een gulden in geld. Of een
ander voorbeeld: biefstuk is te koop
voor zes gulden per half pond. De
slager kan zeggen: „wanneer u voor
25 bij mij koopt krijgt u die biefstuk
cadeau door drie gulden bijbetaling.
Ook in dat geval kan de klant geld
opeisen. Niet de helft van zes gulden
maar de helft van zijn voordeel 3),
dus 1,50.
Voor wie dit goed leest, zijn de rech
ten op een gelduitkering niet inge
wikkeld. Voor de winkelier of fabri
kant is het echter minder eenvoudig.
Want hij is verplicht in zijn reclame
te melden hoe het geschenk kan wor
den verkregen en hoe het vervangend
geldbedrag kan worden geincasseerd.
ïn een huis aan huis verspreid folder
tje gaat dat nog, maar moeilijker
wordt het in tv- of radioreclame of
zelfs luchtreclame. Op die manieren
aangeprezen cadeau-aanbiedingen
moeten echter ook in die gevallen de
eerder genoemde voorwaarden ken
baar maken.
Consumptieverwant
De strengere cadeaubepalingen zijn
niet van toepassing als het aangebo
den geschenk „consumptieverwant"
is. Het moet, met andere woorden,
gebruikt of verbruikt worden bij het
artikel waarbij het cadeau wordt ge
geven. Dat geeft de winkelier wel
binnen de beperkingen ruimte. Laten
we bij het voorbeeld van de slager
blijven. Als reclame geeft hij bij aan
koop van een pond rundvlees een
pakje margarine cadeau. De margari
ne is hier consumptieverwant omdat
we dit produkt kunnen gebruiken bij
het braden van het vlees. De nieuwe
bepalingen gelden niet en dat bete
kent dat de slager nu niet verplicht is
geld te geven als de klant dat wenst.
Dat speelt ook een rol bij de bekende
waardepunten op de koffie en thee
van Douwe Egberts. Cadeaus op ze
geltjes en bonnen mogen over het
algemeen niet in de nieuwe wet (geld
verstrekken bij inlevering van een
bepaalde hoeveelheid zegels trou
wens wel). Dat Douwe Egberts ge
woon kan doorgaan met het sinds
1924 bestaande puntenstysteem
komt omdat de cadeaus (kopjes, le
peltjes. koffiezetapparaten) con-
Door God werd thuis
gehaald
Eetje Rhebergen-
Bakker
te Utrecht.
Zij was voor ons een
moeder en oma en zij
betekende veel voor
ons.
Bennekom:
Ina en Gerrit
van der Gaast
en kinderen
sumptieverwant zijn. Douwe Egberts
behoeft dus geen geld te geven in
plaats van cadeaus, legt een woord
voerder uit.
De cadeaus voldoen bovendien nog
aan twee andere vereisten voor het
consumptieverwante artikel:
a) ze zijn voorzien van een in het oog
vallend, onuitwisbaar kenmerk, dat
aan het cadeau een duidelijk recla
mekarakter geeft
b) de waarde van de geschenken ligt
beneden 4 procent van de verkoop
prijs van de artikelen waarbij het
wordt gegeven. Wie voor een tientje
kopjes ontvangt, moet voor minstens
250 aan koffie of thee hebben
gekocht.
Drie halen, twee betalen
Ook na 1 januari zijn in sommige
gevallen cadeau-acties toegestaan,
met name wanneer ze niet prijsver-
sluierend werken of aansluiten bij
algemene of plaatselijke gebruiken.
In de wet genoemd is het „drie halen,
twee betalen". Voor de consument is
de waarde van zo'n aanbod overdui
delijk.
Ook tegen kleinigheden van geringe
waarde (de wetgever denkt aan een
cent of dertig) bestaat geen bezwaar
Deze cadeautjes behoeven dus niet
tot het assortiment van de winkel te
behoren, ook kan de consument geen
geld vragen. Uitzondering op de nieu
we regels is verder het boekenweek
geschenk, zoals bekend alleen be
schikbaar bij aankoop voor een zeker
bedrag bij de boekhandelaar. Wat
ook blijft is de premie of het cadeau
voor het nieuwe lid van een omroep
vereniging.
..Ik zal met vreugd in 't huis
des Heeren gaan. om daar
met lof Uw grooten naam te danken.
Jeruzalem gij hoort die blijde klanken:
elk heff' met mij den lof des Heeren aan!"
Psalm 116:11
Heden ging tot haar Heiland onze lieve zorgza
me moeder, groot- en overgrootmoeder
Eetje Bakker
weduwe van Peter Rhebergen
op de leeftijd van 84 jaar.
Middelburg:
F. Rhebergen
A. L. Rhebergen-van Aken
Utrecht:
S. van der Poel-Rhebergen
J. J. van der Poel
Vleuten:
A. M. K. Rhebergen
L. Rhébergen-Vogelaar
De Meern:
A. M. K. van der Wel-Rhebergen
Th. G. van der Wel
Woudenberg:
B. Corbijn van Willenswaard-
Rhebergen
's Heer Hendrikskinderen:
A. Rhebergen
M. Rhebergen-Doornebal
Calgary (Can.):
P, Rhebergen
P Rhebergen-de Rooy
klein- en achterkleinkinderen
Vleuten-de Meern, 28 december 1978.
Corr.-adres: Nijenrodelaan 7, de Meern
De overledene is opgebaard in de rouwkamer
van ziekenhuis „Oudenrijn" te Utrecht
Gelegenheid tot condoleren aldaar zaterdag
van 16.00-16.30 uur.
D.V. dinsdag 2 januari 1979 zal om 11.00 uur
een rouwdienst worden gehouden in de gere
formeerde kerk. Woerdlaan 14 te De Meern
waarna om 12.00 uur de teraardebestelling zal
plaatshebben op de Ned. Herv. begraafplaats
te De Meern.
Voor uw bewijs van medeleven en deelneming dat wij
mochten ontvangen na het overlijden van onze beste
vader, behuwd-, groot- en overgrootvader
Machiel Verwaal
weduwnaar van Aaltje Elisabeth Gennisse
betuigen wij u onze oprechte dank.
Uit aller naam:
E. Verwaal
Dordrecht, december 1978
Heden ging van ons heen mijn
lieve man, onze zorgzame vader
en grootvader
Cornells Jan Oostenrijk
geboren 6 maart 1888.
Hij wist zich in leven en sterven
veilig geborgen in Christus zijn
Heer.
Heemstede:
L. C. Oostenrijk-van den Berg
Hilversum:
A. J. Oostenrijk
A. M. Oostenrijk-Walda
Heemstede:
H. J. Oostenrijk
Hilversum:
L. Everts-Oostenrijk
E. W. Everts
Zuidhorn:
C. J. Oostenrijk
A. M. Oostenrijk-Huisman
en kleinkinderen
2102 XC Heemstede, 29 december 1978.
„De Heemhaven", von Brucken Focklaan 4,
Kamer 624.
De rouwdienst zal D.V. gehouden worden op
woensdag 3 januari a.s. om 11.00 uur in de
kapel „Irene" van Meer en Bosch, Achterweg
te Heemstede.
Waarna de begrafenis zal plaatshebben om
plm. 12.00 uur op de algemene begraafplaats te
Heemstede, daarna gelegenheid tot condoleren
in kapel „Irene".
Geen bezoek aan huis.
Op 28 december bereikte ons uit Paramaribo
het droevige bericht dat, voor ons onverwacht,
door de Heer is thuis gehaald onze schoonzoon,
zwager en oom
Roy Donald Tjon
echtgenoot van J. Schutte
op de leeftijd van 34 jaar.
vergeet nooit in het donker, wat God u in
het licht toevertrouwde
Vroomshoop:
H. Schutte
J. H. Schutte
H. Schutte-Diek
Ulrum:
D. J. Schutte
T. Schutte-Knol
Karin, Erik en Hermi
Vroomshoop
J A Schutte
F Schutte
J. van der Kamp
H. Schutte
W. Kaptein
H Schutte
R. Schutte-Dogger
Corr.-adres: Fam. Tjon-Schutte, Postbus 1811,
Paramaribo. Suriname.