Nu luiden de klokken niet meer' adeaustelsel in nieuwe et drastisch beperkt et geleidelijke verval van Morra en Lioessens (lant kan vaak geld in plaats van geschenken vragen FAMILIEBERICHTEN fERDAG 30 DECEMBER 1978 FINANCIEN EN ECONOMIE TROUW/KWARTET O 29 t- hotelier in Anjum meent, dat ik helemaal fout zit. Hij zegt: ier moet je zijn, want hier gaat het bergop. Straks wordt ie streek (Lauwersmeer) een recreatiegebied en daar pikken iets verderop niets van mee. Het is en blijft daar een dooie el." or Henk Thomas ts verderop" zijn de terpdorpen rra en Lioessens, pal links van de oweg tussen Dokkum en Lauwers- en het doel van mijn reis. De ideling om de twee dorpjes, over bemodderde straatstenen is in ïwelijks tien minuten gemaakt. In enkel huis wordt het gordijn opzij choven. Een nieuwsgierige blik. rra en Lioessens zijn pas mooi op te afstand bezien, op de horizon, nengeperst tussen vale lucht en n vale klei, die naar men zegt vruchtbaar is, dat zelfs keien weer lopen. De terpdorpen zelf hebben een een zekere charme doordat er het verleden nooit een ruimtelijk lenaar met een lineaal heeft huis- ïouden. Voor de rest is er weinig de leite van het onthouden waard. Op aat is niemand te zien, geen winke- de of werkende mannen en vrou- n, geen spelende kinderen. Huizen stegen zijn niet schilderachtig. Er jeen café, er is zelfs niets dat op een rpscentrum bij de kerk lijkt. Als de andag niet al een eind gevorderd s, zou het zondag geweest kunnen ch heeft de hotelier maar voor een ?1 gelijk. Weliswaar maken Morra Lioessens zo op het oog en zeker dagen een doodse indruk, ar dat wil niet zeggen dat elk 3or van leven uit de dorpssamenle- ig is geweken. Leven is er, al is dat t bloedarm geworden na de oorlog. erste aansalg rgemeester R. W. Dijkstra noemt oorzaken van het geleidelijke val van Morra en Lioessens, twee in de dertien dorpen die samen zijn meente Oostdongeradeel vormen. emigratiegolf in de jaren tussen 18 en 1960 was de eerste aanslag op vitaliteit van dorpen als Morra en Dessens. Vooral veel boerenzoons, e in het Friese land geen ruimte ier vonden yoor een eigen bedrijf, Iden hun dorp vaarwel en vertrok- n naar de Verenigde Staten of Ca- ida. Het was in die tijd, dat de echanisatie in het agrarisch bedrijf achtig toesloeg. De boerenbedrij- n moesten groeien in omvang wil- :n ze op zijn minst kostendekkend ljven. Boerenknechten en seizoens- Jrkers werden door landbouwma- ines vervangen. Ook zij zochten n bestaan overzee of elders in Ne- rland. in meer recente datum, vervolgt ïrgemeester Dijkstra, zijn de ruil- trkavelingen, waardoor eveneens lerenbedrijven en bijbehorende ar beidsplaatsen worden afgestoten. De laatste aanslag trof in het bijzonder Morra en Lioessens: de zuivelfabriek halverwege de twee dorpen, die veer tig tot vijftig man werk verschafte, sloot in 1973 de poort. De produktie en een groot deel van de mensen die er werkten, verhuisden naar Dok kum. De zuivelfabriek, een bakstenen bouwsel waarvan weinig ruiten heel zijn gebleven, staat er nog. op een lapje grond waar het onkruid kon woekeren, het verval van de streek accentuerend. Beduidend Aldus verminderde sinds de oorlog de bevolking van Oostdongeradeel met 2100 tot 6400 zielen. In het grootste dorp, Metslawier, wonen 1300 men sen, in het kleinste 44. Morra heeft 250 inwoners, Lioessens 440. De groep inwoners in de leeftijd van nul tot achttien jaar, en de groep van boven de vijftig liggen boven het landelijk gemiddelde, terwijl de categorie van twintig- tot vijftigjarigen (de arbeids- leeftijd) daar beduidend onder zit. Het is duidelijk, dat de uittocht van 2100 inwoners gevolgen heeft voor de leefbaarheid van dorpen als Morra en Lioessens. Eén gevolg was de komst van Duitsers en Randstedelingen, die leegkomende huizen als recreatiever blijf voor weekeinde en vakantie kon den betrekken. Aan deze nieuwko mers is, naast het geboorte-overschot (dat terugloopt), de bevolkingsgroei sinds 1975 met dertig tot veertig per- WOrkpIddtS sonen per jaar te danken. Zij vonden in het noorden van Friesland „de ruimte om te wonen, een echte verre horizon, een plaats waar de longen weer op adem komen, geen milieu bedervende industrie en gelegenheid tot zwemnnen en zeilen." De verlaten zuivelfabriek, halverwege Morra en Lioessens. kring werd te klein om een redelijk bestaan op te bouwen. Deze wervende tekst uit een folder, die lag op de balie van het gemeente huis in Metslawier heeft zijn doel kennelijk niet voorbijgeschoten. De komst van 'buitenstaanders' begon, zeker in Morra, zorgwekkende vor men aan te nemen. De gemeente be sloot daarop bij verordening dat wo ningen binnen de bebouwde kommen niet voor recreatie mogen worden bestemd. De uittocht van de bevolking en later de vergrijzing daarvan is zoals in het geval van Morra en Lioes sens een niet te keren ontwikke ling. Immers, in het kielzog van de boerenzoons, de landknechten en sei zoenswerkers, verdwenen de kruide nier, de drogist, de dokter, de kapper, de bankier, de smid, enz. De klanten Smid Bos uit Lioessens aarzelt maar even als ik plotseling binnen stap. Als hij hoort, dat ik wil praten over het leven in het dorp, vroeger en nu, sluit hij resoluut de werkplaats en hangt een stuk karton met 'dicht' erop, voor het raam. In de warme huiskamer ligt een groen schrift 'contanten' op tafel en wat rekeningen aan klanten. Een (onbescheiden) blik leert, dat het om kleine bedragen gaat. Smid Bos is zoals burgemeester Dijkstra me al had gezegd, een gemakkelijk vertel ler. Bos woont al 58 jaar in Lioessens. Is er geboren en getogen, heeft er zijn ambacht verloren zien gaan. „Och ja, ik heb me moeten aanpas sen, anders had ik geen werk. Vroeger had je hier twee smeden, maar de concurrent is door mijn vader uitge kocht. Ik besloeg paarden, repareer de ploegen, eggen en alles wat er op het land kapot ging. Maar het paard is een tractor geworden en alle andere spullen vervangen door grote machi nes. Toen kwam er, ik geloof in 1940, waterleiding en heb ik een opleiding tot waterfitter gevolgd. Later kwam er gas en ik werd gasfitter. Nu heb ik werk genoeg. Ik doe loodgieters werk, leg centrale verwarming aan en ik repareer fietsen. Ik ben alleen geen smid meer." „Van de minstens zes kruideniers die we hier vroeger hadden, is er nog maar één over. Die verkoopt ook groenten, fruit en melk. Voor de sla ger moeten we naar Morra. Verleden jaar bezorgden ze nog hier, maar dat doen ze nu niet meer. Voor kleren gaan we naar Dokkum. De drie bak kers zijn allengs ook verdwenen. Brood kan bij de kruidenier gehaald worden. Er is een café, maar dat is nu dicht. De bank is nog maar éénmaal in de week open, op dinsdagochtend, in het lokaal achter de kerk." Opgejaagd „Die zeven of acht Duitsers, die hier in de vakanties komen, zijn wel beste mensen, maar je hebt er als dorp niets aan. Je ziet ze 's winters niet, ze gaan niet naar de kerk, ze doen niet mee aan het verenigingsleven en hun kinderen gaan hier niet naar school. Er kunnen beter mensen wonen, die hier leven en werken". Aardappelhandelaar N. Iedema, raadslid voor het CDA in Oostdonge radeel en de grootste werkgever in Morra en Lioessens (ongeveer 25 man) zegt, dat de bevolking in Lioes sens weer toeneemt door de komst van recreanten uit het westen en het oosten. Zij kochten goede huizen, waarvoor de echte dorpelingen ook wel belangstelling hadden. De laat- sten kwamen echter niet aan bod omdat de prijzen werden opgejaagd. „Die nieuwkomers zoeken wat. Die zoeken ruimte en frisse lucht. Toch draait dat na een tijdje uit op een teleurstelling en Je ziet veel westerlin gen na een tijdje weer wegtrekken. Hier in de buurt is door een wester ling vijf jaar geleden een boerderij met dertig hectaren land gekocht voor 25.000 gulden. Die is dit jaar weer verkocht voor 250.000 gulden aan iemand uit Brabant. Geen mens hier, die dat bedrag kan betalen." „De toekomst? Ik weet het niet. Werk is hier niet. We zullen eraan moeten wennen, dat de mensen hier wonen en in Dokkum werken. Trouwens in Dokkum gaat het ook niet goed. Veel bedrijven vertrekken naar Drachten. Industrie aantrekken is moeilijk. We zitten al moeilijk met de aardappelen hier. Want als de consumentenprijzen laag zijn, dan tellen de vervoerskos ten en zitten wij moeilijk als we aard appelen aan het westen moeten leve ren. Nee, industrie zie ik niet zitten." „De zuivelfabriek is belangrijk ge weest voor Morra en Lioessens. Er vonden niet alleen mensen werk, maar de boer kon er ook zijn melk kwijt. Nu wordt die boer door de fusie op melktanks gedwongen. Daarvoor moet hij investeren, zonder daar mis schien het geld voor te hebben. De kleine man wordt gepakt, ook door die ruilverkavelingen. De man die op een paar hectare zit. kan er niets bij krijgen, ook al is dat nodig voor zijn bestaan. Die zal misschien moeten vertrekken. Er zijn er al veel gegaan, maar een deel probeert zich aan te passen en zoekt het heil in de tuin bouw". Van alles A. M. Heegstra, 63 jaar is een voorma lig smid. Hij woont in Morra en is weg gesaneerd. „Ik kon via de sanering meer krijgen dan als ik was blijven werken. Mijn gezondheid liep boven dien terug en kon het zware werk eigenlijk niet meer aan". Mevrouw Heegstra: „Alles verdwijnt hier. Er zijn in de loop van de jaren vijftig huizen, die best opgeknapt hadden kunnen worden, afgebroken en in Metslawier opgebouwd. We had den in Morra van alles: een smid, een schilder, drie bakkers, twee timmer lieden, een kapper, een fietsenmaker, een winkel voor kaas en klompen, een groenteboer en vijf kruideniers. Ie dereen is weggegaan. Alleen de sla ger, de groenteman (met kruideniers waren) en de schilder zijn gebleven." Dan vervolgt de voormalige smid: „De meeste mannen en vrouwen wer ken in Dokkum. Die gaan 's ochtends de deur uit en komen 's avonds weer terug. Onze zoon is zes jaar bij de marine geweest, als machinist op de Karei Doorman. Toen zijn contract was afgelopen kon hij hier geen werk vinden, zoals alle jongens niet, die in Dokkum naar de ambachtschool zijn geweest. Daarom blijven ze maar in de stad. Ook mijn zoon vond werk in Dokkum, op een afzuiginstallatiefa- briek. Maar toen er onvoldoende werk was, kreeg hij als ongehuwde zijn ontslag. Nu werkt hij bij de we genbeveiliging, helemaal in Brabant en helemaal zijn vak niet." uur, één uur en zes uur 's avonds. Dan kwamen de mensen van het land om te schaften. Nu zie je niemand meer alleen trekkers op het land. En de klokken luiden helemaal niet meer" „Er waren vroeger ook veel muziek en zanguitvoeringen, dorpsfeesten Het dorpsfeest is nog maar eens per twee jaar. Nee, het verenigingsleven is gewoon doorgegaan, daarin is niet de klad gekomen. Wel zijn ze anders geworden en meer op ontspanning ge richt. Toen ik Jong was hadden we een knapenvereniging, die in drie af delingen was opgedeeld. In bijeen komsten, zondags, werden altijd twee of drie bijbelse onderwerpen bespro ken. Nu zijn de knapen- en meisjesverenigingen samengevoegd, komt nog maar één bijbels onder werp aan de orde. Veel mensen Er ging meer dan de middenstand verloren in Morra en Lioessens: de onderwijzers), omdat het aantal schoolkinderen terugliep, de gezellig heid, iets van het verenigingsleven, de sportclub en de dominee. Smid Bos: „Vroeger leefde alles meer. Dan kwamen ze met paarden en wagens naar de smederij, maakte je een praatje. Je had in de nazomer het hooien, de bieten- en aardappelcam pagnes, waar altijd heel veel mensen bij betrokken waren. Dan luidde drie maal per dag de kerkklok, om acht Te wensen Ook Iedema vindt dat het vereni gingsleven nog bloeit, zij het minder dan tien tot vijftien jaar geleden. „De jeugd is mobieler, heeft de televisie en daardoor laten vooral de jeugdver enigingen te wensen over. De drum band kan alleen met de grootste moeite in stand worden gehouden, de fanfare draait en daarmee is wel alles gezegd". „Ook met de school gaat het moeilijk. In de jaren vijftig is hij nog uitge breid, maar 15 Jaar geleden waren er nog maar 120 kinderen op. Nu is dat aantal teruggelopen tot 68. Het moet niet nog minder worden, want dan moet er weer een leerkracht weg. Het is voor Morra en Lioessens van het grootste belang dat de school blijft functioneren. Want als die wegvalt, als de kinderen verder weg naar school moeten, dan gaan de ouders uiteindelijk ook." „We hebben geen dominee. Ik zit in de beroepingscommissie, maar ie mand vinden is heel moeilijk. Er ko men hier steeds minder dominees en die er zijn dreigen weg te gaan. Van de dertien dorpen hebben er vier of vijf geen dominee. Er zijn weliswaar voldoende dominees, maar die willen niet meer de pastorie in. Ze gaan tegenwoordig liever een andere rich ting uit, bijvoorbeeld godsdienstle raar, zendingswerk. Verder moet zo'n man hier ook nog kunnen aarden en dat lukte niet bij de westerse domi nee, die we hier ooit hebben gehad Daarbij komt, dat we een oudere do minee niet kunnen hebben, die is te duur voor ons". Ook het oud worden in Morra en Lioessens is anders geworden. Heegs tra en zijn vrouw: „vroeger zorgden de kinderen voor je als Je oud of ziek was, en hielpen de buren altijd eei handje mee. Je kon in Je eigen hui. blijven. Nu de kinderen het dorp uit trekken, blijft het bejaardentehuis. Gekozen kan worden tussen het be jaardentehuis in Metslawier en de niet zo lang geleden klaar gekomen be jaarden woningen in Lioessens. oor Peter van Lakerveld .MSTERDAM Het aanbie- en in de winkel van een ca- eau nadat de klant een be- iaald bedrag heeft besteed, al na 1 januari drastisch be- erkt zijn. Dat is een van de evolgen van de nieuwe Wet eperking cadeaustelsel die p de eerste dag van 1979 in lerking treedt. >e wet eind 1977 al in de Kamers angenomen heeft ten doel een 4ind te maken aan de wildgroei bij de adeauacties. De geschenkaanbie- lingen werkten „prijsversluierend", ei de regering toen het wetsontwerp estijds werd ingediend. 'ot nu toe mocht een winkelier of abrikant ieder willekeurig artikel anbieden, hetzij gratis, hetzij tegen lijbetaling. Een slager, bijvoorbeeld, ton een plant cadeau doen aan de lant die voor 25 gulden bij hem [ekocht had. Dat is voortaan niet neer mogelijk. len van de belangrijkste beperkin- ;en op de huidige praktijk is name- ijk dat een artikel dat gratis of met lijbetaling wordt verstrekt ook ge- voon in de winkel te koop moet zijn. 'oor de normaal gangbare prijs. Bo- •endien moet deze koopwaar ook in Ie drie voorafgaande maanden tot iet assortiment van de winkelier be- ïoord hebben. Dat nu is in het voor beeld van de planten gevende slager niet zo waarschijnlijk. Vermoedelijk verkoopt de slager wel dagelijks rookvlees. Het behoort tot zijn assortiment. Hij mag daarom wel reclame maken met de leus: ..bij aan koop van 25 gulden een ons rookvlees cadeau." Zoals de autodealer bij de verkoop van een nieuwe wagen wel een vloermat voor de auto mag geven maar geen horloge. Recht op geld Ook op de „branche-eigen" cadeaus ADVERTENTIE BELEGGINGSFONDS VAN DE 7 Over het boekjaar 1978 zal aan de partici panten, die op 31 december 1978 als zodanig in het register staan ingeschreven, een uit kering worden gedaan van netto 0,35 per participatie. Dit bedrag is betaalbaar per 2 januari 1979. Amsterdam. 29 december 1978. N.V. Beheermaatschappij van het beleggingsfonds van de 7. zit echter een beperking. De klant heeft altijd het recht een vervangend geldbedrag op te eisen, gelijk aan de helft van het geboden voordeel. Stel dat het onsje rookvlees voor twee gulden geprijsd is. De klant heeft dan recht op een gulden in geld. Of een ander voorbeeld: biefstuk is te koop voor zes gulden per half pond. De slager kan zeggen: „wanneer u voor 25 bij mij koopt krijgt u die biefstuk cadeau door drie gulden bijbetaling. Ook in dat geval kan de klant geld opeisen. Niet de helft van zes gulden maar de helft van zijn voordeel 3), dus 1,50. Voor wie dit goed leest, zijn de rech ten op een gelduitkering niet inge wikkeld. Voor de winkelier of fabri kant is het echter minder eenvoudig. Want hij is verplicht in zijn reclame te melden hoe het geschenk kan wor den verkregen en hoe het vervangend geldbedrag kan worden geincasseerd. ïn een huis aan huis verspreid folder tje gaat dat nog, maar moeilijker wordt het in tv- of radioreclame of zelfs luchtreclame. Op die manieren aangeprezen cadeau-aanbiedingen moeten echter ook in die gevallen de eerder genoemde voorwaarden ken baar maken. Consumptieverwant De strengere cadeaubepalingen zijn niet van toepassing als het aangebo den geschenk „consumptieverwant" is. Het moet, met andere woorden, gebruikt of verbruikt worden bij het artikel waarbij het cadeau wordt ge geven. Dat geeft de winkelier wel binnen de beperkingen ruimte. Laten we bij het voorbeeld van de slager blijven. Als reclame geeft hij bij aan koop van een pond rundvlees een pakje margarine cadeau. De margari ne is hier consumptieverwant omdat we dit produkt kunnen gebruiken bij het braden van het vlees. De nieuwe bepalingen gelden niet en dat bete kent dat de slager nu niet verplicht is geld te geven als de klant dat wenst. Dat speelt ook een rol bij de bekende waardepunten op de koffie en thee van Douwe Egberts. Cadeaus op ze geltjes en bonnen mogen over het algemeen niet in de nieuwe wet (geld verstrekken bij inlevering van een bepaalde hoeveelheid zegels trou wens wel). Dat Douwe Egberts ge woon kan doorgaan met het sinds 1924 bestaande puntenstysteem komt omdat de cadeaus (kopjes, le peltjes. koffiezetapparaten) con- Door God werd thuis gehaald Eetje Rhebergen- Bakker te Utrecht. Zij was voor ons een moeder en oma en zij betekende veel voor ons. Bennekom: Ina en Gerrit van der Gaast en kinderen sumptieverwant zijn. Douwe Egberts behoeft dus geen geld te geven in plaats van cadeaus, legt een woord voerder uit. De cadeaus voldoen bovendien nog aan twee andere vereisten voor het consumptieverwante artikel: a) ze zijn voorzien van een in het oog vallend, onuitwisbaar kenmerk, dat aan het cadeau een duidelijk recla mekarakter geeft b) de waarde van de geschenken ligt beneden 4 procent van de verkoop prijs van de artikelen waarbij het wordt gegeven. Wie voor een tientje kopjes ontvangt, moet voor minstens 250 aan koffie of thee hebben gekocht. Drie halen, twee betalen Ook na 1 januari zijn in sommige gevallen cadeau-acties toegestaan, met name wanneer ze niet prijsver- sluierend werken of aansluiten bij algemene of plaatselijke gebruiken. In de wet genoemd is het „drie halen, twee betalen". Voor de consument is de waarde van zo'n aanbod overdui delijk. Ook tegen kleinigheden van geringe waarde (de wetgever denkt aan een cent of dertig) bestaat geen bezwaar Deze cadeautjes behoeven dus niet tot het assortiment van de winkel te behoren, ook kan de consument geen geld vragen. Uitzondering op de nieu we regels is verder het boekenweek geschenk, zoals bekend alleen be schikbaar bij aankoop voor een zeker bedrag bij de boekhandelaar. Wat ook blijft is de premie of het cadeau voor het nieuwe lid van een omroep vereniging. ..Ik zal met vreugd in 't huis des Heeren gaan. om daar met lof Uw grooten naam te danken. Jeruzalem gij hoort die blijde klanken: elk heff' met mij den lof des Heeren aan!" Psalm 116:11 Heden ging tot haar Heiland onze lieve zorgza me moeder, groot- en overgrootmoeder Eetje Bakker weduwe van Peter Rhebergen op de leeftijd van 84 jaar. Middelburg: F. Rhebergen A. L. Rhebergen-van Aken Utrecht: S. van der Poel-Rhebergen J. J. van der Poel Vleuten: A. M. K. Rhebergen L. Rhébergen-Vogelaar De Meern: A. M. K. van der Wel-Rhebergen Th. G. van der Wel Woudenberg: B. Corbijn van Willenswaard- Rhebergen 's Heer Hendrikskinderen: A. Rhebergen M. Rhebergen-Doornebal Calgary (Can.): P, Rhebergen P Rhebergen-de Rooy klein- en achterkleinkinderen Vleuten-de Meern, 28 december 1978. Corr.-adres: Nijenrodelaan 7, de Meern De overledene is opgebaard in de rouwkamer van ziekenhuis „Oudenrijn" te Utrecht Gelegenheid tot condoleren aldaar zaterdag van 16.00-16.30 uur. D.V. dinsdag 2 januari 1979 zal om 11.00 uur een rouwdienst worden gehouden in de gere formeerde kerk. Woerdlaan 14 te De Meern waarna om 12.00 uur de teraardebestelling zal plaatshebben op de Ned. Herv. begraafplaats te De Meern. Voor uw bewijs van medeleven en deelneming dat wij mochten ontvangen na het overlijden van onze beste vader, behuwd-, groot- en overgrootvader Machiel Verwaal weduwnaar van Aaltje Elisabeth Gennisse betuigen wij u onze oprechte dank. Uit aller naam: E. Verwaal Dordrecht, december 1978 Heden ging van ons heen mijn lieve man, onze zorgzame vader en grootvader Cornells Jan Oostenrijk geboren 6 maart 1888. Hij wist zich in leven en sterven veilig geborgen in Christus zijn Heer. Heemstede: L. C. Oostenrijk-van den Berg Hilversum: A. J. Oostenrijk A. M. Oostenrijk-Walda Heemstede: H. J. Oostenrijk Hilversum: L. Everts-Oostenrijk E. W. Everts Zuidhorn: C. J. Oostenrijk A. M. Oostenrijk-Huisman en kleinkinderen 2102 XC Heemstede, 29 december 1978. „De Heemhaven", von Brucken Focklaan 4, Kamer 624. De rouwdienst zal D.V. gehouden worden op woensdag 3 januari a.s. om 11.00 uur in de kapel „Irene" van Meer en Bosch, Achterweg te Heemstede. Waarna de begrafenis zal plaatshebben om plm. 12.00 uur op de algemene begraafplaats te Heemstede, daarna gelegenheid tot condoleren in kapel „Irene". Geen bezoek aan huis. Op 28 december bereikte ons uit Paramaribo het droevige bericht dat, voor ons onverwacht, door de Heer is thuis gehaald onze schoonzoon, zwager en oom Roy Donald Tjon echtgenoot van J. Schutte op de leeftijd van 34 jaar. vergeet nooit in het donker, wat God u in het licht toevertrouwde Vroomshoop: H. Schutte J. H. Schutte H. Schutte-Diek Ulrum: D. J. Schutte T. Schutte-Knol Karin, Erik en Hermi Vroomshoop J A Schutte F Schutte J. van der Kamp H. Schutte W. Kaptein H Schutte R. Schutte-Dogger Corr.-adres: Fam. Tjon-Schutte, Postbus 1811, Paramaribo. Suriname.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 29