Een bedreigend CDA-rapport? De tekening van een lezer Van den Doel en 'Gespreide Verantwoordelijkheid' van citroen vermager je niet Discussie over verantwoordelijkheid to 7>e i*eTbes*vf<. Zegeltjes bij melk mag van Hazekamp Eindexamen per vak ook in het dagonderwijs franse slag beeldenares 'oor door prof, dr H. J. van Zuthem en drs H. Borstlap "ia iNDERDAG 5 OKTOBER 1978. BINNENLAND TROUW/KWARTET hij Het enthousiasme waarmee H. van den Doel in Trouw van dinsdag jl. de lijn van denken in het and< CDA-rapport „Gespreide Verantwoordelijkheid" zacht gezegd bestrijdt, laat ons geen mdere conclusie dan dat wij kennelijk op het hart van de schrijver hebben getrapt. En wij lullen niet ontkennen, dat een pleidooi voor een intensieve verantwoordelijkheidsbeleving op en^een zo lang mogelijk niveau heel bedreigend moet overkomen voor een verklaard voorstander iog a van een geleide loonpolitiek en van het socialiseren van de vraag. Bedreigend ook voor een denken dat slechts weet wil hebben van kapitalisme of staatssocialisme, en van een denken 01 dat geen raad weet met een maatschappijvisie waarin overheid en samenleving beide heel jkmJ wezenlijke maar wel van elkaar gescheiden verantwoordelijkheden hebben. Ons verhaal past ch pi niet in een denken dat slechts een keuze kent tussen liberale vrijheid enerzijds en een geleide spui locialistische planeconomie aan de andere kant. ren» *iaar deze verschillen van inzicht ver- 00rklaren nog niet de onzorgvuldigheid n Van den Doel zlch bii de besPre* op i ktoS van ons raPPort in deze Krant -*~?nt te kunnen veroorloven. Wij de 0p willen niet verzwijgen dat zijn betoog te (y ook enige ergernis bij ons oproept, og ni wnwege het op enkele punten onheu- orob en onbillijke karakter van zijn be- ^-ireking. Heeft Van den Doel zich erkelijk enige moeite willen ge- isten om de lijn van ons rapport 1 te verstaan? Van den Doel heeft in ieder geval met stijgende verontwaardiging ons rap- gelezen. Aan het slot van zijn kei kent zijn verontwaardiging grenzen meer en schroomt hij va ons onbarmhartigheid en on- l0gni christelijkheid in de schoenen te etvd Khuiven. Hoe is het mogelijk dat erM iemand zo volkomen voorbij kan gaan aan de essenties en de bedoelin- gen van het rapport? ns Georiënteerde vera ntwoordelij kheid Het sleutelbegrip in ons rapport is *raffl een georiënteerde verantwoordelij k- held. Geen verantwoordelijkheid der- "yjj halve zonder meer; het gaat ons om een verantwoordelijkheid die zich 'Jm ikM °P rentmeesterschap en solida- ïroaui Heel nadrukkelijk en bij herha- oon ling wordt dit begrip in onze studie en P beklemtoond. Tokch ziet Van den m- Doel kans deze oriëntaties in zijn is R bespreking te negeren, waardoor hij Cohi 4e indruk wekt dat het rapport ver- Fit utwoordelijkheid gelijkstelt met een E)( -mjheid die slechts het eigen belang >r Pa °P het °°6 kan hebben, or Nk| Van den Doel opent zijn artikel met een betoog over de effecten van de inomische orde, die wij verwaar- 1 ng, r lete m echlp- reldboi - realiseren van een verlangen op het kaar gevonden op een zo laag moge- aar to( wijdte aan de verantwoordelijkheid zit. In alle bescheidenheid: heel hoofdstuk drie gaat over deze proble matiek. In de ruim twintig pagina's van dit hoofdstuk hadden wij dan ook voldoende ruimte om aan te ge ven, dat de reikwijdte niet alleen een geografische dimensie heeft, zoals Van den Doel suggereert, maar ook betrekking heeft op de tijd (de effec ten van ons handelen nu voor de toekomstige generaties), evenals op de niet in geld meetbare aspecten: begrippen als rechtvaardigheid, vele milieugoederen, de gewenste interna tionale arbeidsverdeling. Deze reikwijdte-begrippen zullen de bedrijfsgenoten binnen de onderne ming zelf zoveel mogelijk in de be drijfsvoering moeten verinnerlijken. Dat is een kernthema uit ons rapport. Het maakt op ons niet zoveel indruk als Van den Doel opmerkt dat „alge meen" is aanvaard, dat slechts op een hoger niveau over de zogenaamde externe effecten besloten kan wor den. Deze theorie gaat ervan uit dat mensen alleen verantwoordelijk kun nen zijn voor hun eigen belang. Deze theorie kent slechts de voluit kapita listische onderneming welke alleen gericht is op het eigen winstbejag. Deze roept dan, omdat zij in de theo rie alleen kapitalistisch kan zijn, ui teraard een centraal geleide planeco nomie op. Door met dit soort karika turen te komen van de onderneming en van de mensen die daarin werken kan men in theorie natuurlijk altijd uitkomen waar men uiteindelijk toch terecht wil komen. Onze benadering wil even bedreigend zijn voor het pure kapitalisme als voor een centra le planeconomie, waarin de verant woordelijkheden naar de centrale overheid worden afgewenteld. Onze benadering wil de noodzakelijke cor recties op de vrije marktwering in de loosd zouden hebben. Het zijn juist onderneming als het ware verinnerlij- effecten van de huidige economi sche orde geweest, die ons hebben aangespoord tot deze studie. In hoofdstuk V (zestig pagina's) be schrijven wij de huidige sociaal-eco nomische problemen in vier clusters: milieu/grondstoffen/energie, arbeid en technologie, inkomensverdeling en produktiecapaciteit/bestedingen. Deze problemen zijn evenzovele sig- mlen van een onevenwichtige afwe- (ing tussen de vier genoemde clus- - tos. Als de economische orde name lijk toelaat, dat de baten van het ken. En in ons rapport kan men lezen welke concrete mogelijkheden wij daarvoor zien. Soevereinitiet in eigen kring Het rapport kiest, zo vervolgt Van den Doel, overduidelijk voor het be ginsel van de soevereiniteit in eigen kring en werpt het rooms-katholieke subsidiariteitsbeginsel overboord. Binnen de werkgroep hebben wij el- kelt naar een socialistische functio nele decentralisatie, hetzij naar een corporatisme. Beide wijzen wij in het rapport af. Want de beginselen van subsidiariteit en soevereiniteit in ei gen kring hebben elkaar in ons rap port gevonden in het benadrukken van de eigen verantwoordelijkheid van overheid en samenleving. Binnen de commissie heeft het vinden van deze synthese ons veel genoegen ver schaft, omdat het een concreet voor beeld was van een ontmoeting en een elkaar op heel wezenlijke punten aan vullen van een reformatorische ge- dachtenlijn en een rooms-katholieke gedachtenlijn. De kem in ons rapport is dan ook geworden de erkenning van een eigen verantwoordelijkheid van overheid en samenleving en ver volgens de erkenning, dat binnen de samenleving problemen op verschil lende niveaus aangepakt moeten worden. De overheid Dit bijeenbrengen van beide beginse len levert allerminst een ontmantelde overheid op, zoals Van den Doel op merkt. Wij maken ons wel zorgen over een gangbare trend in onze eco nomische orde, waardoor de overheid een toenemende eind-verantwoorde lijkheid wordt opgedrongen in steeds meer vitale sociaal-economische kwesties. Over een dergelijke ontwik keling, een kernpunt in ons rapport, blijkt Van den Doel veel minder zor gen te hebben. Hij komt daarentegen met een stukje speltheorie over „Pri soners Dilemma" en met een econo misch dogma omtrent de mens die vanuit eigenbelang handelt. Hiermee gaat hij volledig voorbij aan onze oproep aan mensen en maatschappe lijke groepen vanuit rentmeester schap en solidariteit verantwoorde lijkheid te nemen. Deze oproep is geen slag in de lucht, want ons rap port geeft concreet wegen en midde len aan waarlangs mensen die verant woordelijkheid ook waar kunnen ma ken. Een grotere verantwoordelijk heid moet immers gepaard gaan met ruimere opdrachten en bevoegdhe- Vorige week is het rapport „Gespreide Verantwoordelijk heid", een christen-democrati sche bijdrage aan de discussie over de economische orde, uit gebracht door een werkgroep van de CDA wetenschappelij ke instituten. In onze krant van dinsdag schreef prof. dr. H. van den Doel een kritische beschouwing over dit rapport. In bijgaand artikel gaan prof. dr. H. J. van Zuthem (lid van de werkgroep) en drs. H. Borst lap (rapporteur) nader in op de beschouwing van Van den Doel. Het rapport is vanaf eind volgende week te verkrij gen bij de Dr. A. Kuyperstich- ting, Dr. Kuyperstraat 3. Den Haag; tel. 070-606838. Het rap port (170 pagina's) kost rond de zeventien gulden. den. Zo pleiten wij bijvoorbeeld voor een vergaande medezeggenschap van werknemers in de bedrijven, een ver sterking van de bevoegdheden van de raden van commissarissen om een andere samenstelling van de raden van commissarissen, en voor scholing en vorming die een dergelijke grotere zeggenschap moeten onderbouwen. Wij bepleiten een wettelijk kader voor geïnstitutionaliseerd bedrijfstakoverleg; wij pleiten voor een investeringsmelding aan dit be drijfstakoverleg. Wij bepleiten een grotere directe verantwoordelijkheid voor de sociale partners op regionaal niveau. Ons rapport wil blijk geven van ge loof in menselijke mogelijkheden, wanneer een juist beroep wordt ge daan en de Juiste middelen inclusief de wettelijke kaders worden aange reikt. Dit is werkelijk iets anders dan de cynische mensvisie, waarvan Van den Doel blijk geeft. Dam Een beroep op de menselijke verant woordelijkheid maakt de overheid al lerminst overbodig. De overheid heeft de dure plicht in te grijpen wanneer de eigen verantwoordelijk heidsbeleving van mensen en organi saties geweld wordt aangedaan en wanneer mensen verstoken blijven van noodzakelijke materiële be staansvoorwaarden. Onze visie op de overheid probeert een dam op te wer pen tegen een staatsmoloch, die de mens als verantwoordelijk wezen miskent. Aan de andere kant wil onze visie wel degelijk rekening houden met het feit dat mensen, gesteld in verantwoordelijkheid, fouten maken en de neiging kunnen hebben de be langen van anderen over het hoofd te zien. Dit maakt een daarop gerichte actieve overheidszorg noodzakelijk. Dit is de reden, waarom wij ons niet hebben laten dringen in de simpele tweedeling van menselijke vrijheid enerzijds of een alles verzorgende overheid anderzijds. Daarom ook mag in onze visie de overheid zich niet al te zeer aan maatschappelijke kwesties engageren, omdat zij dan de speelruimte mist om de werkelijk so ciaal zwakkeren, namelijk zij die in de maatschappelijke discussie niet aan bod komen omdat zij zich niet hebben georganiseerd, zo nodig te beschermen. Doelmatigheid Wij zouden volgens Van den Doel de economische orde niet meer toetsen aan eisen van doelmatigheid. Twee kanttekeningen onzerzijds hierbij. Allereerst: wij wijze op het gevaar van een eenzijdig doelgericht denken dat uit vele recente studies blijkt, waarin slechts de vraag wordt gesteld WAT er precies moet gebeuren. Wij moeten niet menen de uitkomst van de ontwikkelingen van de komende jaren, eenvoudig in een overheidsbe leid te kunnen vastleggen: wij moe ten in een structuurbeleid verant woordelijkheden vastleggen, waarin de nieuwe uitdagingen die wij voor een groot deel nog in het geheel niet kunnen overzien, verantwoord kun nen worden opgevangen. Het gaat ons vooral om de vraag: wie is verant woordelijk. De doelmatigheid van onze economische orde blijkt uit haar vermogen om aan deze (georiënteer de) verantwoordelijkheid echt ruimte te geven. Het is wat dit betreft illu stratief voor het denken van Van den Doel dat zijn doelmatigheid beperkt blijft tot de materiële behoeftenvoor- ziening. Alsof de mens leeft bij bief stuk alleen! Weglating Ten tweede: Van den Doel citeert ons rapport op dit punt met weglating van de kern van het citaat: „Wij doe len op het gevaar van een eenzijdig doelgericht denken over de economi sche orde. In deze benadering is slechts de vraag interessant hoe de economische orde zo optimaal en zo efficiënt mogelijk ingericht kan wor den en afgestemd op de (-)doelein- den." Op de plaats waar Van den Doel het zet, staat in ons rapport: „economische politieke". Het gaat ons dus om het benadrukken van economische politieke doeleinden Waarom laat Van den Doel deze toe voeging weg? Hij moet toch begrij pen dat uitgerekend deze toespitsing op de economische politieke doelein den (dus doeleinden die gesteld wor den door de politieke overheid) de kern raakt van onze zorg over een eenzijdige doelgerichtheid in het den ken over de economische orde. Hier is een scheiding van verantwoordelijk heden van overheid en samenleving aan de orde die in ons rapport nu wezenlijk is in het denken over de economische orde. Van den Doel is een treffend voor beeld van een stroming binnen de socialistische beweging, die naar onze taxatie geen weerstand heeft tegen het doorslaan van de verzor gingsstaat naar een geheel op macro niveau door een centrale overheid geplande samenleving. Van den Doel zal dit ontkennen: hij zal enige op merkingen maken over het decentra liseren van overheidsmacht naar pro vincies en gemeenten. Maar hij is toch te goed bekend met het christen democratische gedachtengoed. om niet te weten dat het functionele de- centralisme ons op dit punt niet ge rust kan stellen. De overheid komt in een samenleving van gespreide ver antwoordelijkheden niet het recht toe de doeleinden van de samenle ving voor te schrijven. Dat is de kern kwestie. Werkgelegenheid Ons rapport is, volgens Van den Doel, geschreven met een te klein hart en een te klein verstand. Dit laatste is nog tot daar aan toe; als Van den Doel, ook na bestudering van ons rapport, in deze conclusie zou volhar den, dan moet dat maar. Daarmee is wel te leven. Het te kleine hart treft ons pijnlijker. Want dit raakt het hart van de christelijke politiek Aan het slot van zijn artikel brengt Van den Doel namelijk op weinig fraaie wijze de zwakke groepen in het geding. Hij maakt het voor ons wer kelijk te bont, wanneer hij opmerkt dat in ons rapport de werkloosheid weer een natuurverschijnsel is ge-, worden. Allereerst citeert hij ons ook hier. maar Iaat dan wederom essentiële zinsdelen weg. In het rapport staat: „Er zijn signalen te bespeuren, dat men geen volledige werkgelegenheid meer behoeft na te streven in de zin van acht uur per dag. vijf dagen per week. gedurende 48 weken per jaar tot het 65ste jaar". Wat doet nu Van den Doel? Hij laat in zijn artikel weg de woorden vanaf „in de zin van acht uur per dag. enz." Het is duidelijk dat door deze weglating de zin een geheel andere inhoud krijgt. Wat is dan wel ons verhaal? Wij ach ten de overheid niet in staat een volledige werkgelegenheid in deze na oorlogse betekenis te realiseren. Er zijn er die menen, dat dit in een centraal geleide economie wel kan. Afgezien van onze twijfels of dit kan: de overheid heeft het recht niet. men sen aan te zetten tot een dergelijke volledige werkgelegenheid. In onze verzorgingsstaat gaat het erom. men sen de gelegenheid te geven zelf te kiezen tussen bijvoorbeeld minder werken, meer vrije tijd, en dan ook een geringer inkomen. In ons rapport bepleiten wij dan ook een arbeids plaatsenovereenkomst (APO) op het niveau van de onderneming, waarin de wensen ten aanzien van werkgele genheid afgewogen kunnen worden tegen de inkomensverlangens, de ar beidsomstandigheden die men wenst, etc. Vervolgens is de werkgelegen heid een zorg voor het geïnstitutiona liseerde bedrijfstakoverleg waarvoor wij een wettelijk kader bepleiten. Op macro-niveau tenslotte zal de over heid een andere heffingsgrondslag moeten overwegen voor belastingen en premies sociale zekerheid, die niet zozeer moet drukken op de arbeid, maar op de gerealiseerde produktivi- teitswinst. De werkloosheid vergt dus een aanpak op alle niveaus en vergt in een welvaartsstaat van nu een wel wat andere aanpak dan in het begin van de jaren vijftig. Wie zet hier de klok twintig jaar terug? Tot slot Uit het artikel van Van den Doel blijkt duidelijk wat hij zelf wil Het is natuurlijk zijn goed recht een stand punt te hebben en dat te verdedigen. Wanneer men echter een alternatief op het terrein van de economische orde niet op zijn eigen mérites beoor deelt. maar het alleen kan zien vanuit het eigen standpunt, dan doet men dat alternatief geen recht. Wanneer men bovendien blijk geeft amper moeite te willen doen het alternatief te begrijpen, en slordig omspringt met essenties en bedoelingen, dan overtreedt men de regels van een verantwoorde bespreking. Wij geven overigens de moed niet op dat wij spoedig uit socialistische kring nog andere geluiden over ons rapport mogen vernemen. Want hier zal men het toch niet bij willen laten? me gebied niet behoeven te worden een btj afgewogen tegen de daarmee samen- Co v4 Pogende offers op een ander terrein, dan zal bij voorrang die economische nd hal orde ter discussie gesteld moeten jongs worden, heda den« De lasten van onze wensen worden niet,< immers maar al te vaak op de stoep ïurd. 1 van de overheid gedeponeerd. Een ien, dl bekend voorbeeld door het rapport aan h genoemd is de keuze tussen verbe- Jlland tering van de arbeidsomstandighe- m den en loonsverhoging. In een tijd toch t van sterke economische groei kunnen beide wensen worden gerealiseerd. In aspek onze tijd gaat dit echter niet meer. etwor Werkelijke verantwoordelijkheid be- 5or o tekent volgens ons nu, dat de belang- van d hebbenden bewust kunnen kiezen isschif'oor het een of het ander, en de den lijk leggen van de verantwoordelijk heid voor de vitale sociaal-economi sche beslissingen. Voorzover op dit niveau problemen niet overzien kun nen worden, zal men naar het hogere niveau van de bedrijfstak moeten gaan en vervolgens naar het landelij ke macro-niveau. In hoofdstuk zes volgen wij ook deze opzet; eerst wordt uitvoerig uiteengezet welke van de grote sociaal-economische problemen van dit moment binnen de onderneming opgevangen kunnen worden, welke vervolgens op het be drijfstakniveau opgepakt kunnen worden en welke tenslotte resteren voor de sociale partners op het ma cro-niveau (anders dan Van den Doel suggereert, zijn sociale partners ook op het niveau van de bedrijfstak in onze visie zeer actief). ivolgen daarvan dan ook voor hun 'kening nemen. Het afwentelen van QnhciHiaritoit Die 4de offers naar de overheid moet een öUUSIUianieil wel halt worden toegeroepen. Reikwijdte Nu doet Van den Doel alsof wij met pijn en moeite hebben geconstateerd dat er ook grenzen zijn aan de verant woordelijkheid van mensen en groe pen op een zo laag mogelijk niveau. Hij zegt immers, dat wij toegeven dat er naast de intensiteit ook een reik- Dus toch subsidiariteit in ons rap port? Als Van den Doel in de gelegen heid zou zijn geweest het rooms-ka tholieke denken in zijn ontwikkeling van de laatste tijd te volgen, dan zou hij weten dat deze subsidiariteit niet uitmondt in de conclusie dat de over heid alles moet opknappen wat de samenleving op de verschillende ni veaus laat liggen. Dat zou een subsi diariteit zijn die hetzij zich ontwik Tekeningen, bij voorkeur in liggend formaat, sturen aan Trouw, jury politieke prent, postbus 859. Amsterdam. Naam en adres aan de achterzijde vermelden. Voor geplaatste prenten is er een boekenbon. Van een onzer verslaggevers DEN HAAG De zegeltjes ter waar de van een kwartje bij een liter melk zijn niet strijdig met de verordening van het Produktschap voor zuivel. Dat heeft staatssecretaris Hazekamp van economische zaken in de Tweede Kamer meegedeeld aan het CDA-Ka- merlid Van Muiden. Albert Heyn ver strekt per liter melk (minimumprijs 1,04) een zegeltje. Tien zegels plus bijbetaling van 2,50 geven bij dit grootwinkelbedrijf recht op een theedoek met een winkelwaarde van 4,95. Vorige week had de Economi sche controledienst ons desgevraagd al verklaard hier niet tegen te kunnen optreden. De staatssecretaris had wel bezwaar tegen een actie van De Spar. Daar geeft een aankoop van ƒ15 recht op een artikel van ten hoogste drie gel den, inclusief brood, tabak en melk. Dit is strijdig met de verordening op de minimumprijs voor brood en de accijnsbepalingen, aldus Hazekamp. De controledienst heeft De Spar ge waarschuwd. Er is geen proces-ver baal opgemaakt omdat het bedrijf de actie onmiddellijk staakte. Van onze onderwijsredactie LOCHEM „Eindexamen per vak wordt in de toekomst wellicht ook mogelijk voor leerlingen in het dag onderwijs. De discussie over deelna men voor mavo. havo en vwo komt op gang. ..Dit zei gistermiddag staatsse cretaris K. de Jong in zijn toespraak voor de jubilerende rijksscholenge meenschap in Lochem. Dit jaar is de mogelijkheid geschapen voor avondleerlingen voor mavo. havo en vwo om per vak eindexamen te doen. Deze mogelijkheid bestond al langer bij het middelbaar econo misch en administratief onderwijs. Dat houdt in dat de voldoendes die voor een bepaald onderdeel van het examen worden behaald langer gel dig blijven. Staatssecretaris De Jong zei dat de commissie voor het staat sexamen veel vragen krijgt over dit onderwerp. Met name de leerlingen die dit jaar voor een Havo- en VWO- examen zijn gezakt, willen weten of de voldoendes op hun eindlijst mee tellen voor het staatsexamen. nieuw nzotr Vooroordelen zijn altijd sterk ge kleurd. Die waar we het nu over gaan hebben, zijn wit, goudach tig, grauwbeige en geel, kleuren van etens- en drinkwaren, waar we allemaal het onze vanaf den ken te weten. Zo zullen velen van ons met grote stelligheid bewe ren dat je net zoveel appels kunt eten als je wilt, want van appels word je niet dik. Fabeltjes, zegt Hankie Bauer in „Mensen van nu". Samen met de diëtiste An neke Geerts zette ze een aantal van die sprookjes op een rijtje. Neem nou die appels. Een appel is gezond, daar gaat niets van af. Maar of je er niet dik van wordt? Niet als je er es eentje te veel eet, maar neem je er een kilootje van, dan krijg je wel 400 calorieën binnen, evenveel als twintig klontjes suiker. En magere melk? Dat smaakt inderdaad waterig, maar onderdehand zitten er toch maar mooi evenveel eiwitten, kalk en vitamines-B in als in vol le melk. Vet nauwelijks, maar daar drink je dan ook geen melk voor. Een andere misvatting: „bouillon is krachtvoer, vooral voor zieken en herstellenden". Wat zeggen de dames Bauer en Geerts daarvan? „Bouillon be staat voor vrijwel de volle hon derd procent uit water. Er zitten wat zogenaamde extractief-stof- fen in, een kleine hoeveelheid ei witten en natuurlijk zout. Het drinken van bouillon heeft een gunstige uitwerking op de pro- duktie van spijsverteringssap pen. Met andere woorden: het wekt de eetlust op. Vandaar dat men zieken, herstellenden en om andere redenen slecht etende mensen vaak bouillon geeft: ze krijgen er meer trek door, gaan meer eten en sterken daardoor aan." Onzin dus, die stelling over krachtvoer. Die mooie eigen schappen die we altijd aan bouil lon toegeschreven hebben, bezit het waterige goedje helemaal niet. Nog iets over dik worden. Hoe vaak overkomt het mensen die (moeten) vermageren niet, dat goedbedoelende gastvrouwen ze proberen over te halen om dat ene koekje of zoutje toch maar te nemen, roepend dat je van één lekker hapje heus niet dik wordt? Niet op ingaan. Een gewoon bis- cuitje bevat al 30 calorieën, een klein bakje pinda's 150, een blok je kaas 70. en een kroketje 125, om er maar eens een paar te noemen. Een „zondags" koekje zet dus nog veel meer aan dan een biscuitje; in een sprits zitten wel 170 calorieën! (We durven niet eens met ruim 4 te vermenig vuldigen om de nieuwe eenheid „joules" te krijgen; dan zouden we helemaal schrikken). En zou citroensap echt vermagerend werken? „Een citroen breekt vet af" is een veelgehoorde bewering, maar waar is het niet. We citeren: „De citroen is een vrucht als elke andere en hij bezit geen magi sche, vet oplossende kracht." En zo is karnemelk echt niet bloed zuiverend, bevat tonic precies evenveel calorieën (100 per glas) als elke andere frisdrank, en le vert een glaasje sherry meer calo rieën of joules op dan een appel, weliswaar minder dan een glas rode wijn (80). maar toch nog altijd 55. Toegegeven: bij de één kan een voedingsmiddel soms een andere uitwerking hebben dan bij de an der, maar over het algemeen zit ten die vastgeroeste ideeën die de meesten van ons er op na hou den, er toch echt een heel stuk naast. Het lijstje is met appelen, bouillon, tussendoortjes, citroen sap, karnemelk, tonic en sherry nog niet afgelopen. Wie het alle maal rustig wil nalezen, moet het oktobernummer van „Mensen van nu" er op naslaan. Er zijn mensen die zich blauw ergeren aan de sticker „blij dat ik rij" op auto's. Actiegroepen zijn al eens met fietsstickers gekomen, er zijn cartoons gemaakt, kortom, er is het nodige anti-auto- en pro fiets-materiaal verschenen. Wie zijn flets vol plaatjes wil plakken die de lof van het rijwiel bezingen, kan nu zijn hart ophalen: de „stichting: fiets!" heeft alle fiets-plaatjes uit de dagbladpers verza meld en er plakzegels met toepasselijke teksten van gemaakt. „De fiets brengt je van deur tot deur" bij voorbeeld, „fiets, ik hou van je" of „fietsen is hart-noordzakelijk". Drie vellen vol plakzegels, stuks die bijna allemaal verschillend zijn, zijn voor fietsliefhebbers te krijgen bij de genoemde stichting in Amsterdam. Wie 2,45 op postgiro 234567 overmaakt, krijgt alle drie de veilen thuis gestuurd. Dankzij de attentie van de fami lie Dragstra uit Westzaan weten we nu, dat de Fransen hun kran ten met de Franse slag vullen, althans waar het nieuws over Ne derland betreft, althans voor zo ver dat in het in midden-Frank rijk verschijnende dagblad La Montagne gezet wordt. Tijdens hun drie weken vakantie in die streek lazen de Dragstra's trouw La Montagne. en in al die tijd vonden ze er maar tot twee keer toe een bericht uit Nederland in. Op 2 augustus lazen de abonnees van die krant een vrij uitvoerige en redelijk met de werkelijkheid overeenstemmende reportage over de polio-epidemie .in een zeer gelovig deel van Holland, waar het woord van de dominee gelijk staat aan het Evangelie". De verslaggever had onder meer een gesprekje met het ministerie van volksgezondheid. De minis ter zelf heet hier „M.Jas", ver moedelijk verward met de woord voerder van het departement, die volgens de krant verklaarde dat er op de poging de Jeugd in het gebied alsnog te laten inenten, in het geheel geen reactie was gekomen. Bepaald komisch was de bericht- geving over de Vierdaagse van Nijmegen. Op 20 Juli plaatste La Montagne een foto van een deel nemer op klompen met het on derschrift: „Zeventienduizend mensen uit drieëndertig landen doen mee aan de Vierdaagse van Nijmegen. Ze moeten allemaal elke dag zo'n vijftig kilometer op klompen afleggen". Misschien een begrijpelijke vergissing van een jeugdig redactielid dat nog nooit van de Vierdaagse gehoord had. Hoewel, een Nederlandse streekkrant zou het toch vast niet presteren bij een foto van een deelnemer aan de Tour de France in de gele trui te schrij ven, dat dit jaar alle Tour-rijders in het geel gestoken zijn. Het is natuurlijk geen goed Ne derlands woord, maar we gebrui ken 'beeldenares' de kop op een munt heet altijd beeldenaar ongeacht of het om een man of een vrouw gaat omdat er in de Verenigde Staten een historische gebeurtenis plaats gaat vinden: na alle hoofden van presidenten op de Amerikaanse bankbiljet ten en munten komt er binnen kort voor het eerst in de geschie denis het portret van een vrouw op de zilveren dollar. De eer valt te beurt aan Amerika's eerste fe ministe. Susan B. Anthony, die in de vorige eeuw de belangrijkste voorvechtster van het vrouwen kiesrecht was. In 1872 overtrad ze, toen 52 Jaar oud, welbewust de wet door in de staat New York als vrouw te gaan stemmen; prompt werd ze gearresteerd en veroordeeld. Susan Anthony was ook een felle tegenstandster van de slavernij, maar na de burge roorlog maakte ze (nog meer) vij anden door haar uitspraak, dat zelfs slaven niet bevrijd hoorden te zijn zolang de vrouwen nog geen kiesrecht hadden. Ze was 86 Jaar, toen ze in 1906 stierf. Er was toen al heel wat veranderd in verscheidene staten mochten de vrouwen stemmen en de eigen- doms- en huwelijkswetten waren verbeterd maar het algemeen kiesrecht voor alle Amerikaanse vrouwen kwam pas in 1920.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 5