Een bedreigend CDA-rapport?
De tekening van een lezer
Van den Doel en 'Gespreide Verantwoordelijkheid'
van citroen vermager je niet
Discussie over
verantwoordelijkheid
to 7>e i*eTbes*vf<.
Zegeltjes bij
melk mag van
Hazekamp
Eindexamen per
vak ook in het
dagonderwijs
franse slag
beeldenares
'oor door prof, dr H. J. van Zuthem en drs H. Borstlap
"ia
iNDERDAG 5 OKTOBER 1978.
BINNENLAND
TROUW/KWARTET
hij Het enthousiasme waarmee H. van den Doel in Trouw van dinsdag jl. de lijn van denken in het
and< CDA-rapport „Gespreide Verantwoordelijkheid" zacht gezegd bestrijdt, laat ons geen
mdere conclusie dan dat wij kennelijk op het hart van de schrijver hebben getrapt. En wij
lullen niet ontkennen, dat een pleidooi voor een intensieve verantwoordelijkheidsbeleving op
en^een zo lang mogelijk niveau heel bedreigend moet overkomen voor een verklaard voorstander
iog a van een geleide loonpolitiek en van het socialiseren van de vraag. Bedreigend ook voor een
denken dat slechts weet wil hebben van kapitalisme of staatssocialisme, en van een denken
01 dat geen raad weet met een maatschappijvisie waarin overheid en samenleving beide heel
jkmJ wezenlijke maar wel van elkaar gescheiden verantwoordelijkheden hebben. Ons verhaal past
ch pi niet in een denken dat slechts een keuze kent tussen liberale vrijheid enerzijds en een geleide
spui locialistische planeconomie aan de andere kant.
ren» *iaar deze verschillen van inzicht ver-
00rklaren nog niet de onzorgvuldigheid
n Van den Doel zlch bii de besPre*
op i ktoS van ons raPPort in deze Krant
-*~?nt te kunnen veroorloven. Wij
de
0p willen niet verzwijgen dat zijn betoog
te (y ook enige ergernis bij ons oproept,
og ni wnwege het op enkele punten onheu-
orob en onbillijke karakter van zijn be-
^-ireking. Heeft Van den Doel zich
erkelijk enige moeite willen ge-
isten om de lijn van ons rapport
1 te verstaan?
Van den Doel heeft in ieder geval met
stijgende verontwaardiging ons rap-
gelezen. Aan het slot van zijn
kei kent zijn verontwaardiging
grenzen meer en schroomt hij
va ons onbarmhartigheid en on-
l0gni christelijkheid in de schoenen te
etvd Khuiven. Hoe is het mogelijk dat
erM iemand zo volkomen voorbij kan
gaan aan de essenties en de bedoelin-
gen van het rapport?
ns Georiënteerde
vera ntwoordelij kheid
Het sleutelbegrip in ons rapport is
*raffl een georiënteerde verantwoordelij k-
held. Geen verantwoordelijkheid der-
"yjj halve zonder meer; het gaat ons om
een verantwoordelijkheid die zich
'Jm ikM °P rentmeesterschap en solida-
ïroaui Heel nadrukkelijk en bij herha-
oon ling wordt dit begrip in onze studie
en P beklemtoond. Tokch ziet Van den
m- Doel kans deze oriëntaties in zijn
is R bespreking te negeren, waardoor hij
Cohi 4e indruk wekt dat het rapport ver-
Fit utwoordelijkheid gelijkstelt met een
E)( -mjheid die slechts het eigen belang
>r Pa °P het °°6 kan hebben,
or Nk|
Van den Doel opent zijn artikel met
een betoog over de effecten van de
inomische orde, die wij verwaar-
1
ng, r
lete
m
echlp-
reldboi - realiseren van een verlangen op het kaar gevonden op een zo laag moge-
aar to(
wijdte aan de verantwoordelijkheid
zit. In alle bescheidenheid: heel
hoofdstuk drie gaat over deze proble
matiek. In de ruim twintig pagina's
van dit hoofdstuk hadden wij dan
ook voldoende ruimte om aan te ge
ven, dat de reikwijdte niet alleen een
geografische dimensie heeft, zoals
Van den Doel suggereert, maar ook
betrekking heeft op de tijd (de effec
ten van ons handelen nu voor de
toekomstige generaties), evenals op
de niet in geld meetbare aspecten:
begrippen als rechtvaardigheid, vele
milieugoederen, de gewenste interna
tionale arbeidsverdeling.
Deze reikwijdte-begrippen zullen de
bedrijfsgenoten binnen de onderne
ming zelf zoveel mogelijk in de be
drijfsvoering moeten verinnerlijken.
Dat is een kernthema uit ons rapport.
Het maakt op ons niet zoveel indruk
als Van den Doel opmerkt dat „alge
meen" is aanvaard, dat slechts op een
hoger niveau over de zogenaamde
externe effecten besloten kan wor
den. Deze theorie gaat ervan uit dat
mensen alleen verantwoordelijk kun
nen zijn voor hun eigen belang. Deze
theorie kent slechts de voluit kapita
listische onderneming welke alleen
gericht is op het eigen winstbejag.
Deze roept dan, omdat zij in de theo
rie alleen kapitalistisch kan zijn, ui
teraard een centraal geleide planeco
nomie op. Door met dit soort karika
turen te komen van de onderneming
en van de mensen die daarin werken
kan men in theorie natuurlijk altijd
uitkomen waar men uiteindelijk toch
terecht wil komen. Onze benadering
wil even bedreigend zijn voor het
pure kapitalisme als voor een centra
le planeconomie, waarin de verant
woordelijkheden naar de centrale
overheid worden afgewenteld. Onze
benadering wil de noodzakelijke cor
recties op de vrije marktwering in de
loosd zouden hebben. Het zijn juist onderneming als het ware verinnerlij-
effecten van de huidige economi
sche orde geweest, die ons hebben
aangespoord tot deze studie. In
hoofdstuk V (zestig pagina's) be
schrijven wij de huidige sociaal-eco
nomische problemen in vier clusters:
milieu/grondstoffen/energie, arbeid
en technologie, inkomensverdeling
en produktiecapaciteit/bestedingen.
Deze problemen zijn evenzovele sig-
mlen van een onevenwichtige afwe-
(ing tussen de vier genoemde clus-
- tos. Als de economische orde name
lijk toelaat, dat de baten van het
ken. En in ons rapport kan men lezen
welke concrete mogelijkheden wij
daarvoor zien.
Soevereinitiet in
eigen kring
Het rapport kiest, zo vervolgt Van
den Doel, overduidelijk voor het be
ginsel van de soevereiniteit in eigen
kring en werpt het rooms-katholieke
subsidiariteitsbeginsel overboord.
Binnen de werkgroep hebben wij el-
kelt naar een socialistische functio
nele decentralisatie, hetzij naar een
corporatisme. Beide wijzen wij in het
rapport af. Want de beginselen van
subsidiariteit en soevereiniteit in ei
gen kring hebben elkaar in ons rap
port gevonden in het benadrukken
van de eigen verantwoordelijkheid
van overheid en samenleving. Binnen
de commissie heeft het vinden van
deze synthese ons veel genoegen ver
schaft, omdat het een concreet voor
beeld was van een ontmoeting en een
elkaar op heel wezenlijke punten aan
vullen van een reformatorische ge-
dachtenlijn en een rooms-katholieke
gedachtenlijn. De kem in ons rapport
is dan ook geworden de erkenning
van een eigen verantwoordelijkheid
van overheid en samenleving en ver
volgens de erkenning, dat binnen de
samenleving problemen op verschil
lende niveaus aangepakt moeten
worden.
De overheid
Dit bijeenbrengen van beide beginse
len levert allerminst een ontmantelde
overheid op, zoals Van den Doel op
merkt. Wij maken ons wel zorgen
over een gangbare trend in onze eco
nomische orde, waardoor de overheid
een toenemende eind-verantwoorde
lijkheid wordt opgedrongen in steeds
meer vitale sociaal-economische
kwesties. Over een dergelijke ontwik
keling, een kernpunt in ons rapport,
blijkt Van den Doel veel minder zor
gen te hebben. Hij komt daarentegen
met een stukje speltheorie over „Pri
soners Dilemma" en met een econo
misch dogma omtrent de mens die
vanuit eigenbelang handelt. Hiermee
gaat hij volledig voorbij aan onze
oproep aan mensen en maatschappe
lijke groepen vanuit rentmeester
schap en solidariteit verantwoorde
lijkheid te nemen. Deze oproep is
geen slag in de lucht, want ons rap
port geeft concreet wegen en midde
len aan waarlangs mensen die verant
woordelijkheid ook waar kunnen ma
ken. Een grotere verantwoordelijk
heid moet immers gepaard gaan met
ruimere opdrachten en bevoegdhe-
Vorige week is het rapport
„Gespreide Verantwoordelijk
heid", een christen-democrati
sche bijdrage aan de discussie
over de economische orde, uit
gebracht door een werkgroep
van de CDA wetenschappelij
ke instituten. In onze krant
van dinsdag schreef prof. dr.
H. van den Doel een kritische
beschouwing over dit rapport.
In bijgaand artikel gaan prof.
dr. H. J. van Zuthem (lid van
de werkgroep) en drs. H. Borst
lap (rapporteur) nader in op de
beschouwing van Van den
Doel.
Het rapport is vanaf
eind volgende week te verkrij
gen bij de Dr. A. Kuyperstich-
ting, Dr. Kuyperstraat 3. Den
Haag; tel. 070-606838. Het rap
port (170 pagina's) kost rond
de zeventien gulden.
den. Zo pleiten wij bijvoorbeeld voor
een vergaande medezeggenschap van
werknemers in de bedrijven, een ver
sterking van de bevoegdheden van de
raden van commissarissen om een
andere samenstelling van de raden
van commissarissen, en voor scholing
en vorming die een dergelijke grotere
zeggenschap moeten onderbouwen.
Wij bepleiten een wettelijk kader
voor geïnstitutionaliseerd
bedrijfstakoverleg; wij pleiten voor
een investeringsmelding aan dit be
drijfstakoverleg. Wij bepleiten een
grotere directe verantwoordelijkheid
voor de sociale partners op regionaal
niveau.
Ons rapport wil blijk geven van ge
loof in menselijke mogelijkheden,
wanneer een juist beroep wordt ge
daan en de Juiste middelen inclusief
de wettelijke kaders worden aange
reikt. Dit is werkelijk iets anders dan
de cynische mensvisie, waarvan Van
den Doel blijk geeft.
Dam
Een beroep op de menselijke verant
woordelijkheid maakt de overheid al
lerminst overbodig. De overheid
heeft de dure plicht in te grijpen
wanneer de eigen verantwoordelijk
heidsbeleving van mensen en organi
saties geweld wordt aangedaan en
wanneer mensen verstoken blijven
van noodzakelijke materiële be
staansvoorwaarden. Onze visie op de
overheid probeert een dam op te wer
pen tegen een staatsmoloch, die de
mens als verantwoordelijk wezen
miskent. Aan de andere kant wil onze
visie wel degelijk rekening houden
met het feit dat mensen, gesteld in
verantwoordelijkheid, fouten maken
en de neiging kunnen hebben de be
langen van anderen over het hoofd te
zien. Dit maakt een daarop gerichte
actieve overheidszorg noodzakelijk.
Dit is de reden, waarom wij ons niet
hebben laten dringen in de simpele
tweedeling van menselijke vrijheid
enerzijds of een alles verzorgende
overheid anderzijds. Daarom ook
mag in onze visie de overheid zich
niet al te zeer aan maatschappelijke
kwesties engageren, omdat zij dan de
speelruimte mist om de werkelijk so
ciaal zwakkeren, namelijk zij die in
de maatschappelijke discussie niet
aan bod komen omdat zij zich niet
hebben georganiseerd, zo nodig te
beschermen.
Doelmatigheid
Wij zouden volgens Van den Doel de
economische orde niet meer toetsen
aan eisen van doelmatigheid. Twee
kanttekeningen onzerzijds hierbij.
Allereerst: wij wijze op het gevaar
van een eenzijdig doelgericht denken
dat uit vele recente studies blijkt,
waarin slechts de vraag wordt gesteld
WAT er precies moet gebeuren. Wij
moeten niet menen de uitkomst van
de ontwikkelingen van de komende
jaren, eenvoudig in een overheidsbe
leid te kunnen vastleggen: wij moe
ten in een structuurbeleid verant
woordelijkheden vastleggen, waarin
de nieuwe uitdagingen die wij voor
een groot deel nog in het geheel niet
kunnen overzien, verantwoord kun
nen worden opgevangen. Het gaat
ons vooral om de vraag: wie is verant
woordelijk. De doelmatigheid van
onze economische orde blijkt uit haar
vermogen om aan deze (georiënteer
de) verantwoordelijkheid echt ruimte
te geven. Het is wat dit betreft illu
stratief voor het denken van Van den
Doel dat zijn doelmatigheid beperkt
blijft tot de materiële behoeftenvoor-
ziening. Alsof de mens leeft bij bief
stuk alleen!
Weglating
Ten tweede: Van den Doel citeert ons
rapport op dit punt met weglating
van de kern van het citaat: „Wij doe
len op het gevaar van een eenzijdig
doelgericht denken over de economi
sche orde. In deze benadering is
slechts de vraag interessant hoe de
economische orde zo optimaal en zo
efficiënt mogelijk ingericht kan wor
den en afgestemd op de (-)doelein-
den." Op de plaats waar Van den
Doel het zet, staat in ons rapport:
„economische politieke". Het gaat
ons dus om het benadrukken van
economische politieke doeleinden
Waarom laat Van den Doel deze toe
voeging weg? Hij moet toch begrij
pen dat uitgerekend deze toespitsing
op de economische politieke doelein
den (dus doeleinden die gesteld wor
den door de politieke overheid) de
kern raakt van onze zorg over een
eenzijdige doelgerichtheid in het den
ken over de economische orde. Hier is
een scheiding van verantwoordelijk
heden van overheid en samenleving
aan de orde die in ons rapport nu
wezenlijk is in het denken over de
economische orde.
Van den Doel is een treffend voor
beeld van een stroming binnen de
socialistische beweging, die naar
onze taxatie geen weerstand heeft
tegen het doorslaan van de verzor
gingsstaat naar een geheel op macro
niveau door een centrale overheid
geplande samenleving. Van den Doel
zal dit ontkennen: hij zal enige op
merkingen maken over het decentra
liseren van overheidsmacht naar pro
vincies en gemeenten. Maar hij is
toch te goed bekend met het christen
democratische gedachtengoed. om
niet te weten dat het functionele de-
centralisme ons op dit punt niet ge
rust kan stellen. De overheid komt in
een samenleving van gespreide ver
antwoordelijkheden niet het recht
toe de doeleinden van de samenle
ving voor te schrijven. Dat is de kern
kwestie.
Werkgelegenheid
Ons rapport is, volgens Van den Doel,
geschreven met een te klein hart en
een te klein verstand. Dit laatste is
nog tot daar aan toe; als Van den
Doel, ook na bestudering van ons
rapport, in deze conclusie zou volhar
den, dan moet dat maar. Daarmee is
wel te leven. Het te kleine hart treft
ons pijnlijker. Want dit raakt het hart
van de christelijke politiek
Aan het slot van zijn artikel brengt
Van den Doel namelijk op weinig
fraaie wijze de zwakke groepen in het
geding. Hij maakt het voor ons wer
kelijk te bont, wanneer hij opmerkt
dat in ons rapport de werkloosheid
weer een natuurverschijnsel is ge-,
worden.
Allereerst citeert hij ons ook hier.
maar Iaat dan wederom essentiële
zinsdelen weg. In het rapport staat:
„Er zijn signalen te bespeuren, dat
men geen volledige werkgelegenheid
meer behoeft na te streven in de zin
van acht uur per dag. vijf dagen per
week. gedurende 48 weken per jaar
tot het 65ste jaar". Wat doet nu Van
den Doel? Hij laat in zijn artikel weg
de woorden vanaf „in de zin van acht
uur per dag. enz." Het is duidelijk dat
door deze weglating de zin een geheel
andere inhoud krijgt.
Wat is dan wel ons verhaal? Wij ach
ten de overheid niet in staat een
volledige werkgelegenheid in deze na
oorlogse betekenis te realiseren. Er
zijn er die menen, dat dit in een
centraal geleide economie wel kan.
Afgezien van onze twijfels of dit kan:
de overheid heeft het recht niet. men
sen aan te zetten tot een dergelijke
volledige werkgelegenheid. In onze
verzorgingsstaat gaat het erom. men
sen de gelegenheid te geven zelf te
kiezen tussen bijvoorbeeld minder
werken, meer vrije tijd, en dan ook
een geringer inkomen. In ons rapport
bepleiten wij dan ook een arbeids
plaatsenovereenkomst (APO) op het
niveau van de onderneming, waarin
de wensen ten aanzien van werkgele
genheid afgewogen kunnen worden
tegen de inkomensverlangens, de ar
beidsomstandigheden die men wenst,
etc. Vervolgens is de werkgelegen
heid een zorg voor het geïnstitutiona
liseerde bedrijfstakoverleg waarvoor
wij een wettelijk kader bepleiten. Op
macro-niveau tenslotte zal de over
heid een andere heffingsgrondslag
moeten overwegen voor belastingen
en premies sociale zekerheid, die niet
zozeer moet drukken op de arbeid,
maar op de gerealiseerde produktivi-
teitswinst. De werkloosheid vergt dus
een aanpak op alle niveaus en vergt
in een welvaartsstaat van nu een wel
wat andere aanpak dan in het begin
van de jaren vijftig. Wie zet hier de
klok twintig jaar terug?
Tot slot
Uit het artikel van Van den Doel
blijkt duidelijk wat hij zelf wil Het is
natuurlijk zijn goed recht een stand
punt te hebben en dat te verdedigen.
Wanneer men echter een alternatief
op het terrein van de economische
orde niet op zijn eigen mérites beoor
deelt. maar het alleen kan zien vanuit
het eigen standpunt, dan doet men
dat alternatief geen recht. Wanneer
men bovendien blijk geeft amper
moeite te willen doen het alternatief
te begrijpen, en slordig omspringt
met essenties en bedoelingen, dan
overtreedt men de regels van een
verantwoorde bespreking.
Wij geven overigens de moed niet op
dat wij spoedig uit socialistische
kring nog andere geluiden over ons
rapport mogen vernemen. Want hier
zal men het toch niet bij willen laten?
me gebied niet behoeven te worden
een btj afgewogen tegen de daarmee samen-
Co v4 Pogende offers op een ander terrein,
dan zal bij voorrang die economische
nd hal orde ter discussie gesteld moeten
jongs worden,
heda
den« De lasten van onze wensen worden
niet,< immers maar al te vaak op de stoep
ïurd. 1 van de overheid gedeponeerd. Een
ien, dl bekend voorbeeld door het rapport
aan h genoemd is de keuze tussen verbe-
Jlland tering van de arbeidsomstandighe-
m den en loonsverhoging. In een tijd
toch t van sterke economische groei kunnen
beide wensen worden gerealiseerd. In
aspek onze tijd gaat dit echter niet meer.
etwor Werkelijke verantwoordelijkheid be-
5or o tekent volgens ons nu, dat de belang-
van d hebbenden bewust kunnen kiezen
isschif'oor het een of het ander, en de
den
lijk leggen van de verantwoordelijk
heid voor de vitale sociaal-economi
sche beslissingen. Voorzover op dit
niveau problemen niet overzien kun
nen worden, zal men naar het hogere
niveau van de bedrijfstak moeten
gaan en vervolgens naar het landelij
ke macro-niveau. In hoofdstuk zes
volgen wij ook deze opzet; eerst
wordt uitvoerig uiteengezet welke
van de grote sociaal-economische
problemen van dit moment binnen de
onderneming opgevangen kunnen
worden, welke vervolgens op het be
drijfstakniveau opgepakt kunnen
worden en welke tenslotte resteren
voor de sociale partners op het ma
cro-niveau (anders dan Van den Doel
suggereert, zijn sociale partners ook
op het niveau van de bedrijfstak in
onze visie zeer actief).
ivolgen daarvan dan ook voor hun
'kening nemen. Het afwentelen van QnhciHiaritoit
Die 4de offers naar de overheid moet een öUUSIUianieil
wel halt worden toegeroepen.
Reikwijdte
Nu doet Van den Doel alsof wij met
pijn en moeite hebben geconstateerd
dat er ook grenzen zijn aan de verant
woordelijkheid van mensen en groe
pen op een zo laag mogelijk niveau.
Hij zegt immers, dat wij toegeven dat
er naast de intensiteit ook een reik-
Dus toch subsidiariteit in ons rap
port? Als Van den Doel in de gelegen
heid zou zijn geweest het rooms-ka
tholieke denken in zijn ontwikkeling
van de laatste tijd te volgen, dan zou
hij weten dat deze subsidiariteit niet
uitmondt in de conclusie dat de over
heid alles moet opknappen wat de
samenleving op de verschillende ni
veaus laat liggen. Dat zou een subsi
diariteit zijn die hetzij zich ontwik
Tekeningen, bij voorkeur in liggend formaat, sturen aan Trouw, jury politieke prent, postbus 859.
Amsterdam. Naam en adres aan de achterzijde vermelden. Voor geplaatste prenten is er een
boekenbon.
Van een onzer verslaggevers
DEN HAAG De zegeltjes ter waar
de van een kwartje bij een liter melk
zijn niet strijdig met de verordening
van het Produktschap voor zuivel.
Dat heeft staatssecretaris Hazekamp
van economische zaken in de Tweede
Kamer meegedeeld aan het CDA-Ka-
merlid Van Muiden. Albert Heyn ver
strekt per liter melk (minimumprijs
1,04) een zegeltje. Tien zegels plus
bijbetaling van 2,50 geven bij dit
grootwinkelbedrijf recht op een
theedoek met een winkelwaarde van
4,95. Vorige week had de Economi
sche controledienst ons desgevraagd
al verklaard hier niet tegen te kunnen
optreden.
De staatssecretaris had wel bezwaar
tegen een actie van De Spar. Daar
geeft een aankoop van ƒ15 recht op
een artikel van ten hoogste drie gel
den, inclusief brood, tabak en melk.
Dit is strijdig met de verordening op
de minimumprijs voor brood en de
accijnsbepalingen, aldus Hazekamp.
De controledienst heeft De Spar ge
waarschuwd. Er is geen proces-ver
baal opgemaakt omdat het bedrijf de
actie onmiddellijk staakte.
Van onze onderwijsredactie
LOCHEM „Eindexamen per vak
wordt in de toekomst wellicht ook
mogelijk voor leerlingen in het dag
onderwijs. De discussie over deelna
men voor mavo. havo en vwo komt op
gang. ..Dit zei gistermiddag staatsse
cretaris K. de Jong in zijn toespraak
voor de jubilerende rijksscholenge
meenschap in Lochem.
Dit jaar is de mogelijkheid geschapen
voor avondleerlingen voor mavo.
havo en vwo om per vak eindexamen
te doen. Deze mogelijkheid bestond
al langer bij het middelbaar econo
misch en administratief onderwijs.
Dat houdt in dat de voldoendes die
voor een bepaald onderdeel van het
examen worden behaald langer gel
dig blijven. Staatssecretaris De Jong
zei dat de commissie voor het staat
sexamen veel vragen krijgt over dit
onderwerp.
Met name de leerlingen
die dit jaar voor een Havo- en VWO-
examen zijn gezakt, willen weten of
de voldoendes op hun eindlijst mee
tellen voor het staatsexamen.
nieuw
nzotr
Vooroordelen zijn altijd sterk ge
kleurd. Die waar we het nu over
gaan hebben, zijn wit, goudach
tig, grauwbeige en geel, kleuren
van etens- en drinkwaren, waar
we allemaal het onze vanaf den
ken te weten. Zo zullen velen van
ons met grote stelligheid bewe
ren dat je net zoveel appels kunt
eten als je wilt, want van appels
word je niet dik. Fabeltjes, zegt
Hankie Bauer in „Mensen van
nu". Samen met de diëtiste An
neke Geerts zette ze een aantal
van die sprookjes op een rijtje.
Neem nou die appels. Een appel
is gezond, daar gaat niets van af.
Maar of je er niet dik van wordt?
Niet als je er es eentje te veel eet,
maar neem je er een kilootje van,
dan krijg je wel 400 calorieën
binnen, evenveel als twintig
klontjes suiker. En magere melk?
Dat smaakt inderdaad waterig,
maar onderdehand zitten er toch
maar mooi evenveel eiwitten,
kalk en vitamines-B in als in vol
le melk. Vet nauwelijks, maar
daar drink je dan ook geen melk
voor. Een andere misvatting:
„bouillon is krachtvoer, vooral
voor zieken en herstellenden".
Wat zeggen de dames Bauer en
Geerts daarvan? „Bouillon be
staat voor vrijwel de volle hon
derd procent uit water. Er zitten
wat zogenaamde extractief-stof-
fen in, een kleine hoeveelheid ei
witten en natuurlijk zout. Het
drinken van bouillon heeft een
gunstige uitwerking op de pro-
duktie van spijsverteringssap
pen. Met andere woorden: het
wekt de eetlust op. Vandaar dat
men zieken, herstellenden en om
andere redenen slecht etende
mensen vaak bouillon geeft: ze
krijgen er meer trek door, gaan
meer eten en sterken daardoor
aan." Onzin dus, die stelling over
krachtvoer. Die mooie eigen
schappen die we altijd aan bouil
lon toegeschreven hebben, bezit
het waterige goedje helemaal
niet.
Nog iets over dik worden. Hoe
vaak overkomt het mensen die
(moeten) vermageren niet, dat
goedbedoelende gastvrouwen ze
proberen over te halen om dat
ene koekje of zoutje toch maar te
nemen, roepend dat je van één
lekker hapje heus niet dik wordt?
Niet op ingaan. Een gewoon bis-
cuitje bevat al 30 calorieën, een
klein bakje pinda's 150, een blok
je kaas 70. en een kroketje 125,
om er maar eens een paar te
noemen. Een „zondags" koekje
zet dus nog veel meer aan dan
een biscuitje; in een sprits zitten
wel 170 calorieën! (We durven
niet eens met ruim 4 te vermenig
vuldigen om de nieuwe eenheid
„joules" te krijgen; dan zouden
we helemaal schrikken). En zou
citroensap echt vermagerend
werken? „Een citroen breekt vet
af" is een veelgehoorde bewering,
maar waar is het niet. We citeren:
„De citroen is een vrucht als elke
andere en hij bezit geen magi
sche, vet oplossende kracht." En
zo is karnemelk echt niet bloed
zuiverend, bevat tonic precies
evenveel calorieën (100 per glas)
als elke andere frisdrank, en le
vert een glaasje sherry meer calo
rieën of joules op dan een appel,
weliswaar minder dan een glas
rode wijn (80). maar toch nog
altijd 55.
Toegegeven: bij de één kan een
voedingsmiddel soms een andere
uitwerking hebben dan bij de an
der, maar over het algemeen zit
ten die vastgeroeste ideeën die de
meesten van ons er op na hou
den, er toch echt een heel stuk
naast.
Het lijstje is met appelen,
bouillon, tussendoortjes, citroen
sap, karnemelk, tonic en sherry
nog niet afgelopen. Wie het alle
maal rustig wil nalezen, moet het
oktobernummer van „Mensen
van nu" er op naslaan.
Er zijn mensen die zich blauw ergeren aan de sticker „blij dat ik rij"
op auto's. Actiegroepen zijn al eens met fietsstickers gekomen, er
zijn cartoons gemaakt, kortom, er is het nodige anti-auto- en pro
fiets-materiaal verschenen. Wie zijn flets vol plaatjes wil plakken
die de lof van het rijwiel bezingen, kan nu zijn hart ophalen: de
„stichting: fiets!" heeft alle fiets-plaatjes uit de dagbladpers verza
meld en er plakzegels met toepasselijke teksten van gemaakt. „De
fiets brengt je van deur tot deur" bij voorbeeld, „fiets, ik hou van
je" of „fietsen is hart-noordzakelijk". Drie vellen vol plakzegels,
stuks die bijna allemaal verschillend zijn, zijn voor fietsliefhebbers
te krijgen bij de genoemde stichting in Amsterdam. Wie 2,45 op
postgiro 234567 overmaakt, krijgt alle drie de veilen thuis gestuurd.
Dankzij de attentie van de fami
lie Dragstra uit Westzaan weten
we nu, dat de Fransen hun kran
ten met de Franse slag vullen,
althans waar het nieuws over Ne
derland betreft, althans voor zo
ver dat in het in midden-Frank
rijk verschijnende dagblad La
Montagne gezet wordt. Tijdens
hun drie weken vakantie in die
streek lazen de Dragstra's trouw
La Montagne. en in al die tijd
vonden ze er maar tot twee keer
toe een bericht uit Nederland in.
Op 2 augustus lazen de abonnees
van die krant een vrij uitvoerige
en redelijk met de werkelijkheid
overeenstemmende reportage
over de polio-epidemie .in een
zeer gelovig deel van Holland,
waar het woord van de dominee
gelijk staat aan het Evangelie".
De verslaggever had onder meer
een gesprekje met het ministerie
van volksgezondheid. De minis
ter zelf heet hier „M.Jas", ver
moedelijk verward met de woord
voerder van het departement, die
volgens de krant verklaarde dat
er op de poging de Jeugd in het
gebied alsnog te laten inenten, in
het geheel geen reactie was
gekomen.
Bepaald komisch was de bericht-
geving over de Vierdaagse van
Nijmegen. Op 20 Juli plaatste La
Montagne een foto van een deel
nemer op klompen met het on
derschrift: „Zeventienduizend
mensen uit drieëndertig landen
doen mee aan de Vierdaagse van
Nijmegen. Ze moeten allemaal
elke dag zo'n vijftig kilometer op
klompen afleggen". Misschien
een begrijpelijke vergissing van
een jeugdig redactielid dat nog
nooit van de Vierdaagse gehoord
had. Hoewel, een Nederlandse
streekkrant zou het toch vast
niet presteren bij een foto van
een deelnemer aan de Tour de
France in de gele trui te schrij
ven, dat dit jaar alle Tour-rijders
in het geel gestoken zijn.
Het is natuurlijk geen goed Ne
derlands woord, maar we gebrui
ken 'beeldenares' de kop op
een munt heet altijd beeldenaar
ongeacht of het om een man of
een vrouw gaat omdat er in de
Verenigde Staten een historische
gebeurtenis plaats gaat vinden:
na alle hoofden van presidenten
op de Amerikaanse bankbiljet
ten en munten komt er binnen
kort voor het eerst in de geschie
denis het portret van een vrouw
op de zilveren dollar. De eer valt
te beurt aan Amerika's eerste fe
ministe. Susan B. Anthony, die in
de vorige eeuw de belangrijkste
voorvechtster van het vrouwen
kiesrecht was. In 1872 overtrad
ze, toen 52 Jaar oud, welbewust
de wet door in de staat New York
als vrouw te gaan stemmen;
prompt werd ze gearresteerd en
veroordeeld. Susan Anthony was
ook een felle tegenstandster van
de slavernij, maar na de burge
roorlog maakte ze (nog meer) vij
anden door haar uitspraak, dat
zelfs slaven niet bevrijd hoorden
te zijn zolang de vrouwen nog
geen kiesrecht hadden. Ze was 86
Jaar, toen ze in 1906 stierf. Er was
toen al heel wat veranderd in
verscheidene staten mochten de
vrouwen stemmen en de eigen-
doms- en huwelijkswetten waren
verbeterd maar het algemeen
kiesrecht voor alle Amerikaanse
vrouwen kwam pas in 1920.