(unst
)ver
je
jrenzen
Van Binnen
Moet Je Wezen
-.andleven in Botswana bij Bessie Head
Geen best boekje over circus
'ERDAG 5 AUGUSTUS 1978
KUNST
TROUW/KWARTET
13
tr G. Kruis
J. B. Jongkind: „Maanlandschap bij Overschie".
jrootste vakantiedrukte is
yel weer zo'n beetje achter
r bruine rug, maar nu
l je nog die nasleep van
isen, die niet zo van druk-
ouden en het zich, omdat
>ijvoorbeeld geen school-
1de kinderen meer heb-
kunnen veroorloven er
iet séizoen nog op uit te
ken. Wat minder kans op
l weer misschien, maar
^regenachtige dag hoeft
geen verloren dag te zijn.
Nt waar je ook komt, ook
N de grenzen, overal staan
Niuseumdeuren wijd open.
One spreekt er vandaag de
vnog over drempelvrees?
N
deze zomer opvallend veel te
\en. Het gonst van de grote „na-
zomaar een paar tips van over
al te beginnen niet zo erg ver van
■ln het Westfülisches Landesmu-
te Münster zijn tot 3 september
fituren te zien van Honoré Dau-
„Wat valt er eigenlijk nog over
"geroemde karikaturist te zeggen
|og niet iedereen verteld heeft",
ef „Le Courrier de Paris" in 1879
jdde toen een lang artikel
taumier, die toen twee weken
overleden was. 'n Veel voor-
Ie verzuchting, maar het ge-
>aumier zal in dit verband de
i wel spannen omdat je er bij
log eens aan toe kunt voegen:
alt er eigenlijk nog te vertellen
alles wat hij zelf al „verteld"
Mocht u dus in Westfalen ko-
Daumier niet vergeten. Niet om-
Jn prenten altijd zo opwekkend
ntegendeel, ze laten meermalen
oe weinig er in feite in de wereld
tlerd is. Toen, tijdens de Twee-
epubliek, zou ook alles
s worden. Iedereen, zo werd ge
had recht op arbeid en brood,
iafsvrijheid kwam aan bod, nieu-
echtscheidingswetten, Victor
m^iad het over de Verenigde 8ta-
m Europa, ds. Coquerel sprak
en „totsile ontwapening" en de
jury van de Salon zou voortaan sa
mengesteld worden uit kunste
naars.
Nog een heel grote, in Keulen, ook
niet zo ver van de grens. Camille
Pisarro, tekeningen en litho's van
deze impressionist, tot 27 augustus in
het Wallraf-Richartz Museum. Bla
den, tintelend van licht en leven. Je
kunt je nauwelijks voorstellen dat
deze sprankelende weergaven van
goede ogenblikken nog maar net hon
derd Jaar geleden de spot en lach
lust opwekten van een vastgeroest
maar zich kennelijk uiterst superieur
voelend publiek.
En als u toch in dit museum bent: ook
tijdens de speciale exposities kan
door de enorme ruimte die ze daar
hebben ook de eigen collectie voor
een groot deel getoond worden. Voor
al boeiend door de grondige overzich
telijkheid: geen vermoeiende veel
heid, geen overvolle zalen, maar een
flitsend-directe indruk van de ver
schillende perioden, van de middel
eeuwen tot onze eigen tijd.
Nog twee hoogtepunten uit het Duit
se expositieprogramma: de liefheb
bers van de beeldhouwkunst kunnen
hun hart ophalen in de Staatliche
Kunsthalle te Baden-Baden: tot 3
september zijn daar beelden en teke
ningen te zien van Aristide Maillol.
Tot 15 oktober wordt, in het Haus der
Kunst in München het grafische werk
van Marc Chagall getoond. En wat,
zou je dan kunnen aanhalen, valt er
nog over deze kunstenaars te zeggen
dat nog niet iedereen verteld heeft.
FRANKRIJK
Over namen gesproken, in Grenoble,
in de Abbaye Saint Antoine, eren ze,
tot 20 oktober, drie „artistes hollan
dais": Jongkind, Van Dongen en Van
Gogh. En dat is eigenlijk een heel
bijzondere aankondiging omdat ze in
Frankrijk juist deze drie kunstenaars
meestentijds als landgenoten be
schouwen. Terecht trouwens waar
het Van Dongen betreft: die kreeg in
1929 de Franse nationaliteit. Nog een
beroemd beeldhouwer, Auguste Ro-
Honore Daumier: „Wat je noemt het Verenigd Koninkrijk". De eeuwige
strijd in het „Verenigd Koninkrijk" tussen het uitgehongerde Ierland en het
goed doorvoede Engeland.
din. In het aan hem gewijde museum
in Parijs, het Musée Rodin is nu, tot
25 september, een speciale expositie
ingericht over de prachtige beelden
groep „De burgers van Calais". In het
Louvre o.a. de privé-collectie van Pi
casso, die hij aan Frankrijk schonk:
38 schilderijen van o.a. Cézanne, Re
noir, Balthus, Braque, Derain, Matis
se, Modigliani, Miro en Rousseau. En,
in het Grand Palais, tot 18 september
ik ben nu toch aan 't opsommen
de expositie „Van Renoir tot Matis
se", 22 hoogtepunten uit de collecties
van Russische en Franse museums.
Een heel bijzondere tentoonstelling is
er in het Musée d'Art Moderne de la
Ville de Paris: schilderijen en onbe
kende (gewassen) tekeningen op het
thema „Miserere" van Georges Rou-
ault. De serie Miserere is vooral be
kend geworden door de aquatinten
door Ber Huising
es Rouault: „Door Zijn wonden worden wij genezen". (Uit „Miserere".) Aristide Maillol: „Mediterranée".
die Rouault daar op verzoek van de
kunsthandelaar Vollard van maakte,
'n Heel apart procédé. I>e oorspron
kelijke tekeningen die nu dus hier
te zien zijn, werden door Rouault
uitgewerkt tot schilderijen en die liet
Vollard fotografisch op koperplaten
etsen, een soort clichés dus eigenlijk.
Maar die platen nam de kunstenaar
nadrukkelijk onder handen: „Tel
kens opnieuw", aldus Rouault,
„werkte ik met wisselend resultaat en
met gebruik van allerlei niet geheim
zinnige hulpmiddelen aan iedere
plaat". Hij was niet snel tevreden en
maakte soms wel twaalf tot vijftien
opeenvolgende staten. Jarenlang
werkte Rouault aan dit project en
daarna duurde het door omstandig
heden weer vele Jaren eer hij de uitga
ve toevertrouwde aan de Etoile Filan-
te te Parijs. In Zwitserland blijven ze
ook niet achter: in het Kunstmuseum
in Bazel wordt tot 3 september een
grote tentoonstelling gehouden van
schilderijen en tekeningen van Hans
Baldung Grien, een leerling van Al-
brecht Dürer en de eigentijdse kunst
komt daar aan de orde in het Kunst-
haus te Zürich, waar tot 6 augustus
Christo weer eens acte de présence
geeft, nu met een „Ingepakte
Rijksdag".
ENGELAND
In Engeland, Londen, wordt Henry
Moore op verschillende plaatsen
geëerd ter gelegenheid van zijn tach
tigste verjaardag, maar daar wijdde
ik vorige week al een artikel aan. Ook
hier weer exposities van verschillen
de grote meesters: in het British Mu
seum. Londen, „From Manet to Tou
louse-Lautrec" tot 1 oktober en dat
spreekt dacht ik wel weer voor zich
zelf evenals „The Non-Objective
World 1914-1939" die vertegenwoor
digd wordt door figuren als Mondri
aan, Arp, Malevitch, Lissytsky e.a. In
Glasgow komen de beeldhouwers
weer aan bod: de expositie „Rodin
and his Contemporaries" (tijdgeno
ten) tot 1 september in de Glasgow
Art Gallery omvat een vijfentwin
tigtal plastieken van deze kunstenaar
en andere 19e en 20ste eeuwse beeld
houwers.
BELGIE
Terug naar huis. bijna naar huis.
want België beschouw Je bijna al niet
meer als „buitenland". In Antwerpen
is een drietal Jacob Jordaens-ten-
toonstellingen, waarover ik het enige
tijd geleden al uitgebreid had. In het
Koninklijk Museum voor Schone
Kunsten waar nu ook werk van
Jacob Smits te zien is ln het Mu
seum Plantin-Moretus en in het Jor-
daenshuis, allemaal nog minstens tot
half september. In Brussel, ln het
Paleis voor Schone Kunsten wordt
tot 28 augustus een uitgebreid over
zicht gegeven van de „Belgische
kunst van 1885-1945" en dat was, ook
internationaal gezien, een belangrij
ke periode. Voor de lachers is er, in
Duinbergen, (bij Knokke) Humorhall
tot 3 september, de 17e Wereldkartoe-
nale 1978, een festival van de grafi
sche humor en in Ostende, tot 27
augustus, in de Casino-Kurzaal 150
werken uit „De School van St. Mar-
tens-Latem". Beroemde Vlamingen,
meer een groep dan een school overi
gens, Albijn van den Abeele, de
„voedstervader" van deze kunste
naars-kolonie, Valerius de Saedeleer,
Georg Minne. Gustaaf van de Woes-
tijne, Frits van den Berghe, Leon de
Smet. Albert Servaes, Gust de Smet
en Permeke. Zo maar een greep er
is uiteraard veel en veel meer en
daarvoor zijn er ter plaatse de VW's
een zeer veelzijdig en interessant
expositieprogram dat iedereen toch
wel iets te bieden heeft.
In Amsterdams Theatermu
seum, zoals het Toneelmu-
seum nu heet, is er voor het
„Hooggeëerd Publiek" tot 25
september een circustentoon
stelling. Daarom kwam er een
boekje over tweehonderd
Jaar circus in Nederland. Het
heet Van Binnen Moet Je We
zen, naar de roep van Blanus,
die een paradetent had.
Het werd ons toegezonden. Ter be
spreking toch wel. Het is een aardig
boekje om te zien. met een kleurig
omslag en veel leuke prentjes. Van
binnen bezien vertelt het van alles
wat over cirsussen, circusartiesten en
-kunsten die hier (ook) te zien waren.
Ik las het met een verbazing, hier en
daar. die de samenstellers niet be
doelden. Mar ja Keyser, die ook een
boek over onze kermissen schreef, en
haar drie medewerkers van het mu
seum, hebben misschien meer in de
boeken dan in een circus gezeten.
vuldig onderwerp van studie ge
weest", zonder aan te geven wat je
daarbij denken moet. Na de uitleg
dat sommige slangenmensen zich
naar voren, anderen naar achteren
buigen, en dat „elke genre zijn eigen
specifieke toeren kent" volgt nog
even actueel: „tegenwoordig is het
meer gebruikelijk dat de slangen
mens zich in een heel klein doosje
opvouwt Wel eens een slangen
mens, of een heel klein doosje gezien?
Dit is ook een mooie: „Soms is er
bovenaan de perche zelfs een draad
gespannen waarop een koorddans
wordt uitgevoerd". Hoe komen ze er
op? Aan de zwiepende top van die
ene, metershoge, buigzame losse
paal. die op de schouder of het voor
hoofd van de onderman staat, een
koord spannen en daar dan op
dansen.
Vermakelijk
Hogeschool
Ze hebben het bij voorbeeld over een
„onverschrokken hogeschoolrijder
die geen toom of zadel nodig heeft"
en die dus waarschijnlijk geen hoge
school rijdt. Ze maken van de „volti-
geur", die op het slappe koord of op
galopperende paarden hoort te wer
ken. rustig de partner van een parter
re-acrobaat, al weten ze even verder
op weer beter. Bij alle dieren die mee
doen noemen ze geen beren, en hoe
kan een circusliefhebber die nu ver
geten? Ze verklaren gewichtigheden
als: „De empirestijl werd nu ook op
de paarderuggen uitgedragen", of:
„de 'heer-kecht'-verhouding tussen
witte clown en August is reeds veel-
In het circus is ongelooflijk veel.
maar niet alles mogelijk. De narig
heid was vermoedelijk dat het smalle
plankje waar koorddansers of trape
zewerkers voor of na hun toeren op
staan, ook wel perche genoemd
wordt. Het werd dus een vermakelijk
boekje, maar geloof niet alles wat er
in staat. En dat werd, dacht ik, nogal
willekeurig, haastig en argeloos bij-
eengegrabbeld. Met rare sprongen,
zoals deze: „In de lucht kan de vlieger
rond zijn verticale of rond zijn hori
zontale as draaien. In het eerste geval
resulteert dit ln een salto, in het twee
de in een pirouette! Net het verkeerde
nummer gedraaid dus. Dit waren
maar wat voorbeelden, en daaraan te
zien Is het geen best boekje.
(4) Van Binnen Moet Je Wezen, 200
jaar circus in Nederland, door Marja
Keyser, Jacques Klöters, Paul Blom,
Ren ér Waale, uitg. Heureka Nieuw
koop. 106 blz. vele lil.
jefj 3
Ha. #4Ïa aan -nr.r.a inAiim ia Ta_ 4..IJ .—IIWaal.,,,...... Ual. Ha...ai. j_ a.a.i.1, -■ aaa
"por H. Ester
Der
'0lthrijvende vrouwen uit de zwar-
3e'i gemeenschap van Afrika zijn
|j mijn weten op de vingers van
"In hand te tellen. Wanneer vrou-
chin ln Afrika al tot literatuurtra-
jties bijdragen, dan is dat aan
ondelinge vormen van over
dracht gebonden. Een uitzonde-
lig hierop vormt M. Tlali, die bij
'0,l Johannesburgse uitgever Ra
in Press de roman „Muriel at
letropolitan" publiceerde De ro
an vertelt over de moeilijkhe
den, die een zwarte vrouw in Jo-
'burg (de in Johannesburg gang
bare naam voor de eigen stad)
ontmoet, wanneer ze werk gaat
verrichten, dat tot dat moment
aan blanken was voorbehouden.
Bij Tlali gaat het om een conflict,
dat in de stad is gesitueerd en dat
door rassenverhoudingen wordt
bepaald.
Bij de van oorsprong Zuldafrikaanse
schrijfster Bessie Head wordt het leven op
het land beschreven, vooral ln Botswana,
waar deze schrijfster in 1963 naar uitweek.
In Bessie Head's roman „Als er regen
komt"' uit 1969. die'onlangs in Nederland
se vertaling verscheen, belandt de uit
Zuid-Afrika gevluchte hoofdfiguur Mak-
haya ln een dorp ln Botswana.
Verbitterde strijd
In dat dorp werkt de van Idealen vervulde
Engelsman Gilbert aan verbetering van
de heersende landbouw- en veeteeltme
thoden. Dat levert hem een verbitterde
strijd met de „chief", het dorpshoofd op,
die zijn absolutistische troon voelt wanke
len. Aantasting van de traditionele voed-
selproduktie vormt een bedreiging van de
tradities op politiek gebied. Makhaya
wordt bij de ambitieuze plannen van Gil
bert betrokken, waardoor de tegenstellin
gen nog groter worden. De moeilijkheden
zijn het gevolg van een doorbreken van
vrijwel onaantastbare tradities
Bovendien is het bewustzijn van de eigen
groepsgrenzen (d.w.z. stamgrenzen) in het
dorp sterk aanwezig. Gilbert, Makhaya en
ook Paulina, de latere vrouw van Mak
haya. zijn van buitenaf in het dorp geko
men; het zijn vreemdelingen, die aanvan
kelijk met argwaan bekeken worden. Het
vreemdelingschap van Makhaya komt het
sterkst tot uitdrukking in zijn geluksvoor-
stellingen op seksueel gebied. HIJ verzet
zich tegen de algemeen geaccepteerde
vrije seksuele omgang in het dorp. Bij
Paulina vindt hij een verwante Instelling.
Met de tussenmenselijke problemen is de
reeks hinderpalen op de weg der ontwik
keling nog niet ten einde De natuur laat
het afweten, een verschrikkelijke droogte
leidt tot massale sterfte onder het vee.
Van regen is aan het slot nog geen sprake.
De onzekerheid over de toekomst bujit*
bestaan, al wordt het boek door de hoop
volle ondertoon van de titel gedragen.
„De Derde Spreker"
Deze roman is verschenen in de reeks „De
Derde Spreker", die door uitgeverij Het
Wereldvenster in Baarn samen met de
NOVIB wordt uitgegeven. Ik vind het een
loffelijk lniatief, om aan authentieke
stemmen uit de Derde Wereld zelf het
woord te geven.
Een vraag bij deze romanuitgave geldt het
feit, dat het boek bijna tien Jaar geleden
voor het eerst verscheen en Bessie Head
sindsdien boeken als „Maru" (1971), „A
question of power" (1974) en „The collec
tor of treasures" (1977) publiceerde, waar
in een veel drastischere, minder geharmo
niseerde benadering van het leven ln
Botswana opvalt.
Waarom is voor deze reeks toch gekozen
voor „When rain clouds gather", dat als
debuut geslaagd kon worden genoemd,
maar waarop verteltechnlsch gezien
karaktertekening, vervlechting van privé
met algemeen politieke gebeurtenissen
wel het een ander aan te merken valt?
Ik heb geen ander deel uit de genoemde
reeks onder ogen gekregen. Uitgaande
van deze roman lijken mij meer informa
tie over de keuze uit een oeuvre en over de
vrouw achter het boek van groot belang.
De prijs van dit boek van 196 bladzijden is
redelijk: 14 gulden