[eker een beetje depressief mevrouw? ">teun aan Zuid-Afrika eigenbelang Westen rtsen hebben weinig begrip voor de klachten van huisvrouwen werk 1 "6t)nferentie in Washington: grondstoffentoevoer veilig stellen ERDAG 24 JUNI 1978 RTE1 BINNENLAND TROUW/KWARTET 19 mjn h B- rk. ie op ite iwen komen tweemaal zoveel bij de dokter als mannen, verschil in het aantal bezoeken aan de huisarts of de ialist kan niet alleen verklaard worden uit een hoeveel- specifiek vrouwelijke zaken, die doktersbezoek vereisen, de pilcontrole, zwangerschap en bevalling, menstruatie- ivergangsklachten Wanneer deze bezoeken afgetrokken len van het totaal, blijkt toch dat vrouwen nog steeds ir bij de dokter komen dan mannen Ook het ziektever- i onder werkende vrouwen ligt hoger dan dat'van hun nelijke collega's. >est r Cisca Dresselhuys Z1 nderzoeken (vooral in het bui- lid, want in Nederland is de we- hap nog niet erg geïnteresseerd onderwerp „vrouw en gezond- blijkt verder, dat vrouwen veel last hebben van psychische en, zoals depressiviteit (vrou- ijden driemaal zo vaak aan de- dat ze meer kalmerende elen gebruiken (in 1973 gebruik- Groningen 37 procent van de ?en en 20.9 procent van de man- almerende of slaaptabletten) en Ie psychiatrische ziekenhuizen tweederde gevuld zijn met r je daar dan bij bedenkt, dat ren maar met twintig procent lun klachten naar de huisarts (H. G. M. van der Velden: „Huis huisarts-huisgezin", 1971) het getob en gesukkel van vrou- net hun gezondheid niet van de zijn. Toch leven vrouwen langer annen (gemiddeld wel zo'n vijf jaar) en lijden ze veel minder ironische ziekten. jndige functii ingen< n 3 over in he kit dat dan met de vrouwen? Zijn iurpieten, die vaak naar de dok- ipen terwijl hun in feite niets eert of hebben ze last van inge- ziekten? Allemaal aanstelle- 'e veel tijd voor zichzelf, te wei- ezigheden, te veel welvaart? n inderdaad artsen, die sommi- ouwelijke patiënten maar zeur- vinden (mannelijke patiënten hien ook wel, maar wij hebben lier nu over de vrouwen). Een eeld: een medisch studente e als hulp bij een huisarts. Ze p verschillende patiëntenkaar- e afkorting z.p. staan. Toen ze waarvoor die letters stonden, ze te horen, dat het om een ting van zeurpiet ging. De arts leze aantekening op zijn kaart ":t. zodat hij elke keer precies om wat voor '-rouw het ging. idien was het handig voor een uele invaller; die zou ook on- llijk weten wat voor vlees hij in lip had. lat vond deze arts en met hem ichijnlijk vele anderen dan o zeurderig aan die vrouwen? komen steeds met dezelfde ten. ze zijn moe, soms wat som- lebben pijn in het hoofd of de S :unnen slecht slapen. Maar wan- je die lichamelijke klachten on- ekt, blijkt dat ze niets manke- Toch zie je ze elke keer weer met diezelfde klachten. En dat dan vrouwen met een aardige fijne kinderen, een goed inko- in een goed huis. Ik kan dat niet s zien dan; te veel tijd voor elf, waardoor allerlei kleine din- enorm opgeblazen worden", t een arts. zou hij en zijn collega's 0 beter moeten nadenken. Want amerhand wordt toch wel dui- dat veel vrouwen met dezelfde klachten bij hun artsen komen, lat dan allemaal zeurpieten, wei spoppetjes. die „niets anders aan hun hoofd hebben dan hun Als je als arts zo regelmatig verschillende vrouwen met de- klachten benaderd wordt, zou Bh eens een lichtje moeten gaan len Wanneer een bepaalde i arbeiders regelmatig met gelij- atfachten bij de bedrijfsarts komt. wordt al gauw een onderzoek inge steld naar de arbeidsomstandighe den, om een verklaring te vinden voor de klachten. Wanneer grote groepen huisvrouwen met gelijkluidende klachten komen, zou het toch voor de hand liggen, dat er eens nagedacht zou worden over wat deze vrouwen gemeenschappelijk hebben en of dit de oorzaak zou kunnen zijn van die bepaalde klachten. „Doordat de huisvrouw buiten het produktieproces staat, betekent haar ziek-zijn niet meteen een economi sche strop voor de maatschappij. Het is daarom niet toevallig dat de sociale geneeskunde bijvoorbeeld wel veel onderzoeken gedaan heeft naar ziek teverzuim, werkomstandigheden enz., maar weinig gedaan heeft met betrekking tot ziektes bij huisvrou wen. Een uitgebreid onderzoek naar ziektepatronen bij de huisvrouw werd pas in 1971 gedaan door dr. Van der Velden in Nijmegen, die zelf ook weer tot de conclusie kwam dat er in ons land nog geen systematisch on derzoek gedaan is naar ziekte en ge zondheid van de huisvrouw," schrij ven drie studenten uit Nijmegen in hun scriptie „Huisvrouwen: een ver geten groep in de medische hulpver lening". Inmiddels hebben al die vage klach ten, waarmee huisvrouwen bij de arts komen, wel al een officiële naam ge kregen; het „probleem zonder naam", maar kreeg nu de naam van huisvrou wensyndroom. Volgens dr. Van der Velden gaat het om een nieuwe „ziek te" die niet omder de bekende beel den valt. Een Deense onderzoeker, die ik de jaren zestig onderzoek deed onder huisvrouwen vond bij een aan tal klachten, die hij niet met elkaar in verband kon brengen en waarvan hij de lichamelijke ooizaak niet kon vinden (klachten als vage pijnen ver moeidheid, slaapstoornissen, angsten en zenuwachtigheid). Volgens een an dere onderzoeker is dit „huisvrou wen-syndroom" de laatste jaren zo frequent geworden, dat het een dui delijk medisch begrip is geworden. Deze onderzoeker, een vrouw, pleit ervoor om te spreken van een „vrou wen-syndroom", in plaats van een „huisvrouwen-syndroom" omdat ook vrouwen met een baan aan deze klachten lijden. Bepaalde wetenschapsmensen heb ben langzaam aan voor het be sef, gezorgd, dat er bij vrouwen inder daad specifiekel moeilijk te door gronden, klachten bestaan en dat de huishoudelijke arbeid ook haar eigen ziekteverschijnselen meebrengt. Geen van de onderzoekers is er even wel tot nu toe in geslaagd aan te geven waarom en hoe juist deze klachten bij vrouwen ontstaan. Een van de belangrijkste klachten van de huisvrouwen is chronische vermoeidheid. Iets wat bij veel man nen de reactie oproept: „Waar ben jij nu moe van? Geen jagende chef ach ter je aan, die op je vingers kijkt wat je doet; allerlei huishoudelijke appa raten die je het werken makkelijk maken, hoe kun jij nu moe zijn?" De schrijfster Anja Meulenbelt zegt hierover: „Huishoudelijke arbeid brengt haar eigen ziekteverschijnse len teweeg. Ontzettend veel vrouwen hebben last van chronische moeheid, niet omdat ze bepaalde spieren over belasten, maar omdat ze voortdurend met alles bezig zijn. nooit helemaal door iets in beslag genomen. Een veelgehoorde klacht van huisvrou wen is dan ook, dat ze aan het einde van de dag doodmoe zijn van het voortdurend bezigzijn, maar dat ze niet meer weten wat ze hebben ge daan". In een Duits onderzoek bleek dat 64 percent van de moeders 's avonds moe en gespannen is en geen zin meer heeft om iets te ondernemen. De vrouwen zelf gaven als oorzaak van deze vermoeidheid aan: „Je bent de hele dag gespannen bezig, het werk groeit te boven het hoofd, er wordt te veel van je verlangd, je hebt geen tijd je te ontspannen en al je werk komt elke dag weer terug, het huis blijft niet schoon, de afwas is er steeds weer. de was ook, de boodschappen ook, het is een tredmolen, waar je nooit uitkomt. Daardoor ben je nooit klaar, er wacht altijd nog wel ergens werk." Er wordt tegenwoordig vaak gezegd, dat huisvrouwen een makkelijk be staan hebben: ze hebben geen chef boven zich, geen prikklok, ze kunnen hun eigen tijd indelen, koffie drinken met een vriendin wanneer ze dat wil len. Maar is dat werkelijk zo? De dagtaak van een huisvrouw is op be paalde punten net zo gebonden aan vaste tijden als elke andere baan: er is de tijd waarop man en kinderen de deur uitmoeten, er zijn de schooltij den, waarop de kinderen gehaald of gebracht moeten worden, daarmee samenhangend zijn er de vaste etens tijden, de winkelsluitingstijden enzo voorts. Bovendien heeft de vrouw geen duidelijk tijdstip waarop haar werkdag eindigt en haar vrije tijd ingaat, zoals bij mensen die in loon dienst zijn. Ook in de avonduren is de huisvrouw nog bezig met allerlei kar weitjes: afwassen, koffiezetten, naai en enz. Zelfs wanneer het gezin op vakantie gaat in de caravan, de tent of in een gehuurd huisje, gaat het huishouden gewoon door, misschien wat minder aan vaste tijden gebon den, maar er moet nog steeds worden gegeten, afgewassen, boodschappen gedaan (het is immers maar een handjevol gezinnen op het grote to taal, dat zich een volledig verzorgde vakantie in een hotel kan permit teren). Al met al is het niet vreemd, dat uit het Philips-onderzoek naar de werk week van de Nederlandse vrouw bleek, dat deze gemiddeld zestig uur bedraagt. Uit datzelfde onderzoek bleek, dat een huisvrouw per dag maar ruim twee uur buitenshuis is, de rest van de tijd zit ze thuis. Voor al het „onzichtbare" werk dat de huis vrouw doet (de opgemaakte bedden zijn de volgende ochtend weer in de war en de afgewassen borden weer vuil) krijgt zij niet veel terug: geen loon. geen promotie en ook lang niet altijd dankbaarheid van de huisgeno ten. Die vinden het veelal vanzelf sprekend dat moeder voor alles zorgt. Ze zijn niet anders gewend. Uit een onderzoek dat onlangs in de EEG werd gedaan bleek bovendien nog eens. dat met name de Nederlandse mannen nog steeds niet veel helpen de handen uitsteken in het huishou den. Dat vindt men geen mannen- Doordat de huisvrouw zoveel thuis zit, loopt ze het gevaar geïsoleerd te raken, geen contacten meer buiten de deur te hebben, behalve de melkboer en de caissière van de supermarkt. „Dat vrouwen meer dan mannen op het spreekuur van de huisarts zitten, komt niet doordat ze zieker zijn dan mannen, maar omdat velen van hen in de knoop zitten, in een impasse, doordat ze niet weten hoe ze hun leven zinvol kunnen vullen," schreef de Amsterdamse psychiater Bertha van Dantzig onlangs in Medisch Con tact. Dat vrouwen die meer contacten buitenshuis hebben, zich klaarblijke lijk prettiger voelen dan de „pure" huisvrouwen, blijkt volgens Bertha van Dantzig uit het feit. dat buitens huis werkende vrouwen minder naar de huisarts gaan en ook minder kal merende middelen gebruiken. Van een algemene psychische zwakte van de vrouwelijke sexe is volgens Bertha van Dantzig geen sprake. Wel is het volgens haar zo. dat de vrouw zich in het huwelijk veel meer moet aanpas sen dan de man (zij raakt haar baan kwijt, en daarmee veel van haar con tacten); mevrouw Van Dantzig vindt dat het huidige huwelijk meer op de voldoening van de man dan op die van de vrouw is gericht. Hoe zinloos veel vrouwen hun leven vinden, komt vaak naar voren in de overgang. Daarvoor hadden zij het druk met de kinderen, maar nu die de deur uit zijn, weten veel vrouwen eigenlijk niet meer waarvoor hun le ven dient. „Als je ze dan hebt afgele verd, je kinderen, dan ben je klaar. Dat is een gek gevoel. Je hebt gedaan wat je moest doen en wat je wou doen: kinderen krijgen en grootbren gen. En dan opeens is er niets meer. Een man gaat in zijn eigen situatie, zijn werk, door. maar de vrouw er vaart na alle gezinsdrukte. de leegte. Veel van wat je in die lange jaren van moederschap en huishouden hebt ge leerd is nutteloos geworden. En dan ga je jezelf overbodig vinden. Alles wordt grijs. Je zou misschien willen werken, maar je hebt onvoldoende opleiding om meer dan tijdelijk ver koopster in de Slnterklaasdrukte te worden." („En ze leefden nog lang en gelukkig", De Bonte Was.) Dan komen al die gevoelens van on vrede, van zinloosheid, van alleen zijn naar buiten bij de huisarts (want veel vrouwen durven tegenover hun eigen man niet goed klagen, omdat ze het van zichzelf zo onredelijk vinden, dat ze teleurgesteld, zenuwachtig en somber zijn: ze hebben toch een goed gezin, een goed huis en een goed inkomen). Ook bij de huisarts durven veel vrouwen nog niet te klagen; ze zeggen niet: „dat huishouden vind ik eigenlijk niks. ik vlieg soms tegen de muren op, ik zou zo graag wat anders willen af en toe," nee, ze vertalen die gevoelens in lichamelijk meer „nor male" klachten als hoofdpijn, rug pijn. vermoeidheid en slapeloosheid. „Uit ervaringen blijkt dat klachten van vrouwen over vermoeidheid of depressiviteit maar zelden serieus worden genomen. Artsen gaan er over het algemeen van uit. dat vrouwen sneller klagen. Uit een Duits onder zoek blijkt juist, dat vrouwen vaak langer doorlopen met ziektes dan mannen, al was het alleen maar om dat er niemand is. die voor hen zorgt wanneer ze in bed blijven liggen. En juist omdat vrouwen geïsoleerd van elkaar leven, komen ze niet zo gauw op het idee. dat hun vermoeidheid of depressiviteit niet zozeer een privé- zaak is, als wel een reactie op hun werkomstandigheden. En omdat art sen over het algemeen weinig aan kunnen met „subjectieve" klachten als hoofdpijn en irritatie, laten vrou wen zich makkelijk afschepen met pillen" (Anja Meulenbelt „Feminisme en socialisme"). Soms verwijzen huisartsen de vrou wen door naar een specialist, een psy chiater of feen psycholoog. Aangezien de medische wereld voor het grootste gedeelte uit mannelijke deskundigen bestaat, komt de vrouw ook hier weer in behandeling bij een man. Dat hoeft natuurlijk niet erg te zijn, wanneer deze man enig begrip heeft van het leven dat de huisvrouw van tegen woordig leeft. Maar al te vaak is dat niet het geval, getuige het verhaal van een 53-jarige huisvrouw, die bij een mannelijke psychiater terecht kwam. „Al jaren ben ik vrij depressief. Ik heb daar echter voortdurend ver schrikkelijk tegen gevochten Ge woon omdat ik me schaam en ik mezelf daardoor een slappeling vind Een tijdje geleden was het zo erg geworden dat ik de zin van het leven niet meer zag. Niemand die dit zelf niet heeft meegemaakt, kan begrij pen wat een geestelijke marteling het is. Eindelijk heb ik de moed gevon den om aan de hulsdokter, die ik pas had, om psychiatrische hulp te vra gen Deze gaf hij me gelukkig direct. Ik heb een afspraak met een psychia ter gemaakt, erg gespannen, maar toch blij. dat ik me nu volledig zou kunnen uitspreken. Twee uur na de afgesproken tijd was ik aan de beurt. Toen ik hem vertelde dat ik 53 jaar was en dat ons enige kind de deur uit was. zei hij zonder verder door te vragen: „U bent overgevoelig en daar is op uw leeftijd niets meer aan te doen. Ik zal u iets geven waardoor u weer opgewekt wordt, dat wilt u zeker wel?" Alsof hij aan een kind een snoepje beloofde. Binnen twee minu ten stond ik buiten met een recept voor 168 gele tabletjes. Als een gesla gen hond in plaats van opgelucht ben ik weggegaan. De tabletjes waren wel opwekkend, maar ik kon er niet mee leven, want ik kreeg totaal geen ont lasting meer en een kurkdroge mond en keel. Mijn gewicht nam snel toe Na zes weken moest ik terugkomen bij de psychiater. Ik ben niet iemand die dan eerder teruggaat, ik wil niet voor een ouwe zeur worden aange zien. Bij het tweede bezoek vertelde ik iets van m'n bevindingen. Ik moest dezelfde tabletten blijven innemen, maar hij gaf me er een grote zak zetpillen bij, om naar de WC te kun nen. Binnen vier weken was ik weer vier kilo aangekomen. Ik ben nog een paar keer teruggeweest en elke keer kreeg ik andere tabletten. Nu moet ik valium 10 innemen. Het haalt niets uit, alleen dat ik er goed op slaap. Ik blijf met tegenzin naar de psychiater gaan. om toch iets te hebben, ^ij ieder bezoek sta ik binnen een mi nuut buiten de deur, nadat ik mèestal anderhalf k twee uur heb zitten wach ten. ondanks een afspraak." (En ze leefden nog lang en gelukkig, De Bon- Wa" Mariet Vrancken, een vrouwelijke huisarts uit Rotterdam zegt over het feit. dat doktoren het huisvrouwen syndroom niet onderkennen en haar gevoelen van onzekerheid en angst in stand houden door op geen enkele manier in te gaan op de achtergrond van de problemen, maar alleen kal meringsmiddelen voor te schrijven, het volgende: „Een mannelijke arts heeft een zeker tekort aan invoelend vermogen, hij is tenslotte geen vrouw, verder schiet de universitaire opleiding nog steeds te kort. er wordt hier niet gesproken over dit soort klachten, de aspirantarts leert vooral dat het heel belangrijk is om medisch snel een diagnose te stellen (dus: deze patiënt heeft een zwak hart of deze patiënt heeft een dieet nodig vanwe ge klachten over de galblaas), verder is de arts snel geneigd etiketten te plakken op zijn (vrouwelijke) patiën ten: die is hysterisch, die is neuro tisch of die heeft last van de over gang, alsof dat de hoogste en laatste wijsheden zouden zijn. alsof er achter die etiketten geen klachten zitten, die behandeld zouden kunnen worden." Geraadpleegde literatuur: „Huisvrou-' wen, een vergeten groep in de me- diese hulpverlening" door Anke ManKchot. André Guppen en Jos Dijk man*. „Vrouwen over hulp bij ziekte en problemen". De Bonte Was. „En ze leefden nog lang en gelukkig", De Bonte Was. „het Moederboek". De Bonte Was. „Tante Sjaan blijft gaan" en „Terug naar je lijf", twee uitgaven van het Studium Generale Rotterdam. if Hennie Serfontein IHINGTON De internationale conferentie die dezer dagen in Washington werd mden over „De Verenigde Staten en Zuidelijk Afrika" vormt onderdeel van Zuid-Afrika's we strategie tegenwicht te bieden aan groeiende westerse druk, door buiten de regeringen rechtstreeks de publieke opinie in de westerse landen te beïnvloeden. '9 net ereid ee te land. Hij zei dat veranderingen door middel van de stembus daardoor bij na onmogelijk worden. Doorgaand op hetzelfde chapiter waarschuwde Den nis Worrall, een parlementslid van de Nationale Partij, dat Zuid-Afrika ge vaarlijk dicht bij een toestand is waarin alle internationale druk juist een tegengesteld effect zou hebben. ijeenkomst was georganiseerd de in Pretoria gevestigde Asso- voor buitenlandse zaken, die ïn regeringsgezind onderzoeks- u is geworden. Dit werkt nauw i met de beleidmakers van de frikaanse regering, het (inmid- •pgeheven) ministerie van voor- ig en het bureau voor staatsvei- (BOSSi fbond mferentie in Washington werd coond door zo'n zeventig men- üt Zuid-Afrika. de Verenigde n. West-Duitsland. Groot-Brit- Frankrijk en Israël. De niet- frikanen kunnen het beste wor- inschreven als respectabele con- Ueven. waaronder vooraan- Mr.Ide academici en journalisten :h bezighouden met buitenland- ef jUtiek en strategische zaken. Het is duidelijk dat de Zuidafrikaan- se strategie eruit bestaat een verbond te vormen met deze conservatieven in de hoop dat ze druk zullen uitoefenen op hun regeringen om hun standpunt tegenover Zuid-Afrika te herzien. In die zin dat meer rekening wordt ge houden met wereldwijde strategische belangen. De discussies op de eerste dag van de tweedaagse conferentie werden gro tendeels beheerst door twee zaken: de groeiende dreiging van de Sowjet- Unie voor Amerikaanse belangen in Afrika, en het vitale belang van Zuid- Afrika voor het Westen, in zonderheid als producent van strategisch mate rialen. Verandering De meeste buitenlandse deelnemers namen kennelijk voor zeker aan dat belangrijke binnenlandse verande ringen in Zuid-Afrika op handen zijn, en dat de meeste zwarten en blanken in Zuid-afrika zich ervan bewust zijn dat er een vreedzame compromis-op lossing bereikt moet worden. Cas Devilliers. de directeur van de FAA wees in zijn openingsrede op „wezenlijke veranderingen in Zuid- Afrika", die zullen leiden tot een „meer wezelijke deling", wat weer zou gaan naar een „politiek van consen sus (overeenstemming)' voor blan ken, kleurlingen, Indiërs en stedelijke zwarten. Een parlementslid van de Nationale Partij, Da wie Devilliers, zei dat Zuid-Afrika vastbesloten is het eigen huis op orde te brengen, op voorwaarde dat Zuid-Alrika de kans krijgt zijn eigen problemen. Vause Raw, de leider van de conser vatieve nieuwe republikeinse partij in Zuid-Afrika (oppositie) veroordeel de de internationale druk op zijn Benadering De benadering van Zuid-Afrika door de meeste niet-Zuidafrikaanse deel nemers aan de conferentie werd ge kenschetst door prof. Edmund A. Gullion, hoofd van de Fletscher school voor recht en diplomatie, die een rede afstak onder de titel „De Verenigde Staten en Zuidelijk Afrika op een kruispunt". Hij sprak nauwe lijks over Zuid-Afrika als zodanig, maar vooral over de blauwdruk van de Sowjet-strategie en intentie in Afrika, èn de recente crisis in Zaïre. Hij onderstreepte dat de les van de Franse rol in Afrika leert dan inter ventie ter bescherming van eigenbe lang en loont. Gullion voorspelde een nieuw antwoord van de Verenigde Staten om tegenwicht te bieden aan de invloed van de Sowjet-Unie in Afrika. Over Zuid-Afrika zelf zei Gul lion louter dat het verkeerd zou 2ijn van de Verenigde Staten de militan ten te steunen, en dat een binnen landse oplossing uitgewerkt moet worden. Andere sprekers zaten op dezelfde lijn. Veel aandacht werd besteed aan de vraag hoe de Sowjet-Unie in Afri ka geneutraliseerd moet worden, en aan de mogelijkheid van een verbond tussen Afrikaanse landen en het wes ten. Dr Ray Cline, directeur van het centrum voor strategische en interna tionale studies aan de Georgetown Universiteit en oud-waarnemend di recteur van de CIA riep wat dat be treft op tot een nieuwe alliantie poli tiek voor de Verenigde 8taten, alle haar goedgeziende aan zee liggende landen binnen om alle wereldwijde belangen van het westen te bescher men. Dit verbond zou zowel Nigeria als Zuid-Afrika moeten omvatten omdat de Verenigde Staten hebben geleerd te leven met zwart èn blank Afrika Luitenant-generaal Daniel O'Gra- ham, hoogleraar aan de universiteit van Miami, stelde dat Zuid-Afrika alles heeft wat nodig is in de Ameri kaanse strategie tegenwicht te bie den aan de Sowjet-Unie. Zuid-Afrika zei hij. daarmee de gevoelens van veel deelnemers weergevend, moet de kans krijgen zijn eigen problemen op te lossen. Gevaar Prof. Bill van Rensburg van de facul teit voor energiestudie aan de Rand Afrikaanse Universiteit Johannes burg en dr William Schneider waar schuwden beiden voor het gevaar dat het westen bedreigt als de Sowjet- Unie de controle krijgt over de Zuid- afrikaanse rijkdom aan strategische materialen. Van Rensburg: „De grondstoffenpoli- tiek is part en deel geworden van een dodelijke competitie tussen de twee supermachten." Hij zei dat het Euro pese tussenbeide komen in Zaïre gro tendeels voortsproot uit bezorgdheid over de dreiging voor Europa's grond- stoffenaanvoer. „In de toekomst zal de welvaart van landen voor een veel groter deel af hangen van hun vermogen in eigen land mineralen te produceren, en de levering ervan uit het buitenland vei lig te stellen Dit zal een nieuw soort diplomatie vereisen „grondstoffen- diplomatie" waarvoor de Verenig de Staten weinig ambassadeurs heeft en geen toegerust ministerie van bui tenlandse zakeft. „De strijd om de grondstoffen is begonnen en de eerste ronde wordt uitgevochten in Afrika." 8chneider legde uit dat de Sowjets er op de lange termijn op uit zijn de grondstoffenlevering vanuit zuidelijk Afrika aan het westen af te snijden. Iets wat volgens hem een heel ander gewicht aan de buitenlandse politiek van de Sowjet-Unie geeft dan een klassieke imperialistische aanval op het gebied. De discussies op de conferentie in Washington maakten duidelijk dat de Zuidafrikaanse buitenlandse poli tiek het westen de idee wil verkopen dat het in haar eigen belang is de blanke regeringen in zuidelijk Afrika te steunen, als onderdeel van de stra tegie een dam op te werpen tegen de uitdijende invloed van de Sowjet- Unie. Dit kwam tot uiting in een opmerking van Cas Devilliers die het westen „uit veiligheidsoverwegin gen" opriep de krachten voor vreed zame verandering in Rhodeslë. Nami bië en Zuid-Afrika te steunen. Hij zei dat een louter economische verplich ting van de Verenigde Staten (meer hulp bij voorbeeld) om weerstand te bieden aan de militaire rol van de Sowjet-Unie in Afrika niet genoeg is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 19