[eker een beetje depressief mevrouw?
">teun aan Zuid-Afrika eigenbelang Westen
rtsen hebben weinig begrip voor de klachten van huisvrouwen
werk
1 "6t)nferentie in Washington: grondstoffentoevoer veilig stellen
ERDAG 24 JUNI 1978
RTE1
BINNENLAND
TROUW/KWARTET
19
mjn
h
B-
rk.
ie op
ite
iwen komen tweemaal zoveel bij de dokter als mannen,
verschil in het aantal bezoeken aan de huisarts of de
ialist kan niet alleen verklaard worden uit een hoeveel-
specifiek vrouwelijke zaken, die doktersbezoek vereisen,
de pilcontrole, zwangerschap en bevalling, menstruatie-
ivergangsklachten Wanneer deze bezoeken afgetrokken
len van het totaal, blijkt toch dat vrouwen nog steeds
ir bij de dokter komen dan mannen Ook het ziektever-
i onder werkende vrouwen ligt hoger dan dat'van hun
nelijke collega's.
>est
r Cisca Dresselhuys
Z1
nderzoeken (vooral in het bui-
lid, want in Nederland is de we-
hap nog niet erg geïnteresseerd
onderwerp „vrouw en gezond-
blijkt verder, dat vrouwen veel
last hebben van psychische
en, zoals depressiviteit (vrou-
ijden driemaal zo vaak aan de-
dat ze meer kalmerende
elen gebruiken (in 1973 gebruik-
Groningen 37 procent van de
?en en 20.9 procent van de man-
almerende of slaaptabletten) en
Ie psychiatrische ziekenhuizen
tweederde gevuld zijn met
r je daar dan bij bedenkt, dat
ren maar met twintig procent
lun klachten naar de huisarts
(H. G. M. van der Velden: „Huis
huisarts-huisgezin", 1971)
het getob en gesukkel van vrou-
net hun gezondheid niet van de
zijn. Toch leven vrouwen langer
annen (gemiddeld wel zo'n vijf
jaar) en lijden ze veel minder
ironische ziekten.
jndige
functii
ingen<
n 3
over
in he
kit dat dan met de vrouwen? Zijn
iurpieten, die vaak naar de dok-
ipen terwijl hun in feite niets
eert of hebben ze last van inge-
ziekten? Allemaal aanstelle-
'e veel tijd voor zichzelf, te wei-
ezigheden, te veel welvaart?
n inderdaad artsen, die sommi-
ouwelijke patiënten maar zeur-
vinden (mannelijke patiënten
hien ook wel, maar wij hebben
lier nu over de vrouwen). Een
eeld: een medisch studente
e als hulp bij een huisarts. Ze
p verschillende patiëntenkaar-
e afkorting z.p. staan. Toen ze
waarvoor die letters stonden,
ze te horen, dat het om een
ting van zeurpiet ging. De arts
leze aantekening op zijn kaart
":t. zodat hij elke keer precies
om wat voor '-rouw het ging.
idien was het handig voor een
uele invaller; die zou ook on-
llijk weten wat voor vlees hij in
lip had.
lat vond deze arts en met hem
ichijnlijk vele anderen dan
o zeurderig aan die vrouwen?
komen steeds met dezelfde
ten. ze zijn moe, soms wat som-
lebben pijn in het hoofd of de
S :unnen slecht slapen. Maar wan-
je die lichamelijke klachten on-
ekt, blijkt dat ze niets manke-
Toch zie je ze elke keer weer
met diezelfde klachten. En dat
dan vrouwen met een aardige
fijne kinderen, een goed inko-
in een goed huis. Ik kan dat niet
s zien dan; te veel tijd voor
elf, waardoor allerlei kleine din-
enorm opgeblazen worden",
t een arts.
zou hij en zijn collega's
0 beter moeten nadenken. Want
amerhand wordt toch wel dui-
dat veel vrouwen met dezelfde
klachten bij hun artsen komen,
lat dan allemaal zeurpieten, wei
spoppetjes. die „niets anders
aan hun hoofd hebben dan hun
Als je als arts zo regelmatig
verschillende vrouwen met de-
klachten benaderd wordt, zou
Bh eens een lichtje moeten gaan
len Wanneer een bepaalde
i arbeiders regelmatig met gelij-
atfachten bij de bedrijfsarts komt.
wordt al gauw een onderzoek inge
steld naar de arbeidsomstandighe
den, om een verklaring te vinden voor
de klachten. Wanneer grote groepen
huisvrouwen met gelijkluidende
klachten komen, zou het toch voor de
hand liggen, dat er eens nagedacht
zou worden over wat deze vrouwen
gemeenschappelijk hebben en of dit
de oorzaak zou kunnen zijn van die
bepaalde klachten.
„Doordat de huisvrouw buiten het
produktieproces staat, betekent haar
ziek-zijn niet meteen een economi
sche strop voor de maatschappij. Het
is daarom niet toevallig dat de sociale
geneeskunde bijvoorbeeld wel veel
onderzoeken gedaan heeft naar ziek
teverzuim, werkomstandigheden
enz., maar weinig gedaan heeft met
betrekking tot ziektes bij huisvrou
wen. Een uitgebreid onderzoek naar
ziektepatronen bij de huisvrouw
werd pas in 1971 gedaan door dr. Van
der Velden in Nijmegen, die zelf ook
weer tot de conclusie kwam dat er in
ons land nog geen systematisch on
derzoek gedaan is naar ziekte en ge
zondheid van de huisvrouw," schrij
ven drie studenten uit Nijmegen in
hun scriptie „Huisvrouwen: een ver
geten groep in de medische hulpver
lening".
Inmiddels hebben al die vage klach
ten, waarmee huisvrouwen bij de arts
komen, wel al een officiële naam ge
kregen; het „probleem zonder naam",
maar kreeg nu de naam van huisvrou
wensyndroom. Volgens dr. Van der
Velden gaat het om een nieuwe „ziek
te" die niet omder de bekende beel
den valt. Een Deense onderzoeker,
die ik de jaren zestig onderzoek deed
onder huisvrouwen vond bij een aan
tal klachten, die hij niet met elkaar in
verband kon brengen en waarvan hij
de lichamelijke ooizaak niet kon
vinden (klachten als vage pijnen ver
moeidheid, slaapstoornissen, angsten
en zenuwachtigheid). Volgens een an
dere onderzoeker is dit „huisvrou
wen-syndroom" de laatste jaren zo
frequent geworden, dat het een dui
delijk medisch begrip is geworden.
Deze onderzoeker, een vrouw, pleit
ervoor om te spreken van een „vrou
wen-syndroom", in plaats van een
„huisvrouwen-syndroom" omdat ook
vrouwen met een baan aan deze
klachten lijden.
Bepaalde wetenschapsmensen heb
ben langzaam aan voor het be
sef, gezorgd, dat er bij vrouwen inder
daad specifiekel moeilijk te door
gronden, klachten bestaan en dat de
huishoudelijke arbeid ook haar eigen
ziekteverschijnselen meebrengt.
Geen van de onderzoekers is er even
wel tot nu toe in geslaagd aan te
geven waarom en hoe juist deze
klachten bij vrouwen ontstaan.
Een van de belangrijkste klachten
van de huisvrouwen is chronische
vermoeidheid. Iets wat bij veel man
nen de reactie oproept: „Waar ben jij
nu moe van? Geen jagende chef ach
ter je aan, die op je vingers kijkt wat
je doet; allerlei huishoudelijke appa
raten die je het werken makkelijk
maken, hoe kun jij nu moe zijn?"
De schrijfster Anja Meulenbelt zegt
hierover: „Huishoudelijke arbeid
brengt haar eigen ziekteverschijnse
len teweeg. Ontzettend veel vrouwen
hebben last van chronische moeheid,
niet omdat ze bepaalde spieren over
belasten, maar omdat ze voortdurend
met alles bezig zijn. nooit helemaal
door iets in beslag genomen. Een
veelgehoorde klacht van huisvrou
wen is dan ook, dat ze aan het einde
van de dag doodmoe zijn van het
voortdurend bezigzijn, maar dat ze
niet meer weten wat ze hebben ge
daan".
In een Duits onderzoek bleek dat 64
percent van de moeders 's avonds
moe en gespannen is en geen zin meer
heeft om iets te ondernemen. De
vrouwen zelf gaven als oorzaak van
deze vermoeidheid aan: „Je bent de
hele dag gespannen bezig, het werk
groeit te boven het hoofd, er wordt te
veel van je verlangd, je hebt geen tijd
je te ontspannen en al je werk komt
elke dag weer terug, het huis blijft
niet schoon, de afwas is er steeds
weer. de was ook, de boodschappen
ook, het is een tredmolen, waar je
nooit uitkomt. Daardoor ben je nooit
klaar, er wacht altijd nog wel ergens
werk."
Er wordt tegenwoordig vaak gezegd,
dat huisvrouwen een makkelijk be
staan hebben: ze hebben geen chef
boven zich, geen prikklok, ze kunnen
hun eigen tijd indelen, koffie drinken
met een vriendin wanneer ze dat wil
len. Maar is dat werkelijk zo? De
dagtaak van een huisvrouw is op be
paalde punten net zo gebonden aan
vaste tijden als elke andere baan: er
is de tijd waarop man en kinderen de
deur uitmoeten, er zijn de schooltij
den, waarop de kinderen gehaald of
gebracht moeten worden, daarmee
samenhangend zijn er de vaste etens
tijden, de winkelsluitingstijden enzo
voorts. Bovendien heeft de vrouw
geen duidelijk tijdstip waarop haar
werkdag eindigt en haar vrije tijd
ingaat, zoals bij mensen die in loon
dienst zijn. Ook in de avonduren is de
huisvrouw nog bezig met allerlei kar
weitjes: afwassen, koffiezetten, naai
en enz. Zelfs wanneer het gezin op
vakantie gaat in de caravan, de tent
of in een gehuurd huisje, gaat het
huishouden gewoon door, misschien
wat minder aan vaste tijden gebon
den, maar er moet nog steeds worden
gegeten, afgewassen, boodschappen
gedaan (het is immers maar een
handjevol gezinnen op het grote to
taal, dat zich een volledig verzorgde
vakantie in een hotel kan permit
teren).
Al met al is het niet vreemd, dat uit
het Philips-onderzoek naar de werk
week van de Nederlandse vrouw
bleek, dat deze gemiddeld zestig uur
bedraagt. Uit datzelfde onderzoek
bleek, dat een huisvrouw per dag
maar ruim twee uur buitenshuis is, de
rest van de tijd zit ze thuis. Voor al
het „onzichtbare" werk dat de huis
vrouw doet (de opgemaakte bedden
zijn de volgende ochtend weer in de
war en de afgewassen borden weer
vuil) krijgt zij niet veel terug: geen
loon. geen promotie en ook lang niet
altijd dankbaarheid van de huisgeno
ten. Die vinden het veelal vanzelf
sprekend dat moeder voor alles zorgt.
Ze zijn niet anders gewend. Uit een
onderzoek dat onlangs in de EEG
werd gedaan bleek bovendien nog
eens. dat met name de Nederlandse
mannen nog steeds niet veel helpen
de handen uitsteken in het huishou
den. Dat vindt men geen mannen-
Doordat de huisvrouw zoveel thuis
zit, loopt ze het gevaar geïsoleerd te
raken, geen contacten meer buiten de
deur te hebben, behalve de melkboer
en de caissière van de supermarkt.
„Dat vrouwen meer dan mannen op
het spreekuur van de huisarts zitten,
komt niet doordat ze zieker zijn dan
mannen, maar omdat velen van hen
in de knoop zitten, in een impasse,
doordat ze niet weten hoe ze hun
leven zinvol kunnen vullen," schreef
de Amsterdamse psychiater Bertha
van Dantzig onlangs in Medisch Con
tact. Dat vrouwen die meer contacten
buitenshuis hebben, zich klaarblijke
lijk prettiger voelen dan de „pure"
huisvrouwen, blijkt volgens Bertha
van Dantzig uit het feit. dat buitens
huis werkende vrouwen minder naar
de huisarts gaan en ook minder kal
merende middelen gebruiken. Van
een algemene psychische zwakte van
de vrouwelijke sexe is volgens Bertha
van Dantzig geen sprake. Wel is het
volgens haar zo. dat de vrouw zich in
het huwelijk veel meer moet aanpas
sen dan de man (zij raakt haar baan
kwijt, en daarmee veel van haar con
tacten); mevrouw Van Dantzig vindt
dat het huidige huwelijk meer op de
voldoening van de man dan op die
van de vrouw is gericht.
Hoe zinloos veel vrouwen hun leven
vinden, komt vaak naar voren in de
overgang. Daarvoor hadden zij het
druk met de kinderen, maar nu die de
deur uit zijn, weten veel vrouwen
eigenlijk niet meer waarvoor hun le
ven dient. „Als je ze dan hebt afgele
verd, je kinderen, dan ben je klaar.
Dat is een gek gevoel. Je hebt gedaan
wat je moest doen en wat je wou
doen: kinderen krijgen en grootbren
gen. En dan opeens is er niets meer.
Een man gaat in zijn eigen situatie,
zijn werk, door. maar de vrouw er
vaart na alle gezinsdrukte. de leegte.
Veel van wat je in die lange jaren van
moederschap en huishouden hebt ge
leerd is nutteloos geworden. En dan
ga je jezelf overbodig vinden. Alles
wordt grijs. Je zou misschien willen
werken, maar je hebt onvoldoende
opleiding om meer dan tijdelijk ver
koopster in de Slnterklaasdrukte te
worden." („En ze leefden nog lang en
gelukkig", De Bonte Was.)
Dan komen al die gevoelens van on
vrede, van zinloosheid, van alleen
zijn naar buiten bij de huisarts (want
veel vrouwen durven tegenover hun
eigen man niet goed klagen, omdat ze
het van zichzelf zo onredelijk vinden,
dat ze teleurgesteld, zenuwachtig en
somber zijn: ze hebben toch een goed
gezin, een goed huis en een goed
inkomen). Ook bij de huisarts durven
veel vrouwen nog niet te klagen; ze
zeggen niet: „dat huishouden vind ik
eigenlijk niks. ik vlieg soms tegen de
muren op, ik zou zo graag wat anders
willen af en toe," nee, ze vertalen die
gevoelens in lichamelijk meer „nor
male" klachten als hoofdpijn, rug
pijn. vermoeidheid en slapeloosheid.
„Uit ervaringen blijkt dat klachten
van vrouwen over vermoeidheid of
depressiviteit maar zelden serieus
worden genomen. Artsen gaan er over
het algemeen van uit. dat vrouwen
sneller klagen. Uit een Duits onder
zoek blijkt juist, dat vrouwen vaak
langer doorlopen met ziektes dan
mannen, al was het alleen maar om
dat er niemand is. die voor hen zorgt
wanneer ze in bed blijven liggen. En
juist omdat vrouwen geïsoleerd van
elkaar leven, komen ze niet zo gauw
op het idee. dat hun vermoeidheid of
depressiviteit niet zozeer een privé-
zaak is, als wel een reactie op hun
werkomstandigheden. En omdat art
sen over het algemeen weinig aan
kunnen met „subjectieve" klachten
als hoofdpijn en irritatie, laten vrou
wen zich makkelijk afschepen met
pillen" (Anja Meulenbelt „Feminisme
en socialisme").
Soms verwijzen huisartsen de vrou
wen door naar een specialist, een psy
chiater of feen psycholoog. Aangezien
de medische wereld voor het grootste
gedeelte uit mannelijke deskundigen
bestaat, komt de vrouw ook hier weer
in behandeling bij een man. Dat hoeft
natuurlijk niet erg te zijn, wanneer
deze man enig begrip heeft van het
leven dat de huisvrouw van tegen
woordig leeft. Maar al te vaak is dat
niet het geval, getuige het verhaal
van een 53-jarige huisvrouw, die bij
een mannelijke psychiater terecht
kwam.
„Al jaren ben ik vrij depressief. Ik
heb daar echter voortdurend ver
schrikkelijk tegen gevochten Ge
woon omdat ik me schaam en ik
mezelf daardoor een slappeling vind
Een tijdje geleden was het zo erg
geworden dat ik de zin van het leven
niet meer zag. Niemand die dit zelf
niet heeft meegemaakt, kan begrij
pen wat een geestelijke marteling het
is. Eindelijk heb ik de moed gevon
den om aan de hulsdokter, die ik pas
had, om psychiatrische hulp te vra
gen Deze gaf hij me gelukkig direct.
Ik heb een afspraak met een psychia
ter gemaakt, erg gespannen, maar
toch blij. dat ik me nu volledig zou
kunnen uitspreken. Twee uur na de
afgesproken tijd was ik aan de beurt.
Toen ik hem vertelde dat ik 53 jaar
was en dat ons enige kind de deur uit
was. zei hij zonder verder door te
vragen: „U bent overgevoelig en daar
is op uw leeftijd niets meer aan te
doen. Ik zal u iets geven waardoor u
weer opgewekt wordt, dat wilt u zeker
wel?" Alsof hij aan een kind een
snoepje beloofde. Binnen twee minu
ten stond ik buiten met een recept
voor 168 gele tabletjes. Als een gesla
gen hond in plaats van opgelucht ben
ik weggegaan. De tabletjes waren wel
opwekkend, maar ik kon er niet mee
leven, want ik kreeg totaal geen ont
lasting meer en een kurkdroge mond
en keel. Mijn gewicht nam snel toe
Na zes weken moest ik terugkomen
bij de psychiater. Ik ben niet iemand
die dan eerder teruggaat, ik wil niet
voor een ouwe zeur worden aange
zien. Bij het tweede bezoek vertelde
ik iets van m'n bevindingen. Ik moest
dezelfde tabletten blijven innemen,
maar hij gaf me er een grote zak
zetpillen bij, om naar de WC te kun
nen. Binnen vier weken was ik weer
vier kilo aangekomen. Ik ben nog een
paar keer teruggeweest en elke keer
kreeg ik andere tabletten. Nu moet ik
valium 10 innemen. Het haalt niets
uit, alleen dat ik er goed op slaap. Ik
blijf met tegenzin naar de psychiater
gaan. om toch iets te hebben, ^ij
ieder bezoek sta ik binnen een mi
nuut buiten de deur, nadat ik mèestal
anderhalf k twee uur heb zitten wach
ten. ondanks een afspraak." (En ze
leefden nog lang en gelukkig, De Bon-
Wa"
Mariet Vrancken, een vrouwelijke
huisarts uit Rotterdam zegt over het
feit. dat doktoren het huisvrouwen
syndroom niet onderkennen en haar
gevoelen van onzekerheid en angst in
stand houden door op geen enkele
manier in te gaan op de achtergrond
van de problemen, maar alleen kal
meringsmiddelen voor te schrijven,
het volgende: „Een mannelijke arts
heeft een zeker tekort aan invoelend
vermogen, hij is tenslotte geen
vrouw, verder schiet de universitaire
opleiding nog steeds te kort. er wordt
hier niet gesproken over dit soort
klachten, de aspirantarts leert vooral
dat het heel belangrijk is om medisch
snel een diagnose te stellen (dus: deze
patiënt heeft een zwak hart of deze
patiënt heeft een dieet nodig vanwe
ge klachten over de galblaas), verder
is de arts snel geneigd etiketten te
plakken op zijn (vrouwelijke) patiën
ten: die is hysterisch, die is neuro
tisch of die heeft last van de over
gang, alsof dat de hoogste en laatste
wijsheden zouden zijn. alsof er achter
die etiketten geen klachten zitten, die
behandeld zouden kunnen worden."
Geraadpleegde literatuur: „Huisvrou-'
wen, een vergeten groep in de me-
diese hulpverlening" door Anke
ManKchot. André Guppen en Jos Dijk
man*. „Vrouwen over hulp bij ziekte
en problemen". De Bonte Was. „En ze
leefden nog lang en gelukkig", De
Bonte Was. „het Moederboek". De
Bonte Was. „Tante Sjaan blijft gaan"
en „Terug naar je lijf", twee uitgaven
van het Studium Generale Rotterdam.
if Hennie Serfontein
IHINGTON De internationale conferentie die dezer dagen in Washington werd
mden over „De Verenigde Staten en Zuidelijk Afrika" vormt onderdeel van Zuid-Afrika's
we strategie tegenwicht te bieden aan groeiende westerse druk, door buiten de regeringen
rechtstreeks de publieke opinie in de westerse landen te beïnvloeden.
'9
net
ereid
ee te
land. Hij zei dat veranderingen door
middel van de stembus daardoor bij
na onmogelijk worden. Doorgaand op
hetzelfde chapiter waarschuwde Den
nis Worrall, een parlementslid van de
Nationale Partij, dat Zuid-Afrika ge
vaarlijk dicht bij een toestand is
waarin alle internationale druk juist
een tegengesteld effect zou hebben.
ijeenkomst was georganiseerd
de in Pretoria gevestigde Asso-
voor buitenlandse zaken, die
ïn regeringsgezind onderzoeks-
u is geworden. Dit werkt nauw
i met de beleidmakers van de
frikaanse regering, het (inmid-
•pgeheven) ministerie van voor-
ig en het bureau voor staatsvei-
(BOSSi
fbond
mferentie in Washington werd
coond door zo'n zeventig men-
üt Zuid-Afrika. de Verenigde
n. West-Duitsland. Groot-Brit-
Frankrijk en Israël. De niet-
frikanen kunnen het beste wor-
inschreven als respectabele con-
Ueven. waaronder vooraan-
Mr.Ide academici en journalisten
:h bezighouden met buitenland-
ef jUtiek en strategische zaken.
Het is duidelijk dat de Zuidafrikaan-
se strategie eruit bestaat een verbond
te vormen met deze conservatieven in
de hoop dat ze druk zullen uitoefenen
op hun regeringen om hun standpunt
tegenover Zuid-Afrika te herzien. In
die zin dat meer rekening wordt ge
houden met wereldwijde strategische
belangen.
De discussies op de eerste dag van de
tweedaagse conferentie werden gro
tendeels beheerst door twee zaken:
de groeiende dreiging van de Sowjet-
Unie voor Amerikaanse belangen in
Afrika, en het vitale belang van Zuid-
Afrika voor het Westen, in zonderheid
als producent van strategisch mate
rialen.
Verandering
De meeste buitenlandse deelnemers
namen kennelijk voor zeker aan dat
belangrijke binnenlandse verande
ringen in Zuid-Afrika op handen zijn,
en dat de meeste zwarten en blanken
in Zuid-afrika zich ervan bewust zijn
dat er een vreedzame compromis-op
lossing bereikt moet worden.
Cas Devilliers. de directeur van de
FAA wees in zijn openingsrede op
„wezenlijke veranderingen in Zuid-
Afrika", die zullen leiden tot een
„meer wezelijke deling", wat weer zou
gaan naar een „politiek van consen
sus (overeenstemming)' voor blan
ken, kleurlingen, Indiërs en stedelijke
zwarten. Een parlementslid van de
Nationale Partij, Da wie Devilliers, zei
dat Zuid-Afrika vastbesloten is het
eigen huis op orde te brengen, op
voorwaarde dat Zuid-Alrika de kans
krijgt zijn eigen problemen.
Vause Raw, de leider van de conser
vatieve nieuwe republikeinse partij
in Zuid-Afrika (oppositie) veroordeel
de de internationale druk op zijn
Benadering
De benadering van Zuid-Afrika door
de meeste niet-Zuidafrikaanse deel
nemers aan de conferentie werd ge
kenschetst door prof. Edmund A.
Gullion, hoofd van de Fletscher
school voor recht en diplomatie, die
een rede afstak onder de titel „De
Verenigde Staten en Zuidelijk Afrika
op een kruispunt". Hij sprak nauwe
lijks over Zuid-Afrika als zodanig,
maar vooral over de blauwdruk van
de Sowjet-strategie en intentie in
Afrika, èn de recente crisis in Zaïre.
Hij onderstreepte dat de les van de
Franse rol in Afrika leert dan inter
ventie ter bescherming van eigenbe
lang en loont. Gullion voorspelde een
nieuw antwoord van de Verenigde
Staten om tegenwicht te bieden aan
de invloed van de Sowjet-Unie in
Afrika. Over Zuid-Afrika zelf zei Gul
lion louter dat het verkeerd zou 2ijn
van de Verenigde Staten de militan
ten te steunen, en dat een binnen
landse oplossing uitgewerkt moet
worden.
Andere sprekers zaten op dezelfde
lijn. Veel aandacht werd besteed aan
de vraag hoe de Sowjet-Unie in Afri
ka geneutraliseerd moet worden, en
aan de mogelijkheid van een verbond
tussen Afrikaanse landen en het wes
ten. Dr Ray Cline, directeur van het
centrum voor strategische en interna
tionale studies aan de Georgetown
Universiteit en oud-waarnemend di
recteur van de CIA riep wat dat be
treft op tot een nieuwe alliantie poli
tiek voor de Verenigde 8taten, alle
haar goedgeziende aan zee liggende
landen binnen om alle wereldwijde
belangen van het westen te bescher
men. Dit verbond zou zowel Nigeria
als Zuid-Afrika moeten omvatten
omdat de Verenigde Staten hebben
geleerd te leven met zwart èn blank
Afrika
Luitenant-generaal Daniel O'Gra-
ham, hoogleraar aan de universiteit
van Miami, stelde dat Zuid-Afrika
alles heeft wat nodig is in de Ameri
kaanse strategie tegenwicht te bie
den aan de Sowjet-Unie. Zuid-Afrika
zei hij. daarmee de gevoelens van veel
deelnemers weergevend, moet de
kans krijgen zijn eigen problemen op
te lossen.
Gevaar
Prof. Bill van Rensburg van de facul
teit voor energiestudie aan de Rand
Afrikaanse Universiteit Johannes
burg en dr William Schneider waar
schuwden beiden voor het gevaar dat
het westen bedreigt als de Sowjet-
Unie de controle krijgt over de Zuid-
afrikaanse rijkdom aan strategische
materialen.
Van Rensburg: „De grondstoffenpoli-
tiek is part en deel geworden van een
dodelijke competitie tussen de twee
supermachten." Hij zei dat het Euro
pese tussenbeide komen in Zaïre gro
tendeels voortsproot uit bezorgdheid
over de dreiging voor Europa's grond-
stoffenaanvoer.
„In de toekomst zal de welvaart van
landen voor een veel groter deel af
hangen van hun vermogen in eigen
land mineralen te produceren, en de
levering ervan uit het buitenland vei
lig te stellen Dit zal een nieuw soort
diplomatie vereisen „grondstoffen-
diplomatie" waarvoor de Verenig
de Staten weinig ambassadeurs heeft
en geen toegerust ministerie van bui
tenlandse zakeft. „De strijd om de
grondstoffen is begonnen en de eerste
ronde wordt uitgevochten in Afrika."
8chneider legde uit dat de Sowjets er
op de lange termijn op uit zijn de
grondstoffenlevering vanuit zuidelijk
Afrika aan het westen af te snijden.
Iets wat volgens hem een heel ander
gewicht aan de buitenlandse politiek
van de Sowjet-Unie geeft dan een
klassieke imperialistische aanval op
het gebied.
De discussies op de conferentie in
Washington maakten duidelijk dat
de Zuidafrikaanse buitenlandse poli
tiek het westen de idee wil verkopen
dat het in haar eigen belang is de
blanke regeringen in zuidelijk Afrika
te steunen, als onderdeel van de stra
tegie een dam op te werpen tegen de
uitdijende invloed van de Sowjet-
Unie. Dit kwam tot uiting in een
opmerking van Cas Devilliers die het
westen „uit veiligheidsoverwegin
gen" opriep de krachten voor vreed
zame verandering in Rhodeslë. Nami
bië en Zuid-Afrika te steunen. Hij zei
dat een louter economische verplich
ting van de Verenigde Staten (meer
hulp bij voorbeeld) om weerstand te
bieden aan de militaire rol van de
Sowjet-Unie in Afrika niet genoeg is.