Begraafplaatsen recreatiegebieden van de toekomst Onzichtbare universiteit en stapeltje kranten en een spiegeltje aan de wand Wetenschap en techniek Plannen van directeur R. van Bruggen vinden bijval l.V Sterdag 24 juni 197e BINNENLAND TROUW/KWARTET 17 3 30-C ider a-d 2 0 :.a ig 'e di rsoi ^ef een and( l van zij in rkinc door Fred Lammers UTRECHT Sommige men- ichJsen vinden het maar eigenaar- bertjdig als ik vertel dat kerkho ven mijn interesse hebben en dat ik vooral als ik in Groot- Brittannië ben, nooit zal nala ten wanneer de gelegenheid zich voordoet over oude dorpskerkhoven, die aan de overkant van de Noordzee nog zo talrijk zijn, te dwalen. De zerken staan er vaak een beetje scheef, niet zelden zijn in'^ze deels door hoog opschie tend gras overwoekerd, maar juist dat ruige heeft een apar te bekoring. De kerkjes erbij /Q0zien er meestal net zo ver- ^weerd uit als de zerken. Met name die oude grafzerken spre ken sterk tot mijn verbeelding, zoals de sobere steen, die ik twee jaar gele den op een eenzaam gelegen kerkhof je in de Schotse Hooglanden ontdek te op het graf van een jonge vrouw die daar al vele jaren temidden van haar ^dorpsgenoten rust. Over haar leven )ven|weet jfc niets maar haar einde was bewogen Dat valt tenminste af te leiden uit het opschrift op haar zerk: Lost in the hills she loved (Verdwaald in de heuvels, waarvan zij zoveel hield). Verongelukte zij tijdens een ÏV06 bergtocht? Was het een buitenbeen- lelijk 1101 var a tie tje, die er altijd ir. haar eentje op uittrok totdat ze op een kwade dag te ver afdwaalde en een eenzame dood stierf rei2< Het verleden is op zo n kerkhof bijna vrot grijpbaar, en waarschijnlijk trekt dat mij zo aan in die plaatsen waar de herinnering aan mensen levend wordt gehouden. Het is altijd plezie rig een geljkgestemde geest te ont- ioeten. Zo iemand is de directeur van de Utrechtse begraafplaatsen, de heer R van Bruggen. Ook hem spreekt dat historische element aan. Begraafplaatsen verdienen veel meer 92oqbelangstelling dan ze nu krijgen. Het zijn ideale recreatiegebieden, vooral voor mensen die niet op lawaai zijn gesteld, vindt hij. Eind vorig jaar heeft hij deze visie in een rapport verwoord. Zijn uiteenzetting heeft sterk de aandacht getrokken. Uit alle delen van ons land: Haarlem, Appin- gedam, Breda, Horst, Alphen aan de ijn, Eindhoven en Waardenburg, om maar enige voorbeelden te noe men, zijn :eacties gekomen. Ook uit het buitenland werd de heer Van Bruggen benaderd en dat allemaal in positieve zin. ,,Het leek wel alsof men erop had zitten wachten dat deze zaak eens ter discussie werd gesteld. Veel gemeen ten zitten met volle begraafplaatsen die gesloten zijn of gesloten moeten worden verklaard. Hoe graag sommi- gemeentebesturen van die be graafplaatsen ook parkeerterreinen zouden willen maken, daaraan valt in de regel niet te denken, omdat er tal van eigen graven zijn, die niet kun nen worden geruimd. De ontwerp- wet, die de lijkbezorging opnieuw moet regelen, wil de gemeenten op dit terrein grotere bevoegdheden geven, maar die wet is er nog lang niet door. Het is zelfs de vraag of die ooit wordt aangenomen. Mijn suggesties zijn een goed alternatief." Wat de heer Van Bruggen betreft hoeft met dat ruimen van graven niet zon haast te worden gemaakt ..Handhaaf die oude begraafplaatsen, vooral wanneer ze rijk in het groen iggen." is zijn advies. Ook in gebruik zijnde begraafplaatsen kunnen die recreatieve functie krijgen „Begraaf- Jlaatsen als wandelgebied kunnen van betekenis zijn voor het welzijn van de mensen, de stad van de leven den. Als plaatsen van bezinning kun nen ze mede het besef geven dat we in le geborgenheid van de tijden en de geschiedenis leven. In deze tijd waar in veel mensen in verwarring zijn in allerlei opzicht, politiek, maatschap pelijk en geestelijk, hartinfarcten aan de orde van de dag zijn en de psychi sche druk toeneemt, kan zo n wande ling over een begraafplaats een heil zame uitwerking hebben. Vooral als je dat regelmatig doet, kom je tot het besef dat alles waar wij ons druk over maken maar betrekkelijk is Wij ja gen ons hele leven. Een mens komt op een begraafplaats tot bezinning en voor een gelovige komt daar nog iets bij: de wetenschap dat die graven niet het einde zijn maar een doorgang naar het eeuwige leven. Barrière Natuurlijk kun je van kerkhoven geen speeltuinen maken of terreinen waar de jeugd kan voetballen, maar wel kunnen ze. vindt de heer Van Bruggen, beter toegankelijk worden gemaakt. Met name als ze temidden van woonwijken liggen, en dat is met verschillende oude begraafplaatsen het geval, kunnen ze in wandelroutes worden opgenomen. Nu vormen ze vaak barrières waardoor men om be paalde delen van een stad te bereiken soms een stuk moet omlopen. Bij nieuw aan te leggen begraafplaatsen dient men daar rekening mee te hou den, is zijn overtuiging, door brede wandelpaden te creëren, vanwaar men niet direct wordt geconfronteerd met de begraafgedeelten. Dit om te gemoet te komen aan de opvattingen van degenen die wandelen op een begraafplaats luguber vinden. In het buitenland is men veel meer vertrouwd met het idee dat het op begraafplaatsen goed toeven kan zijn. Hier te lande komen de meeste mensen alleen op een begraafplaats als het niet anders kan, als ze iemand de laatste eer moeten bewijzen Be halve dat men het griezelig vindt, hebben velen ook nog het denkbeeld dat het slecht voor de gezondheid zou zijn temidden van die zerken rond te lopen. „Lariekoek, onderzoekingen hebben' het tegendeel uitgewezen," zegt de heer Van Bruggen. Hij wordt echter regelmatig met dergelijke op vattingen geconfronteerd. Ze maak ten in de vorige eeuw al opgang. Van daar dat men toen kerkhoven reeds bij voorkeur buiten de bebouwde kom situeerde, een gedachte die doorwerkt tot in deze tijd. Tal van Nederlandse begraafplaatsen nodigen helaas niet tot een uitge breid bezoek. Vooral op de door een hoge heg afgeschermde begraafter- reinen, die je in vele dorpen tegen komt en waar de gTaven zich keurig in het gelid aaneenrijgen, valt weinig te beleven. Het aanbrengen van veel beplanting is een eerste vereiste om van een begraafplaats een plek te maken waar het ook voor levenden wel uit te houden is ..Aan het overgrote deel van de Ne derlandse begraafplaatsen valt nog veel te verbeteren, met name aan de rooms-katholieke. Die zijn vaak een grote grauwe steenmassa," aldus de heer Van Bruggen. „Nederland zou er verstandig aan doen zich wat dit be treft te spiegelen aan West-Duits- land. waar begraafplaatsen alle aan dacht krijgen en begraafplaats-direc teuren, architecten, planologen, bloe misten-hoveniers, steen- en beeld houwers regelmatig om de tafel gaan zitten om te bekijken hoe die begraaf plaatsen aantrekkelijker kunnen worden gemaakt. Bij ons vormen be graafplaatsen in de regel een sluit post. Men heeft meer interesse voor speelstraten. Daar is politiek ook meer eer aan te behalen. Als men een begraafplaats aanlegt denkt men in de eerste plaats aan technische za ken. Hoe zo n begraafplaats zou moe ten functioneren voor de bevolking, komt meestal niet aan de orde Onzin Een argument dat vooral door voor standers van cremeren tegen begraaf plaatsen wordt aangevoerd is dat ze te veel ruimte in beslag nemen. De heer Van Bruggen noemt dat „onzin", omdat crematoria ook de nodige grond opeisen. „Als mensen begraaf plaatsen meer als parken gaan zien, kun je helemaal niet meer aankomen met dat argument, dan hebben be graafplaatsen een dubbele functie. In het verleden heeft men vaak te snel begraafplaatsen opgeruimd ter wille van de ruimte. Oude begraafplaatsen zijn beslist geen verloren ruimten, en niet alleen omdat je er een stukje historie terugvindt. Begraven hoeft geen ruimteprobleem te zijn als het architectonisch en planologisch goed R. van Bruggen geen ruimteprobleem bekeken wordt Het is overigens op merkelijk dat in Utrecht dit jaar voor het eerst sinds 1970 het aantal begra vingen ten opzichte van crematies toeneemt. Uit gesprekken met men sen die hier komen merk ik dat velen bewuster bezig zijn met de keuze tus sen cremeren of begraven, mogelijk vanuit een stukje milieubesef, de wens dichter bij de natuur te leven. De kringloop van de natuur is een gedachte die steeds meer mensen aanspreekt en begraven is een na tuurlijke manier van lijkbezorgen Dat kan niemand ontkennen." Het moet echter wel op een nieuwe leest worden geschoeid. De heer Van Bruggen noemt het aanbevelens waardig dat de mogelijkheid om alge mene graven voor de duur van tien jaar te huren wordt verruimd. In tal van gemeenten kun je alleen nog maar graven kopen. Een idee waar hij ook mee speelt is begraafplaatsen, evenals nu met de meeste crematoria het geval is. een streekfunctie te geven. „De gemeente Nieuwegein heeft in dit opzicht een unieke kans voorbij laten gaan. Daar heeft men onlangs aan de buitenkant van deze nieuwe stad een traditionele begraafplaats aangelegd, die weinig aantrekkelijk is. Als men de koppen bij elkaar had gestoken zou men samen met buurge meenten als Houten, Bunnik en IJs- selstein iets heel moois tot stand heb ben kunnen brengen." Almere De directeur van de Utrechtse be graafplaatsen heeft zijn verwachtin gen nu gevestigd op Almere. Daar bezint men zich nog over de wijze van aanleg van de begraafplaats die daar moet komen. De dienst voor de IJs- selmeerpolders betrekt in die studie mede het rapport van de heer Van Bruggen. Dicht bij huis heeft deze geen kans op korte termijn zijn op vattingen in praktijk te brengen, om dat er in Utrecht voorlopig geen be- 1 met redai ing) itie ri •rwiiiig Hoewel het Utrechtse „Soestbergen" niet is aangelegd volgens de opvattingen van directeur Van Bruggen, kan men op deze begraafplaats, waar ook Nicolaas Beets zijn laatste rustplaats heeft gevonden, een boeiende wandeling maken. foto's: Henk Tukker hoefte is aan nieuwe begraafplaatsen Alleen de grafzerken kan men er niet ontlopen, en hoewel de heer Van Bruggen van mening is dat op nieuwe begraafplaatsen de graven zo moeten worden gepland dat niemand ge dwongen wordt er als toevallige wan delaar naar te kijken, maakt hij daar persoonlijk geen punt van „We moeten in elk geval niet toe naar de Amerikaanse situatie, waar men ook het systeem van de grote gazons kent. die als park worden gebruikt, maar waar men de stenen zo veel mogelijk onzichtbaar maakt door ze klein en plat te laten zijn. Graftekens moeten zichtbaar zijn. Je hoeft geen verstoppertje te spelen. In het leven is de dood een vast gegeven. Daar moet je niet met een boog omheen lopen Daarom ben ik er ook zo tegen dat sommige ouders hun kinderen weg houden van begraafplaatsen. Ie der mens krijgt in het leven met ver driet te maken. Het is funest als je kinderen er niet bij betrekt als de dood dichtbij komt. vooral als het een familielid betreft, een opa of een oma. Ineens is zo iemand er dan niet meer. Een kind mag best weten wat er is gebeurd, dat zelf ervaren. Als je dat niet doet. krijgt het later een veel grotere dreun. Ik zal nooit vergeten hoe een poosje geleden hier op de begraafplaats een vader met zijn twee zoontjes, van een jaar of zes, zeven, hand in hand achter de baar van moeder liepen, samen in hun verdriet op die moeilijke dag in hun leven. Zij hadden begrepen hoe het moest!" Grafteken Een hoofdstuk apart, maar zeker niet het onbelangrijkste zijn de grafbe dekkingen. die juist oude begraaf plaatsen zo boeiend maken. De laat ste tijd streeft men in veel gemeenten naar eenvormigheid Het resultaat is een steriele aanblik van de begraaf plaatsen. terwijl bovendien de kitsch toeneemt. In Utrecht is men een an dere weg ingeslagen. „Al hebben wij ook onze voorschriften, toch zijn de variatiemogelijkheden talrijk. Het liefst zouden we zien, dat op elk graf een ander grafteken zou staan, een teken dat iets zegt over de persoon die er onder rust of over de familie van de overledene. Die graftekens mogen van natuursteen, hout of me taal zijn. Persoonlijk zeg ik hoe een voudiger, hoe mooier Je hoeft geen marmeren zerken te nemen. Dat ma teriaal is voor ons land volkomen oneigen. Als de mensen er mij naar vragen zeg ik altijd: kies om te begin nen de goedkoopste steensoort, dan kun je wat meer geld besteden aan de vormgeving." Het is een moeizame weg die moet worden afgelegd eer resultaten zicht baar worden ..Dat komt vooral om dat er nog een te grote kloof is tussen steenhouwers en beeldhouwers. De steenhouwers zouden een beetje meer beeldhouwer moeten zijn en de beeldhouwers misschien een beetje meer steenhouwer Vooral oudere steenhouwers vinden het wel goed zoals de zaken nu gaan. Daarom moe ten we het vooral van de jongeren verwachten." Niet alleen in de vormgeving ook in de grafopschriften worden de moge lijkheden niet benut. ..Dat zou ook heel anders kunnen, niet omdat het mode is, maar als een overledene een devies heeft gehad, waarom zoiets dan niet op een grafzerk gezet? Zo n opschrift kan veel zeggen over de levensvisie van de overledene Op die manier kan hij of zij daarvan iets doorgeven aan anderen, eigenlijk spreken nadat men gestorven is. >r J. G. A. Thijs door Rob Foppema niet zo'n dik stapeltje kranten me op een wat uitdagende manier aan te kijken als ik thuiskom van kleine twee weken vakantie in een waar het bedrukte papier uit erland (nog?) niet doordringt. De id Ste van een wat fors uitgevallen ?er heeft het stapeltje, ik begroot ik me er in een paar uur lezen en leren een uiteraard vluchtig maar wel aardig beeld uit zal kunnen nen die handeling ga ik pas na gerui- tijd van uitstel en aarzeling over. en gesprek met mezelf zoek ik uitwegen: ik stel wat plechtig dat het nieuws een doorlopende, deze aarde nimmer eindigende om is. waarin bijna elk voorval uitmaakt van een reeks en waarin wat beweringen en uitspraken irom hebben we het toch vaak zo 'g over verklaringen"?) tot een groter geheel van discussie of gedach- tenwisseling behoren. Wat voor zin heeft het kennis te nemen van gebeur tenissen die voor het overgrote deel van zeer voorbijgaande aard waren of die hun betekenis alweer verloren heb ben door andere gebeurtenissen? Slechts het besef dat ik me niet kan veroorloven volledig onwetend te blij ven van wat er in de dagen dat ik door de natuur zwierf hier voorgevallen (of niet voorgevallen) Is trekt me over de streep. Had ik heimelijk of onbewust toch verwacht dat de wereld grondig veran derd zou zijn? Een licht gevoel van teleurstelling dat ik ervaar zou daarop kunnen wijzen. De kwesties die „spe len" zijn voor het overgrote deel de zelfde gebleven; zelfs onder de woor den waarin ze vervat worden heeft weinig vernieuwing plaatsgevonden. Nog steeds struikel je over de ombui gingen, de trends en de herstructure ringen en kom je de initiële stijgingen en de posten incidenteel tegen. Soms is er een uitspraak die je bijzonder treft, dat is bij voorbeeld het geval met de aanduiding van de (nog steeds niet uitgewerkte) bezuinigingen als een „heilsplan" voor onze economie. En niet te vergeten het feit dat de „loyalisten" in de CDA-Tweede-Ka- merfractie (volgens Aantjesi verleden tijd zijn. Indertijd leek me dat woord loyalisten een vondst, maar een goed in het Amerikaanse heden en verleden ingevoerde collega wees me er toen op dat de loyalisten al een geschiedenis van twee eeuwen achter zich hebben: de Engelse kolonisten in Noord-Ame- rika die tijdens de onafhankelijk heidsstrijd geen partij kozen tegen het moederland en later voor een deel de Verenigde Staten verlieten werden al zo genoemd. Terug naar mijn stapeltje kranten van het lezen en neuzen daarin krijg ik de indruk dat de wereld tijdens mijn nietsnutterij niet op haar kop gezet is. Die indruk wordt tot zekerheid als ik (dat was afgelopen woensdagavond) kijk naar wat de tv openbaar maakt van het bezuiningingsdebatje In de Kamer. Zo lang Van Agt nog spreekt als hij spreekt („Wanneer men zou zeggen: nu blijkt dat gij soms te ver metel geweest zijt in uw uitspraken daaromtrent, dan is dat juist") zullen de meeste stenen wel keurig op de andere blijven liggen. En als je ex- premier Den Uyl met luider stemme hoort spreken over „het kabinet van de grootspraak" en CPN'er Marcus Bakker de toekomstige uitvoerder van het economische „heilsplan" sneerend de „heilsbeul" hoort noe men. dat weet je het helemaal zeker, het gaat allemaal tamelijk gewoon verder Zo zullen we. als een hete zomer niet tot een crisis verwordt, wel toehobbe len naar september met zijn Prinsjes dag en zijn troonrede. Die laatste werd door de schrijfster Henriëtte de Beau fort in een historisch verhaal eens Het minste waarover een serieuze universiteit behoort te beschikken is toch wel een gebouw, zou je denken. Een weinig opvallende uitzondering is de UNU. de universiteit van de Verenigde Naties. Corresponden tie kan worden geadresseerd aan de 29ste verdieping van een kantorenflat in Tokio. Maar meer dan een bestuurscentrum zit daar niet. De universiteit zelve manifesteert zich overal ter wereld waar het haar goeddunkt. Dat is sinds begin deze maand ook in Wageningen. De vesti ging kreeg gestalte, alweer on spectaculair. door het tewerk stellen van één meneer, onder gebracht bij een instituut waar ook al niemand van had ge hoord De heer C. A. Scacklady voert het secretariaat van het Programma voor microbiële be werking van organische afvallen ten behoeve van plattelandsont wikkeling van de UNU. Per a- dres Instituut voor landbouw kundig onderzoek van bioche mische produkten (ILOB) Tot zover lijkt de zaak voorna melijk goed voor een gezagheb bende publicatie in het Wereld tijdschrift. Dat verandert nog maar ten dele wanneer dr. A. C J. Burgers uitlegt hoe die schier onzichtbare UNU in elkaar steekt. Hij is Senior Programme Officer en verkeert al zo lang in VN-kringen dat de vertaling van General Assembly tot Algeme ne Vergadering wat stroef is ge worden Het begon dus met een voorstel van secretaris-generaal Oe Thant aan de General Assembly in 1968. om in een ontwikke lingsland een VN-universiteit te stichten. De ingebouwde bedoe ling was dat de daar op te leiden onderzoekers weer naar hun land van herkomst zouden te ruggaan in plaats van bij te dra gen aan de brein-lekkage in de richting der rijke landen. Het idee ging de weg van zo veel schone ideeën; er werd niets meer van vernomen. Tot in 1972 een nieuw en haalbaarder voor stel verscheen. Dat was de on zichtbare UNU, op te bouwen uit bestaande wetenschappelij ke instituten. Die krijgen orga nisatorische en financiële steun en gaan door UNU geselecteerde onderzoekers uit andere landen opleiden. Bij de selectie wordt niet alleen gelet op de kwalitei ten van de onderzoeker, maar ook op de mogelijkheden van het instituut waar hij vandaan komt en met nieuwe kennis en inzichten naar terug zal keren. Japan aangeduid als een „sprekend splegel- tje-aan-de-wand dat een deel van de publieke opinie elk jaar weergeeft". Zij schreef dit in een zeer lezenswaar dig boek over de in 1933 overleden Leidse hoogleraar C van Vollenhoven, die niet alleen zeer progressieve ideeën had over internationale zaken en over de (oniafhankelijkheid van Indië. maar die ook vervuld was van zorg over ons taalgebruik. Hij ging bij voorbeeld steeds meer woorden ver mijden, die hij als „bedenkelijke ger manismen' zag (nieuwvorming, oud modisch, politieel). Een artikel dat ie mand hem ter beoordeling toestuurde zond Van Vollenhoven eens terug met onder meer de kritiek dat het „geen aanlokkend begin, geen slotzin" had. In het stuk werd „kennelijk gedo ceerd" en „doceeren in een courant is alleen goed als het tersluik geschiedt". De hoogleraar stelde wel héél hoge eisen „Een stuk mag eerst in zee als Je het zelf driemaal kunt lezen met on verdeeld welgevallen." Het plan is aanvaard en de UNU is sinds 1975 in opbouw. Daartoe hielp in belangrijke mate dat Japan in '74 honderd miljoen dollar plus huisvesting van het coördinatiecentrum toezegde (en inmiddels ook 60 miljoen daadwerkelijk heeft volgestort). Zelfs op het geduldige papier zijn aanwijzingen te vinden dat de UNU ook werkelijk iets kan gaan voorstellen. In de opzet zijn enkele gevaren vermeden die elke gespecialiseerde VN-or- ganisatie bedreigen Zo bestaat de bestuursraad uit 24 „academische leiders en pro minente burgers uit 24 landen" die daar niet namens hun rege ringen zitten en dus ook geen politiek hoeven te bedrijven. Hoewel de UNESCO officieel naast de wieg heeft gestaan, staat de UNU nadrukkelijk los van bestaande, door bureaucra tische stammentwisten geteis terde organisaties van het „VN- systeem". waarin het vrijelijk relaties kan aanknopen als dat nuttig lijkt. En er kunnen geen grapjes met de basisfinanciering worden uit gehaald. Er is een Fonds, waar landen geld in kunnen storten in de zekerheid dat ze er daarna niets meer over te zeggen zullen hebben De UNU draait op de rente uit dat fonds. En dat, stelt Burgers met enig genoegen vast, kan worden beschouwd als „schoon" geld. aan de besteding waarvan geen regering meer hele of halve voorwaarden kan verbinden. Ook het bekende probleem van „achterstallige contributies als drukmiddel doet zich niet voor. Voor de pot is. met de Japanse startbljdrage mee. 146 miljoen dollar toegezegd, waarvan 78 miljoen gestort. De UNU werkt dus momenteel met een jaar budget van omstreeks acht mil joen dollar, wat een doeltreffen de rem moet zijn op eventuele neigingen om een eigen bureau cratie te laten uitdijen Beperkt maar de toespitsing van het hongerprogramma onder topad viseur prof. Nevin Scrimshaw (van het Massachusetts Institu te of Technology) ziet er reëel genoeg uit. Men was het er rap over eens dat er niet gewerkt moest worden aan produktie van meer rijst en tarwe, want dat doet iedereen al Wat haast niemand deed was het nagaan van voedingsbehoef ten De bekende studies komen uit de rijke landen en de resulta ten gaan waarschijnlijk niet op voor de mensen waar het echt om gaat die onder tropische omstandigheden op het land werken met waarschijnlijk een besmetting onder de leden. Dat werd dus een concentratie-on derwerp, evenals verliezen na de oogst, door vraat en bederf, uit de losse pols wel geschat op 40 procent van de produktie. maar behoorlijke gegevens zijn er nauwelijks Het gaat het hon gerprogramma overigens niet om betere cijfers maar om han teerbare manieren die het ver lies kunnen beperken Afval En dan het project dat een werkgroep van deskundigen deze week in Wageningen sa menbracht: omzetting van land- bouwafval door micro-organis men tot bruikbaar, eiwitrijk veevoer. Dat is een zéér prakti sche zaak, legt Scrimshaw uit als hem gevraagd wordt of het geen omweg is om het gegroeide eiwit niet meteen voor de voe ding van mensen te gebruiken „Er zijn maar twee mogelijkhe den: óf je zet een vreselijk inge wikkelde fabriek neer die koek jes-met-extra-eiwit produceert, óf je vraagt een kip om er eieren van te maken. Waar het om gaat zijn maatregelen die op dorpsni veau uitvoerbaar zijn." En dr. C. V. Seshadri uit Ma dras: „De aanvaardbaarheid van zulke koekjes valt ook nog al eens tegen .Als ze echt zo goed zijn, laten de blanke men sen ze dan maar opeten', Is een gebruikelijke reactie." Dr. E. J. DaSilva van de UNESCO herin nert zich trouwens een klassieke kortsluiting naar de menselijke voeding die wel gelukt is: het kweken van paddestoelen op stro. Scrimshaw ziet de fermen tatie van de op zich nauwelijks voor mensen eetbare sojabonen tot tempeh in Indonesië op het zelfde vlak liggen. „Het zou be langrijk kunnen zijn om die techniek naar andere tropische streken over te brengen." DaSilva: „Een dergelijk ideeën- verkeer langs de zuid-zuid as biedt in het algemeen hoge kan sen op succes, omdat problemen en omstandigheden vaak meer vergelijkbaar zijn dan wanneer de techniek uit het noorden komt." Seshadri „Er zijn meer fermentatietechnieken in Azië traditioneel in gebruik Eigen lijk is Latijns-Amerika het enige werelddeel waar ze niet vanouds gebruikt worden." Dat zou dus wel eens de langste tijd geduurd kunnen hebben Verspreid Het werkterrein van de UNU wordt in alle eenvoud omschre ven als „dringende wereldpro blemen van menselijke overle ving, ontwikkeling en welzijn Men beperkt zich voorlopig tot drie programma's die met voor rang worden opgebouwd Het Wereldhongerprogramma werd in 1975 al in de steigers gezet en loopt nu aardig. Nog minder ver zijn Gebruik en beheer van na tuurlijke hulpbronnen en Men selijke en sociale ontwikkeling Het klinkt allemaal wat mistig. Maar het accent van de werk groep blijft toch liggen op vee- voerbereiding. Voorzitter dr P van der Wal. directeur van het ILOB, vat het hoofdprobleem zo samen. Er wordt op veel plaat sen geprobeerd om landbouwaf- val voor beesten verteerbaar en bruikbaar te maken, maar het is zo lastig dat individuele onder zoeken gauw vastlopen. De be langrijkste knelpunten zijn het stabiel houden van het micro biële proces en de vraag wat Je nou precies aan het maken bent. de voedingswaarde dus en mo gelijk schadelijke bestanddelen «Op dat laatste terrein ligt vol gens de UNU de reputatie die het ILOB de aangewezen instel ling maakte voor de coördinatie van het wereldomvattende pro ject. Zo kan een oorspronkelijk ten behoeve van onze eigen bio- ïndustrie opgebouwde deskun digheid nog tot in de Aziatische scharrelkip doorwerken.) Van der Wal weer Door al die pogingen liggen allerlei gereed schappen voor het tot. waarde brengen van het afval in institu ten over de hele wereld ver spreid. Het is de bedoeling van de werkgroep om dat bij elkaar te halen De onzichtbare universiteit blijft noodzakelijkerwijs een wat schimmige instelling Maar wat zich hier in Wageningen en kele dagen tastbaar manifes teerde, klonk in elk geval heel erg praktisch

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 17