Begraafplaatsen
recreatiegebieden
van de toekomst
Onzichtbare
universiteit
en stapeltje kranten en een spiegeltje aan de wand
Wetenschap en techniek
Plannen van directeur
R. van Bruggen vinden bijval
l.V
Sterdag 24 juni 197e
BINNENLAND
TROUW/KWARTET
17
3
30-C
ider
a-d
2 0
:.a
ig
'e di
rsoi
^ef
een
and(
l van
zij in
rkinc
door Fred Lammers
UTRECHT Sommige men-
ichJsen vinden het maar eigenaar-
bertjdig als ik vertel dat kerkho
ven mijn interesse hebben en
dat ik vooral als ik in Groot-
Brittannië ben, nooit zal nala
ten wanneer de gelegenheid
zich voordoet over oude
dorpskerkhoven, die aan de
overkant van de Noordzee
nog zo talrijk zijn, te dwalen.
De zerken staan er vaak een
beetje scheef, niet zelden zijn
in'^ze deels door hoog opschie
tend gras overwoekerd, maar
juist dat ruige heeft een apar
te bekoring. De kerkjes erbij
/Q0zien er meestal net zo ver-
^weerd uit als de zerken.
Met name die oude grafzerken spre
ken sterk tot mijn verbeelding, zoals
de sobere steen, die ik twee jaar gele
den op een eenzaam gelegen kerkhof
je in de Schotse Hooglanden ontdek
te op het graf van een jonge vrouw die
daar al vele jaren temidden van haar
^dorpsgenoten rust. Over haar leven
)ven|weet jfc niets maar haar einde was
bewogen Dat valt tenminste af te
leiden uit het opschrift op haar zerk:
Lost in the hills she loved (Verdwaald
in de heuvels, waarvan zij zoveel
hield). Verongelukte zij tijdens een
ÏV06 bergtocht? Was het een buitenbeen-
lelijk 1101
var
a tie
tje, die er altijd ir. haar eentje op
uittrok totdat ze op een kwade dag te
ver afdwaalde en een eenzame dood
stierf
rei2< Het verleden is op zo n kerkhof bijna
vrot grijpbaar, en waarschijnlijk trekt dat
mij zo aan in die plaatsen waar de
herinnering aan mensen levend
wordt gehouden. Het is altijd plezie
rig een geljkgestemde geest te ont-
ioeten. Zo iemand is de directeur
van de Utrechtse begraafplaatsen, de
heer R van Bruggen. Ook hem
spreekt dat historische element aan.
Begraafplaatsen verdienen veel meer
92oqbelangstelling dan ze nu krijgen. Het
zijn ideale recreatiegebieden, vooral
voor mensen die niet op lawaai zijn
gesteld, vindt hij. Eind vorig jaar
heeft hij deze visie in een rapport
verwoord. Zijn uiteenzetting heeft
sterk de aandacht getrokken. Uit alle
delen van ons land: Haarlem, Appin-
gedam, Breda, Horst, Alphen aan de
ijn, Eindhoven en Waardenburg,
om maar enige voorbeelden te noe
men, zijn :eacties gekomen. Ook uit
het buitenland werd de heer Van
Bruggen benaderd en dat allemaal in
positieve zin.
,,Het leek wel alsof men erop had
zitten wachten dat deze zaak eens ter
discussie werd gesteld. Veel gemeen
ten zitten met volle begraafplaatsen
die gesloten zijn of gesloten moeten
worden verklaard. Hoe graag sommi-
gemeentebesturen van die be
graafplaatsen ook parkeerterreinen
zouden willen maken, daaraan valt in
de regel niet te denken, omdat er tal
van eigen graven zijn, die niet kun
nen worden geruimd. De ontwerp-
wet, die de lijkbezorging opnieuw
moet regelen, wil de gemeenten op dit
terrein grotere bevoegdheden geven,
maar die wet is er nog lang niet door.
Het is zelfs de vraag of die ooit wordt
aangenomen. Mijn suggesties zijn
een goed alternatief."
Wat de heer Van Bruggen betreft
hoeft met dat ruimen van graven niet
zon haast te worden gemaakt
..Handhaaf die oude begraafplaatsen,
vooral wanneer ze rijk in het groen
iggen." is zijn advies. Ook in gebruik
zijnde begraafplaatsen kunnen die
recreatieve functie krijgen „Begraaf-
Jlaatsen als wandelgebied kunnen
van betekenis zijn voor het welzijn
van de mensen, de stad van de leven
den. Als plaatsen van bezinning kun
nen ze mede het besef geven dat we in
le geborgenheid van de tijden en de
geschiedenis leven. In deze tijd waar
in veel mensen in verwarring zijn in
allerlei opzicht, politiek, maatschap
pelijk en geestelijk, hartinfarcten aan
de orde van de dag zijn en de psychi
sche druk toeneemt, kan zo n wande
ling over een begraafplaats een heil
zame uitwerking hebben. Vooral als
je dat regelmatig doet, kom je tot het
besef dat alles waar wij ons druk over
maken maar betrekkelijk is Wij ja
gen ons hele leven. Een mens komt op
een begraafplaats tot bezinning en
voor een gelovige komt daar nog iets
bij: de wetenschap dat die graven
niet het einde zijn maar een doorgang
naar het eeuwige leven.
Barrière
Natuurlijk kun je van kerkhoven
geen speeltuinen maken of terreinen
waar de jeugd kan voetballen, maar
wel kunnen ze. vindt de heer Van
Bruggen, beter toegankelijk worden
gemaakt. Met name als ze temidden
van woonwijken liggen, en dat is met
verschillende oude begraafplaatsen
het geval, kunnen ze in wandelroutes
worden opgenomen. Nu vormen ze
vaak barrières waardoor men om be
paalde delen van een stad te bereiken
soms een stuk moet omlopen. Bij
nieuw aan te leggen begraafplaatsen
dient men daar rekening mee te hou
den, is zijn overtuiging, door brede
wandelpaden te creëren, vanwaar
men niet direct wordt geconfronteerd
met de begraafgedeelten. Dit om te
gemoet te komen aan de opvattingen
van degenen die wandelen op een
begraafplaats luguber vinden.
In het buitenland is men veel meer
vertrouwd met het idee dat het op
begraafplaatsen goed toeven kan
zijn. Hier te lande komen de meeste
mensen alleen op een begraafplaats
als het niet anders kan, als ze iemand
de laatste eer moeten bewijzen Be
halve dat men het griezelig vindt,
hebben velen ook nog het denkbeeld
dat het slecht voor de gezondheid zou
zijn temidden van die zerken rond te
lopen. „Lariekoek, onderzoekingen
hebben' het tegendeel uitgewezen,"
zegt de heer Van Bruggen. Hij wordt
echter regelmatig met dergelijke op
vattingen geconfronteerd. Ze maak
ten in de vorige eeuw al opgang. Van
daar dat men toen kerkhoven reeds
bij voorkeur buiten de bebouwde
kom situeerde, een gedachte die
doorwerkt tot in deze tijd.
Tal van Nederlandse begraafplaatsen
nodigen helaas niet tot een uitge
breid bezoek. Vooral op de door een
hoge heg afgeschermde begraafter-
reinen, die je in vele dorpen tegen
komt en waar de gTaven zich keurig
in het gelid aaneenrijgen, valt weinig
te beleven. Het aanbrengen van veel
beplanting is een eerste vereiste om
van een begraafplaats een plek te
maken waar het ook voor levenden
wel uit te houden is
..Aan het overgrote deel van de Ne
derlandse begraafplaatsen valt nog
veel te verbeteren, met name aan de
rooms-katholieke. Die zijn vaak een
grote grauwe steenmassa," aldus de
heer Van Bruggen. „Nederland zou er
verstandig aan doen zich wat dit be
treft te spiegelen aan West-Duits-
land. waar begraafplaatsen alle aan
dacht krijgen en begraafplaats-direc
teuren, architecten, planologen, bloe
misten-hoveniers, steen- en beeld
houwers regelmatig om de tafel gaan
zitten om te bekijken hoe die begraaf
plaatsen aantrekkelijker kunnen
worden gemaakt. Bij ons vormen be
graafplaatsen in de regel een sluit
post. Men heeft meer interesse voor
speelstraten. Daar is politiek ook
meer eer aan te behalen. Als men een
begraafplaats aanlegt denkt men in
de eerste plaats aan technische za
ken. Hoe zo n begraafplaats zou moe
ten functioneren voor de bevolking,
komt meestal niet aan de orde
Onzin
Een argument dat vooral door voor
standers van cremeren tegen begraaf
plaatsen wordt aangevoerd is dat ze
te veel ruimte in beslag nemen. De
heer Van Bruggen noemt dat „onzin",
omdat crematoria ook de nodige
grond opeisen. „Als mensen begraaf
plaatsen meer als parken gaan zien,
kun je helemaal niet meer aankomen
met dat argument, dan hebben be
graafplaatsen een dubbele functie. In
het verleden heeft men vaak te snel
begraafplaatsen opgeruimd ter wille
van de ruimte. Oude begraafplaatsen
zijn beslist geen verloren ruimten, en
niet alleen omdat je er een stukje
historie terugvindt. Begraven hoeft
geen ruimteprobleem te zijn als het
architectonisch en planologisch goed
R. van Bruggen geen ruimteprobleem
bekeken wordt Het is overigens op
merkelijk dat in Utrecht dit jaar voor
het eerst sinds 1970 het aantal begra
vingen ten opzichte van crematies
toeneemt. Uit gesprekken met men
sen die hier komen merk ik dat velen
bewuster bezig zijn met de keuze tus
sen cremeren of begraven, mogelijk
vanuit een stukje milieubesef, de
wens dichter bij de natuur te leven.
De kringloop van de natuur is een
gedachte die steeds meer mensen
aanspreekt en begraven is een na
tuurlijke manier van lijkbezorgen
Dat kan niemand ontkennen."
Het moet echter wel op een nieuwe
leest worden geschoeid. De heer Van
Bruggen noemt het aanbevelens
waardig dat de mogelijkheid om alge
mene graven voor de duur van tien
jaar te huren wordt verruimd. In tal
van gemeenten kun je alleen nog
maar graven kopen. Een idee waar hij
ook mee speelt is begraafplaatsen,
evenals nu met de meeste crematoria
het geval is. een streekfunctie te
geven.
„De gemeente Nieuwegein heeft in
dit opzicht een unieke kans voorbij
laten gaan. Daar heeft men onlangs
aan de buitenkant van deze nieuwe
stad een traditionele begraafplaats
aangelegd, die weinig aantrekkelijk
is. Als men de koppen bij elkaar had
gestoken zou men samen met buurge
meenten als Houten, Bunnik en IJs-
selstein iets heel moois tot stand heb
ben kunnen brengen."
Almere
De directeur van de Utrechtse be
graafplaatsen heeft zijn verwachtin
gen nu gevestigd op Almere. Daar
bezint men zich nog over de wijze van
aanleg van de begraafplaats die daar
moet komen. De dienst voor de IJs-
selmeerpolders betrekt in die studie
mede het rapport van de heer Van
Bruggen. Dicht bij huis heeft deze
geen kans op korte termijn zijn op
vattingen in praktijk te brengen, om
dat er in Utrecht voorlopig geen be-
1 met
redai
ing)
itie ri
•rwiiiig
Hoewel het Utrechtse „Soestbergen" niet is aangelegd volgens de opvattingen van directeur Van
Bruggen, kan men op deze begraafplaats, waar ook Nicolaas Beets zijn laatste rustplaats heeft
gevonden, een boeiende wandeling maken. foto's: Henk Tukker
hoefte is aan nieuwe begraafplaatsen
Alleen de grafzerken kan men er niet
ontlopen, en hoewel de heer Van
Bruggen van mening is dat op nieuwe
begraafplaatsen de graven zo moeten
worden gepland dat niemand ge
dwongen wordt er als toevallige wan
delaar naar te kijken, maakt hij daar
persoonlijk geen punt van
„We moeten in elk geval niet toe naar
de Amerikaanse situatie, waar men
ook het systeem van de grote gazons
kent. die als park worden gebruikt,
maar waar men de stenen zo veel
mogelijk onzichtbaar maakt door ze
klein en plat te laten zijn. Graftekens
moeten zichtbaar zijn. Je hoeft geen
verstoppertje te spelen. In het leven
is de dood een vast gegeven. Daar
moet je niet met een boog omheen
lopen Daarom ben ik er ook zo tegen
dat sommige ouders hun kinderen
weg houden van begraafplaatsen. Ie
der mens krijgt in het leven met ver
driet te maken. Het is funest als je
kinderen er niet bij betrekt als de
dood dichtbij komt. vooral als het
een familielid betreft, een opa of een
oma. Ineens is zo iemand er dan niet
meer. Een kind mag best weten wat
er is gebeurd, dat zelf ervaren. Als je
dat niet doet. krijgt het later een veel
grotere dreun. Ik zal nooit vergeten
hoe een poosje geleden hier op de
begraafplaats een vader met zijn
twee zoontjes, van een jaar of zes,
zeven, hand in hand achter de baar
van moeder liepen, samen in hun
verdriet op die moeilijke dag in hun
leven. Zij hadden begrepen hoe het
moest!"
Grafteken
Een hoofdstuk apart, maar zeker niet
het onbelangrijkste zijn de grafbe
dekkingen. die juist oude begraaf
plaatsen zo boeiend maken. De laat
ste tijd streeft men in veel gemeenten
naar eenvormigheid Het resultaat is
een steriele aanblik van de begraaf
plaatsen. terwijl bovendien de kitsch
toeneemt. In Utrecht is men een an
dere weg ingeslagen. „Al hebben wij
ook onze voorschriften, toch zijn de
variatiemogelijkheden talrijk. Het
liefst zouden we zien, dat op elk graf
een ander grafteken zou staan, een
teken dat iets zegt over de persoon
die er onder rust of over de familie
van de overledene. Die graftekens
mogen van natuursteen, hout of me
taal zijn. Persoonlijk zeg ik hoe een
voudiger, hoe mooier Je hoeft geen
marmeren zerken te nemen. Dat ma
teriaal is voor ons land volkomen
oneigen. Als de mensen er mij naar
vragen zeg ik altijd: kies om te begin
nen de goedkoopste steensoort, dan
kun je wat meer geld besteden aan de
vormgeving."
Het is een moeizame weg die moet
worden afgelegd eer resultaten zicht
baar worden ..Dat komt vooral om
dat er nog een te grote kloof is tussen
steenhouwers en beeldhouwers. De
steenhouwers zouden een beetje
meer beeldhouwer moeten zijn en de
beeldhouwers misschien een beetje
meer steenhouwer Vooral oudere
steenhouwers vinden het wel goed
zoals de zaken nu gaan. Daarom moe
ten we het vooral van de jongeren
verwachten."
Niet alleen in de vormgeving ook in
de grafopschriften worden de moge
lijkheden niet benut. ..Dat zou ook
heel anders kunnen, niet omdat het
mode is, maar als een overledene een
devies heeft gehad, waarom zoiets
dan niet op een grafzerk gezet? Zo n
opschrift kan veel zeggen over de
levensvisie van de overledene Op die
manier kan hij of zij daarvan iets
doorgeven aan anderen, eigenlijk
spreken nadat men gestorven is.
>r J. G. A. Thijs
door Rob Foppema
niet zo'n dik stapeltje kranten
me op een wat uitdagende manier
aan te kijken als ik thuiskom van
kleine twee weken vakantie in een
waar het bedrukte papier uit
erland (nog?) niet doordringt. De
id Ste van een wat fors uitgevallen
?er heeft het stapeltje, ik begroot
ik me er in een paar uur lezen en
leren een uiteraard vluchtig maar
wel aardig beeld uit zal kunnen
nen
die handeling ga ik pas na gerui-
tijd van uitstel en aarzeling over.
en gesprek met mezelf zoek ik
uitwegen: ik stel wat plechtig
dat het nieuws een doorlopende,
deze aarde nimmer eindigende
om is. waarin bijna elk voorval
uitmaakt van een reeks en waarin
wat beweringen en uitspraken
irom hebben we het toch vaak zo
'g over verklaringen"?) tot een
groter geheel van discussie of gedach-
tenwisseling behoren. Wat voor zin
heeft het kennis te nemen van gebeur
tenissen die voor het overgrote deel
van zeer voorbijgaande aard waren of
die hun betekenis alweer verloren heb
ben door andere gebeurtenissen?
Slechts het besef dat ik me niet kan
veroorloven volledig onwetend te blij
ven van wat er in de dagen dat ik door
de natuur zwierf hier voorgevallen (of
niet voorgevallen) Is trekt me over de
streep.
Had ik heimelijk of onbewust toch
verwacht dat de wereld grondig veran
derd zou zijn? Een licht gevoel van
teleurstelling dat ik ervaar zou daarop
kunnen wijzen. De kwesties die „spe
len" zijn voor het overgrote deel de
zelfde gebleven; zelfs onder de woor
den waarin ze vervat worden heeft
weinig vernieuwing plaatsgevonden.
Nog steeds struikel je over de ombui
gingen, de trends en de herstructure
ringen en kom je de initiële stijgingen
en de posten incidenteel tegen. Soms
is er een uitspraak die je bijzonder
treft, dat is bij voorbeeld het geval
met de aanduiding van de (nog steeds
niet uitgewerkte) bezuinigingen als
een „heilsplan" voor onze economie.
En niet te vergeten het feit dat de
„loyalisten" in de CDA-Tweede-Ka-
merfractie (volgens Aantjesi verleden
tijd zijn. Indertijd leek me dat woord
loyalisten een vondst, maar een goed
in het Amerikaanse heden en verleden
ingevoerde collega wees me er toen op
dat de loyalisten al een geschiedenis
van twee eeuwen achter zich hebben:
de Engelse kolonisten in Noord-Ame-
rika die tijdens de onafhankelijk
heidsstrijd geen partij kozen tegen het
moederland en later voor een deel de
Verenigde Staten verlieten werden al
zo genoemd.
Terug naar mijn stapeltje kranten
van het lezen en neuzen daarin krijg ik
de indruk dat de wereld tijdens mijn
nietsnutterij niet op haar kop gezet is.
Die indruk wordt tot zekerheid als ik
(dat was afgelopen woensdagavond)
kijk naar wat de tv openbaar maakt
van het bezuiningingsdebatje In de
Kamer. Zo lang Van Agt nog spreekt
als hij spreekt („Wanneer men zou
zeggen: nu blijkt dat gij soms te ver
metel geweest zijt in uw uitspraken
daaromtrent, dan is dat juist") zullen
de meeste stenen wel keurig op de
andere blijven liggen. En als je ex-
premier Den Uyl met luider stemme
hoort spreken over „het kabinet van
de grootspraak" en CPN'er Marcus
Bakker de toekomstige uitvoerder
van het economische „heilsplan"
sneerend de „heilsbeul" hoort noe
men. dat weet je het helemaal zeker,
het gaat allemaal tamelijk gewoon
verder
Zo zullen we. als een hete zomer niet
tot een crisis verwordt, wel toehobbe
len naar september met zijn Prinsjes
dag en zijn troonrede. Die laatste werd
door de schrijfster Henriëtte de Beau
fort in een historisch verhaal eens
Het minste waarover een serieuze universiteit behoort
te beschikken is toch wel een gebouw, zou je denken.
Een weinig opvallende uitzondering is de UNU. de
universiteit van de Verenigde Naties. Corresponden
tie kan worden geadresseerd aan de 29ste verdieping
van een kantorenflat in Tokio. Maar meer dan een
bestuurscentrum zit daar niet. De universiteit zelve
manifesteert zich overal ter wereld waar het haar
goeddunkt.
Dat is sinds begin deze maand
ook in Wageningen. De vesti
ging kreeg gestalte, alweer on
spectaculair. door het tewerk
stellen van één meneer, onder
gebracht bij een instituut waar
ook al niemand van had ge
hoord De heer C. A. Scacklady
voert het secretariaat van het
Programma voor microbiële be
werking van organische afvallen
ten behoeve van plattelandsont
wikkeling van de UNU. Per a-
dres Instituut voor landbouw
kundig onderzoek van bioche
mische produkten (ILOB)
Tot zover lijkt de zaak voorna
melijk goed voor een gezagheb
bende publicatie in het Wereld
tijdschrift. Dat verandert nog
maar ten dele wanneer dr. A. C
J. Burgers uitlegt hoe die schier
onzichtbare UNU in elkaar
steekt. Hij is Senior Programme
Officer en verkeert al zo lang in
VN-kringen dat de vertaling van
General Assembly tot Algeme
ne Vergadering wat stroef is ge
worden
Het begon dus met een voorstel
van secretaris-generaal Oe
Thant aan de General Assembly
in 1968. om in een ontwikke
lingsland een VN-universiteit te
stichten. De ingebouwde bedoe
ling was dat de daar op te leiden
onderzoekers weer naar hun
land van herkomst zouden te
ruggaan in plaats van bij te dra
gen aan de brein-lekkage in de
richting der rijke landen. Het
idee ging de weg van zo veel
schone ideeën; er werd niets
meer van vernomen. Tot in 1972
een nieuw en haalbaarder voor
stel verscheen. Dat was de on
zichtbare UNU, op te bouwen
uit bestaande wetenschappelij
ke instituten. Die krijgen orga
nisatorische en financiële steun
en gaan door UNU geselecteerde
onderzoekers uit andere landen
opleiden. Bij de selectie wordt
niet alleen gelet op de kwalitei
ten van de onderzoeker, maar
ook op de mogelijkheden van
het instituut waar hij vandaan
komt en met nieuwe kennis en
inzichten naar terug zal keren.
Japan
aangeduid als een „sprekend splegel-
tje-aan-de-wand dat een deel van de
publieke opinie elk jaar weergeeft".
Zij schreef dit in een zeer lezenswaar
dig boek over de in 1933 overleden
Leidse hoogleraar C van Vollenhoven,
die niet alleen zeer progressieve
ideeën had over internationale zaken
en over de (oniafhankelijkheid van
Indië. maar die ook vervuld was van
zorg over ons taalgebruik. Hij ging bij
voorbeeld steeds meer woorden ver
mijden, die hij als „bedenkelijke ger
manismen' zag (nieuwvorming, oud
modisch, politieel). Een artikel dat ie
mand hem ter beoordeling toestuurde
zond Van Vollenhoven eens terug met
onder meer de kritiek dat het „geen
aanlokkend begin, geen slotzin" had.
In het stuk werd „kennelijk gedo
ceerd" en „doceeren in een courant is
alleen goed als het tersluik geschiedt".
De hoogleraar stelde wel héél hoge
eisen „Een stuk mag eerst in zee als Je
het zelf driemaal kunt lezen met on
verdeeld welgevallen."
Het plan is aanvaard en de UNU
is sinds 1975 in opbouw. Daartoe
hielp in belangrijke mate dat
Japan in '74 honderd miljoen
dollar plus huisvesting van het
coördinatiecentrum toezegde
(en inmiddels ook 60 miljoen
daadwerkelijk heeft volgestort).
Zelfs op het geduldige papier
zijn aanwijzingen te vinden dat
de UNU ook werkelijk iets kan
gaan voorstellen. In de opzet
zijn enkele gevaren vermeden
die elke gespecialiseerde VN-or-
ganisatie bedreigen
Zo bestaat de bestuursraad uit
24 „academische leiders en pro
minente burgers uit 24 landen"
die daar niet namens hun rege
ringen zitten en dus ook geen
politiek hoeven te bedrijven.
Hoewel de UNESCO officieel
naast de wieg heeft gestaan,
staat de UNU nadrukkelijk los
van bestaande, door bureaucra
tische stammentwisten geteis
terde organisaties van het „VN-
systeem". waarin het vrijelijk
relaties kan aanknopen als dat
nuttig lijkt.
En er kunnen geen grapjes met
de basisfinanciering worden uit
gehaald. Er is een Fonds, waar
landen geld in kunnen storten in
de zekerheid dat ze er daarna
niets meer over te zeggen zullen
hebben De UNU draait op de
rente uit dat fonds. En dat, stelt
Burgers met enig genoegen
vast, kan worden beschouwd als
„schoon" geld. aan de besteding
waarvan geen regering meer
hele of halve voorwaarden kan
verbinden. Ook het bekende
probleem van „achterstallige
contributies als drukmiddel
doet zich niet voor.
Voor de pot is. met de Japanse
startbljdrage mee. 146 miljoen
dollar toegezegd, waarvan 78
miljoen gestort. De UNU werkt
dus momenteel met een jaar
budget van omstreeks acht mil
joen dollar, wat een doeltreffen
de rem moet zijn op eventuele
neigingen om een eigen bureau
cratie te laten uitdijen
Beperkt
maar de toespitsing van het
hongerprogramma onder topad
viseur prof. Nevin Scrimshaw
(van het Massachusetts Institu
te of Technology) ziet er reëel
genoeg uit. Men was het er rap
over eens dat er niet gewerkt
moest worden aan produktie
van meer rijst en tarwe, want
dat doet iedereen al
Wat haast niemand deed was
het nagaan van voedingsbehoef
ten De bekende studies komen
uit de rijke landen en de resulta
ten gaan waarschijnlijk niet op
voor de mensen waar het echt
om gaat die onder tropische
omstandigheden op het land
werken met waarschijnlijk een
besmetting onder de leden. Dat
werd dus een concentratie-on
derwerp, evenals verliezen na de
oogst, door vraat en bederf, uit
de losse pols wel geschat op 40
procent van de produktie. maar
behoorlijke gegevens zijn er
nauwelijks Het gaat het hon
gerprogramma overigens niet
om betere cijfers maar om han
teerbare manieren die het ver
lies kunnen beperken
Afval
En dan het project dat een
werkgroep van deskundigen
deze week in Wageningen sa
menbracht: omzetting van land-
bouwafval door micro-organis
men tot bruikbaar, eiwitrijk
veevoer. Dat is een zéér prakti
sche zaak, legt Scrimshaw uit
als hem gevraagd wordt of het
geen omweg is om het gegroeide
eiwit niet meteen voor de voe
ding van mensen te gebruiken
„Er zijn maar twee mogelijkhe
den: óf je zet een vreselijk inge
wikkelde fabriek neer die koek
jes-met-extra-eiwit produceert,
óf je vraagt een kip om er eieren
van te maken. Waar het om gaat
zijn maatregelen die op dorpsni
veau uitvoerbaar zijn."
En dr. C. V. Seshadri uit Ma
dras: „De aanvaardbaarheid
van zulke koekjes valt ook nog
al eens tegen .Als ze echt zo
goed zijn, laten de blanke men
sen ze dan maar opeten', Is een
gebruikelijke reactie." Dr. E. J.
DaSilva van de UNESCO herin
nert zich trouwens een klassieke
kortsluiting naar de menselijke
voeding die wel gelukt is: het
kweken van paddestoelen op
stro. Scrimshaw ziet de fermen
tatie van de op zich nauwelijks
voor mensen eetbare sojabonen
tot tempeh in Indonesië op het
zelfde vlak liggen. „Het zou be
langrijk kunnen zijn om die
techniek naar andere tropische
streken over te brengen."
DaSilva: „Een dergelijk ideeën-
verkeer langs de zuid-zuid as
biedt in het algemeen hoge kan
sen op succes, omdat problemen
en omstandigheden vaak meer
vergelijkbaar zijn dan wanneer
de techniek uit het noorden
komt." Seshadri „Er zijn meer
fermentatietechnieken in Azië
traditioneel in gebruik Eigen
lijk is Latijns-Amerika het enige
werelddeel waar ze niet vanouds
gebruikt worden." Dat zou dus
wel eens de langste tijd geduurd
kunnen hebben
Verspreid
Het werkterrein van de UNU
wordt in alle eenvoud omschre
ven als „dringende wereldpro
blemen van menselijke overle
ving, ontwikkeling en welzijn
Men beperkt zich voorlopig tot
drie programma's die met voor
rang worden opgebouwd Het
Wereldhongerprogramma werd
in 1975 al in de steigers gezet en
loopt nu aardig. Nog minder ver
zijn Gebruik en beheer van na
tuurlijke hulpbronnen en Men
selijke en sociale ontwikkeling
Het klinkt allemaal wat mistig.
Maar het accent van de werk
groep blijft toch liggen op vee-
voerbereiding. Voorzitter dr P
van der Wal. directeur van het
ILOB, vat het hoofdprobleem zo
samen. Er wordt op veel plaat
sen geprobeerd om landbouwaf-
val voor beesten verteerbaar en
bruikbaar te maken, maar het is
zo lastig dat individuele onder
zoeken gauw vastlopen. De be
langrijkste knelpunten zijn het
stabiel houden van het micro
biële proces en de vraag wat Je
nou precies aan het maken bent.
de voedingswaarde dus en mo
gelijk schadelijke bestanddelen
«Op dat laatste terrein ligt vol
gens de UNU de reputatie die
het ILOB de aangewezen instel
ling maakte voor de coördinatie
van het wereldomvattende pro
ject. Zo kan een oorspronkelijk
ten behoeve van onze eigen bio-
ïndustrie opgebouwde deskun
digheid nog tot in de Aziatische
scharrelkip doorwerken.)
Van der Wal weer Door al die
pogingen liggen allerlei gereed
schappen voor het tot. waarde
brengen van het afval in institu
ten over de hele wereld ver
spreid. Het is de bedoeling van
de werkgroep om dat bij elkaar
te halen
De onzichtbare universiteit
blijft noodzakelijkerwijs een
wat schimmige instelling Maar
wat zich hier in Wageningen en
kele dagen tastbaar manifes
teerde, klonk in elk geval heel
erg praktisch