Ook als ze zondagavond tweede worden 'Purmerpolder te klein voor huldiging Oranje' ^Oeki Hoekema kijkt verder dan de bal rond is Is -ERDAG 24 JUNI 1978 TROUW/KWARTET 13 Na drie weken durfde moeder eindelijk weer eens aan de televisie te komen. Ze tiptoetste naar Otello op Nederland 1. „En zal ik dan meteen iets lekkers voor je inschenken?" Ze roerde de suiker zelf door de jenever. „Drink nog eens lekker uit. Je moet het je niet zo aantrekken allemaal. Tweede van de hele wereld, dat is Philips niet eens." Hij schokschouderde maar wat. Moeder overwoog of ze het geluid ook aan zou zetten. Ze zag er nog maar even van af. „D'r kan er toch maar één winnen." „Maar wij nooit. Waarom?" „Zeg nooit nooit. Tegen Iran dan?" „Ach Iran, wat is dat nou, het elftal van de sjah waar vorige maand de eerste bal is geïmpor teerd." „En dat tegen Oostenrijk dan, 7-0 nota bene." „5-1, één keertje maar." „Ach, je hebt tegen die Duitsers toch staan te juichen dat de buren begonnen te kloppen op de muur." „Duitsers, dat is logisch, daar ben je altijd tegen, zo word je geboren." „Nou dan verliezen ze een keertje, en dan „Een keertje, dit is niet niks, voor de tweede keer in de finale achter elkaar. Ik zou dat eerste doelpunt nog wel eens willen zien, maar dan vertraagd en van de zijkant, dan zal je zien dat het buitenspel was. Maar dat zullen we over drie weken wel in de bioscoop moeten gaan bekijken." „Daar is nou niets meer aan te doen." „Ja, maar voor hetzelfde geld hadden we nu samen op het biljart van Het Molentje gestaan met Holland wint de wer dat ding." „Nou, samen? Ik wilde Otello eigenlijk zien, zal ik het geluid aanzetten?" '„En dan was het morgen weer feest geweest. Dan waren ze dinsdag aangekomen en dan waren we een dagje naar Amsterdam gegaan." „Je gaat maandag al met een spandoek naar Den Haag demonstreren." „Dat is anders, we hadden feest gehad." „De vorige keer toen ze tweede waren gewor den ben je toch ook gaan juichen." „Dat doe je ook maar één keer." „Vader, vader," moeder schudde aan z'n schouder. „Je ligt te schreeuwen." „Hoe laat is het?" „Half drie." „Ik had een vreselijke nachtmerrie. Ontzet tend. Half drie, moeder, als alles meezit staan we morgenavond om deze tijd op het biljart bij Het Molentje." „Holland wint de wereldcup." „Precies." „Ook als ze tweede worden hè vader." Nederland-Oostenrijk: „Waar staat hier de televi sie?" vraagt een oudere bebrilde heer. De barman van het Amsterdamse café Het Ceintuurtje wijst naar de hoek waar het apparaat, nog zwijgend, staat opgesteld. De man sloft erop af, pakt een stoel en gaat op nog geen vijftig centimeter af stand pal voor het toestel zitten! Als het wordt ingeschakeld blijkt hij bereid iets meer afstand te nemen. Aan de ober, die hem een borrel en een portie sateh brengt, vraagt hij: „Nederland-Oos tenrijk, hè?" Hij roert zich die avond maar éénmaal, als een man, niet geheel fris meer. aan twee Marokkanen probeert uit te leggen welke muziek er in het Argentijnse Cordoba ge speeld wordt. „Orkestrorium Hollandia", zegt hij struike lend over de lettergrepen. De heer spert de ogen achter zijn brilleglazen en roept oprecht verontwaardigd uit: „Orke strorium Hollandia Dat is het Wilhelmus!" Nijdig wijdt hij zich weer aan de aan stok jes geregen brokken vlees ge drenkt in pindasaus. „Hier alle WK in kleur", meldt het aanplakbiljet op het raam. De kroegbaas zegt de pest te hebben aan voetballen én te levisie. Maar om de klandizie deze weken nog enigszins op peil te houden heeft hij toch maar zo'n kast in huis gehaald. Het toestel biedt een wat vreemde aanblik: een geel groene sluier bedekt het beeld. „Het blauw is eruit", verduidelijkt de ober. „Maar dat geeft niks, het gras is en- kelt groen." Wie als leek in de kroeg naar voetballen gaat kijken begeeft zich in het ge zelschap van experts. Namen, rugnummers, tactieken en oude wapenfeiten rollen ach teloos over de tafel. De ken ners begrijpen elkaar met een enkele zin: „De ooievaar is leeggelopen" (als Ernie Brandts in de tweede helft het spel verlaat); „De val heb ben ze van ons afgekeken" (als Oostenrijk een Oranje klant buitenspel zet). Het oordeel over spelers, trai ners en scheidsrechters is voortdurend aan veranderin gen onderhevig. Eén mooie schuiver en de zo verguisde Johnny Rep is weer het lefgo- zertje van weleer; één redding van doelman Piet Schrijvers maakt de beslissing om hém in plaats van Jan Jongbloed op te stellen de juiste; één bal tussen de Nederlandse palen en er wordt weer om het Am sterdamse lieverdje geroe pen. Alle opmerkingen zijn tot niemand in het bijzonder gericht. De ogen blijven ge fixeerd op de grasmat, de gla zen worden op de tast naar de mond gebracht en, eenmaal geledigd, schiet de hand om hoog om een verse pils in ont vangst te kunnen nemen. De pauze wordt benut voor een massale sanitaire stop. In de zendtijd voor politieke partijen geeft de PSP infor matie over het andere Argen tinië. Op het scherm verschij nen de namen van vermisten en lezen we de gruwelijke de tails over de ondergane folte ringen. Op de achtergrond is een cel. De gevangenen lopen één voor één het beeld uit. In het celraam is een voetbal wedstrijd geprojecteerd. Op deze duidelijke boodschap wordt verschillend gerea geerd in het café. De zwarte humor: „Ze mogen blij zijn dat ze daar kleurentelevisie hebben." Het cliché: „Dat heeft toch niks met voetbal len te maken." Een man pro beert er krampachtig achter te komen welke wedstrijd er in het celraam gespeeld wordt. Anderen zwijgen. De opluchting is voelbaar als het filmpje eindigt en de vro lijke WK-tune weer wordt in gezet. „Wat een weelde, wat een weelde," verzucht een man als Oranje tenslotte met 5-1 voorstaat. „Dat we het toch nog kunnen meemaken, schitterend." De wedstrijd Peru-Polen inte resseert niemand in het eta blissement Rooie Nelis in de Amsterdamse Jordaan. Er wordt geborreld en gebitterd in een decor van rode neon- buizen, schemerlampjes, ta pijtjes op de tafels en pluche. De televisie krijgt pas aan dacht als Nederland aan de beurt is. Een kwartier voor het begin haalt iemand ome Willem, die een paar uurtjes op bed is gaan liggen. Tijdens de wedstrijd ontwikkelt hij de gewoonte in je arm te knij pen als het spannend is. Drie keer moet hem uitgelegd wor den tegen welke ploeg Neder land speelt. Pas als iemand „moffen" roept in plaats van West-Duitsland, begrijpt hij de ernst van de zaak. Het zit goed vol. De eigenaar wijst de oudere stamgasten plekjes dichtbij het scherm aan. Als twee met elkaar ru zie maken haalt hij ze uit elkaar. „Ga jij maar daar zit ten en neem een pijp mee." Hij zet een flesje bier, dat hier .bij voorkeur zonder glas wordt gedronken, op de bar en wijst naar een lege stoel. Een man die De Graaf wordt genoemd wordt verzocht zijn schipperspet af te zetten om het uitzicht niet te belemme ren. Een ander moet zijn elle bogen intrekken om ruimte voor zijn buurman te maken. Een Duitse jongen weet nog een stoel te bemachtigen. Hij onthoudt zich tijdens de wed strijd van elk commentaar en drinkt met mate „schnapps". Terwijl iedereen nog druk be- .zig is zijn positie in te nemen, valt het eerste Duitse doel punt. Een absolute stilte valt in. Eén probeert nog te zeg gen dat hij het wel geweten had. Hadden ze Jongbloed maar op moeten stellen. „Houd je mond," bijt de zenu wachtige bardame Sien hem toe. „Ik spijker een eind hout voor je bek als je hem niet dicht kan houden." De lucht is zwanger van wraakgevoe lens voor de nederlaag vier jaar geleden. Er wordt geen commentaar meer gegeven, maar grimmig, glazen en fles jes stijf omklemd, hevig trek kend aan sigaren en sigaret ten, naar de televisie geke ken. Sien moet iets om han den hebben en gaat de fluwe len gordijnen dichtschuiven. Arie Haans goal is de bevrij ding. Een gigantisch gejuich stijgt op. Weddenschappen worden onmiddellijk herzien en iemand roept weer dat hij het wel geweten had. Bij elk spannend moment tij dens het verdere verloop van de wedstrijd verklaart Sien dat mensen wel eens om min der een hartverlamming heb ben gekregen. Haar zakelijk instinct houdt haar echter op de been: elke nieuwkomer wordt onverwijld gemaand tot het plegen van bestel lingen. Een kleine man, die zijn re genjas en hoed aan- en op houdt, blijft onder alle span ning heel rustig. Zacht lispe lend herhaalt hij voortdurend dat de scheidsrechter zo ge weldig is. Alsof hij de goals maakt. Het tweede Duitse doelpunt brengt hem en alle anderen uit balans. Nu begint het aftellen van de minuten en seconden. Sien heeft al verscheidene beroertes, dui zelingen en flauwtes achter de rug. Ze vergeet nu zelfs bestellingen uit te voeren. De Graaf heeft zijn pet weer op gezet. En een vrouw die de hele avond niet van de fruit automaat wilde wijken, laat de gokkast nu onberoerd. Als Van de Kerkhof net op tijd toch nog de gelijkmaker scoort, slaan alle stoppen in Rooie Nelis door. „Wij" heb ben een doelpunt gemaakt. De man hervat onmiddellijk zijn waarderend gemompel over de arbiter. „Die haalt voor ons het derde doelpunt wel naar binnen." Maar als Dick Nanninga het veld wordt uitgestuurd verstomt hij en wendt vol afgrijzen zijn hoofd van het toestel naar het glas. Na afloop van de wedstrijd wordt er weinig tijd verdaan met terugblikken. De herrij zenis van Oranje is een feit. „We halen het wereldgoud. Als de jongens terugkomen kunnen we de mensen niet herbergen op het Leidseplein. De Purmerpolder zal nog te klein zijn om dat spektakel te aanschouwen." Een pessi mist denkt handig gebruik te kunnen maken van de mooie stemming. Hij wil wedden dat Nederland niet eens de finale haalt. „Ik wed niet om een derde of vierde plaats, ik ben geen kruimelaar," roept iemand hem woedend toe. Er dreigt een kleine twist als de pessimist beschuldigd wordt van anti-nationalistische ge voelens. Tactisch wordt van achter de tap op vol volume een voetbalhymne door de luidsprekers gezonden: „Daar zijn de mannetjes van Oranje weer Een man met schorre stem en bezweet hoofd zegt tevreden als hij het pand verlaat. ..Ik heb weer eens onderwets kunnen schreeuwen van avond." Nederland kan iets bereiken in Argentinië door niet te gaan. Voetballer Oeki Hoekema (29), als prof-speler verbonden aan de FC Den Haag een club die door verstokte supporters nog steeds hardnekkig wordt aangeduid met „ADO" heeft de afgelopen maanden deze stelling met verve verdedigd. Hij was de eerste voetballer van profes sie, die zich openlijk heeft uitgesproken voor een boycot van de wereldkampioenschappen voetbal in Argentinië en dat is gebleven. Samen met onder meer Neerlands Hoop en de medewerkers van het Solidariteits Komitee Argentinië-Nederland (SKAN) bezocht hij forumavonden, woonde mani festaties bij en verzamelde handtekeningen om zo de boycotactie een succes te laten worden. Driven. De balans opmakend en de realiteit daarbij niet uit het oog verliezend kan geconsta teerd worden, dat ook al was het spel aanvankelijk be droevend Nederland het toch in Argentinië ver ge schopt heeft. Van een misluk ken van de boycotactie is echter geen sprake, meende Oeki. „Er zijn mensen die het slagen hebben laten afhan gen van het wel of niet gaan van Oranje. Goed, Nederland is toch gegaan en dat betreur ik, maar de actie als zodanig noem ik geslaagd en er is geen reden er nu mee te kap pen. Integendeel, de actie moet doorgaan en op zo'n manier, dat er een economi sche boycot komt volgens het model van de Boycot Out- span Aktie (BOA). Daarom wil ik me voor deze zaak blij ven inzetten." Hij heeft ervaren dat voetbal len en actievoeren best te combineren is. „Waarom ook niet? Het is een beroep als elk ander en je kunt er echt wel iets naast doen. Waarom zou een advocaat wel actie kun nen voeren en een voetballer niet?" Toch is het een combi natie die in de praktijk van alledag niet zo vaak voor komt. Als voetballers zich al in het openbaar uitspreken, gaat dat meestal over kwes ties als salarissen en wed strijdpremies of is het de scheidsrechter die het moet ontgelden. Oeki ontkent dat niet. Hij wijst er niettemin op. dat ook andere voetbal lers van zijn club, zoals Si mon van Vliet en Roger Al- bertsen, hun handtekening hebben gezet ter ondersteu ning. „En zo zijn er wel meer spe lers van wie ik weet dat ze achter de actie staan, maar ze hebben zich nooit in het openbaar uitgesproken. Ik heb het idee dat ze maar dat geldt niet alleen voor voetballers bang zijn om dat te doen. Althans dat er voer ik, als ik over de actie begon. Neem je een stand punt in, dan moet je dat ook voor jezelf kunnen verant woorden. Als je je helemaal blootgeeft, raakt het tevens je privéleven en dat moet je ervoor over hebben." Oeki vertelt, dat dat voor hem geen probleem is ge weest. Na het lezen van een aantal verhalen in Voetbal International over de situatie in Argentinië en het oproepen tot een boycot van Bram cn Freek in samenwerking met het SKAN. schreef hij een kort briefje, waarin werd meegedeeld dat hij achter de boycot stond. Hij kon toen nog niet vermoeden dat hij zo in de publiciteit zou komen. Daar zorgde de avond daarop Freek de Jonge voor, die tij dens een gesprekje voor Stu dio Sport bekendmaakte, dat Hoekema zich achter de boy cot had geplaatst. „De dag daarna kreeg ik meteen op merkingen naar mijn hoofd in de trant van „jij met je linkse kliek," terwijl ik hele maal niet in termen van links of rechts denk. Voor mij was er geen twijfel mogelijk en het feit dat een bewind zoals in Argentinië op schandalige wijze de mensenrechten ver trapt gaf daarbij de doorslag. Politiek is in wezen voor mij een zaak van mensenrechten, van recht en onrecht Een internationale organisa tie als de FIFA moet normen aanleggen en grenzen trek ken. Dat zal wel moeilijk zijn. maar je moet ergens begin nen. Nu wordt de WK in Ar gentinië verkracht ter meer dere glorie van het bewind daar. Een land mag best een beetje propaganda maken, maar juist een gebeuren als dit maakt duidelijk dat sport en politiek alles met elkaar te maken hebben en de mensen die dat nog niet willen zien, steken hun kop onder de grasmat." Het „zendingswerk" verricht te Oeki Hoekema in de eerste plaats onder zijn eigen club genoten in de kleedkamer, waar dan ook heel wat werd gediscussieerd. Hij verspreid de documentatiemateriaal, hing handtekeningenlijsten op en het resultaat daarvan was, dat bijvoorbeeld een speler als Simon van Vliet zijn handtekening zette, na dat hij zich eerst ook om dat hij er niet veel vanaf wist anders had opgesteld. Hij vertelt niet echt bedreigd te zijn, al viel er wel een ano nieme brief in de bus en zaten bij wedstrijden toeschouwers soms nogal op hem te kanke ren. maar „ik heb ook positie ve reacties gehad. Mensen die schreven het erg te waarde ren wat ik deed. Nou. na één zo'n brief kan ik weer tegen tien slechte. Of neem die sup porter laatst bij FC Den Haag, die me een hand gaf en me bedankte voor het actie voeren. Dat hoeft-ie voor mij niet te doen. maar het doet je wel goed. Je stelt je kwets baar op en dan heb je het weieens moeilijk, maar zo'n gebaar geeft je moed om door te gaan." Van het bestuur en de mana ger van zijn club heeft Oeki Hoekema geen last gehad. Er is hem terloops wel gezegd ervoor uit te kijken dat zijn prestaties op het veld er niet door zouden worden be ïnvloed en dat gevaar had er ook volgens Oeki zelf best in kunnen zitten, omdat „het je geestelijk kan belasten." Wat het spreekverbod van Jan van Beveren, opgelegd door PSV-manager Ben van Gel der. betreft merkt hij op dat dat toch niet meer kan. maar ja, „dat is Philips, hè. Ik heb zelf daar ook gevoetbald en dan krijg je problemen, als je bepaalde dingen zei, terwijl het niet mocht. Ik begrijp overigens niet, dat Van Beve ren het heeft geaccepteerd. Hij wilde alleen maar com mentaar geven bij Neder land—Iran. Waar staat dat een baas een speler het zwij gen kan opleggen? Toch in geen enkel contract, maar Van Beveren zal wel beseft hebben, dat-ie maatschappe lijk erg goed zit bij PSV en daarom geen risico hebben willen lopen." Hoewel Hoekema zich princi pieel heeft opgesteld inzake Argentinië, heeft hij er geen problemen van gemaakt af en toe naar wedstrijden van de WK te kijken. Dat zijn twee verschillende zaken, vindt hij en de boycot staat daar los van. „Ik beleef er wel veel minder plezier aan en kijk ook niet naar alles, maar het heeft geen enkel nut de knop van de tv om te draaien. Ik zal er ook niet voor thuisblij ven en bovendien ben ik voor de halve finales al met vakan tie, dus zo erg hang ik er ook niet aan." Principieel anders kijkt hij aan tegen het voetballen in bijvoorbeeld Hongarije, waar Den Haag tijdens de nacom- petitie moest spelen tegen Honved. „Ik wil niet meer voetballen in landen waar een loopje wordt genomen met het recht en ik had het bestuur gevraagd mij van m'n verplichtingen te onthef fen. Dat deden ze niet, want ik had een contract en moest meespelen. Achteraf is dat door een blessure toch niet doorgegaan, maar ik heb wel mijn premie overgemaakt aan Amnesty International. Ik kan het voor mezelf niet verantwoorden wel tegen Ar gentinië te zijn en niet af te zien van spelen in bijvoor beeld Hongarije." In de loop der jaren hij voetbalt sinds zijn vijftiende heeft Oeki Hoekema bij nogal wat clubs gezeten: Go Ahead, PSV. De Graafschap, het Belgische SK Lierse en nu Den Haag. Terugkijkend zegt hij zich altijd al met meer te hebben beziggehou den dan alleen de bal en „met het ouder worden word je je natuurlijk ook bewuster van bepaalde dingen. In mijn PSV-periode had ik een keer een interview met Henk van Dorp en Frits Barend van Vrij Nederland. Die zelden te gen mij, dat ik erg links was. Ik was toen twintig en ant woordde dat ik niet in derge lijke termen dacht. Ik heb een sterk gevoel voor recht vaardigheid, steek dat niet onder stoelen of banken en word daardoor gauw in een bepaald hokje ge plaatst." Oeki Hoekema gelooft zelf niet te zacht of te lief te zijn voor de voetbalsport, maar meent wel een bepaald kill ers-instinct te missen voor het echte topvoetbal, waar je Je grenzen wel degelijk moet verleggen. „Daar had ik in mijn PSV-tijd moeite mee en dat is mogelijk de reden dat ik geen echte topper ben ge worden, omdat ik er geeste lijk niet helemaal geschikt voor ben. Ik betreur dat niet, want er zijn andere waarden in het leven die ik veel meer waardeer. Dat neemt niet weg, dat ik voetbal nog steeds fantastisch vind en met plezier de trainingen be zoek. maar ik ben niet ie mand bij wie alles voor de bal moet wijken." Terugkomend op zijn rol als actievoerder zegt hij: „Wat mij erg teleurgesteld heeft is de manier waarop mensen ook in je eigen omgeving soms reageren, als je praat over de boycot. Vaak hebben ze er geen notie van wat er werkelijk speelt en de wijze waarop ze dan een bepaald standpunt verdedigen is ver bijsterend. Vrienden of ken nissen van wie je dacht dat ze hun hart op de goede plaats droegen, zijn voor mij door de mand gevallen en anderen van wie ik het niet verwacht had, vielen Juist mee. Daarbij was niet het „voor of tegen" een maatstaf, maar veeleer de manier waarop dat werd gemotiveerd. Dat was voor mij een hele openbaring." Oeki Hoekema: „Soms werkt het ook op een andere ma teriële manier door. Ik sprak een keer op een forum avond van het SKAN in Leeu warden. waar ik een boetiek heb en de twee weken daarna had ik de slechtste omzet sinds de opening. Dan ga Je onwillekeurig toch verban den leggen, die er misschien nelemaal niet zijn. Een ander voorbeeld is Adidas. Normaal als ik opbelde kreeg ik vlak daama mijn spullen, zoals sportkleding en beenbescher mers, maar sinds mijn laatste telefoontje moet ik ze nog krijgen. En collega Henk van Leeuwen heeft alles wél bin nen. terwijl die op Quick loopt. Nu sponsort Adidas het Nederlands elftal en dan denk Je toch: hé. wat zit daar achter. Te bewijzen is het niet. maar het is wel vreemd en hoewel ik er bepaald niet van wakker lig. loop Je. door actie te voeren voor een boy cot, zelf de kans te worden geboycot. Ik vind echter clat Je dat er dan maar voor over moet hebben

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1978 | | pagina 13