)e poëtrije van het gelovig bewustzijn (1)
Eü/linister komt in actie
iegen rijexamenvrees
ontwikkelingen
in het gebied
waar u woont
en werkt
uaan.
<&sG
Peugeot zet tweedehands
lerkoop grootscheeps op
AUTOBIOGRAFIE
sa!
DINSDAG 23 MEI
Gewest 's-Gravenhage
- UDAG 19 MEI 1978'
TROUW/KWARTET
H 11
R. L. K. Fokkema
(voorwaardelijke toejuiching verdient daarom de opwekking, om de poëzie te doen herleven
Ier vigueur van de objectieve gedachte der Bilderdijkiaansche school. Feil echter ging de
dijk, toen ze meende dat in onze dagen nog te kunnen doen met de taal van Bilderdijk en Da
Waar in hunne dagen reeds de afstand tusschen taal en leven eene bedenkelijke afmeting
verkregen en onze gedachtenwereld in de laatste jaren op eene zoo groote verrijking mag
ien, daar wordt de eisch voor ons te klemmender om de taal opnieuw uit de gedachtenwereld te
i opklimmen."
schreef de protestantse dichter
rp Anema (1875-1961) in 1899
hij. een opvallende vertegen-
gdiger was van de protestantse
:tie op de Beweging van Tachtig.
t beweging die (grof gezegd) zich
itte tegen de domineespoëzie van
L9de eeuw. beleed vooral in son-
ten een schoonheidscultus en
je het gevoel voorop. Seerp Ane-
staat in die dagen onder invloed
de poëzie der Tachtigers en
ït zich verdedigen tegen het ver-
dat hij de sonnetvorm hanteert,
i de kerkbladschrijvers deelt hij
ie dat de sonnetvorm verdedigd
worden op grond van de schrif-
rlijke gedachte die de bouw van
sonnet beheerst: „de tweëeen-
van stof en geest." Naar de
"Tnlng van Anema is volgens d€
irift vier het getal van het kosmi-
e en drie dat van het geestelijke
sonnet dat bestaat uit twee kwa-
nen (tweemaal vier regels) en
terzinen (tweemaal drie regels)
daarom niet uitgebannen wor-
pTuit de poëtrije van het gelovig
fais rustzijn, ook al is het waar dat het
MViet door de Tachtigers misbruikt
voor hevige individualistische
oelsontlading.
ima heeft kritiek op de onbeteu-
le gevoelsuitstortingen en op de
elijke verbeeldingswereld waar
geen werkelijkheid beant-
irdt. Bij Anema en calvinistische
godgeleerden komt het gevoel onder
controle van het kenvermogen èn
onder verantwoordelijkheid van de
wiL Ondergeschikt aan het verstand
krijgt het gevoel zijn plaats als bezie
lende factor des levens. De roeping
van de kunstenaar is het nu, zegt
Anema, om dat gevoel, „waarin hij
zijne hooge genietingen vindt, zóo
weer te geven in de taal, dat bij
zijnen medemensch èn die kennis èn
die aandoening der ziele gewekt
wordt waarin hij eene voorsmaak
van de vreugde der nieuwe bedeeling
geniet."
Pleidooi
Zonder nu in alles wat Anema be
weerde het laatste woord te zien, kan
men toch vaststellen dat Anema ob
jectiviteit in de poëzie stelt boven
subjectiviteit, dat hij in zijn dagen
op zoek is naar een nieuwe taal die
overeenkomt met de werkelijkheid,
en dat hij pleit voor een integratie
van nieuw gedachtegoed in de poë-
zie' Voorts erkent hij het belang van
een goed voorbeeld (in zijn dagen
Bilderdijk en Da Costa) zonder de eis
der oorspronkelijkheid te verwer
pen. Hij voert een pleidooi voor een
vernieuwing der traditie, zou men
kunnen zeggen. In deze bewoordin
gen heeft het pleidooi niets aan actu
aliteit ingeboet. Maar het heeft even
min veel uitwerking gehad op de
auteurs die Anema op het oog had.
Want met het pleidooi breekt hij ook
de staf „over het geschrijf dat zich in
onzen kring onder het etiquet van
poëzie aanmeldt".
Namaaksel
Hij wijst die poëzie af omdat zij
weliswaar „eene aaneenrijging van
beelden en zegswijzen aan Bilder
dijk ontleend" is. „maar saamge-
vlochten tot eene makke rijmelarij
en natuurlijk ten eenenmale vreemd
aan de intensiteit van zijnen in wor
steling en weeën gewrochten ar
beid." De slaafde navolgers vervaar
digen papieren namaaksel. Anema
besluit ermee vast te stellen dat niet
ieder die een beginsel van een dich-
teraandoening in zijn ziel bespeurt
daarmee een dichter is, „en deze
liefhebberij zou voorts een zeer on
schuldig karakter dragen, als onze
naam bij den vijand er niet mee
gemoeid was." Ook deze opmerkin
gen hebben niets van hun geldigheid
verloren, Indien men althans bereid
is voor Bilderdijk de traditie te lezen
en indien men bereid is ook thans
nog te spreken van vijandelijke
kampen. Dit laatste is nog maar zeer
ten dele het geval. Als er al van een
christelijk kamp van dichters sprake
is, wordt het van officiële zijde ver
onachtzaamd of met meewarigheid
bekeken, zoals trouwens ook Seerp
Anema zou doen, op grond van de
Sicco de Jong
am
iter Tuijnman van Ver
en Waterstaat wil de pro-
lures bij het rijexamen en
verlengen van het rijbewijs
;emakkelijken. Volgens de
VB halen jaarlijks honder-
40 h Nederlanders in Duitsland
h rijbewijs er is zelfs in
ypte „handel" mee gedre-
i, maar dat was geen serieus
|men en buiten de gren-
I slagen kandidaten eerder
y Drdat zij er hun examen-
es overwinnen. De examina-
en en de organisatie van de
chting Centraal Bureau Rij-
irdigheidsbewijzen vrezen
iter een verminderde omzet,
nneer de ministeriële plan-
1 doorgaan.
ANWB ziet wel wat in een soepe-
aanpak van het examen, maar
het jammer vinden wanneer de
lenging van het rijbewijs tot de
tijd van 55 of zestig Jaar over
gemaakt zou worden. Op dat
punt hebben ook de provin-
autoriteiten kritiek, omdat het
vijftien miljoen gulden aan le-
zou schelen en een paar honderd
ambtenaren hun werk zouden ver
liezen.
Men mag zich afvragen of het nodig
is eerst rijvaardigheidsbewijzen en
dan nog eens rijbewijzen uit te rei
ken. „Naar de procedure is nu een
studie gaande," zegt ir G. R. de Regt,
hoofd van de ANWB-verkeersafde-
ling en bestuurslid van de Stichting
CBR: „Maar met het verlengen van
het rijbewijs heeft de overheid ten
minste nog eens per vijf jaar een
mogelijkheid om de automobilisten
gerichte persoonlijke informatie te
geven. Er zijn automobilisten, die
zonder forse premieverhoging door
verzekeringmaatschappijen gewei
gerd worden. In zulke gevallen zou,
net als in Amerika, bijscholing vaak
tot de veiligheid kunnen bijdragen."
Wel vind ir De Regt dat examenkan
didaten niet ten onrechte, doordat
stress hen beheerst, moeten worden
afgewezen. Ook is het niet juist, dat
bij het examen dingen geëist wor
den, die men in alle redelijkheid pas
verlangen kan van mensen met jaren
rijervaring.
„Er moet zeker wat veranderen," is
zijn commentaar: „We zijn er erg
voor, dat instructeurs meerijden om
de sfeer in de auto te verbeteren,
zodat de kandidaten hun zenuwen
beter baas kunnen." Bij de ANWB
komen veel reacties binnen van le
den. die over de exameneisen
klagen.
Fabels
Het rijexamen is natuurlijk ook een
dankbaar onderwerp voor fabels,
maar de werkelijkheid is, dat één op
drie kandidaten slaagt en dat dus de
gemiddelde kandidaat na drie keer
examen het rijbewijs haalt. Dit is
geen brevet van hoog vermogen voor
de rijopleiding of het is een teken,
dat rijopleiding en rijexamen wel ver
van elkaar af staan.
Aan de kant van de rij instructeurs is
de laatste jaren al de nadruk op een
meer beroepsmatige aanpak gelegd.
Zou het niet meer aan de vakbe
kwaamheid van deze instructeurs
schorten, dan spelen andere factoren
een rol. Daarbij is het op het ogen
blik voor kandidaten tergend, dat ze
pas na drie vier maanden weer
examen mogen doen. Ook dit is een
zaak, die de minister nu op de korrel
wil nemen.
Veranderingen in de gehele procedu
re kunnen daarbij stellig verbeterin
gen brengen.
fkens Autohuis vlak bij de snelweg naar Arnhem in Utrecht: alle merken inruilauto's in één
mte, te zamen driehonderd stuks.
Johuis Nefkens heeft een show-
to geopend in Utrecht waar
#uhet moederbedrijf, Peugeot-Im-
^eur Gebr. Nefkens N.V. geves-
is om de verkoop van tweede
ls auto's op grotere schaal te
nnen. Bijzonder is daarbij het
>od dat de kopers van alle mer-
auto's voor service in heel het
terecht kunnen bij de Peugeot-
ers.
:ens verwacht door de verkoop
gebruikte wagens sterk te con-
reren scherpere prijzen te kun
stellen. Jaarlijks moet Autohuis
:ens drieduizend auto's verko-
De totale keus in de showroom
jYI aat uit zo'n'driehonderd wagens,
v 11 todoende tien keer per jaar of
u per vijf weken rouleren Die
e doorstroming en de fabrieks-
Jge aanpak met wassen, poetsen
""^t werk om de wagens verkoop-
AA
klaar te maken komen de prijzen ten
goede.
Nefkens zal verder selectief te werk
gaan met inkoop van de gebruikte
wagens bij de eigen delaerbedrijven.
waar men vaak langer met een ander
merk auto dan Peugeot blijft zitten.
De wagens boven vierduizend gul
den krijgen behalve de BOVAG-ga-
rantie een ANWB-keurlng, die in de
prijs begrepen is. Lager geprijsde
auto's worden in veel kleinere aan
tallen met een technisch rapport
aangeboden. De aflevering kan des
gewenst meteen uit voorraad ge
schieden.
Steeds meer autobedrijven laten
hun gehele handelsvoorraad, voorzo
ver die onder BOVAG-garantie ver
kocht wordt, door de ANWB keuren.
Op dit moment geldt dat al voor 260
bedrijven, die merendeels dealers
van grote automerken zijn. Daarvan
zijn er zeven in Utrecht gevestigd,
waaronder ook het Ster Occasion
Centrum van Mercedes, dat al eerder
met een aanpak als die van Autohuis
Nefkens kwam.
Vorig jaar zijn in totaal 110.000 au
to's door de ANWB gekeurd. Voor
bijna 200.000 auto's werd het BO-
VAG-garantiebewijs verleend en
voor rond 50.000 een merkgarantie.
Op een aantal van ruim 1.8 miljoen
verkochte gebruikte auto's betekent
dit dat in veertien procent van de
gevallen een betrouwbare garantie is
afgegeven.
Overigens is dit type garantie nooit
compleet: voor zaken, die door slijta
ge kapotgaan betaalt de koper een
groot deel. dat echter maximaal op
driehonderd gulden is vastgesteld.
afwezigheid van elke literaire
waarde..
In het kamp van wat Anema de
vijand noemt, vindt Willem Kloos
Gods naam herhaaldelijk ijdel ge
bruikt en misbruikt door wat hij
ordentelijk-godsdienstige schrijvers
noemt. In de poëzie van de domi
nees-dichters is poëzie vooral de
dienstmaagd van godsdienstige en
zedelijke denkbeelden. Stichting en
verbreiding van een kerkelijke over
tuiging was de hoofdzaak, zegt Kloos
misprijzend. Wat het gebruik van
Gods naam in deze poëzie betreft,
oordeelt Kloos dat men die naam
toch alleen maar dan behoorde te
noemen „dien naam van voor ve
len het Allerhoogste en Diepste wat
bestaat, indien hij, hetzij kon klin
ken als een donderslag van overwel
digend gevoel het zij kon ruischen
als een verrukkende Zefier vol zoete
geuren, maar die nooit in rhetorische
of saaie rijmen, of lang-uitgetrokken
proza, dienen moest als relief voor
ongevoelde, honderd maal reeds her
haalde praatjes, waar men zijn oo-
gen bij uit te wrijven zit."
Opwaartsche Wegen
Tientallen jaren later wordt in het
kader van de emancipatiebewegin
gen der socialisten, katholieken en
protestanten „Opwaartsche wegen"
opgericht om de protestants-christe
lijke literatuur van een nieuwe im
puls te voorzien. De poging die door
Heerema stoutmoedig tot Het derde
reveil is gedoopt, heeft weinig uitge
haald. Wat er aan overtuigends is
geschreven ontstond buiten de geor
ganiseerde kring. Geert Gossaert is
de naam. En het is mogelijk dat een
redacteur van Opwaartsche wegen,
H. van der Leek, hem op het oog
heeft, wanneer hij in 1922 schrijft dat
een christelijke auteur met zelfres
pect een weinig benijdenswaardige
positie inneemt in zgn. christelijke
literatuur. „En het schijnt mij bo
vendien voor een christelijk auteur,
die zich inspant, om tegelijk aan de
hoogste aesthetische en geestelijke
eischen te voldoen, een bron van
dikwijls weerkerende ergernis en bit
terheid te moeten bemerken, dat een
groote massa zijn kwaliteiten abso
luut niet weet te onderscheiden van
en te waarderen boven die van aller
lei beunhazen en knoeiers."
Vraatzucht
Van der Leek haalt fel uit wanneer
hij de oorzaak hiervan zoekt in het
feit „dat de massa van het Christe
lijk publiek wordt gekenmerkt door
een algemeen gemis aan smaak en
onderscheidingsvermogen. En
juist deze literaire vraatzucht, die
ons Christelijk publiek grondig be
derft, regelt meteen de productie op
christelijk-literair gebied. Want aan
deze vraatzucht is het te wijten, dat
voortdurend massa's prulwerk als
'christelijke literatuur' met succes
aan de man kunnen worden ge
bracht. Het is tegelijk verbazingwek
kend en bedroevend, te zien hoe dat
alles zijn weg nog vindt en hoe dus
ons christelijk publiek de meest
waardeloze surrogaten slikt."
Nel Benschop
Heeft deze tirade veel aan actualiteit
Ingeboet? Zou men de uitval van
toepassing kunnen achten op „een
christelijk dichteres als radertje in
de zielsindustrie" zoals het weekblad
Vrij Nederland als typering boven
een interview met Nel Benschop (24
dec. *77) schrijft? De oplagecijfers
liegen er niet om. Van „Oouddraad
uit vlas" is de 42e druk verschenen,
waarmee de astronomische oplage is
bereikt van 120.000 exemplaren. Van
de volgende bundels zijn de cijfers
achtereenvolgens 69.000, 105.000,
20.000. terwijl van de laatste „Een
open hand naar de hemel" (1976)
reeds 70.000 exemplaren zijn opge
legd. Ondanks haar succes heeft zij,
schrijft VN. geen erkenning gevon
den in literaire kringen, die haar
poëzie beoordeelt als vroom gerij
mel. Het gaat bij haar en bij soortge
lijke stichtelijke dichters meer om
de godsdienstige moraal dan om de
poëtische moraal. Wanneer dat zo is,
dat zijn de gedichten daarmee lite
rair gezien veroordeeld, als men ten
minste Anema en Van der Leek ge
lijk geeft.
Van specifieke christelijke stromin
gen in de literatuur is trouwens na de
tweede wereldoorlog geen sprake
meer. Wel deden dichters van chris-
telijken huize een poging om onder
invloed van nieuwe theologische in
zichten de werkelijkheid bijbels te
doorlichten. Ad den Besten is hun
woordvoerder In zijn essaybundel
Dichten als daad. Men kan denken
aan het werk dat zij verricht hebben
aan de nieuwe Psalmberijming, aan
een dichter als Van der OrafL Zij
schreven poëzie die zich niet speci
fiek christelijk noemt, maar die haar
Inspiratie ontleend aan het bijbels
getuigenis zonder te vervallen in al
te traditionele versvormen of in sim
pele vroomheid. Den Besten zegt:
„poëzie werd voor ons tot een vorm
van plaatsvervangend spreken, niet
van wat allen bezighoudt, maar van
wat allen Aangaat, met andere woor
den tot een manier van er-voor-ande-
ren-zijn. Poëzie als "woorden
van brood', daar ging het om."
Anders dan de almaar verschijnende
stichtelijke gedichten is het type
poëzie dat Den Besten op het oog
heeft van een zeker literair gehalte.
De vraag rijst waarom dat zo is. Ter
beantwoording van die vraag zijn
(een volgende keer) wel een aantal
opmerkingen te maken die een zeke
re algemene geldigheid verworven
hebben.
Dit is het eerste van twee artikelen.
Voor het gebied van het Gewest 's-Gravenhage is een ontwikkelingsplan opgesteld. Een
Maatschappelijk Ontwikkelingsplan. Het Gewest is een samenwerkingsorgaan van de
gemeenten 's-Gravenhage, Leidschendam, Nootdorp, Rijswijk, Voorburg en Zoeter-
meer, dat in 1973 werd opgericht.
Het heeft als taak de coördinatie van die zaken die de afzonderlijke gemeentegrenzen
overschrijden. Als basis hiervoor moet het Maatschappelijk Ontwikkelingsplan (MOP)
gaan dienen. Dit is het raamwerk waarbinnen het bestuurlijk handelen van Gewest en
gewestgemeenten plaats zal kunnen vinden; een gemeenschappelijke noemer voor het
beleid binnen het Gewest 's-Gravenhage. Het zal als uitgangspunt dienen voor deel-
plannen op het gebied van de ruimtelijke ordening, de economische ontwikkeling, het
verkeer en vervoer en dergelijke.
Het ontwerp-Maatschappelijk Ontwikkelingsplan is door de Gewestraad voorlopig
vastgesteld. De tijd is nu gekomen het MOP aan de gewestbevolking te presenteren
en een inspraak-procedure te starten.
Inspraak
De inspraakperiode loopt tot 1 juni 1978. Dan moeten
de reacties bij de Gewestraad binnen zijn. Het adres is
Kerkplein 3, Postbus 66, 's-Gravenhage. De ontvan
gen reacties van de gewestbewoners worden dan om
advies voorgelegd aan de raad van de gemeente waar
de betreffende inspreker woont.
Alle op- en aanmerkingen van de insprekers, van in
stellingen en organisaties en van de zes gewestge
meenten kunnen worden verwerkt in het definitieve
Maatschappelijk Ontwikkelingsplan dat in oktober
1978 aan de Gewestraad zal worden voorgelegd.
Informatie
Van dit ontwerp-MOP is een samenvatting gemaakt
die gratis verkrijgbaar is bij het Gewestbureau in het
Berlagehuis, Kerkplein 3 te 's-Gravenhage en op de
gemeentesecretarieën van de zes gemeenten 's-Gra
venhage, Leidschendam, Nootdorp, Rijswijk, Voor
burg en Zoetermeer en (voor zover aanwezig) in de
gemeentelijke informatiecentra. Op genoemde plaat
sen ligt overigens ook het ontwerp-MOP ter inzage.
Een telefoontje (070-624451) is voldoende om de sa
menvatting thuisgestuurd te krijgen.
Bijeenkomsten
Voor belangstellenden organiseert het Gewest infor
matiebijeenkomsten in alle gewestgemeenten. Op de
ze avonden wordt een korte toelichting op het MOP
gegeven, worden vragen beantwoord en kan gediscus
sieerd worden.
De verslagen van deze bijeenkomsten worden ge
voegd bij de inspraakresultaten.
Degenen die niet in de gelegenheid zijn ge
weest de bijeenkomst in hun woonplaats bij
te wonen kunnen alsnog van hun recht tot
inspraak gebruik maken. Hiertoe is een extra
bijeenkomst belegd.
De extra informatiebijeenkomst wordt ge
houden op
in het Nederlands Congresgebouw in de Bon
Binizaal aan het Churchillplein in Den Haag.
Aanvang 20.00 uur.