\rie de Ridder: „Het leven is wel iven anders dan een doedelzak" Chaplin voor 'kleine man' UW PROBLEEM HET ONZE -t H Films wekten sympathie en vertedering op FAMILIEBERICHTEN -JSDAG 27 DECEMBER 1977 VARIA Trouw/Kwartet jden bon eed s )oor 1 zal hooi igen >r Fred Lammers f ons even. Gods i wij 3:1a n Je- lieve aver- tfDVOORT De een loopt motteballen, de ander met da s en weer een ander zit in rolstoel, maar we moeten maal verder," zegt de 45- ge Arie de Ridder. Hij is een de bewoners van het woon- tmm voor lichamelijk ge- idicapten Nieuw Unicum in id voort. Zes jaar woont hij nu, na acht jaar in andere uizen te hebben doorge- cht, want Arie heeft al veer- jaar de spierziekte multi- sclerose. e maanden geleden hoorde ik het bestaan van Arie, een van de gehandicapten in ons land. Als ezond bent weet je dat ze er zijn. ir in de regel ligt gehandicapt toch enigszins buiten je ge- itsveld. mende ozonlaag ar is een van de meest opvallende. Arie is niet thuis. Ik vind hem in de huiskamer, de plek waar de ongeveer 35 bewoners die een vleugel telt elkaar regelmatig MdtnildG treffen, met name voor de maal tijden. maken. Als het buiten somber is wordt je stemming ook gauw triest. In de zomer ziet de wereld er heel anders uit. Ik kan dan de duinen in. die hier vlakbij zijn, en soms naar het strand." was in het atelier van de litho- af Aart van Dobbenburgh in tveld dat ik Arie voor het eerst op een tekening. Een nog tame- jonge man met een donkere weli- haardos en een lange, eveneens 1 donkere baard, zijn hoofd steu- id op zijn hand, de ogen een bee- melancholiek in de verte starend, in gepeins verzonken. Op de ach- jrond een houten kruis. „Christus kieuw gekruisigd" schreef Aart Dobbenburgh eronder. Wat was voor een man die hij had uitge- •ld? Was het een fantasie-figuur waarom had Van Dobbenburgh er ;t die woorden onder gezet? Toen er ten slotte naar vroeg, kreeg ik geschiedenis van de man achter tekening: het levensverhaal van de Ridder uit Zaandam. Zo'n ttje alle slagen die een mens in het en kunnen treffen kwamen op het Dfd van deze man terecht. Toch is er niet onderdoor gegaan. chtpuntjes moet er wat van maken, elke dag er. Er zijn altijd lichtpuntjes. Je jet niet als een vogel in een kooi op dood zitten wachten. Dat doe ik n ook niet, krijg ik van Arie zelf te ren als hij kort voor Kerstmis ast me zit. Aart van Dobbenburgh eft me bij hem gebracht in het arpje dat Nieuw Unicum eigenlijk Pauwenvleugel 225 is het adres n ArJe. Elk van de 200 bewoners :eft een eigen leefruimte. Niemand ,n daar zo maar binnen lopen. Van- ar dat elk appartement een huis- heeft. Nieuw Unicum is volgens >derne denkbeelden opgezet. Uit- ngspunt is dat je ook gehandicap- zoveel mogelijk hun eigen boon- is moet laten doppen al is er des- ndige hulp in de buurt waarop een roep kan worden gedaan. Maar ar personeel in uniform kijk je ergeefs uit. Het lijken kleinighe- in, maar de praktijk heeft bewezen t juist dat soort zaken belangrijk n. Op Nieuw Unicum worden de iwoners niet als patiënten behan- jld. et sierlijke, door een vriend van tie geschilderde, naambordje naast deur duidt er al op dat ook wat fct inrichten van de leefruimten be eft iedereen volgens persoonlijke naak te werk kan gaan. Op de ,uur boven de deur een kunstzinni- t voorstelling van een pauw en op i deur affiches van exposities en Jckers met opschriften die de be- oner aanspreken. „Het drijfgas uit tze spuitbus breekt de bescher- Louis Even later zit ik bij Arie thuis in zijn gezellig ingerichte kamer. Op een kastje staat een klein t.v.-toestel, op een tafeltje een bandrecorder en een radio. In de kamer snuisterijtjes die een huis leefbaar maken, ook foto's. Op een in het oogvallende plaats de foto van een baby. „Dat was mijn zoon Louis. Die is veertien jaar gele den gestorven. Hij had jeugdkanker. Twee jaar is hij maar geworden." Achteraf lijkt het wel of die gebeur tenis alles in het leven van Arie de Ridder in een stroomversnelling heeft gebracht. Het heeft Arie trou wens nooit meegezeten. „Mijn jeugd in Zaandam was al grotendeels ellen de. Vader werkte op een koek- en beschuitfabriek. Op een dag kreeg hij een hartinfarct en was dood. Moe der is ook vrij jong gestorven, na een jaar of achttien ziek te zijn geweest. Ik herinner me haar als iemand die meestal op bed lag. Zelf was ik ook vaak ziek. Ik had astmatische bron chitis. Naar school ben ik bijna niet geweest. Omdat niemand zich daar verder druk over maakte heb ik geen lezen en schrijven geleerd. Daarvan heb ik nu wel eens hinder. Met moei te kan ik een sportblaadje een heetje ontcijferen. Als je niet kan lezen mis je veel, geloof ik." „Toen ik veertien was moest ik ver dienen. Er moest brood op de plank komen en daar moest ik een steentje in bijdragen. Eerst heb ik een poosje bij een houthandel gewerkt, toen in een puddingfabriek en vervolgens bij de gemeentereiniging in Bever wijk, waar ik na mijn trouwen in 1958 was gaan wonen. Ik trouwde met een rooms-katholiek meisje. Zelf ben ik gereformeerd gebleven, omdat die roomse godsdienst mij niet zo aanspreekt. Maar ik ben wel in de roomse kerk getrouwd. De wij waterkwast heeft mij echter geen geluk gebracht. In de tijd dat Louis ziek werd en is gestorven, was ik ook aan het tobben met mijn gezond heid. Ze wisten eerst niet wat het was, totdat een dokter me vertelde dat ik m.s. had. Nou, toen begreep ik het wel." Het contact met de buitenwereld ls blijven bestaan, ook dankzij de be zoekers die uit alle delen van het land regelmatig op Nieuw Unicum komen kijken. Arie leidt ze dan dik wijls rond. Met alle mogelijke figu ren is hij al op sjouw geweest. Daar van getuigen zijn dagboeken, waarin hij zijn gasten als ze in zijn kamer iets komen drinken vraagt hun in drukken weer te geven. Ook Mathil- de Willink is bij hem op visite ge weest, vorig jaar mei. Zij schreef in Arie's dagboek, dat hij op haar over kwam als „een kruising tussen Ras- poetin en Christus". Zij zag het niet zo zitten bij Arie. maar dat kan hij wel begrijpen. „Die momenten heb ik zelf ook wel gehad. Drie jaar geleden dacht ik erover er maar een eind aan te maken door met mijn motorwagen gek woord is dat eigenlijk onder een auto te rijden. Ik ben blijk dat ik het niet heb gedaan. Er is altijd wel een toe komst, al is die hier ook erg beperkt. Maar morgen is het weer zaterdag. Dan wordt het weer weekend. Je zult wel denken: het is hier elke dag weekend, maar we kijken er toch naar uit, maken het dan extra ge zellig. „Er zijn steeds dingen om naar toe te leven, zoals het bezoek van Roos, de dochter van een kweker uit Bennebroek, die twee keer in de week bij me komt. Zij is mijn vrien din; al weten we dat we nooit kunnen trouwen, toch kunnen we alles met elkaar bepraten. En als een mens maar een paar mensen heeft waar je echt mee kunt praten, bij wie je terecht kunt als je het moeilijk hebt. Dat zijn de kurken waarop Je drijft." Op Nieuw Unicum zelf zijn dat Arie's vrienden Henk en Kiwoe, de Ethio piër. Vragen „We hebben lange gesprekken met elkaar, ook over religie. Fanatiek re ligieus ben ik niet. maar ergens ge loof ik wel. Ik bid ook, maar ik zit wel met mijn waaroms. Waar het alle maal toe dient te moeten lijden, waarom God dit toelaat, daar ben ik nog steeds niet achter gekomen. Je krijgt hier wel eens mensen die tegen me gaan preken. Alle blinden en lammen zullen weer lopen, zeggen ze dan. Maar dan denk ik op mijn beurt: jullie hebben makkelijk pra ten! Er zijn ook mensen die grappig menen te moeten doen. Laatst zei iemand: .Jullie hebben het voor el kaar, hoeven niet meer te lopen. Je komt overal vanzelf'. Dat schoot me wel in het verkeerde keelgat. Mens vlieg op, dacht ik. Het is toch niet iets om grappig over te doen als je hier zit." Als we later op de Brink, het centrale punt van Nieuw Uni cum, rondkijken zegt Arie: „Er zijn mensen die het leven zien als een doedelzak, maar het is toch wel even anders. Vooral in deze tijd van het Jaar gaat dat sterker spelen. Als wij hier met elkaar in de huiskamer oud en nieuw vieren met een roseetje en een pilsje, voor degenen die dat wil len, komt het vaak op me af: zou je er volgend jaar nog zijn en hoe zal Je er dan aan toe zijn, want ik weet dat deze ziekte verder gaat, soms lang zaam, soms snel. Dat is geen prettig idee. Het maakt me wel eens angstig. Je gaan in mijn situatie veel dingen anders bekijken. Als ik hoor hoe ontevreden veel mensen zijn omdat ze steeds méér willen en steeds wat anders, denk ik dikwijls: mensen, genieten jullie toch van wat Je hebt, want jullie beseffen niet hoe rijk Jullie wel zijn." Arie de Ridder .zoals Aart van Dobbenburgh hem tekende Verwijten Thuis werd het leven een hel. Vooral toen vaststond dat Arie ongeneeslijk ziek was, kreeg hij de schuld van alles, zelfs van de dood van het kind. „Het was alsof mijn wereld in elkaar was gevallen, en eigenlijk was dat ook zo. Als je overal de schuld van krijgt, ga je Je wel eens afvragen: waar leef ik nog voor, als er niets meer aan me deugt? Op het laatst voelde ik me door iedereen in de steek gelaten. Thuis kon ik niet blij ven. Alles was mijn vrouw te veel. Ze voelde er niet voor de rest van haar leven, of in elk geval vele Jaren, aan een gehandicapte te zijn gebonden. Ik ben toen naar een tehuis in Heem stede gegaan en kort erop geschei den. Mijn huwelijk was toch niet meer te redden." „Ik heb lange tfjd nodig gehad om het te aanvaarden dat ik de rest van mijn leven aan een rolstoel ben ge kluisterd. De ene dag is het gemak kelijker te aanvaarden dan de ande re. Dat heeft ook met het weer te door W. Wielek-Berg Met Sir Charles Spencer (Charlie) Chaplin, die, 88 Jaar oud en naar men mag aannemen der dagen zat, een zachte dood stierf, is een legendarische figuur heengegaan. G. B. Shaw zei van hem: „Charlie Chaplin heeft mede het culturele gezicht van onze eeuw bepaald" en „Hij ls het enige genie dat de filmgeschiedenis heeft voortgebracht"; Delluc vergeleek hem met Molière; Faure plaat ste hem naast Shakespeare; het woord „Chapllnesk" heeft ln vele talen ingang gevonden. wel voor de kop slaan dat men daar ooit om heeft gelachen of gehuild. Soms wordt het vroegere positieve oordeel bevetigd. En heel zelden vindt men ze nog beter dan toen. Dit laatste geldt voor vele fiims van Chaplin (zijn twee laatste, „A King in New York" en „A Countess from Hong Kong" daargelaten; als men die terugziet wordt het vroegere ne gatieve oordeel bevestigd). De droom uit „The Kid", de preek van de „dominee" uit „The Pilgrim", de broodjesdans uit „Gold Rush", het weerzien met het bloemenmeisje in „City Lights", de demonstratie met een verbijsterde Charlie aan het hoofd in „Modem Times", het Jong leren met de globe ln „The Dictator" wie zal ze coit kunnen en willen vergeten? Het woord „groot" ls zeker op hem van toepassing, maar in de films die zijn image hebben bepaald ls hij klein, een eeuwige zwerver zonder zekerheid en veiligheid doch toege rust met levenswil en hoop. Hij is het slachtoffer van de omstandighe den en van de onverschilligheid der velen. Eigenlijk wil hij zich aanpas sen, maar het lukt niet. Zijn tegen standers zijn dikke politieagenten, machtige hooggeplaatsen, gevaarlij ke dieren en niet minder gevaarlijke machines, een onbegrepen en onbe- Hij mocht dan een genie zijn, hij wordt beslist niet pas na zijn dood geëerd. Zelfs in Amerika, waar hij in 1952 door McCarthy en zijn heksen jagers door de modder werd gesleurd en daarna lange tijd doodgezwegen, kon hij later zijn gram halen: zijn naam werd in volle glorie hersteld. Een begenadigde mime was hij en een begenadigd choreograaf, deze kleine, fijngebouwde man met zijn aristocratische, achttiende eeuwse gezicht. Ook een begenadigd regis seur? Alleen als hij zichzelf regisseer de. Het is opvallend en veelzeggend dat alle films waaraan Chaplins naam verbonden is, ook die waarin hij alleen als acteur optrad, als Chaplin-films geboekstaafd blijven, zelfs in naslawerken. Een mens die terugkijkt op zijn le vensweg vindt niet alleen herinne ringen, die nauw met de eigen per soon verbonden zijn, hij ontmoet ook boeken die vrienden zijn gewor den, schilderijen, toneelstukken, be roemde composities, eenvoudige me lodietjes en films. Ook en vooral films van en met Charles Chaplin. Charlie Het weerzien met oude films is een merkwaardige ervaring. Soms ls de teleurstelling bitter en kan men zich Chaplin in de film Modern Times' grijpelljke absurde werkelijkheid. Hij meent het goed met de anderen die hem letterlijk en figuurlijk in de kou laten staan. In een koude wereld bevriest hij niet. Hij probeert haar te ontvluchten, steeds weer. Hij zoekt mensen en vindt marionet ten. Hij is geen revolutionair. Hij probeert voor een beetje menselijk heid op te komen op zijn manier, die ijdele, afgezakte aristocraat met bolhoedje, stokje, punt- en hand schoenen (met meer gaten dan wol). Het kan zo gek niet lopen of hij moet de benen nemen. Hij wordt geschopt maar weet zijn waardigheid te hand haven door het uitdelen van kleine venijnige, perfect geplaatste terug- schopjes. En aan het eind verdwijnt hij meestal eenzaam achter de hori zon. Hij wekt sympathie en vertede ring en maakt grootouders, ouders en kinderen aan het lachen, nog steeds. Men kan en mag de persoon van een kunstenaar nooit identificeren met zijn werk. en wie dat bij Chaplin probeert komt wel zeer bedrogen uit. Hij was een tweeslachtig mens, een tweeslachtigheid die ongetwij feld wortelde in een vroege Engelse jeugd vol armoe en ontberingen (na dat zijn vader tot alcoholisme was vervallen en zijn moeder krankzin nig verklaard werd, werd hij in een weeshuis gestopt). Dit resulteerde in een tragische levensloop. Hij bracht het ln Amerika al heel vroeg tot roem en rijkdom en men krijgt ook niet de indruk dat zijn persoonlijk leven, ondanks drie mislukte huwe lijken (maar dat was in Hollywood van toen en nu geen uitzondering) ongelukkig is geweest Tweeslach tig. Hij koketteerde met het commu nisme. maar gaf ln al zijn films blijk van afkeer van en verachting voor de massa en verering van het indi vidu. Hij brak in zijn werk zeer overtui gend een lans voor de ..little man", de „underdog", de „tramp", maar in het gewone leven had hij voor dit mensensoort zeer weinig over. Hij was lang niet vrij van snobisme (in zijn laatste autobiografie schermt hij met de namen van beroemdhe den die hij heeft ontmoet) en zeer op de penning, om het zacht uit druk ken. Het feit dat hij zich na zijn verbanning uit Amerika in Zwitser land vestigde heeft niet alleen te maken met de mooie bergen, maar zeker ook met het feit dat hij daar weinig belasting behoefde te beta len. In zijn films was hij wereld vreemd, in werkelijkheid een voor treffelijk zakenman. Ook toen hij allang miljonair was had hij overal spionnen zitten die zijn belangen moesten behartigen: toen ln 1954 zijn „Goldrush" een keer vertoond zou worden door het Amsterdamse Vacantie-comité. een non-commer ciële instelling die de belangen be hartigde van de „kleine man", was Chaplin's vertegenwoordiger er als de kippen bij om dat te verbieden, op straffe van een zeer hoge boete. Een beroep op het geweten van de meester zelf hielp geen zier. Terwijl hij in zijn meest karakteris tieke films de vrouwen adoreert en op een voetstuk plaatst, springt hij in zijn liefdeleven allerminst zacht zinnig met ze om en geeft hij in „Monsieur Verdoux" blijk van cyni sche verachting voor vrouwen. Doch dit doet niets af aan zijn waarde als kunstenaar. Het zijn (misschien?) leuke dingen voor de mensen. Zijn films zijn gelukkig leuker. VRAGEN uitsluitend in envelop sturen neer postbus 507, Voorburg. Per vreeg een gulden In postzegels, het liefst In waarden van 55 en 45 ets bi|voegen. en beslist niet aan de buitenkant opplakken Geheimhouding verzekerd Briefkaarten worden terzijde gelegd •anvulling: Men vroeg ons te willen lededelen dat de Bibliothèque Wal- mne al enkele jaren gevestigd is in et Hospice Wallon, Veluwelaan, jnsterdam. Het kaartsysteem is in et algemeen niet voor het publiek Tiegankelijk. (Willen de zeventien fzers, die kennelijk van een verou- ïrd inlichtingenpapiertje voor ons ft adres te Leiden overnamen, dit »randeren?). De 1.500.000 fiches ftn de B W. opgenomen op een ml- rofilm, raadplegen in de studiezaal an het Bureau Genealogie te Den aag Men mag die microfilm wel t het vak halen, maar beslist niet •lf weer opbergen. De studiezaal is aen voor de „Vrienden" van het ureau genealogie (30 gulden per iar). Bezoekers betalen 2.50 per bg. RAAG: Ik vond 32 glazen bolletjes liameter 6 cm). Er ls een tuitje aan eze bolletjes van ±1'/» cm diameter ongeveer V» cm hoog. kleur: roenachtig, dikte van het glas: 2 3 im. Opschrift: Boers en Co. Delft lesschenfabriek en op de andere ■itaat: F. W. Otte Jr. Charlottenburg, llashultten. Volgens de K.v.K. te lft nam Boers en Co in 1856 aan en tentoonstelling deel en stelde he ij die gelegenheid voorwerpen tot istilleren en inlegflessen en derge- jke tentoon. Reeds voor 1830 lever- e deze firma „olie en poederglas laswerk) aan de Geneeskundige lienst van het Departement van >orlog De deskundige in de ge- chiedenis van de pharmacie, dr littop Koning te Amsterdam, wist ierover niets mee te delen. Bij de ollen was wat aardewerk uit perio- 1800-1850. Wat zouden dit voor olletjes zijn en wanneer werden ze ebruikt? Voor een visnet zijn ze te wak NTWOORD: Als wij dit verhaal sen, moeten wij wel denken aan ie vernuftige kogelflesjes uit onze kinderjaren. Die kogeltjes waren echter kleiner diamater, ongeveer 2'/j. De „priklimonade" drukte die kogeltjes in de hals van het flesje naar boven. Een prachtige afslui ting, die voor kinderen een grote attractie was. Zo'n stuiter van 6 cm lijkt me wel erg groot en je moet er niet aan denken dat een inmaakfles, daarmee afgesloten, uit elkaar springt. Wie van onze lezers heeft een beter antwoord? Er is niet opge geven, waar deze bolletjes gevonden zijn. VRAAG: Over de data van nieuwe maan in de maanden mei tot sep tember van het volgende Jaar. ANTWOORD: Deze en veel andere zaken staan ln de Enkhulzeralma- nak 1978. VRAAG: (Of liever een heleboel telefoontjes) naar aanleiding van de in de rubriek Toerisme van Dick Ringlever (9 december) voorkomen de mededeling: De Redbox, Red- dingslijn in zakformaat. Waar koop Je dat ding? Hoeveel weegt het, hoe veel kost het? Kan iedereen dat ge bruiken? ANTWOORD: De Redbox wordt ge ïntroduceerd door Technall Import, postbus 36 5640, AA Vechel, tel. 04130-65640. Het apparaat wordt ge leverd voor hoogten van 2 tot 8 etages. Voor de 5e étage is het een koker van 20 cm, gewicht 770 gram. Kosten voor 3, 5, 8 woonlagen 115,125 en 145. bevestlgingshaak 3 gulden; verzendkosten 5.50, BTW inbegrepen. Of iedereen dat kan ge bruiken? Volgens de folder wel. Er wordt ook aangeraden eens te oefe nen. Een vroegere directeur van de Nieuwe Haagse Courant had de ge woonte z'n mensen voor een moeilij ke klus bemoedigend toe te spreken: Jongens bekijk het eensJe doet maar. VRAAG: Ik at in een hotel Vinvis: Niemand wist wat dat voor een vis was, want gewoonlijk hebben alle vissen vinnen. Zoutwatervts met een grove, grote graat en een heel sterk vel. Het vlees leek Inderdaad op iets tussen vlees en vis in. Van de kleur kan men niet veel zeggen als de vis al gaar is, waarschijnlijk meer beige dan wit. 't Was geen tonijn, ook niet uit blik. Wel erg lekker gepaneerd. Wat zou het zijn, want dit wil ik zelf ook eens klaarmaken. ANTWOORD: Een vriendelijke me neer van het Produktschap Vis dook telefonisch samen met mij ln allerlei beschouwingen, registers en kook boeken en we besloten dat dit een zwaardvis moest zijn geweest. Dit is een vis van l'/« A 2 m lengte, die zwemt ln de grote oceanen, maar die ook in de Middellandse Zee voor komt. Wie het geluk heeft een va kantiereis naar 8rilanka te maken en het nog grotere geluk heeft daar nog een extra vakantietje aan vast te kunnen knopen naar de Maladi- ven, piepkleine stukjes land midden ln een eindeloze zee, waar men in een soort pasan-grahan logeert en wordt dan een plank geschoven en onder een afdakje staan wel een paar vaten: klaar is het restaurant. Ieder eet er van zoveel hij wil en kan, en schept wat van de vis op een stuk blad. Over blijven alleen de graat, het dikke vel en de vinnen. Heerlijk landje, met aardige mensen en kos telijke zwaardvis. In Frankrijk en in Italië ls „Espadon" en „Sciotta di pesce speda" een bekend gerecht, la Messinoise" of la messinese", al kwam het ln onze kookboeken: „Uit eten in de wereld", niet voor. In elk geval, volgens onze visschaprelatie, iets verrukkelijks, gefituurd en ge paneerd, met een saus uit Messina, en reken maar dat daar van alles inzit: zwarte olijfjes, kappertjes, uien. knoflook, oregano, veel peter selie. kortom allerlei dingen, waar sommige mensen heel erg dol op zijn en die andere mensen walgelijk vin den. Maar het woord Espadon klinkt Interessanter dan zwaardvis en die Vinvis was volgens onze vragenstel- ster „op z'n Hollands" toch ook erg lekker. Probeert u eens iets uit: Vis en schaaldieren in de international keuken (uitgave Zomer en Keuning) werd mij bij het scheiden van de telefoonmarkt nog aangeraden. Dat geef ik dus maar door. Smakelijk eten. leeft van op allerlei manieren berei de kokos en vis, weet dat men daar als attractie zwaardvis eet, die ge braden wordt in een lange kuil op het strand, op een bed van cocosno- ten en houtskool. Onder de gare vis Mink van Rijsdijk Onze medewerkster Mink van Rijsdijk is zover van haar ziekte hersteld dat wij in de krant van volgende week maandag, 2 ja nuari 1978, weer een bijdrage van haar hand hopen te kunnen plaatsen. Op Kerstmorgen behaagde het de Here, na een geduldig gedragen lijden, uit ons midden weg te nemen, mijn lieve man. onze zorgzame vader en grootvader Johan Christlaan Frijlink op de leeftijd van 88 jaar. A. G. Frijlink-Lodder J. C. Frijlink S. C. Fnjlink-Pabon Anneke Jan en Christi Utrecht. 25 december 1977 „De Lichtkring", Eykmanlaan 72 Corr.-adres: H. de Keyserstraat 82. Geen bezoek Geen bloemen. De rouwdienst zal worden gehouden donderdag 29 december om 10.30 uur in „De Lichtkring", waarna om 11.30 uur de teraardebestelling zal plaatshebben op de begraafplaats „Daelwijck", Floridadreef. Gelegenheid tot condoleren na de begrafenis op de begraafplaats. Heden overleed, in de hope des eeuwigen levens, mijn lieve man, onze broer, zwager en oom Alexander Kentie in de ouderdom van 92 jaar. Uit aller naam: P. M. Kentie Van den Akker Rotterdam, 24 december 1977 Taborstraat 13b Geen bloemen De overledene is opgebaard in de rouwkamer Hoflaan 81 (hoek Slotstraat). Bezoek: woensdag van 20.00-20.30 uur. De begrafenis in het familiegraf zal plaatsvinden donderdag 29 december op de begraafplaats der Ned. Herv. Gemeente „Oud-Kralingen". Kraling- seweg 334, na aankomst in de kapel om ca. 12.00 uur. Vertrek vanaf de rouwkamer om 11.30 uur. Tevens gelegenheid tot condoleren na afloop van de begrafenis in de kapel op de begraafplaats.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 7