\rie de Ridder: „Het leven is wel
iven anders dan een doedelzak"
Chaplin voor 'kleine man'
UW PROBLEEM
HET ONZE
-t
H
Films wekten sympathie en vertedering op
FAMILIEBERICHTEN
-JSDAG 27 DECEMBER 1977
VARIA
Trouw/Kwartet
jden
bon
eed s
)oor
1 zal
hooi
igen
>r Fred Lammers
f ons
even.
Gods
i wij
3:1a
n Je-
lieve
aver-
tfDVOORT De een loopt
motteballen, de ander met
da s en weer een ander zit in
rolstoel, maar we moeten
maal verder," zegt de 45-
ge Arie de Ridder. Hij is een
de bewoners van het woon-
tmm voor lichamelijk ge-
idicapten Nieuw Unicum in
id voort. Zes jaar woont hij
nu, na acht jaar in andere
uizen te hebben doorge-
cht, want Arie heeft al veer-
jaar de spierziekte multi-
sclerose.
e maanden geleden hoorde ik
het bestaan van Arie, een van de
gehandicapten in ons land. Als
ezond bent weet je dat ze er zijn.
ir in de regel ligt gehandicapt
toch enigszins buiten je ge-
itsveld.
mende ozonlaag ar is een van de
meest opvallende. Arie is niet thuis.
Ik vind hem in de huiskamer, de plek
waar de ongeveer 35 bewoners die
een vleugel telt elkaar regelmatig MdtnildG
treffen, met name voor de maal
tijden.
maken. Als het buiten somber is
wordt je stemming ook gauw triest.
In de zomer ziet de wereld er heel
anders uit. Ik kan dan de duinen in.
die hier vlakbij zijn, en soms naar
het strand."
was in het atelier van de litho-
af Aart van Dobbenburgh in
tveld dat ik Arie voor het eerst
op een tekening. Een nog tame-
jonge man met een donkere weli-
haardos en een lange, eveneens
1 donkere baard, zijn hoofd steu-
id op zijn hand, de ogen een bee-
melancholiek in de verte starend,
in gepeins verzonken. Op de ach-
jrond een houten kruis. „Christus
kieuw gekruisigd" schreef Aart
Dobbenburgh eronder. Wat was
voor een man die hij had uitge-
•ld? Was het een fantasie-figuur
waarom had Van Dobbenburgh er
;t die woorden onder gezet? Toen
er ten slotte naar vroeg, kreeg ik
geschiedenis van de man achter
tekening: het levensverhaal van
de Ridder uit Zaandam. Zo'n
ttje alle slagen die een mens in het
en kunnen treffen kwamen op het
Dfd van deze man terecht. Toch is
er niet onderdoor gegaan.
chtpuntjes
moet er wat van maken, elke dag
er. Er zijn altijd lichtpuntjes. Je
jet niet als een vogel in een kooi op
dood zitten wachten. Dat doe ik
n ook niet, krijg ik van Arie zelf te
ren als hij kort voor Kerstmis
ast me zit. Aart van Dobbenburgh
eft me bij hem gebracht in het
arpje dat Nieuw Unicum eigenlijk
Pauwenvleugel 225 is het adres
n ArJe. Elk van de 200 bewoners
:eft een eigen leefruimte. Niemand
,n daar zo maar binnen lopen. Van-
ar dat elk appartement een huis-
heeft. Nieuw Unicum is volgens
>derne denkbeelden opgezet. Uit-
ngspunt is dat je ook gehandicap-
zoveel mogelijk hun eigen boon-
is moet laten doppen al is er des-
ndige hulp in de buurt waarop een
roep kan worden gedaan. Maar
ar personeel in uniform kijk je
ergeefs uit. Het lijken kleinighe-
in, maar de praktijk heeft bewezen
t juist dat soort zaken belangrijk
n. Op Nieuw Unicum worden de
iwoners niet als patiënten behan-
jld.
et sierlijke, door een vriend van
tie geschilderde, naambordje naast
deur duidt er al op dat ook wat
fct inrichten van de leefruimten be
eft iedereen volgens persoonlijke
naak te werk kan gaan. Op de
,uur boven de deur een kunstzinni-
t voorstelling van een pauw en op
i deur affiches van exposities en
Jckers met opschriften die de be-
oner aanspreken. „Het drijfgas uit
tze spuitbus breekt de bescher-
Louis
Even later zit ik bij Arie thuis in zijn
gezellig ingerichte kamer. Op een
kastje staat een klein t.v.-toestel, op
een tafeltje een bandrecorder en een
radio. In de kamer snuisterijtjes die
een huis leefbaar maken, ook foto's.
Op een in het oogvallende plaats de
foto van een baby. „Dat was mijn
zoon Louis. Die is veertien jaar gele
den gestorven. Hij had jeugdkanker.
Twee jaar is hij maar geworden."
Achteraf lijkt het wel of die gebeur
tenis alles in het leven van Arie de
Ridder in een stroomversnelling
heeft gebracht. Het heeft Arie trou
wens nooit meegezeten. „Mijn jeugd
in Zaandam was al grotendeels ellen
de. Vader werkte op een koek- en
beschuitfabriek. Op een dag kreeg
hij een hartinfarct en was dood. Moe
der is ook vrij jong gestorven, na een
jaar of achttien ziek te zijn geweest.
Ik herinner me haar als iemand die
meestal op bed lag. Zelf was ik ook
vaak ziek. Ik had astmatische bron
chitis. Naar school ben ik bijna niet
geweest. Omdat niemand zich daar
verder druk over maakte heb ik geen
lezen en schrijven geleerd. Daarvan
heb ik nu wel eens hinder. Met moei
te kan ik een sportblaadje een heetje
ontcijferen. Als je niet kan lezen mis
je veel, geloof ik."
„Toen ik veertien was moest ik ver
dienen. Er moest brood op de plank
komen en daar moest ik een steentje
in bijdragen. Eerst heb ik een poosje
bij een houthandel gewerkt, toen in
een puddingfabriek en vervolgens
bij de gemeentereiniging in Bever
wijk, waar ik na mijn trouwen in
1958 was gaan wonen. Ik trouwde
met een rooms-katholiek meisje.
Zelf ben ik gereformeerd gebleven,
omdat die roomse godsdienst mij
niet zo aanspreekt. Maar ik ben wel
in de roomse kerk getrouwd. De wij
waterkwast heeft mij echter geen
geluk gebracht. In de tijd dat Louis
ziek werd en is gestorven, was ik ook
aan het tobben met mijn gezond
heid. Ze wisten eerst niet wat het
was, totdat een dokter me vertelde
dat ik m.s. had. Nou, toen begreep ik
het wel."
Het contact met de buitenwereld ls
blijven bestaan, ook dankzij de be
zoekers die uit alle delen van het
land regelmatig op Nieuw Unicum
komen kijken. Arie leidt ze dan dik
wijls rond. Met alle mogelijke figu
ren is hij al op sjouw geweest. Daar
van getuigen zijn dagboeken, waarin
hij zijn gasten als ze in zijn kamer
iets komen drinken vraagt hun in
drukken weer te geven. Ook Mathil-
de Willink is bij hem op visite ge
weest, vorig jaar mei. Zij schreef in
Arie's dagboek, dat hij op haar over
kwam als „een kruising tussen Ras-
poetin en Christus".
Zij zag het niet zo zitten bij Arie.
maar dat kan hij wel begrijpen. „Die
momenten heb ik zelf ook wel gehad.
Drie jaar geleden dacht ik erover er
maar een eind aan te maken door
met mijn motorwagen gek woord
is dat eigenlijk onder een auto te
rijden. Ik ben blijk dat ik het niet
heb gedaan. Er is altijd wel een toe
komst, al is die hier ook erg beperkt.
Maar morgen is het weer zaterdag.
Dan wordt het weer weekend. Je zult
wel denken: het is hier elke dag
weekend, maar we kijken er toch
naar uit, maken het dan extra ge
zellig.
„Er zijn steeds dingen om naar toe
te leven, zoals het bezoek van Roos,
de dochter van een kweker uit
Bennebroek, die twee keer in de
week bij me komt. Zij is mijn vrien
din; al weten we dat we nooit kunnen
trouwen, toch kunnen we alles met
elkaar bepraten. En als een mens
maar een paar mensen heeft waar je
echt mee kunt praten, bij wie je
terecht kunt als je het moeilijk hebt.
Dat zijn de kurken waarop Je drijft."
Op Nieuw Unicum zelf zijn dat Arie's
vrienden Henk en Kiwoe, de Ethio
piër.
Vragen
„We hebben lange gesprekken met
elkaar, ook over religie. Fanatiek re
ligieus ben ik niet. maar ergens ge
loof ik wel. Ik bid ook, maar ik zit wel
met mijn waaroms. Waar het alle
maal toe dient te moeten lijden,
waarom God dit toelaat, daar ben ik
nog steeds niet achter gekomen. Je
krijgt hier wel eens mensen die tegen
me gaan preken. Alle blinden en
lammen zullen weer lopen, zeggen ze
dan. Maar dan denk ik op mijn
beurt: jullie hebben makkelijk pra
ten! Er zijn ook mensen die grappig
menen te moeten doen. Laatst zei
iemand: .Jullie hebben het voor el
kaar, hoeven niet meer te lopen. Je
komt overal vanzelf'. Dat schoot me
wel in het verkeerde keelgat. Mens
vlieg op, dacht ik. Het is toch niet
iets om grappig over te doen als je
hier zit." Als we later op de Brink,
het centrale punt van Nieuw Uni
cum, rondkijken zegt Arie: „Er zijn
mensen die het leven zien als een
doedelzak, maar het is toch wel even
anders. Vooral in deze tijd van het
Jaar gaat dat sterker spelen. Als wij
hier met elkaar in de huiskamer oud
en nieuw vieren met een roseetje en
een pilsje, voor degenen die dat wil
len, komt het vaak op me af: zou je er
volgend jaar nog zijn en hoe zal Je er
dan aan toe zijn, want ik weet dat
deze ziekte verder gaat, soms lang
zaam, soms snel. Dat is geen prettig
idee. Het maakt me wel eens angstig.
Je gaan in mijn situatie veel dingen
anders bekijken. Als ik hoor hoe
ontevreden veel mensen zijn omdat
ze steeds méér willen en steeds wat
anders, denk ik dikwijls: mensen,
genieten jullie toch van wat Je hebt,
want jullie beseffen niet hoe rijk
Jullie wel zijn."
Arie de Ridder
.zoals Aart van Dobbenburgh hem tekende
Verwijten
Thuis werd het leven een hel. Vooral
toen vaststond dat Arie ongeneeslijk
ziek was, kreeg hij de schuld van
alles, zelfs van de dood van het kind.
„Het was alsof mijn wereld in elkaar
was gevallen, en eigenlijk was dat
ook zo. Als je overal de schuld van
krijgt, ga je Je wel eens afvragen:
waar leef ik nog voor, als er niets
meer aan me deugt? Op het laatst
voelde ik me door iedereen in de
steek gelaten. Thuis kon ik niet blij
ven. Alles was mijn vrouw te veel. Ze
voelde er niet voor de rest van haar
leven, of in elk geval vele Jaren, aan
een gehandicapte te zijn gebonden.
Ik ben toen naar een tehuis in Heem
stede gegaan en kort erop geschei
den. Mijn huwelijk was toch niet
meer te redden."
„Ik heb lange tfjd nodig gehad om
het te aanvaarden dat ik de rest van
mijn leven aan een rolstoel ben ge
kluisterd. De ene dag is het gemak
kelijker te aanvaarden dan de ande
re. Dat heeft ook met het weer te
door W. Wielek-Berg
Met Sir Charles Spencer (Charlie) Chaplin, die, 88 Jaar oud en
naar men mag aannemen der dagen zat, een zachte dood stierf, is
een legendarische figuur heengegaan. G. B. Shaw zei van hem:
„Charlie Chaplin heeft mede het culturele gezicht van onze eeuw
bepaald" en „Hij ls het enige genie dat de filmgeschiedenis heeft
voortgebracht"; Delluc vergeleek hem met Molière; Faure plaat
ste hem naast Shakespeare; het woord „Chapllnesk" heeft ln
vele talen ingang gevonden.
wel voor de kop slaan dat men daar
ooit om heeft gelachen of gehuild.
Soms wordt het vroegere positieve
oordeel bevetigd. En heel zelden
vindt men ze nog beter dan toen.
Dit laatste geldt voor vele fiims van
Chaplin (zijn twee laatste, „A King
in New York" en „A Countess from
Hong Kong" daargelaten; als men
die terugziet wordt het vroegere ne
gatieve oordeel bevestigd). De
droom uit „The Kid", de preek van
de „dominee" uit „The Pilgrim", de
broodjesdans uit „Gold Rush", het
weerzien met het bloemenmeisje in
„City Lights", de demonstratie met
een verbijsterde Charlie aan het
hoofd in „Modem Times", het Jong
leren met de globe ln „The Dictator"
wie zal ze coit kunnen en willen
vergeten?
Het woord „groot" ls zeker op hem
van toepassing, maar in de films die
zijn image hebben bepaald ls hij
klein, een eeuwige zwerver zonder
zekerheid en veiligheid doch toege
rust met levenswil en hoop. Hij is
het slachtoffer van de omstandighe
den en van de onverschilligheid der
velen. Eigenlijk wil hij zich aanpas
sen, maar het lukt niet. Zijn tegen
standers zijn dikke politieagenten,
machtige hooggeplaatsen, gevaarlij
ke dieren en niet minder gevaarlijke
machines, een onbegrepen en onbe-
Hij mocht dan een genie zijn, hij
wordt beslist niet pas na zijn dood
geëerd. Zelfs in Amerika, waar hij in
1952 door McCarthy en zijn heksen
jagers door de modder werd gesleurd
en daarna lange tijd doodgezwegen,
kon hij later zijn gram halen: zijn
naam werd in volle glorie hersteld.
Een begenadigde mime was hij en
een begenadigd choreograaf, deze
kleine, fijngebouwde man met zijn
aristocratische, achttiende eeuwse
gezicht. Ook een begenadigd regis
seur? Alleen als hij zichzelf regisseer
de. Het is opvallend en veelzeggend
dat alle films waaraan Chaplins
naam verbonden is, ook die waarin
hij alleen als acteur optrad, als
Chaplin-films geboekstaafd blijven,
zelfs in naslawerken.
Een mens die terugkijkt op zijn le
vensweg vindt niet alleen herinne
ringen, die nauw met de eigen per
soon verbonden zijn, hij ontmoet
ook boeken die vrienden zijn gewor
den, schilderijen, toneelstukken, be
roemde composities, eenvoudige me
lodietjes en films. Ook en vooral
films van en met Charles Chaplin.
Charlie
Het weerzien met oude films is een
merkwaardige ervaring. Soms ls de
teleurstelling bitter en kan men zich
Chaplin in de film Modern Times'
grijpelljke absurde werkelijkheid.
Hij meent het goed met de anderen
die hem letterlijk en figuurlijk
in de kou laten staan. In een koude
wereld bevriest hij niet. Hij probeert
haar te ontvluchten, steeds weer.
Hij zoekt mensen en vindt marionet
ten. Hij is geen revolutionair. Hij
probeert voor een beetje menselijk
heid op te komen op zijn manier, die
ijdele, afgezakte aristocraat met
bolhoedje, stokje, punt- en hand
schoenen (met meer gaten dan wol).
Het kan zo gek niet lopen of hij moet
de benen nemen. Hij wordt geschopt
maar weet zijn waardigheid te hand
haven door het uitdelen van kleine
venijnige, perfect geplaatste terug-
schopjes. En aan het eind verdwijnt
hij meestal eenzaam achter de hori
zon. Hij wekt sympathie en vertede
ring en maakt grootouders, ouders
en kinderen aan het lachen, nog
steeds.
Men kan en mag de persoon van een
kunstenaar nooit identificeren met
zijn werk. en wie dat bij Chaplin
probeert komt wel zeer bedrogen
uit. Hij was een tweeslachtig mens,
een tweeslachtigheid die ongetwij
feld wortelde in een vroege Engelse
jeugd vol armoe en ontberingen (na
dat zijn vader tot alcoholisme was
vervallen en zijn moeder krankzin
nig verklaard werd, werd hij in een
weeshuis gestopt). Dit resulteerde in
een tragische levensloop. Hij bracht
het ln Amerika al heel vroeg tot
roem en rijkdom en men krijgt ook
niet de indruk dat zijn persoonlijk
leven, ondanks drie mislukte huwe
lijken (maar dat was in Hollywood
van toen en nu geen uitzondering)
ongelukkig is geweest Tweeslach
tig. Hij koketteerde met het commu
nisme. maar gaf ln al zijn films blijk
van afkeer van en verachting voor
de massa en verering van het indi
vidu.
Hij brak in zijn werk zeer overtui
gend een lans voor de ..little man",
de „underdog", de „tramp", maar in
het gewone leven had hij voor dit
mensensoort zeer weinig over. Hij
was lang niet vrij van snobisme (in
zijn laatste autobiografie schermt
hij met de namen van beroemdhe
den die hij heeft ontmoet) en zeer op
de penning, om het zacht uit druk
ken. Het feit dat hij zich na zijn
verbanning uit Amerika in Zwitser
land vestigde heeft niet alleen te
maken met de mooie bergen, maar
zeker ook met het feit dat hij daar
weinig belasting behoefde te beta
len. In zijn films was hij wereld
vreemd, in werkelijkheid een voor
treffelijk zakenman. Ook toen hij
allang miljonair was had hij overal
spionnen zitten die zijn belangen
moesten behartigen: toen ln 1954
zijn „Goldrush" een keer vertoond
zou worden door het Amsterdamse
Vacantie-comité. een non-commer
ciële instelling die de belangen be
hartigde van de „kleine man", was
Chaplin's vertegenwoordiger er als
de kippen bij om dat te verbieden,
op straffe van een zeer hoge boete.
Een beroep op het geweten van de
meester zelf hielp geen zier.
Terwijl hij in zijn meest karakteris
tieke films de vrouwen adoreert en
op een voetstuk plaatst, springt hij
in zijn liefdeleven allerminst zacht
zinnig met ze om en geeft hij in
„Monsieur Verdoux" blijk van cyni
sche verachting voor vrouwen. Doch
dit doet niets af aan zijn waarde als
kunstenaar. Het zijn (misschien?)
leuke dingen voor de mensen. Zijn
films zijn gelukkig leuker.
VRAGEN uitsluitend in envelop sturen neer postbus 507, Voorburg.
Per vreeg een gulden In postzegels, het liefst In waarden van 55 en
45 ets bi|voegen. en beslist niet aan de buitenkant opplakken
Geheimhouding verzekerd Briefkaarten worden terzijde gelegd
•anvulling: Men vroeg ons te willen
lededelen dat de Bibliothèque Wal-
mne al enkele jaren gevestigd is in
et Hospice Wallon, Veluwelaan,
jnsterdam. Het kaartsysteem is in
et algemeen niet voor het publiek
Tiegankelijk. (Willen de zeventien
fzers, die kennelijk van een verou-
ïrd inlichtingenpapiertje voor ons
ft adres te Leiden overnamen, dit
»randeren?). De 1.500.000 fiches
ftn de B W. opgenomen op een ml-
rofilm, raadplegen in de studiezaal
an het Bureau Genealogie te Den
aag Men mag die microfilm wel
t het vak halen, maar beslist niet
•lf weer opbergen. De studiezaal is
aen voor de „Vrienden" van het
ureau genealogie (30 gulden per
iar). Bezoekers betalen 2.50 per
bg.
RAAG: Ik vond 32 glazen bolletjes
liameter 6 cm). Er ls een tuitje aan
eze bolletjes van ±1'/» cm diameter
ongeveer V» cm hoog. kleur:
roenachtig, dikte van het glas: 2 3
im. Opschrift: Boers en Co. Delft
lesschenfabriek en op de andere
■itaat: F. W. Otte Jr. Charlottenburg,
llashultten. Volgens de K.v.K. te
lft nam Boers en Co in 1856 aan
en tentoonstelling deel en stelde
he ij die gelegenheid voorwerpen tot
istilleren en inlegflessen en derge-
jke tentoon. Reeds voor 1830 lever-
e deze firma „olie en poederglas
laswerk) aan de Geneeskundige
lienst van het Departement van
>orlog De deskundige in de ge-
chiedenis van de pharmacie, dr
littop Koning te Amsterdam, wist
ierover niets mee te delen. Bij de
ollen was wat aardewerk uit perio-
1800-1850. Wat zouden dit voor
olletjes zijn en wanneer werden ze
ebruikt? Voor een visnet zijn ze te
wak
NTWOORD: Als wij dit verhaal
sen, moeten wij wel denken aan
ie vernuftige kogelflesjes uit onze
kinderjaren. Die kogeltjes waren
echter kleiner diamater, ongeveer
2'/j. De „priklimonade" drukte die
kogeltjes in de hals van het flesje
naar boven. Een prachtige afslui
ting, die voor kinderen een grote
attractie was. Zo'n stuiter van 6 cm
lijkt me wel erg groot en je moet er
niet aan denken dat een inmaakfles,
daarmee afgesloten, uit elkaar
springt. Wie van onze lezers heeft
een beter antwoord? Er is niet opge
geven, waar deze bolletjes gevonden
zijn.
VRAAG: Over de data van nieuwe
maan in de maanden mei tot sep
tember van het volgende Jaar.
ANTWOORD: Deze en veel andere
zaken staan ln de Enkhulzeralma-
nak 1978.
VRAAG: (Of liever een heleboel
telefoontjes) naar aanleiding van de
in de rubriek Toerisme van Dick
Ringlever (9 december) voorkomen
de mededeling: De Redbox, Red-
dingslijn in zakformaat. Waar koop
Je dat ding? Hoeveel weegt het, hoe
veel kost het? Kan iedereen dat ge
bruiken?
ANTWOORD: De Redbox wordt ge
ïntroduceerd door Technall Import,
postbus 36 5640, AA Vechel, tel.
04130-65640. Het apparaat wordt ge
leverd voor hoogten van 2 tot 8
etages. Voor de 5e étage is het een
koker van 20 cm, gewicht 770 gram.
Kosten voor 3, 5, 8 woonlagen
115,125 en 145. bevestlgingshaak 3
gulden; verzendkosten 5.50, BTW
inbegrepen. Of iedereen dat kan ge
bruiken? Volgens de folder wel. Er
wordt ook aangeraden eens te oefe
nen. Een vroegere directeur van de
Nieuwe Haagse Courant had de ge
woonte z'n mensen voor een moeilij
ke klus bemoedigend toe te spreken:
Jongens bekijk het eensJe
doet maar.
VRAAG: Ik at in een hotel Vinvis:
Niemand wist wat dat voor een vis
was, want gewoonlijk hebben alle
vissen vinnen. Zoutwatervts met een
grove, grote graat en een heel sterk
vel. Het vlees leek Inderdaad op iets
tussen vlees en vis in. Van de kleur
kan men niet veel zeggen als de vis
al gaar is, waarschijnlijk meer beige
dan wit. 't Was geen tonijn, ook niet
uit blik. Wel erg lekker gepaneerd.
Wat zou het zijn, want dit wil ik zelf
ook eens klaarmaken.
ANTWOORD: Een vriendelijke me
neer van het Produktschap Vis dook
telefonisch samen met mij ln allerlei
beschouwingen, registers en kook
boeken en we besloten dat dit een
zwaardvis moest zijn geweest. Dit is
een vis van l'/« A 2 m lengte, die
zwemt ln de grote oceanen, maar die
ook in de Middellandse Zee voor
komt. Wie het geluk heeft een va
kantiereis naar 8rilanka te maken
en het nog grotere geluk heeft daar
nog een extra vakantietje aan vast
te kunnen knopen naar de Maladi-
ven, piepkleine stukjes land midden
ln een eindeloze zee, waar men in
een soort pasan-grahan logeert en
wordt dan een plank geschoven en
onder een afdakje staan wel een
paar vaten: klaar is het restaurant.
Ieder eet er van zoveel hij wil en kan,
en schept wat van de vis op een stuk
blad. Over blijven alleen de graat,
het dikke vel en de vinnen. Heerlijk
landje, met aardige mensen en kos
telijke zwaardvis. In Frankrijk en in
Italië ls „Espadon" en „Sciotta di
pesce speda" een bekend gerecht,
la Messinoise" of la messinese", al
kwam het ln onze kookboeken: „Uit
eten in de wereld", niet voor. In elk
geval, volgens onze visschaprelatie,
iets verrukkelijks, gefituurd en ge
paneerd, met een saus uit Messina,
en reken maar dat daar van alles
inzit: zwarte olijfjes, kappertjes,
uien. knoflook, oregano, veel peter
selie. kortom allerlei dingen, waar
sommige mensen heel erg dol op zijn
en die andere mensen walgelijk vin
den. Maar het woord Espadon klinkt
Interessanter dan zwaardvis en die
Vinvis was volgens onze vragenstel-
ster „op z'n Hollands" toch ook erg
lekker. Probeert u eens iets uit: Vis
en schaaldieren in de international
keuken (uitgave Zomer en Keuning)
werd mij bij het scheiden van de
telefoonmarkt nog aangeraden. Dat
geef ik dus maar door. Smakelijk
eten.
leeft van op allerlei manieren berei
de kokos en vis, weet dat men daar
als attractie zwaardvis eet, die ge
braden wordt in een lange kuil op
het strand, op een bed van cocosno-
ten en houtskool. Onder de gare vis
Mink van Rijsdijk
Onze medewerkster Mink van
Rijsdijk is zover van haar ziekte
hersteld dat wij in de krant van
volgende week maandag, 2 ja
nuari 1978, weer een bijdrage
van haar hand hopen te kunnen
plaatsen.
Op Kerstmorgen behaagde het de Here, na een
geduldig gedragen lijden, uit ons midden weg te
nemen, mijn lieve man. onze zorgzame vader en
grootvader
Johan Christlaan Frijlink
op de leeftijd van 88 jaar.
A. G. Frijlink-Lodder
J. C. Frijlink
S. C. Fnjlink-Pabon
Anneke
Jan en Christi
Utrecht. 25 december 1977
„De Lichtkring", Eykmanlaan 72
Corr.-adres: H. de Keyserstraat 82.
Geen bezoek Geen bloemen.
De rouwdienst zal worden gehouden donderdag
29 december om 10.30 uur in „De Lichtkring",
waarna om 11.30 uur de teraardebestelling zal
plaatshebben op de begraafplaats „Daelwijck",
Floridadreef.
Gelegenheid tot condoleren na de begrafenis op
de begraafplaats.
Heden overleed, in de hope des eeuwigen levens,
mijn lieve man, onze broer, zwager en oom
Alexander Kentie
in de ouderdom van 92 jaar.
Uit aller naam:
P. M. Kentie
Van den Akker
Rotterdam, 24 december 1977
Taborstraat 13b
Geen bloemen
De overledene is opgebaard in de rouwkamer
Hoflaan 81 (hoek Slotstraat). Bezoek: woensdag
van 20.00-20.30 uur.
De begrafenis in het familiegraf zal plaatsvinden
donderdag 29 december op de begraafplaats der
Ned. Herv. Gemeente „Oud-Kralingen". Kraling-
seweg 334, na aankomst in de kapel om ca. 12.00
uur.
Vertrek vanaf de rouwkamer om 11.30 uur.
Tevens gelegenheid tot condoleren na afloop van
de begrafenis in de kapel op de begraafplaats.