Lezers op de limerick-toer
ZATERDAG 24 DECEMBER 1977
ET
TROUW/KWARTET 21
Er waren eens twee meneren
die bleven maar steeds confereren,
zelfs tot diep in de nacht.
die Den Uyl en Van Agt
maar zo kwamen ze niet tot regeren.
M. Verhoog, Don Hug
We kunnen 't verkeer niet meer temmen,
de drukte, die gaat ons beklemmen.
De voetganger is
op de weg als een vis,
die probeert op het droge te zwemmen.
A. C. Boddingh-V. d. Borg, Ooatertmafc
Mijn buurman (wij wonen in veessen)
was gewend op de weg hard te racen
zijn auto kreeg pech
mijn buurman bleef weg
mijn buurvrouw zit nu met twee wezen
N. M. R. Wul*.
Een „Trouw" minnend heer uit Veenwouden.
wien 't leed in de wereld benauwde,
zuchtte: „Al dat geweld
om macht en om geld
als dat nu eens op wilde houden"
G. Snlodor, Amsterdam
Daar was eens een oma in Emmen,
wier levenslust niet was te temmen,
want ze leefde vol vreugd
volop mee met de jeugd,
al werd ze soms dol van hun stemmen
Graal Janaaan-Smll. Emman
Den Uyl en Van Agt, twee rivalen,
ze konden de eindstreep niet halen.
Wiegel en Van Agt:
Wie had dat gedacht!
Gaan zij het voor vier jaar bepalen?
A. Fillakaa, Sehladam
Elke voetganger-fietser moet huilen,
als hij het milieu ziet vervuilen.
En hij ziet 't niet alleen,
maar ruikt 't ook meteen.
Dus: nog werk genoeg voor de.zuilen"!
B. Kok. Zwoll*
Een milieu-bewust meisje uit Schagen
ging per fiets naar haar werk, alle dagen.
Haar vriend kocht een DAF
Toen riep zij kortaf:
je kan kiezen voor mij of je wagen!"
Mw. P. Visser, Rotterdam
De rovertjes kwamen bij nachte.
Ze stonden op Maurits te wachten
Al ging 't niet gedwee,
Ze namen hem mee,
Nu hebben ze centen, bij vrachten.
S. Bollsr, Blaauw, lliddalburg
Een advies aan de jeugd aller tijden
blijf kritisch voor evenwicht strijden,
lees óók dagblad Trouw.
Steun óók Jan Terlouw,
Vol frisse ideeën zijn beiden!
Een dame met hond in het Haagje
liep stad en land af met dit vraagje:
Wie splitste me net
dat nieuw kabinet
met zó n levertijd in het maagje?
«I. L. Karkhovan, Poortegaal
Een man die geen auto wou kopen.
Maar ook naar het werk niet kan lopen
Neemt altijd de trein.
Dan puzzelt ie fijn
Tot aan z'n pensioen, mag ik hopen!
F. C. Horat-Totama, Oudorp
Er was eens een man in Bruinisse.
die liep van Leeuwarden naar Lisse.
„Het voordeel is dit,"
zei de man, nog steeds fit,
„dat 'k nimmer een bus hoef te misse!"
4. van Vondel, Capelle a/d Uttel
Bij een verkiezing in Ede
werd de neutronenbom tweede.
Want de eerste plaats was,
Aldus vermeldt Tass,
Voor een atoomloze vrede
F. NHrauw, Wapenveld
Een meisje zei laatst tot haar moeke:
,,'k Ben t beu om een jongen te zoeken."
Haar moeke vroeg: „Schat,
hóéveel heb j'er gehad?"
Nou, toen deed zij heel veel uit de doeken
G. van Waol, BavarwIJk
Een ramp toch die stroeve formatie,
een schade voor heel dnze natie
Eens werden ze 't niet
en, zo u wel ziet.
dit is politieke inflatie.
A. Flltektt, Sehladam
Als autobestuurders eens weten
hoe vaak ik in angst heb gezeten.
Een kind in 't verkeer,
kan dat al niet meer?
O, laat toch geen mens het vergeten
Fok* da Kam-Oijkalra, Wapeningen
Veilig verkeer is ons streven;
de regels daarvoor zijn gegeven.
Wees dame of heer
in het drukke verkeer.
Eerbiedigend elkanders leven!
P. Baukalman, Rotterdam
Een blondje en 'n zwartman in sneltrein
bespraken zijn land en 't apart zijn.
Ik was daar, zei zij,
maar toen antwoordde hij:
Je moet er als zwarte geweest zijn.
A. Tiemenama, Amarafoort
Er was eens een meisje in Dalen,
dat zei: van de school ga ik balen.
Maar pa zei: dom kind
al baal jij, ik vind
dat je toch je diploma moet halen.
J. F. van Edan, Voorburg
Er was eens een eerste minister.
Die man was beslist niet van gister!
Hij gal het bevel:
„Zó moet het toch wel!"
Ho, ho, zei 't congres: „Wie beslist er?"
Anton Baars, Amsterdam
Een fietser uit 't dorp Stompetoren,
die door wind-tegen tijd had verloren,
zat er erg mee
en kreeg een idee:
fietst bij tegenwind achterstevoren.
8. Kok, Dalfsan
Door 't gaan van een rijder uit file,
ging een tegenligger ter ziele.
Waarom toch zo snel
is een mens niet in tel?
Wat moet toch zo'n rijder bezielen?
Gsrrit Pijl, Dan Haag.
Een goeroe in tropisch Nguru
ouwehoerd(o)e maar over uhuru
„Wat's the use?-", vroeg z'n broer,
„wel, dat scheelt me geen moer,
maar 't lucht op, net alsof ik een boerdoe".
C. A. Bos, Zwolle
(uhuru vrijheid).
Een struise boerin van den buiten
Keek naar haar zeer mollige kuiten
Toen vroeg zij haar moe:
waar moet dat naartoe?
Zo krijg ik geen jongen met duiten!
A. J. Bakkar, Waarland
Een kabinets-houtwurm uit Halle
at zorgeloos steeds van twee wallen
„Ik eet," zei hij slinks
„nü van rechts, dén van links"
Eens zal hij de kast toch uit vallen.
G. J. van dar Sluls-van Laar, Oudarkark aan da Amstal
Een heel oude heer in Rosmalen,
wou plots nog zijn rijbewijs halen.
Maar zijn huisdokter zei:
hoe komt u er bij?
Er zijn al genoeg kannibalen.
J. Bolhuis, Hoogavaan
Een aardige dame uit Drachten
had soms van die rare gedachten
Weet u wat ze wou?
Als premier eens een vrouw
omdat ze daar MEER van verwachtte!
T. Vlasblom-v.d. Berg, Dan Hoom
Een fietsend klein jochie in Ommen
is onder de auto gekommen.
U vindt dit te wreed
nu u kerstkalkoen eet?
Ik kan er nog honderd opsommen.
Gert la an Marianne Papenburg, Dedemsvaart
Laat geen kabinet meer formeren
door dwarse onwillige heren;
Geef die taak eens aan vrouwen
in het vaste vertrouwen:
die zullen het vlot presenteren.
Mw. C. A. W. Hop, Nunspaat
Al wilt U graag snel uit de voeten,
laat daar niet een ander voor boeten.
Het maakt me zo bang
dat die levenslang
in een rolstoel verder zal moeten
Mavrouw Van Harten, RaaHa
Een kunstenaar uit Bergen-binnen
ging vurig een huishoudster minnen.
Zij P.v.d.A.
hij fel C D A
Dus die echt kon al vechtend beginnen
J. Barkmeyer, Rotterdam
Ze rijden, ze rennen, ze vliegen
Een mens kan zich zelf wel bedriegen.
„Wees heer in het verkeer".
Dat hoort men wel meer.
Maar de doden vallen als vliegen.
D. Stoffala, Elndhovan
Vier zwaar democratische heren
die moesten het land regeren
maar ach zij vergaten
door 't eindeloze praten
om zelf eerst de regels te leren
H. van da Glind, Tarachuur
Ik ben blij dat ik rij is een leuze
waarom niet het rijwiel als keuze?
Ik ben blij dat ik fiets
dan doe je nog iets
Na zo n tochtje voel ik me reuze.
C. M. van dar Kooft-Radarama, Amsterdam
Politiek is een zaak van belangen
Ook al wordt ze aan GOD opgehangen
't gaat alleen om de worst
De on-lesbare dorst
Van hen die door 't ik zijn bevangen
O. F. Dobber, Amsterdam
Een konijn uit de plaats Hoevelaken,
die liet zich het „Klaverblad" smaken,
En een file ervóór,
een gejammer in 't koor.
„Wat een ramp, om de weg kwijt te raken"!
KI. Bljker-Van Hulat, Balkbrug
Een bio-braadkuiken uit Neede
Dat mocht voor de slacht zich vertreden.
't Zag een bloem op zijn pad,
Viel van aandoening plat
Is van schrik voor zijn tijd overleden.
M. P. van Houten-Chardon, Wagenlngan
Wat moet dat met al die agressie?
Ik bibber al, als ik 'n mes zie!
Lekker hoog in de flat
Staat m'n veilige bed
Maar ik ben ook geen held van professie
J. A. P. M. Smuktera. 's Hartoganbosch
'k Zeg jong'ren die steeds staande houden.
dat zij het veel beter doen zouden:
Het elan van de jeugd
is stellig een deugd,
mits gekoppeld aan wijsheid der ouden.
N. L van dar Barg. DordracM
'k Ben weer lui in mijn zetel gezegen:
Hee, geweld op teevee? 'k Ben er tegen!
'k Zit met koffie te kijk
Bij het zoveelste lijk
Dat net goed aan het mes is geregen.
T. da Vrtss, Urte
Een eerlijke oudere dame
zei dat de jeugd zich moest schamen,
Ze zijn net als wij,
't was beter dat zij
geen ouders ten voorbeeld meer namen
Een groot generaal te Aldommen
maakt iedere dag rekensommen:
geweld maal geweld
plus handen vol geld
't Blijkt telkens op NUL uit te kommen.
H. Bink, ToHabaafc.
Als ouderen hun harten gaan luchten.
dan is het één klagen en zuchten:
de jeugd is zo slecht.
Maar die zegt. zeer terecht.
de boom wordt herkend aan zijn vruchten.
D. van Zanten Ezn, 'a Gravanzanda
Een stokoude grijsaard uit Laren
Was nèt klaar met schatten vergaren
Wou gerust verder leven,
Tot een Knoop hem deed sneven:
hij liet hem „verzekerd" bewaren.
M. P. van Ho utan-C hardon, Wapanlngan
Een heel oud vrouwtje uit Smilde,
dat naar een popconcert wilde,
werd op 't hoogst van de pret.
fluks de zaal uitgezet,
omdat ze zo vreselijk gilde.
Jan Bunk, Barandracttf Z.H.
Geweld moet de overheid keren
zo kan men terecht redeneren,
maar op de t.v.,
daar speelt men ermee,
zo kén iedereen het „vak" leren.
a GafcterMomVan ToL Boakoop
Als een bom viel het woord: samenhokken.
De ouders, ontzet, bleven mokken
De zoon zei beslist:
„Als w'ons hebben vergist
dan vallen tenminste geen brokken"
A. C. Zo mar-Van Schupp, Waganlngan
De jeugd, met werkloosheid, inflatie.
geen uitzicht en geen inspiratie,
verdient ons meeleven.
't Was beter: te geven
aan ieder een baantje, een plaatsie.
M Witvoet, Smlkla
Waar is nu de tijd toch gebleven:
(Wij zullen dat niet meer beleven):
dat een jongeman
voor een oudere dan
zijn hoed afnam, zij 't soms met beven.
E. van Elk, Oan Haag
Als men nu de rollen zou keren
en ik 't kabinet moest formeren?
Van alle kritiek
werd ik vast doodziek.
Van Joop valt nog best wat te leren.
Monlqua Simons, Zwljndraclrt
De uitlaat van een auto uit Brielle
hielp mee het milieu te vernielen.
De eigenaar zei:
'k ben blij dat ik rij,
en toch stond hij stil in een file.
A. P. da Winter, Rotterdam.
Een wegpiraat uit de stad Emmen
doet mij onderweg angstig remmen
Van waarde ontroofd
wijs ik naar mijn hoofd
het dier is in mij niet te temmen.
M. Knik, St. Annaparochla.
Een stokoude veenboer uit Drachten,
die ze laatst naar een popconcert brachten
Zei aan 't eind onverstoord
„Dat heb 'k thuis al gehoord
Toen de slager ons varken kwam slachten.
M. E. Bunk-v.d. Hakten, BarandracM
Een keutel heel goed bij de pinken,
ligt stil in een gootje te stinken
't Verkeer raast voorbij
doch hij glimlacht blij,
want hier kan geen schoen hem verminken
Joata v.d. Vrada, Ooatlrxham.
Een seksuoloog sprak te Varik:
de gekste karweitjes die klaar ik:
Neem rechts t CDA.
links de PvdA.
Van Agt en Den Uyl, nou die paar ik."
Wij horen en lezen van kommer,
berokkend door auto en brommer
Men is dan wel snel
Aan zijn dood toe, dat wel,
maar ook voor de ander, dat's stommer.
S. Unachooten, Noordwljk un Zaa
Straks gaan we het kerstfeest weer vieren
het huis en de kerstboom versieren
Wij spreken een bede,
wij smeken om vrede.
Maar wie komt er op voor de dieren?
4. C. KJooatarboar, B litho van
Een heer van ruim drie duizend weken
had vaak door zijn venster gekeken,
naar 't spel van de jeugd,
en dacht nog met met vreugd
aan zijn spel en Zijn vroegere streken.
Ik ontmoette mijn neefje in Mokum
Hij lag daar languit en ik rook 'm
geslipt op een drol
vast niet voor zijn lol
en de hondeminnaar die droop 'm
Een simpele kip in Temeuzen,
had voor de verkiezing één leuze:
Je kakelt maar raak
tot een ieders vermaak.
En je komt in de kamer... Da s reuze!
J. Bolhui*, Hoopavaan
Een bakker uit Uithuizermeden,
die werd door de slager gesneden,
nou, dat neem je toch niet,
dus heeft-ie subiet
die snijer de snert ingereden.
Als christenen zouden geloven:
onze hulp komt van 'hier boven',
werd geen kind meer soldaat.
Maar nu helpt men het kwaad,
en de liefde zal langzaam gaan doven!
N. Bakkar-Haramakar, Amsterdam
Pa zegt: „De Sint komt uit Spanje"
Maar 't kind zegt: ,,'t is allemaal franje,
want 'k zag hem nog pas,
toen die laatst bij ons was,
1 was gewoon ome Kees uit Rockanje"!
J. v*n VorKtet, Capalte a/d Uital
Een fruitteler in het Westland
die heeft het met Kerst niet zo best. wam
zij fruit draaide door,
het bedrijf ging te loor
nu rest hem met Kerst slechts de bijstand.
N. W. Arxtewap.Brakst, Zuid-Bavarian*
Een heertje in Waterlandskerkje
zo'n keurig net waterschapsklerkje
deed in 't landlijk verkeer
allerminst als een heer.
Nu heeft hij een keurig net zerkje
Steeds zag er een dame uit Brielle
het autoverkeer in een file
Zij dacht: „Wat een flop,
dat volk schiet niet op,
geef mij maar mijn fiets op twee wielen!"
4. C. Kloostertootr, Bllthovan
Een aalmoezenier sprak te Blerik:
De godganse wereld bekeer ik.
't Geweld neemt steeds toe,
verbeter dat! Hoe?
Begin bij uzelve, beweer ik'
A. Lakarvakl-Bllk. Amsterdam
Als Oma de jeugd ziet flaneren
dan zucht ze: „O, foei, wat een kleren!
Wat een jas, wat een broek
Ja, 't fatsoen is echt zoek
'k Zou die kind'ren zo graag nog veel leren!"
E. C. van Bokkum-Andala, Alphsn a/d Rijn
Een oude Chinese verteller
was tevens een muurkranten-speller.
maar nu hij ook kent
het Trouw-abonnement
verneemt hij het nieuws heel wat sneller
A. F. da Winter, Rotterdam
Wat wil iedereen met een auto?
Voel ie je dan werkelijk zo groot?
Met één paardekracht
Rij je minstens zo zacht.
En je komt als „antiek" op de foto.
Mw. H. K
Een zeer dronken jongen uit Ommen
was toch op een bromfiets geklommen
Reed tegen zijn zin
de politiepost in
Nu kan hij doorgaan met brommen.
W. J. v.d. WlJngaartWosnadrsgt Rotterdam
Een oorlog die niemand kan winnen
wat valt daarop nu te verzinnen?
Sadat zei toen: „Praten.
Misschien zal het baten
om dan bij Begin te beginnen"
Hana da Haan, BavarwIJk
Een oudere dame uit Veere
zag haar nakroost in heel hippe kleren
Keek eerst zeer verstoord,
Sprak toen 't wijze woord:
„Misschien kan 'k nog wat van ze leren."
A. A. van Antwarpan-Jonkar
J'avais un ami, who is bakker
He went to Paris with his makker
II vint to buy brood
Et Qa werd zijn dood
Etait écrasé. Ie poor stakker