Straf niet alleen vergelding' Spaarbrieven aan toonder met beursnotering. Menten in ïuli 1941 Neder ander oëzie Hardop brengt espeeld verhaal an Gorters leven Ily Ameling opende Schubert-cyclus CUNST jen levenslang voor Menten FAMILIEBERICHTEN Prijs voor literatuur over Joodse thema's DE NMB INTRODUCEERT: De NMB denkt met u mee. ifiDAG 15 DECEMBER 1977 BINNENLAND Trouw/Kwartet 1 (Leo Kleyn rERDAM De Pieter Nicolaas Menten opgelegde straf volgens de bijzondere strafkamer van de Amsterdamse jank „in hoofdzaak niet anders dan vergelding beogen", idanks mocht bij het zoeken naar „een zo adequaat moge- ntwoord" op wat Menten heeft misdreven, niet vergeten in „dat het recht om ten volle te vergelden aan kracht heeft oet, nu dit antwoord pas 36 jaar later wordt gegeven ze wijze motiveerde de recht- gisteren haar beslissing Men- chuldig bevonden aan „enig smisdrijf" en „enig misdrijf te- t menselijkheid", niet tot le- nge gevangenisstraf, maar tot ijdelijke van vijftien jaar te delen. leeft de rechtbank overwogen een „vrijwel onoverbrugbare bestaat tussen de nu in Neder- geldende normen en „het ge- Ban normen waardoor verdach- d omgeven," toen hij zijn mis- n pleegde. Die kloof, en „de idere aard van het bewezen ge elde," maken het naar het oor van de rechtbank „nagenoeg gelijk" de straf voor Menten te ijken met straffen voor delic- ie onder het gewone strafrecht bepaling van de strafmaat is arnaast nog rekening mee ge en dat Menten is vrijgesproken ijn aandeel in de massa-execu- Urycz. waardoor niet kan wor- litgegaan „van het ook wel van chte geschertste beeld, als zou de zomer van 1941 in Lemberg ijde omgeving moordend zijn [etrokken." meer, maar ook niet minder," iet het in het vonnis, „is komen te staan dat het door verdachte aal medeplegen van een massa- itie. waarbij twintig a dertig burgers zonder vorm van proces zijn gedood. Verdachtes medeverant woordelijkheid daarvoor staat vast, al bleek zijn exacte rol na zo lange tijd niet meer te achterhalen." Misprijzend De 78-jarige verdachte, die zich tij dens de 25 procesdagen niet onbe tuigd liet, onderbrak de president, mr. J. A. Schröeder, geen enkele Waarnpmini? maal tijdens de bijna twee uur du- 6 rende voorlezing van het 58 pagina's tellende vonnis. Af en toe schudde hij slechts misprijzend het hoofd. Nadat uitspraak was gedaan, beet hij de president wel toe er „prachtig gebruik" van te hebben gemaakt dat hij niet in hoger beroep kan gaan. proces had hij al enige malen laten weten persoonlijk van diens on schuld overtuigd te zijn. De officier van Justitie, mr. A. F. J. C. Haber- mehl, had levenslange gevangenis straf tegen Menten geëist, wegens diens aandeel in de massa-executies in zowel Podhorodce als ürycz. Voordat hij tot de voorlezing van het vonnis overging, deelde de presi dent Menten mee dat diens stellige verwachting te worden vrijgespro ken, niet bewaarheid zou worden. Hij kondigde aan dat met betrek king tot Urycz vrijspraak, maar ten aanzien van Podhorodce een veroor deling zou volgen. Op de vraag of hij liever de zaal wilde verlaten om deze mededeling emotioneel te verwer ken, antwoordde Menten kort: „Ik blijf". Omdat Menten onderworpen is aan de bijzondere rechtspraak, kan hij nog slechts in cassatie gaan bij de Hoge Raad. Zijn raadsman, mr. L. van Heijningen, liet weten dat zijn cliënt daartoe zeker zal besluiten. De verdediger vond het teleurstel lend en ook onjuist dat in het vonnis niet is ingegaan op de door hem en zijn cliënt meermalen gesuggereer de persoonsverwisseling met Dirk Menten en op de verklaring van Fe lix Landau dat hij Menten niet heeft gekend. In een zeer uitvoerig pleidooi kwam Van Heijningen vorige maand tot de conclusie dat zijn cliënt diende te worden vrijgesproken. Tijdens het De rechtbank acht bewezen dat Menten in juli 1941 in het toen Pool se en nu Russische dorp Podhorod ce samen met anderen opzettelijk en na kalm beraad en rustig overleg twintig tot dertig inwoners van dat dorp heeft doodgeschoten. Zij han teert daartoe dertig bewijsmidde len, waaronder een groot aantal ge tuigenverklaringen. verklaringen en verslagen van de deskundige A. J. van der Leeuw, medewerker van het Rijksinstituut voor oorlogsdocu mentatie. verklaringen van de ver dachte zelf, en „eigen waarneming ter terechtzitting". Uit de overwegingen van de recht bank blijkt dat zij geen geloof hecht aan de bewering van Menten dat de zogeheten kelderstukken, afkom stig uit diens vroegere woning in Krakau, vervalsingen zijn. Mede op grond van die documenten, waaron der door Menten geschreven brie ven, acht zij het wettig en overtui gend bewijs van de schuld van de verdachte geleverd. In de brieven, waaruit in het vonnis wordt geci teerd, betuigt Menten uitdrukkelijk zijn instemming met de doelstellin gen van de nazi's. De rechtbank is van oordeel dat is komen vast te staan dat Menten in juli 1941 met de staf van dr. Eber- hard Schöngarth, Befehlshaber der Sicherheltspolizei und des SD en commandant van een bijzonder Eln- satzkommando, is meegereisd naar Lemberg, en tijdens zijn verblijf in die stad de gelegenheid heeft gehad zich naar Podhorodce te begeven. Naar de overtuiging van de recht bank heeft hij in dat dorp deelgeno men aan de massa-executie waar van voornamelijk de joodse bevol king het slachtoffer is geworden. Grievend Voor een veroordeling van Menten wegens deelneming aan een massa executie in Urycz op 27 augustus 1941 acht de rechtbank „onvoldoen de wettige bewijsmiddelen" aange dragen. Anders dan met betrekking tot de executie in Podhorodce, is zij niet tot de overtuiging gekomen „dat verdachte zich als dader of als medeplichtige aan dit onderdeel van het hem tenlastegelegde heeft schuldig gemaakt." De massa-exe cutie in Urycz kostte het leven aan 150 tot 200 mannen, vrouwen en kinderen. Op de zitting hebben Abe Pollak uit New York en Michael Hauptman uit Stockholm verklaard dat zij oogge tuigen zijn geweest van de massa- executie in Urycz, en dat Menten daarbij aanwezig was. Hoewel de rechtbank geenszins wil uitsluiten dat hun waarnemingen juist zijn ge weest, acht zij het mogelijk dat deze getuigen zich hebben vergist. Uitdrukkelijk wordt in het vonnis gesteld dat de vrijspraak op dit punt niet betekent dat wordt uitgesloten dat Menten ook bij de executie in De bijzondere strafkamer van de Amsterdamse rechtbank werd gevormd door president mr. J A. Schroder (midden), mr. H. baron van Inahoff (links) en mr. G. G. van Erp Taalman Kip- Nieuwenkamp. Urycz betrokken is geweest. Het be tekent volgens de rechtbank even min dat zij „ook maar enigszins zou twijfelen aan de oprechtheid van de bij de getuigen Pollak en Hauptman levende zekerheid dat zij verdachte hebben herkend." De rechtbank heeft daarop de nadruk gelegd, thters onder de drukinkt vandaan STERDAM Het leit dat Herman Gorter vijftig jaar gele- ^overleed, was voor „Poëzie Hardop" in Amsterdam aanlel- een programma samen te stellen met teksten van en over de er onder de titel „O nieuw getijde dat is nu". igramma van de actieve werk- „Poëzie Hardop" wordt ge- door Ineke Holzhaus en Rut- eemhoff, die het met Huub terhuis samenstelden, met mu- van Antoine Oomen. Het geheel en gespeeld verhaal van Gorters n in korte teksten die vele frag- iten uit zijn lyrische en epische zie verbinden. Het is dus tevens bloemlezing uit zijn werk. or Jac. Kort De voorstellingen worden gegeven vanaf zondag 18 tot en met vrijdag 23 december, telkens om 20.30 uur in „De Populier". Herengracht 93 te Amsterdam. Dit is het in de zomer van dit jaar verbouwde eigen thea tertje waarin de werkgroep Poëzie Hardop nu een vaste speelplaats heeft gevonden. Zij brengt daar het reeds tot een tiental uitgegroeide programma's over Nederlandse en Ineke Holzhaus en Rutger Weemhoff die het programma over Herman Groter bij „Poëzie Hardop" spelen. buitenlandse dichters, met als doel: nieuwe kansen scheppen voor poë zie, dichters dichterbij halen, uit de verplichte schoolbloemlezing, uit de literaire hoek en onder de drukinkt vandaan. Daartoe worden in De Po pulier gedichten op velerlei manie ren gezegd, gezongen en gespeeld. Maar Poëzie Hardop wil ook de boer op met schoolvoorstellingen. Met de schoolproduktie: „Hoor de merel, ja ik luister" heeft de hiervoor speciaal opgerichte groep in ruim 100 voor stellingen al veel succes geoogst. ÏSTERDAM Het lag voor de hand. dat er in het concertsei- n, waarin herdacht wordt dat Franz Schubert honderd vijf tig r geleden is gestorven, naast een concertserie, die in hoofd- ik is gewijd aan de kamermuziek die de meester schreef, ook Schubert-cyclus wordt gegeven, waarop een aantal van zijn lieren wordt uitgevoerd. plaats in de Grote Zaal van het Am sterdamse Concertgebouw. Het werd gegeven door de sopraan Elly Ame ling, Dalton Baldwin, piano, George Pieterson, klarinet en Vincente Zar- zo, hoorn. Elly Ameling had haar liederen gekozen naar verschillende thema's: de muziek, het water. Mig- nonliederen en de lente. Tot de eer ste groep behoorde uiteraard „An die Musik", tot de tweede „Die Forel- Ie" en „Aul dem Wasser zu singen „Kennst du das Land" is het bekend ste Mignonlied en „lm Frühling" it deze componist, die op slechts arige leeftijd zijn „Gretchen ara anrade" schreef en daaraan in de nende veertien jaar nog ruim 600 eren toevoegde, is met recht „de epper van het lied" genoemd, een istgenre, dat door zijn voorbeeld esters als Schumann. Brahms. If, Strauss en Mahler en in Frank- Debussy, Ravel, Fauré, Duparc Chausson tot het componeren soortgelijke werken heeft ge- Jireerd Het eerste concert in de lubert-cyclus vond dinsdagavond Tot onze diepe droefheid is van ons heengegaan onze lieve zuster, be huwdzuster en tante Elisabeth Catharina Lantinga op de leeftijd van 76 jaar. Namens de familie: P. Lantinga Amsterdam, 12 decem ber 1977 Jozef Israêlkade 107 huis Correspondentie-adres: Watertorenweg 23, Egmond aan Zee. Gelegenheid tot afscheid nemen in een rouwka mer van de Coöperatie PC. P C Hooflstraat 183. Amsterdam-Zuid don derdag van 14.30-15.30 en 18 00-20.00 uur De teraardebestelling zal plaatshebben vrijdag 16 december a.s. tegen 15.00 uur op de begraafplaats ..Zorgvlied" aan de Am- steldijk. Op Zijn tijd verloste de Heere uit zijn lijden onze geliefde zwager David Ernaar echtgenoot van Anny Schipper op de leeftijd van 44 jaar. Cees en Bep Gert en Diny Truus Ina en Martin Elly en Koos Pirn en Liza Aad en Marijke Ton en Janna Klaaswaal, december 1977 Claes Danckaertzstr. 22. De curator in het faillissement van Simon Engel te Purmerend deelt hierbij mede, dat de schuldvorderingen moeten woeden ingediend vófa 6 janu ari 1978 en dat de verificatie- .vergadering zal worden gehou den op maandag 23 januari 1978 te 14.00 uur in het Ge rechtsgebouw aan de Geester singel nr. 13 te Alkmaar. Mr H P. Abma Julianastraat 30 Purmerend. staat model voor Schuberts lentelie deren. Te zamen met hoorn en piano zong zij ter afsluiting van het eerste deel van haar optreden „Auf dem Strom" uit 1828. Dit is echter geens zins een van Schuberts sterkste wer ken. De Spaanse hoornist raakte midden in het lied eruit, zodat op nieuw begonnen moest worden. Gelukkiger was het optreden van George Pieterson. die zijn klarinet partij schitterend vertolkte in „Der Hirt auf dem Felsen", eveneens uit 1828, dat als laatste nummer op het programma stond. Elly Ameling blonk als steeds uit in glasheldere en kristalzuivere zang. Haar voordracht is van zeer goede intentie en steeds voornaam van interpretatie. Haar expressiemiddelen houden echter geen gelijke tred met deze goede eigenschappen, hetgeen tot gevolg LONDEN (Reuter) Joden van Poolse en Russische afkomst zijn dinsdag de winnaars geworden van een nieuwe letterkundige prijs voor schrijvers over Joodse thema's. Chaim Bermant, auteur van de bio grafie „Coming home", en David Markish, schrijver van de roman „The beginning" delen de prijs van tweeduizend pond sterling verbon den aan de prijs die^ de naam draagt „Jewish Chronicle - Harold H. Win- gate price". Inzendingen waren bin nengekomen uit Groot-Brittannië en enkele gemenebestlanden, Israël, Ierland en Zuid-Afrika. Chaim Bermant (48) werd geboren in Polen en woont in Londen waar hij een gevestigde reputatie heeft als romanschrijver en journalist. David Markish (40) is een zoon van wijlen de Russische schrijver Peretz Markish, die in 1952 slachtoffer werd van de StalinlSttsche zuivering. Zijn gezifl werd toen verbannen naar Rüssfccji Centraal Azië. tot Perez^A 1962 postuum werd"gerehabiliteerd. David Markish studeerde daarna aan het Gorki-instituut in Moskou. Hij emigreerde in 1973 naar Israël heeft, dat op den duur de aandacht van de hoorder gaat verslappen. Vooral als er de hele avond liederen van dezelfde componist worden ge zongen. Dalton Baldwin begeleidde goed, maar te bescheiden. „mede omdat verdachte ter terecht zitting op uiterst felle en zonder twijfel voor de getuigen grievende wijze van zijn tegengestelde opvat ting heeft blijk gegeven". Duitse actie Ingaande op een aantal door Men ten en zijn raadsman opgeworpen verweren en stellingen, zegt de rechtbank het niet van belang te achten welke rol de verdachte bij de executie in Podhorodce precies heeft gespeeld. De executie ziet de rechtbank als het werk van een „team", waarvan alle leden als da ders, „immers medeplegers", moe ten worden beschouwd. Ook verwerpt de rechtbank de stel ling dat de executie in Podhorodce het werk was van louter Oekraie- ners, die, pro-Duits gezind, na de aanval van de Duitsers op Rusland „bijltjesdag" hielden. Zij acht deze lezing „in strijd met de essentie van de door de getuigen afgelegde ver klaringen, waaruit duidelijk blijkt dat het hier ging om een actie van Duitse zijde met hulp van de plaat selijke Oekraïense politie." In dit verband stelt de rechtbank dat zij wel het standpunt van de raadsman deelt dat niet bewezen is dat de executie op 7 juli 1941 is gehouden. Het is, vindt ze, mogelijk dat de terechtstellingen later in de maand hebben plaatsgevonden, mede gelet op enkele getuigenver klaringen. Daarbij tekent zij aan dat daarmee ook „het op zichzelf belangwekkend debat tussen de deskundigen Van der Leeuw en Rüter" over de bewe gingsvrijheid en transportmogelijk heden op 7 juli 1941 aan gewicht verliest. Prof. mr. C. F. Rüter had als getuige betoogd dat Menten. gelet op de oorlogssituatie, op die datum niet van Lemberg naar Podhorodce kon reizen. Van der Leeuw was van mening dat het wel kon. Later in de maand, aldus de rechtbank, werd het steeds makkelijker zich te ver plaatsen. De stelling van Menten en zijn raadsman dat aan verklaringen van getuigen uit de Oostbloklanden geen geloof mag worden gehecht, en dat ze onbetrouwbaar zijn, omdat ze be trekking hebben op gebeurtenissen van zo lang geleden, acht de recht bank evenzeer ongegrond. Onder meer wijst ze erop dat aan de tegen strijdigheden de conclusie kan wor den verbonden „dat die verklarin gen juist niet zo zijn 'voorgebakken' en 'voorgekookt' als door verdachte Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan dat Menten, toen hij de hem ten laste gelegde misdrijven pleegde, lijn Nederlan derschap niet had verloren „door de verkrijging van een andere, bij voorbeeld de Poolse, nationaliteit". Aan de verklaringen van Menten omtrent zijn nationaliteit is vol gens de rechtbank „geen waarde te hechten, aangczTcn hij tijdens het onderzoek in deze strafzaak wisse lende standpunten heeft ingeno men". Ook de bewering^dat hij sinds 1941 statcnloos is, verwerpt de rechtbank. Met betrekking tot de vraag of Menten vóór of in juli 1941 in vreemde krijgs- of staatsdienst is getreden, neemt de rechtbank het standpunt in dat dit niet het geval is geweest. Ook op grond daarvan kan Menten zich er niet op beroe pen het Nederlanderschap verlo ren te hebben. Was dat wel het geval geweest, dan was de officier van justitie niet ontvankelijk ge weest, wat wil zeggen dat de recht bank zijn eis Menten te veroorde len, niet had kunnen honoreren. De rechtbank interpreteert het in 1947 ingevoerde artikel 27a van het Besluit buitengewoon strafrecht, dat in deze kwestie van belang is, zo, dat ook degenen die incidenteel diensten aan de vijand hebben ver leend, op grond van dat artikel veroordeeld kunnen worden. Volgens de rechtbank is er ook geen sprnkc van dal Meuten twee keer voor hetzelfde feit terecht staal, wat in strijd zou zijn met hel beginsel „uc bis in idem". In 1948 1949, aldus de rechtbank, werd Menten wrvolgd wegens onder meer hulpverlening aan de \ijanri en niet, zoals nu. „Ier zake van hel plegen van enig oorlogsmisdrijf en of misdrijf tegen de menselijkheid, waarbij het niet name gaal om deelneming aan twee massa-cxeeu- ties". Ook het argument dat in I9.il) en 1952 op grond van hel beginsel „nc bis in idem" uillevering van Meu ten aan Polen werd geweigerd, houdt volgens de rechtbank geen strek, omdat op grond van de wet telijke bepalingen daaruit niet lol niet-ontvankclijkhcid van de offi cier van justitie kan worden gecon cludeerd. Wel wordt bij deze juridische be spiegelingen aangetekend „dat ook naar het oordeel van de rechtbank een opsporingsonderzoek en. in dien daartoe voldoende gronden aanwezig zouden zijn gebleken, een vervolging van verdachte in de jaren vijftig verre de voorkeur zou hebben verdiend hoven de onder havige, pas in 1976 begonnen ver volging, in aanmerking genomen dat de feiten waarom het hier gaat reeds in 1941 hebben plaatsge vonden". en zijn raadsman bij voortduring is betoogd." Geld en goed Dat Menten. zoals hij herhaaldelijk heeft beweerd, veel goeds voor de joden in Polen heeft gedaan, vindt de rechtbank ongeloofwaardig. Zij stelt daartegenover „dat verdachte in deze procedure naar voren is ge komen als een man voor wie geld en goed in zijn leven een allesoverheer sende rol hebben gespeeld." Menten heeft, zo staat in het vonnis, ook „op uiterst cynische wijze" blijk gegeven van „geringschatting van, zo niet minachting voor zijn mede mensen. voor zover hij meent dat dezen zijn minderen zijn." „Dit door verdachte ook ter terecht zitting van zichzelf geschapen beeld", aldus het vonnis, „ls niet in strijd met het oordeel van de recht bank, dat hij zich aan het bewezen geachte heeft schuidig gemaakt, nog daargelaten dat voor het hande len van verdachte meer dan 36 jaar geleden beweegredenen kunnen hebben bestaan die thans niet meer te achterhalen zijn." Ook de „vele niet als juist te aan vaarden ontkenningen van verdach te" hebben bijgedragen „tot de over tuiging van de rechtbank dat aan de door verdachte volgehouden betui gingen van zijn onschuld geen waar de is te hechten." Gememoreerd worden „zijn ontken ning van zijn volstrekt ontoelaatba re relatie tot de Duitse bezetters." alsmede „zijn plotseling en soms meermalen veranderende en wisse lende standpunten zoals ten aanzien van zijn nationaliteit en de aard van het door hem gedragen uniform, en ten slotte zijn controleerbaar onjuis te verklaringen, waaronder die over zijn afstamming en familierelaties." Een lucratieve spaar- vorm. Een waardepapier dat gemakkelijk op de beurs verkoopbaar is. Voordeel voor spaarders die op de M'vervaldag - bijvoorbeeld door pensionering - in een lager fiscaal tarief vallen: de rente wordt nè de datum van uitkering pas belast. Een gemakkelijk overdraagbaar waardepapier en daardoor - in deze tijd van het jaar - ook een origineel cadéau. Verkrijgbaar bij alle NMB-kantoren. De introductiedatum is 15 december 1977* De looptijd is vast: 5 jaar en 135 dagen. Na de ver valdag betaalt de NMB u voor een coupure van 1.000 gulden L550 gulden terug. Vooral ook door de hoge rente dè spaarvorm om serieus te overwegen! Koopt ii na I6der<mbcrt977. dan betaalt u ook de inmiddels opgebouwde rrntf bij NEDERLANDSCHE MIDDENSTANDSBANK

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 9