'JJit rotzooi iets goeds maken' Een minister die het al te mooi maakte Het monster uit de ijskast Drente ziet de hoop vuil in Wijster liever niet verder groeien Wetenschap en techniek ERDAG 10 DECEMBER 1977 BINNENLAND Trouw/Kwartet 21 Roelof Bisschop van rotzooi iets goeds maken is plezierig werk door Jan Sloothaak WIJSTER Bijna een halve eeuw geleden snel- de „Den Haag" Drente te I hulp. Deze keer eens niet E de regering maar de stad P zelf, en de hulp was ook I nogal ongebruikelijk. Den Haag bood Drente al zijn vuil en afval aan. De Haagse Heren raak ten zo mooi hun afval probleem kwijt en Dren te kon het afval best ge bruiken. Het was in de tijd dat grote delen van de provincie wer den ontgonnen. Bij het dorp- j je Wijster zag men kans van het huisvuil compost te ma- ken, eeri goedje dat erg ge schikt was om de vroegere arme heidevelden te verrij- ken. Zo werd de VAM (NV Vuilafvoer Maatschappij) in 1931 geboren. Het ministerie van landbouw bezit de aan beten. uitgezonderd enkele die in handen van Drente zijn. Sindsdien heeft de VAM om een folder aan te halen -r- „nooit schoon genoeg van vuil" gekregen. Maar de tij den veranderen. Drente heeft er wèl genoeg van. De steeds wassende vuilstroom naar de met natuurschoon zo geze gende provincie mag niet wassen. Het moet blijven bij de achthonderduizend ton die nu uit alle landsdelen wordt aangevoerd. Alle pro vincies hebben daar bericht van gekregen. Roelof Bisschop (46) uit Tien deveen werkt nu vijftien jaar bij de VAM en hij heeft er nog altijd zin in. Hij begon als chauffeur en bedient de laat ste elf jaar een laadschop. Het is allemaal wel anders geworden, vertelt hij. De vuil nisemmers van weleer zijn al lengs verdwenen en hebben plaats gemaakt voor de plas tic zak. Ook de samenstelling van het afval is veranderd. Het verteringsproces wordt er door vertraagd en de werk nemers krijgen het ook al door de toenemende vuil stroom steeds drukker. Bisschop vindt het overigens wel bevredigend om werk te doen dat hij als zinvol er vaart. „Je maakt van rotzooi iets goed en bruikbaars. Dat werk plezierig." Andere wegen De VAM is bezig andere we gen in te slaan. Voor een deel omdat de hoeveelheid vuil groeit en de samenstelling anders is geworden. Nog een oorzaak is dat de milieu-eisen zwaarder worden. Behalve compost wil men in de toe komst ook andere stoffen te rugwinnen uit het vuil. Daar voor is een speciale VAM-re- cyling B.V. opgericht. Het maken van compost is ook een vorm van recycling (het terugbrengen in de kringloop van produktie, ge bruik en afval) Compost ont staat uit organisch materi aal, zoals groente-, fruit- en tuinafval. Dit vuil wordt simpel gezegd in Wijster op een hoop gegooid. Dat doet een tachtigtal mensen. Die krijgen echter steun van een miljoenenleger van klei ne levende wezentjes: micro organismen zoals bacteriën en schimmels. Ze gaan zo energiek aan. de slag dat het binnenste van de vuilnisbelt gaat broeien tot ongeveer tachtig graden. Na acht maanden is de compost ge vormd, een modderachtig spul dat erg geschikt is om weer humus in de bodem te krijgen. Na het begin in 1931 en de toepassing op de schrale, pas in cultuur gebrachte, land-, bouwgronden van Drente, is de VAM-compost allengs een andere weg gegaan. De land bouw krijgt nog maar vijf procent, de tuinbouw neemt vijftien procent af en tachtig procent komt terecht in de recreatieve sector. Menig tuinliefhebber koopt een zak compost voor zijn siertuintje en wie weet is dat ontstaan uit vuil dat hij zelf met de vuilnisman meegaf. Ook voor de aanleg van plantsoenen en sportvelden wordt het ge bruikt. Recreatie Voor de landbouw werd het te duur. Men kan dat ook omdraaien: het overheidsbe drijf VAM (vorig jaar ruim anderhalf miljoen gulden winst) zag kans om in de re creatieve sector hogere prij zen te bedingen. Een com merciële aanpak? „Welnee", zegt VAM-voorlichter H. Swinkels. Dat is ons wel eens verweten, maar het is gewoon een kwes tie van vraag en aanbod. An ders hadden we hogere kos ten in rekening moeten bren gen bij de gemeenten die ons hun vuil leveren, en het gaat er juist om dat de gemeenten hun vuil op een niet al te kostbare manier kwijt kun nen raken." Overigens neemt de land bouwsector sinds enige tijd weer meer af. Dat komt ook door de droge zomer van vo rig jaar. Dan wreekt zich het gebrek aan humus het sterkst, omdat humusarme gronden geen water kunnen vasthouden. „Als het een dro ge zomer is geweest zeggen wij altijd: het wordt weer een goed VAM-jaar." Volgens de heer Swinkels is er ook een algemene tendens in de land bouw om meer compost te gebruiken. In sommige stre ken verschraalt de grond steeds meer en ieder jaar moeten er grotere hoeveelhe den kunstmest worden ge strooid. Swinkels meent dat de overheid compostgebruik in de landbouw best zou kun nen stimuleren door subsi dies te geven Ander vuil De aanvoer naar de VAM is sinds 1969 meer dn verdub beld tot achthonderdduizend ton. Dit niettegenstaande dat Den Haag de gemeente van het eerste uur zelf tot verbranding van zijn vuil is overgegaan, De andere ge meenten zijn echter steeds meer vuil gaan produceren. Het is ook ander vuil gewor den, met meer materiaal dat niet tot compost kan worden verwerkt. De helft bestaat nog ijit organisch afval en uit de andere helft hoopt de VAM straks twintig procent papier, drie procent blik en twee procent plastic terug te winnen. Daarvoor is een ge heel nieuwe vuilscheidingsin- stallatie nodig. In Wijster hoopt de VAM eind volgend jaar zo'n recyclingfabriek te beginnen. Er lopen echter nog enkele bezwaren van mi lieugroepen. De VAM heeft de hoogte van de fabriek (waartegen bezwaar is) al te ruggebracht van 35 tot 25 me ter. In eerste instantie zal de nieuwe fabriek honderdtwin tig ton vuil voor zijn rekening nemen. Later gaat de VAM wellicht geheel over op dit systeem (dat de composte- ringsduur ook nog inkort). Bovendien wordt er gestu deerd op een derde VAM-be- drijf (naast Wijster en een veel kleiner bedrijf in het Brabantse Mierlo) „ergens in het zuiden". Met groen beplant Alle vuil dat niet verwerkt kan worden, wordt gestort op het tweehonderdvijftig hec tare- grote terrein in Wijster en vervolgens met groen be plant. Ook bij de recycling blijft er toch nog een vrij gro te hoeveelheid vuil over die niet bruikbaar is, zoals rub ber, glas, zand en steen. De VAM heeft al een proef laten nemen om steen te verpulve ren voor het maken van be ton. Een andere proef heeft betrekking op de winning van methaangas. Dr. J. Hoeks van het Instituut voor Cultuurtechniek en Water huishouding in Wageningen heeft aanwijzingen dat dit economisch haalbaar is en dat uit diverse afvalbulten gewonnen methaangas wel licht één tot twee procent van onze energiebehoefte kan dekken. Volgens de heer Swinkels zal de toepassing van recycling de milieubezwaren verminde ren. Dat lijkt ook wel nodig. De provincie Drente zit op sprong om in te grijpen. Dat kan pas écht als de inmiddels al aangenomen nieuwe Wet op de Afvalstoffen in werking treedt, en wanneer dat ge beurt is nog niet duidelijk. De wet geeft de provincies een belangrijke taak en er wordt van uitgegaan dat ie dere provincie in principe zijn eigen vuil moet kunnen verwerken. Provincie Nu is men nog aangewezen op de gemeenten via de weg van de hinderwetvergunnin gen en bestemmingsplannen. Drente heeft de andere pro vincies echter alvast een seintje gegeven. Noord-Hol land heeft te horen gekregen dat Drente liever niet ziet dat het vuil uit Kennemerland ook naar Wijster zal worden afgevoerd. In het Drentse provinciehuis kan men enig misnoegen beluisteren. „Het is toch te gek energievreten- de treinen (eigendom van de VAM zelf - J.S.) grote afstan den te laten rijden om je vuil bij een ander te deponeren. In Zaanstad is een vuilver brandingsinstallatie die maar op halve kracht werkt en het vuil van Kennemer land zou daar best terecht kunnen". De gemeenten leveren vaak liever aan de VAM omdat dit goedkoper is dan verbran den. Als de nieuwe wet een maal in werking is en Drente verbindt aan het verlenen van een vergunning voor waarden, zal dat kostenver hogend werken. Op het ogen blik kost afvoer naar de VAM ongeveer veertig gulden per' ton en verbranden kost tus sen de veertig en zeventig gulden. Ongecontroleerd storten komt op slechts vijf tien gulden, maar dit wordt bij de nieuwe wet verboden. De omgeving en het grond water worden hierdoor vaak sterk vervuild. Storten mag dan alleen nog gecontroleerd gebeuren en dat werkt ook kostenverhogend. 'Welletjes' Overigens vindt ook Drente het composteren op zich zelf nuttig. Men vindt echter dat het wat Wijster betreft nu welletjes is. Er wordt een toe nemende milieuverontreini ging gevreesd. De vuilnisbelt trekt ongedierte aan. De heer Swinkels wimpelt dit be zwaar weg. „Door intensieve bestrijding hebben we hier noch een ratten- noch een vliegenplaag". Kraaien die door het voedsel in het vuil worden aangetrok ken richten wel eens schade aan en er is voor de omwo nende boeren een schadever goedingsregeling. Ook meeu wen worden in grote aantal len aangetrokken. Zij eten daar rijke voedingsstoffen.en deponerep die dan weer via hun uitwerpselen in de Drentse veenplassen, die arm water bevatten. Het natuur lijke milieu verandert daar door geheel. De oorspronke lijke begroeiing die op de ar moede gedijt, wordt overwoe kerd door planten die voedsel vinden in het door de meeu wen verrijkte water. Hoewel er ook over stank wordt ge sproken, is er nog nooit een klacht over stankoverlast binnengekomen, aldus de heer Swinkels. „Het compos- teringsproces zoals dat hier wordt toegepast gebeurt wel maar stinkt niet". Vuil grondwater Wel is grondwatervervuiling aangetoond. De keileemlaag onder de stortplaats blijkt niet zo waterdicht te zijn als was verondersteld. Door ga ten en scheuren is het grond water vervuild en op twee honderd meter afstand van de stortplaats is dat aange toond. De regen spelt sommi ge afvalstoffen de grond in. Het nu in grondwater gevon den vuil moet in 1940 zijn ingespoeld en volgens de mi lieudeskundige Jan Hensel- mans (in het milieublad „Noorderbreedte") is te ver wachten dat het sindsdien nog doorgesijpelde vuil zich onherroepelijk over een gro tere afstand zal verspreiden. Het ICW (Instituut Cultuur techniek en Waterhuishou ding) te Wageningen stelt een onderzoek in. Zo heeft het op zich zelf nut tige proces in Wijster ook na delen. Op het ogenblik voe ren honderddertig gemeen ten met twee en een half mil joen inwoners (achttien pro cent van de bevolking) acht honderdduizend ton vuil bij wagonladingen tegelijk aan. Drente noemt dit het maxi mum, maar de VAM-directie gaat nog steeds uit van een toegestane miljoen ton. Men baseert dit op prognoses die met medeweten van Drente zijn gemaakt. Er wordt van uitgegaan dat Kennemer land en enkele Friese ge meenten cr nog bij komen en dat de al leverende gemeen ten in de toekomst ook meer vuil produceren dan tot nu toe. De provincie neemt dit echter niet voetstoots aan, al is men bereid in redelijkheid te praten. door J. G. A. Thijs Luisteren naar de NOS-radio tussen elf en twaalf uur 's avonds kan je soms te denken geven. Behalve de zich als vanzelf opdringende vraag waarom interessante gesprekken vaak op zo hinderlijke wijze worden onderbroken door weinig ter zake doende muziekjes kunnen er ook (om maar eens een vervelend mode woord te gebruiken) „inhoudelijke" vragen rijzen. Dat was deze week het geval toen de a.r. mr. J. N. Scholten, nu Kamerlid voor het CDA, meedeel de dat het optreden van de kabinets formateur op die dag „de twijfels bij hem had versterkt". Scholt^n had het duidelijk over „twijfels" (meer voud), en toen kwam althans bij deze luisteraar de vraag op: kun je wel meervoudig twijfelen, is één twijfel niet het hoogst bereikbare? De vraag werd nog klemmender, toen nog geen 24 uur later opnieuw een CDA- Kamerlid van a.r. huize, mr G. C. van- Dam, in het meervoud bleek te twij felen, nu in een uitzending van Den Haag Vandaag-tv. Een antwoord op de vraag heb ik gezocht bij twee taalkundige autori teiten. De dikke Van Dale acht in één van de vier gegeven betekenis sen van het woord het meervoud mogelijk, en die betekenis komt erg dicht in de buurt van wat, naar ik aanneem, Scholten en Van Dam voor ogen stond. Koenen-Endepols vindt zonder meer dat „twijfel" in het meervoud mag, maar zet me wel op een onverwacht spoor: het twijfe len in het meervoud blijkt een rooms insluipsel te zijn, het moet afkomstig zijn uit het r.k. taalgebruik. Dat spoor kan ik verder volgen in het katholieke deel van de „Encyclope die van het Christendom". Volgens de schrijver van het stukje dat in dat boek gaat over de „toestand van de geest waarin deze zijn oordeel over iets opschort" bestaan er verschil lende twijfels: methodische twijfel, sceptische twijfel en geloofstwijfel. Zo zie je hoe ook de taal van bekende a.r. Kamerleden niet van paapse smetten vrij kan blijven. Nu ik het toch over taal heb, behalve het al gesignaleerde woord „loyalis ten" (Kamerleden die het kabinet weliswaar niet uitdrukkelijk steunen maar het ook niet zullen wegstem- Generaal H. P. Staal men), deed nog een naar nieuw woord de ronde: „gedoogsteun", waarmee dan de houding van de hiervoor genoemde parlementariërs bedoeld wordt. Ook valt te vermel den dat een minister (van onderwijs) het gewoon heeft over „instroom" van studenten en dat ik de laatste tijd herhaaldelijk het woord „wan- succes" (voor mijn besef een wange drocht) tegenkwam. Overigens'is verzet tegen nieuwe woorden er vroeger ook geweest, zij het niet altijd met succes. Nog in 1938 schreef de vroegere Kamero verzichtschrijver van het Handels blad, C. K. Elout, dat de uitdrukking „kabinet van kraakporselein", waar mee het in 1905 opgetreden zeer zwakke kabinet-De Meester vaak aangeduid werd, „onjuist maar toch gebruikelijk geworden" was. Inmid dels is de figuurlijke betekenis van „kraakporselein" (naast de letterlij ke van: Chinees porselein in de ze ventiende eeuw voor de export ge maakt) zo ingeburgerd dat de bete kenis „zwak, teer, zeer breekbaar" nu gewoon in Van Dale staat. Het „kabinet van kraakporselein" bleek met die naam overigens wel raak getypeerd; het rustte op een zeer smalle basis (Unie-Liberalen en Vrijzinnig Democraten), de premier leek in tegenstelling tot zijn over heersende voorganger Kuyper een „gewoon mens" en dat gold ook voor de meeste andere ministers. Slechts de minister van oorlog, generaal H. P. Staal, viel echt op. Volgens Elout was hij rondborstig en zeer welspre kend. maar ook kinderlijk ijdel en vaak maakte hij het al te mooi. Toen hij zijn eerste toespraak tot de Ka mer hield wendde hij zich met een pathetisch gebaar eerst tot de „vrij zinnige kant" en zei dat hij zijn taak zou volbrengen „steunend op u mij ne heren" en vervolgens, met een zwierige zwaai naar de rechterzijde; „met uw medewerking, mijne he ren" en ging toen voldaan zitten. Staal's naam zal verbonden blijven aan wat wel de eerste „nacht" in ons parlement geweest zal zijn: de dis cussies over de oorlogsbegroting-op 21 december 1906 duurden tot na middernacht en leken te zullen ein digen in verwerping. Ver na éèn uur ging de Kamer na rumoerige debat ten toch akkoord. De afloop van „de nacht van Staal" voorkwam niet dat de minister drie maanden later toch voortijdig aftrad toen de Eerste Ka mer zijn begroting verwierp. Het lot van het hele kraakporseleinen kabi net werd toen eigenlijk al bezegeld maar het bleef nog tot begin 1908. door Rob Foppema Ergens halverwege een tergend lang durende interven tie in de universiteitsraad van de gemeentelijke univer siteit van Amsterdam heeft deze week niemand minder dan Sinterklaas zelve het „DNA-monster" demonstra tief verbannen naar de ijskast. Het was laat dag. De Sint velde zijn vonnis op de avond van 6 december, een tijdstip waarop hij in andere jaren al lang en breed op de retourboot naar Spanje zit. De raad was dan ook niet onder de indruk. Met 27 tegen 6 stemmen kreeg het omstreden erfelijkheidsondeizoek. onder een reeks van beperkende voorwaarden, groen licht. Dat betekende meer en minder dan het op het eerste gezicht kon lijken. Het betekende niet dat het onderzoek aan de uni versiteit van Amsterdam bin nen afzienbare tijd kan worden aangevangen. Maar het was wel een ontwikkeling van meer dan plaatselijke betekenis. De raad bedoelde met zijn besluit nadrukkelijk, binnen de demo cratische grenzen, invloed uit te oefenen op de nationale be leidsvorming. De voorgeschiedenis in vogel vlucht: in 1974 realiseert een aantal Amerikaanse biologen zich dat nieuwe technieken om erfelijke eigenschappen van mensen, dieren of planten in te vlechten tussen die van bacte riën of virussen, gevolgen kan hebben die niet zijn te over zien. Met als spookbeeld de ontsnapte darmbacterie die van kanker een besmettelijke ziekte zou maken, roept hun woordvoerder Paul Berg zijn collega's op om de experimen ten internationaal te staken tot over de risico's ordelijk is nagedacht. Dat gebeurt op een internatio nale conferentie die richtlijnen opstelt voor onderzoek van verschillende risicoklassen. Een daarop gebaseerd stelsel van normen wordt door de Amerikaanse subsidiegevende instantie (NIH) voor het door haar bestreken onderzoek bin dend opgelegd. Intussen wordt tot in gemeenteraden bespro ken of universiteit X de plaat selijke bevolking aan het reste rende onbekende risico mag blootstellen, terwijl een nationale wetgeving op stapel wordt gezet die ook het indu striële onderzoek zal be- •strijken. Akademie De ontwikkeling in andere lan den volgt dezelfde lijnen in verschillende tempo's. Op ver zoek van minister Trip stelt de Koninklijke Nederlandse Aka demie van Wetenschappen voorjaar 1976 een commissie van deskundige en deels be trokken professoren in om hem van advies te dienen. Deze „akademie-commissie" adviseert in haar eerste rap port (maart 1977) tot een wet telijke regeling. Maar de com missie vindt dat de weten schap daar niet op kan wach ten. Zij regelt al vast met on derzoekers en hun universi teitsbestuur de voorwaarden waarop deze meteen aan de slag kunnen. Wanneer voor een dergelijke „overeenkomst tussen heren" ook commissielid professor Piet Borst in aanmerking wil komen, spitst de kritiek op deze brede taakopvatting van de akademie-commissie zich toe. Niet alleen vragen critici- zich af hoe Borst in zijn Jan Swammerdaminstituut het naar buiten komen van ver- knutselde bacteriën wil ver hinderen terwijl kakkerlakken er sinds jaar en dag vrij in en uit kunnen lopen. De vraag rijst of het wenselijk of zelfs netjes is dat één commissie de regering adviseert, het beoog de beleid vast uitvoert, en daarbij onder andere toezicht houdt op het werk van haar eigen leden. Intussen was de discussie wat ingewikkelder geworden. Borst verdedigde de stelling dat het door hem beoogde on derzoek in het geheel geen risi co's inhield. Wie het anders zag, had geen fluit begrepen van bacteriën. Uiteraard zou hij zich tóch houden aan de veiligheidsnormen, maar het hele gedoe illustreerde voor hem dat je dit soort moeilijke zaken moet overlaten aan des-, kundigen (bijvoorbeeld de akademie-commissie). Afge zien van wetenschappelijk ge lijk of ongelijk, was dit stand punt zo moeilijk te rijmen met de hele voorgeschiedenis, dat het eerder vervreemdend dan constructief heeft gewerkt. Afwegen Aan de andere kant van het toneel werd gesteld dat de aan vaarding van een (klein) risico op (mogelijk massale) maat schappelijke schade, een poli tieke beslissing hoort te zijn. Een beslissing waarbij het maatschappelijk nut en de maatschappelijke (en ethi sche) aanvaardbaarheid van de te verwachten resultaten te gen het risico worden afgewo gen. Het Inzicht dat die afwe ging bij het parlement thuis hoort, ontstond na series schriftelijke vragen van het toenmalige Tweede-Kamerlid Van Kuijen (PPR). Maar intussen zat de regering letterlijk onthand, want bij ge brek aan een wet kon zij voor alsnog niets dwingend regelen. Zij werkt aan een breder sa mengestelde opvolger voor de academie-commissie. En zij vindt dat „in de tussentijd de verantwoordelijke instanties de grootst mogelijke terughou dendheid dienen te betrach ten." De interpretaties van deze formulering lopen uiteen van „geen onderzoek zolang er geen wet is" via „geen onder zoek zolang er geen parlemen tair debat is geweest" tot „doorgaan en je precies hou den aan de aanwijzingen van de academie-commissie." In deze mistige situatie heeft nu de universiteit van Amster dam haar eigen concrete verta ling van „de grootst mogelijke terughoudendheid" op tafel gelegd. Onderzoek in de laag ste twee (van de vier) risico klassen mag, mits aan een for se serie voorwaarden is vol daan. Politiek boeiend is dat het college van bestuur de vei ligheidscontrole ten dele de mocratiseert, ten dele in eigen hand houdt, maar op dit punt in geen geval zaken wil doen met de academie-commissie of haar opvolger. De commissie mag uitmaken in welke klasse een experiment valt en kwali teitseisen voor de betrokken onderzoekers opstellen, maar de controle op de uitvoering moet in een andere hand liggen. Hinderwet Een ander principieel punt is de samenwerking met de afde ling Hinderwet van de gemeen te. De procedure van de Hin derwet. verouderd als die is, voorziet wel in de mogelijkheid van inspraak en bezwaar schrift van omwonenden, en daarmee in de maatschappelij ke afweging van belang en risi co op het locale niveau. Verder worden de arbeidsinspectie, de regionale inspectie volksge zondheid en de plaatselijke brandweer betrokken bij de in richting van de speciale labo ratoriumruimte en andere voorzieningen. Het kan zeer wel blijken dat die ruimte er gens anders zal moeten komen dan in het Jan Swammerdam instituut, verklaarde mr. G. P. J. Cammelbeeck desgevraagd namens het college van bestuur. Valt dit alles nu te rijmen met de „grootst mogelijke terug houdendheid"? Mr. Cammel beeck vindt van wel. Er moet nog zo veel geregeld worden, dat het feitelijke onderzoek wel niet zal beginnen voordat de principiële meningsvor ming zich in de Tweede Kamer heeft afgespeeld. Er staat zelfs nog geen geld voor te treffen voorzieningen op de universi taire begroting. Het Amster damse besluit heeft niet in de laatste plaats een opvoedkun dige betekenis. Het biedt zich aan als model voor de te on- werpen landelijke regeling. Coen Kleisen, die als bioche micus en lid van de universi teitsraad een belangrijk aan deel had in de totstandko ming, onderstreepte dat in een motie waarin het college van bestuur gevraagd werd, met spoed naar de vaste Kamer commissie voor wetenschaps beleid te stappen om daar de Amsterdamse visie toe te lich ten. Hij bedoelde dat, zei hij, als tegenwicht tegen het krachtige lobby-werk waarmee de academie-commissie in het parlement en elders bezig is. De motle-Klelsen werd door de Amsterdamse universiteits raad met algemene stemmen aangenomen. Intussen staat het onderzoek internationaal allesbehalve stil. En de ironie wil dat de laatste resultaten de positie versterken van de biochemici die vinden dat het niet zo'n vaart loopt met die risico's. Het vertaalsysteem voor erfe lijke informatie blijkt bij hoge re diersoorten in een aantal gevallen veel Ingewikkelder dan bij bacteriën. Dat zou be-- tekenen dat Je bij een bacterie wel van alles kunt inbouwen, maar dat het toch niet werkt. Dat zou in overeenstemming zijn met de tot nog toe opgeda ne ervaring. Want de Amerika nen die vorige maand voor het eerst verknutselde bacteriën een menselijk hormoon lieten produceren, gebruikten een trucje dat nauwelijks voor an dere toepassingen dan dat ene (eenvoudige) hormoon bruik baar is.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 21