'JJit rotzooi iets goeds maken'
Een minister die het al te mooi maakte
Het monster
uit de ijskast
Drente ziet de hoop vuil in Wijster liever niet verder groeien
Wetenschap en techniek
ERDAG 10 DECEMBER 1977
BINNENLAND
Trouw/Kwartet
21
Roelof Bisschop van rotzooi iets goeds maken is plezierig werk
door Jan Sloothaak
WIJSTER Bijna een
halve eeuw geleden snel-
de „Den Haag" Drente te
I hulp. Deze keer eens niet
E de regering maar de stad
P zelf, en de hulp was ook
I nogal ongebruikelijk.
Den Haag bood Drente
al zijn vuil en afval aan.
De Haagse Heren raak
ten zo mooi hun afval
probleem kwijt en Dren
te kon het afval best ge
bruiken.
Het was in de tijd dat grote
delen van de provincie wer
den ontgonnen. Bij het dorp-
j je Wijster zag men kans van
het huisvuil compost te ma-
ken, eeri goedje dat erg ge
schikt was om de vroegere
arme heidevelden te verrij-
ken. Zo werd de VAM (NV
Vuilafvoer Maatschappij) in
1931 geboren. Het ministerie
van landbouw bezit de aan
beten. uitgezonderd enkele
die in handen van Drente
zijn.
Sindsdien heeft de VAM
om een folder aan te halen -r-
„nooit schoon genoeg van
vuil" gekregen. Maar de tij
den veranderen. Drente heeft
er wèl genoeg van. De steeds
wassende vuilstroom naar de
met natuurschoon zo geze
gende provincie mag niet
wassen. Het moet blijven bij
de achthonderduizend ton
die nu uit alle landsdelen
wordt aangevoerd. Alle pro
vincies hebben daar bericht
van gekregen.
Roelof Bisschop (46) uit Tien
deveen werkt nu vijftien jaar
bij de VAM en hij heeft er nog
altijd zin in. Hij begon als
chauffeur en bedient de laat
ste elf jaar een laadschop.
Het is allemaal wel anders
geworden, vertelt hij. De vuil
nisemmers van weleer zijn al
lengs verdwenen en hebben
plaats gemaakt voor de plas
tic zak. Ook de samenstelling
van het afval is veranderd.
Het verteringsproces wordt
er door vertraagd en de werk
nemers krijgen het ook al
door de toenemende vuil
stroom steeds drukker.
Bisschop vindt het overigens
wel bevredigend om werk te
doen dat hij als zinvol er
vaart. „Je maakt van rotzooi
iets goed en bruikbaars. Dat
werk plezierig."
Andere wegen
De VAM is bezig andere we
gen in te slaan. Voor een deel
omdat de hoeveelheid vuil
groeit en de samenstelling
anders is geworden. Nog een
oorzaak is dat de milieu-eisen
zwaarder worden. Behalve
compost wil men in de toe
komst ook andere stoffen te
rugwinnen uit het vuil. Daar
voor is een speciale VAM-re-
cyling B.V. opgericht.
Het maken van compost is
ook een vorm van recycling
(het terugbrengen in de
kringloop van produktie, ge
bruik en afval) Compost ont
staat uit organisch materi
aal, zoals groente-, fruit- en
tuinafval. Dit vuil wordt
simpel gezegd in Wijster
op een hoop gegooid. Dat
doet een tachtigtal mensen.
Die krijgen echter steun van
een miljoenenleger van klei
ne levende wezentjes: micro
organismen zoals bacteriën
en schimmels. Ze gaan zo
energiek aan. de slag dat het
binnenste van de vuilnisbelt
gaat broeien tot ongeveer
tachtig graden. Na acht
maanden is de compost ge
vormd, een modderachtig
spul dat erg geschikt is om
weer humus in de bodem te
krijgen.
Na het begin in 1931 en de
toepassing op de schrale, pas
in cultuur gebrachte, land-,
bouwgronden van Drente, is
de VAM-compost allengs een
andere weg gegaan. De land
bouw krijgt nog maar vijf
procent, de tuinbouw neemt
vijftien procent af en tachtig
procent komt terecht in de
recreatieve sector. Menig
tuinliefhebber koopt een zak
compost voor zijn siertuintje
en wie weet is dat ontstaan
uit vuil dat hij zelf met de
vuilnisman meegaf. Ook voor
de aanleg van plantsoenen en
sportvelden wordt het ge
bruikt.
Recreatie
Voor de landbouw werd het
te duur. Men kan dat ook
omdraaien: het overheidsbe
drijf VAM (vorig jaar ruim
anderhalf miljoen gulden
winst) zag kans om in de re
creatieve sector hogere prij
zen te bedingen. Een com
merciële aanpak? „Welnee",
zegt VAM-voorlichter H.
Swinkels.
Dat is ons wel eens verweten,
maar het is gewoon een kwes
tie van vraag en aanbod. An
ders hadden we hogere kos
ten in rekening moeten bren
gen bij de gemeenten die ons
hun vuil leveren, en het gaat
er juist om dat de gemeenten
hun vuil op een niet al te
kostbare manier kwijt kun
nen raken."
Overigens neemt de land
bouwsector sinds enige tijd
weer meer af. Dat komt ook
door de droge zomer van vo
rig jaar. Dan wreekt zich het
gebrek aan humus het
sterkst, omdat humusarme
gronden geen water kunnen
vasthouden. „Als het een dro
ge zomer is geweest zeggen
wij altijd: het wordt weer een
goed VAM-jaar." Volgens de
heer Swinkels is er ook een
algemene tendens in de land
bouw om meer compost te
gebruiken. In sommige stre
ken verschraalt de grond
steeds meer en ieder jaar
moeten er grotere hoeveelhe
den kunstmest worden ge
strooid. Swinkels meent dat
de overheid compostgebruik
in de landbouw best zou kun
nen stimuleren door subsi
dies te geven
Ander vuil
De aanvoer naar de VAM is
sinds 1969 meer dn verdub
beld tot achthonderdduizend
ton. Dit niettegenstaande
dat Den Haag de gemeente
van het eerste uur zelf tot
verbranding van zijn vuil is
overgegaan, De andere ge
meenten zijn echter steeds
meer vuil gaan produceren.
Het is ook ander vuil gewor
den, met meer materiaal dat
niet tot compost kan worden
verwerkt. De helft bestaat
nog ijit organisch afval en uit
de andere helft hoopt de
VAM straks twintig procent
papier, drie procent blik en
twee procent plastic terug te
winnen. Daarvoor is een ge
heel nieuwe vuilscheidingsin-
stallatie nodig. In Wijster
hoopt de VAM eind volgend
jaar zo'n recyclingfabriek te
beginnen. Er lopen echter
nog enkele bezwaren van mi
lieugroepen. De VAM heeft
de hoogte van de fabriek
(waartegen bezwaar is) al te
ruggebracht van 35 tot 25 me
ter. In eerste instantie zal de
nieuwe fabriek honderdtwin
tig ton vuil voor zijn rekening
nemen. Later gaat de VAM
wellicht geheel over op dit
systeem (dat de composte-
ringsduur ook nog inkort).
Bovendien wordt er gestu
deerd op een derde VAM-be-
drijf (naast Wijster en een
veel kleiner bedrijf in het
Brabantse Mierlo) „ergens in
het zuiden".
Met groen beplant
Alle vuil dat niet verwerkt
kan worden, wordt gestort op
het tweehonderdvijftig hec
tare- grote terrein in Wijster
en vervolgens met groen be
plant. Ook bij de recycling
blijft er toch nog een vrij gro
te hoeveelheid vuil over die
niet bruikbaar is, zoals rub
ber, glas, zand en steen. De
VAM heeft al een proef laten
nemen om steen te verpulve
ren voor het maken van be
ton. Een andere proef heeft
betrekking op de winning
van methaangas. Dr. J.
Hoeks van het Instituut voor
Cultuurtechniek en Water
huishouding in Wageningen
heeft aanwijzingen dat dit
economisch haalbaar is en
dat uit diverse afvalbulten
gewonnen methaangas wel
licht één tot twee procent
van onze energiebehoefte
kan dekken.
Volgens de heer Swinkels zal
de toepassing van recycling
de milieubezwaren verminde
ren. Dat lijkt ook wel nodig.
De provincie Drente zit op
sprong om in te grijpen. Dat
kan pas écht als de inmiddels
al aangenomen nieuwe Wet
op de Afvalstoffen in werking
treedt, en wanneer dat ge
beurt is nog niet duidelijk.
De wet geeft de provincies
een belangrijke taak en er
wordt van uitgegaan dat ie
dere provincie in principe
zijn eigen vuil moet kunnen
verwerken.
Provincie
Nu is men nog aangewezen
op de gemeenten via de weg
van de hinderwetvergunnin
gen en bestemmingsplannen.
Drente heeft de andere pro
vincies echter alvast een
seintje gegeven. Noord-Hol
land heeft te horen gekregen
dat Drente liever niet ziet dat
het vuil uit Kennemerland
ook naar Wijster zal worden
afgevoerd. In het Drentse
provinciehuis kan men enig
misnoegen beluisteren. „Het
is toch te gek energievreten-
de treinen (eigendom van de
VAM zelf - J.S.) grote afstan
den te laten rijden om je vuil
bij een ander te deponeren.
In Zaanstad is een vuilver
brandingsinstallatie die
maar op halve kracht werkt
en het vuil van Kennemer
land zou daar best terecht
kunnen".
De gemeenten leveren vaak
liever aan de VAM omdat dit
goedkoper is dan verbran
den. Als de nieuwe wet een
maal in werking is en Drente
verbindt aan het verlenen
van een vergunning voor
waarden, zal dat kostenver
hogend werken. Op het ogen
blik kost afvoer naar de VAM
ongeveer veertig gulden per'
ton en verbranden kost tus
sen de veertig en zeventig
gulden. Ongecontroleerd
storten komt op slechts vijf
tien gulden, maar dit wordt
bij de nieuwe wet verboden.
De omgeving en het grond
water worden hierdoor vaak
sterk vervuild. Storten mag
dan alleen nog gecontroleerd
gebeuren en dat werkt ook
kostenverhogend.
'Welletjes'
Overigens vindt ook Drente
het composteren op zich zelf
nuttig. Men vindt echter dat
het wat Wijster betreft nu
welletjes is. Er wordt een toe
nemende milieuverontreini
ging gevreesd. De vuilnisbelt
trekt ongedierte aan. De heer
Swinkels wimpelt dit be
zwaar weg. „Door intensieve
bestrijding hebben we hier
noch een ratten- noch een
vliegenplaag".
Kraaien die door het voedsel
in het vuil worden aangetrok
ken richten wel eens schade
aan en er is voor de omwo
nende boeren een schadever
goedingsregeling. Ook meeu
wen worden in grote aantal
len aangetrokken. Zij eten
daar rijke voedingsstoffen.en
deponerep die dan weer via
hun uitwerpselen in de
Drentse veenplassen, die arm
water bevatten. Het natuur
lijke milieu verandert daar
door geheel. De oorspronke
lijke begroeiing die op de ar
moede gedijt, wordt overwoe
kerd door planten die voedsel
vinden in het door de meeu
wen verrijkte water. Hoewel
er ook over stank wordt ge
sproken, is er nog nooit een
klacht over stankoverlast
binnengekomen, aldus de
heer Swinkels. „Het compos-
teringsproces zoals dat hier
wordt toegepast gebeurt wel
maar stinkt niet".
Vuil grondwater
Wel is grondwatervervuiling
aangetoond. De keileemlaag
onder de stortplaats blijkt
niet zo waterdicht te zijn als
was verondersteld. Door ga
ten en scheuren is het grond
water vervuild en op twee
honderd meter afstand van
de stortplaats is dat aange
toond. De regen spelt sommi
ge afvalstoffen de grond in.
Het nu in grondwater gevon
den vuil moet in 1940 zijn
ingespoeld en volgens de mi
lieudeskundige Jan Hensel-
mans (in het milieublad
„Noorderbreedte") is te ver
wachten dat het sindsdien
nog doorgesijpelde vuil zich
onherroepelijk over een gro
tere afstand zal verspreiden.
Het ICW (Instituut Cultuur
techniek en Waterhuishou
ding) te Wageningen stelt een
onderzoek in.
Zo heeft het op zich zelf nut
tige proces in Wijster ook na
delen. Op het ogenblik voe
ren honderddertig gemeen
ten met twee en een half mil
joen inwoners (achttien pro
cent van de bevolking) acht
honderdduizend ton vuil bij
wagonladingen tegelijk aan.
Drente noemt dit het maxi
mum, maar de VAM-directie
gaat nog steeds uit van een
toegestane miljoen ton. Men
baseert dit op prognoses die
met medeweten van Drente
zijn gemaakt. Er wordt van
uitgegaan dat Kennemer
land en enkele Friese ge
meenten cr nog bij komen en
dat de al leverende gemeen
ten in de toekomst ook meer
vuil produceren dan tot nu
toe. De provincie neemt dit
echter niet voetstoots aan, al
is men bereid in redelijkheid
te praten.
door J. G. A. Thijs
Luisteren naar de NOS-radio tussen
elf en twaalf uur 's avonds kan je
soms te denken geven. Behalve de
zich als vanzelf opdringende vraag
waarom interessante gesprekken
vaak op zo hinderlijke wijze worden
onderbroken door weinig ter zake
doende muziekjes kunnen er ook
(om maar eens een vervelend mode
woord te gebruiken) „inhoudelijke"
vragen rijzen. Dat was deze week het
geval toen de a.r. mr. J. N. Scholten,
nu Kamerlid voor het CDA, meedeel
de dat het optreden van de kabinets
formateur op die dag „de twijfels bij
hem had versterkt". Scholt^n had
het duidelijk over „twijfels" (meer
voud), en toen kwam althans bij deze
luisteraar de vraag op: kun je wel
meervoudig twijfelen, is één twijfel
niet het hoogst bereikbare? De vraag
werd nog klemmender, toen nog
geen 24 uur later opnieuw een CDA-
Kamerlid van a.r. huize, mr G. C. van-
Dam, in het meervoud bleek te twij
felen, nu in een uitzending van Den
Haag Vandaag-tv.
Een antwoord op de vraag heb ik
gezocht bij twee taalkundige autori
teiten. De dikke Van Dale acht in
één van de vier gegeven betekenis
sen van het woord het meervoud
mogelijk, en die betekenis komt erg
dicht in de buurt van wat, naar ik
aanneem, Scholten en Van Dam
voor ogen stond. Koenen-Endepols
vindt zonder meer dat „twijfel" in
het meervoud mag, maar zet me wel
op een onverwacht spoor: het twijfe
len in het meervoud blijkt een rooms
insluipsel te zijn, het moet afkomstig
zijn uit het r.k. taalgebruik. Dat
spoor kan ik verder volgen in het
katholieke deel van de „Encyclope
die van het Christendom". Volgens
de schrijver van het stukje dat in dat
boek gaat over de „toestand van de
geest waarin deze zijn oordeel over
iets opschort" bestaan er verschil
lende twijfels: methodische twijfel,
sceptische twijfel en geloofstwijfel.
Zo zie je hoe ook de taal van bekende
a.r. Kamerleden niet van paapse
smetten vrij kan blijven.
Nu ik het toch over taal heb, behalve
het al gesignaleerde woord „loyalis
ten" (Kamerleden die het kabinet
weliswaar niet uitdrukkelijk steunen
maar het ook niet zullen wegstem-
Generaal H. P. Staal
men), deed nog een naar nieuw
woord de ronde: „gedoogsteun",
waarmee dan de houding van de
hiervoor genoemde parlementariërs
bedoeld wordt. Ook valt te vermel
den dat een minister (van onderwijs)
het gewoon heeft over „instroom"
van studenten en dat ik de laatste
tijd herhaaldelijk het woord „wan-
succes" (voor mijn besef een wange
drocht) tegenkwam.
Overigens'is verzet tegen nieuwe
woorden er vroeger ook geweest, zij
het niet altijd met succes. Nog in
1938 schreef de vroegere Kamero
verzichtschrijver van het Handels
blad, C. K. Elout, dat de uitdrukking
„kabinet van kraakporselein", waar
mee het in 1905 opgetreden zeer
zwakke kabinet-De Meester vaak
aangeduid werd, „onjuist maar toch
gebruikelijk geworden" was. Inmid
dels is de figuurlijke betekenis van
„kraakporselein" (naast de letterlij
ke van: Chinees porselein in de ze
ventiende eeuw voor de export ge
maakt) zo ingeburgerd dat de bete
kenis „zwak, teer, zeer breekbaar"
nu gewoon in Van Dale staat.
Het „kabinet van kraakporselein"
bleek met die naam overigens wel
raak getypeerd; het rustte op een
zeer smalle basis (Unie-Liberalen en
Vrijzinnig Democraten), de premier
leek in tegenstelling tot zijn over
heersende voorganger Kuyper een
„gewoon mens" en dat gold ook voor
de meeste andere ministers. Slechts
de minister van oorlog, generaal H.
P. Staal, viel echt op. Volgens Elout
was hij rondborstig en zeer welspre
kend. maar ook kinderlijk ijdel en
vaak maakte hij het al te mooi. Toen
hij zijn eerste toespraak tot de Ka
mer hield wendde hij zich met een
pathetisch gebaar eerst tot de „vrij
zinnige kant" en zei dat hij zijn taak
zou volbrengen „steunend op u mij
ne heren" en vervolgens, met een
zwierige zwaai naar de rechterzijde;
„met uw medewerking, mijne he
ren" en ging toen voldaan zitten.
Staal's naam zal verbonden blijven
aan wat wel de eerste „nacht" in ons
parlement geweest zal zijn: de dis
cussies over de oorlogsbegroting-op
21 december 1906 duurden tot na
middernacht en leken te zullen ein
digen in verwerping. Ver na éèn uur
ging de Kamer na rumoerige debat
ten toch akkoord. De afloop van „de
nacht van Staal" voorkwam niet dat
de minister drie maanden later toch
voortijdig aftrad toen de Eerste Ka
mer zijn begroting verwierp. Het lot
van het hele kraakporseleinen kabi
net werd toen eigenlijk al bezegeld
maar het bleef nog tot begin 1908.
door Rob Foppema
Ergens halverwege een tergend lang durende interven
tie in de universiteitsraad van de gemeentelijke univer
siteit van Amsterdam heeft deze week niemand minder
dan Sinterklaas zelve het „DNA-monster" demonstra
tief verbannen naar de ijskast. Het was laat dag. De
Sint velde zijn vonnis op de avond van 6 december, een
tijdstip waarop hij in andere jaren al lang en breed op
de retourboot naar Spanje zit. De raad was dan ook
niet onder de indruk. Met 27 tegen 6 stemmen kreeg het
omstreden erfelijkheidsondeizoek. onder een reeks van
beperkende voorwaarden, groen licht.
Dat betekende meer en minder
dan het op het eerste gezicht
kon lijken. Het betekende niet
dat het onderzoek aan de uni
versiteit van Amsterdam bin
nen afzienbare tijd kan worden
aangevangen. Maar het was
wel een ontwikkeling van meer
dan plaatselijke betekenis. De
raad bedoelde met zijn besluit
nadrukkelijk, binnen de demo
cratische grenzen, invloed uit
te oefenen op de nationale be
leidsvorming.
De voorgeschiedenis in vogel
vlucht: in 1974 realiseert een
aantal Amerikaanse biologen
zich dat nieuwe technieken om
erfelijke eigenschappen van
mensen, dieren of planten in te
vlechten tussen die van bacte
riën of virussen, gevolgen kan
hebben die niet zijn te over
zien. Met als spookbeeld de
ontsnapte darmbacterie die
van kanker een besmettelijke
ziekte zou maken, roept hun
woordvoerder Paul Berg zijn
collega's op om de experimen
ten internationaal te staken
tot over de risico's ordelijk is
nagedacht.
Dat gebeurt op een internatio
nale conferentie die richtlijnen
opstelt voor onderzoek van
verschillende risicoklassen.
Een daarop gebaseerd stelsel
van normen wordt door de
Amerikaanse subsidiegevende
instantie (NIH) voor het door
haar bestreken onderzoek bin
dend opgelegd. Intussen wordt
tot in gemeenteraden bespro
ken of universiteit X de plaat
selijke bevolking aan het reste
rende onbekende risico
mag blootstellen, terwijl een
nationale wetgeving op stapel
wordt gezet die ook het indu
striële onderzoek zal be-
•strijken.
Akademie
De ontwikkeling in andere lan
den volgt dezelfde lijnen in
verschillende tempo's. Op ver
zoek van minister Trip stelt de
Koninklijke Nederlandse Aka
demie van Wetenschappen
voorjaar 1976 een commissie
van deskundige en deels be
trokken professoren in om
hem van advies te dienen.
Deze „akademie-commissie"
adviseert in haar eerste rap
port (maart 1977) tot een wet
telijke regeling. Maar de com
missie vindt dat de weten
schap daar niet op kan wach
ten. Zij regelt al vast met on
derzoekers en hun universi
teitsbestuur de voorwaarden
waarop deze meteen aan de
slag kunnen.
Wanneer voor een dergelijke
„overeenkomst tussen heren"
ook commissielid professor
Piet Borst in aanmerking wil
komen, spitst de kritiek op
deze brede taakopvatting van
de akademie-commissie zich
toe. Niet alleen vragen critici-
zich af hoe Borst in zijn Jan
Swammerdaminstituut het
naar buiten komen van ver-
knutselde bacteriën wil ver
hinderen terwijl kakkerlakken
er sinds jaar en dag vrij in en
uit kunnen lopen. De vraag
rijst of het wenselijk of zelfs
netjes is dat één commissie de
regering adviseert, het beoog
de beleid vast uitvoert, en
daarbij onder andere toezicht
houdt op het werk van haar
eigen leden.
Intussen was de discussie wat
ingewikkelder geworden.
Borst verdedigde de stelling
dat het door hem beoogde on
derzoek in het geheel geen risi
co's inhield. Wie het anders
zag, had geen fluit begrepen
van bacteriën. Uiteraard zou
hij zich tóch houden aan de
veiligheidsnormen, maar het
hele gedoe illustreerde voor
hem dat je dit soort moeilijke
zaken moet overlaten aan des-,
kundigen (bijvoorbeeld de
akademie-commissie). Afge
zien van wetenschappelijk ge
lijk of ongelijk, was dit stand
punt zo moeilijk te rijmen met
de hele voorgeschiedenis, dat
het eerder vervreemdend dan
constructief heeft gewerkt.
Afwegen
Aan de andere kant van het
toneel werd gesteld dat de aan
vaarding van een (klein) risico
op (mogelijk massale) maat
schappelijke schade, een poli
tieke beslissing hoort te zijn.
Een beslissing waarbij het
maatschappelijk nut en de
maatschappelijke (en ethi
sche) aanvaardbaarheid van
de te verwachten resultaten te
gen het risico worden afgewo
gen. Het Inzicht dat die afwe
ging bij het parlement thuis
hoort, ontstond na series
schriftelijke vragen van het
toenmalige Tweede-Kamerlid
Van Kuijen (PPR).
Maar intussen zat de regering
letterlijk onthand, want bij ge
brek aan een wet kon zij voor
alsnog niets dwingend regelen.
Zij werkt aan een breder sa
mengestelde opvolger voor de
academie-commissie. En zij
vindt dat „in de tussentijd de
verantwoordelijke instanties
de grootst mogelijke terughou
dendheid dienen te betrach
ten." De interpretaties van
deze formulering lopen uiteen
van „geen onderzoek zolang er
geen wet is" via „geen onder
zoek zolang er geen parlemen
tair debat is geweest" tot
„doorgaan en je precies hou
den aan de aanwijzingen van
de academie-commissie."
In deze mistige situatie heeft
nu de universiteit van Amster
dam haar eigen concrete verta
ling van „de grootst mogelijke
terughoudendheid" op tafel
gelegd. Onderzoek in de laag
ste twee (van de vier) risico
klassen mag, mits aan een for
se serie voorwaarden is vol
daan. Politiek boeiend is dat
het college van bestuur de vei
ligheidscontrole ten dele de
mocratiseert, ten dele in eigen
hand houdt, maar op dit punt
in geen geval zaken wil doen
met de academie-commissie of
haar opvolger. De commissie
mag uitmaken in welke klasse
een experiment valt en kwali
teitseisen voor de betrokken
onderzoekers opstellen, maar
de controle op de uitvoering
moet in een andere hand
liggen.
Hinderwet
Een ander principieel punt is
de samenwerking met de afde
ling Hinderwet van de gemeen
te. De procedure van de Hin
derwet. verouderd als die is,
voorziet wel in de mogelijkheid
van inspraak en bezwaar
schrift van omwonenden, en
daarmee in de maatschappelij
ke afweging van belang en risi
co op het locale niveau. Verder
worden de arbeidsinspectie, de
regionale inspectie volksge
zondheid en de plaatselijke
brandweer betrokken bij de in
richting van de speciale labo
ratoriumruimte en andere
voorzieningen. Het kan zeer
wel blijken dat die ruimte er
gens anders zal moeten komen
dan in het Jan Swammerdam
instituut, verklaarde mr. G. P.
J. Cammelbeeck desgevraagd
namens het college van
bestuur.
Valt dit alles nu te rijmen met
de „grootst mogelijke terug
houdendheid"? Mr. Cammel
beeck vindt van wel. Er moet
nog zo veel geregeld worden,
dat het feitelijke onderzoek
wel niet zal beginnen voordat
de principiële meningsvor
ming zich in de Tweede Kamer
heeft afgespeeld. Er staat zelfs
nog geen geld voor te treffen
voorzieningen op de universi
taire begroting. Het Amster
damse besluit heeft niet in de
laatste plaats een opvoedkun
dige betekenis. Het biedt zich
aan als model voor de te on-
werpen landelijke regeling.
Coen Kleisen, die als bioche
micus en lid van de universi
teitsraad een belangrijk aan
deel had in de totstandko
ming, onderstreepte dat in een
motie waarin het college van
bestuur gevraagd werd, met
spoed naar de vaste Kamer
commissie voor wetenschaps
beleid te stappen om daar de
Amsterdamse visie toe te lich
ten. Hij bedoelde dat, zei hij,
als tegenwicht tegen het
krachtige lobby-werk waarmee
de academie-commissie in het
parlement en elders bezig is.
De motle-Klelsen werd door de
Amsterdamse universiteits
raad met algemene stemmen
aangenomen.
Intussen staat het onderzoek
internationaal allesbehalve
stil. En de ironie wil dat de
laatste resultaten de positie
versterken van de biochemici
die vinden dat het niet zo'n
vaart loopt met die risico's.
Het vertaalsysteem voor erfe
lijke informatie blijkt bij hoge
re diersoorten in een aantal
gevallen veel Ingewikkelder
dan bij bacteriën. Dat zou be--
tekenen dat Je bij een bacterie
wel van alles kunt inbouwen,
maar dat het toch niet werkt.
Dat zou in overeenstemming
zijn met de tot nog toe opgeda
ne ervaring. Want de Amerika
nen die vorige maand voor het
eerst verknutselde bacteriën
een menselijk hormoon lieten
produceren, gebruikten een
trucje dat nauwelijks voor an
dere toepassingen dan dat ene
(eenvoudige) hormoon bruik
baar is.