Kerk vervreemd van het werk
Van Agt formateur
Trouw
commentaar
Kat en hond (1)
Kat en hond (2)
'Werk niet zo
onschuldig'
Net lente
het werk van jongeheer jack
beschermd
boerderij
op vaders rug
niet nodig
jengelen
r
VRUDAG 9 DECEMBER 1977
BINNENLAND
Trouw/Kwartet
Ds. T. Harder na zeven jaar industriepastoraat terug naar gemeente
In onze krant van 9 november stond
een korte beschouwing over de toen
zojuist door de Koningin benoemde
j informateur prof. mr. W. C. L. van
der Grinten. Daarin werd een ka
rakteristiek geciteerd van een Antil-
liaans politicus uit de tijd, dat Van
der Grinten meewerkte aan de tot
standkoming van het Statuut voor
het Koninkrijk, een staatsrechtelijk
uitstapje van nu bijna 25 jaar gele
den. ..Die Van der Grinten", aldus
de Antilliaan, ,,is een jurist die kans
ziet het juridisch zo in te kleden dat
deze kat hier een hond wordt. En
hij doet dat zo handig, dat iedereen
daarna die kat ook als hond zal
behandelen."
De trefzekerheid van dit karakteris
tiek werd deze week duidelijk, toen
Van der Grinten op een persconfe
rentie en later op de avond voor de
televisie-camera's het Nederlandse
volk inlichtte over de resultaten van
zijn informatie-arbeid en de staats
rechtelijke opvattingen, die hij
J daarbij had gehanteerd.
Als je Van der Grinten moet gelo
ven, gaat het er in het staatsrecht
allemaal heel zwierig aan toe en is
het recept in feite doodgemakke
lijk. Wij moesten zijn werk als
„leuk" en „aardig" waarderen en
De staatsrechtgeleerden mogen zich
dan verder nog druk maken over
alles wat Van der Grinten overhoop
heeft gehaald; minstens zo ernstig
schatten wij de schade die Van der
Grinten aan het politieke klimaat in
Den Haag heeft toegebracht.
Hij heeft de zeven ,,CDA-ers met
voorbehoud" behandeld als een
quantité négligeable een groep-
jei dat zo klein was dat het gerust
mocht worden verwaarloosd, hij
vond het passend de zeven als „jon
gens" aan te duiden en hij heeft hen
hij was er kennelijk trots op „iets
nieuws" gemaakt te hebben.
Er waren toen al heel wat mensen
(kenners van het staatsrecht en poli
tici) die het hoofd schudden. Nu,
een paar dagen later, is uit de
praktijk duidelijk geworden dat
Van der Grinten niet veel anders
heeft gedaan dan het staatshoofd op
te schepen met een half werkstuk.
De Koningin moest zelf op informa
tie uit, omdat Van der Grinten het
er bij had laten zitten en met het
gemak van de vroegere gedaanten-
verwisseling van kat en hond nu de
verantwoordelijkheden van indivi
duele Kamerleden had genegeerd
en ingeruild tegen een soort collec
tieve verantwoordelijkheid van
fracties.
Heel begrijpelijk, dat deze week
Van der Grintens opvattingen wer
den gecommentarieerd in de geest
van „hij moet maar op die weg
doorgaan dan zijn er in de kort
ste keren 150 fracties in de Kamer".
Want terecht wegen de Kamerleden
hun individuele verantwoordelijk
heid zwaar en wij kiezen nu een
maal 150 mannen en vrouwen en
niet een stuk of wat fractievoorzit
ters, die zich als gemachtigden mo
gen beschouwen met zus- of zoveel
mandaten.
doodgemoedereerd uitgedaagd om
dan maar uit hun eigen fractie te
stappen. Je zou toch wel iets meer
verantwoordelijkheidsgevoel mo
gen verwachten van een man in die
functie.
Van der Grintens psychologische
blunders zullen nog wel enige tijd
hun invloed in Den Haag doen
gelden. Hij heeft er voor gezorgd,
dat het nieuwe kabinet-Van Agt
onder uiterst moeilijke omstandig
heden moet starten moeilijker
nog dan het er aanvankelijk uitzag.
Vervolg van pagina I
Op de vraag of hij nog wel
fractievoorzitter wil worden gaat
Aantjes momenteel niet in. „Ik
wacht eerst af wat de fractie wil,"
zegt hij.
Problemen
Het samenstellen van de regerings
ploeg zal overigens nog wel enige
problemen geven voor de formateur.
Zo is bij voorbeeld nog steeds niet
geregeld wie uit het CDA minister
van sociale zaken moet worden.
Aantjes vindt dat de huidige minis
ter van sociale zaken Boersma het
eerst gevraagd moet worden.
De AR heeft drie kandidaten naar
voren geschoven voor de drie minis
tersposten die haar toekomen:
Boersma, Goudzwaard en De Gaay
Fortman. Om de beoogde premier
bij te staan op sociaal-economisch
en financieel terrein wordt momen
teel overwogen een speciale staats
secretaris bij hem te posteren. Dat
zou dan de KVP-econoom drs. Peij-
nenburg moeten worden, de man die
Van Agt ook in de formatieonder
handelingen met PvdA en met WD
heeft bijgestaan.
'Hoge kwaliteit'
Voor zijn kabinet zoekt Van Agt in
ieder geval mensen van hoge kwali
teit zei hij gisteravond. Hij stelde de
volgende criteria: wijsheid, be
kwaamheid, collegialiteit en ge
zondheid van lichaam en geest.
„Luiaards, ijdeltuiten en non-va-
leurs komen er bij mij niet in," aldus
de formateur, die begin volgende
week zijn formatie hoopt af te
sluiten.
PvdA en D'66 waren teleurgesteld
over de benoeming van Van Agt als
formateur. De fractieleiders Van
Thijn (PvdA) en Terlouw (D'66) had
den de Koningin een ander advies
gegeven. Beiden meenden zij dat er
een nieuwe fase in de kabinetsfor
matie is ingetreden nu het niet mo
gelijk is gebleken een parlementair
meerderheidskabinet van CDA en
WD te maken. Gezien dat feit zou,
zo is hun oordeel, eerst weer beke
ken moeten worden of er van PvdA
en CDA niet een stabieler extra
parlementair kabinet te maken is
dan van CDA en WD.
door Hans Ledeboer
ROZENBURG „Toen ik hier
kwam heb ik gezegd: ik doe dit
werk zeven of acht jaar. Het is
specialistenwerk en na zeven of
acht jaar moet je de moed heb
ben naar de gemeente terug te
gaan," zegt de industriepredi
kant T. Harder. In de zomer
van 1970 is hij uit Hoogeveen
naar Rozenburg, in het hart
van het Rijnmond-industriege
bied, gekomen. In januari gaat
hij naar Amersfoort.
Zijn opvolger in Rijnmond is ds. W.
C. Moerdijk uit Amsterdam. Beiden
behoren tot de christelijke gerefor
meerde kerken. Het industriepasto
raat is interkerkelijk: hervormden,
gereformeerden en christelijke gere
formeerden werken samen, maar de
predikantsplaats wordt betaald door
de christelijke gereformeerde
kerken.
„Mijn werk is zelfs oecumenisch,"
zegt ds. Harder, „Ik werk nauw sa
men met de drie bedrijfsaalmoeze-
niers voor Rijnmond. In heel Zuid-
Holland is maar één industriepredi
kant tegenover tien bedrijfsaalmoe-
zeniers. Dat is een kwestie van geld,
waarbij ik echter wel besef dat een
pater goedkoper is dan een predi
kant, die immers een gezin achter
zich heeft staan. Maar er zijn méér
predikanten nodig."
Open pastorie
Ds. Harder is 43 jaar, hij is getrouwd
en heeft zes kinderen. „Mijn vrouw
voelde zich hier anders dan in de
gemeente," zegt hij, „misschien wat
geïsoleerd. Zij verlangt weef naar
een pastorie, ik heb altijd een open
pastorie gehad, waar de gemeente
toegang had. Ook had ons gezin wat
moeite om uit het noorden naar het
westen te gaan. Hier is alles veel
zakelijker, het leven komt wat har
der over en als je daar doorheen
prikt, voel je leegte, behoefte aan
gemeenschap. De mensen kwamen
hierheen om wat te verdienen, om te
werken. Dat doet wat met de men
sen. Dat motief is bij ieder gelijk en
je vindt het terug in het samenle
vingspatroon. Je vindt hier echte
slaapsteden: de mens werkt in zijn
bedrijf en leeft buiten het huis. Er
zijn wel veel verenigingen maar in
feite wordt hier een kunstmatig pak
ket van gemeenschapsvorming aan
geboden. Veel mensen die van elders
komen gevoelen zich jarenlang een
zaam."
Ds. Harder constateert dat hij in het
Rijnmondgebied veel heeft geleerd:
„Ik moet de vragen die nu bij mij
zijn opgekomen, „op de kerkvloer"
kunnen brengen, ik ga de gemeente
in met de nodige ervaringen die ik
als industriepredikant heb opge
daan."
Niet meegegróeid
Over dat werk als industriepredi
kant zegt hij: „Je moet als industrie-
predikant eigenlijk zó werken dat je
jezelf overbodig maakt. Dat werk is
ontstaan uit de constatering van een
duidelijke vervreemding tussen kerk
en werk. De wereld van de kerk, van
de waarden en vormen van die kerk,
is anders dan dat van het werk. De
kerk is niet meegegroeid met de sa
menleving, is opgehouden in te spe
len op wat er in de samenleving aan
de orde is. Daardoor is de kerk ver
vreemd van de werksituatie en dus
ook van haar eigen opdracht."
Het industriepastoraat kwam pas na
de oorlog van de grond in de protes
tantse kerken. Eerder was de katho
lieke kerk er mee begonnen. Ds. Har
der ziet dit als een gevolg van onze
kapitalistische instelling. „Kapita
lisme is een economische term," zegt
hij, „maar we kunnen niet voorbij
gaan aan allerlei politieke stromin
gen. Door die stromingen kan men
deze samenleving niet volledig meer
als kapitalistisch kenschetsen. In de
werksituatie zijn steeds meer demo
cratische aspecten te zien. Maar er is
nog veel verschil tussen mensen op
verschillende levensniveaus. Kinde
ren van mensen die op een bepaald
plan leven, in hun eigen kring, met
hun eigen inzichten, hebben er geen
idee van hoe „de ander" leeft. Voor
sommigen zijn „primaire levensbe
hoeften" van een totaal ander karak
ter dan voor anderen.
Doorbreken
„Ik meen dat het Evangelie mij het
gereedschap geeft om hier een vi
cieuze cirkel te doorbreken. Die cir
kel móét worden doorbroken, anders
blijft het bij het lekken van wonden,
kan de kerk alleen maar de barmhar
tige Samaritaan spelen. Zeker, dat is
óók een functie maar het is er slechts
één. Ik ontmoet in dit opzicht bij.
mensen vaak een stuk apathie. Let
terlijk betekent dat woord „niet lij
den". We hebben het lijden uit de
wereld gehaald.
„Aan de andere kant kom ik het
bijna fatalistische catastrofe-geloof
tegen. Als het Evangelie zich ergens
tegen verzet is dat wel tegen apathie
en catastrofe-geloof. Het Evangelie
doet immers een beroep op de ver
antwoordelijkheid van de mensen."
„Maar ik ben inderdaad mensen te
gengekomen die niet weten hoe de
ander leeft. Uiteindelijk zijn eerste
levensbehoeften voor ieder gelijk:
onderhoud en onderdak. Maar veel
mensen zijn opgesloten in de cocon
van wat zij als hun eigen levensbe
hoeften zien, en zij kunnen daar niet
buiten kijken. Ik wilde d&t doorbre
ken. Alleen op de wereld bestaat niet
en alleen op de wereld bestaan met
je eigen exclusieve groepje is ergens
onmenselijk. De vraag is. in hoeverre
het systemen zijn die ons zijn opge
legd. waarin wij zijn gaan geloven
dat de primaire levensbehoeften van
de één duidelijk meer zijn dan die
van de ander?"
Triest
Ds. Harder illustreert het begrip
„systeem" met een voorbeeld: „Ik
vind het ontstellend triest dat een
medicus volgens de bestaande re
gels ten minste drieduizend patiën
ten moet hebben. Iemand die min
der patiënten wil hebben en dus
méér aandacht wil besteden aan ie
der afzonderlijk, iemand die dus be
wust wil genoegen nemen met min
der inkomen dan zijn collega op
grond van zijn verantwoordelijk
heid tegenover zijn medemens, kan
dat niet. Veel jongeren komen tot de
ontdekking dat zij worden gedwon
gen hun geld te verdienen in een
volle dagtaak, zonder dat zij tijd
mogen hebben voor hun medemens.
Hier komt ook weer het Evangelie
aan de orde*
Ds. Harder ziet het industriepasto
raat als lopend over twee sporen:
„Een extern en een intern spoor. Dat
interne spoor is de relatie naar de
kerken toe. Die relatie ligt op ver
schillende niveaus, er komt een stuk
informatie naar de kerkeraden. de
gemeenten, de synodes over de din
gen die wij tegenkomen in de werk
gemeenschap. Uit de werkgemeen
schap ontstaat een toerusting in ge-
sprekskringen met ambtsdragers,
predikanten en gemeenteleden in
themadiensten. Ik stel elk kwartaal
een bepaald thema aan de orde.
„Dan is er de externe lijn. de lijn
naar buiten toe, naar het bedrijfsle
ven. de organisaties. Ik bedoel daar
mee dat wij in staat zijn mensen op
te zoeken in hun bedrijfssituatie. In
de moderne. - geautomatiseerde in-,
dustrie hebben veel mensen werk
dat alleen een bewakingsfunctie
heeft. Maar er is ook werk waar een
gesprek niet mogelijk is. Het gaat er
om. dat men je gezicht kent Voor
wat betreft organisaties denk ik aan
ondernemingsraden, vakbeweging,
werkgeversorganisaties. Dat concre
tiseert zich in gesprekskringen en
projectgroepen. Ik denk aan het
project aangaande de ouder wor
dende werknemer. Veel bedrijven
zijn hier indertijd geheel nieuw op-,
gezet, met een bemanning van jon
geren. van min of meer gelijke leef
tijd. Die jongeren worden samen ou
der, er is geen geleidelijke vervan
ging omdat binnen het bedrijf daar
voor de leeftijdsopbouw ontbreekt.
Hier ligt een wezenlijk probleem.
Elke nieuwe industrie die zich hier
vestigt brengt een golf jongeren.
Over enige tientallen jaren krijgt
men daar hetzelfde probleem. Ande
re problemen zijn de werkloosheid,
het milieu, de situatie in de toe
komst, denk maar aan de scheeps
bouw. In het externe spoor liggen
Ds. T. Harder
ik wilde zelf
op de werkvloer
staan
ook de contacten met werkende Jon
geren en werklozen."
Geen echt werk
Ook voor de Industriepredikant ligt
er een merkwaardig eigen probleem
„We hebben als theologen nooit echt
gewerkt, we hebben nooit geleerd
om in de theologie ruimte te maken
voor de mens in de werksituatie. De
theoloog houdt zich bezig met de
mens in zijn vrije tijd. en als je Je
alleen met de mens in zijn vrije tijd
bezighoudt, ga je voorbij aan wezen
lijke vragen. Het werk maakt de
mens. het is niet zo „onschuldig" als
wij altijd hebben gedacht Welnu,
als er in en door het werk wat met de
mens gebeurt, moet de theoloog
daarbij zijn. Met dat alles ga ik nu
terug naar de gemeente."
Ds. Harder heeft, toen hij anderhalf
jaar in Rozenburg als industriepre
dikant werkte, een overall aange
trokken: „Ik ben zes weken bij
Hoogovens gaan werken, ik wilde
zelf op de werkvloer staan En toen
ik een overall aantrok, ondervond ik
een stukje vertrouwen. Ik meen dat
iedere industriepredikant een be-
drijfsstage moet doorlopen
Ds. Harder heeft vaker buiten de
gemeente gewerkt: „Vijftien jaar ge
leden ben ik legerpredikant ge
weest. Daarvoor heb ik óók bewust
gekozen, wij predikanten zitten In
een zó beschermde wereld. Ik heb
geen parallel gezien tussen het werk
van een legerpredikant en dat van
een industriepredikant, er zijn ner
gens vergelijkingspunten, al ben Je
in feite wel met dezelfde dingen be
zig: het vertalen van het Evangelie
naar de situatie waarin de mens
verkeert."
|HET WEER door Hans de Jong
Jweerrapporten
Ruimere opdracht
Van Thijn adviseerde de koningin
daarom de PvdA-leider Den Uyl op
nieuw. maar nu een veel ruimere
formatieopdracht te geven.
Als tweede mogelijkheid noemde
Van Thijn de benoeming van een
informateur die een mogelijke
PvdA-CDA-samenwerking eerst zal
moeten onderzoeken. Van Thijn
dacht daarbij aan de vice-voorzitter
van de Raad van State Ruppert
Terlouw adviseerde eveneens Rup
pert of de vroegere burgemeester
van Amsterdam Samkalden tot in
formateur te benoemen. Ook sloot
hij niet uit dat hij zelf direct als
formateur zou optreden.
De PvdA-fractieleider Van Thijn zei
gisteren. „De keuze was aan het
CDA: ofwel weer praten met PvdA
ofwel doorgaan met de WD. Als het
CDA met alle geweld het kabinet
met de WD wil maken, tegen de
verkiezingsuitslag in. dan zal het
zich ervoor in het parlement moeten
verantwoorden."
Het gesprek van de dag was gisteren
de lenteachtige temperatuur. In
Roosendaal werd het 12.4 graden en
ongetwijfeld ook andere, plaatsen
hadden een uitstekende toestand.
Zo'n snelle stijging naar een haast
lenteachtig niveau deed wat denken
aan die stormachtige climax op
nieuwjaarsdag van dit jaar (maxi
mum Maastricht toen tien graden
naar veertien graden vorst daags
voor oudjaar in Brabant).
Wat lopen de belangen en interessen
toch uiteen De aannemer die mij
al enkele malen gebeld had om anti
vriesweer hij moet voor een kar
wei gedurende meer dan een half
jaar onafgebroken dag en nacht be
ton storten toonde zich hoogst
tevreden vooral ook toen hij hoorde
dat een kouinval van betekenis
vooreerst onwaarschijnlijk blijft.
Anderen, onder wie schaatsfans,
toonden zich lichtelijk geïrriteerd
door het onverbloemd „in het zonne
tje zetten" van de zachte zuidoos
ten- tot zuidenwinden en meer nog
wellicht door de als mogelijkheid
geopperde zoveelste afgang van Thi-
alf in de komende winterweken.
Weger Christiaans in Zutphen is een
van diegenen die zich niet zomaar
laat overtuigen. Hij denkt op zich
verheugend mee. Het was her^
opgevallen dat zich aan het begin
van de strenge winter '62-'63 een
soortgelijke weerssituatie heeft
voorgedaan als nu. Ook toen een
oceanisch hogedrukgebied dat over
de Britse eilanden in Europa door
drong en ons een koud decemberbe-
gin bezorgde en daarna dooiweer
door een IJslanddepressie vanaf de
cember. Wie had toen op 7 december
1962 een strenge winter durven voor
spellen? „Mijn prognose", zegt hij,
„is tenminste een te koud seizoen
*77-'78"
Ik heb de weerkaarten en stromings
patronen van december 1962 er nog
eens op na geslagen. In sommige
opzichten is er inderdaad een paral
lel, in andere niet. Toen was er na-
menlijk geen hogedrukgebied in een
zo vroeg stadium boven Scandina
vië met „slurf" naar zuidoost-Euro
pa en evenmin een reeks blokkeren
de diepe depressies op de oceaan
met aan de oostkanten een duidelij
ke circulatie over West-Europa.
Vanaf 8 december 1962 was er juist
een west tot noord-westelijke circu
latie in de bovenlucht met van 15 tot
op 16 december een zware storm
door een diepe depressie vlak ten
noorden van de Waddeneilanden
enz. enz. Van 19 tot 21 december
volgde toen een overgang naar zeer
koud weer, louter en alleen door het
samengroeien van het Azoren- met
het Scandinavische maximum in sa
menwerking met luchtdrukdalingen
in de Middellandse Zee.
De uitdrukking „soortgelijke weers
situatie", die briefschrijver bezigt, is
te pretentieus. Het zit hem niet al
leen in hoge druk hier, lage druk
daar, maar juist in die kleine ver
schillen, veel meer factoren dan je
zomaar van de weerkaart kunt pluk
ken. Het atmosferisch gebeuren is
een zo gecompliceerd iets. een klei
ne verschuiving naar west of naar
oost kan verder een zo grote uitwer
king hebben op het weer in een
bepaald gebied, dat mijn conclusie
is: Je kunt niet'zonder meer enkele
weerkaarten of weersituaties grof
weg met elkaar vergelijken om daar
tamelijk vergaande conclusies uit te
trekken.
Overigens blijft het volgen van de
ontwikkelingen bijzonder boeiend,
niet in de laatste plaats voor winter-
specialist E. de Vries te Ede, die
naar de zachte overrompeling van
dezer dagen met mogelijk nog meer
gretigheid de oostelijke en noorde
lijke horizon afspeurt naar lucht
drukstijgingen en naderende koude
golfjes. Een troost voor hem is nog
altijd het hogedrukgebied dat bo
ven Finland ligt toenemend tot bo
ven 1042 millibar), en dat de naar
midden Europa doorgelopen koude
lucht vermoedelijk binnenkort wel
weer wat dichterbij zal komen.
Maandag en dinsdag zal wellicht de
temperatuur ook bij ons weer iets
lager worden. De Londense weer
kundigen die de novemberstromen
op het noordelijke halfrond in 1923,
in 1930, 1969 en 1972 als voorbeelden
aanhouden (daar is geen enkel cu
rieus streng winter jaar bij), voorzien
deze maand contrasterende weerty
pen, nu eens zacht en nat met zuide
lijke winden, maar dan weer zeer
koude invallen uit het noorden.
Kortom weertypen die samenhan
gen met de meridionale circulatie,
die er nu al enige tijd voorkomt.
Aanvullende novemberneerslag-op-
gave: Deume 147 mm.
Amrtrrdam
D* But
Dreltn
Efldc
Eindhoven
D<-n Helder
Rotterdam
Twente
Vlistingrn
7-d Limburg
Aberdeen
Athene
Barcelona
Berlijn
Bordeaux
Brujtel
Frankfort
Geneve
Helunki
lnssbruck
KUf>rn(urt
Kopenhagen
Lissabon
Londen
Luxemburg
Madrid
Malaga
Mallorea
Munchcn
Oslo,
Rome
Spin
Stockholm
Wenen
onbewolkt
mist
half bewoikl
onbewolkt
licht bet»
licht bcw
onbewolkt
geheel bew
regen
geheel bew
geheel bew
geheel bew
motregen
regen
regenbui
iwaur bew
licht bew
geheel bew
Casablanca licht bew
Istanbul
Las Pulmas /waar bew 21 0
New York licht bew
Tel-Aviv half bewolkt 19 0
Tunis iwaar bew
HOOOWATER raterdag 10 december VIH
singen 104-13 24 HaringvlieUluizen
I.11-13 33. Rotterdam 3 06 15 21 Schevenin-
gen 2 16-14 34. IJmuiden 2.40-15 07 Den Hel
der 7 05 10 36. Harlingen 9 09 21 43, Delfzijl
II.12-2343
onder redactie-van LoesSmit
„Sjeck is komende van het eiland
Ceilon, dezelfe heb zijn vol gebit en
Pronk van Slagtande. Het is de
eerste dewelke ooit zoo gaaf in Eu
ropa is overgebragt. De hoogte der-
zelfe is 8 voet en zijne zwaarte ruim
3000 pond. Hij maak zij compli
ment voor het geërde Publiek, leg
zig neder om zijn Cornac daar zoo
veel te gemakkelijker op kan stij
gen, rich zig op en apporteert een
karwas, een zakdoek, eenige stuk
ke geld, ook het klijnste stuk geld.
Hij neemt een mand net pf hij
groentes gaat hale om te spijze,
apporteert twee borden en haalt
een stuk geld uit een volle emmer
water dat hij aan zijn Cornac geeft
dat dezelfe daar niet af hoeft te
stijge. Hij leg zig neder om zijn
Cornac daar zoo veel te gemakke
lijker afte doen gaan en rek zig uit
als een gewoonlijk paard. Dan ba
lanceert hij met zijn twee Poote
over 't kruis, met zijn twee Poote
over eene zijde, volg zijn Cornac op
drie poote hinkend net of dat hij
werkelijk geblesseerd ls. kruip op
zijn twee voorste knieën en loopen-
de op zijn agterste poote de Cornac
agter na. Vervolgens haalt hij zijn
speelkis of werkkoffer, opent het
slot van hetzelfe, blaas de Trompet
als toernwagter, speel de fluit, klop
met een houte hamer op de bodem
net of hij werklijk een Timmerman
is. speelt de mondharmonieca,
keert met een vliegeverschrikker
de vliege af, sluit zijn kist en breng
hem op de plaas waar hij dezelfde
vandaan gehaald heb. Daarna
speelt hij het orgel, slaat de Trom
en na deeze arbeid zet hij zig aan
tafel en eet. kommandeert de be
diende door het geluit der bel. ont
vang geld van zijn Cornac en be
taalt het aan zijn bediende, gaat
met eene voorpoot op de Tafel, met
alle bijde zijn voorpoten op de Ta
fel en rek zig sterk uit Dan gaat hij
op de koord met en zonder balan
ceerstok. gaat op de stok over kruis
met zijn twee poote, gaat met twee
vaandels over de koord, schiet een
Pistool af. gaat in 't Vuurwerk,
komt van de koord en maak zijn
compliment voor het geëerde Pu
bliek te danken."
Deze olifant Jack was wel het
meest bijzondere dier dat het Artis-
bestuur in 1839 overnam van mena
geriehouder Cornells van Aken, die
het met bovenstaande omschrij
ving uitbundig aanprees. Artis was
danig in zijn nopjes met de aan
koop van Jack 4300), maar on
dervond zoveel tegenwerking van
de gemeente, dat het in opperste
wanhoop aan Van Aken schreef dat
die alsnog de olifant maar aan een
andere moest verkopen. Er moest
namelijk een loods voor Jack en de
andere tropische dieren van de me
nagerie gebouwd worden, want een
dierentuin had Amsterdam nog
niet. Nou, dat mocht van b. en w.,
zolang de muren van de loods maar
„geheel blind zonder raam, deur.
noch luchtgaten naar buiten" zou
den zijn. Een raar gebouw dus.
lucht- en lichtdicht, waar je niet in
of uit kon. En intussen arriveerde
Van Aken met de dieren in de
hoofdstad, waar Artis ze na veel
vijven en zessen tijdelijk in de
Oranje Nassau-kazeme mocht on
derbrengen.
Al gauw waren de dieren daar ge
wend. op Jack na. die zich stierlijk
verveelde. Het tijdschrift Artis.
waarin we dit stukje historie lazen,
citeert een kroniekschrijver uit die
dagen: „Hij danste niet meer op het
koord, sloeg geen trom, draaide
geen orgel, trok geen flesch open
om haar te ledigen, schoot geen
pistool af en miste zijn gereed
schappen om te kloppen en te
schellen. Eindelijk werd hij dit le
diglopen geheel moede en begon
dus met zijn tanden gaten in de
grond te boren. Doch zoowel dit als
alles omver te halen wat binnen
zijn bereik stond, werd hem door
den kornak belet. Er kwam intus-
schen een oogenblik waarin hij al
leen was. en nu toog hij aan den
arbied. In zijn nabijheid lag een
stapel zware deelen, te kolossaal
dan dat men vreezen kon dat hij
zich daaraan zou wagen. Misgere-
kend: toen de timmerlieden eene
plank kwamen uitzoeken, lag de
gansche voorraad hout even net
gestapeld aan de andere zijde; alles
het werk van den jongeheer Jack.
Hij bewees door zijn voorbeeld dat
werken een zaligheld is."
De Sumatraanse tijger is sinds kort
in Indonesië beschermd, maar daar
schiet het dier weinig mee op. Tij
gerhuiden mogen nu weliswaar in
Indonesië niet meer verhandeld
worden, maar niet zo ver van Su
matra ligt Singapore en daar mag
alles. De Sumatraanse tijger komt
daar natuurlijk niet voor en dus
hoeft hij daar ook niet beschermd
te worden Wie op Sumatra klan-
desticn tijgers neerlegt, verkoopt
de vellen dus gewoon in Singapore,
waar ze in souvenirwinkels te krij
gen zijn En wie kopen ze? Toeris
ten uit rijke landen. Het tijdschrift
Artis weet, dat jassen van tijger-
bont bijvoorbeeld in de sjieke Re
gent's Street in Londen open en
bloot verkocht worden voor
12 500.-
Deze apen (keizer tamarin heet de
soort) huizen in de dierentuin van
de Californische stad Los Angeles.
De kleine tamarin is nog erg jong en
vertoonde zich hier voor het eerst in
het openbaar. Die eerste keer ging
zijn keizerlijke vader een eindje met
zijn zoon op stap. Dc eerste weken
van zijn leven zal de kleine, de
troonpretendent mag je wel zeggen,
trouwens steeds op vaders rug mee
mogen. In de dierenwereld is het
nooit gek gevonden als vaders zich
intensief met kinderen en huishou
ding bemoeien.
Bij binnenkomst in de Verenigde
Staten moet iedereen die korter
dan een maand tevoren op een boe-
derij elders in de wereld geweest is.
z'n schoenen laten ontsmetten.
Want Je weet maar nooit, redeneren
de Amerikaanse autoriteiten, wat
ons vee allemaal kan opdoen van
vreemde koeien en varkens; men
sen brengen makkelijk veeziekten
over. Dat stond op 1 december in
deze krant, waarop de stichting pu
blic relations land- en tuinbouw zo
reageerde: „Lezers van Dichtbij
Verder die voorlopig nïet naar
Amerika gaan, zijn van harte wel
kom voor een bezoek an een boer
derij. Een briefkaartje aan „De
Boer Op", postbus 2430, Den Haag
is voldoende om een lijst met gast
vrije boerderij-adressen te ontvan
gen". Geen nieuwe actie, „De Boer
Op", wel Interessant en leuk voor
volwassenen èn kinderen om eens
met eigen ogen te zien hoe het op
een boerderij, tuinderij of bloemen-
kwekerij toegaat. In alle provincies
zitten wel van die gastvrije boeren
en tuinders, dus erg ver weg is het
nooit.
eens zo'n lekker staaltje zien van
mannen-superioriteit - nou ja. ver
meende dan wel" In die aflevering
ging het over „de schandalig opge
schroefde veefok", waarbij de pre
sentator volgens de Opzij-lezeres
op bestraffende toon opmerkte u
weet wel voor wie, mevrouw!
alsof het allemaal de schuld van
vlees-kopende huisvrouwen is. Dit
schreef de boze lezeres onder ande
re naar de samensteller van de cur
sus: „Als de man bij de vrouw niet
zo jengelde om .een goed stuk
vlees', dan zouden de varkens-,
kalf- en kippenfokkerijen heel wat
minder afzet vinden."
Een lezeres van het feministisch
maandblad Opzij heeft zich danig
opgewonden over een aflevering
van de Teleac-cursus „Bedreigde
landschappen". Ze liet het er niet
bij zitten en laat Opzij „maar weer
„Het is mij opgevallen dat er in
Wan Pipel. door de VARA op 18
november uitgezonden, nogal ge
vloekt werd Was dat nou nodig''
Het doet afbreuk aan de opvoed
kundige waarde van de film en uw
programma Nu laat ik zelf ook wel
eens een knoop vallen, dus wat
mijzelf betreft heb ik er geen slape
loze nachten van. Toch zou ik van
de film niets gemist hebben als dat
vloeken achterwege was gebleven
Als er zo nodig krachttermen ge
bruikt moeten worden, dacht ik dat
de Nederlandse taal daar ruim
schoots in tegemoet kan komen
Zonder dat anderen daar aanstoot
aan zouden kunnen nemen
(Een VARA-lid in de gids van die
omroep).