Adderengebroed of adderenverweksel Een rooms trekje in de Dominicus Jongeren tegen reis Geef VU-magazine cadeau! Over het vertalen van de bijbel l-MAGAZINE EEN OPINIEBLAD WAAR STUDIE ACHTER ZIT VANDAAG VOORBIJGANGERS Zeeuwse jeugdraad vraagt tv-debat over Zuid-Afrika ZATERDAG 3 DECEMBER 1977 'KERK Trouw/Kwartet 2 Onze adressen.' f BON le verzenden in open enveloppe zonder postzegel aan Vn|e Universiteit Antwoordnummer 1771. Amsterdam Naam iNaam Adres I Adres Woonplaats [woonplaats geeft VU-magazine (pnjs 20 - per iaar) cadeau aan* Datum Handtekening Het is nat jurnjk ook mogei«|k nchzelt te abonneren Men vult dan alleen het imker gedeelte m en de d»»>«m en de handtekening Al ruim zeven |aar is VU-magazine enig in z'n soort een aan de Vri|e Universiteit gemaakt maandblad, dat aandacht geeft aan wat wetenschappers denken en doen en dat daartxi ook nog actueel weet te bliiven Oat alles «oor 20,- per laar. Het komende nummer verschijnt 6 december Daann onder meer Inkomens opnieuw in discussie Huwelijk aan revisie toe Geweld escalatie of dö-escalatie door A. J. Klei AMSTERDAM: Postbus 859 Wibautstraat 131 Tel 020-913456 Telex 13006 ROTTERDAM/DORDRECHT: Postbus 948 Westblaak 9 Rotterdam Te» 010-115588 DEN HAAG/LEIDEN Postbus 101 Parkstraat 22 Den Haag Tel 070-469445 ZWOLLE/GRONINGEN: Postbus 3 Melkmarkt 56 Zwolle Tel 05200-17030 We hebben op de krant verscheide ne foto's binnengekregen van de Nederlandse bisschoppen, die op pelgrimstocht in Rome waren en bij die gelegenheid van de paus op hun kop kregen. Vijf van de zeven althans. en ze moesten maar eens opletten hoe goed monseig neur Gijsen het wel deed. Het aan schouwen van deze plaatjes werkt wat ze tegenwoordig noemen, ver vreemdend. De hele zaak is vooi mij tenminste net zo onvoorstel baar als wanneer het bestuur van de hervormde synode op het matje geroepen zou worden door laat ik zeggen professor Beyerhaus van de belijdenisbeweging „Kein anderes Evangelium" en de persbu reaus ons foto's zouden sturen van de moderamenleden. netjes op een rij en bedremmeld in de lens kij kend (dit laatste is sowieso al on denkbaar van secretaris dominee Van den Heuvel), —en ze moesten maar eens opletten hoe goed inge nieur Van der Graaf van de gerefor meerde bond het wel deed De afbeeldingen van de vaderland se rooms-katholieke prelaten (dat r k moet er bij met het oog op de oud-katholieke bisschoppen die wij binnen onze landsgrenzen hebben i zijn inmiddels in het archief opge borgen en nu ligt er een „rooms" boekje voor me. waarin leder mens. van welke kerk ook. zich kan her kennen. die alle godsdienstige en kerkse vanzelfsprekendheid van zich afgeschud heeft en bereid is. het vernis van vertrouwde geloofs voorstellingen af te krabben om te zien wat er dan nog overblijft, wat dat voorstelt en wat je ermee kunt doen Het boekje heet ..Een kerk die bleef" en het ts geschreven door de dominicaan Wim Tepe vanwege ..honderd jaar Dominicus in Am sterdam". In 't begin van het boekje zitten we nog volop in het rijke roomse leven, toen pas geëmancipeerde katholie ken er plezier in hadden, een mie terse kerk overeind te laten zetten door de grote Cuypers en jarenlang doende waren die kerk te versieren met een uitbundigheid, die de cal vinisten met hun witgekalkte mu ren deed huiveren. Maar vandaag kijken Rome en de Reformatie in gelijke mate verliefd naar de neo- gothische pronk, en wonderlijk ge noeg tieren vernieuwingsbewegin gen stukken beter in een dergelijke ruimte dan in een modern bouwsel, waar je aldoor 't enge gevoel hebt dat er een maatschappelijke wer ker op de loer ligt. Wlm Tepe is het uitvoerigst, en ook Het interieur van de Dominicus. Foto van Paul Keizer, overgenomen uit „Een kerk die bleef'. het boeiendst, over wat er nu gaan de is in de Dominicuskerk. Dat is. wat ik zonet al aanduidde, speuren naar wat er nu eigenlijk schuil gaat achter de grote woorden, die we sinds jaar en dag in de kerk (en ook wel daarbuiten) in de mond nemen. Niet uit modezucht (al ontkom je niet aan wat in de lucht hangt) en ook niet om de verveelde kerkgan ger te gerieven (al hou je die niet buiten de deur), maar om weer te weten waar we "t over hebben in de kerk. Dit gebeurt ook in andere kerken en in andere plaatsen, maar In Tepe's boekje kun Je zo n hele ontwikkeling daar naar toe mee maken. zodat „Een kerk die bleef" ook voor niet-Amsterdammers van belang kan zijn. Het aardige van Wim Tepe is dat hij ondanks zijn betrokkenheid bij de zaak niet op hol slaat en de lezer niet met afstandsloos gepraat voor de voeten loopt. Hij legt ook uit dat je niet moet schrikken wanneer ze tegen je zeggen dat het in de Domi nicus (en aanverwante kerken) een elitair gedoe is. Iedere aanzet en iedere aanpak houden immers een keus in en als ze in de Dominicus behoorlijk werk van de preek maken, ben Je waar schijnlijk voor actiegroepers elitair (en omgekeerd) Opmerkelijk is dat ze in de Dominicus zo neo-christe- lijk (om met voornoemde Gijsen te spreken) niet zijn. of het gaat er soms rooms toe dan moet een ka pelaan, die hier graag pastoraal werk doet. eerst om een of andere hiërarchische reden met tegenzin naar Alkmaar, alvorens in Amster dam de herdersstaf te kunnen op pakken. Wat is dat voor mallig heid? Dit roomse trekje signaleer ik eer lijk gezegd alleen om bij Jan Wol kers terecht te kunnen komen, die onlangs voor de KRO-televisie zo'n fraaie opmerking maakte over een r.k. hebbelijkheid. Hij zei tegen presentator Aad van den Heuvel: „Ja jongen, ik ben bij de bijbel grootgebracht en jullie katholieken dachten tot voor kort dat 't een produkt was van het schrijverscol lectief Luther en Calvijn, maar hij is van hogere komafMaar goed. in de Dominicus gaat de bij bel open en er wordt met een pro testants aandoende vlijt uit ge preekt. „Een kerk die bleef" is uitgegeven door Gooi en Sticht te Hilversum en kost op een dubbeltje na twaalf gulden. door prof. dr. H. M. Kuitert De nieuwtestamenticus prof. dr. W. K. Grossouw is bij zijn afscheid van de Nijmeegse universiteit een boek aangeboden dat ..Van taal tot taal" heet en dat „opstellen over het verta len van de Schriften" bevat (uitg. Ambo. Baarn) Ik kan het boek niet op de voet volgen (tien artikelen over vertalen en dan nog twee bijdragen over en van Orossouw is teveel), maar zal een paar problemen eruit lichten die momenteel erg in de belangstelling staan en daarover wat langer uitweiden. Het eerste interessante probleem is dat van het omstreden, zogenaamde concordante (ook wel: ideolektei vertalen van de bijbeltekst De termen neem ik voor het gemak even over er wordt dat soort vertalen mee be doeld. dat Hebreeuwse zinsconstructies wil aanhouden, in het Nederlands (de ontvangende taalt. Hebreeuwse woorden al- UJd door hetzelfde Hollandse woord wil weergeven en dat alles dan omdat er anders van het Hebreeuws (de gevende taal) teveel verloren zou gaan. Het vraagstuk komt in meer bijdragen aan de oppervlakte (o.a dat van M. de Jonge), maar de eerste bijdrage, van de hand van C. Brekelmans. is er zelfs in zijn geheel aan gewijd. HIJ wijst deze vertaalmethode, naar ik meen terecht, af op meer dan één grond Het is hem opgevallen dat deze kwesUe nergens anders dan alleen In Nederland voorkomt Dat geeft In zoverre alvast te denken, dat er kennelijk Nederlandse theo logie bij in het spel moet zijn en niet alleen taalwetenschappelijke overwegingen, want die laatste zijn internationaal en overal ge lijk. Nog opvallender: waarom worden Sha kespeare of Homerus nooit volgens de ideo- lektische methode vertaald en waarom dan wel de bijbel? Hoewel, ook weer niet de hele bijbel, maar voornamelijk het Oude Testa ment. Of alle vertalers ter wereld vergissen zich. of opnieuw er zit niet taalweten schap achter, maar een theologische stel- lingname Ontsporingen Het eigenlijke contra-argument ligt voor Brekelmans in de uitkomst van de vertaling zelf. Dat is in dit soort discussies mijns inziens altijd de enige oplossing: haal er de voorbeelden bij en praat er dan nog eens over Welnu, ook voor Brekelmans geldt dat de „proof of the pudding in the eating" is. en ide voorbeelden die hij aanhaalt (sta op en ga naar Ninevé; zie hier ben ik) laten overdui delijk zien dat de ideolekte vertaalmethode dingen in de gebruikte woorden en wendin gen vermoedt die er helemaal niet in liggen („sta op" is niet typisch voor de profeet van Israël, en „zie hier ben ik" heeft in vele gevallen allerminst een aanwijzende func tie) Nu gaat het bij dit soort woordjes nog niet om ontsporingen van formaat Maar die komen er wel ik bedoel: vertaalontsporin- prof. dr. W. K. Grossouw gen als je consequent de ideolektische methode volgt. De ontsporing, die Brekelmans bedoelt, is dat je dan helemaal niet meer vertaalt, maar het Hebreeuwse woord laat staan (bij sja- loom is dat al heel gebruikelijk geworden) ol het in krom Hollands overzet, bijvoorbeeld voor adderengebroed het woord adderver- weksel gebruikt (want de werkwoordstam verwekken moet behouden blijven). Het laatste voorbeeld herinner ik mij uit de discussies in het begin van de jaren zestig. Zeer terecht vraagt Brekelmans wat je daar mee als vertaler hebt gewonnen. Niets. Je moet al een noot onder aan de bladzij zetten en bij sjaloom opmerken: ik bedoel al de ondertonen die daarin meeklinken en die je kunt vinden in de veertig bladzijden die het woordenboek van Kittel daaraan wijdt; en vervolgens bij adderenverweksel weer een nieuwe noot waarin je dit woord aan de lezer toch weer helemaal moet uitleggen. Eigen lijk geef Je daarmee toe helemaal niet ver taald te hebben, zegt Brekelmans. Je be spaart Je de moeite om naar het goede woord te zoeken. Tesjoeva voor bekering is net zoiets. Waardevol Valt er dan niets goeds van de ideolektische mgthode te zeggen? Men moet het in Brekel mans prijzen als men ziet hoeveel mijlen hij met zijn tegenvoeters wil meegaan. Voor bijbelstudie, zegt hij. en dan vooral als het om leerlingen gaat die geen Hebreeuws kun nen lezen, kan deze methode een goed in zicht in de Hebreeuwse taal geven. Daarom is het werk van de aanhangers van deze methode ook alleszins waardevol. Maar als het om „van taal tot taal" gaat. schiet hun vertalen te kort. Ik val Brekelmans daarin bij. Het ideolekte vertalen is goed voor de in greep. die elkaar al spoedig aan het eigen woordgebruik herkent, omdat het aan een half woord genoeg heeft. Maar de buiten staanders begrijpen er niets meer vanA Zij zullen zich door deze manier van prateriop den duur als de „schare die de wet giet kent" gaan voelen. Daarmee ben ik op de theologie gekomen die van deze manier van vertalen graag gebruik maakt. Ik heb zelf de bekoring van deze methode in het begin van de jaren zestig weer afgeleerd door een korte maar doeltreffende vraag van de toenmalige oud testamenticus van de Vrije Universiteit, prof. Nico Ridderbos: moeten wij allemaal weer Jood worden? Een onberedeneerde meerwaarde van het Oude Testament, van Jood-zijn, van rabbijnse geschriften en rab bijnse exegese speelt in de discussie een grote rol. Schuldgevoel Grossouw wijst daarop in zijn afscheidscol lege dat aan het slot van het boek is opgeno men. Evenals de meeste rooms-katholieken vraagt hij naar de redenen voor deze merk waardige voorkeur van sommige protestan ten. Hij legt het psychologisch uit: het schuldgevoel t.a.v. het jodendom zit vele christenen dwars. Of hij gelijk heeft, laat ik daar Met hem zeg ik wat hij Maria de Groot voorhoudt: het joodse geloof dat de twaalf apostelen de wereld in brachten, was en is het geloof in Jezus Christus, en wat voor verschil dat laatste maakt, kun Je bij Paulus nalezen. Alles wat ik hierboven gezegd heb. laat zich nog eens haarscherp demonstreren aan de bijdrage van Van Unnik die handelt over Markus 8 vers 33: „Gij zijt niet bedacht op de dingen Gods maar op die der mensen" (vert. NBG). Van Unnik laat zien hoe je strikt volgens de regels van het vak (woor denboek erbij; parallellen van woordge bruik erbij) tot géén andere vertaling kunt komen dan: „Gij staat niet aan de kant van God maar aan die van de mensen". De Griekse uitdrukking die in het geding is heeft het werkwoord „denken" in zich. en ideolektisch gesproken moet je dan dat woordje „denken" ook in de vertaling van de ontvangende taal terug laten keren. We zien waar dat op uitloopt: de traditionele verta lingen zijn inderdaad allemaal zó ge biologeerd geweest door dat woordje den ken, dat ze er geen afscheid van konden1 nemen en zo hoewel ze beter konden weten iets in het Nederlands brachten, wat er in het Grieks niet stond. Uitleg goed? Vertalen is altijd al een beetje uitleggen. Daarmee hangt een ander probleem samen, dat in dit boek aan de orde komt en waarop ik nog kort wil ingaan. Wanneer is een tekstgedeelte goed uitgelegd? De vraag is van Van Iersel. Hij preciseert hem (want er zijn misschien meer uitleggingen geoor loofd) met een volgende vraag: wanneer kun je zeggen dat een uitleg geslaagd ls? Op de laatste vraag is het antwoord heel moeilijk te geven (voor wie geslaagd? Met het oog op wat?), maar wat de eerste vraag betreft: wanneer kun je nu zeggen dat een uitleg geen goede uitleg, dus een ongeoorloofd tekstgebruik is. heeft wel een antwoord. Een uitleg is ongeoorloofd tekstgebruik als zij de tekst zelf tegenspreekt. Met deze notie gewapend heb ik de bijdrage van Van Schaik nog weer eens nagelezen over de veelzinnigheid van de termen zonde en bevrijding. Van Schaik heeft de beteke nis van zonde en bevrijding bij resp. Paulus, Grossouw en Gutierrez met elkaar vergele ken en gaat dan eerst over tot de verklaring van de ongelijkheid tussen deze drie. Daar zit hetj subjectieve aandeel van de spreker achter, zegt hij, en daarachter zit dan weer het verschil in milieu, tijd, klimaat enz. waarbinnen ieder tot zijn oordeel komt. Gutierrez Het probleem komt om de hoek als Van Schaik de vraag stelt of we Grossouw en Gutierrez kunnen zien als uitleggers van Paulus. Ik denk dat we dat van Grossouw wel kunnen zeggen. Hij laat Paulus intact, spreekt hem niet vierkant tegen en beant woordt daarmee aan de maatstaf van Van Iersel die ik zojuist noemde. Maar van Gu tierrez kunnen we dat mijns inziens niet zeggen. Vrijheid en bevrijding hebben bij Paulus geen politieke of maatschappelijke context, en datgene waarvan een mens be vrijd moet worden heeft dat evenmin; heeft dat zelfs zó weinig dat bevrijding bij Paulus door genade, dus door het geloof en niet door mensenwerk geschiedt. Wat Gutierrez over politieke bevrijding zegt. spreekt alleen al op deze gronden Paulus vierkant tegen. Moeten mensen dan ook niet politiek en maatschappelijk bevrijd worden en is het niet christenplicht de wil van God) om daaraan mee te helpen? Zonder enige twij fel. Zoiets kan niet duidelijk genoeg gezegd worden. Maar je kunt dat veel beter funde ren met behulp van (en vanuit) de ethiek dan vanuit wat Paulus over zonde en bevrij ding zegt. wil je niet op eindeloze theologi sche dwaalwegen terecht komen. Ethische f)rincipes zijn principes die wij als christe nen erop nahouden omdat wij er de God van Jezus Christus in herkennen. Ethische prin cipes worden ook door niet-christenen aan gehangen. Zo komt het dat christenen en niet-christenen samen bevrijdingswerk (po litiek en maatschappelijk) kunnen verrich ten. Zo hoeft niemand er Paulus voor uitzijn voegen te lichten. Ben. je het niet met Pau lus eens. dan kun je dat beter zeggen. Zoiets moet tussen christenen (ik bedoel bijvoor beeld tussen Paulus en Van Schaik) ook mogelijk zijn. Breukgevoel Om mijn overzicht te besluiten maak ik opmerkzaam op het afscheidscollege van de man aan wiens werk de bundel is opgedra gen: prof. Grossouw. De titel is: Paulus onder de Joden, en herinnert aan het gelijk namige toneelstuk van Franz Werfel. Dat is ook de bedoeling. Werfel was een Jood die zijn eigen volk niet ontrouw wilde worden, hoezeer het christelijk geloof hem ook aan trok. Joden doen zoiets niet of uiterst moei lijk. Daaruit kunnen we begrijpen aldus Grossouw wat een formidabel breuk-ge voel Paulus altijd heeft meegedragen, en welk een fundamenteel onderscheid voor hem heeft gelegen tussen jood-zijn en chris ten-zijn. Deze opmerkingen vormen nog maar de inzet van een af en toe door zijn diepgang en inlevingsvermogen ontroe rend afscheidscollege over Paulus. Inder daad, een man die zo inspirerend en wijs weet te spreken en dan niet ondanks maar dank zij zijn vakmanschap, verdient een boek dat door velen gelezen zal worden. Moge dat ervan komen. (ADVERTENTIE UTRECHT De groep jongeren in de gereformeerde kerken, die zich onder de naam jongerensynode be zighoudt met de kerkelijke ontwik kelingen is niet gelukkig met het besluit van het synode-bestuur van de gereformeerde kerken, een dele gatie naar Zuld-Afrika te zenden Het grootste bezwaar van de jonge ren is dat de reis wordt ondernomen na een uitnodiging van uitsluitend de blanke Nederduitse gereformeer de kerk De delegatie zal weliswaar contact opnemen met de zwarte, kleurlin gen- en Indiër N G kerken, maar de jongerensynode acht dit geen garan tie dat het gesprek met de blanke kerk niet een gesprek over zwarten, zonder zwarten zal worden De jongerensynode meent dat het bestuur van de gereformeerde syno de beter op de uitnodiging van de N G kerk had kunnen reageren met het verzoek een volwaardig gesprek tussen de vier N O kerken onderling te openen over de rassenverhou dingen De Jongeren vrezen dat met het stu ren van deze delegatie niets wezen lijk zal veranderen en dat hiervan zeker geen doorbraak ten bate van de zwarte en gekleurde kerken ver wacht kan worden DAN ZONDIGT NIEMAND MEER Dan zondigt niemand meer. doet niemand meer kwaad op heel mijn heilige berg. maar zal de gehele aarde vervuld zijn met liefde tot God. zoals de zeebodem bedolven is onder het water (uit Jesajall. 1-10) Dat kan toch niet! „t Is wel mooi gezegd en je droomt er wel eens van. maar 't is toch onmogelijk! Een ideaalbeeld dat het gevaar in zich bergt dat mensen erop gaan wachten en de aarde de aarde laten en de mensen de mensen Zo denken ook veel mensen. Je moet hier natuurlijk wel wat goeds doen. maar toekomst heeft het niet. Eenmaal komt de grete ondergang en dan daarna, dan pas ja, en wie weet daar wat van? Hoe moet je je trouwens een aarde zonder dat iemand meer zondigt voorstellen' Wij zijn gebakken aan het kwaad Het kwaad is onze pijn. maar tegelijk zit het aan en in ons en zijn we ermee vertrouwd. Wie zegt dat 't er niet meer is of dat 't wel eens zou kunnen verdwijnen begaat een tactische fout, hij spiegelt toestanden voor die niet te realiseren zijn. 't Mag allemaal waar zijn en 't mag ook best verstandig zijn om zo te denken en te spreken, maar 't is niet profetisch. Het is een risico-schuw denken en spreken Het is een denken en spreken dat het bestaande in wezen nog zo gek niet vindt. Daarom staan de woorden van profeten haaks op ons denken. Ze spreken van iemand die komt om alles te veranderen. De Geest van de Heer zal op Hem rusten. Een werkelijke messias. Een ding: De kleinen zal Hij recht verschaffen. En dat tegen alle lafheid jegens de kleinen in. Dat is onze hoop. Hoop die vrede geeft en ons doet opstaan. Naar die toekomst. Beroepingswerk NED. HERV. KERK Beroepen te Harderwijk C. den Boer te Wageningen; te Oude Ton- ge: J. D. van Roest te Ederveen GEREF. KERKEN Beroepen te Nieuwland: F. Dijkstra te Tzum. GEREF. KERKEN (VRIJG.) Beroepen te Meppel: H Folkers te Grijpkerk (Gr.). GEREF. KERKEN (VRIJG.: B V.) Beroepen te Drenten: H v.d Kwast te Amstelveen. GEREF. GEMEENTEN Beroepen te Aalburg; J Koster te Barneveld. Van een onzer verslaggevers MIDDELBURG De provinciale hervormde jeugdraad Zeeland heeft het moderamen van de hervormde synode en het hoofdbestuur van de gereformeerde bond de suggestie ge daan. een tv-debat. te houden over Zuid-Afrika Dit debat zou dan moeten gaan tus sen de drie leden van het synode- moderamen, aan wie een visum voor Zuid-Afrika geweigerd is. en drie be stuursleden van de gereformeerde bond. die onlangs een bezoek aan- Zuid-Afrika hebben gebracht De Zeeuwse jeugdraad, vindt het een „droeve zaak", dat de gerefor meerde bond niet solidair is geweest met de moderamen-leden en toch naar Zuid-Afrika is gegaan De jeugdraad vreest op dit punt „ver dergaande heilloze polarisatie" in de hervormde kerk door gebrek aan wederzijdse informatie Een open baar gesprek zou de oordeelsvor ming van de kerkleden bevorderen en duidelijkheid scheppen ook naar de Zuidafrikaanse kerken, aldus de jeugdraad ADVERTENTIE H boekennieuws Prof. Dr. G. N. Lammens LITURGIE EN MASSAMEDIA 44 btz 10.25 „Zo min moge!t|k uitzendingen van gangbare kerkdiensten maar wél aan rad'O en televisie aangepaste liturgievieringen aldus een op vallende conclusie van de auteur Prot. Dr. G. N. Lammens en Dra. Fr. de Jong KANTTEKENINGEN BIJ DE KATERN 64 blz 7.90 Een duidelijke loeüchDng op de meuwe ka tern Orden voor de eredierst Prof. Dr. G. N. Lammens e.a. VESPERS VIEREN 108 blz f 12,50 Oe tekst en de toonzettingen v an zes teévi- sievespers en een beschouwing over deze kleine liturgievieringen Dieter Trautwein KERKDIENST ALS LEERPROCES 96 blz 14.25 Verschillende typen kerkdiensten worden be sproken Met aanwi|zmgen over het taalge bruik. het lied m de d>enst de informatie fet documentarische spet en de technische m.d- deien Verkrijgbaar in de boekhandel. H KOK KAMPEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 2