Adderengebroed of adderenverweksel
Een rooms trekje in de Dominicus
Jongeren tegen reis
Geef VU-magazine cadeau!
Over het vertalen van de bijbel
l-MAGAZINE EEN OPINIEBLAD WAAR STUDIE ACHTER ZIT
VANDAAG
VOORBIJGANGERS
Zeeuwse jeugdraad
vraagt tv-debat
over Zuid-Afrika
ZATERDAG 3 DECEMBER 1977
'KERK
Trouw/Kwartet 2
Onze adressen.'
f BON le verzenden in open enveloppe zonder postzegel aan
Vn|e Universiteit Antwoordnummer 1771. Amsterdam
Naam iNaam
Adres I Adres
Woonplaats [woonplaats
geeft VU-magazine (pnjs 20 - per iaar) cadeau aan*
Datum
Handtekening
Het is nat jurnjk ook mogei«|k nchzelt te abonneren Men vult dan
alleen het imker gedeelte m en de d»»>«m en de handtekening
Al ruim zeven |aar is VU-magazine enig in z'n soort
een aan de Vri|e Universiteit gemaakt maandblad,
dat aandacht geeft aan wat wetenschappers
denken en doen en dat daartxi ook nog actueel
weet te bliiven
Oat alles «oor 20,- per laar.
Het komende nummer verschijnt 6 december
Daann onder meer
Inkomens opnieuw in discussie
Huwelijk aan revisie toe
Geweld escalatie of dö-escalatie
door A. J. Klei
AMSTERDAM:
Postbus 859
Wibautstraat 131
Tel 020-913456
Telex 13006
ROTTERDAM/DORDRECHT:
Postbus 948
Westblaak 9 Rotterdam
Te» 010-115588
DEN HAAG/LEIDEN
Postbus 101
Parkstraat 22 Den Haag
Tel 070-469445
ZWOLLE/GRONINGEN:
Postbus 3
Melkmarkt 56 Zwolle
Tel 05200-17030
We hebben op de krant verscheide
ne foto's binnengekregen van de
Nederlandse bisschoppen, die op
pelgrimstocht in Rome waren en
bij die gelegenheid van de paus op
hun kop kregen. Vijf van de zeven
althans. en ze moesten maar
eens opletten hoe goed monseig
neur Gijsen het wel deed. Het aan
schouwen van deze plaatjes werkt
wat ze tegenwoordig noemen, ver
vreemdend. De hele zaak is vooi
mij tenminste net zo onvoorstel
baar als wanneer het bestuur van
de hervormde synode op het matje
geroepen zou worden door laat
ik zeggen professor Beyerhaus
van de belijdenisbeweging „Kein
anderes Evangelium" en de persbu
reaus ons foto's zouden sturen van
de moderamenleden. netjes op een
rij en bedremmeld in de lens kij
kend (dit laatste is sowieso al on
denkbaar van secretaris dominee
Van den Heuvel), —en ze moesten
maar eens opletten hoe goed inge
nieur Van der Graaf van de gerefor
meerde bond het wel deed
De afbeeldingen van de vaderland
se rooms-katholieke prelaten (dat
r k moet er bij met het oog op de
oud-katholieke bisschoppen die wij
binnen onze landsgrenzen hebben i
zijn inmiddels in het archief opge
borgen en nu ligt er een „rooms"
boekje voor me. waarin leder mens.
van welke kerk ook. zich kan her
kennen. die alle godsdienstige en
kerkse vanzelfsprekendheid van
zich afgeschud heeft en bereid is.
het vernis van vertrouwde geloofs
voorstellingen af te krabben om te
zien wat er dan nog overblijft, wat
dat voorstelt en wat je ermee kunt
doen Het boekje heet ..Een kerk
die bleef" en het ts geschreven door
de dominicaan Wim Tepe vanwege
..honderd jaar Dominicus in Am
sterdam".
In 't begin van het boekje zitten we
nog volop in het rijke roomse leven,
toen pas geëmancipeerde katholie
ken er plezier in hadden, een mie
terse kerk overeind te laten zetten
door de grote Cuypers en jarenlang
doende waren die kerk te versieren
met een uitbundigheid, die de cal
vinisten met hun witgekalkte mu
ren deed huiveren. Maar vandaag
kijken Rome en de Reformatie in
gelijke mate verliefd naar de neo-
gothische pronk, en wonderlijk ge
noeg tieren vernieuwingsbewegin
gen stukken beter in een dergelijke
ruimte dan in een modern bouwsel,
waar je aldoor 't enge gevoel hebt
dat er een maatschappelijke wer
ker op de loer ligt.
Wlm Tepe is het uitvoerigst, en ook
Het interieur van de Dominicus. Foto van Paul Keizer, overgenomen uit „Een kerk die bleef'.
het boeiendst, over wat er nu gaan
de is in de Dominicuskerk. Dat is.
wat ik zonet al aanduidde, speuren
naar wat er nu eigenlijk schuil gaat
achter de grote woorden, die we
sinds jaar en dag in de kerk (en ook
wel daarbuiten) in de mond nemen.
Niet uit modezucht (al ontkom je
niet aan wat in de lucht hangt) en
ook niet om de verveelde kerkgan
ger te gerieven (al hou je die niet
buiten de deur), maar om weer te
weten waar we "t over hebben in de
kerk. Dit gebeurt ook in andere
kerken en in andere plaatsen, maar
In Tepe's boekje kun Je zo n hele
ontwikkeling daar naar toe mee
maken. zodat „Een kerk die bleef"
ook voor niet-Amsterdammers van
belang kan zijn.
Het aardige van Wim Tepe is dat
hij ondanks zijn betrokkenheid bij
de zaak niet op hol slaat en de lezer
niet met afstandsloos gepraat voor
de voeten loopt. Hij legt ook uit dat
je niet moet schrikken wanneer ze
tegen je zeggen dat het in de Domi
nicus (en aanverwante kerken) een
elitair gedoe is.
Iedere aanzet en iedere aanpak
houden immers een keus in en als
ze in de Dominicus behoorlijk werk
van de preek maken, ben Je waar
schijnlijk voor actiegroepers elitair
(en omgekeerd) Opmerkelijk is dat
ze in de Dominicus zo neo-christe-
lijk (om met voornoemde Gijsen te
spreken) niet zijn. of het gaat er
soms rooms toe dan moet een ka
pelaan, die hier graag pastoraal
werk doet. eerst om een of andere
hiërarchische reden met tegenzin
naar Alkmaar, alvorens in Amster
dam de herdersstaf te kunnen op
pakken. Wat is dat voor mallig
heid?
Dit roomse trekje signaleer ik eer
lijk gezegd alleen om bij Jan Wol
kers terecht te kunnen komen, die
onlangs voor de KRO-televisie zo'n
fraaie opmerking maakte over een
r.k. hebbelijkheid. Hij zei tegen
presentator Aad van den Heuvel:
„Ja jongen, ik ben bij de bijbel
grootgebracht en jullie katholieken
dachten tot voor kort dat 't een
produkt was van het schrijverscol
lectief Luther en Calvijn, maar hij
is van hogere komafMaar
goed. in de Dominicus gaat de bij
bel open en er wordt met een pro
testants aandoende vlijt uit ge
preekt.
„Een kerk die bleef" is uitgegeven
door Gooi en Sticht te Hilversum
en kost op een dubbeltje na twaalf
gulden.
door prof. dr. H. M. Kuitert
De nieuwtestamenticus prof. dr. W.
K. Grossouw is bij zijn afscheid van
de Nijmeegse universiteit een boek
aangeboden dat ..Van taal tot taal"
heet en dat „opstellen over het verta
len van de Schriften" bevat (uitg.
Ambo. Baarn)
Ik kan het boek niet op de voet volgen (tien
artikelen over vertalen en dan nog twee
bijdragen over en van Orossouw is teveel),
maar zal een paar problemen eruit lichten
die momenteel erg in de belangstelling
staan en daarover wat langer uitweiden. Het
eerste interessante probleem is dat van het
omstreden, zogenaamde concordante (ook
wel: ideolektei vertalen van de bijbeltekst
De termen neem ik voor het gemak even
over er wordt dat soort vertalen mee be
doeld. dat Hebreeuwse zinsconstructies wil
aanhouden, in het Nederlands (de
ontvangende taalt. Hebreeuwse woorden al-
UJd door hetzelfde Hollandse woord wil
weergeven en dat alles dan omdat er anders
van het Hebreeuws (de gevende taal) teveel
verloren zou gaan.
Het vraagstuk komt in meer bijdragen aan
de oppervlakte (o.a dat van M. de Jonge),
maar de eerste bijdrage, van de hand van C.
Brekelmans. is er zelfs in zijn geheel aan
gewijd. HIJ wijst deze vertaalmethode, naar
ik meen terecht, af op meer dan één grond
Het is hem opgevallen dat deze kwesUe
nergens anders dan alleen In Nederland
voorkomt Dat geeft In zoverre alvast te
denken, dat er kennelijk Nederlandse theo
logie bij in het spel moet zijn en niet alleen
taalwetenschappelijke overwegingen, want
die laatste zijn internationaal en overal ge
lijk. Nog opvallender: waarom worden Sha
kespeare of Homerus nooit volgens de ideo-
lektische methode vertaald en waarom dan
wel de bijbel? Hoewel, ook weer niet de hele
bijbel, maar voornamelijk het Oude Testa
ment. Of alle vertalers ter wereld vergissen
zich. of opnieuw er zit niet taalweten
schap achter, maar een theologische stel-
lingname
Ontsporingen
Het eigenlijke contra-argument ligt voor
Brekelmans in de uitkomst van de vertaling
zelf. Dat is in dit soort discussies mijns
inziens altijd de enige oplossing: haal er de
voorbeelden bij en praat er dan nog eens
over Welnu, ook voor Brekelmans geldt dat
de „proof of the pudding in the eating" is. en
ide voorbeelden die hij aanhaalt (sta op en ga
naar Ninevé; zie hier ben ik) laten overdui
delijk zien dat de ideolekte vertaalmethode
dingen in de gebruikte woorden en wendin
gen vermoedt die er helemaal niet in liggen
(„sta op" is niet typisch voor de profeet van
Israël, en „zie hier ben ik" heeft in vele
gevallen allerminst een aanwijzende func
tie) Nu gaat het bij dit soort woordjes nog
niet om ontsporingen van formaat Maar die
komen er wel ik bedoel: vertaalontsporin-
prof. dr. W. K. Grossouw
gen als je consequent de ideolektische
methode volgt.
De ontsporing, die Brekelmans bedoelt, is
dat je dan helemaal niet meer vertaalt, maar
het Hebreeuwse woord laat staan (bij sja-
loom is dat al heel gebruikelijk geworden) ol
het in krom Hollands overzet, bijvoorbeeld
voor adderengebroed het woord adderver-
weksel gebruikt (want de werkwoordstam
verwekken moet behouden blijven). Het
laatste voorbeeld herinner ik mij uit de
discussies in het begin van de jaren zestig.
Zeer terecht vraagt Brekelmans wat je daar
mee als vertaler hebt gewonnen. Niets. Je
moet al een noot onder aan de bladzij zetten
en bij sjaloom opmerken: ik bedoel al de
ondertonen die daarin meeklinken en die je
kunt vinden in de veertig bladzijden die het
woordenboek van Kittel daaraan wijdt; en
vervolgens bij adderenverweksel weer een
nieuwe noot waarin je dit woord aan de lezer
toch weer helemaal moet uitleggen. Eigen
lijk geef Je daarmee toe helemaal niet ver
taald te hebben, zegt Brekelmans. Je be
spaart Je de moeite om naar het goede
woord te zoeken. Tesjoeva voor bekering is
net zoiets.
Waardevol
Valt er dan niets goeds van de ideolektische
mgthode te zeggen? Men moet het in Brekel
mans prijzen als men ziet hoeveel mijlen hij
met zijn tegenvoeters wil meegaan. Voor
bijbelstudie, zegt hij. en dan vooral als het
om leerlingen gaat die geen Hebreeuws kun
nen lezen, kan deze methode een goed in
zicht in de Hebreeuwse taal geven. Daarom
is het werk van de aanhangers van deze
methode ook alleszins waardevol. Maar als
het om „van taal tot taal" gaat. schiet hun
vertalen te kort. Ik val Brekelmans daarin
bij. Het ideolekte vertalen is goed voor de in
greep. die elkaar al spoedig aan het eigen
woordgebruik herkent, omdat het aan een
half woord genoeg heeft. Maar de buiten
staanders begrijpen er niets meer vanA Zij
zullen zich door deze manier van prateriop
den duur als de „schare die de wet giet
kent" gaan voelen.
Daarmee ben ik op de theologie gekomen
die van deze manier van vertalen graag
gebruik maakt. Ik heb zelf de bekoring van
deze methode in het begin van de jaren
zestig weer afgeleerd door een korte maar
doeltreffende vraag van de toenmalige oud
testamenticus van de Vrije Universiteit,
prof. Nico Ridderbos: moeten wij allemaal
weer Jood worden? Een onberedeneerde
meerwaarde van het Oude Testament, van
Jood-zijn, van rabbijnse geschriften en rab
bijnse exegese speelt in de discussie een
grote rol.
Schuldgevoel
Grossouw wijst daarop in zijn afscheidscol
lege dat aan het slot van het boek is opgeno
men. Evenals de meeste rooms-katholieken
vraagt hij naar de redenen voor deze merk
waardige voorkeur van sommige protestan
ten. Hij legt het psychologisch uit: het
schuldgevoel t.a.v. het jodendom zit vele
christenen dwars. Of hij gelijk heeft, laat ik
daar Met hem zeg ik wat hij Maria de Groot
voorhoudt: het joodse geloof dat de twaalf
apostelen de wereld in brachten, was en is
het geloof in Jezus Christus, en wat voor
verschil dat laatste maakt, kun Je bij Paulus
nalezen.
Alles wat ik hierboven gezegd heb. laat zich
nog eens haarscherp demonstreren aan de
bijdrage van Van Unnik die handelt over
Markus 8 vers 33: „Gij zijt niet bedacht op
de dingen Gods maar op die der mensen"
(vert. NBG). Van Unnik laat zien hoe je
strikt volgens de regels van het vak (woor
denboek erbij; parallellen van woordge
bruik erbij) tot géén andere vertaling kunt
komen dan: „Gij staat niet aan de kant van
God maar aan die van de mensen". De
Griekse uitdrukking die in het geding is
heeft het werkwoord „denken" in zich. en
ideolektisch gesproken moet je dan dat
woordje „denken" ook in de vertaling van de
ontvangende taal terug laten keren. We zien
waar dat op uitloopt: de traditionele verta
lingen zijn inderdaad allemaal zó ge
biologeerd geweest door dat woordje den
ken, dat ze er geen afscheid van konden1
nemen en zo hoewel ze beter konden
weten iets in het Nederlands brachten,
wat er in het Grieks niet stond.
Uitleg goed?
Vertalen is altijd al een beetje uitleggen.
Daarmee hangt een ander probleem samen,
dat in dit boek aan de orde komt en waarop
ik nog kort wil ingaan. Wanneer is een
tekstgedeelte goed uitgelegd? De vraag is
van Van Iersel. Hij preciseert hem (want er
zijn misschien meer uitleggingen geoor
loofd) met een volgende vraag: wanneer kun
je zeggen dat een uitleg geslaagd ls? Op de
laatste vraag is het antwoord heel moeilijk
te geven (voor wie geslaagd? Met het oog op
wat?), maar wat de eerste vraag betreft:
wanneer kun je nu zeggen dat een uitleg
geen goede uitleg, dus een ongeoorloofd
tekstgebruik is. heeft wel een antwoord. Een
uitleg is ongeoorloofd tekstgebruik als zij de
tekst zelf tegenspreekt.
Met deze notie gewapend heb ik de bijdrage
van Van Schaik nog weer eens nagelezen
over de veelzinnigheid van de termen zonde
en bevrijding. Van Schaik heeft de beteke
nis van zonde en bevrijding bij resp. Paulus,
Grossouw en Gutierrez met elkaar vergele
ken en gaat dan eerst over tot de verklaring
van de ongelijkheid tussen deze drie. Daar
zit hetj subjectieve aandeel van de spreker
achter, zegt hij, en daarachter zit dan weer
het verschil in milieu, tijd, klimaat enz.
waarbinnen ieder tot zijn oordeel komt.
Gutierrez
Het probleem komt om de hoek als Van
Schaik de vraag stelt of we Grossouw en
Gutierrez kunnen zien als uitleggers van
Paulus. Ik denk dat we dat van Grossouw
wel kunnen zeggen. Hij laat Paulus intact,
spreekt hem niet vierkant tegen en beant
woordt daarmee aan de maatstaf van Van
Iersel die ik zojuist noemde. Maar van Gu
tierrez kunnen we dat mijns inziens niet
zeggen. Vrijheid en bevrijding hebben bij
Paulus geen politieke of maatschappelijke
context, en datgene waarvan een mens be
vrijd moet worden heeft dat evenmin; heeft
dat zelfs zó weinig dat bevrijding bij Paulus
door genade, dus door het geloof en niet
door mensenwerk geschiedt. Wat Gutierrez
over politieke bevrijding zegt. spreekt alleen
al op deze gronden Paulus vierkant tegen.
Moeten mensen dan ook niet politiek en
maatschappelijk bevrijd worden en is het
niet christenplicht de wil van God) om
daaraan mee te helpen? Zonder enige twij
fel. Zoiets kan niet duidelijk genoeg gezegd
worden. Maar je kunt dat veel beter funde
ren met behulp van (en vanuit) de ethiek
dan vanuit wat Paulus over zonde en bevrij
ding zegt. wil je niet op eindeloze theologi
sche dwaalwegen terecht komen. Ethische
f)rincipes zijn principes die wij als christe
nen erop nahouden omdat wij er de God van
Jezus Christus in herkennen. Ethische prin
cipes worden ook door niet-christenen aan
gehangen. Zo komt het dat christenen en
niet-christenen samen bevrijdingswerk (po
litiek en maatschappelijk) kunnen verrich
ten. Zo hoeft niemand er Paulus voor uitzijn
voegen te lichten. Ben. je het niet met Pau
lus eens. dan kun je dat beter zeggen. Zoiets
moet tussen christenen (ik bedoel bijvoor
beeld tussen Paulus en Van Schaik) ook
mogelijk zijn.
Breukgevoel
Om mijn overzicht te besluiten maak ik
opmerkzaam op het afscheidscollege van de
man aan wiens werk de bundel is opgedra
gen: prof. Grossouw. De titel is: Paulus
onder de Joden, en herinnert aan het gelijk
namige toneelstuk van Franz Werfel. Dat is
ook de bedoeling. Werfel was een Jood die
zijn eigen volk niet ontrouw wilde worden,
hoezeer het christelijk geloof hem ook aan
trok. Joden doen zoiets niet of uiterst moei
lijk. Daaruit kunnen we begrijpen aldus
Grossouw wat een formidabel breuk-ge
voel Paulus altijd heeft meegedragen, en
welk een fundamenteel onderscheid voor
hem heeft gelegen tussen jood-zijn en chris
ten-zijn. Deze opmerkingen vormen nog
maar de inzet van een af en toe door zijn
diepgang en inlevingsvermogen ontroe
rend afscheidscollege over Paulus. Inder
daad, een man die zo inspirerend en wijs
weet te spreken en dan niet ondanks maar
dank zij zijn vakmanschap, verdient een
boek dat door velen gelezen zal worden.
Moge dat ervan komen.
(ADVERTENTIE
UTRECHT De groep jongeren in
de gereformeerde kerken, die zich
onder de naam jongerensynode be
zighoudt met de kerkelijke ontwik
kelingen is niet gelukkig met het
besluit van het synode-bestuur van
de gereformeerde kerken, een dele
gatie naar Zuld-Afrika te zenden
Het grootste bezwaar van de jonge
ren is dat de reis wordt ondernomen
na een uitnodiging van uitsluitend
de blanke Nederduitse gereformeer
de kerk
De delegatie zal weliswaar contact
opnemen met de zwarte, kleurlin
gen- en Indiër N G kerken, maar de
jongerensynode acht dit geen garan
tie dat het gesprek met de blanke
kerk niet een gesprek over zwarten,
zonder zwarten zal worden
De jongerensynode meent dat het
bestuur van de gereformeerde syno
de beter op de uitnodiging van de
N G kerk had kunnen reageren met
het verzoek een volwaardig gesprek
tussen de vier N O kerken onderling
te openen over de rassenverhou
dingen
De Jongeren vrezen dat met het stu
ren van deze delegatie niets wezen
lijk zal veranderen en dat hiervan
zeker geen doorbraak ten bate van
de zwarte en gekleurde kerken ver
wacht kan worden
DAN ZONDIGT NIEMAND MEER
Dan zondigt niemand meer.
doet niemand meer kwaad
op heel mijn heilige berg.
maar zal de gehele aarde
vervuld zijn
met liefde tot God.
zoals de zeebodem
bedolven is onder het water
(uit Jesajall. 1-10)
Dat kan toch niet! „t Is wel mooi
gezegd en je droomt er wel eens van.
maar 't is toch onmogelijk! Een
ideaalbeeld dat het gevaar in zich
bergt dat mensen erop gaan
wachten en de aarde de aarde laten
en de mensen de mensen Zo denken
ook veel mensen. Je moet hier
natuurlijk wel wat goeds doen. maar
toekomst heeft het niet. Eenmaal
komt de grete ondergang en dan
daarna, dan pas ja, en wie weet
daar wat van? Hoe moet je je
trouwens een aarde zonder dat
iemand meer zondigt voorstellen'
Wij zijn gebakken aan het kwaad
Het kwaad is onze pijn. maar
tegelijk zit het aan en in ons en zijn
we ermee vertrouwd. Wie zegt dat 't
er niet meer is of dat 't wel eens zou
kunnen verdwijnen begaat een
tactische fout, hij spiegelt
toestanden voor die niet te
realiseren zijn. 't Mag allemaal waar
zijn en 't mag ook best verstandig
zijn om zo te denken en te spreken,
maar 't is niet profetisch. Het is een
risico-schuw denken en spreken
Het is een denken en spreken dat
het bestaande in wezen nog zo gek
niet vindt. Daarom staan de
woorden van profeten haaks op ons
denken. Ze spreken van iemand die
komt om alles te veranderen. De
Geest van de Heer zal op Hem
rusten. Een werkelijke messias. Een
ding: De kleinen zal Hij recht
verschaffen. En dat tegen alle
lafheid jegens de kleinen in. Dat is
onze hoop. Hoop die vrede geeft en
ons doet opstaan. Naar die
toekomst.
Beroepingswerk
NED. HERV. KERK
Beroepen te Harderwijk C. den
Boer te Wageningen; te Oude Ton-
ge: J. D. van Roest te Ederveen
GEREF. KERKEN
Beroepen te Nieuwland: F. Dijkstra
te Tzum.
GEREF. KERKEN (VRIJG.)
Beroepen te Meppel: H Folkers te
Grijpkerk (Gr.).
GEREF. KERKEN (VRIJG.: B V.)
Beroepen te Drenten: H v.d Kwast
te Amstelveen.
GEREF. GEMEENTEN
Beroepen te Aalburg; J Koster te
Barneveld.
Van een onzer verslaggevers
MIDDELBURG De provinciale
hervormde jeugdraad Zeeland heeft
het moderamen van de hervormde
synode en het hoofdbestuur van de
gereformeerde bond de suggestie ge
daan. een tv-debat. te houden over
Zuid-Afrika
Dit debat zou dan moeten gaan tus
sen de drie leden van het synode-
moderamen, aan wie een visum voor
Zuid-Afrika geweigerd is. en drie be
stuursleden van de gereformeerde
bond. die onlangs een bezoek aan-
Zuid-Afrika hebben gebracht
De Zeeuwse jeugdraad, vindt het
een „droeve zaak", dat de gerefor
meerde bond niet solidair is geweest
met de moderamen-leden en toch
naar Zuid-Afrika is gegaan De
jeugdraad vreest op dit punt „ver
dergaande heilloze polarisatie" in de
hervormde kerk door gebrek aan
wederzijdse informatie Een open
baar gesprek zou de oordeelsvor
ming van de kerkleden bevorderen
en duidelijkheid scheppen ook naar
de Zuidafrikaanse kerken, aldus de
jeugdraad
ADVERTENTIE
H boekennieuws
Prof. Dr. G. N. Lammens
LITURGIE EN MASSAMEDIA
44 btz 10.25
„Zo min moge!t|k uitzendingen van gangbare
kerkdiensten maar wél aan rad'O en televisie
aangepaste liturgievieringen aldus een op
vallende conclusie van de auteur
Prot. Dr. G. N. Lammens en Dra. Fr.
de Jong
KANTTEKENINGEN BIJ DE KATERN
64 blz 7.90
Een duidelijke loeüchDng op de meuwe ka
tern Orden voor de eredierst
Prof. Dr. G. N. Lammens e.a.
VESPERS VIEREN
108 blz f 12,50
Oe tekst en de toonzettingen v an zes teévi-
sievespers en een beschouwing over deze
kleine liturgievieringen
Dieter Trautwein
KERKDIENST ALS LEERPROCES
96 blz 14.25
Verschillende typen kerkdiensten worden be
sproken Met aanwi|zmgen over het taalge
bruik. het lied m de d>enst de informatie fet
documentarische spet en de technische m.d-
deien
Verkrijgbaar in de boekhandel.
H KOK KAMPEN