Elf Urker broers hebben
samen hun familiekoor
Reglement
<£H$>
A
Schoenen en laarzen maken mot
UW PROBLEEM 00K HET ONZE
Het dorp over de jongens van Aagje en Louwe
de pet die past
coupon
M
MAANDAG 14 NOVEMBER 1977
BINNENLAND VARIA
Trouw/Kwartet
door Fred Lammers
URK Er wordt op Urk gepraat over de
Jongens van Aagje en Louwe. Nu wordt er
op het vroegere eiland heel wat afgebab-
beld bij een kopje koffie en nog meer bij
een glaasje sterker vocht, maar wat de elf
jongens van het echtpaar Post aandra
gen voor de discussies in het dorp is niet
mis. Zij hebben een zangvereniging opge
richt. En zingen is een gevoelig punt voor
de Urkers. Zij weten niet alleen hun
mondje te roeren als het op praten aan
komt. als er moet worden gezongen kun
nen ze er ook wat van.
Er zijn weinig dorpen in Nederland waar zoveel
zangkoren zijn als op Urk. Daar is voor elk wat
wils op dit gebied. Degenen die psalmen en
gezangen willen zingen op niet-ritmische manier
kunnen terecht bij „Oud Hallelujah". Zij die ook
wel van een negro psiritual houden zingen bij
„Hallelujah", het grootste koor dat Urk rijk is.
„Crescendo" is het evangelisatiekoor. „De Urker
Zangers" zoeken het ook in die richting, maar
wagen zich tevens aan de in de ogen van velen,
•wereldse' zeemansliedjes.
Dit voorzover het de heren betreft. Voor de
dames is er ook keus genoeg. De bloemen van
het dorp zingen in „Laus Deo". De vrouwen boen
de vijftig zijn lid van „De Lofstem". Gemengd
zingen kan ook. Daarvoor moet je bij „Excelsi
or" zijn. De jeugd weert zich in „Klein maar
Dapper".
Urk zat dus niet te wachten op een nieuw koor.
Toch is dè zangvereniging van de gebroeders
Post, die heel toepasselijk „Fraternitas" (Broe
derschap) is gedoopt, geestdriftig ontvangen.
Dat elf broers, aangevuld door twee zwagers,
waarvan er een. Puck van der Zwan, als dirigent
optreedt, samen gaan zingen is zelfs voor zang
lustig Urk uniek.
Dat Puck van der Zwan, „de meester" zoals hij
op het dorp wordt aangesproken, (een titel die je
als Je in Urk onderwijzer bent al gauw opgeplakt
krijgt) de leiding van „Fraternitas" op zich zou
nemen lag voor de hand. Als dirigent van „De
Lofstem" en „Klein maar Dapper" en als orgelle
raar is hij de musicus van het dorp. Meer leden
van het Post-koor hebben trouwens muzikale
ervaring. Vier broers: Luut, Jannes, Giel en Ap
ple zoals broer Albert in het dagelijks leven
wordt genoemd zingen ook op „Crescendo".
Bariton
Giel (32) is niet alleen in zijn woonplaats maar in
wijde omgeving bekend als de bariton van het
zangduo dat hij samen met Jetty Hoekstra-
Pluggers vormt en dat regelmatig in bejaarden
centra. inrichtingen en tijdens evangelisatiebij
eenkomsten optreedt. Als solist heeft Giel, die
chauffeur is bij een internationaal taxibedrijf, al
twee langspeelplaten op zijn naam staan.
Beide platen zijn gemaakt voor liefdadige doel
einden zoals voor het Interkerkelijk Comité Et
hiopië, dat veertig weeskinderen heeft geadop
teerd. „Ik wil aan dat zingen niet verdienen. De
mensen die ons uitnodigen betalen als het kan
de onkosten die Jetty en ik maken. Als dat op
bezwaren stuit maken we ons daar niet druk
over. Zo gaan we ook bij „Crescendo" te werk.
Het gebeurt regelmatig dat we de man vijf
gulden lappen als we een eind uit de buurt gaan
zingen bij een instelling die financieel maar
weinig middelen heeft," vertelt Giel.
Om op het familiekoor terug te komen, het plan
daartoe ontstond in april van dit jaar tijdens de
viering van het zevende huwelijkslustrum van
vader en moester Post. „Wij hebben bij die
gelegenheid wat gezongen en dat viel zo in de
smaak, dat er werd voorgesteld zoiets vaker te
gaan doen. Ai pratend kwam toen het idee een
familiekoor op te richten op tafel." aldus Puck
van der Zwan. De broers die niet in koorverband
zongen, stonden er eerst nog een beetje huiverig
tegenover Ik zal het Jullie wel leren," stelde
Puck hen gerust. Zo werd „Fraternitas" opge
richt omdat half Urk met de naam Post door het
leven gaat werd afgezien van de suggestie de
lading door de „Post-koor" - vlag te dekken.
Puck pakte de zaken fiks aan.
Fraternitas" in actie. Op de voorgrond dirigent Puck van der Zwan. (foto's: Klaas Visser)
Handtekening
..Ik heb die avond op dat bruiloftsfeest iedereen
die meedeed zijn handtekening laten zetten.
want bij een borrel zeg je wel eens meer dingen
waar je later anders over denkt."
De zaken lopen echter gesmeerd en niemand
heeft spijt de oprichtingsakte te hebben onder
tekend. Een moeilijkheid was dat de vrouwen
van de koorleden nogal bedenkingen hadden
tegen het koor-plan. Zij mopperden dat zij hun
mannen, waarvan er verschillenden vijf dagen
per week op zee zijn als visser, toch al zo weinig
thuis hebben. Dat ze op hun vrije zaterdagavond
nu ook nog gingen zingen stond hen maar half
aan. Maar ook voor dat probleem werd een
oplossing gevonden. De koorleden repeteren nu
elke zaterdagmiddag van half zes tot half zeven.
Dat loopt wel eens een half uurtje uit. maar
niemand heeft daar pijn aan, omdat het toch
rommelige uren zijn en de vrouwen nu alle tijd
hebben ervoor te zorgen dat de kinderen op bed
liggen als de zingende vaders thuis komen van
de repetities in de kantine van een visverwer-
kingsbedrijf op het industrieterrein.
Alles doen de leden van „Fraternitas" samen. Zo
hebben ze onlangs voor de begeleiding een piano
op de kop getikt, die vier hoog van een flat in
Zwolle moest worden gehaald. Met elkaar heb
ben de Posten dat op een zaterdag geklaar.
Oom Jan
Het gaat niet altijd van een leien dakje. Zo
ontstond er onlangs een probleem toen broer
Jaap steeds vaker op repetities moest laten
afweten omdat hij voor zijn werk ver uit de buurt
moet zijn en binnenkort zelfs voor een paar jaar
naar Arabië vertrekt. Daar het koor uit minstens
twaalf leden moet bestaan om Pucks plan zo
snel mogelijk drie kwartetten te vormen uitvoer
baar te maken is oom Jan Post al reserve
aangetrokken.
„Ons koor is voor uitbreiding vatbaar. We heb
ben besloten dat zoons van de leden in het koor
mogen worden opgenomen als ze twaalf jaar
zijn. Het jongste koorlid broer Jan is nu
veertien jaar. De aspirant-leden mogen nu al
onze repetities bijwonen als ze daar aardigheid
in hebben en die belangstelling is er al bij een
aantal neven. Buitenstaanders zullen we niet
toelaten als lid. Het blijft een familieaangelegen-
hetd." vertelt Puck, die 33 Jaar is.
Er is de afgelopen maanden zo hard gerepeteerd,
dat „Fraternitas" zaterdagavond 19 november
voor het eerst buiten kan treden. Spijtig voor
nieuwsgierige Urkers is die première ver van huis
in de hervormde kerk van Wijngaarden bij Slie-
drecht. „We hebben dat met opzet gedaan. We
willen eerst eens kijken hoe het gaat, wat erva
ring opdoen alvorens ons op Urk te laten horen.
Afgezien van een optreden in de plaatselijk
Talmastichting in december, zal het de volgend
jaar worden voordat we op Urk een echt concert
gaan geven," meent Puck.
„Fraternitas" zal in 1978 in elk geval te horen
zijn op het jaarlijkse Hemelvaartsdagconcert.
Dan treden alle Urker koren gezamenlijk op. Al
zijn er in het vissersdorp vele kerken, toch zijn
de Urkers niet zo engdenkend dat ze niet met
elkaar willen zingen.
Uniform
Tijdens het optreden in de dorpskerk van Wijn
gaarden zullen de gebroerders Post in Urker
kostuum gekleed zijn. „Die klederdracht be
schouwen we als ons uniform. De mensen kun
nen dan meteen zien waar we vandaan komen,
weten ons te plaatsen. Alles houdt verband met
elkaar. Ik geloof dat de eenvoudige liederen die
wij zingen op die manier beter tot hun recht
komen. Als wij zingen „Ziet in blinde razernij"
en het publiek ons ziet in die oude klederdracht
van ons dorp, beleven de mensen die hoge gol
ven, waarover het gaat, mee. Er wordt wel eens
gezegd, vooral buiten Urk, dat dit ouderwets is.
Men heeft het dan over negentiende-eeuwse
toestanden. Maar dat is helemaal niet zo. Ge
loofsbeleving is geen kwestie van nieuwerwets
willen zijn. Wij belijden ons geloof zoals wij dat
beleven, zingen voor mensen die op dezelfde
golflengte zitten," verduidelijkt Puck van der
Zwan. Hij vervolgt: „Als wij zingen beleven wij
dat samen. Je moet bezield worden door wat je
zingt wil je de inhoud op anderen kunnen over
brengen."
Naar die bezieling streeft heel zingend Urk en
dat het op de luisteraars overkomt werd heel
onlangs geïllustreerd bij een optreden van „Cres
cendo" in Den Helder. Oud-Urkers waren in
tranen bij het vertrek van de koorleden. Een
Urker in de vreemde heeft in negen van de tien
gevallen heimwee naar zijn dorp, „Urk dat is een
soeten dal. Wie er is die blijft er al." staat in het
Urker volkslied. Het zijn woorden die elke recht
geaarde Urker onderschrijft.
Jie
Het is het gemoedelijke dat Urk zo aantrekkelijk
maakt. Je hebt er mensen die zich miljonair
kunnen noemen omdat ze een paar kotters in de
haven hebben liggen, maar ze blijven Jan, Piet
en Klaas tegen elkaar zeggen. Op Urk komt in
het taalgebruik het woord u niet voor. Het is jie.
Je moet het op Urk niet wagen als je in een rij
huizen woont waarvan de voordeur groen is je
deur geel te schilderen. Dat krijg je wel wat te
horen. Dat is de charme van Urk.
Gemoedelijk gaat het ook toe als de leden van
„Fraternitas" op zondagochtenden na kerktijd
bij moeder Agien op de koffie komen en dan
bandjes draaien van de repetitie van de vorige
avond. Terwijl vader Louwe af en toe eens knikt,
geeft moeder Post dan haar commentaar op de
prestaties van haar zoon. „Albert, ik hoor je er
boven uit en Lubbert je zing veel te schel," geeft
ze dan haar aanwijzingen. Met de adviezen van
moeder wordt op de volgende repetitie terdege
rekening gehouden.
door Mink van Rijsdijk
Twee meisjes van een jaar of negen hadden een
natuurclub opgericht. Het waren vooruitstrevende
kinderen. Hun activiteiten speelden in de tijd toen het
milieu nog niet driftig beschermd werd en iedereen
nog meende wijs te kunnen zijn met de Waddenzee.
Op zolder van een van de ouderlijke huizen verzamel
den ze hun schatten, vogelveertjes, lege nesten,
uileballen en andere natuurwonderen uit tuin en
omgeving. Ze spaarden doelgericht. Er zou een
tentoonstelling komen, teneinde andere kinderen lief
de voor al wat leeft bij te brengen. Eens werd een van
beiden betrapt tijdens het dreggen naar kippebotjes in
de vuilnisbak. Het gebeente zou na een fikse wasbeurt
ook geëxposeerd worden, want „er zijn genoeg
stomme kinderen die niet weten hoe een kip er van
binnen uitziet."
De moeders van de meisjes stimuleerden de tentoon
stellingsplannen door dierplaten en gedroogde bloe
men aan te dragen. De club heette „De Koolmees".
Het geinig originele van die naam werd ruimschoots
gecompenseerd door het clubreglement. Hierin viel in
de eerste plaats op dat er geen andere leden tot het
exclusieve gezelschap konden toetreden. Een volgend
punt gebood dat ieder dood dier dat ergens werd
aangetroffen een ordentelijke begrafenis diende te
krijgen. Vanzelfsprekend schonk men veel aandacht
aan het dier in nood. Om duidelijk vast te leggen dat
het geen spel doch een bloedserieuze aangelegenheid
was, vermeldde het slotartikel: De leden mogen niet
lachen om dieren die iets doms doen. (ze kunnen er
niets aan doen). De leden worden beboet als ze toch
lachen en „gediskwalificeerd". Deze solidariteit van
redelijke, zedelijke wezens met schepselen, die
slechts bedeeld zijn met instinct, kwam hen duur te
staan.
Op een mooie morgen fietsten de meisjes naar school.
Ze waren in een geinige bui. De beslommeringen van
hun club drukten hen niet, er bleef tenslotte toch ook
vaak en veel lol te beleven. Neem nou die Franse les,
die ze geen van beiden hadden geleerd, dat was toch
dolle pret. En dan die koe daar in het weitje. <k
zomaar op een van de buurvrouwen sporng. Nee.hJ
was geen stier, dat zagen ze duidelijk. Ze wisten
zoveel van het intieme koeienleven om een springen
de stier als normaal te accepteren. Maar well)
vrouwtjeskoe deed er nou net alsof ze een stier war
Een grote stommerd moest die zijn. De lol om de nic?
geleerde les was niets vergeleken bij de gillende prc"
over die stomme beesten. Ineens kwamen ze iet)
bezinning, wetend dat ze geheel op de foute totfi
zaten. Ze stapten van hun fietsjes, keken elkatffl
geprangd aan. pi
„We hebben gelachen," stelde de een nogal overh^
dig vast. „Om een dier dat iets doms deed," vuldei,(
ander aan. De kommer en ellende van hun wangedrL
kon niet verhinderen dat ze naar school moesten, wf
haastwerk werd. In het fietsenhok spraken ze af dii
middag over de overtreding der leden te vergadere ui
Aldus geschiedde. Met de boete hadden ze geie
probleem. Royaal stortten ze elk een dubbeltje in li 1
sigarenkistje dat bestemd was voor de baten van
tentoonstelling. Moeilijker was het punt „diskwali y
ceren". Ze waren snugger genoeg te beseffen dat hi ei
dierbare club zonder leden de natuur niet meer k< e
dienen. De vergadering duurde uitputtend lang. In
liefde voor het dier in het algemeen en voor jj
Koolmees" in het bijzonder bleef overeind. Ten sloi Jj
redden zij hun ideaal met een slimmigheidje. 2 a
hadden gelachen om een dier, daar viel niets van al )f
dingen. „Maar," bedacht er een, „lachen óm is w o
anders dan uitlachen. We bedoelden het goed, m3,a
we schreven het fout in het reglement. Hiermee w
de crisis voorbij en ging de club een gouden ti c
tegemoet. lo
Volwassenen raken vertederd over het ware verha g
van de Koolmesiaanse meisjes. Dat mag. Gro p
mensen mogen blijven glimlachen over domme di
gen van kinderen. Zelf zijn ze natuurlijk ande
wijzer, eerlijker en hebben ze diepe inzichten. 2
maken alleen waterdichte afspraken waar ze zi
altijd oprecht aan houden. Nou ja, altijd? Als dat m
eens waar was. de
door Annemarie Lücker
De schoenen en laareen voor de
herfst en de komende winter bieden
een uiterst sportieve of
superelegante aanblik. Wie nog een
paar ouderwetse kniehoge suède
vachtlaareen met dikke spekzolen in
de kast heeft staan is goed af, want
met gebreide wollen kousen in
dezelfde tint en een halflange wijde
wollen rok of met een in de laareen
gedragen corduroy broek, komt men
zeer modieus de winter door.
Natuurlijk is er verschil tussen de
vachtlaareen van toen en die van nu.
Ten eerste is het materiaal zeer
soepel, ten tweede worden de vele
dwars- en lengtenaden van buiten
geaccentueerd met bontrandjes en
ten derde zitten er soms grove suède
veters aan een sluiting die ook wel
kruislings over de soepele schacht
worden geknoopt.
De stadslaars, zowel knielang als
half hoog heeft een slanke leest en
een hoge, vaak uit zooileder
opgebouwde hak. De schacht doet
veelal denken aan die van rijlaareen,
waarbij goudkleurige sporen, gespen
en stootplaatjes niet ontbreken.
Tinten lopen op van naturel naar
grijs en van alle bruinen naar
bordeaux.
Halfhoge laarsjes en enkellaarsjes
'zien er bijzonder koket uit; ze zijn
meestal van soepel nappa of geit
waardoor ze én omhoog én met
omslag gedragen kunnen worden.
De tendens om zelfs bij geklede
jurken en pakken laareen aan te
trekken neemt niet af, daarnaast
komen slanke pumps met hoge tot
zeer dunne hoge hakken, in lak, glad
leer of suède weer sterk opzetten.
Misschien hebt u nog wel ergens ej
paar staan op zolder of in de
verkleedkist en misschien geven
net dé finishing touch aan de
feest-kledij van de komende
maanden.
ADVERTENTIE
De CNV pel put iedereen, leder
een die wil streven naar een betere
wereld waarin aljc werknemers
mondig en medeverantwoordelijk
zijn Waarin groepen niet tegen-
n\c elksv s|»in maar samen in
overleg problemen oplossen.
300.000 leden vinden zichzelf en
elkaar in dc algemeen christelijke
vakcentrale CNV. Waarom zou u
daar niet bijhoren' 7m toch ook
die pet op van het
i
ja, ook mij past die pet en daarom
_m/v Adres:
Plaats:
Beroep:.
Handt.:
Bedr. tak:.
Datum:.
I
i CJ
U kunt deze bon in een envelop zonder postzegel opsturen naar het
CNV, Antwoordnummer 1096, Utrecht. f
VRAGEN uitsluitend in envelop sturen naar postbus S07, Voorbur:
Per vraag een gulden in postzegels, het liefst in waarden van SSe
45 ets bijvoegen, en beslis* niet aan de buitenkant opplakke
Geheimhouding verzekerd Briefkaarten worden terzi|de getegc
VRAAG: Waar is het bureau van
Openbaar Kunstbezit gevestigd?
Niemand kon mij dit vertellen.
ANTWOORD: Herengracht 23.
Weesp, tel. 02940-16266. Dit adres en
dergelijke zijn zonder veel moeite in
elke openbare leeszaal en bibliot
heek zelf te vinden of voor u op te
zoeken.
VRAAG: In Trouw van 10 september
stond een artikel onder de kop: Spel
letjes ouders met baby belangrijk.
Daarin wordt gesproken over een
begeleldingsboekje, echter zonder
mededeling van schrijver, titel en
uitgever. Graag alsnog hierover me
dedeling.
ANTWOORD: Uit het hele artikel
blijkt, dat het hier gaat om de richt
lijnen, die 100 Arnhemse gezinnen-
ontvingen ter begeleiding van het
onderzoek, waarop een gedeelte van
de dissertatie van de psychologe me
vrouw Riksen-Walraven berust. De
resultaten van dit experiment waren
opmerkelijk, maar dat betekent niet
dat deze gegevens nu door ieder ge
bruikt kunnen worden. Mevrouw
Riksen is wel van plan in de toe
komst over dit onderzoek iets in
boekvorm te publiceren. De disserta
tie is aanwezig in de Universiteitsbi
bliotheken en is eveneens in de han
del (Uitgave Swets en Zeitlinger).
Voor leken moeilijke lectuur. Vol
gens mij, heeft de (ongenoemde) ver
slaggever de essentie van deze dis
sertatie heel knap en sober weerge
geven.
VRAAG: Graag wil ik iets meer we
ten over de uitstekende popgroep X.
Uit hoeveel personen bestaat deze
instrumentale groep en hoe heten
deze mensen? Welke platen hebben
ze gemaakt, graag met vermelding
van label.
ANTWOORD: Meestal stuur ik vra
gen ais deze door naar Willem Jan
Martin en krijgen de vragenstellers
op de gebruikelijke manier ant
woord. Het popwezen heeft zich in
middels zó uitgebreid, dat ook ie
mand. die zich meer dan gemiddeld
hiermee bezig houdt, ternauwernood
van alle groepen, artisten en ontwik
kelingen op de hoogte kan zijn. Blijft
zo de suggestie u te verwijzen naar
een specialistisch muziekblad, als de
Muziekkrant Oor, redactieadres:
Postbus 7485 te Amsterdam.
VERZOEK aan de breiende lezeres
sen: Deze dagen ontving ik weer een
hele stapel verband materiaal voor
het Schweltzerhospitaal te Lamba-
rene. WIJ hopen binnenkort weer een
kofferruimte vol zwachtels en hand
doeken. enz. naar Deventer te bren
gen. Graag zou ik bij elke zending
een klein papiertje zien met de naam
en het adres van de vervaardigster,
want bij zoveel liefde en begrip voor
de naaste in nood, willen we graag
van onze kant. de goede aankomst
van het pakje melden en u persoon
lijk danken. Chronische patiënten
en eenzame bejaarden, trouwens al
len, die bij dit werk helpen, vinden
het misschien wel prettig eens een
reactie te ontvangen.
ANTWOORD: op de vraag naar de
tekst van het opschrift op de „pie-
zel". In een café te Hengelo, hangt
een schilderij van een paard, waarop
dit opschrift voorkomt. De vader van
de tegenwoordige eigenaar, de heer
Veltkamp, heeft dat schilderij daar
een halve eeuw geleden opgehangen.
Er kwamen en komen veel paarden
liefhebbers in dat café en het is geen
wonder dat velen de woorden over
schreven en het schilderij lieten na
schilderen of borduren. Zo zal het
ook in de Wilhelminapolder terecht
gekomen zijn. want het lijkt me niet
waarschijnlijk dat het vers van
Zeeuwse oorsprong zou zijn: Bij het
stijgen, sla mij niet Bij het dalen
jaag mij niet, In de stal vergeet mij
niet. Hooi en graan misgun mij niet.
Onthoud mij 't frisse water niet. Ont
neem mij 't droge stroobed niet. Ben
ik warm, verkoel mij niet. Ruk mij
aan de teugels niet. Zijt gij boos,
beul mij dan niet. Plaag mij met de
opzetteugel niet En bedek mijn ogen
niet.
AANVULLING op het antwoord in
zake de Mortierbijbel, met de platen
van Jan Kuyken. De man, die heel
wat kan vertellen en kan laten zien
over oude bijbels, prentbijbels en
uitgave van Flavius Josephus is onze
abonnee W. C. Poortman, Jan Ligt-
hartlaan 111, Dordrecht. Ook vragen
over Pieter Mortier kunnen door
hem beantwoord worden. Na een
diaserie bekeken te hebben worden
belangstellenden door de heer P. zelf
rondgeleid. Wij geven deze mogelijk
heid van een interessante excursie of
aanschouwelijk onderwijs graag
door.
VRAAG: Ten tijde van de Franse
overheersing waren afbeeldingen
van leden van het vorstenhuis ver
boden. Men bediende zich van een
verholen Oranje-hulde. Zo ben ik in
het bezit van een afbeelding van
viooltjes. Duidelijk ziet men in de
rand van de blaadjes de profielen
van Willem V en zijn Willemijntje en
van de latere koning Willem I wat is
de wetenschappelijke naam van
dergelijke afbeeldingen?
ANTWOORD: Er zijn heel wat van
dergelijke voorstellingen, op teke
ningen al of niet in kleur, op schaal
tjes en bordjes, ook echter uit de
direct aan deze periode vooraf
gaand. waarin de „Keezen" op be
dekte manier naar voren werden ge
haald. Het gekke is, dat men in elk
museum direct weet wat we er mee
bedoelden, maar dat men de naam
niet kon noemen, behalve dan in
omschrijvingen. De dirctrice van
het Oranjemuseum Het Loo kon
niet ingaan op een suggestie van
onze kant er dan maar een naam
voor te verzinnen „kryptopictuur-
tje" of „schuilportretje" of iets der
gelijks. Het zou niet de eerste keer
zijn dat men in kunst of geschiede
nis een voorwerp of een tijdvak een
naam gaf, die naderhand werd ver
vangen door een betere.
VRAAG: WIJ zijn 65-plussers en ge
nieten nog steeds geweldig van ons
eenvoudige Dafje, waardoor wij niet
afhankelijk zijn van wie ons wil ha
len of brengen. Wij rijden nooit op
de spitsuren en vermijden de druk
ke wegen. Kunt u ons een paar rusti
ge routes noemen, waar toch wel
veel te zien valt? Uiteraard hebben
wij altijd meerijders, die evenals wij,
zolang het volkomen verantwoord
is, deze tochtjes heel fijn vinden.
ANTWOORD: De ANWB gaf in 1973
een boekje uit getiteld: Toeren langs
de binnenwegen. Dit is een boekje
voor mensen als u. Vraag er eens
naar bij de ANWB, Wassenaarséweg
220, Den Haag. Als het soms uitver
kocht is, zal uw vraag een prikkel
zijn voor herdruk ervan.
VRAAG: Op een reproductie van
een schilderij, waarop Hitier en zijn
generaals waren afgebeeld, zag ik de
signatuur van de schilder, over wie
ik graag meer wil weten. Kunt u me
daarbij helpen?
ANTWOORD: In onze Nederlandse
handboeken komt deze schilder niet
voor. Wij moeten u dus verwijzen
naar de adressen, waar alle Duitse
kunstenaars geregistreerd staan,
d.w.z. alle oude en oudere (een schil
der, die omstreeks 41 officiële perso
nen mocht schilderen, zal daar zéker
bij zijn), maar kunstenaars van de
laatste tijd, die nog geen contact
hebben gehad met deze kantoren of
die nog niet exposeerden, ontbreken
op deze lijsten. Wij noemen u:
Schutzverband Bildender Künstler
in der Gewerkschautst im DGB,
8000 München 2, Sophionstrasse 7a,
en: Bund Deutscher Landesberufs-
verbande Bildender Künstler
München 71, Irmgardstrasse II
iee
voc
VRAAG: Wij kregen van vriendfsc^
Engeland een cadeautje een 1 iaa
werpige porseleinen of aarde wai
plak. waarop wat groene takjes ten
aangebracht en de woorden
Ferns. Het is natuurlijk erg
maar we weten niet goed wal nee
ermee moeten doen en wat he gar
Zou het iest antieks zijn, missch Zon
hee
ANTWOORD: Het is opvallen!
de meeste huizen in de buitenw
van de Engelse steden en vaak
gewoon ergens in een straat
naam hebben. Die naam is dan kei
ergens opgeschilderd, of wordl
een soort gevelsteen, een tegel, Als
die van u in de buurt van de 1
deur bevestigd, gemetseld of l "n
hangen. Zoiets geeft wel iets
soonlijks aan huizen, die gelij
gelijkvormig op een rijtje staan
men een cadeautje wil kc
koomt men allicht zo'n tegel I
in souvenirwinkels. Ook kan
dikwijls een tegel naar eigen
werp laten tekenen of boeta
maar dan duurt het wel even
het cadeautje in Nederland
komt. Als er echter in de buurt
uw voordeur of in uw tuin
groeit dat op een varen lijkt,
het weinig zin een afbeelding
zo'n plant ergens in te metseli
op te hangen. Mogelijk doet ziel
eens aanleiding voor om iemaw
ders ermee te verrassen.
moet u dan wel weten dat zo'
deautje ergens voor gebruikt
worden.