Elf Urker broers hebben samen hun familiekoor Reglement <£H$> A Schoenen en laarzen maken mot UW PROBLEEM 00K HET ONZE Het dorp over de jongens van Aagje en Louwe de pet die past coupon M MAANDAG 14 NOVEMBER 1977 BINNENLAND VARIA Trouw/Kwartet door Fred Lammers URK Er wordt op Urk gepraat over de Jongens van Aagje en Louwe. Nu wordt er op het vroegere eiland heel wat afgebab- beld bij een kopje koffie en nog meer bij een glaasje sterker vocht, maar wat de elf jongens van het echtpaar Post aandra gen voor de discussies in het dorp is niet mis. Zij hebben een zangvereniging opge richt. En zingen is een gevoelig punt voor de Urkers. Zij weten niet alleen hun mondje te roeren als het op praten aan komt. als er moet worden gezongen kun nen ze er ook wat van. Er zijn weinig dorpen in Nederland waar zoveel zangkoren zijn als op Urk. Daar is voor elk wat wils op dit gebied. Degenen die psalmen en gezangen willen zingen op niet-ritmische manier kunnen terecht bij „Oud Hallelujah". Zij die ook wel van een negro psiritual houden zingen bij „Hallelujah", het grootste koor dat Urk rijk is. „Crescendo" is het evangelisatiekoor. „De Urker Zangers" zoeken het ook in die richting, maar wagen zich tevens aan de in de ogen van velen, •wereldse' zeemansliedjes. Dit voorzover het de heren betreft. Voor de dames is er ook keus genoeg. De bloemen van het dorp zingen in „Laus Deo". De vrouwen boen de vijftig zijn lid van „De Lofstem". Gemengd zingen kan ook. Daarvoor moet je bij „Excelsi or" zijn. De jeugd weert zich in „Klein maar Dapper". Urk zat dus niet te wachten op een nieuw koor. Toch is dè zangvereniging van de gebroeders Post, die heel toepasselijk „Fraternitas" (Broe derschap) is gedoopt, geestdriftig ontvangen. Dat elf broers, aangevuld door twee zwagers, waarvan er een. Puck van der Zwan, als dirigent optreedt, samen gaan zingen is zelfs voor zang lustig Urk uniek. Dat Puck van der Zwan, „de meester" zoals hij op het dorp wordt aangesproken, (een titel die je als Je in Urk onderwijzer bent al gauw opgeplakt krijgt) de leiding van „Fraternitas" op zich zou nemen lag voor de hand. Als dirigent van „De Lofstem" en „Klein maar Dapper" en als orgelle raar is hij de musicus van het dorp. Meer leden van het Post-koor hebben trouwens muzikale ervaring. Vier broers: Luut, Jannes, Giel en Ap ple zoals broer Albert in het dagelijks leven wordt genoemd zingen ook op „Crescendo". Bariton Giel (32) is niet alleen in zijn woonplaats maar in wijde omgeving bekend als de bariton van het zangduo dat hij samen met Jetty Hoekstra- Pluggers vormt en dat regelmatig in bejaarden centra. inrichtingen en tijdens evangelisatiebij eenkomsten optreedt. Als solist heeft Giel, die chauffeur is bij een internationaal taxibedrijf, al twee langspeelplaten op zijn naam staan. Beide platen zijn gemaakt voor liefdadige doel einden zoals voor het Interkerkelijk Comité Et hiopië, dat veertig weeskinderen heeft geadop teerd. „Ik wil aan dat zingen niet verdienen. De mensen die ons uitnodigen betalen als het kan de onkosten die Jetty en ik maken. Als dat op bezwaren stuit maken we ons daar niet druk over. Zo gaan we ook bij „Crescendo" te werk. Het gebeurt regelmatig dat we de man vijf gulden lappen als we een eind uit de buurt gaan zingen bij een instelling die financieel maar weinig middelen heeft," vertelt Giel. Om op het familiekoor terug te komen, het plan daartoe ontstond in april van dit jaar tijdens de viering van het zevende huwelijkslustrum van vader en moester Post. „Wij hebben bij die gelegenheid wat gezongen en dat viel zo in de smaak, dat er werd voorgesteld zoiets vaker te gaan doen. Ai pratend kwam toen het idee een familiekoor op te richten op tafel." aldus Puck van der Zwan. De broers die niet in koorverband zongen, stonden er eerst nog een beetje huiverig tegenover Ik zal het Jullie wel leren," stelde Puck hen gerust. Zo werd „Fraternitas" opge richt omdat half Urk met de naam Post door het leven gaat werd afgezien van de suggestie de lading door de „Post-koor" - vlag te dekken. Puck pakte de zaken fiks aan. Fraternitas" in actie. Op de voorgrond dirigent Puck van der Zwan. (foto's: Klaas Visser) Handtekening ..Ik heb die avond op dat bruiloftsfeest iedereen die meedeed zijn handtekening laten zetten. want bij een borrel zeg je wel eens meer dingen waar je later anders over denkt." De zaken lopen echter gesmeerd en niemand heeft spijt de oprichtingsakte te hebben onder tekend. Een moeilijkheid was dat de vrouwen van de koorleden nogal bedenkingen hadden tegen het koor-plan. Zij mopperden dat zij hun mannen, waarvan er verschillenden vijf dagen per week op zee zijn als visser, toch al zo weinig thuis hebben. Dat ze op hun vrije zaterdagavond nu ook nog gingen zingen stond hen maar half aan. Maar ook voor dat probleem werd een oplossing gevonden. De koorleden repeteren nu elke zaterdagmiddag van half zes tot half zeven. Dat loopt wel eens een half uurtje uit. maar niemand heeft daar pijn aan, omdat het toch rommelige uren zijn en de vrouwen nu alle tijd hebben ervoor te zorgen dat de kinderen op bed liggen als de zingende vaders thuis komen van de repetities in de kantine van een visverwer- kingsbedrijf op het industrieterrein. Alles doen de leden van „Fraternitas" samen. Zo hebben ze onlangs voor de begeleiding een piano op de kop getikt, die vier hoog van een flat in Zwolle moest worden gehaald. Met elkaar heb ben de Posten dat op een zaterdag geklaar. Oom Jan Het gaat niet altijd van een leien dakje. Zo ontstond er onlangs een probleem toen broer Jaap steeds vaker op repetities moest laten afweten omdat hij voor zijn werk ver uit de buurt moet zijn en binnenkort zelfs voor een paar jaar naar Arabië vertrekt. Daar het koor uit minstens twaalf leden moet bestaan om Pucks plan zo snel mogelijk drie kwartetten te vormen uitvoer baar te maken is oom Jan Post al reserve aangetrokken. „Ons koor is voor uitbreiding vatbaar. We heb ben besloten dat zoons van de leden in het koor mogen worden opgenomen als ze twaalf jaar zijn. Het jongste koorlid broer Jan is nu veertien jaar. De aspirant-leden mogen nu al onze repetities bijwonen als ze daar aardigheid in hebben en die belangstelling is er al bij een aantal neven. Buitenstaanders zullen we niet toelaten als lid. Het blijft een familieaangelegen- hetd." vertelt Puck, die 33 Jaar is. Er is de afgelopen maanden zo hard gerepeteerd, dat „Fraternitas" zaterdagavond 19 november voor het eerst buiten kan treden. Spijtig voor nieuwsgierige Urkers is die première ver van huis in de hervormde kerk van Wijngaarden bij Slie- drecht. „We hebben dat met opzet gedaan. We willen eerst eens kijken hoe het gaat, wat erva ring opdoen alvorens ons op Urk te laten horen. Afgezien van een optreden in de plaatselijk Talmastichting in december, zal het de volgend jaar worden voordat we op Urk een echt concert gaan geven," meent Puck. „Fraternitas" zal in 1978 in elk geval te horen zijn op het jaarlijkse Hemelvaartsdagconcert. Dan treden alle Urker koren gezamenlijk op. Al zijn er in het vissersdorp vele kerken, toch zijn de Urkers niet zo engdenkend dat ze niet met elkaar willen zingen. Uniform Tijdens het optreden in de dorpskerk van Wijn gaarden zullen de gebroerders Post in Urker kostuum gekleed zijn. „Die klederdracht be schouwen we als ons uniform. De mensen kun nen dan meteen zien waar we vandaan komen, weten ons te plaatsen. Alles houdt verband met elkaar. Ik geloof dat de eenvoudige liederen die wij zingen op die manier beter tot hun recht komen. Als wij zingen „Ziet in blinde razernij" en het publiek ons ziet in die oude klederdracht van ons dorp, beleven de mensen die hoge gol ven, waarover het gaat, mee. Er wordt wel eens gezegd, vooral buiten Urk, dat dit ouderwets is. Men heeft het dan over negentiende-eeuwse toestanden. Maar dat is helemaal niet zo. Ge loofsbeleving is geen kwestie van nieuwerwets willen zijn. Wij belijden ons geloof zoals wij dat beleven, zingen voor mensen die op dezelfde golflengte zitten," verduidelijkt Puck van der Zwan. Hij vervolgt: „Als wij zingen beleven wij dat samen. Je moet bezield worden door wat je zingt wil je de inhoud op anderen kunnen over brengen." Naar die bezieling streeft heel zingend Urk en dat het op de luisteraars overkomt werd heel onlangs geïllustreerd bij een optreden van „Cres cendo" in Den Helder. Oud-Urkers waren in tranen bij het vertrek van de koorleden. Een Urker in de vreemde heeft in negen van de tien gevallen heimwee naar zijn dorp, „Urk dat is een soeten dal. Wie er is die blijft er al." staat in het Urker volkslied. Het zijn woorden die elke recht geaarde Urker onderschrijft. Jie Het is het gemoedelijke dat Urk zo aantrekkelijk maakt. Je hebt er mensen die zich miljonair kunnen noemen omdat ze een paar kotters in de haven hebben liggen, maar ze blijven Jan, Piet en Klaas tegen elkaar zeggen. Op Urk komt in het taalgebruik het woord u niet voor. Het is jie. Je moet het op Urk niet wagen als je in een rij huizen woont waarvan de voordeur groen is je deur geel te schilderen. Dat krijg je wel wat te horen. Dat is de charme van Urk. Gemoedelijk gaat het ook toe als de leden van „Fraternitas" op zondagochtenden na kerktijd bij moeder Agien op de koffie komen en dan bandjes draaien van de repetitie van de vorige avond. Terwijl vader Louwe af en toe eens knikt, geeft moeder Post dan haar commentaar op de prestaties van haar zoon. „Albert, ik hoor je er boven uit en Lubbert je zing veel te schel," geeft ze dan haar aanwijzingen. Met de adviezen van moeder wordt op de volgende repetitie terdege rekening gehouden. door Mink van Rijsdijk Twee meisjes van een jaar of negen hadden een natuurclub opgericht. Het waren vooruitstrevende kinderen. Hun activiteiten speelden in de tijd toen het milieu nog niet driftig beschermd werd en iedereen nog meende wijs te kunnen zijn met de Waddenzee. Op zolder van een van de ouderlijke huizen verzamel den ze hun schatten, vogelveertjes, lege nesten, uileballen en andere natuurwonderen uit tuin en omgeving. Ze spaarden doelgericht. Er zou een tentoonstelling komen, teneinde andere kinderen lief de voor al wat leeft bij te brengen. Eens werd een van beiden betrapt tijdens het dreggen naar kippebotjes in de vuilnisbak. Het gebeente zou na een fikse wasbeurt ook geëxposeerd worden, want „er zijn genoeg stomme kinderen die niet weten hoe een kip er van binnen uitziet." De moeders van de meisjes stimuleerden de tentoon stellingsplannen door dierplaten en gedroogde bloe men aan te dragen. De club heette „De Koolmees". Het geinig originele van die naam werd ruimschoots gecompenseerd door het clubreglement. Hierin viel in de eerste plaats op dat er geen andere leden tot het exclusieve gezelschap konden toetreden. Een volgend punt gebood dat ieder dood dier dat ergens werd aangetroffen een ordentelijke begrafenis diende te krijgen. Vanzelfsprekend schonk men veel aandacht aan het dier in nood. Om duidelijk vast te leggen dat het geen spel doch een bloedserieuze aangelegenheid was, vermeldde het slotartikel: De leden mogen niet lachen om dieren die iets doms doen. (ze kunnen er niets aan doen). De leden worden beboet als ze toch lachen en „gediskwalificeerd". Deze solidariteit van redelijke, zedelijke wezens met schepselen, die slechts bedeeld zijn met instinct, kwam hen duur te staan. Op een mooie morgen fietsten de meisjes naar school. Ze waren in een geinige bui. De beslommeringen van hun club drukten hen niet, er bleef tenslotte toch ook vaak en veel lol te beleven. Neem nou die Franse les, die ze geen van beiden hadden geleerd, dat was toch dolle pret. En dan die koe daar in het weitje. <k zomaar op een van de buurvrouwen sporng. Nee.hJ was geen stier, dat zagen ze duidelijk. Ze wisten zoveel van het intieme koeienleven om een springen de stier als normaal te accepteren. Maar well) vrouwtjeskoe deed er nou net alsof ze een stier war Een grote stommerd moest die zijn. De lol om de nic? geleerde les was niets vergeleken bij de gillende prc" over die stomme beesten. Ineens kwamen ze iet) bezinning, wetend dat ze geheel op de foute totfi zaten. Ze stapten van hun fietsjes, keken elkatffl geprangd aan. pi „We hebben gelachen," stelde de een nogal overh^ dig vast. „Om een dier dat iets doms deed," vuldei,( ander aan. De kommer en ellende van hun wangedrL kon niet verhinderen dat ze naar school moesten, wf haastwerk werd. In het fietsenhok spraken ze af dii middag over de overtreding der leden te vergadere ui Aldus geschiedde. Met de boete hadden ze geie probleem. Royaal stortten ze elk een dubbeltje in li 1 sigarenkistje dat bestemd was voor de baten van tentoonstelling. Moeilijker was het punt „diskwali y ceren". Ze waren snugger genoeg te beseffen dat hi ei dierbare club zonder leden de natuur niet meer k< e dienen. De vergadering duurde uitputtend lang. In liefde voor het dier in het algemeen en voor jj Koolmees" in het bijzonder bleef overeind. Ten sloi Jj redden zij hun ideaal met een slimmigheidje. 2 a hadden gelachen om een dier, daar viel niets van al )f dingen. „Maar," bedacht er een, „lachen óm is w o anders dan uitlachen. We bedoelden het goed, m3,a we schreven het fout in het reglement. Hiermee w de crisis voorbij en ging de club een gouden ti c tegemoet. lo Volwassenen raken vertederd over het ware verha g van de Koolmesiaanse meisjes. Dat mag. Gro p mensen mogen blijven glimlachen over domme di gen van kinderen. Zelf zijn ze natuurlijk ande wijzer, eerlijker en hebben ze diepe inzichten. 2 maken alleen waterdichte afspraken waar ze zi altijd oprecht aan houden. Nou ja, altijd? Als dat m eens waar was. de door Annemarie Lücker De schoenen en laareen voor de herfst en de komende winter bieden een uiterst sportieve of superelegante aanblik. Wie nog een paar ouderwetse kniehoge suède vachtlaareen met dikke spekzolen in de kast heeft staan is goed af, want met gebreide wollen kousen in dezelfde tint en een halflange wijde wollen rok of met een in de laareen gedragen corduroy broek, komt men zeer modieus de winter door. Natuurlijk is er verschil tussen de vachtlaareen van toen en die van nu. Ten eerste is het materiaal zeer soepel, ten tweede worden de vele dwars- en lengtenaden van buiten geaccentueerd met bontrandjes en ten derde zitten er soms grove suède veters aan een sluiting die ook wel kruislings over de soepele schacht worden geknoopt. De stadslaars, zowel knielang als half hoog heeft een slanke leest en een hoge, vaak uit zooileder opgebouwde hak. De schacht doet veelal denken aan die van rijlaareen, waarbij goudkleurige sporen, gespen en stootplaatjes niet ontbreken. Tinten lopen op van naturel naar grijs en van alle bruinen naar bordeaux. Halfhoge laarsjes en enkellaarsjes 'zien er bijzonder koket uit; ze zijn meestal van soepel nappa of geit waardoor ze én omhoog én met omslag gedragen kunnen worden. De tendens om zelfs bij geklede jurken en pakken laareen aan te trekken neemt niet af, daarnaast komen slanke pumps met hoge tot zeer dunne hoge hakken, in lak, glad leer of suède weer sterk opzetten. Misschien hebt u nog wel ergens ej paar staan op zolder of in de verkleedkist en misschien geven net dé finishing touch aan de feest-kledij van de komende maanden. ADVERTENTIE De CNV pel put iedereen, leder een die wil streven naar een betere wereld waarin aljc werknemers mondig en medeverantwoordelijk zijn Waarin groepen niet tegen- n\c elksv s|»in maar samen in overleg problemen oplossen. 300.000 leden vinden zichzelf en elkaar in dc algemeen christelijke vakcentrale CNV. Waarom zou u daar niet bijhoren' 7m toch ook die pet op van het i ja, ook mij past die pet en daarom _m/v Adres: Plaats: Beroep:. Handt.: Bedr. tak:. Datum:. I i CJ U kunt deze bon in een envelop zonder postzegel opsturen naar het CNV, Antwoordnummer 1096, Utrecht. f VRAGEN uitsluitend in envelop sturen naar postbus S07, Voorbur: Per vraag een gulden in postzegels, het liefst in waarden van SSe 45 ets bijvoegen, en beslis* niet aan de buitenkant opplakke Geheimhouding verzekerd Briefkaarten worden terzi|de getegc VRAAG: Waar is het bureau van Openbaar Kunstbezit gevestigd? Niemand kon mij dit vertellen. ANTWOORD: Herengracht 23. Weesp, tel. 02940-16266. Dit adres en dergelijke zijn zonder veel moeite in elke openbare leeszaal en bibliot heek zelf te vinden of voor u op te zoeken. VRAAG: In Trouw van 10 september stond een artikel onder de kop: Spel letjes ouders met baby belangrijk. Daarin wordt gesproken over een begeleldingsboekje, echter zonder mededeling van schrijver, titel en uitgever. Graag alsnog hierover me dedeling. ANTWOORD: Uit het hele artikel blijkt, dat het hier gaat om de richt lijnen, die 100 Arnhemse gezinnen- ontvingen ter begeleiding van het onderzoek, waarop een gedeelte van de dissertatie van de psychologe me vrouw Riksen-Walraven berust. De resultaten van dit experiment waren opmerkelijk, maar dat betekent niet dat deze gegevens nu door ieder ge bruikt kunnen worden. Mevrouw Riksen is wel van plan in de toe komst over dit onderzoek iets in boekvorm te publiceren. De disserta tie is aanwezig in de Universiteitsbi bliotheken en is eveneens in de han del (Uitgave Swets en Zeitlinger). Voor leken moeilijke lectuur. Vol gens mij, heeft de (ongenoemde) ver slaggever de essentie van deze dis sertatie heel knap en sober weerge geven. VRAAG: Graag wil ik iets meer we ten over de uitstekende popgroep X. Uit hoeveel personen bestaat deze instrumentale groep en hoe heten deze mensen? Welke platen hebben ze gemaakt, graag met vermelding van label. ANTWOORD: Meestal stuur ik vra gen ais deze door naar Willem Jan Martin en krijgen de vragenstellers op de gebruikelijke manier ant woord. Het popwezen heeft zich in middels zó uitgebreid, dat ook ie mand. die zich meer dan gemiddeld hiermee bezig houdt, ternauwernood van alle groepen, artisten en ontwik kelingen op de hoogte kan zijn. Blijft zo de suggestie u te verwijzen naar een specialistisch muziekblad, als de Muziekkrant Oor, redactieadres: Postbus 7485 te Amsterdam. VERZOEK aan de breiende lezeres sen: Deze dagen ontving ik weer een hele stapel verband materiaal voor het Schweltzerhospitaal te Lamba- rene. WIJ hopen binnenkort weer een kofferruimte vol zwachtels en hand doeken. enz. naar Deventer te bren gen. Graag zou ik bij elke zending een klein papiertje zien met de naam en het adres van de vervaardigster, want bij zoveel liefde en begrip voor de naaste in nood, willen we graag van onze kant. de goede aankomst van het pakje melden en u persoon lijk danken. Chronische patiënten en eenzame bejaarden, trouwens al len, die bij dit werk helpen, vinden het misschien wel prettig eens een reactie te ontvangen. ANTWOORD: op de vraag naar de tekst van het opschrift op de „pie- zel". In een café te Hengelo, hangt een schilderij van een paard, waarop dit opschrift voorkomt. De vader van de tegenwoordige eigenaar, de heer Veltkamp, heeft dat schilderij daar een halve eeuw geleden opgehangen. Er kwamen en komen veel paarden liefhebbers in dat café en het is geen wonder dat velen de woorden over schreven en het schilderij lieten na schilderen of borduren. Zo zal het ook in de Wilhelminapolder terecht gekomen zijn. want het lijkt me niet waarschijnlijk dat het vers van Zeeuwse oorsprong zou zijn: Bij het stijgen, sla mij niet Bij het dalen jaag mij niet, In de stal vergeet mij niet. Hooi en graan misgun mij niet. Onthoud mij 't frisse water niet. Ont neem mij 't droge stroobed niet. Ben ik warm, verkoel mij niet. Ruk mij aan de teugels niet. Zijt gij boos, beul mij dan niet. Plaag mij met de opzetteugel niet En bedek mijn ogen niet. AANVULLING op het antwoord in zake de Mortierbijbel, met de platen van Jan Kuyken. De man, die heel wat kan vertellen en kan laten zien over oude bijbels, prentbijbels en uitgave van Flavius Josephus is onze abonnee W. C. Poortman, Jan Ligt- hartlaan 111, Dordrecht. Ook vragen over Pieter Mortier kunnen door hem beantwoord worden. Na een diaserie bekeken te hebben worden belangstellenden door de heer P. zelf rondgeleid. Wij geven deze mogelijk heid van een interessante excursie of aanschouwelijk onderwijs graag door. VRAAG: Ten tijde van de Franse overheersing waren afbeeldingen van leden van het vorstenhuis ver boden. Men bediende zich van een verholen Oranje-hulde. Zo ben ik in het bezit van een afbeelding van viooltjes. Duidelijk ziet men in de rand van de blaadjes de profielen van Willem V en zijn Willemijntje en van de latere koning Willem I wat is de wetenschappelijke naam van dergelijke afbeeldingen? ANTWOORD: Er zijn heel wat van dergelijke voorstellingen, op teke ningen al of niet in kleur, op schaal tjes en bordjes, ook echter uit de direct aan deze periode vooraf gaand. waarin de „Keezen" op be dekte manier naar voren werden ge haald. Het gekke is, dat men in elk museum direct weet wat we er mee bedoelden, maar dat men de naam niet kon noemen, behalve dan in omschrijvingen. De dirctrice van het Oranjemuseum Het Loo kon niet ingaan op een suggestie van onze kant er dan maar een naam voor te verzinnen „kryptopictuur- tje" of „schuilportretje" of iets der gelijks. Het zou niet de eerste keer zijn dat men in kunst of geschiede nis een voorwerp of een tijdvak een naam gaf, die naderhand werd ver vangen door een betere. VRAAG: WIJ zijn 65-plussers en ge nieten nog steeds geweldig van ons eenvoudige Dafje, waardoor wij niet afhankelijk zijn van wie ons wil ha len of brengen. Wij rijden nooit op de spitsuren en vermijden de druk ke wegen. Kunt u ons een paar rusti ge routes noemen, waar toch wel veel te zien valt? Uiteraard hebben wij altijd meerijders, die evenals wij, zolang het volkomen verantwoord is, deze tochtjes heel fijn vinden. ANTWOORD: De ANWB gaf in 1973 een boekje uit getiteld: Toeren langs de binnenwegen. Dit is een boekje voor mensen als u. Vraag er eens naar bij de ANWB, Wassenaarséweg 220, Den Haag. Als het soms uitver kocht is, zal uw vraag een prikkel zijn voor herdruk ervan. VRAAG: Op een reproductie van een schilderij, waarop Hitier en zijn generaals waren afgebeeld, zag ik de signatuur van de schilder, over wie ik graag meer wil weten. Kunt u me daarbij helpen? ANTWOORD: In onze Nederlandse handboeken komt deze schilder niet voor. Wij moeten u dus verwijzen naar de adressen, waar alle Duitse kunstenaars geregistreerd staan, d.w.z. alle oude en oudere (een schil der, die omstreeks 41 officiële perso nen mocht schilderen, zal daar zéker bij zijn), maar kunstenaars van de laatste tijd, die nog geen contact hebben gehad met deze kantoren of die nog niet exposeerden, ontbreken op deze lijsten. Wij noemen u: Schutzverband Bildender Künstler in der Gewerkschautst im DGB, 8000 München 2, Sophionstrasse 7a, en: Bund Deutscher Landesberufs- verbande Bildender Künstler München 71, Irmgardstrasse II iee voc VRAAG: Wij kregen van vriendfsc^ Engeland een cadeautje een 1 iaa werpige porseleinen of aarde wai plak. waarop wat groene takjes ten aangebracht en de woorden Ferns. Het is natuurlijk erg maar we weten niet goed wal nee ermee moeten doen en wat he gar Zou het iest antieks zijn, missch Zon hee ANTWOORD: Het is opvallen! de meeste huizen in de buitenw van de Engelse steden en vaak gewoon ergens in een straat naam hebben. Die naam is dan kei ergens opgeschilderd, of wordl een soort gevelsteen, een tegel, Als die van u in de buurt van de 1 deur bevestigd, gemetseld of l "n hangen. Zoiets geeft wel iets soonlijks aan huizen, die gelij gelijkvormig op een rijtje staan men een cadeautje wil kc koomt men allicht zo'n tegel I in souvenirwinkels. Ook kan dikwijls een tegel naar eigen werp laten tekenen of boeta maar dan duurt het wel even het cadeautje in Nederland komt. Als er echter in de buurt uw voordeur of in uw tuin groeit dat op een varen lijkt, het weinig zin een afbeelding zo'n plant ergens in te metseli op te hangen. Mogelijk doet ziel eens aanleiding voor om iemaw ders ermee te verrassen. moet u dan wel weten dat zo' deautje ergens voor gebruikt worden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 6