Je komt verbazingwekkende dingen tegen
Charmant historisch museum
voor Apeldoorn in Marialust
Geen ruimte voor Wilhelm C. Röntgen-collectie
De toxicoloog is er lang niet alleen voor vergiftigingsproblemen
(Bij)werking
van medicijn
niet zelden
ziektebeeld
op zichzelf
Gravures over
controversiële
tuin van Het Loo
Antillen eerste
vier jaar niet
onafhankelijk
Werkgeversbonden
tegen heffing
op grondwater
pj JINSDAG 25 OKTOBER 1977
BINNENLAND
Trouw/Kwartet RH11
door Rob Foppema en Willem Schrama
LEIDEN De portier van het Academisch Ziekenhuis in Leiden moet lang nadenken en
bladeren voor hij de bezoeker de weg kan wijzen. Het toxicologisch laboratorium is kennelijk
niet een instelling waar patiënten in en uit lopen. Het speelt in zijn bescheiden behuizing een
voor de buitenwacht onzichtbare rol.
Die rol kan soms van levensbelang
zijn. en dan wordt het laboratorium
wel degelijk snel bereikt. Er is best
een medisch heldenverhaal om
heen te bouwen. Over de patiënt
die het allemaal niet meer zag zit
ten en die. mét de lege medicijn
flesjes die gevonden werden, diep-
bewusteloos op Interne Genees
kunde wordt binnengebracht. Dan
speelt de toxicoloog vaak een sleu
telrol. Hij wordt erbij gehaald om
uit maaginhoud en bloedmonsters
vast te stellen hoeveel van wat er
geslikt is. Dat kan iets anders zijn
dan er op die toevallige flesjes
stond. Zijn laboratorium levert de
betrouwbare gegevens waarmee de
artsen aan het werk kunnen.
Gevoelig
Dat verhaal is waar. Maar het werk
van dr F. A. de Wolff en zijn toxico
logisch laboratorium bestaat maar
voor vijf procent uit de vergifti
gingsproblemen die door de naam
worden gesuggereerd. De rest van
de tijd wordt besteed aan minder
dramatische effecten van medicij
nen of juist het uitblijven daar
van. Klinische farmacologie zou
een betere aanduiding zijn. maar
dat ligt wat gevoelig.
Een jaar of acht geleden, hooguit
tien, vertelt De Wolff, verrees het
inzicht dat voor de werking van
medicijnen niet zozeer van belang
is hoeveel er wordt ingenomen,
maar hoeveel er in het bloed van de
patiënt zit. En het verband tussen
die twee is minder rechtstreeks dan
de medici vroeger gemakshalve
aannamen. Het hangt er enerzijds
vanaf hoeveel er, in het algemeen
in de darm. wordt opgenomen en
hoe snel dat gaat. anderzijds hoe
snel het geneesmiddel weer door
het lichaam wordt uitgescheiden of
afgebroken.
Die invloedsfactoren verschillen
niet alleen sterk per geneesmiddel,
ook op dit gebied geldt dat de ene
mens de andere niet is: er bestaat
een belangrijke biologische varia
tie. „Je komt verbazingwekkende
lingen tegen." zegt De Wolff. „Ie
mand krijgt een standaarddosering
I van geneesmiddel A en de concen-
I tratle in zijn bloed blijkt zowat nul
te blijven. Vroeger bijvoorbeeld
I kreeg een epilepsiepatiënt van het
1 meest aangewezen middel de stan-
Dr De Wolff: „We zien nog
steeds zelfmoorden. En niet
weinig".
daarddosis „driemaal daags één ta
blet". En dan zag je bij ongeveer de
helft van de patiënten dat ze inder
daad minder aanvallen kregen. Bij
de andere helft werkte het kenne
lijk niet, en dan moest er iets an
ders worden geprobleerd."
Epilepsie
„Nu wordt de dosering per patiënt
ingesteld. Na een aantal weken kijk
je of de gewenste bloedspiegel nog
steeds wordt bereikt. Het is bij
voorbeeld mogelijk dat het af
braakmechanisme voor vreemde
stoffen in de lever harder is gaan
werken, zodat de dosering wat
moet worden opgevoerd. Daarna
blijf je eens in de paar maanden
controleren. Epilepsie is het eerste
ziektebeeld waarbij nut en nood
zaak van deze aanpak zijn ontdekt.
Het maakt nog steeds meer dan de
helft van ons werk hier uit."
Hart- en vaatziekten zijn een goede
tweede. Vooral middenelen tegen
ritmestorineen hebben een zorg
vuldige begeleiding nodig. Die heb
ben een kleine „therapeutische
breedte", het gebied tussen de do
sis die net werkt en de dosis die
ongewenste bijverschijnselen gaat
gaven. Een moeilijkheid is daarbij
dat een te grote dosis Juist weer het
ziektebeeld veroorzaakt dat je pro
beert te bestrijden. Zonder labora-
toriumgegevens kan dan het mis
verstand ontstaan dat het juist nog
te weinig was.
„Farmacotherapie op maat",
noemde prof. dr D. D. Breimer dit
soort begeleiding vorig jaar in zijn
intreerede. De Wolff: „En dat slaat
de spijker op de kop." Deze klini
sche farmacologie is als vak zo jong
dat nog lang niet alle geneesmidde
len zo diepgaand zijn onderzocht
dat therapie op maat geleverd kan
worden. De Wolff is bezig met mid
delen tegen astma, „maar het is
moeilijk." Die moeilijkheden zijn
onder andere van technische aard
het meten van miljardste gram
men van de gezochte stof in een
klein beetje bloed gaat tot aan de
grenzen van wat moderne chemi
sche analyse-instrumenten
kunnen.
Emotioneel
Maar naast technische problemen
zijn er ook emotionele. In het dorp
van heilige huisjes waaruit de me
dische werd is opgetrokken, moet
de klinische farmacologie zich een
plaats zoeken tussen de arts en de
apotheker in. Van beide kanten
wordt wel eens minder dan het vol
ste begrip ondervonden.
De arts is geneigd, zijn verantwoor
delijkheden vast te houden. Met
name de oudere arts is gewend als
solist te werken het is zfjn pa
tiënt. Maar hij kan onmogelijk het
hele terrein van de geneesmidde-
lenleer overzien. Van zeven jaar
medische opleiding wordt trou
wens zes jaar aan diagnostiek be
steed. Prof. dr E. L. Noach, herin
nert De Wolff zich. die nu in Leiden
toegepaste farmacologie doceert,
vertelde dat hij na zijn afstuderen
nog niet wist hoe hij een recept
moest schrijven.
De apotheker aan de andere kant is
duidelijk bezig om zijn grotendeels
door de industrie overgenomen
functie van geneesmiddelbereider
Laboratorium van een farmaceutische industrie: om eikaars octrooien heen
en kwaliteitscontroleur uit te bou
wen tot de rol van geneesmiddelen-
deskundige bij uitstek. Niet ver
wonderlijk dus dat in de apotheken
van verschillende academische zie
kenhuizen klinische farmacologie
wordt bedreven. Misschien een tik
je wonderlijk dat, toen De Wolff als
biochemicus zijn winkel in Leiden
ging opzetten, de landelijke groep
ziekenhuisapothekers intern de af
spraak hanteerde „Als De Wolff
opbelt, geen informatie geven."
Maar hij haast zich mee te delen
dat er intussen een normale collegi
ale verhouding is opgebouwd op
initiatief van de farmaceuten zelf.
Werking
Die mogen dan alles afweten van
analyse \van geneesmiddelen, de
klinisch farmacoloog is naar het
inzicht van De Wolff méér dan allen
zijn laboratorium. Het gaat in de
eerste plaats om kennis van de
werking van het lichaam op het
geneesmiddel, ook in uitzonde
ringssituaties als bijvoorbeeld een
nierstoornis. In het buitenland
heeft het specialisme zich voor
spoediger ontwikkeld. In Engeland
en Zweden heeft elk groot regio
naal ziekenhuis een klinisch farma
coloog. die in consult geroepen kan
worden wanneer medicijnen niet of
'onverwacht werken. In Nederland
zijn er drie, meldt De Wolff wat
mismoedig. „Het waren er ooit vijf,
maar twee zijn uit pure ellende
weggegaan."
Hij vindt dat jammer voor de kwa
liteit en ook de kosten— van de
gezondheidszorg. Door een betere
toepassing van geneesmiddelen be
reik Je dat mensen minder lang in
het ziekenhuis hoeven te blijven.
Over hoeveel mensen het daarbij
gaat, is overigens moeilijk te bepa-
len. Patiënten worden niet of zel
den in de administratie opgenomen
onder de diagnose „geneesmidde
lenprobleem" Maar De Wolff heeft
de indruk dat een Amerikaanse
schatting van 10 15 procent van
de ziekenhuisbevolking wel eens
vrij dicht bij de werkelijkheid zou
kunnen liggen. „In ieder geval is
het half miljoen gulden dat in mijn
laboratorium is geïnvesteerd, er
ruimschoots uit gekomen."
Valium
Een sprekend voorbeeld van wat
zijn collega's voor nuttige dingen
kunnen doen, kwam De Wolff on
langs in het Britse vakblad The
Lancet tegen.
„Een baby die na de geboorte suf
en wat blauwig was. Ze hadden er
veertien dagen geweldige medische
onderzoekingen op losgelaten en
wat bleek uiteindelijk? De moeder
had in de periode voor de geboorte
in totaal 110 milligram valium naar
binnen gekregen, en daar had de
baby stevig in meegedeeld." De
„afwijking" ging dus vanzelf over.
Valium is de stamvader van een
hele familie van (gedeeltelijk ook
als slaapmiddel gebruikte) tran-
Suillizers, die vooral is ontstaan
oordat fabrikanten om eikaars oc
trooien heen sluipen. Vóór de far
macoloog is dat voornamelijk las
tig, omdat hij, bij alle overeen
komst toch steeds met de kleine
verschillen rekening moet houden,
bijvoorbeeld tussen valium en
mogadon.
„Het slaapmiddel Dalmadorm is
een stug voorbeeld." vertelt De
Wolff. „Ze hadden mogadon ont
wikkeld, maar dat viel bij de Ame
rikaanse autoriteiten niet lekker.
Er zit namelijk een nitro-groep in.
en dan denken de Amerikanen al
tijd direct dat je er kanker van
krijgt. Dus werd voor de Ameri
kaanse markt Dalmadorm ontwik
keld. waarin die nitro-groep ver
vangen is door fluor. En dat Dalma
dorm wordt vervolgens hier ge
ïntroduceerd als het „sterkere"
slaapmiddel. Het grootste verschil
is dat ze meer in een capsule
stoppen."
Raadsel
Bij de barbituraten, de oudere fa
milie van slaapmiddelen, heerst
een soortgelijke verwarring. „Lu
minal is de enige die je misschien
nodig hebt nou ja. drie zou ook
nog kunnen. Maar er zijn er vijfen
twintig in de handel. En we zien er
nog steeds zelfmoorden mee. En
niet weinig." De farmacoloog zou
bij voorkeur van een aantal midde
len alle details willen weten en de
rest zien verdwijnen.
„Maar Je kunt pas maatregelen te
gen een bepaald middel nemen,
wanneer Je erg goed weet wat er
aan de hand is. Ook de Registratie
commissie heeft weinig wettelijke
mogelijkheden om dingen af te
houden. Toch zou Je bijvoorbeeld
voor Vesparax het meest dodelij
ke slaapmiddel wel kunnen advi
seren om het alleen in de meest
dringende gevallen voor te schrij
ven. De bestanddelen versterken
eikaars giftigheid." (Het Genees
kundig Jaarboek 1977 adviseert de
patiënt niet meer dan vijf tabletten
tegelijk „ter hand te stellen".)
Met het ernstigste farmacologische
probleem dat er bestaat, heroïne
verslaving, heeft men in Leiden
weinig te maken. Gevallen die zich
voordoen, vertelt De Wolff, worden
in het algemeen in het ziekenhuis
opgenomen omdat er medisch een
aantal dingen tegelijk aan de hand
zijn. „We hebben eens iemand ge
had die hier in bed, in een gecontro
leerde omgeving, nog steeds niet
afkickte. Het raadsel was groot, tot
bleek dat het dagelijks bezoek met
een injectiespuit heroïne in de
slang van het infuus spoot." Een
klinische farmacoloog moet soms
zelfs ogen in zijn achterhoofd
hebben.
Van een onzer verslaggevers
APELDOORN Nadat het al-
ijd sukkelen is geweest, heeft
ipeldoorn nu de beschikking
ekregen over een charmant
museum. Het is ge-
Kb vestigd in Marialust, een land-
•tjyiuis uit begin 1800, een van de
weinige huizen, die in Apel
doorn zijn overgebleven.
Wat de verzameling betreft,
deze geeft vooral een indruk
van het Apeldoorn na 1800,
ïaar ook de prehistorie krijgt
idacht. Hoewel Apeldoorn
een fraai museum heeft, zag
men zich geen kans er de col-
ectie-Röntgen in onder te
irengen.
v* Vilhelm C. Röntgen, Duits natuur-
r tundige. Nobelprijswinnaar, ontdek-
ker van de X-stralen, heeft een deel
zijn jeugd in Apeldoorn doorge
dacht. Tien jaar geleden ging Apel
doorn belangstelling voor Röntgen,
weldoener der mensheid", tonen.
>at was nadat dr. W. A. H. van
Vylick. die op hem was gepromo-
'eerd, schreef dat het een goed ding
ou zijn als in Apeldoorn een „Rönt-
enkamer" werd ingericht. In die
ijd kreeg Apeldoorn ook zijn Rönt-
Rnlaan
o.
r i ntussen is er. meest door schenkin-
[en. een bescheiden Röntgen-collec-
rJI 'e bijeengebracht. Daaronder zijn
nkele zeer oude toestellen, een do
zijn apparaten van latere datum, do-
umenten en briefjes van Röntgen.
h jaren is de zaax opgeslagen, nu
tier dan daar. niet onder de beste
tinstandigheden, en niemand die er
ooit iets van ziet.
'u is de villa Marialust. na een gewe
tensvolle opknapbeurt, als histo-
o tsch museum klaargekomen, maar
u *oor de Röntgen-collectie blijkt
geen plaats. De kwestie is dat de
collectie Röntgen eigenlijk niets met
de streekhistorie heeft te maken en
dat de collectie erg veel ruimte
opeist, waar nog een zwaarwegend
financieel aspect bij komt. Overi
gens zou Apeldoorn niet kunnen tip
pen aan het Röntgenmuseum in
Remscheid-Lennep zijn geboorte
plaats, en bezit ook het Boerhaave-
museum in Leiden een verzameling
oude medische apparatuur van bete
kenis, inclusief die waaraan Rönt-
gen's naam is verbonden. De conser
vator van Historisch Museum Maria
lust, de heer H. de Mol, heeft intus
sen een advies voor B. en W. gereed
gemaakt inzake de Röntgen-collec
tie.
zig, dat betrekking heeft op paleis
Het Loo. Omdat er de laatste tijd
nogal wat te doen is geweest over de
restauratie van de paleistuin (hand
having van de huidige Engelse land
schapsstijl of terug naar de Franse
geometrische stijl?) wordt royaal
aandacht aan dit onderwerp ge
schonken. Op basis van een oogge-
tuigeverslag van de Brit Walter Har-
ris, eind zeventiende eeuw, is voor de
museumbezoeker een wandeling-op-
papier door de tuin uitgestippeld.
Daarbij is gebruik gemaakt van het
feit dat in vorige eeuwen vele kun
stenaars er series gravures over heb
ben gemaakt.
Apeldoorn na 1800 krijgt irvhet mu
seum gestalte in onder meer een
collectie klederdrachten, een verza
meling antiek speelgoed, een hoekje
over de landbouw en een afdeling
papiernijverheid (met een volledig
ingericht model van de vroegere
Stinkmolen aan de Grift). Hoe de
gegoede Apeidoorner ln de vorige
eeuw woonde, laat een met negen
tiende eeuwse meubelen ingerichte
-salon zien en verder kan men een
sfeervolle keuken uit die tijd bezich
tigen.
ca is niet vergeten. Apeldoorn had in
de 19de eeuw zo'n tachtig tapperijen.
Daarvan is een aantal authentieke
uithangborden aanwezig. Dieper te
ruggaand in het verleden wordt de
bezoeker geconfronteerd met een
hoeveelheid bodemvondsten, die te
maken hebben met de vroegste Velu-
webewoners, zoals het trechterbe
ker-, standbeker- en klokbekervolk,
de Kelten, Germanen en Romeinen.
Het Historisch Museum Marialust is
met enig feestelijke vertoon
geopend.
In de villa Marialust, die aanvanke
lijk Maria's Lust heette, vele eigena
ren heeft gehad en tal van bestem
mingen, is ook veel materiaal aanwe-
1. De villa Marialust, die een
flinke opknapbeurt onder
ging en waarin nu Apel-
doorns historisch museum is
gehuisvest.
Hoe ingrijpend het stormachtig ge
groeide heidedorp Apeldoorn in
ruim honderd jaar veranderde, valt
af te lezen aan aquarellen van de
decoratieschilder A. Lieman, die van
ongeveer 1850 dateren. Ook de hore-
2. Deel van de keuken (19de
eeuw) in Historisch Museum
Marialust te Apeldoorn.
WILLEMSTAD IANPI - Op dr Ne
derlandse Antillen zal de komende
vier Jaar geen datum vastgesteld
worden voor de onafhankelijkheid
van deze eilandengroep. Dit heeft de
premier van de pas beëdigde Antilli
aanse regering, S. G. M. Rozendal,
meegedeeld. Volgens hem zijn mi
nistaatjes, behalve een gevaar voor
zichzelf, ook een gevaar voor het
Cariblsch gebied en de buurlanden
van LaUJns-Amerika.
Voor men kan gaan denken aan een
datum voor onafhankelijkheid zal
volgens de bewindsman eerst een
aantal zaken geregeld moeten wor
den. Zo moet er een behoorlijk en
uitvoerbaar plan zijn inzake de eco
nomische ontwikkeling van de ei
landen. „Hierin moet de garantie
verankerd zijn. dat wanneer de An
tillen eenmaal onafhankelijk zijn. ze
inderdaad ook alle facetten van
deze onafhankelijkheid kunnen dra
gen". aldus de premier, die verder
verklaarde dat momenteel wel aan
een integraal ontwikkelingsplan ge
werkt wordt. „Als het klaar Is, zal
het eerst goedgekeurd moeten wor
den door de regering en staten en
dan pas kan men voor de nodige
garanties behoorlijk overleg voeren
met Nederland en andere landen
Een ander punt, dat volgens de pre
mier eerst geregeld moet worden, is
de Interne structuur van de Neder
landse Antillen. Hij zei ervan over
tuigd te zijn dat de eenheid van de
zes eilanden de enige manier is om
zowel politiek als economisch de
status van onafhankelijk land met
vertrouwen en zekerheid tegemoet
te zien.
DEN HAAG De Raad van Neder
landse Werkgeversbonden is het vol
strekt oneens met het door de Twee
de Kamer tegen de zin van het kabi
net aangenomen amendement-Van
Keulen c.s. op het wetsontwerp
grondwaterwet. Dit heeft de raad,
samenwerkingsorgaan van het Ver
bond van Nederlandse Ondernemin
gen en het Nederlands Christelijk
Werkgeversverbond, in een brief aan
de Eerste Kamer meegedeeld
De raad onderschrijft volledig het
doel van het wetsontwerp: het be-
vorderen van een zorgvuldig en
doelmatig gebruik van grondwater.
Hij is met het kabinet en met de
leden van de Tweede Kamer van
mening dat regulering van de grond
wateronttrekking op haar plaats is.
Het amendementrvan Keulen c.s.
beoogt het prijsverschil tussen lei
dingwater en niet ten behoeve
van de openbare watervoorziening
gewonnen grondwater op te hef
fen De raad vraagt de Eerste Kamer
het wetsontwerp ln zijn huidige
vorm niet goed te keuren
De raad meent dat de in het amen
dement genoemde heffing moet
worden opgevat als een belasting.
De grondregel van de maatstaf van
heffing Is ln het wetsontwerp onvol
doende bepaald en daardoor in
strijd met de grondwet.