Beestjes in huis Het Paard laat wat achter t. mm m 8 m a m m m Gantwarg weer de oude Tweetal schitterende combinaties '4^ t 8 8 i ■18 8 8 Si 4 8 A 0 E A 4 a i. 8 4 4 a 48 8 B 0 r Q 8 8 A Niet piekeren maarpuzzelen Oplossing Opgave nr. 607 1 JATERDAG 22 OKTOBER 1977 BINNENLAND Trouw/Kwartet 25 Er is geen huis zonder bees tjes. Je kunt nog zo vaak af stoffen en stofzuigen als je wilt en alles doen wat een keurige huisvrouw betaamt, je woont nooit alleen. Wel zijn er verschillen, want natuur lijk zul je in een doelmatig ingerichte, recht-toe-recht- aan gebouwde flat midden in een stad minder gedierte aan treffen dan in een oud huis met verborgen hoekjes en gaatjes in een buitenwijk of op het platteland. Ons huis houdt zo'n beetje het mid den het is nogal nieuw, maar niet van beton, en het staat in een vrij jonge wijk, met veel groen erom heen. Het enige werkelijk alarme rende ongedierte in huis zijn tot nu toe de muggen, een enkele tapijtke ver, wat uit exotische voorwerpen afkomstige houtkevers en de taxuskever gebleven. Al het andere dat in huis komt, zijn verdwaalde gasten uit de tuin of insekten die alleen op het licht afkomen. En spinnen natuurlijk, in grotei getale, van de gTote zwartbruine e. harige huisspinnnen en Jong kruisspinnen tot de hooiwagenach- tige spookspinnen, waarvan het huis hele legers herbergt. Behalre enige erg opvallende raggen wqg halen doet mijn vrouw er niets U gen. Gelukkig maar, want het ai? helpers tegen wèl schadelijk g- dierte, al moet hun nut in huis Vu ook weer niet overdreven wordo De enkele mug die ze vanpn, weegt niet op tegen de vele di«? vij doodslaan en de nog veel talri^sre die we niet te pakken krijgei en ons het leven zuur maken. Zelfs nu nog, in oktober. Dan ko men juist de venijnigste binnen, de ringpootsteekmuggen die veel gro ter zijn dan de gewone zomerse steekmuggen en die dwars door niet te dikke kleren heen steken. Ze overwinteren binnenshuis, evenals de gewone muggen, maar blijven in de warmte veel langer actief. Drie groepen Dieren in huis kun Je grofweg in drie groepen indelen. In de eerste plaats zijn er de dieren die eigenlijk buiten horen en binnenshuis niets te Zoeken hebben. Ze zijn toevallig binnen geraakt of door lamplicht aangetrokken. Soms zijn het dieren die in beschutte hoekjes en spleten overwinteren en daarom wel huizen binnenvliegen om op een stil plekje de winter door te brengen. Je ziet het bij vlinders als de kleine vos, de dagpauwoog en het roesje en Dij lieveheersbeestjes en gaasvliegen. Een tweede groep vormen dieren die buiten heel goed zonder de mens kunnen leven, maar voor hun voedsel en dat van hun larven geen enkel onderscheid maken tussen wat zij in de natuur vinden en wat bezit van de mens is. Daar bestaan er heel wat van. de meeste als aasopruimers, zoals de vliegen, de spektor, de tapijtkever, de kleer- mot en de bontkever. Motten, ta pijt- en bontkevers leven in de na tuur in braakproppen van roofvo gels en in de vacht van dode dieren. Veel insekten die op kamerplanten leven, komen ook gewoon buiten voor. zoals bladluizen en de taxus kever. Tropische oorsprong Een derde groep is uit biologisch gezichtspunt veruit het interes santst. Ze komen alleen in huizen voor en zijn zo sterk aan de mens gebonden dat ze door hem de hele wereld over zijn gesleept. Vele ko men van oorsprong uit droge tropi sche en subtropische gebieden en kunnen zich alleen handhaven doordat er in huis een heel ander klimaat heerst dan buiten, althans op onze breedte. In het wild komen ze zo weinig voor dat men vaak alleen naar hun oorsprong kan gis sen en ze kregen pas de kans zich geweldig uit te breiden toen ze gin gen profiteren van de gunstige om standigheden die de mens hun bood. In het begin moet dat bescheiden geweest zijn. Toen de mens alleen nog van de jacht leefde en hoog stens een vaste verblijfplaats had, waren het vooral de parasieten, zo als luizen, vlooien en wandluizen, die zich in zijn onmiddellijke omge- -W JD - ff Portret van een asgrauwe vleesvlieg die haar eitjes deponeert op niet geheel vers vlees ving nestelden en zich aanpasten aan het leven met de mens. Toen hij van jager landbouwer werd, voorraden ging aanleggen en veel betere huizen bouwen, werd het aantal diersoorten dat de men selijke woning als speciaal milieu koos legio. Huismuizen, zwarte rat ten. graanklanders, meeltorren. erwtekevers, meelmijten, kaasmij- ten. zilvervisjes, kakkerlakken, kaasvliegen en faraomieren von den bij hen warmte en een gedekte tafel Dat geldt ook voor de onscha delijke huiskrekel, die vooral van Het wijfje van de Duitse kakkerlak draagt haar eikapsel aan haar achterlijf tot de jongen uitkomen. Deze kakkerlak kamt oor spronkelijk uit de tropen en kan dan ook alleen in verwarmde huizen leven. andere dieren leeft, maar bij ons in de winter buiten sterft. Zelfs onder gingen vele van die ..huisdieren" in de loop van de duizenden jaren dat ze al bij de mens zijn. veranderin gen. waardoor ze zich tot andere typen ontwikkelden, afwijkend in leefwijze en uiterlijk van de oor spronkelijke wilde vorm. Goed handboek Ecologisch vormen ze een zo boei ende groep dat er dikke boeken over vol te schrijven zijn. maar dat is niet nodig om alle schadelijke insekten in huis te leren kennen en te bestrijden. In de loop van de jaren zijn er heel wat boeken over verschenen, kortgeleden een van de beste en meest uitgebreide, met gegevens en afbeeldingen van alle dieren die in Europa redelijkerwijs binnenshuis kunnen worden aan getroffen. ..Elseviers gids van nuttige en scha delijke dieren in en om het huis" gaat dus niet alleen over dieren die bijten, steken en ons voedsel en materialen vernielen of bederven, maar ook over nuttige dieren Het is een echt handboek, waarin speci ale aandacht wordt besteed aan de met het blote oog of een goede loep waarneembare sporen die de dieren achterlaten en aan de schade die ze kunnen aanrichten. Met behulp van de inhoudsopgave is het hoofd stuk te vinden, waarin een bepaald type van sporen wordt behandeld, en aan de hand van de duidelijke afbeeldingen kun Je dan zelf vast stellen om welke diersoort het gaat. Maar het fijnste van dit boek vind ik dat het even nuttig is voor dege ne die huisinsekten ziet als bijzon dere aanpassingsverschijnselen en dus als onderdeel van de levende natuur als voor degene die te ma ken krijgen met problemen, veroor zaakt door schadelijke dieren in huizen, winkels, pakhuizen en fa brieken. Henri Mourier en Ove Winding: El seviers gids van nuttige en schadelij ke dieren in en om hel huis. Uitg. Elsevier. Amsterdam/Brussel. 224 blr.. 32,50. Hoewel er in ons eigen land e Uat- ste weken weer keihard om c £>m- petitiepunten wordt gespeefl foor 'Jde verschillende clubs, wil "k van- ^daag toch aandacht vragen \dct een bijzonder fraaie partij uit Êuland. Puin de Sowjet-Unie worden iet Jaar 'bekerwedstrijden georganisefd. Dit jaar werden ze van 20-29 julin Kra- matorsk gehouden. Gezien iet ge- ;yc halte van onderstaande p&ij lijkt de sympathieke Rus Anabi Gant warg weer van zijn inzink!? te zijn hersteld. Wit: N. Mitsjanski .zwart: A. Gantwarg. 1. 31-26 19-23 2. 36-31 13-1» feestal Zet men hier voort met 14-lJmaar met tekstzet houdt zwart ee»chijf meer tot zijn beschikking opzijn lange vleugel en tenslotte zl dat ene kchijfje van zich doen sreken. 'elh. 41-36 8-13 4. 46-41 2-8 531-27 20-24 6. 36-31 15-20 7. 41-36 H5 8. 33-28 Bó-io geeft wit, die zichiu moet ver- klaren, de gelegenheitfcich met een ;wee om twee terug titrekken. 28-22 17x28 10. 27-21 6x27 11. 31x33 24-29 12. 33x24 20x29 ZqIs te verwach ten was. is zwart inde aanval ge gaan. Gantwarg is ee pur sang aan valler. die wanneer zijn machine armgedraaid is, bna onstuitbaar Ook Mitsjanski vtet dat natuur- ijk, maar toch kruip hij niet in zijn chulp, maar probed met een actie- e verdediging iets erug te doen. 33. 35-30 15-20 14. 3125 10-15 15. 37-31 [11-16 Natuurlijk mg 11-17 nu niet vegens 38-33. Een et eerder was 11- wel mogelijk, roar Gantwarg be- eet veld 16 erg grag met het oog op de ruil 16-21, die itraks ook in het Spel zal komen. Wij, Nederlandse theoretici, laten vld 16 liever open. 16. 47-41 7-11 17. 2-3' Met 41-37 zou [Vit de ..poot" 32.17, <1 prijs geven en B In dit stadium vai partij is dat op pijn minst bezwaarlik te noemen. 1716-21 18. 36x7 11x22 Daar is de ioorspelde ruil nar veld 22 al en DAMMEN weer denk ik met weemoed terug aan de prachtige partij tussen Gant warg en Tsjegolew uit het Suiker- toernooi van 1973 (als ik mij niet vergis) waarin de oud-wereldkampi oen door Gantwarg met eenzelfde aanval volkomen werd weggespeeld. 19. 34-30 6-11 20. 31-26 20-24 21. 40-35 12- 17 22. 39-33 (zie diagram 1). Wit dreigt met 26-21 en 32-28, terwijl ook direct 32-28 in de gaten moet worden gehouden. Zonder de witte schijf op 26 zou zwart de beschikking hebben gehad over 14-20,19x10, 8-12, 22x31, 13-19 enz. In de partij kan zoiets gelukkig niet, want dat zou zonde van de partij zijn, maar zet zwart de aanval verder door met 22. 22-28 23. 33x22 17x28 24. 43-39 Zwart mag 39-33 onder geen beding toelaten en speelt derhalve 24. 14-20 25. 25x14 9x20 26. 30-25 4-9 27. 25x14 9x20. Zwart heeft nu dertien tempi meer en wit moet erg goed uitkijken, want dit mag beslist niet verder oplopen. 28. 48-42? Persoonlijk prefereer ik 28. 39-34 met actiever tegenspel. Na de tekstzet gooit zwart het terecht over een andere boeg. 28. 29-34! Weer zou 39-33 bezwaar lijk zijn geweest, maar nu is zwart zijn tegenstander te slim af en zal •i t 9 1 0 3 9 Q L O De witte verdediging lijkt het nog wel even vol te houden, maar wit wordt zo in zijn bewegingen beperkt, dat het nog slechts een kwestie van techniek en tijd is. 40. 36-31 25-30 41. 31-27 8-13 42. 27-22 18x27 43. 32x21 13-18 44. 38-32 30-35 45. 32-27 15-20 46. 21-16 20-24 47. 27-21 1-7 Nu komt wit in temponood en moet hij noodgedwongen zijn eigen verde diging opheffen. 48. 49-43 35-40 49. 37-31 18-22! 50. 43-39 (een wanhoopspoging, die tot mislukken gedoemd is) 34x43 51. 33-29 24x33 52. 28x48 19-23 53. 48-43 40-45 (het klopt allemaal als een bus) 54. 43-38 23-28! 55. 38-32 28x37 56. 31x42 22-28 57. 42-37 (gedw.) 17-22! 58. 37-31 28-33 59. 31-27 22x31 60. 26x37 33-39: en wit geeft op. Een schitterende overwinning van Gantwarg! PRANK DROST (ADVERTENTIE) het tempovoordeel beslissend worden. 29. 39x30 28-33! 30. 38x29 23x25 31. 44-39 24-30! (wit krijgt geen kans meer zijn verdediging in gereedheid te bren gen). 32. 35x24 20x29 33. 45-40 8-12 34. 42-38 19-23 35. 39-33?! Veel meer verde diging geeft 49-44 ook niet, omdat na 29-34 23x43 38x49 11-17 de witte stand in tweeën is gesplitst. 3529-34 36. 40x29 23x34 37. 32-28 13- 19 38. 37-32 11-17 39. 41-37 3-8 (Zie diagram 2). Als u de volgende zetten naspeelt, komt u bij diagram I. dat u wellicht zult herkennen: l. e4 e6 2. d3 d5 3. Pc3 Pf6 4. c5 Pfd7 5. f4 Lb4 6. Ld2 0-0 7. Pf3 f6 8. d4 c5 9. Pb5 fe5x 10. de5x Tf4x 11. c3 Te4t 12. Le2 La5 13. 0-0 Pe5x Pc5x Te5x 15. Lf4 Tf5 16. Ld3 Tf6 17. Dc2 h6 18. Le5 Pd7 19. Lf6x Pf6x 20. Tf6x Df6x 21. Tfl De7 22. LH7t Kh8 23. Dg6 Ld7 24. Tf7 Dg5 25. Dg5x hg5x 26. Td7x Kh7x 27. Tb7x Lb6 28. c4 dc4x 29. Pc3 Td8 30. h3 Td2 31. Pa4 (zie onderstaand diagram) Inderdaad, het gaat om de beroemde partij Ortueta-Sanz, gespeeld in Ma drid 1933 die door zwart gewonnen werd met de volgende schitterende combinatie: 31. Tb2xü 32. Pb2x c3 32. Tb6x c4 33. Tb4 a5 34. Pc4x c2. Maar speelt u nu eens de partij Tyl- kowski-Wojciechowski na. die twee jaar eerder in 1931 in Poznan op het bord kwam: l. (4 d5 2. e3 c5 3. Pf3 Pc6 4. Lb5 Lg4 5. 0-0 c6 6. d3 Le7 7. Pc3 d4 8. Pbl P16 9. c4 0-0 10. Lc6 bc6x 11. c3 dc3x 12. Pc3x Lf3x 13. Tf3x Pg4 14. Khl Dd4 15. Dgl Dglx 16. Kglx Ld8 17. Le3 Pe3x 18. Te3x Lb6 19. Tdl h6 20. e5 f6 21. cf6x Tf6x 22. Tf3 c4t 23. d4 c5 25. Td5x Kh7 26. Td7 Td8 27. Tb7 Tg6 28. Tg3 Tg3x 29. hg3x Td2 30. Pa4, waarna wij bij diagram II zijn aangeland. De partij tussen deze twee Polen is zo n veertig jaar onbekend geble ven, maar nu is hij toch te vinden in het deze week uitgekomen boekje van Tim Krabbé „Nieuwe Schaak curiosa". Bekendheid van de partij op grote schaal bleef uit. Sanz speel de tegen Ortueta op dezelfde ma nier. Ook deze partij bleef enkele jaren onbekend, tot Capablanca hem in 1936 voor een Spaans tijd schrift annoteerde. Daarna „ging hij de wereld rond", maar ik weet niet of het waarschijnlijk is dat Wojcie- chowski ooit het diagram Ortueta- Sanz heeft gezien. Maar misschien zou hij er zijn schouders over opge haald hebben, zeggend: „O ja, zoiets heb ik geloof ik ook een keer ge speeld." om over te gaan tot de orde van de dag." Tim Krabbé is verzot op alles wat afwijkend Is. of met toevalligheden te maken heeft. Staat er een bericht je in de krant dat ergens een kind met twee hoofden geboren is of een schaap met 22 poten, hij knipt het uit. Tegenover het schaken heeft hij precies dezelfde instelling en daar zijn boekje niet alleen met verstand van zaken is geschreven, maar ook nog in een perfecte stijl, is het wer kelijk een genot het open te slaan, als het buiten motregent. Het hoofd stuk „Opmars naar het wereldkam pioenschap" is ontroerend, zijn ver handeling over „de mysterieuze krachten in de toren" grenst aan het buitennormale en het hoofdstuk „De hinniklach van Troitzky" over het paard in het schaakspel laat zien waartoe een bosbewoner in Siberië kan komen, als in zijn hut alleen over een schaakbord be schikt: de geest van Troitzky waart door het hele boekje van Krabbé Tenslotte wil ik nog ingaan op de pseudo-partij Aljechin-Grigoriev. ADVERTENTIE Ik zal het niet hebben over het grote aantal onwaarheden, dat Aljechin over deze partij die nooit is ge speeld. heeft gedebiteerd, maar vol gens de toenmalige wereldkampi oen won hij toen met vijf dames op bord door de stille zet: 24. Th6. Vol gens Krabbé geeft deze zet de winst juist weg. zoals blijkt uit de volgen de varianten: a) 24. Lg4t 25. .Dgg4x Le3x 26. De3x Dc5 27. Le2 De3xt 28. fe3x Tf8t met remise. b) zoals boven, maar dan 27. Dgd4 Df5t 28. Kg2 Tg8t 29. Khl Dd4x 30 Dd4xt Kc7 31. Dh4 a5 met weder zijdse kansen c) 27. Kg2 De3x 28. fe3x Te8 en opnieuw wordt wits laatste pion geruild. d) 27. Dc5x Kc5x 28. Kg2 Kd6 29. Lc4 Te8 en zwart heeft kansen op remise. Volgens Krabbé had wit echter kun nen winnen met 24. Dd5x! Le3x 25. De3xt Kc7 26. Ld3 en het is totaal uit. Max Pam lorizonta»: 1. verzekeringsbrief. 5. woonboot. 7. soort hamer, 11. wijn glas. 12. kever. 14. ontkenning, 16. bijbels figuur. 18. bergweide. 20. oog ziekte. 23. ik (Lat.), 24. loco-secreta ris, 25. jong schaap. 27. vruchtenat. 28. troefkaart. 30. voorvoegsel, 31. wenden, 33. meetkundig lichaam. 34. welaan. 36. gereedschap, 38. be grip, 39. namelijk (afk.), 40. muziek noot. 42. platte steen. 44 kippen loop. 45. familielid, 46. putemmertje, 48. zuidvrucht. 50. kenteken. 52. kleefstof. 53. duivel. 54. plechtige gelofte. 55. Turkse tarwe. 57. hoog bouwwerk. 59. water ln Limburg. 61. voertuig. 62. opstootje. 63. geblader te. 66. Chinese lengtemaat. 67. oude lengtemaat. 68. lange nekharen van dieren, 69. smal bloembed. 71 mu zieknoot. 73. bouwstof, 75. talmen. 76. sportterm. 78. lof, 79. dof. 81. deel van het oor. 82. maanstand, 83. priem. 85. oorzaak, 87. weesgegroet (Lat.). 88. oevergewas. 90 rivier in Engeland. 91. houten bakje. 93. bloedhuis. 94. meer in Finland. 95. knaagdier. 96. draad van een viool. Verticaal: 1. bontjas. 2. boom. 3. maanstand. 4. sint (afk 5. genees heer. 6. welgevormd. 7. pers. voor naam w. 8. vogel. 9. plaats in Gelder land. 10. woede. 11. bedelaar. 13. rund. 15. voorvoegsel. 17. vrucht. 19. schildpad. 21. vaartuig. 22. aanvang. 25. vogelelgenschap. 26. zangvogel. 28. plant. 29. watering. 32. zelfkant. 33. graan. 35. zwemvogel. 37. elk. 39. dwaas. 41 zeegod. 43 dun plaatje. 45. bode aan een universiteit. 46. vochtmaat. 47. paard. 49 bloedge ver 50. onbep voomaamw., 51. schrobnet. 53. dwalen. 56. vis. 57. zangstem. 58. opstandeling. 60. vor dering. 62. klepper. 64. ton. 65. netel achtige planten, 67. hoekbalkon, 68. honingdrank. 70. ogenblik, 72. bijen houder, 74. wiel. 77. vloeistof. 79. waterplas, 80. kraam, 82. wild zwijn. 84 vreemde munt, 85. muzieknoot. 86 voorzetsel, 87. Holl. gravin. 89. scheik. element. 90. lidwoord. 92. na schrift (afk.). 93. water in N.-Br. Oplossing per briefkaart voor woens dag a.s. zenden naar Trouw/Kwartet, Postbus 859, Amsterdam. Linksboven vermelden: Weekendpuzzel. Oplossing vorige puzzel Hor.: 1. naga. 5. kaar, 9. sater, 14. onera, 16 slee. 18. lege. 19. paraat, 21. aker, 22. mas, 23. ai. 24. krom, 26. en. 27. spat, 29. egaal, 31. stel. 32. rad. 34. art, 35. spel, 37. karos, 39. mentor. 41. ge, 42 aas. 43. toe, 45. eer, 46. are, 47. ld, 48. terras, 50. tegel. 52. mare. 53. sta. 55. les, 56. kolk. 57. stere, 60. merk. 61. pa. 62. leed, 64. te, 65. ert. 66 mals. 68. slegel, 70. deeg. 72. nota. 74. terra. 75. ellen, 76. naar. 77. leeg. Vert.: 1. nopal. 2. Anei, 3. Ger, 4. arak. 6. as. 7. ala, 8. rekel. 10 al. 11. tempel. 12. egaal. 13. rest. 15. Aare. 17. een. 20. toga. 25. marmer. 27. ster. 28. mars. 30. Ate. 31. sport. 32. raad. 33. do. 35. ster. 36. keel. 37. kalm. 38 sterk. 40 nestel. 41. gres. 44. ore. 46. Agen. 48 talk. 49. ast. 51. el. 52. mortel. 54. Ares. 56 kerel. 57 salon. 58. eelt. 59. gelag. 60. mede. 61. Pan. 63. deel, 64 tere. 67. sta. 69. Gré, 71. ge. 73 Aa. De prijswinnaars zijn: mevrouw Huurman, dr. Van Couwenhovenlaan 11, Bergschenhoek; de heer K. Schip per, Op de Vey 64-66, Geleen; de heer J. B. G. Kwanten, Vinkenstraat 9a, Groningen. Enige voorwaarde voor het op het schaakbord rondhuppelende paard was, dat nooit twee gelijkgekleurde schijfjes naast elkaar (recht of schuin!) mochten liggen. Als het aan tal schijfjes van verschillende kleur even is kunnen er nooit twee recht naast elkaar liggen en als dat aantal oneven Is kunnen gelijkgekleurde schijfjes zowel recht als schuin naast elkaar komen. Men zou dus verwach ten dat het bord meer belegd kan worden met een even aantal dan met een oneven aantal kleuren. Doch dit gaat slechts bij hogere aantallen op. Probleem l. Met uitsluitend witte schijfjes (één kleur dus) kunnen ten hoogste zestien velden door het paard worden bedekt met schijfjes, bijvoorbeeld al-c2.a3-c4-a5-c6-a7- c8-e7-g8-h6-f5-h4-f3-h2-fl. Probleem 2. Met afwisselend witte en rode schijfjes kan men achtentwintig velden beleggen, bijvoorbeeld: a2- b4-a6-b8-c6-d8-f7-h6-f5-h4-f3-h2-fl- d2 c4-d6-c8-b6-a4-b2-dl-f2-h3-f4-h5- f6-h7-f8 Probleem 3. Met afwisselend rode. witte en blauwe schijfjes is het re cord tot dusver vierendertig velden belegd: duidelijkheidshalve staat na elk derde schijfje een kruis: al-b3- d4xe2-cl-a2xc3-d5-f4xg6-f8-e6xc5 d3-b4xa6-b8-c6xe5-f3-h2xg4-h6- g8xe7-f5-h4xg2-el-c2xa3-b5-a7xc8 Probleem 4. Rood-wit-blauw-oranje (even aantal!) maken het mogelijk. zevenenvijftig velden te beleggen: a2-cl-d3-b4xc2-al-b3-d4xe2-g3-hl- f2xe4-c5-d7-b8xa6-c7-d5-b6xc8-a7 b5-d6xe8-g7-h5-f4xe6-g5-h7-f8xg6-e5- f7-h6xg8-e7-f5-h4xg2-el-f3-h2xg4-e3- dl-b2xq4-c3-bl-d2xc4-a5-b7-d8xc6 Probleem 5. Het record met rood-wlt- blauw-oranje-groen (oneven aantal) bedraagt negen veertig, bijvoorbeeld a4-c5-a6-b8-d7xb6-a8-c7-e8-g7xf5- H6-g8-f6-h5xg3-fl-d2-c4-e5xf7-h8-g6- h4-f3xg 1 -h3-f4-g2-el xc2-a 1 -b3-a5- b7xd8-e6-d4-e2-clxa2-c3-bl-a3- b5xd6-c8-e7 c8 Een veel voorkomende vraag bij der gelijke zoek-het-maximum-proble- men is: waarom wordt bij het stellen van de opgave niet vermeld tot hoe hoog men moet gaan? Het antwoord is. dat ik lang niet altijd zeker ben. dat het door mij gevonden maxi mum inderdaad hét maximum is. Zo had ik bij dit probleem bij no. 5 in plaats van 57 slechts 55 velden be legd. En wie weet zeker, dat nu 57 dat maximum is?! De heer J. J. Bas (34) te Rotterdam vindt „het geheel wel aardig maar probleem 5 was oet iets te veel", terwijl de heer A. C. Maan (157) te "s- Gravenhage meent: „Jammer dat niet gevraagd is naar zes. zeven, achtenz. verschillende kleuren". „Een fantastische puzzel, die Je steeds weer naar je papier doet grij pen Er Is dan ook een half ruitjes- kladblok aan gegaan" juicht en zucht de heer L. J Smoes (95) te Almelo. „Wat een getob met al die gekleurde vijgen'" schudt de heer P. S J. Oosterhoff (105) te 's-Hertogen- bosch het naar meer hygiëne dor stende hoofd Maar drs. W Klein Kranenberg (152) te Son troost: „Je zult het moeten nakijken. Ooed dat het schijfjes zijn!" Het waarderingscijfer is gemiddeld: 8.12; verkregen uit 2.4 en 5 (samen 0.9%). 6 (7,2%), 7 (21,5%), 8 30. 1%).» (25.8%). 10 <14,5 De ladder staat boven 225 punten (een heel eind gezakt dus!) met als prijswinnaars: h H. Clement. Paulus Buyslaan 19. Heemstede (12e maal); 2 J J A Harbrink Numan. Koning Lodewijklaan 200. Apeldoorn <3e maal); 3) mej A. Los. 8truitenweg 44. Rotterdam-21 (Ie maal); 4) H Veld man. van Andel-Rlpkestraat 27. Fra- neker (10e maal); 5) mevr. H J. Ver leur-van Putten. Werengouw 57. Am- sterdam-Nleuwendam (le maali mr. G. van Vorden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 25