De onzin van decibellen A Een nuchter verhaal De Bataks als voorbeeld voor de Zuidmolukkers Waarom spreiden de scholen zelf de vakanties niet? PIJDAG 7 OKTOBER 1977 Trouw/Kwartet PS 13 - RH 17 Als Je gaat nadenken over geluidshinder, krijg je de neiging eerst verdelingen in soorten geluid te maken. Ik begin er niet aan. hoewel ik benieuwd ben in welke afdeling dan de regelmatige hinder komt die dat oude vrouwtje dat bij Schiphol woonde, onderging. Een paar jaar geleden stond in de krant dat er bij haar een vrachtauto door de voorgevel gereden was. Zij had niets gemerkt Het was wel eens vaker lawaaiig, zei ze. Dit is een behoorlijke graad van overlast Maar ik weet zeker dat bij een indeling in soorten er ergere vormen naar voren zouden komen. En dat de ere-plaats gereserveerd zal blijken voor de muziek. Ook daarin zijn er natuurlijk soorten. De allerergste is niet die welke mensen met hun eigen bewegingen en stemmen voortbrengen. Daar heb je nog altijd de troost dat er iemand zelf zijn best zit te doen. Dat geeft er een ingebouwde menselijkheid aan. De zware ellende begint als ook dat element wegvalt, en iemand met een knopomdraai of minder nog. met het vergeten een knop om te draaien heel zijn omgeving kan bepalen. Het hoogseizoen van de geluidshinder is de zomer. Het is dan ook niet toevallig dat op 14 juli hartje zomer dus een persberichtje verscheen waarin de problemen van politie-agenten die bij overlast te hulp werden geroepen, besproken werden. Zij heeben weinig richtlijnen om uit te maken wanneer er nu precies sprake is van geluidshinder of niet. Een door minister Vorrink ingediend wetsontwerp over burengerucht bevat geen specifieke richtlijnen, maar biedt wel aan de gemeenten de mogelijkheid deze op te stellen, en zo heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten zich over de kwestie gebogen. Zij overweegt 0 a. om het aantal decibellen vast te leggen waarbij er sprake is van geluidshinder. Dit laatste nu lijkt mij iets waardoor de ergste soort, de muziek, moeiteloos door de mazen van het net glipt. Want deze door Guus van Hemert overlast hangt niet van het aantal decibellen af. Zodra zij hoorbaar is. doet zij haar werk. Dat werk is: de sfeer bepalen. Je kijk op de dingen wordt veranderd door de muziek die Je oor bereikt. Wanneer ik een zwaluw zie vliegen en ik hoor niets dan de wind en het verkeer, dan zie ik hem anders dan wanneer ik er popmuziek bij krijg. In dit laatste geval wordt hij een Donald Duck-achtig diertje. Nooit valt dat zo op als wanneer je aanwezig bent bij het monteren van een film. De regisseur probeert er verschillende muziekjes onder. Je staat verbijsterd hoe de beelden veranderen. Hetzelfde fragment wordt groots, bespottelijk, gezellig, tragisch naar gelang de melodie en het ritme die je eronder zet. Daar zou een interessant tv-programma van te maken zijn om dit eens aan de kijker te laten zien. Muziek bepaalt je. en des te onontkoombaarder omdat een mens zijn oren niet kan sluiten. Mechanisch voortgebrachte muziek is macht. Ik denk wel eens dat wat in totalitaire landen de leuzen en liederen door de luidsprekers betekenen, bij ons de commerciële, zich op het gemak van de meerderheid richtende muziek. Zij maakt zich meester van openbare ruimten en gebeurtenissen zowel als van wooneenheden. Eén van de verliezen die dit veroorzaakt, is dat de natuurlijke, eigen geluiden van een bepaalde plaats of situatie overspoeld worden door een altijd eendere modieuze eenheidssaus. Het geroezemoes van een hal met mensen verdwijnt voor hetzelfde vrolijke muziekje als waar elders de golfslag van de zee mee wprdt overstemd. Vroeger kocht ik wel eens planten In een grote kas waar het stil was of vogelgeluiden uit een volière klonken. Nu staat er popmuziek aan. zodat ik elders planten moet kopen. Wanneer kinderen in januari kerstbomen aanslepen voor een groot vuur. wordt de gelegenheid om voor die éne keer het geknetter van vuur te horen, ontnomen door een geluidswagen van de gemeente, die er al staat om alles te overgieten met de leuke deuntjes die ze thuis ook altijd al krijgen. En het zwembad moet zijn eigen onverwisselbare geluid van gespetter en stemmen afstaan aan zachte, maar gedecideerd tegen de zwembeweging ingaande ritmetjes en nieuwsberichten van Hilversum 3. Toen ik de badmeesters er eens over vroeg, zei de één dat het de kinderen rustig houdt (maar het was toen het uur voor volwassenen), anderen erkenden openlijk dat ze het voor zichzelf deden. In mijn woonplaats Nijmegen vermijd ik daarom de openbare zwembaden. Toen ik laatst in Amsterdam was. vroeg iemand me om mee te gaan naar het bad aan de Heiligeweg. Bij binnenkomst trok ik mijn hoofd al automatisch in mijn nek om de klap op te vangen. Maar er was geen muziek. Je werd vrij gelaten, er werd je stilte gegund. Een weldaad. Maar eigenlijk ook een normale democratische vrijheid, dat openbare ruimtes neutraal van geluid zijn. hun eigen geluid hebben, en geen instantie of individu je dwingt op een geprefabriceerde manier naar de werkelijkheid te kijken. Gelukkig vinden de spoorwegen dat ook. In nog sterkere mate geldt dat alles natuurlijk voor dat plekje wereld waar mensen zichzelf kunnen zijn, hun thuis. Eigenlijk vind ik dat daar wel de onvermijdelijke levensgeluiden van anderen mogen doordringen, maar de muziek van anderen in het geheel niet. Ik heb niet het recht mijn territoriale wateren met mijn apparatuur buiten mijn flat uit te strekken. En ik vind dat een ander dat recht ook niet heeft. En nogmaals, daarin spelen decibellen maar een kleine rol. Ook zacht doordringende muziek verplicht mij om via de sfeer van mijn buurman naar de wereld te kijken. Al is het alleen maar het ritme van de bassen. De praktijk vraagt natuurlijk een fijndooraderd beleid. En daar heeft de politie mee te maken. Een keertje harde muziek is iets anders dan een voortdurende infiltratie. Een feestje waarvoor gewaarschuwd wordt, is iets anders dan een onaangekondigde overval Een verschil is ook of het vóór elf. twaalf uur 's nachts gebeurt of in slaaptijd: in het eerste geval kan men er zelf geluld tegenin zetten (hoewel dat niet moet hoeven). Maar de eigenlijke norm lijkt mij dat ieder zijn muziek bij zich houdt. En de grote moeilijkheid is meestal niet de gehorigheid van de woningen, maar dat mensen die in feite weinige kubieke meters te vullen hebben, een versterker opgedrongen krijgen waarmee je een hele stadswijk kunt bereiken. Overigens zouden wij wel een goede oplossing voor het hele probleem weten. Men zou moeten beginnen om via een enquête de meest populaire muziek uit te zoeken. Die zal wel gevonden worden onder dat genre waarvan prof. Van het Reve zegt niet te begrijpen waarom het het lichte genre genoemd wordt. Vervolgens behoren dan alle andere soorten verwijderd te worden. Het creëren van Hilversum 4 zal een fout blijken die het proces vertraagd heeft. De gekozen soort zou dan vanaf alle lantarenpalen en langs de verwarmingsbuizen van alle hulzen, als een vruchtwater heel het leven moeten omgeven. Iedere adempauze waarin een afwijkend gevoel kan opbloeien moet vermeden worden, zodat vanzelf de produktie van anderssoortige muziek een einde neemt. En dat niet alleen, maar ook van anderssoortige denkerij en voelerij. De verzuiling zou ophouden, niet alleen omdat er geen mensen meer tot andere zuilen zouden willen horen, maar ook omdat niemand meer de mogelijkheid had voor een andere zuil te studeren of produceren. Ook afwijkende artikeltjes als dit zullen dan tot het verleden behoren. door D. v. d. Meulen Nederlands Indië had In zijn slotperiode twee invloedrijke christen-volken: de Ambonezen en de Bataks. De eerstee- noemden vervulden een rol sinds het begin van onze koloniale taak. Het christen-Batakvolk verscheen pas tegen het einde van ons koloniale regime. Toen trad het uit de afzondering van zijn Noordsumatraanse bergland te voorschijn. Eindelijk In het begin van onze eeuw, had het Nederlandse gezag zich uitge breid over dat binnenland van Suma tra en had het een eind gemaakt aan de onderlinge strijd der Batakstam- men. Wat een zegen. De komst van ons gezag, van de „Kompanle", werd met volksfeesten gevierd. We werden als bevrijders binnengehaald. Dat hadden we echter vooral te dan ken aan een macht die ons was vóór gegaan, die de weg voor ons bereid had. de boodschappers van het chris tendom. Ik noem maar één naam; die van Ludwlg Ingwer Nommensen die met profetische visie en moed het heidense en nog aan z'n eigen lot overgelaten Batakland binnendrong en daar het evangelie bracht Moeilijke, levensgevaarlijke beginja ren waren het. Maar het evangelie won. De Rijnse zending met haar basis in Barmen, zond een toene mend aantal zendelingen uit en het heidense Batakland aanvaardde de boodschap van het westen: bevrij ding van de angst voor de geesten. En dan komt het Nederlandse gezag dat veiligheid en vrijheid bracht Deze zegeningen van het westen wer den massaal en met enthousiasme aanvaard. door D. Nusselder Er is de laatste maanden in toene mende mate aandacht besteed aan de vraag of het toelaatbaar is, dat men schoolgaande kinderen, bui ten de officiële vakanties om, vrij af geeft voor recreatieve doelein- den. Het gaat hier om belangen, die j met elkaar in strijd blijken te zijn en die niettemin elk afzonderlijk, acceptabel en redelijk kunnen zijn. Enerzijds het belang van het zo ongestoord mogelijk verloop van het leerproces, en anderzijds het belang van duizenden (veelal za- kem)mensen die rondom kerst niet aan vakantie hoeven te denken. Er een leerplichtwet, die gehand haafd moet blijven, maar eveneens is er het feit van het toenemen van de vrije tijd en de vergeefse pogin gen om tot meer vakantiespreiding te komen. j Het belang van de opvoeding van het kind zal in deze discussie steeds voorop dienen te gaan. Naast het ongestoord leerproces moet er ook voldoende ruimte zijn voor de noodzakelijke afwisseling van werk- en rustperioden. Een oplos sing van de bovengenoemde tegen- itrijdige belangen is niet te vinden, zolang het onderwijs zelf geen me dewerking geeft! Het Is een algemeen bekend psy- :hologisch gegeven en door velen n de praktijk geconstateerd, dat vermoeidheid, irritatie en agressie op school mede onder invloed van tie lange winterpiode, het grootst is n de maanden februari en maart. istreeks half februari is er zes veken gewerkt sinds de kerstva- tantie en het duurt nog gemiddeld es weken voor het paasvakantie is Je enige onderbreking bestaat uit 'én of twee dagen voorjaarsvakan- ie De zomervakantie op de mid- lelbare scholen duurt zeven fceken. Wat te denken van deze suggestie: de school gaat één of twee van de bestaande vakanties met enkele dagen verkorten. Deze dagen wor- 'en samengevoegd met de voor- aarsvakantiedagen, zodat de kin deren in de periode van 15 februari - 10 maart ruim een week vakantie hebben. Van grote vermoeidheid is na deze rusttijd geen sprake meer. Ouders met schoolgaande kinderen hoeven niet uitsluitend op de kerstvakan tie terug te vallen. De kinderen raken niet achter op school. Degenen, voor wie de december maand een extra drukke maand is, kunnen na de feestdagen (en uit verkoop in januari) op verhaal ko men. De vakantiespreiding krijgt een nieuwe impuls. De te grote toe loop van vakantiegangers in de kerstvakantie wordt minder. Het enige nadeel dat bij realise ring van dit plan naar voren zou komen, is vermoedelijk dat de lera ren, geen zeven maar zes weken zomervakantie overhouden. Als deze of gene lezer het laatstge noemde niet als een nadeel be schouwt. welke reële bezwaren zijn er dan wèl? D. Nusselder is leraar te Doetinchem Wanneer vanavond, ergens in het Westen des lands, de voormalige Commissie van Civiele en Militaire Deskundigen huiselijker gezegd: de oud-commissie-Van Rijckevorsel in reünie bijeenkomt, zal drs Jo van der Valk daar niet bij zijn. Hij staat in Belgrado aan het hoofd van de Nederlandse delegatie op de ver- volgbijeenkomst van de Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa. Afgelopen dinsdag heeft hij in die hoedanigheid een rede gehouden, die door sommige redacteuren en commentaarschrijvers in Nederland met een zekere ontsteltenis is ont vangen. Daar had me die regering in Den Haag beloofd, dat ze het niet op een confrontatie zou laten aanko men, en nu begint ene Van der Valk in Belgrado toch maar mooi te zeu ren over de eerbiediging of liever het niet eerbiedigen van de men senrechten in Oost-Europa. Had zo'n man het niet beter over de niet- aflatende bewapeningswedloop kun nen hebben? Laat ik vandaag beginnen met een enkel woord over die bewapenings wedloop. Kijk eens, de conferentie in Belgrado is het gevolg van een stuk dat begin augustus 1975 door 35 regeringsleiders is aanvaard, de zgn. Slotakte van Helsinki. Door de zorg van het ministerie van buitenlandse zaken is er een volledige Nederland se vertaling van die Slotakte ver schenen: 32 pagina's met twee kolom druks per bladzijde. Op blz. 5 staat dat de deelnemende staten „doel treffende maatregelen" zullen ne men ,,dic, door hun reikwijdte en hun, aard, stappen betekenen op de weg naar de uiteindelijke totstand- door H. J. Neuman brenging van algemene en volledige" ontwapening onder streng en doel treffend internationaal toezicht". Het is één zinnetje in een zee van woorden en het bevat de gebruikelij ke lippendienst aan een ideaal dat niet alleen oneindig ver weg ligt, maar waarvan zelfs betwijfeld wordt of het wel zo wenselijk is. Voor de rest gaat de Slotakte over andere dingen ook wel over militaire za ken, maar daar kom ik zo dadelijk op en dan is het een beetje kinder achtig om van Jo van der Valk te verlangen dat hij zal veinzen de ver keerde conferentie te zijn binnenge wandeld. „Wij maken ons in het bijzonder bezorgd", zei ambassadeur Van der Valk, ,,over het gebrek aan vooruit gang op het zo belangrijke militaire terrein. Vandaag, meer dan dertig jaar na de Tweede Wereldoorlog, zien we in Oost-Europa de aanwezig heid van een militaire macht van een omvang en van een mate van paraat heid, die ver uitgaan boven wat voor zelfverdediging nodig is". De Nederlandse delegatieleider stond volkomen in zijn recht een dergelijke opmerking te maken, want in Helsinki hebben de landen ook beloofd „zich te onthouden van dreiging met of gebruik van geweld in hun onderlinge betrekkingen". Ja maar, zegt de correspondent van de N.C.R., dat is zo'n vaak gehoord NAVO-argument. Welnu, een enke le blik in „The Military Balance", het jaaroverzicht van het Internatio nale Instituut voor Strategische Stu dies in Londen, leert wel anders. Vorig jaar stond daar al. dat het numerieke patroon de laatste jaren geleidelijk ten gunste van het Oos ten is verschoven. Toen werd daar nog aan toegevoegd dat de invoering van nieuwe technologiën aan NA- VO-zijde het getalsoverwicht van het Warschau Pact misschien zou kunnen compenseren. Dit jaar daar entegen meldt het instituut dat het Warschau-Pact zijn strijdkrachten sneller moderniseert en ook uit breidt dan het Westen. Geleidelijk aan slaat het militaire evenwicht door ten nadele van het Westen. Drs Van der Valk zei ook nog iets over de vertrouwenwekkende maat regelen. Ook daar verweet hij de Oostelijke landen dat zij weinig toe schietelijk zijn. Wat bedoelt hij daarmee? Zopas hebben de kranten nog vol gestaan over het bezoek van een Russische generaal aan een Ne derlandse militaire oefening in Duitsland, „Interaction." Nu behoe ven volgens de Slotakte manoeuvres alleen, en dan nog op basis van vrijwilligheid, te worden aangemeld als er meer dan 25.000 man land- machtpersoneel aan deelneemt. Bij „Interaction" waren maar 13.000 man betrokken; toch is de oefenihg aangemeld en zelfs zijn er buiten landse waarnemers bij uitgenodigd. De landen van het Warschau-Pact daarentegen doen precies, waartoe de Slotakte oproept, en niets méér. De Sow jet-Unie heeft tot dusver vier grote nationale oefeningen aange meld, waarbij omstreeks 25.000 man waren betrokken. De Polen hebben één multinationale WP-oefening ter sterkte van 35.000 man aangemeld. Hongarije heeft één kleine manoeu vre op zijn grondgebied aangemeld, maar dat gebeurde slechts 24 uur tevoren. Pas sinds vorige maand aanvaarden Sovjet-attachés uitnodi gingen om te komen kijken bij Wes telijke oefeningen. Was hel nu ook wel nodig dat die Van der Valk deze zin in zijn betoog opnam: „Toegegeven, de maatsta ven kunnen van land tot land ver schillen. Maar we kunnen niet be grijpen waarom repressieve maatre gelen, tot gevangenneming toe, wor den getroffen tegen enkelingen die geen andere misdaad hebben begaan dan het uitoefenen van hun rechten zoals die in de Slotakte zijn er kend?" Was dat niet nodeloos hard? Ik ge loof het niet. Ambassadeur Van der Valk heeft de dingen rustig bij hun naam genoemd. Hij heeft een nuch ter verhaal gehouden, waarvoor hij en de bewindsman die hem geïnstru eerd heeft, geprezen dienen te worden. Want natuurlijk gaat de meeste be langstelling uit naar het bevorderen van de menselijke contacten, zoals het onbelemmerd reizen, de hereni ging van gezinnen en de uitwisseling van informatie. Op dit terrein zijn allerlei wensen onvervuld gebleven. Maar zeker zo belangrijk is hier dat de deelnemende stalen twee jaar geleden in het zevende beginsel heb ben erke nd dat het van wezen lijk belang is (o.a. voor het handha ven van de vrede) of zij al dan niet ernst maken met het eerbiedigen van de mensenrechten. In Moskou heeft zich toen al gauw een groep gevormd van tien vrouwen en mannen, die wilden nagaan of hun regering inderdaad die mensen rechten niet schond, de zgn. Orlow- groep. Zij hadden daar het volste recht toe, want de Sovjet-Unie had in Helsinki „het recht van de indivi du" bevestigd „kennis te dragen van en te handelen overeenkomstig zijn rechten en plichten op dit gebied". Welnu, van die oorspronkelijke tien zijn er nu drie vertrokken in ge dwongen ballingschap en vijf zijn gearresteerd. Na zestig, zeventig jaren Batak-zen ding en een kortere periode van Ne derlandse gezagvoering kwam op Java beweging in de wereld der mos lims. Ze organiseerden zich. ze wer den zich van hun kracht bewust, en verlangen naar onafhankelijkheid was er het gevolg van. Dat betekende het begin van het Javaanse, neen. van het Indonesische nationalisme. Verschillend Wat zou het antwoord van die twee kleine christenvolken zijn? Ze rea geerden op verschillende wijze. Het volk der Ambonezen had een eeuwen oude band met het koloniale Neder land. Daaraan had het een voorkeur spositie te danken. Het was samen met ons koloniale gezag meegetrok ken het grote Nederlands-Indië door. Het had een belangrijk hulp-korps gevormd in ons gezagssysteem, het had ook de zendingspogingen, vooral die in de primitieve gebieden buiten Java, aantallen helpers geleverd: goe roes voor het zendings-onderwljs, evangelisten, voorgangers. De Ambonezen waren ook mee opge trokken met het zich uitbreidende Nederlands gezag. Niet alleen als klerken op de bestuurskantoren en als opzichters en mandoers bij de aanleg van wegen enz., maar ook als hulptroepen van ons Koninklijk Ne derlands-Indische leger. In die func tie blonken ze zelfs uit. Waar gevoch ten moest worden en gepatrouilleerd, daar vormden zij de bekwame, dap pere voorhoede. De rol die zij bijv. in de Atjeh-oorlog gespeeld hebben is voor ons nageslacht vastgelegd in een aantal memoires en beschrijvingen door Nederlandse schrijvers. Het gevolg hiervan was dat een groot deel van het kleine Ambone- se volk leefde buiten het land der vaderen, het eiland Ambon. Hun energieke jonge mannen zochten hun toekomst in het zich èl maar uitbreidende gebied van Neder landse gezagvoering. Ze waardeer den ons onderwijs, ze leerden onze taal. ze voelden zich thuis in de Nederlandse koloniale omgeving. En daar werden ze gewaardeerd en voor hun meewerken beloond. Afwijzend Het is te begrijpen dat ze aanvan kelijk kritisch, afwijzend stonden tegenover een op Java temidden der moslimse massa, opkomend nationalisme. Wilden die Javanen, die moslims, de leiding in Neder lands Indië overnemen? Wat zou dan hun positie worden? Zij, met hun zeer kleine Christen-groep? Zij, de bevoorrechten in het Neder lands koloniale systeem? Ze ken den onze militaire macht en ver trouwden daar rotsvast op. En toen het vechten ging worden, hadden de Ambonese eenheden, de „manisee" (verbastering van mare chaussee) van de Atjehse strijd, geen enkel gewetensbezwaar. Zij waren de kern van onze politionele actie. Zij gingen voorop en de to taal onervaren Hollandse militie troepen gingen achter hen aan. hun leermeesters in tropische Jungle- war. Deze vechters, trouw aan het wan kelende Nederlandse koloniale ge zag, tot het laatste uur, werden daarvoor beloond door hun over brenging naar ons land, waar ze veilig waren voor een door ondes kundige Nederlanders verwachte wraakoefening van een onafhanke lijk geworden Indonesië. Zó ging het met het soldateske deel van dat kleine Christenvolk van Indonesië. Zouden ze in gevaar zijn geweest? Zouden ze wegens hun trouw aan de koloniale overheerser voor de Indonesische rechter zijn gedaagd? Stellig niet!, zegt de des kundige Nederlander. Wie dit be weert kent de oosterling, de moslim niet. Die respecteert een afgelegde eed, ook die aan een koningin der Nederlanden. Bij de verlening van onafhankelijkheid, werd die eerst opgeheven. Toen, maar ook toen pas. was de Ambonese militair vrij. HIJ zou welkom geweest zijn in het Indonesische leger, en wat zou dat voor die Jeugdige regering bete kend hebben! Terugkeer Maar wat nu met die ex-Ambonese soldaten te doen, die zich om hun aantal en geografische achtergrond uit te breiden. Zuidmolukkers zijn gaan noemen? Hun Jonge generatie krijgt hier de kans voor vakkundi ge opleidingen, veel meer dan ze die op de Zuld-Molukken gehad zouden hebben. Ze willen terug naar hun land van herkomst. Na tuurlijk! Wat zullen ze daar gaan doen? Hun traditie voortzetten, hun reputatie van voorgangers, lei ders te zijn in dat grote Indonesië, bevestigen. Ze weten dat hun toe komst niet gebonden is aan hun eilanden der Zuid-Molukken. al is er voor die ontwikkeling van die achtergeraakte gebieden wel het een en ander te doen. Hun Jonge mannen zullen de historische taak van hun voorgeslacht willen voort zetten en die ligt uitgespreid over heel Indonesië. Dat moet weer hun werkgebied, hun toekomstland worden. Daar zullen ze de ruimte en de hun passende levensvulling vinden. Het zal wel een moeilijke overgangstijd vergen. Bataks En dat andere christenvolk in Indo nesië. de Toba Bataks? Wat deden die tijdens de strijd voor Indone sië's onafhankelijkheid? Toen de nationale ontwaking op Java be gon. had hun jonge generatie aller eerst aan de Duitse zending en in de tweede plaats aan de Nederland se koloniale regering te danken een schoolse ontwikkeling die hen in staat stelde de gebeurtenissen op Java te volgen. Dat voorbeeld in spireerde hen. Ook in hun midden ontwaakte het verlangen naar het zelf-doen, het onafhankelijk zijn. De christen-Batakse Jeugd keerde zich tegen de vaderlijke bevoog ding door de Duitse zending. Om puta onze grootvader, dat was Nommensen was op hoge leeftijd gestorven. De bekwame dr. War neck had hem opgevolgd. Die zag dat de vaderlijke houding van zijn Duitse medewerkers moest veran deren. Hij zocht en vond contact met onze Nederlandse zendings voorman-van-visie op Java. dr. Hendrik Kraemer. Mede daaraan was het te danken dat ook de Duit se Batakzending inzag dat de tijd gekomen was voor het overdragen aan Batakse pandita's (predikers) en ouderlingen de leiding van hun Kerk Dat gebeurde Juist op tijd. Daarna richtte de Jeugdige Batakse actie zich tegen het Nederlandse koloniale regiem. Zij had géén angst voor een Javaans-moslimse geweldige meerderheid. Neen. de hand der broederschap werd naar hen uitgestoken en in de vaste overtuiging een eigen Bataks chris telijk aandeel te kunnen leveren aan de strijd voor Indoneslë's onaf hankelijkheid werd samenwerking gezocht Het was de nationale trots der Bataks, dat ze zouden tonen een christen-bijdrage te kunnen le veren in de strijd voor een onafhan kelijk Indonesië. Samenwerking Die samenwerking, op wederzijds vertrouwen gegrondvest, is blijven bestaan, tot op de huidige dag. Het begaafde, energieke, zelfovertulgde chrlsten-Batak volk werd een be langrijke steunpilaar van een vrije Indonesische regering. Wat heeft de Duitse zending een degelijk fun dament gelegd voor zo'n taak Ze stichtte overal scholen, voor lager-, voor middelbaar-, voor vakonder wijs voor jongens en meisjes, ze bouwde Ziekenhuizen, ze hielp de tienduizenden Batakse emigranten naar Sumatra's Oostkust, ze sticht te daar zelfs de terecht beroemde Nommensen-universitelt. Daardoor is het te verklaren dat dat kleine Batakvolk temidden van de miljoenen moslimse Indonesiërs zo'n vooraanstaande plaats inne men. Wie, zoals dp schrijver van dit verhaal, deze Batakse emancipatie in hun midden heeft mee gemaakt, begrijpt waarom zo veel Batakse namen voorkomen onder die van generaals, ministers en andere voormannen in het vrije Indonesië. Geen streven naar een Batakse christen-staat, maar het leveren van een christelijk aandeel aan de opbouw en vooruitgang van die sa menleving. Van de vele volken van Indonesië met hun grote onderlin ge verschillen en hun gezamenlijke historische weg naar staatkundige eenheid, was het ideaal. De Ambonnezen gingen een veel langere weg. Een deel van hen dwaalde af, mee ten gevolge van goed bedoelde maar in principe verkeerde Nederlandse inmenging. Het grootste deel van hun volksge noten bleef Indonesië trouw en ver vult daar verder een historisch ge groeide, zeer belangrijke rol. De naar Nederland afgezwaaide tak moge terugkeren naar de oude stam. Daar wacht de eigenlijke taak. Daarop worde de energie en de hier opgedane kennis en erva ring gericht D. van der Meulen Is. Oud-Indisch bestuurs-ambtenaar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 17