Aantasting
dreigt voor
polderland
langs Eem
Hollywood's droommachine
Ingreep zal natuurlijke
verscheidenheid inperken
Iw reclameboodschap bereikt
55.000 geïnteresseerde
^fOUWlezers en lezeressen
;M VRIJDAG 7 OKTOBER 1977
TROUW/KWARTETH 13
door Hans Schmit
EEMDIJK Het polderland aan weerszijden van de Eem, zo
schreef Fred Alleijn onlangs in het vogelblad De Lepelaar, heeft
het jaar 1977 zonder al te veel kleerscheuren gehaald. Inderdaad
zijn schaalvergroting en verstedelijking grotendeels voorbijge
gaan aan de open, onbebouwde polders en uiterwaarden langs
deze rivier, die vroeger tussen Huizen en Bunschoten in de
Zuidereee uitmondde, maar die nu zijn einde vindt in het
aanmerkelijk rustiger Eemmeer, dat het „oude land" van Zuide
lijk Flevoland scheidt.
De boerderijen liggen ver van het
land, op de hoge gronden langs de
rand en op de dijken, waar de regel
matige overstromingen konden wor
den weerstaan. De polders vormen
nog steeds een belangrijke weidevo-
I' gelgebied, ofschoon door steeds be-
I tere bemaling de vogelstand de laat
ste vijfentwintig jaar achteruit is ge
gaan. ook botanisch is het dal van de
Eem zeer de moeite waard: enkele
jaren terug werden in een gebied van
één vierkante kilometer bij Baarn
niet minder dan 254 plantesoorten
gevonden.
Sinds 1970 valt het gebied onder het
streekplan Utrechtse Vallei en Eem-
land, dat de polders een redelijke
bescherming tegen aantasting biedt.
De provincie Utrecht echter heeft
sinds enige tijd een nieuw streekplan
Utrecht-Oost ontworpen, dat mo
menteel ter inzage ligt. Eén van de
redenen het huidige streekplan te
herzien, is volgens de provincie de
toegenomen waardering voor het mi
lieu. maar van die waardering, zo
meent Ton Janssen, secretaris van
de Stichtse milieufederatie, is in het
nieuwe ontwerp bitter weinig terug
te vinden. De natuurreservaten wor
den verkleind, de landbouw moet
worden verbeterd; nieuwe boerderij
en moeten in het open polderland
worden gebouwd, de waterhuishou
ding moet worden verbeterd kor
tom, het provinciaal bestuur van
Utrecht staat een ontwikkeling voor,
die uiterst funeste gevolgen zal heb
ben voor zowel de natuurlijke waar
den van de Eempolders als de boeren
die er nu wonen en werken.
Verzet
De Stichtse Milieufederatie, die in
laar bezwaren wordt gesteund door
ie stichting Natuur en Milieu, vereet
ich onder meer tegen het feit dat
neer agrarisch gebied is aangegeven
en koste van natuurgebieden. Ton
"anssen noemt de verhouding „ge-
teel scheef getrokken". Hij wijst
rop dat het huidige natuurgebied
Joelhorst is geschrapt en een agrari-
che bestemming heeft gekregen,
toorts zijn de reservaten langs de
.emmond en bij Eemnes aanzienlijk
erkleind ten behoeve van de land-
iouw
)e plannen voor optimalisering van
e landbouw in het gebied zullen
llereerst gevolgen voor de boeren
elf. Het betekent onder meer dat
eel geld zal moeten worden geïnves-
ïerd, hetgeen niet iedereen zal kun-
en opbrengen. Het betekent ook
at de percelen groter zullen moeten
orden, waardoor eveneens (wede-
)m kleinere) boeren zullen moeten
;rdwijnen. Ton Janssen: „Nu wer-
sn in het gebied ongeveer vierhon-
?rd boeren. Als de ontwikkeling
[aatsvindt zoals die in het streek-
lan wordt geschetst, betekent dit
at het aantal boeren tot grofweg de
plft afneemt".
ij schaalvergroting in de landbouw
port ook een betere waterhuishou-
jing, hetgeen in de praktijk wil zeg-
fen: een verlaging van de waterpei-
[n. Hierdoor kunnen anders natte
edeelten beter worden bereikt en
'ordt het groeiseizoen verlengd,
'aardoor méér koeien kunnen wor-
en gehouden en de opbrengst toe-
eemt. Daar staan echter extra be
talingskosten tegenover en extra
ivesteringen voor onder meer gro-
!re stallen. Bovendien kan de
rond versneld inzakken, waardoor
iheuren in bebouwingen kunnen
ontstaan. Verder kunnen 's zomers
watertekorten optreden, waardoor
vervuild water (uit de Eem of het
nog vuilere Eemmeer) moet worden
ingelaten. Door de vervuiling van
het Eemmeer bijvoorbeeld ver
dween het driedoornige stekelbaars
je dat het hoofdvoedsel is van de
inmiddels bij de Eemmond verdwe
nen lepelaars. Peilverlaging zal, en
dat is elders in Nederland reeds al te
vaak gebleken, een ernstige verar
ming van natuur en milieu bete
kenen.
Verplaatsing
Het ontwerp-streekplan geeft nog
meer richtlijnen voor de gebieder
met een agrarische bestemming:
meer dan de helft van de grond moet
dicht bij de boerderij komen te lig
gen. Dat betekent in de Eempolders
een grootscheepse verplaatsing van
de boerderijen naar het open gebied.
Fred Alleijn, medewerker van de
stichting Natuur en Milieu: „De
boerderijen liggen ver van het land:
in de kern van Bunschoten, op de
hoge randen langs het gebied zoals
in de brinkdorpen Blaricum, Laren
en Soest, of in de langgerekte dor
pen op de dijken zoals Eemnes,
Eemdijk en Eembrugge. Op die
hoge gronden waren de boerderijen
veilig bij overstromingen. Het ge
volg is wel dat de gronden uit vrij
lange stroken bestaan en ver van de
boerderij liggen. De oplossing daar
voor, verplaatsing van de boerderij
en naar de open polders, wordt voor
bereid in de ruilverkaveling en ook
het streekplan geeft richtlijnen voor
boerderijverplaatsing. Een dergelij
ke verplaatsingsoperatie betekent
een achteruitgang van de natuurwe
tenschappelijke waarden; het ver
keer in het gebied zal toenemen.
Ook zal er bij verplaatsing naar de
open polder alleen plaats zijn voor
grote bedrijven, met alle negatieve
gevolgen voor de achterblijvende
boeren".
Dorpen
Er is nog een aspect aan de voorge
nomen verplaatsing van de boerde
rijen dat in de ogen van de milieu
organisaties te veel over het hoofd is
gezien: het leefklimaat van de dor
pen waarin de huidige boerderijen
zijn gelegen. Fred Alleijn: „De boer
derijen zijn bepalend geweest voor
de structuur van de dorpen en dra
gen bij tot een geïntegreerd leefmi
lieu. Bij verplaatsing van de bedrij
ven komen er andere mensen, van
buitenaf, in het dorp, waardoor het
gevaar bestaat dat de sociale struc
tuur wordt ontwricht. Het streek
plan onderkent die gevaren niet en
opent de weg tot scheiding van func
ties. Het streekplan zet een streep
door de integratie van natuurbe
houd, landbouw en dorpen".
In het streekplan, zo menen de
Stichtse Milieufederatie en Natuur
en Milieu, zouden de verschillende
belangen beter tegen elkaar moeten
worden afgewogen, waardoor zeker
de huidige weg met slechts één rij
richting (beperking natuurgebied
optimalisering agrarisch gebied) zal
worden verlaten. Ook zal, zo oppert
Fred Alleijn, meer naar de samen
hang met de nieuwe polders kunnen
worden gekeken: een ten dele uitwij
ken naar Zuidelijk Flevoland kan
landbouw én natuurbescherming op
het aangrenzende „oude land" meer
mogelijkheden bieden.
Het dorpje Eemdijk, waar de boerderijen aan de hoofdweg zijn gelegen.
lichtingen over de aantrekkelijke advertentietarieven: tel.
10—913456, Toestel 743
SCHIEDAM 'n Vergeten hobby,
het verzamelen van filmsterren
„plaatjes". Vroeger waren ze vaak
verpakt bij sigaretten, kauwgum en
allerhande andere artikelen en je
spaarde ze, als kind, niet eens zozeer
om wat ze te zien gaven, maar ge
woon om er zoveel mogelijk te heb
ben. Dat was zo iets als een status
symbool. net als een grote zak knik
kers. Die filmsterrenfoto's: 't waren
meestal nogal slechte, soms wat slor
dig ingekleurde plaatjes, die in niets
herinnerden aan de studioportret
ten, waarnaar ze gereproduceerd
waren.
Want dat waren foto's, die zo knap
en meermalen ook uitermate artis
tiek gemaakt waren, dat het eigen
lijk verbazingwekkend is dat er
nooit eerder aan gedacht is daar
eens een expositie van te maken. Nu
reist er een door het land, „Holly
wood's droommachine" is de titel en
de liefhebbers kunnen, tot 9 oktober
in het Stedelijk Museum te Schie
dam terecht.
De foto's zijn afkomstig uit de enor
me collectie van de Engelse verza
melaar John Kobal: een zestigtal zo
genaamde „stills", studioportretten
uit de glamour- en glittertijd, de
glansperiode van de Amerikaanse
film, zo tussen 1927 en 1941 Uit de
tijd, dat filmacteurs nog film-'ster-
ren" waren. En de maatschappijen
wilden, dat ze dat zolang mogelijk
bleven.
Die sterren werden eigenlijk veel
meer gemaakt dan geboren Omdat
het publiek telkens weer, na iedere
nieuwe film. nadrukkelijk reageerde,
wisten de maatschappijen precies
wat hun volkje verlangde en. omdat
ze in de eerste plaats veel geld wil
den verdienen met hun films, deden
ze hun uiterste best aan smaak- en
wansmaak tegemoet te komen De
fotografen speelden in dat proces
een grote rol. Ze waren er niet op uit
een scène-foto uit een bepaalde film
te maken, maar ze schiepen een
soort romantisch ikoon om aan de
toch wel wat griezelige adoratie van
het publiek tegemoet te komen
Verzamelaar John Kobal in een in
terview „De studioportretten had
den niets te maken met de film
kunst, maar aUes met Hollywood.
Elke studio in Hollywood had vier of
vijf studiofotografen en het was hun
werk elke ster te fotograferen zo
gauw ze vijf minuutjes vrij was Ze
moesten de image van een ster foto
graferen zoals die door het publiek
was opgebouwd en de studio verpak
te en verkocht het dan."
De portretten op deze tentoonstel
ling. op groot formaat afgedrukt van
de originele negatieven, zijn soms
van naamloze fotografen maar ook
dikwijls van kunstenaars in dat vak,
zoals Hurell, de ex-schilder die de
glamour naar Hollywood bracht en
van Bachrach, die van ledereen die
hij fotografeerde een ster maakte.