Wie je droomt, dat ben je zelf 'Taal van buiten de school meer benutten' Gehandicapten en ouders meer betrekken bij beleid zwakzinnigenzorg Dramatiek in kleur en materiaal bij Govers Dr. P. Verbraak in proefschrift: ANWB overweegt extra-wegenwacht voor gehandicapten Kritiek op aankoop uit Rusland van personenauto's „Gezin beste plaats" Conferentie over taal van kinderen Twijfels bij CNV over adviezen VRIJDAG 30 SEPTEMBER 1977 BINNENLAND Trouw/Kwartet 11 Van een onzer verslaggevers TILBURG De zwakzinnigenzorg ln Nederland kan zich zo ontwikkelen, dat de eigen verantwoordelijkheid van de geeste lijk gehandicapte zelf Indien er voor zo ver mogelijk en van zijn ouders en directe familie beter tot haar recht komt. ZIJ zouden dan meer bij de keuze en de uitwerking van de begelei ding moeten worden betrokken. Tot deze conclusie komt dr P. Ver braak ln zijn proefschrift „Naar een andere zwakzinnigenzorg", waarop hij gisteren aan de Katholieke Hoge school Tilburg promoveerde. Ver braak schreef deze dissertatie niet alleen voor degene die zich met plan ning op dit gebied bezig houden, maar voor een leder die oog heeft voor de belangen van de geestelijk gehandicapten en hun ouders. In zijn proefschrift vraagt hij zich af of het huidige beleid niet te veel uitgaat van de bestaande voorzienin gen en te weinig van de vraag of geestelijk gehandicapten en hun fa milie de zorg krijgen, waarop zij recht hebben. Verbraak karakteri seert de planning van vandaag als „goochelen met getallen", waarbij de zorg zelf op de achtergrond is ge schoven. Hij becijfert, dat de regels Ae nu worden gehanteerd, een wan kele basis hebben en ln sommige gevallen leiden tot meer voorzienin gen dan nodig zijn. HIJ gaat uit van principiële gelij kwaardigheid van de geestelijk ge handicapten en de hulpverleners. Daarnaast moeten gehandicapten en de gezinnen waarin zij leven wor den aangesproken op hun mogelijk heden. Het systeem moet het „zor gen voor zichzelf" bevorderen en niet al te snel allerlei taken overnemen. De werkers ln de zwakzinnigenzorg zijn er ln de eerste plaats om hulp te verlenen op het persoonlijke en tech nische vlak. En die hulp moet aan sluiten bij de levensstijl die de hulp vrager (geestelijk gehandicapte en zijn ouders) eigen is. Daardoor wordt de hulp herkenbaar, bruikbaar en als zinvol ervaren. Mondigheid De mondigheid van de hulpvrager betekent, dat deze een Inbreng heeft ln de zorg van alle dag. Daarnaast hebben gehandicapten en ouders recht op een zodanig Informatie dat ze ook werkelijk kunnen meebeslis sen over de hulpverlening die ln de toekomst nodis ls. Tenslotte moet het systeem van hulpverlenen zo zijn opgezet dat de mensen die hulp no dig hebben er niet op hoeven te wachten. Model Dr Verbraak schetst ook een model voor zwakzinnigenzorg, waarin aan deze voorwaarden wordt voldaan. Omdat de zorg voor de cliënt gemak kelijk bereikbaar moet zijn gaat hij uit van een regionale organisatie. Hierin staat een adviesteam, dat zich met de cliënt beraadt over de meest gewenste begeleiding, cen traal. Als men de adviezen die hier uit komen over een langere periode statistisch verwerkt komt men van zelf, aldus Verbraak, tot planning van voorzieningen. Die planning is dus niet ln de eerste plaats gericht DEN HAAO (ANP) De ANWB overweegt met Ingang van 1 Januari gehandicapten, die over een lande lijke of gemeentelijke parkeeront- heffing beschikken, ook wegen wachthulp te verlenen, Indien zij ln hun eigen woonplaats of zelfs voor hun woning autopech hebben. De bond heeft dit voorgesteld aan de Nederlandse vereniging voor revali datie, die nu overlegt met de aange sloten bonden en verenigingen. In het kader van een volledige inte gratie van de gehandicapten ln de samenleving is er nu ook overleg over ook beëindiging van het nog bestaande recht op gratis wegen wachthulp voor gehandicapten. Er doen zich namelijk minder prettige situaties voor, wanneer een wegen wacht aan een gehandicapte met autopech moet vragen op basis waarvan men recht meent te hebben op gratis hulp, vooral als het gaat om een niet zichtbare handicap. Van onze parlementsredactie DEN HAAO De Tweede Kamerle den Scholten en de Boer (beiden CDA) hebben bij de ministers van der Stoel (buitenlandse zaken) en Westerterp (verkeer en waterstaat) bezwaar geuit tegen de aankoop van Russische personenauto's van het merk Lada door het rijk. In schriftelijke vragen aan belde mi nisters wijzen de belde Kamerleden deze op berichten, waarin wordt ge zegd dat de onderdelen van deze Lada's ln strafkampen ln de Sowjet- Unle worden geproduceerd, waarin politieke gevangenen dwangarbeid verrichten. De Kamerleden vragen de bewinds lieden of de geloofwaardigheid van Nederland Inzake het hooghouden van de mensenrechten, door de aan koop van de Russische auto's niet •zal worden geschaad. op de voorzieningen zelf: het belang van de cliënt staat centraal. Tot slot nog enige cijfers: het aantal dieper gehandicapten bedroeg ln 1975 in Nederland ongeveer 50.000 (0.35 procent van de bevolking), het aantal lichte gehandicapten bijna 70.000 (0.55 procent van de bevol king). In het totaal blijft het percen tage beneden de één procent, terwijl tien Jaar geleden nog werd aangeno men dat minstens drie procent van de bevolking zwakzinnig genoemd moest worden. UTRECHT (ANP) De opvatting dat het plaatsen van geestelijk ge handicapten ln Internaten of Inrich tingen onjuist ls begint steeds meer terrein te winnen. Een studiegroep zwakzinnigenzorg concludeert ln een tussentijds verslag dat het gezin d® beste plaats ls waar geestelijk gehandicapte kinderen zich kunnen ontwikkelen. „Gezinsbegeleiding behoort daarom de hoogste priori teit te krijgen" aldus de studie groep, die het rapport maakte ln opdracht van de Stichting Natio naal Orgaan Zwakzinnigenzorg (NOZ). De studiegroep meent dat men te veel bezig is met het behandelen van de zwakzinnigheid en het aahpak- ken van de daaruit voortvloeiende belemmeringen door middel van een groot arsenaal aan therapieën en zorgvormen. De gezinsbegeleiding ls gebaseerd op de ln het gezin aanwe zige mogelijkheden. De studiegroep pleit verder in haar verslag voor subsidiëring van de praktische thuishulp. De subsidie zou dan op langere termijn moeten worden omgezet ln een financiering krachtens de sociale verzekering, waarbij men denkt aan de Algeme ne Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). KINDERBOEKEN KINDERBOEKEN KINDERBOEKENKINDERBOEKEN KINDERBOEKEN Tijdens de Kinderboeken week (van 19-29 oktober) zal het land denderen van de activiteiten. Het thema ls deze keer kind en droom. Paul Blegel schreef het Kin- derboekenweek-boekje WIE JE DROOMT BEN JE ZELF. Het ls een bewerking van het bekende „Roodkap je", dat door de schrijver binnenste buiten ls ge keerd, zó dat alle figuren verwisselbaar zijn. Zó, dat kinderen, die de neiging hebben zich met de heldfi- guur te vereenzelvigen (gro teren); ófwel met de hoofdfi guur (kleintjes) uitgedaagd worden zich nu eens met andere figuren te identifi ceren. Dromen komen, net als spookjes en sprookjes, uit je binnenste. Ze lelden daar een geheimzinnig leven. Ze dienen zich aan in de vreemdste volgorde. En ook ln fantasie-verhalen zijn de dingen verkleed. Als ko ning. heks, als moeder, als draak, wolf, dwerg of reus. Je kunt proberen ze op een rijtje te zetten. Er achter te komen. Ze te begrijpen. Wat leeft er werkelijk in Je zelf? Wie ls die wolf, waar Je zo bang voor bent? Niet de wolf in het bos. Het is iets uit je eigen binnenste, ver kleed als wolf. Daar gaat dit uiterst knappe verhaal over, in prachtig proza ver teld. „Daar ligt een oude groofc- moeder te sterven op haar bed van kippendons. Ze hield haar ogen nog open; ze lag te wachten en keek naar de deur of de dood nog niet binnenkwam." Haar gedachten waren nog goed, ze gingen heen en weer door haar leven, als door een boek met plaatjes: kerk, grasveld en boom, man en kind, braadpan en wind, haar lach en haar tranen, haar kleinkind," en toen werd er op de deur geklopt. „Ben JIJ het?" riep de oude grootmoeder. „Ja!" klonk het hoge kinderstemmetje. „Ik ben het, grootmoeder." Maar het was de wolf, hij snufte en sprong op het bed. „Dan ben Je dus toch de dood", dacht de grootmoe der, en dat was haar laatste gedachte, want alles om haar heen werd zwart en wolvig. „Daar lag een wolf te leven in een bed van kippendons, maar hij sprong er weer uit, en trok met maaiende po ten een nachthemd wol wit te slierten aan. „Doe wat moeder zegt, denk erom dat Je niet, dat je wel, dat Je nooit, dat Je altijd." zei de moeder. „Ja moeder, nee moeder, goed moeder," zei het kind. In het bos ont moet ze de wolf, is hij elf, elk, kabouter, of vlinder, of verkleed als wolf? „Ja," zei hij, „JIJ toch ook? Verkleed als mensje. Maar Je kunt evengoed een verklede wolf zijn." In het extra nummer van de KINDERBOEKENMO LEN, ditmaal stampvol kwallteitsinformatle, verha len en dromen van bekende auteurs, zegt Blegel „Groot moeder heeft haar angst voor de dood, Roodkapje is bang voor de seksualiteit, en de Jager heeft zijn eigen angsten. Omdat ze zo waar zijn als dromen, geven die sprookjes Je soms meer in zicht in Jezelf." In het Instituut voor Vol kenkunde kun Je tientallen verschillende „Roodkap jes" vinden uit heel Europa. Eén is er waar alles niet een' meisje maar een Jongetje overkomt. Eén waar het verhaal anti-man ls: de wolf gaat eraan. BIJ Blegel blijft iedereen leven: hij wil her kenning, dat ls de kant die hij kiest. Het mooiste Kin derboekenweek-Boekje in Jaren, als Je het mij vraagt. Te moeilijk, vreesde een in sider hardop. Daar word ik erg moe van. Wie maakt dat uit? De lezer toch? En nie mand schrijft voor „ieder een". Zonder Carl Hollan der, die hier misschien de mooiste tekeningen van zijn leven maakte, beklem mend en fascinerend, vol dreiging en leven, vol gehei men en raadsels in zijn visie op wolf, meisje en groot moeder, van bomen die hun eigen leven leiden, niet zó uniek zijn! Wie „gemakkelijker" stof wil kan nog kiezen uit drie bekroonde prentenboeken: HET GOEDIGE MON STER, verteld en getekend door Max Velthuijs, die er een Gouden Penseel mee won, maar in het buiten land allang bekend was. Een troep rovers terrori seert vanuit een kasteel het land. Wanneer bekend wordt dat bij de stad een monster woont dat vuur uit zijn bek spuwt, en sterk is als duizend paarden, besluit de bende het dier te stelen en te verkopen. Met slaap kruid en koek krijgen zij het beest op een vrachtauto, maar gelijk Simson rukt het zich los en stormt weg, de kasteelpoort in. Daar teke nen boeren, burgers, politie en brandweer, op zoek naar hun monster, de bende ro vers in. Felle kleurenplaten, in het platte vlak getekend, zoals kinderen doen, versie ren en vertellen het werk van een man, bij wie de drang tot tekenen toch gro ter ls dan die tot schrijven, naar zijn eigen woorden. Wel sleutelt hij een Jaar aan ieder boek, om alles in har monie te laten zijn, ook de afloop. DE RATTENVANOER van James Cressey, getekend door Tamasin Cole, schil dert het huis waar boven- vloers het oude vrouwtje woont en benedenvloers een bende ratten. Ze heb ben het niet op elkaar be grepen. Links wordt be schreven wat de oude vrouw beleeft, rechts wat de ratten vinden; zeer geestig wordt zó duidelijk gemaakt dat alles betrekkelijk ls. De kat richt niets uit, maar met de rattenvanger komt de oudste rat tot overeenstem ming. Tot slot leeft de oude vrouw met de rattenvanger tevreden boven, de ratten, als muisjes zo stil, beneden, tevreden om de dis ge schaard. WIE DIT LEEST IS HET VIERDE BEEST door Ro bert Gerhardt, getekend door Almut Gerhardt, her dicht door Willem Wilmink Bijna alle gedichten gaan over dieren, en niet in kin derachtige taal, tot mijn ge noegen. Toestanden uit het kinderleven te over, zoals het huls met 8 deuren waar mee mag worden gesmeten, gezocht door de Aardman nen; het rottig tegen Je doen van sommige mensen; en het geklier; „maar dèn zijn de konijnen er nog, om Je te helpen!" Vol van verbazing, vol spanning (wie zou er in mijn kamer zijn?) vol inti miteit. Heel mooi is „Kijk je schaduw maar eens aan, is het wel de jouwe?" En tot slot de activiteiten: De gouden en zilveren grif fels zullen worden uitge reikt in het Haagse HOT- theater, op 19 oktober, na de première van DROOM- SOEZEN, door de Haagse Jeugdtheatergroep „Pssst" onder regie van Herman Frank, en speciaal voor deze week geschreven. Het programma komt ook ln vele andere plaatsen van ons land. Men belle de CONB om nadere contac ten (tel. 020-264971) Den Haag organiseert - als plaats van opening met boekverkopers, bibliothe ken en de NS een kinder boekenmarkt in de hal van het Haagse Centraal Stati on, waarheen vanaf 15.30 een feestelijke optocht zal vertrekken. Men kan er kin derfilms zien, (ln de Spoor- blos), knutselen, boeken la ten signeren, meedoen aan de boekenkwis. De theatergoep AUGUS TUS komt met Dromen, to- door Gertie Evenhuis taalspel voor kinderen tot tien jaar. in Apeldoorn. Leeuwarden, Rotterdam. Enschede, Lelystad. Weert. Hardenberg, Het poppen theater MARION Waarde naar brengt: „O, o, wat kan die Jan Klaassen toch dro men", voor vier-zes-jarigen: in Hoogeveen, Tilburg, Gramsbergen, Soest, En schede, Amstelveen, Weesp, Alkmaar. Max Velthuijs en Dolf Verroen hebben met de stichting BZZTÓH een pro gramma gemaakt rondom het werk van Velthuijs. In Leiden, Eindhoven. Zwolle, 's Gravezande. In Alkmaar ls een informatiemarkt; Amstelveen heeft een kin derboekenfeest met het ca baret Potvoordrie; Haarlem en Haren hebben kinder middagen; Leeuwarden heeft een tentoonstelling „Oude Kinderboeken' in het Princessehof; Middel burg biedt een kinderboe kenbeurs met poppenthea ter etc.; Rotterdam en Weert herbergen schrijvers en (in Weert) het ballet Scapino. Voor letterlijk alle types scholen is een informatie pakket samengesteld, dat behalve affiches, kinder boekenweekboekjes en de Kinderboekenmolen de les brief van onderwijsspecia- list Kakebeeke bevat, mo gelijkheden op school rond om de Kinderboekenweek; met Blegels boekje; een aantal gedichten en een li teratuuropgave. De NOT zendt 13 oktober om 2 uur een tv-les uit, de KRO op 18 en 25 oktober een kinder boekenweekies. Op de pers bijeenkomst in De Brakke Grond discussieerden op 26 september velen over het il lustreren van kinderboe ken De boeiendste van de verzonden „stellingen" is misschien die van Max Velt huis „De invloed van vol wassenen op de vorm en ih- houd van het kinderboek geeft te denken." Zeker wel. Wat óók te denken geeft, en dat mag dan mijn „stelling" zijn, ls dat de Jury zich in haar rapport over de toege kende griffels .verheugt dat onder de tien bekroonde boeken er drie van Neder landse origine zijn." Wel. wel. Het is niet te geloven. Al jaren wordt driekwart van de toch al karig gezaai de Nederlandse kinderboe kenprijzen aan buitenland se auteurs verleend, die in eigen land en in Europa tóch al meer aandacht krij gen van de door hun kleine taalgebied gehandicapte Nederlandse schrijvers. Van hen zouden (behalve na tuurlijk de elk jaar opnieuw bekroonde) broodnodig, en verdiend, gestimuleerd zou den moeten worden in hun hachelijk creatief bestaan. CPNB, Collectieve Propa ganda voor het Nederland se Boek, toch? (Paul en Carl Hollander:) Wie Je droomt ben je zelf, uitg. Mi) Holland. 2,75 tij dens de Kinderboeken week. Max Velthuijs: Het Ooedi- ge Monster en de Rovers, Junkboekjes, f 16,-. James Cressey en Tamasin Cole: De Rattenvanger, Lemniscaat, f 11,50. A en R. Gerhardt: Wie dit leest is het vierde Beest. Bruna, f 14,50 De Boekenmolen voor de Jeugd, uitg. CPNB, gratis in de boekhandel. door Annemarie Lücker Van onze onderwljsredactle AMSTERDAM „Zo praat Je niet tegen de wethouder", zei de meester toen één van zijn leerlingen de Groningse gemeentebes tuurder J. Wallage wat onparlementair toesprak. De wethouder van onderwijs was het niet met die opmerking eens. Zo rem Je een leerling ln zijn spontaan taalgebruik en ontneem Je hem het recht om op voet van gelijkheid met een notabele te spreken Het succes van Frank Govers zal ongetwijfeld even groots zijn wanneer hij op 8 november ln New York zijn confectie voor de zomer toont, zoals hij ln Amsterdam zijn wintercollectie en deze confectie presenteerde. Af en toe schemert er nog iets door van zijn mooie folklore van de afgelopen seizoenen, zoals Indiaans aandoend franje aan leer en suède en Balkanblouses en hoofddoeken. De dagsilhouetten zijn zeer vrolijk en draagbaar. Govers laat stoffen zelden onbewerkt. Hij versiert felgekleurde kazakken met capuchon en Jassen en capes van dekenstoffen met pompoenranden, contrasterende blezen of banden van fluweel en satijn, bijvoorbeeld roze met rood en oranje of blauw, paars en donker rood. Onder deze jassen zitten verticaal gebreide of chenille bloussons met een strakke band om de heup. Broeken zijn wijd van boven, maar gaan altijd vergezeld van gladde beenkappen met kruisbanden over laarzen. Rokken, met een glad heupstuk bestaan uit meerdere lagen van diverse materialen die allen een verschillende lengte hebben en ook weer bestiktzijn. Ruches, plissé, ruiten, kant, laagbloezende UJven, grote Pierrotkragen en bloemen, het zit allemaal ln een model zonder een rommelig effect te creëren. Met clowneske pakken uit drie verschillende ruiten in rood, wit en zwart; echte kostschool meisjes jurken voorzien van witte kraag en manchetten en ruiten hoesjurken aan een kant gerimpeld opgenomen over wijde rokken, bewijst Frank Govers dat hij ook veel kan doen met super klassieke ruiten. De zomerconfectle, die ln Nederland ook te koop zal zijn, ziet er op het eerste oog niet bepaald confectle-achtig uit met zijn bloezende heuplijn, lagen en lagen ruches van ingeverfde pastel broderie en uit vele banen bestaande rokken. Weelderig Voor de namiddag en de avond zet dit beeld zich voort, zij het Van onze parlementsredactie UTRECHT - Het CNV vindt het riskant om vooral investeringen door winstgevende bedrijven te be vorderen, zoals de wetenschappelij ke raad voor het regeringsbeleid heeft aanbevolen. Volgens een voor lopig commentaar van CNV-be- stuurder D. Grasman is het zeer de vraag of de overheid hogere winsten bij (Industriële) bedrijven kan over hevelen om elders arbeidsplaatsen te scheppen. Volgens de raad kunnen door de overheid „afgetapte" winsten benut worden om bijvoorbeeld via loon subsidies de dienstensector te ver groten of de overheid zelf nieuw werk te laten scheppen ln bijvoor beeld onderwijs en welzijnszorg. Orasman vreest ook, dat in de ziens wijze van de raad zwakkere bedrij ven met veel werknemers min of meer aan hun lot worden overgela ten, wat grote gevaren voor de werk gelegenheid in zich bergt. weelderiger, glitterenderen geborduurd, met kant in goud, zilver, mettres. passementen, pailletten en zijden kwasten. Voor kimono bloussons neemt Govers antieke Japanse motieven die volledig opgeborduurd zijn met zijde en pailletten. Van geëtste, bijna transparante chiffon fluweel maakt hij majestueuze avondjurken in paars en donkergroen. Een witte wollen Jurk krijgt wit Valencienne kanten tussenzetsels. Zwart gebloemd damast, taftzijde en fluweel, drie materialen die veel samen verwerkt zijn. BIJ al deze theaterachtige (Tuschinski-sfeer) pakken en Jurken worden kleine helm kapjes op het hoofd gedragen, veelal opgeborduurd. Tussen al dat zwart duiken verstorven grijs en lila tinten op voor pastellerige kanten lagen blouse die met lange taf tzijden rokken in een donkerder nuance gedragen worden De vraag rijst: wie in Nederland draagt deze fantastische kleren? New York geeft Frank Govers waarschijnlijk de kans zich op een breder terrein te begeven. HIJ heeft het verdiend. Wallage kwam gisteren met dit voor beeld ln een discussie over het on derwijs in de moedertaal. Hij was een van de deelnemers aan het con gres „Taal, op school wat anders dan thuis dat was georganiseerd door de commissie moedertaal van de stichting voor de leerplanontwik keling. De discussie ging op dat moment over de vraag ln hoeverre de school de taak heeft kinderen de standaard taal bij te brengen. Dat lijkt nogal een voor de hand liggende zaak: als de school het kind niet zou leren zich ln woord en geschrift van een alge meen gangbaar Nederlands te bedie nen, wat voor zin heeft de school dan nog? Toch waren de deskundigen er als de kippen bij om wat op deze stelling af te dingen. De conferentie was Im mers mede opgezet vanuit het idee dat de school recht moest doen aan de eigen taal van het kind: de milieu taal of de thuistaal. Als dat het uit gangspunt is. dan moet Je toch even praten over wat Je verstaat onder „standaardtaal". Er ls natuurlijk een soort stan daardtaal die je vindt in school- en leesboekjes. Maar als Je het taalon derwijs niet uitsluitend wilt afstem men op deze vaak steriele boekjes en veel meer aansluiting zoekt bij meer levensechte ervaringen (en dat wilde iedereen op de conferentie wel), dan wordt die standaardtaal toch een twijfelachtige grootheid. Vervagen De grens tussen schooltaal en thuis taal (eventueel dialect) begint te verva gen. En dus. concludeerde de taalkun dige R. Appel, kun je hoogstens nog spreken over het aanbrengen van „be paalde vormen van" de standaardtaal. Daarnaast moet de school de rijkdom van het buitenschoolse taalgebruik be nutten en niet te gauw zeggen: dat is geen standaardtaal. Want dan wordt het taalonderwijs toch weer een kwes tie van op de vingers tikken en verbe teren, met als gevolg dat kinderen er het zwijgen toe doen. Voorzichtig dus met het praten over „standaardtaal". Maar, zei een meer praktisch ingestelde onderwijzer, het voortgezet onderwijs eist toch dat leer lingen de boekentaal beheersen? Hoe breng je ze dat dan bij? Een mogelijke oplossing kwam van Co van Calcar, onderwijsdeskundige te Amsterdam. Drs. J. Wallage. Als je in je onderwijs aansluit bij belevenissen van het kind en dus zo veel mogelijk werkt met projectonder wijs, dan is het best mogelijk om kin deren af en toe eens bepaalde foefjes te laten oefenen. AU ze bij het schrij- ven van een brief aan een andere school merken dat ze steeds bepaalde fouten maken, willen ze best wat speelse oefeningen doen om bepaalde kneepjes te leren. Leerplaninstituut Als het de kant uitgaat van werken met projecten en met bepaalde the ma's, wat is dan eigenlijk de taak van een leerplaninstituut dat straks iets moet gaan maken voor het moe dertaalonderwijs? Daar kwam men gisteren natuurlijk niet uit. Vandaar dat de conferentie wordt voortgezet op 21 oktober en ook dan zal men met de nodige vragen blijven zitten. Misschien ls het nog niet zo gek wat Co van Calcar daarover zei: „Pro beer niet een mooi leerplan te ma ken voor heel Nederland, maar be gin gewoon materiaal te produceren wat scholen zelf kunnen inpassen ln hun op eigen ervaringen afgestemde onderwijs. Wat er verder op deze conferentie gezegd werd over „communicatie structuren". „evaluatie-onderzoek". Jnnovatiecommlssle" en „priorite- ring" zullen we maar beschouwen aU het dialect van taai-arme weten schappers die vroeger verkeerd taal onderwijs gehad hebben.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 11