Wie je droomt, dat ben je zelf
'Taal van buiten de
school meer benutten'
Gehandicapten en ouders
meer betrekken bij
beleid zwakzinnigenzorg
Dramatiek in kleur en materiaal bij Govers
Dr. P. Verbraak in proefschrift:
ANWB overweegt
extra-wegenwacht
voor gehandicapten
Kritiek op aankoop
uit Rusland
van personenauto's
„Gezin beste plaats"
Conferentie over taal van kinderen
Twijfels bij CNV over adviezen
VRIJDAG 30 SEPTEMBER 1977
BINNENLAND
Trouw/Kwartet
11
Van een onzer verslaggevers
TILBURG De zwakzinnigenzorg ln Nederland kan zich zo
ontwikkelen, dat de eigen verantwoordelijkheid van de geeste
lijk gehandicapte zelf Indien er voor zo ver mogelijk en van
zijn ouders en directe familie beter tot haar recht komt. ZIJ
zouden dan meer bij de keuze en de uitwerking van de begelei
ding moeten worden betrokken.
Tot deze conclusie komt dr P. Ver
braak ln zijn proefschrift „Naar een
andere zwakzinnigenzorg", waarop
hij gisteren aan de Katholieke Hoge
school Tilburg promoveerde. Ver
braak schreef deze dissertatie niet
alleen voor degene die zich met plan
ning op dit gebied bezig houden,
maar voor een leder die oog heeft
voor de belangen van de geestelijk
gehandicapten en hun ouders.
In zijn proefschrift vraagt hij zich af
of het huidige beleid niet te veel
uitgaat van de bestaande voorzienin
gen en te weinig van de vraag of
geestelijk gehandicapten en hun fa
milie de zorg krijgen, waarop zij
recht hebben. Verbraak karakteri
seert de planning van vandaag als
„goochelen met getallen", waarbij de
zorg zelf op de achtergrond is ge
schoven. Hij becijfert, dat de regels
Ae nu worden gehanteerd, een wan
kele basis hebben en ln sommige
gevallen leiden tot meer voorzienin
gen dan nodig zijn.
HIJ gaat uit van principiële gelij
kwaardigheid van de geestelijk ge
handicapten en de hulpverleners.
Daarnaast moeten gehandicapten
en de gezinnen waarin zij leven wor
den aangesproken op hun mogelijk
heden. Het systeem moet het „zor
gen voor zichzelf" bevorderen en niet
al te snel allerlei taken overnemen.
De werkers ln de zwakzinnigenzorg
zijn er ln de eerste plaats om hulp te
verlenen op het persoonlijke en tech
nische vlak. En die hulp moet aan
sluiten bij de levensstijl die de hulp
vrager (geestelijk gehandicapte en
zijn ouders) eigen is. Daardoor wordt
de hulp herkenbaar, bruikbaar en als
zinvol ervaren.
Mondigheid
De mondigheid van de hulpvrager
betekent, dat deze een Inbreng heeft
ln de zorg van alle dag. Daarnaast
hebben gehandicapten en ouders
recht op een zodanig Informatie dat
ze ook werkelijk kunnen meebeslis
sen over de hulpverlening die ln de
toekomst nodis ls. Tenslotte moet
het systeem van hulpverlenen zo zijn
opgezet dat de mensen die hulp no
dig hebben er niet op hoeven te
wachten.
Model
Dr Verbraak schetst ook een model
voor zwakzinnigenzorg, waarin aan
deze voorwaarden wordt voldaan.
Omdat de zorg voor de cliënt gemak
kelijk bereikbaar moet zijn gaat hij
uit van een regionale organisatie.
Hierin staat een adviesteam, dat
zich met de cliënt beraadt over de
meest gewenste begeleiding, cen
traal. Als men de adviezen die hier
uit komen over een langere periode
statistisch verwerkt komt men van
zelf, aldus Verbraak, tot planning
van voorzieningen. Die planning is
dus niet ln de eerste plaats gericht
DEN HAAO (ANP) De ANWB
overweegt met Ingang van 1 Januari
gehandicapten, die over een lande
lijke of gemeentelijke parkeeront-
heffing beschikken, ook wegen
wachthulp te verlenen, Indien zij ln
hun eigen woonplaats of zelfs voor
hun woning autopech hebben. De
bond heeft dit voorgesteld aan de
Nederlandse vereniging voor revali
datie, die nu overlegt met de aange
sloten bonden en verenigingen.
In het kader van een volledige inte
gratie van de gehandicapten ln de
samenleving is er nu ook overleg
over ook beëindiging van het nog
bestaande recht op gratis wegen
wachthulp voor gehandicapten. Er
doen zich namelijk minder prettige
situaties voor, wanneer een wegen
wacht aan een gehandicapte met
autopech moet vragen op basis
waarvan men recht meent te hebben
op gratis hulp, vooral als het gaat
om een niet zichtbare handicap.
Van onze parlementsredactie
DEN HAAO De Tweede Kamerle
den Scholten en de Boer (beiden
CDA) hebben bij de ministers van
der Stoel (buitenlandse zaken) en
Westerterp (verkeer en waterstaat)
bezwaar geuit tegen de aankoop van
Russische personenauto's van het
merk Lada door het rijk.
In schriftelijke vragen aan belde mi
nisters wijzen de belde Kamerleden
deze op berichten, waarin wordt ge
zegd dat de onderdelen van deze
Lada's ln strafkampen ln de Sowjet-
Unle worden geproduceerd, waarin
politieke gevangenen dwangarbeid
verrichten.
De Kamerleden vragen de bewinds
lieden of de geloofwaardigheid van
Nederland Inzake het hooghouden
van de mensenrechten, door de aan
koop van de Russische auto's niet
•zal worden geschaad.
op de voorzieningen zelf: het belang
van de cliënt staat centraal.
Tot slot nog enige cijfers: het aantal
dieper gehandicapten bedroeg ln
1975 in Nederland ongeveer 50.000
(0.35 procent van de bevolking), het
aantal lichte gehandicapten bijna
70.000 (0.55 procent van de bevol
king). In het totaal blijft het percen
tage beneden de één procent, terwijl
tien Jaar geleden nog werd aangeno
men dat minstens drie procent van
de bevolking zwakzinnig genoemd
moest worden.
UTRECHT (ANP) De opvatting
dat het plaatsen van geestelijk ge
handicapten ln Internaten of Inrich
tingen onjuist ls begint steeds meer
terrein te winnen. Een studiegroep
zwakzinnigenzorg concludeert ln
een tussentijds verslag dat het gezin
d® beste plaats ls waar geestelijk
gehandicapte kinderen zich kunnen
ontwikkelen. „Gezinsbegeleiding
behoort daarom de hoogste priori
teit te krijgen" aldus de studie
groep, die het rapport maakte ln
opdracht van de Stichting Natio
naal Orgaan Zwakzinnigenzorg
(NOZ).
De studiegroep meent dat men te
veel bezig is met het behandelen van
de zwakzinnigheid en het aahpak-
ken van de daaruit voortvloeiende
belemmeringen door middel van een
groot arsenaal aan therapieën en
zorgvormen. De gezinsbegeleiding ls
gebaseerd op de ln het gezin aanwe
zige mogelijkheden.
De studiegroep pleit verder in haar
verslag voor subsidiëring van de
praktische thuishulp. De subsidie
zou dan op langere termijn moeten
worden omgezet ln een financiering
krachtens de sociale verzekering,
waarbij men denkt aan de Algeme
ne Wet Bijzondere Ziektekosten
(AWBZ).
KINDERBOEKEN KINDERBOEKEN KINDERBOEKENKINDERBOEKEN KINDERBOEKEN
Tijdens de Kinderboeken
week (van 19-29 oktober) zal
het land denderen van de
activiteiten. Het thema ls
deze keer kind en droom.
Paul Blegel schreef het Kin-
derboekenweek-boekje
WIE JE DROOMT BEN JE
ZELF. Het ls een bewerking
van het bekende „Roodkap
je", dat door de schrijver
binnenste buiten ls ge
keerd, zó dat alle figuren
verwisselbaar zijn. Zó, dat
kinderen, die de neiging
hebben zich met de heldfi-
guur te vereenzelvigen (gro
teren); ófwel met de hoofdfi
guur (kleintjes) uitgedaagd
worden zich nu eens met
andere figuren te identifi
ceren.
Dromen komen, net als
spookjes en sprookjes, uit
je binnenste. Ze lelden daar
een geheimzinnig leven. Ze
dienen zich aan in de
vreemdste volgorde. En ook
ln fantasie-verhalen zijn de
dingen verkleed. Als ko
ning. heks, als moeder, als
draak, wolf, dwerg of reus.
Je kunt proberen ze op een
rijtje te zetten. Er achter te
komen. Ze te begrijpen. Wat
leeft er werkelijk in Je zelf?
Wie ls die wolf, waar Je zo
bang voor bent? Niet de
wolf in het bos. Het is iets
uit je eigen binnenste, ver
kleed als wolf. Daar gaat dit
uiterst knappe verhaal
over, in prachtig proza ver
teld.
„Daar ligt een oude groofc-
moeder te sterven op haar
bed van kippendons. Ze
hield haar ogen nog open;
ze lag te wachten en keek
naar de deur of de dood nog
niet binnenkwam." Haar
gedachten waren nog goed,
ze gingen heen en weer door
haar leven, als door een
boek met plaatjes: kerk,
grasveld en boom, man en
kind, braadpan en wind,
haar lach en haar tranen,
haar kleinkind," en toen
werd er op de deur geklopt.
„Ben JIJ het?" riep de oude
grootmoeder. „Ja!" klonk
het hoge kinderstemmetje.
„Ik ben het, grootmoeder."
Maar het was de wolf, hij
snufte en sprong op het bed.
„Dan ben Je dus toch de
dood", dacht de grootmoe
der, en dat was haar laatste
gedachte, want alles om
haar heen werd zwart en
wolvig.
„Daar lag een wolf te leven
in een bed van kippendons,
maar hij sprong er weer uit,
en trok met maaiende po
ten een nachthemd wol wit
te slierten aan. „Doe wat
moeder zegt, denk erom dat
Je niet, dat je wel, dat Je
nooit, dat Je altijd." zei de
moeder. „Ja moeder, nee
moeder, goed moeder," zei
het kind. In het bos ont
moet ze de wolf, is hij elf,
elk, kabouter, of vlinder, of
verkleed als wolf? „Ja," zei
hij, „JIJ toch ook? Verkleed
als mensje. Maar Je kunt
evengoed een verklede wolf
zijn."
In het extra nummer van de
KINDERBOEKENMO
LEN, ditmaal stampvol
kwallteitsinformatle, verha
len en dromen van bekende
auteurs, zegt Blegel „Groot
moeder heeft haar angst
voor de dood, Roodkapje is
bang voor de seksualiteit,
en de Jager heeft zijn eigen
angsten. Omdat ze zo waar
zijn als dromen, geven die
sprookjes Je soms meer in
zicht in Jezelf."
In het Instituut voor Vol
kenkunde kun Je tientallen
verschillende „Roodkap
jes" vinden uit heel Europa.
Eén is er waar alles niet een'
meisje maar een Jongetje
overkomt. Eén waar het
verhaal anti-man ls: de wolf
gaat eraan. BIJ Blegel blijft
iedereen leven: hij wil her
kenning, dat ls de kant die
hij kiest. Het mooiste Kin
derboekenweek-Boekje in
Jaren, als Je het mij vraagt.
Te moeilijk, vreesde een in
sider hardop. Daar word ik
erg moe van. Wie maakt dat
uit? De lezer toch? En nie
mand schrijft voor „ieder
een". Zonder Carl Hollan
der, die hier misschien de
mooiste tekeningen van
zijn leven maakte, beklem
mend en fascinerend, vol
dreiging en leven, vol gehei
men en raadsels in zijn visie
op wolf, meisje en groot
moeder, van bomen die hun
eigen leven leiden, niet zó
uniek zijn!
Wie „gemakkelijker" stof
wil kan nog kiezen uit drie
bekroonde prentenboeken:
HET GOEDIGE MON
STER, verteld en getekend
door Max Velthuijs, die er
een Gouden Penseel mee
won, maar in het buiten
land allang bekend was.
Een troep rovers terrori
seert vanuit een kasteel het
land. Wanneer bekend
wordt dat bij de stad een
monster woont dat vuur uit
zijn bek spuwt, en sterk is
als duizend paarden, besluit
de bende het dier te stelen
en te verkopen. Met slaap
kruid en koek krijgen zij het
beest op een vrachtauto,
maar gelijk Simson rukt het
zich los en stormt weg, de
kasteelpoort in. Daar teke
nen boeren, burgers, politie
en brandweer, op zoek naar
hun monster, de bende ro
vers in. Felle kleurenplaten,
in het platte vlak getekend,
zoals kinderen doen, versie
ren en vertellen het werk
van een man, bij wie de
drang tot tekenen toch gro
ter ls dan die tot schrijven,
naar zijn eigen woorden.
Wel sleutelt hij een Jaar aan
ieder boek, om alles in har
monie te laten zijn, ook de
afloop.
DE RATTENVANOER van
James Cressey, getekend
door Tamasin Cole, schil
dert het huis waar boven-
vloers het oude vrouwtje
woont en benedenvloers
een bende ratten. Ze heb
ben het niet op elkaar be
grepen. Links wordt be
schreven wat de oude
vrouw beleeft, rechts wat de
ratten vinden; zeer geestig
wordt zó duidelijk gemaakt
dat alles betrekkelijk ls. De
kat richt niets uit, maar met
de rattenvanger komt de
oudste rat tot overeenstem
ming. Tot slot leeft de oude
vrouw met de rattenvanger
tevreden boven, de ratten,
als muisjes zo stil, beneden,
tevreden om de dis ge
schaard.
WIE DIT LEEST IS HET
VIERDE BEEST door Ro
bert Gerhardt, getekend
door Almut Gerhardt, her
dicht door Willem Wilmink
Bijna alle gedichten gaan
over dieren, en niet in kin
derachtige taal, tot mijn ge
noegen. Toestanden uit het
kinderleven te over, zoals
het huls met 8 deuren waar
mee mag worden gesmeten,
gezocht door de Aardman
nen; het rottig tegen Je doen
van sommige mensen; en
het geklier; „maar dèn zijn
de konijnen er nog, om Je te
helpen!" Vol van verbazing,
vol spanning (wie zou er in
mijn kamer zijn?) vol inti
miteit. Heel mooi is „Kijk je
schaduw maar eens aan, is
het wel de jouwe?"
En tot slot de activiteiten:
De gouden en zilveren grif
fels zullen worden uitge
reikt in het Haagse HOT-
theater, op 19 oktober, na
de première van DROOM-
SOEZEN, door de Haagse
Jeugdtheatergroep „Pssst"
onder regie van Herman
Frank, en speciaal voor
deze week geschreven. Het
programma komt ook ln
vele andere plaatsen van
ons land. Men belle de
CONB om nadere contac
ten (tel. 020-264971)
Den Haag organiseert - als
plaats van opening met
boekverkopers, bibliothe
ken en de NS een kinder
boekenmarkt in de hal van
het Haagse Centraal Stati
on, waarheen vanaf 15.30
een feestelijke optocht zal
vertrekken. Men kan er kin
derfilms zien, (ln de Spoor-
blos), knutselen, boeken la
ten signeren, meedoen aan
de boekenkwis.
De theatergoep AUGUS
TUS komt met Dromen, to-
door Gertie Evenhuis
taalspel voor kinderen tot
tien jaar. in Apeldoorn.
Leeuwarden, Rotterdam.
Enschede, Lelystad. Weert.
Hardenberg, Het poppen
theater MARION Waarde
naar brengt: „O, o, wat kan
die Jan Klaassen toch dro
men", voor vier-zes-jarigen:
in Hoogeveen, Tilburg,
Gramsbergen, Soest, En
schede, Amstelveen, Weesp,
Alkmaar. Max Velthuijs en
Dolf Verroen hebben met de
stichting BZZTÓH een pro
gramma gemaakt rondom
het werk van Velthuijs. In
Leiden, Eindhoven. Zwolle,
's Gravezande. In Alkmaar
ls een informatiemarkt;
Amstelveen heeft een kin
derboekenfeest met het ca
baret Potvoordrie; Haarlem
en Haren hebben kinder
middagen; Leeuwarden
heeft een tentoonstelling
„Oude Kinderboeken' in
het Princessehof; Middel
burg biedt een kinderboe
kenbeurs met poppenthea
ter etc.; Rotterdam en
Weert herbergen schrijvers
en (in Weert) het ballet
Scapino.
Voor letterlijk alle types
scholen is een informatie
pakket samengesteld, dat
behalve affiches, kinder
boekenweekboekjes en de
Kinderboekenmolen de les
brief van onderwijsspecia-
list Kakebeeke bevat, mo
gelijkheden op school rond
om de Kinderboekenweek;
met Blegels boekje; een
aantal gedichten en een li
teratuuropgave. De NOT
zendt 13 oktober om 2 uur
een tv-les uit, de KRO op 18
en 25 oktober een kinder
boekenweekies. Op de pers
bijeenkomst in De Brakke
Grond discussieerden op 26
september velen over het il
lustreren van kinderboe
ken De boeiendste van de
verzonden „stellingen" is
misschien die van Max Velt
huis „De invloed van vol
wassenen op de vorm en ih-
houd van het kinderboek
geeft te denken." Zeker wel.
Wat óók te denken geeft, en
dat mag dan mijn „stelling"
zijn, ls dat de Jury zich in
haar rapport over de toege
kende griffels .verheugt dat
onder de tien bekroonde
boeken er drie van Neder
landse origine zijn." Wel.
wel. Het is niet te geloven.
Al jaren wordt driekwart
van de toch al karig gezaai
de Nederlandse kinderboe
kenprijzen aan buitenland
se auteurs verleend, die in
eigen land en in Europa
tóch al meer aandacht krij
gen van de door hun kleine
taalgebied gehandicapte
Nederlandse schrijvers. Van
hen zouden (behalve na
tuurlijk de elk jaar opnieuw
bekroonde) broodnodig, en
verdiend, gestimuleerd zou
den moeten worden in hun
hachelijk creatief bestaan.
CPNB, Collectieve Propa
ganda voor het Nederland
se Boek, toch?
(Paul en Carl Hollander:)
Wie Je droomt ben je zelf,
uitg. Mi) Holland. 2,75 tij
dens de Kinderboeken
week.
Max Velthuijs: Het Ooedi-
ge Monster en de Rovers,
Junkboekjes, f 16,-.
James Cressey en Tamasin
Cole: De Rattenvanger,
Lemniscaat, f 11,50.
A en R. Gerhardt: Wie dit
leest is het vierde Beest.
Bruna, f 14,50
De Boekenmolen voor de
Jeugd, uitg. CPNB, gratis in
de boekhandel.
door Annemarie Lücker
Van onze onderwljsredactle
AMSTERDAM „Zo praat Je niet tegen de wethouder", zei de
meester toen één van zijn leerlingen de Groningse gemeentebes
tuurder J. Wallage wat onparlementair toesprak. De wethouder
van onderwijs was het niet met die opmerking eens. Zo rem Je
een leerling ln zijn spontaan taalgebruik en ontneem Je hem het
recht om op voet van gelijkheid met een notabele te spreken
Het succes van Frank Govers zal
ongetwijfeld even groots zijn
wanneer hij op 8 november ln New
York zijn confectie voor de zomer
toont, zoals hij ln Amsterdam zijn
wintercollectie en deze confectie
presenteerde.
Af en toe schemert er nog iets door
van zijn mooie folklore van de
afgelopen seizoenen, zoals Indiaans
aandoend franje aan leer en suède en
Balkanblouses en hoofddoeken. De
dagsilhouetten zijn zeer vrolijk en
draagbaar. Govers laat stoffen
zelden onbewerkt. Hij versiert
felgekleurde kazakken met
capuchon en Jassen en capes van
dekenstoffen met pompoenranden,
contrasterende blezen of banden van
fluweel en satijn, bijvoorbeeld roze
met rood en oranje of blauw, paars
en donker rood.
Onder deze jassen zitten verticaal
gebreide of chenille bloussons met
een strakke band om de heup.
Broeken zijn wijd van boven, maar
gaan altijd vergezeld van gladde
beenkappen met kruisbanden over
laarzen. Rokken, met een glad
heupstuk bestaan uit meerdere
lagen van diverse materialen die
allen een verschillende lengte
hebben en ook weer bestiktzijn.
Ruches, plissé, ruiten, kant,
laagbloezende UJven, grote
Pierrotkragen en bloemen, het zit
allemaal ln een model zonder een
rommelig effect te creëren. Met
clowneske pakken uit drie
verschillende ruiten in rood, wit en
zwart; echte kostschool meisjes
jurken voorzien van witte kraag en
manchetten en ruiten hoesjurken
aan een kant gerimpeld opgenomen
over wijde rokken, bewijst Frank
Govers dat hij ook veel kan doen
met super klassieke ruiten.
De zomerconfectle, die ln Nederland
ook te koop zal zijn, ziet er op het
eerste oog niet bepaald
confectle-achtig uit met zijn
bloezende heuplijn, lagen en lagen
ruches van ingeverfde pastel
broderie en uit vele banen bestaande
rokken.
Weelderig
Voor de namiddag en de avond zet
dit beeld zich voort, zij het
Van onze parlementsredactie
UTRECHT - Het CNV vindt het
riskant om vooral investeringen
door winstgevende bedrijven te be
vorderen, zoals de wetenschappelij
ke raad voor het regeringsbeleid
heeft aanbevolen. Volgens een voor
lopig commentaar van CNV-be-
stuurder D. Grasman is het zeer de
vraag of de overheid hogere winsten
bij (Industriële) bedrijven kan over
hevelen om elders arbeidsplaatsen
te scheppen.
Volgens de raad kunnen door de
overheid „afgetapte" winsten benut
worden om bijvoorbeeld via loon
subsidies de dienstensector te ver
groten of de overheid zelf nieuw
werk te laten scheppen ln bijvoor
beeld onderwijs en welzijnszorg.
Orasman vreest ook, dat in de ziens
wijze van de raad zwakkere bedrij
ven met veel werknemers min of
meer aan hun lot worden overgela
ten, wat grote gevaren voor de werk
gelegenheid in zich bergt.
weelderiger, glitterenderen
geborduurd, met kant in goud,
zilver, mettres. passementen,
pailletten en zijden kwasten. Voor
kimono bloussons neemt Govers
antieke Japanse motieven die
volledig opgeborduurd zijn met zijde
en pailletten. Van geëtste, bijna
transparante chiffon fluweel maakt
hij majestueuze avondjurken in
paars en donkergroen. Een witte
wollen Jurk krijgt wit Valencienne
kanten tussenzetsels. Zwart
gebloemd damast, taftzijde en
fluweel, drie materialen die veel
samen verwerkt zijn.
BIJ al deze theaterachtige
(Tuschinski-sfeer) pakken en Jurken
worden kleine helm kapjes op het
hoofd gedragen, veelal
opgeborduurd. Tussen al dat zwart
duiken verstorven grijs en lila tinten
op voor pastellerige kanten lagen
blouse die met lange taf tzijden
rokken in een donkerder nuance
gedragen worden De vraag rijst: wie
in Nederland draagt deze
fantastische kleren? New York geeft
Frank Govers waarschijnlijk de
kans zich op een breder terrein te
begeven. HIJ heeft het verdiend.
Wallage kwam gisteren met dit voor
beeld ln een discussie over het on
derwijs in de moedertaal. Hij was
een van de deelnemers aan het con
gres „Taal, op school wat anders dan
thuis dat was georganiseerd
door de commissie moedertaal van
de stichting voor de leerplanontwik
keling.
De discussie ging op dat moment
over de vraag ln hoeverre de school
de taak heeft kinderen de standaard
taal bij te brengen. Dat lijkt nogal
een voor de hand liggende zaak: als
de school het kind niet zou leren zich
ln woord en geschrift van een alge
meen gangbaar Nederlands te bedie
nen, wat voor zin heeft de school dan
nog?
Toch waren de deskundigen er als de
kippen bij om wat op deze stelling af
te dingen. De conferentie was Im
mers mede opgezet vanuit het idee
dat de school recht moest doen aan
de eigen taal van het kind: de milieu
taal of de thuistaal. Als dat het uit
gangspunt is. dan moet Je toch even
praten over wat Je verstaat onder
„standaardtaal".
Er ls natuurlijk een soort stan
daardtaal die je vindt in school- en
leesboekjes. Maar als Je het taalon
derwijs niet uitsluitend wilt afstem
men op deze vaak steriele boekjes en
veel meer aansluiting zoekt bij meer
levensechte ervaringen (en dat wilde
iedereen op de conferentie wel), dan
wordt die standaardtaal toch een
twijfelachtige grootheid.
Vervagen
De grens tussen schooltaal en thuis
taal (eventueel dialect) begint te verva
gen. En dus. concludeerde de taalkun
dige R. Appel, kun je hoogstens nog
spreken over het aanbrengen van „be
paalde vormen van" de standaardtaal.
Daarnaast moet de school de rijkdom
van het buitenschoolse taalgebruik be
nutten en niet te gauw zeggen: dat is
geen standaardtaal. Want dan wordt
het taalonderwijs toch weer een kwes
tie van op de vingers tikken en verbe
teren, met als gevolg dat kinderen er
het zwijgen toe doen.
Voorzichtig dus met het praten over
„standaardtaal". Maar, zei een meer
praktisch ingestelde onderwijzer, het
voortgezet onderwijs eist toch dat leer
lingen de boekentaal beheersen? Hoe
breng je ze dat dan bij? Een mogelijke
oplossing kwam van Co van Calcar,
onderwijsdeskundige te Amsterdam.
Drs. J. Wallage.
Als je in je onderwijs aansluit bij
belevenissen van het kind en dus zo
veel mogelijk werkt met projectonder
wijs, dan is het best mogelijk om kin
deren af en toe eens bepaalde foefjes
te laten oefenen. AU ze bij het schrij-
ven van een brief aan een andere
school merken dat ze steeds bepaalde
fouten maken, willen ze best wat
speelse oefeningen doen om bepaalde
kneepjes te leren.
Leerplaninstituut
Als het de kant uitgaat van werken
met projecten en met bepaalde the
ma's, wat is dan eigenlijk de taak
van een leerplaninstituut dat straks
iets moet gaan maken voor het moe
dertaalonderwijs? Daar kwam men
gisteren natuurlijk niet uit. Vandaar
dat de conferentie wordt voortgezet
op 21 oktober en ook dan zal men
met de nodige vragen blijven zitten.
Misschien ls het nog niet zo gek wat
Co van Calcar daarover zei: „Pro
beer niet een mooi leerplan te ma
ken voor heel Nederland, maar be
gin gewoon materiaal te produceren
wat scholen zelf kunnen inpassen ln
hun op eigen ervaringen afgestemde
onderwijs.
Wat er verder op deze conferentie
gezegd werd over „communicatie
structuren". „evaluatie-onderzoek".
Jnnovatiecommlssle" en „priorite-
ring" zullen we maar beschouwen
aU het dialect van taai-arme weten
schappers die vroeger verkeerd taal
onderwijs gehad hebben.