Nep-stem
nnie Vriezen weefde in drie jaar voor
e Martinikerk de zeven scheppingsdagen
UW PROBLEEM OOK HET ONZE
Bijenkorf:
nieuwe
klassieke
wintermode
Is alleen bent komen heel klare dingen naar boven
g==
rET 0 KNDAG 5 SEPTEMBER 1977
VARIA
Trouw/Kwartet 7
VRAGEN uitsluitend in envelop sturen naar postbus 507, Voorburg
Per vraag een gulden in postzegels, het liefst in «vaarden van SS en
4S ets b!|voegen, en beslist niet aan de buitenkant opplakken
Geheimhouding verzekerd Briefkaarten «vorden terzi|de gelegd
FRAAG: Ik hoorde dat er een rege-
lng Inzake vervroegd deelnemen
lan autorijlessen bestond. Men zou
lan kunnen beginnen met les ne-
cen en zodra men 18 werd, examen
lunnen doen. Waar kan men zich
net opgaaf van motief daarvoor
pgeven?
INTWOOBD: Deze regeling bestaat
tiet en heeft nooit bestaan. In de
I »et staat het verbod uitdrukkelijk
termeld en geen bonafide rijschool
tal dan ook enig risico nemen.
BULP van lezer: Op de 20ste juli
1956 bracht een Russisch smaldeel,
oestaande uit de kruiser Swerdlow,
in de torpedobootjagers Soerowi en
Jerwiti een bezoek aan Rotterdam
uit het Rotterdams jaarboekje V
0957). Een pluim op de hoed van
»nze speurende abonné!
Bulp van lezers gevraagd: Ter com
pletering van onze „Merkwaardige
ferzen, In verband met bijbelken
nis" zouden wij graag de complete
tekst bezitten van het bijbels rijm-
tted dat aldus begint: A ging op Ood
bevel in Kana&n wonen. B was van
laeob, de jongste van zijn zonen, C.
ofschoon hoofdman, viel Petrus te
*oet. D werd door Ood bij de leeu
wen behoed, enz. NB: Wij bedoelen
dus beslist geen ander lied, want de
Meeste van dit genre hebben wij of
te zijn ons bekend.
VRAAG: Hierbij zend lk u een af
beelding en een blad van een kruid
achtig gewas, dat ik van vrienden
heb gekregen. Zij brachten het mee
uit Wales. De kleur van de (scherm)
bloemen is wit/Zacht rose en paars.
Zittend blad en kruidachtige geur.
ANTWOORD: Gelukkig was Henk
van Halm net op tijd terug uit Enge
land om de fout te herstellen, die
wij, overigens volkomen te goeder
trouw, gemaakt hadden: De rode
spoorbloem, Centrantrus Ruber
(Red Valerian) komt in Engeland
rondom kerken veel voor. Het is een
plant, die uit het Mlddellandsezee-
gebied stamt en In Engeland inge
burgerd is. Ze groeit op muren, rot
sen en steenachtige rivieroevers,
vooral ln Z-Engeland, Wales en
Oost-Ierland. Bloeitijd van juni tot
augustus. Komt in ons land weinig
voor. (Dat is dan wel een geldig
excuus, als je antwoord er ver naast
was!)
VRAAG: Graag het adres van een
Amsterdamse zilversmid, die kleine
voorwerpen kan maken (niét repa
reren).
ANTWOORD: Zie de gouden gids
van Amsterdam onder goud- en zil
versmeden.
VRAAG: Verleden jaar draalde ln
Amsterdam (op de Overtoom?) een
film over een gans of een zwaan
„Jonathan Livingstone". Kan men
die film nog eens ergens zien?
ANTWOORD. Als u de film Seagull
bedoelt, is het de beste methode
lange tijd op de filmpagina het lijst
je Reprises en prolongaties te con
troleren. Mogelijk kan een lezer ons
hierbij helpen, zoals dat enige tijd
geleden gebeurde, toen een langge-
zochte film op een clubavond werd
vertoond.
VRAAG: In familiebezit hebben wij
een geborduurde voorstelling, waar
op een kruis, een beker en.een bijbel
en de letters CKJS voorkomen. Wij
kunnen die letters met geen naam ln
verband brengen en zouden graag
willen weten hoe de vork ln de steel
zit. Het jaartal is 1881.
ANTWOORD: Uit uw brief maken
we op dat het een afbeelding is van
een kruis, een miskelk en een mis
boek, brevier of bijbel. Ja en dan
kan er een heleboel mee bedoeld
zijn: een huwelijk, een Jubileum, een
intrede ln een kloosterorde een
priesterwijding, een andere kerkelij
ke gebeurtenis, enz. U zegt wel bijna
zeker te weten dat er geen katholie
ken ln uw voorgeslacht waren, maar
als u eens uitrekent, hoeveel voorou
ders bij elkaar te tellen zijn ln het
verloop van bijna een eeuw en hoe
veel mogelijkheden er nog zijn van
er bij betrokken neven, nichten, tan
tes en ooms in de zoveelste graad,
dan wordt dat een flinke club.
Mocht iemand van onze lezeressen
wel eens eerder een dergelijke af
beelding gezien hebben en weten
waarom men dit borduurde, dan wil
len we dit gaarne horen. Onze vra
genstelster wekt alle handwerksters
van ingewikkelde borduurwerken
op altijd een duidelijke tijd en
naamaanduiding te verwerken voor
het nageslacht!
VRAAG: Overal ln ons nieuwe huls
komen we dezelfde foeilelijke tegels
tegen, ln de keuken, WC en badka
mer (wij troosten ons met de oude
zegswijze: Lelijk maar IJzersterk!).
Glimmende eng blauwe dingen.
Kunnen we ze verven?
ANTWOORD: Het schilderen en ver
ven van keramische tegels werd bij
óns geen succes. Een voordeel was.
dat het er gemakkelijk af te schuren
was. Vraag aan uw verfhandelaar
het middel om de gladde bovenkant
stroef te maken, zodat de verf hou
vast heeft. Ook zijn er sjabloontjes
te koop. waarmee tegels een heel
ander aanzicht krijgen. Wat uw er
gernis, vooral in de keuken betreft,
zou lk niet aarzelen de boel eruit te
breken en te vervangen door tegels
volgens eigen idee. Is het uw eigen
huls, dan kan de verandering in fa
sen geschieden. Is het een huurhuis,
dan krijgt u geen huiseigenaar en
thousiast voor enige verandering en
ls inderdaad een verflaag, die ook
weer verwijderd kan worden, een
oplossing.
VRAAG: Bij een vakantiebezoek
aan Engeland bezochten wij Burch-
ley House te 8tamford, eigendom
van de Markies van Exeter. In de
prachtige keuken, waar wel 260 an
tieke koperen gebruiksvoorwerpen
te zien waren, was ook een haard
met een spit, waaraan een hele os
gebraden kon worden. Om aan te
tonen, hoe groot zo'n geslachte os ls,
hangt daar aan de muur een gewel
dig groot schilderij van zo'n barbe
cue op ware grootte, van Rubens. Ik
vond dat lk u dat eens moest vertel
len (Hartelijk dank!). Nu mijn vraag:
In een van de vertrekken (Oreed
Damask Room) hangt een schilderij
van Breughel: Rentday, Betaal of
pachtdag, een typische Breughel-
voorstelllng, waarop arm en rijk
schril tegenover elkaar staat. Waar
zou lk een reproductie van die mooie
voorstelling kunnen vinden.
ANTWOORD: Naar aanleiding van
deze. veel langere en onderhouden
de brief, bracht ik een dag van min
of meer gedwongen rust door met
een stapel boeken over Breughel,
waar we in de vakantie niet aan toe
waren gekomen. Hoewel er een hele
boel in staat, was die Rentday er
niet bij. Wij hebben onze briefschrij
ver aangeraden een briefje naar
Stamford te schrijven: Bij elke kerk
en elk museum van formaat ln En
geland is een stalletje, soms een
complete winkel van< reprodukties
en souvenirs. Toen wij in zo'n bede
huls zelfs met Hollands geld konden
betalen, kon ik mij slechts met
moeite ervan weerhouden te vragen,
waar de duiven werden verkocht.
Als u de beheerder van het kasteel
vraagt, voor u eens te zoeken onder
zijn reprodukties, zal hij dat zeker
doen. Misschien heeft u nog wel een
paar pondjes over. Voorts ls daar
nog de bekende zaak in Ede, die ver
in het buitenland bekend en be
roemd is door de prachtige daar
vervaardigde reprodukties. Mis
schien slaagt u daar en misschien
kan een van onze lezers mij vertellen
ln welk plaatwerk of boek een af
beelding van de Pachtdag wél te
vinden ls.
VRAAG: Wat zijn dit voor (dode)
beestjes? Zijn ze schadelijk? Hoe
komen ze ln huis en hoe worden ze
bestreden? Ook hebben we Ineens
veel meer wespen dan een paar we
ken geleden. Hoe komt dat?
ANTWOORD: Tapijtkevers (want zo
heten ze) komen op verschillende
manieren binnen. Zowel tapijtke
vers als meeltonen voeden zich met
de gemummiflciceerde overblijfse
len van dode, pasgeboren vogeltjes
en de mestrommel die bij de vogel
nesten tussen de pannen ligt. BIJ
grote hitte scharrelen ze door aller
lei gaatjes en spleetjes naar koelere
plaatsen. Die meeltonen vallen op,
maar ze doen niets. De tapijtkevers
zie je niet maar ze leggen de eitjes,
waar de vraatzuchtige larven uitko
men. Ook komen die kevers naar
binnen op mooie herfstdagen, als
men nog even de dekens goed wil
luchten. Lucht ze niet te lang, schud
en klop ze uit, terwijl de zon nog
warm schijnt en breng ze dan naar
binnen. Wacht u tot het kouder en
kil wordt, dan reizen de beestjes op
een zachte deken mee naar binnen
en vooral het logeerbed kan dan wel
eens een goede overwinterings
plaats zijn. Bekijk al wat wol is eens
extra. Ruim de zolder goed op en ga
daar met een Insecticide aan het
werk (er zijn ook pompjes). Wordt
het een invasie, dan kan u beter een
reinigingsdienst Inschakelen. De
wespen zijn nog even lastig, maar ze
zullen dit Jaar vrij vroeg dood zijn.
Probeer als de plaats van het nest
bekend is, de koningin, die Immers
voor de nieuwe wespen zorgt, te pak
ken te krijgen. U kunt op strategi
sche plaatsen een wespenval neer
zetten, maar dat zijn afschuwelijke
dingen. De wespen komen er bij
troepeh naar toe om een gruwelijke
dood te sterven. Zo hoeft het ook
beslist niet. Laat een paar peren aan
uw boom hangen en een paar andere
vruchten (bramen bv.) en u heeft
beslist minder last.
or Fred Lammers
INGE Het is geen
lrukwekkende oprijlaan
naar de Allersmaborg
ert. Voor Je er erg in hebt
n je het lommerrijke weg-
tje naar deze Imposante be-
Izing midden in het weidse
id van noord-west Gronin-
n voorbij gereden. Een wit
haalbruggetje vormt de
itste barrière en dan ben je
de borg, waar restaura-
urs druk in de weer zijn.
jewel het er daardoor een beetje
nmellg uitziet, ls het ook nu een
ülderachtig plekje. De oude
uk voor het huls, de al eerder
estaureerde duiventoren en het
gebouw, door de plaatselijke be
ring aangeduid als het schat-
is (een naam die oorspronkelijk
rd gegeven aan een ln het begin
de eeuw gesloopt bouwsel,
ar de pachters hun landheer ln
tura kwamen betalen) vormen
elkaar een beeld dat de rust
emt van lang vervlogen dagen.
Klra ik het bruggetje over ben
imen een paar grote honden op
e af, de Newfoundlander Amadeo
de Friese stabij Czardas. De
imese katten Florus en Poesje
gen ln het hoge gras ln de zon en
ken nieuwsgierig wie hun do-
etn durft te betreden.
kt alles ls het wereld van Annie
Ihezen, die twaalf Jaar geleden op
it Allersmaborg kwam wonen en
r behalve als hulsbewaarster
oende ls met het weven van
rachtige wandkleden. Annie Vrie-
;n (43) legt de laatste hand aan
en grote opdracht die haar drie
lar bezig heeft gehouden: een se-
levan zeven wandkleden, de zeven
theppLngsdagen voorstellend en
ettemd voor de Martinikerk in de
tad Groningen. In de loop van
ktober zullen ze officieel borden
wgedragen.
Inds 1960 houdt Annie Vriezen
Ich met het maken van wandkle-
en bezig. „Ik heb geborduurd, ge-
atlkt, corsages gemaakt van vilt
n oud brood en zelfs heb ik me
ewngd aan het vervaardigen van
oedtx. Dat kunstzinnige heeft er
°teng ik me kan heugen ln geze-
ftt Als klein meisje begon ik al
Uerlei dingen te verzamelen die
nderen weggooien. Mijn oma, die
lailerares was geweest, bracht me
le liefde voor oude materialen bij.
;Jj leerde me schijnbaar waardelo-
Iespuilen met andere ogen zien. En
an waren er nog haar zusters, de
intes Jetta, Lien en Anna aan de
aan van Elk en Duinen ln Den
[aag. de stad waar lk geboren ben
n tot mijn zevende jaar woonde.
>ie deden ook aan handwerken,
'erder had Je nog een tante Ida,
laar die heb ik zelf niet gekend. Zij
rerkte voor het hof in Den Haag.
lit haar nalatenschap heb ik nog
en zak vol rondjes, die zij geknipt
eeft uit restjes van japonnen die
U met name voor koningin Wllhel-
oina maakte: prachtige lakense
iff en ln vrij zware kleuren als
akergrijs en karmozijnrood. Ik
toop er ln de toekomst eens iets
Qee te doen."
11 had Annies vader,,eeD bekend
heoloog, graag gezien dat zijn
lochter bij het onderwijs was ge-
ANNIE VRIEZEN
de zevende scheppingsdag in 64 kleuren blauw
(foto: D. van der Veen)
gaan, het werd toen het gymnasi
um geen succes bleek te zijn, de
kunstnijverheidsschool. „Daar
heeft moeder voor gezorgd. Zij was
de enige die in de gaten had dat ik
aanleg in die richting had. Zij had
er al veel eerder voor gezorgd dat ik
op zolder als enige van haar elf
kinderen een eigen kast kreeg
waarin ik mijn oude lapjes, steen
tjes en veertjes die lk vond veilig
kon opbergen. Voor verjaardagen
en andere feestelijke gebeurtenis
sen in de familie knutselde ik
meestal wel iets zelf in elkaar. Wat
ik maakte, raakte ik altijd kwijt.
Daarvoor zorgde tante Annie, de
zuster van moeder, die regelmatig
mijn boekenleggers en corsages
aankocht. Dat was voor mij een
geweldige stimulans."
Dromerig
Annie Vriezen noemt zichzelf een
dromerig type. „Moeder heeft me
eens verteld dat het wel gebeurde
dat als de kamer bij ons thuis vol
kinderen zat, die door en over el
kaar krioelden in ons grote gezin
was natuurlijk veel aanloop ik
een stoel bovenop de tafel zette om
te gaan lbzen, me niets aantrek
kend van de drukte om me heen.
Dat me afzonderen heb ik altijd
gehad. Als je alleen bent, komen
heel klare dingen naar boven. Ik
raak volledig uit mijn concentratie
als er veel mensen om me heen zijn.
Ik loop ook vaak alleen. Ik betrap
me er zelfs op dat als ik met een
groepje mensen op pad ga, ik na
een tijdje in mijn eentje achteraan
loop, omdat ik onderweg van alles
zie. Dat heeft tante Annie me bijge
bracht. Ze nam me als kind mee
naar sloten en weilanden en vertel
de dan over alles wat daar te vin
den was. Het is enorm belangrijk
dat je kinderen zoiets leert. Op de
kunstacademie dachten ze er net
zo over. Een van de eerste dingen
die ze daar tegen ons zeiden was
dat je moet kijken. Maar heel wei
nig mensen doen dat. Ze kijken op
straat naar de trottoirtegels en
gaan op die manier aan veel dingen
voorbij die toch echt de moeite
waard zijn."
Annie Vriezen voelt zich in de een
zaamheid van de Allersmaborg
daarom best op haar gemak al geeft
ze toe dat het er 's winters wel eens
al te stil kan zijn. „Want al houd ik
van het alleen zijn, ik kan niet bui
ten mensen, al lijkt dat wel zo, en
vooral die Groningers zijn fijne
mensen om mee om te gaan. ze
hebben geen poeha. Ze doen zich
bijna anti voor, proberen niet een
goede Indruk te maken op anderen.
Je vindt hier nog een grote rust bij
de mensen, maar ook ln het land
schap".
Studiecentrum
Daarom hoopt Annie van harte dat
zij na de restauratie op de borg mag
blijven wonen. Er zijn plannen in de
borg een studiecentrum voor weef-
technieken onder te brengen onder
haar leiding. „De provinciale en ge
meentelijke overheid ls voor parti
culiere bewoning. Veel van dit soort
huizen hebben ln de loop der jaren
een bestemming gekregen als mu
seum, hotel of conferentieoord. Ze
hebben daardoor een gedeelte van
hun charme verloren. Ze functione
ren niet meer normaal", zegt Annie.
Zij zal de borg als vrouw van deze
tijd niet bewonen ln de stijl van de
familie De Marees van Swinderen,
die heel lang een stempel op de
Allersmaborg zette. Zij zal de ka
mers niet vullen met antiek. Dat ls
volgens Annie Vriezen maar bijzaak.
„Het huls op zich ls van een dusda
nige harmonie dat de lege kamers al
prachtig zijn. Zelfs met een heel
eenvoudig Interieur kun Je er Iets
moois van maken. Een borg is geen
dood stukje geschiedenis. Dat het
leven dat zich er nu afspeelt afwijkt
van de gang van zaken honderd jaar
geleden, vind lk geen enkel bezwaar.
Dat is een bewijs dat het huis leeft."
In een van de kamers op de boven
verdieping van de borg staat het
weefgetouw waarop Annie haar
laatste wandkleed voor de Martini
kerk weeft: de zever scheppings
dag. „In dat kleed, arin ik de rust
en de ordening wil weergeven van de
schepping die voltooid is, verwerk lk
64 kleuren blauw", vertelt Annie.
Die wandkleden voor de onlangs ge
restaureerde Martinikerk zijn haar
eerste religieuze opdracht. „Eigen
lijk was het geen religieuze op
dracht. Dat is zo gegroeid. Het ging
er ln de eerste plaats om een be
paald stuk muur ln de kerk aan te
kleden. In het begin heb ik erover
gedacht een groot kleed te maken
van zo'n twaalf meter lengte. Al
gauw besefte ik dat zoiets wel een
gigantische toestand zou worden en
ook zat lk er mee dat ik het mis
schien nooit af zou maken als me
Iets zou overkomen. Ik ben de zaak
nog eens gaan opmeten en kwam
daarbij tot de ontdekking dat ik wel
veertien meter muur tot mijn be
schikking had. Het plan ontstond
kleinere kleden te maken, die een
geheel met elkaar zouden vormen.
Moeilijk onderwerp
„Ik kwam op een aantal van zeven
en toen flitste het ineens door me
heen: de zeven scheppingsdagen.
Eerst heb lk geprobeerd het van me
af te zetten omdat het zo'n specifiek
eh "daarom erg moeilijk onderwerp
ls. God ls zeer aanwezig in mijn
leven, maar om Je gedachten daaro
ver in wandkleden vast te leggen dat
is me nog al wat Voordat ik aan
deze opdracht begon, ben ik het
scheppingsverhaal ln de bijbel in
tens gaan lezen, ook de andere
scheppingsverhalen die als je ze
naast elkaar legt veel overeenkom
sten hebben. Ik kreeg ook met de
theorie van Darwln te maken, die
vroeger als goddeloos en in strijd
met de bijbel werd veroordeeld. Het
één sluit het ander echter niet uit.
Het ligt in eikaars verlengde. Ik heb
gemerkt dat het zoeken naar de oer
toestanden van de mens Je een
steeds groter inzicht geeft ln het
scheppingsverhaal. Dat heeft voor
mij meer Inhoud gekregen. Ik ben er
geruster op geworden dat alle men
sen die op de wereld wonen met die
schepping hebben te maken, hoewel
ze elkaar vaak bevechten. Je kan
verschillend denken over de wijze
waarop de schepping tot stand is
gekomen, maar hoe meer Je Je erin
verdiept, hoe grootser het wordt. De
schepping is een wonder geweest. In
mijn wandkleden heb lk ernaar ge
streefd dat wonder door te geven
aan de mensen als een verhaal ver
tellend aan iedereen".
„Zijn helden altijd mannen?" vroeg het meisje. Haar
vader, uitgerust met een historische knobbel, vertelde
zijn dochtertje bij voorkeur heldenverhalen. Ze vond
die wel mooi en spannend, maar onbewust begon het
haar toch te hinderen dat ze zichzelf nooit echt met de
vader des vaderlands of Michiel de Ruyter kon
vereenzelvigen. De vader had gelukkig een heldin in
voorraad Jeanne d'Arc. Het meisje was diep onder
de indruk. 's Zaterdags op ponyles droomde ze er
soms bij weg, haar zweepje veranderde dan in een
vaandel, fier reed ze over de hoefslag. Alleen stem
men hoorde ze nooit, hoe ze ook haar best deed die in
haar verbeelding te laten klinken, het wilde nooit
lukken.
Ze tobde daar niet over, er waren zoveel andere fijne
dingen. Het zwemdiploma dat ze haalde bijvoor
beeld. Nu ze goed zwemmen kon, mocht ze voor het
eerst met haar ouders mee op hun jaarlijkse zeilva
kantie. Soms viel dat wat tegen, dan duurden de uren
op het water haar veel te lang en was ze blij als ze
ergens weer aan wal gingen.
Bij een toegangssluis naar Friesland was ze helemaal
in haar nopjes, daar mocht ze in haar eentje de
sluismuur op om een plastic vuilniszak te halen.
Parmantig liepen ze daar, een beetje bezorgd toch wel
nagestaard door haar ouders. Alles ging goed. Ze
vond de plek waar de zakken waren vlug. Als kind
van haar tijd, opgevoed door milieubewuste ouders,
stond ze helemaal achter het idee, dat op de zak werd
gepropageerd: Friesland schoon - houwen zo. Den
kend aan het vele afval aan boord nam ze nog een
tweede en een derde zak. Trots liep ze met haar bezit
over de sluismuur terug. Toen gebeurde dat vrese
lijke.
Plotseling was daar die stem, die galmende stem uit
het heelal de hemel, dat moest haast wel: „Ieder
een mag maar één zak nemen. Hallo meisje, daar in je
rode trui, breng er eens vlug twee terug."
Panisch van schrik drukte ze zich tegen een glazen
scherm. Zo vaak had ze gehoopt te horen, net als
Jeanne d'Arc; een mooie lieve stem zou dat zijn, die
haar geheime opdrachten gaf en die haar beroemd
zouden maken. En nu dit. Ze was bespied, iemand
maar wie? had precies gezien hoeveel vuilniszakken
ze pakte en had gedacht dat ze die gapte. Ze wist
helemaal niet dat ze er maar eentje mocht nemen.
Een echt kwade stem was het niet geweest, maar wel
bestraffend en streng. Ze schaamde zich vreselijk. Als
een kleine Eva, die zich betrapt wist en dekking zocht
voor ogen die alles konden zien, leunde ze tegen het
glas.
Gelukkig ontging het haar dat niet alleen „de alzien
de", maar ook tientallen mensen op de boten in de
sluis vol spanning het gebeuren volgden. Iedereen had
namelijk de stem die galmde over het water kunnen
horen. Heel klein en kwetsbaar stond ze daar in haar
rode truitje, onbewust van het feit dat ze als solo
artieste een prachtige scène bracht voor een groot
publiek.
Toen de schrik langzaam weggeëbd was, werd de
echte heldin in haar geboren. Vastberaden stapte ze
weer naar de plek waar ze de zakken had gepakt en
legde twee exemplaren terug.
„Goed zo, prima," prees de stem uit het heelal.
Schichtig keek ze om zich heen, nog steeds niet
beseffend hoe zoiets bovennatuurlijks mogelijk was.
De vader tilde het meisje weer aan boord en zei dat
hij trots op haar was. Bijna kwamen er tranen toen de
moeder haar een zoen gaf en ook al prijzende
woorden sprak.
„Waar kwam ie nou vandaan die stem?" vroeg ze.
De ouders wezen haar de sluiswachter, die hoog in
zijn glazen huis alles in zijn kleine „waterstaat" kon
overzien en veilig regelen.
Hij groette haar uitbundig de duim omhoog. Niet
al te enthousiast wuifde ze flauwtjes terug. „Nep-
stem", zei ze honend, „gewoon een nep-stem en
verder niks."
Steeds als ze de vuilniszak zag staan, moest ze weer
aan Jeanne d'Arc denken en aan echte stemmen.
Maar ze praatte daar niet over, ze keek wel uit.
door Annemarie Lücker
De eerste indruk die de
wintertnode-presentatle van de
Bijenkorf achterlaat is de terugkeer
van Klassiek met een hoofdletter K.
Niet dat de tweed mantelpakken van
tien Jaar geleden weer modieus zijn
deze winter, maar ongetwijfeld zal
ledereen iets van herkenning vinden
ln de wollen ruiten, visgraat en
flannel en vooral in de kleuren zoals
roestbruin, cognac, lever, grijs, beige
en winterwit. Het grote verschil zit
hem in de hoeveelheid verschillende
materialen, dessins en het
nuance-verloop van kleuren; van het
aantrekkelijke totaalbeeld waarom
het tenslotte gaat.
Dat kan er als volgt uitzien. Een
tweed blazer van 159 gulden een
geruit vestje van 69.95, een
romantische blouse met broderie
ruches van 49.95 en een plissé rok
voor 135 gulden en dit alles in grijze,
bruine en leverkleurige tinten.
Erg mooi en draagbaar zijn de
blazers en rokken van Micha
Vermont en daarnaast brengt de
Bijenkorf exclusief coördinaties van
Reldon, welk merk veel tweed en
corduroy verwerkt, dé materialen
van het seizoen. Zeer flatteus is het
winterwit voor grote wollige
fantasie-truien, wijde rimpelrokken,
wollen ribbelpanties, rechte
corduroy broeken, ongevoerde
dekenjassen met capuchon en
sportieve mini-jurken/ maxi-truien.
Wit en ecru worden weer gedragen
met pastel Jaquard motieven voor
truien en vesten. BIJ al dat wit horen
witte sjaals, petjes en sportieve
suède laarzen met witte bontranden.
De romantische Jurken en
deux-pèces vallen op door bloemen,
vrolijke felle kleuren in alle nuances
van roze, rood en donkerrood, wijde
rimpelrokken en wijde blouses.
Samen met veelkkleurige
omslagdoeken en sjaals doen ze
denken aan de dracht van Russische
boerinnetjes uit de vorige eeuw.
Rechts: Blouson trui, gedragen op
een witte wollen étaminc cirkel rok.
Beenwarmers over ivoorkleurige
schachtlaars.
Links: Witte trui in
gerstenkorrelpatroon wordt gedragen
op een witte jodphur en witte blouse.
De tweekleurige schoenen hebben
profielzolen. De man in het midden:
Witte melton jopper met gebreide
garnering wordt gedragen op een
grove corduroy jeans. De pullover is
van ecruldeurig katoen.
door Mink van Rijsdijk