Nep-stem nnie Vriezen weefde in drie jaar voor e Martinikerk de zeven scheppingsdagen UW PROBLEEM OOK HET ONZE Bijenkorf: nieuwe klassieke wintermode Is alleen bent komen heel klare dingen naar boven g== rET 0 KNDAG 5 SEPTEMBER 1977 VARIA Trouw/Kwartet 7 VRAGEN uitsluitend in envelop sturen naar postbus 507, Voorburg Per vraag een gulden in postzegels, het liefst in «vaarden van SS en 4S ets b!|voegen, en beslist niet aan de buitenkant opplakken Geheimhouding verzekerd Briefkaarten «vorden terzi|de gelegd FRAAG: Ik hoorde dat er een rege- lng Inzake vervroegd deelnemen lan autorijlessen bestond. Men zou lan kunnen beginnen met les ne- cen en zodra men 18 werd, examen lunnen doen. Waar kan men zich net opgaaf van motief daarvoor pgeven? INTWOOBD: Deze regeling bestaat tiet en heeft nooit bestaan. In de I »et staat het verbod uitdrukkelijk termeld en geen bonafide rijschool tal dan ook enig risico nemen. BULP van lezer: Op de 20ste juli 1956 bracht een Russisch smaldeel, oestaande uit de kruiser Swerdlow, in de torpedobootjagers Soerowi en Jerwiti een bezoek aan Rotterdam uit het Rotterdams jaarboekje V 0957). Een pluim op de hoed van »nze speurende abonné! Bulp van lezers gevraagd: Ter com pletering van onze „Merkwaardige ferzen, In verband met bijbelken nis" zouden wij graag de complete tekst bezitten van het bijbels rijm- tted dat aldus begint: A ging op Ood bevel in Kana&n wonen. B was van laeob, de jongste van zijn zonen, C. ofschoon hoofdman, viel Petrus te *oet. D werd door Ood bij de leeu wen behoed, enz. NB: Wij bedoelen dus beslist geen ander lied, want de Meeste van dit genre hebben wij of te zijn ons bekend. VRAAG: Hierbij zend lk u een af beelding en een blad van een kruid achtig gewas, dat ik van vrienden heb gekregen. Zij brachten het mee uit Wales. De kleur van de (scherm) bloemen is wit/Zacht rose en paars. Zittend blad en kruidachtige geur. ANTWOORD: Gelukkig was Henk van Halm net op tijd terug uit Enge land om de fout te herstellen, die wij, overigens volkomen te goeder trouw, gemaakt hadden: De rode spoorbloem, Centrantrus Ruber (Red Valerian) komt in Engeland rondom kerken veel voor. Het is een plant, die uit het Mlddellandsezee- gebied stamt en In Engeland inge burgerd is. Ze groeit op muren, rot sen en steenachtige rivieroevers, vooral ln Z-Engeland, Wales en Oost-Ierland. Bloeitijd van juni tot augustus. Komt in ons land weinig voor. (Dat is dan wel een geldig excuus, als je antwoord er ver naast was!) VRAAG: Graag het adres van een Amsterdamse zilversmid, die kleine voorwerpen kan maken (niét repa reren). ANTWOORD: Zie de gouden gids van Amsterdam onder goud- en zil versmeden. VRAAG: Verleden jaar draalde ln Amsterdam (op de Overtoom?) een film over een gans of een zwaan „Jonathan Livingstone". Kan men die film nog eens ergens zien? ANTWOORD. Als u de film Seagull bedoelt, is het de beste methode lange tijd op de filmpagina het lijst je Reprises en prolongaties te con troleren. Mogelijk kan een lezer ons hierbij helpen, zoals dat enige tijd geleden gebeurde, toen een langge- zochte film op een clubavond werd vertoond. VRAAG: In familiebezit hebben wij een geborduurde voorstelling, waar op een kruis, een beker en.een bijbel en de letters CKJS voorkomen. Wij kunnen die letters met geen naam ln verband brengen en zouden graag willen weten hoe de vork ln de steel zit. Het jaartal is 1881. ANTWOORD: Uit uw brief maken we op dat het een afbeelding is van een kruis, een miskelk en een mis boek, brevier of bijbel. Ja en dan kan er een heleboel mee bedoeld zijn: een huwelijk, een Jubileum, een intrede ln een kloosterorde een priesterwijding, een andere kerkelij ke gebeurtenis, enz. U zegt wel bijna zeker te weten dat er geen katholie ken ln uw voorgeslacht waren, maar als u eens uitrekent, hoeveel voorou ders bij elkaar te tellen zijn ln het verloop van bijna een eeuw en hoe veel mogelijkheden er nog zijn van er bij betrokken neven, nichten, tan tes en ooms in de zoveelste graad, dan wordt dat een flinke club. Mocht iemand van onze lezeressen wel eens eerder een dergelijke af beelding gezien hebben en weten waarom men dit borduurde, dan wil len we dit gaarne horen. Onze vra genstelster wekt alle handwerksters van ingewikkelde borduurwerken op altijd een duidelijke tijd en naamaanduiding te verwerken voor het nageslacht! VRAAG: Overal ln ons nieuwe huls komen we dezelfde foeilelijke tegels tegen, ln de keuken, WC en badka mer (wij troosten ons met de oude zegswijze: Lelijk maar IJzersterk!). Glimmende eng blauwe dingen. Kunnen we ze verven? ANTWOORD: Het schilderen en ver ven van keramische tegels werd bij óns geen succes. Een voordeel was. dat het er gemakkelijk af te schuren was. Vraag aan uw verfhandelaar het middel om de gladde bovenkant stroef te maken, zodat de verf hou vast heeft. Ook zijn er sjabloontjes te koop. waarmee tegels een heel ander aanzicht krijgen. Wat uw er gernis, vooral in de keuken betreft, zou lk niet aarzelen de boel eruit te breken en te vervangen door tegels volgens eigen idee. Is het uw eigen huls, dan kan de verandering in fa sen geschieden. Is het een huurhuis, dan krijgt u geen huiseigenaar en thousiast voor enige verandering en ls inderdaad een verflaag, die ook weer verwijderd kan worden, een oplossing. VRAAG: Bij een vakantiebezoek aan Engeland bezochten wij Burch- ley House te 8tamford, eigendom van de Markies van Exeter. In de prachtige keuken, waar wel 260 an tieke koperen gebruiksvoorwerpen te zien waren, was ook een haard met een spit, waaraan een hele os gebraden kon worden. Om aan te tonen, hoe groot zo'n geslachte os ls, hangt daar aan de muur een gewel dig groot schilderij van zo'n barbe cue op ware grootte, van Rubens. Ik vond dat lk u dat eens moest vertel len (Hartelijk dank!). Nu mijn vraag: In een van de vertrekken (Oreed Damask Room) hangt een schilderij van Breughel: Rentday, Betaal of pachtdag, een typische Breughel- voorstelllng, waarop arm en rijk schril tegenover elkaar staat. Waar zou lk een reproductie van die mooie voorstelling kunnen vinden. ANTWOORD: Naar aanleiding van deze. veel langere en onderhouden de brief, bracht ik een dag van min of meer gedwongen rust door met een stapel boeken over Breughel, waar we in de vakantie niet aan toe waren gekomen. Hoewel er een hele boel in staat, was die Rentday er niet bij. Wij hebben onze briefschrij ver aangeraden een briefje naar Stamford te schrijven: Bij elke kerk en elk museum van formaat ln En geland is een stalletje, soms een complete winkel van< reprodukties en souvenirs. Toen wij in zo'n bede huls zelfs met Hollands geld konden betalen, kon ik mij slechts met moeite ervan weerhouden te vragen, waar de duiven werden verkocht. Als u de beheerder van het kasteel vraagt, voor u eens te zoeken onder zijn reprodukties, zal hij dat zeker doen. Misschien heeft u nog wel een paar pondjes over. Voorts ls daar nog de bekende zaak in Ede, die ver in het buitenland bekend en be roemd is door de prachtige daar vervaardigde reprodukties. Mis schien slaagt u daar en misschien kan een van onze lezers mij vertellen ln welk plaatwerk of boek een af beelding van de Pachtdag wél te vinden ls. VRAAG: Wat zijn dit voor (dode) beestjes? Zijn ze schadelijk? Hoe komen ze ln huis en hoe worden ze bestreden? Ook hebben we Ineens veel meer wespen dan een paar we ken geleden. Hoe komt dat? ANTWOORD: Tapijtkevers (want zo heten ze) komen op verschillende manieren binnen. Zowel tapijtke vers als meeltonen voeden zich met de gemummiflciceerde overblijfse len van dode, pasgeboren vogeltjes en de mestrommel die bij de vogel nesten tussen de pannen ligt. BIJ grote hitte scharrelen ze door aller lei gaatjes en spleetjes naar koelere plaatsen. Die meeltonen vallen op, maar ze doen niets. De tapijtkevers zie je niet maar ze leggen de eitjes, waar de vraatzuchtige larven uitko men. Ook komen die kevers naar binnen op mooie herfstdagen, als men nog even de dekens goed wil luchten. Lucht ze niet te lang, schud en klop ze uit, terwijl de zon nog warm schijnt en breng ze dan naar binnen. Wacht u tot het kouder en kil wordt, dan reizen de beestjes op een zachte deken mee naar binnen en vooral het logeerbed kan dan wel eens een goede overwinterings plaats zijn. Bekijk al wat wol is eens extra. Ruim de zolder goed op en ga daar met een Insecticide aan het werk (er zijn ook pompjes). Wordt het een invasie, dan kan u beter een reinigingsdienst Inschakelen. De wespen zijn nog even lastig, maar ze zullen dit Jaar vrij vroeg dood zijn. Probeer als de plaats van het nest bekend is, de koningin, die Immers voor de nieuwe wespen zorgt, te pak ken te krijgen. U kunt op strategi sche plaatsen een wespenval neer zetten, maar dat zijn afschuwelijke dingen. De wespen komen er bij troepeh naar toe om een gruwelijke dood te sterven. Zo hoeft het ook beslist niet. Laat een paar peren aan uw boom hangen en een paar andere vruchten (bramen bv.) en u heeft beslist minder last. or Fred Lammers INGE Het is geen lrukwekkende oprijlaan naar de Allersmaborg ert. Voor Je er erg in hebt n je het lommerrijke weg- tje naar deze Imposante be- Izing midden in het weidse id van noord-west Gronin- n voorbij gereden. Een wit haalbruggetje vormt de itste barrière en dan ben je de borg, waar restaura- urs druk in de weer zijn. jewel het er daardoor een beetje nmellg uitziet, ls het ook nu een ülderachtig plekje. De oude uk voor het huls, de al eerder estaureerde duiventoren en het gebouw, door de plaatselijke be ring aangeduid als het schat- is (een naam die oorspronkelijk rd gegeven aan een ln het begin de eeuw gesloopt bouwsel, ar de pachters hun landheer ln tura kwamen betalen) vormen elkaar een beeld dat de rust emt van lang vervlogen dagen. Klra ik het bruggetje over ben imen een paar grote honden op e af, de Newfoundlander Amadeo de Friese stabij Czardas. De imese katten Florus en Poesje gen ln het hoge gras ln de zon en ken nieuwsgierig wie hun do- etn durft te betreden. kt alles ls het wereld van Annie Ihezen, die twaalf Jaar geleden op it Allersmaborg kwam wonen en r behalve als hulsbewaarster oende ls met het weven van rachtige wandkleden. Annie Vrie- ;n (43) legt de laatste hand aan en grote opdracht die haar drie lar bezig heeft gehouden: een se- levan zeven wandkleden, de zeven theppLngsdagen voorstellend en ettemd voor de Martinikerk in de tad Groningen. In de loop van ktober zullen ze officieel borden wgedragen. Inds 1960 houdt Annie Vriezen Ich met het maken van wandkle- en bezig. „Ik heb geborduurd, ge- atlkt, corsages gemaakt van vilt n oud brood en zelfs heb ik me ewngd aan het vervaardigen van oedtx. Dat kunstzinnige heeft er °teng ik me kan heugen ln geze- ftt Als klein meisje begon ik al Uerlei dingen te verzamelen die nderen weggooien. Mijn oma, die lailerares was geweest, bracht me le liefde voor oude materialen bij. ;Jj leerde me schijnbaar waardelo- Iespuilen met andere ogen zien. En an waren er nog haar zusters, de intes Jetta, Lien en Anna aan de aan van Elk en Duinen ln Den [aag. de stad waar lk geboren ben n tot mijn zevende jaar woonde. >ie deden ook aan handwerken, 'erder had Je nog een tante Ida, laar die heb ik zelf niet gekend. Zij rerkte voor het hof in Den Haag. lit haar nalatenschap heb ik nog en zak vol rondjes, die zij geknipt eeft uit restjes van japonnen die U met name voor koningin Wllhel- oina maakte: prachtige lakense iff en ln vrij zware kleuren als akergrijs en karmozijnrood. Ik toop er ln de toekomst eens iets Qee te doen." 11 had Annies vader,,eeD bekend heoloog, graag gezien dat zijn lochter bij het onderwijs was ge- ANNIE VRIEZEN de zevende scheppingsdag in 64 kleuren blauw (foto: D. van der Veen) gaan, het werd toen het gymnasi um geen succes bleek te zijn, de kunstnijverheidsschool. „Daar heeft moeder voor gezorgd. Zij was de enige die in de gaten had dat ik aanleg in die richting had. Zij had er al veel eerder voor gezorgd dat ik op zolder als enige van haar elf kinderen een eigen kast kreeg waarin ik mijn oude lapjes, steen tjes en veertjes die lk vond veilig kon opbergen. Voor verjaardagen en andere feestelijke gebeurtenis sen in de familie knutselde ik meestal wel iets zelf in elkaar. Wat ik maakte, raakte ik altijd kwijt. Daarvoor zorgde tante Annie, de zuster van moeder, die regelmatig mijn boekenleggers en corsages aankocht. Dat was voor mij een geweldige stimulans." Dromerig Annie Vriezen noemt zichzelf een dromerig type. „Moeder heeft me eens verteld dat het wel gebeurde dat als de kamer bij ons thuis vol kinderen zat, die door en over el kaar krioelden in ons grote gezin was natuurlijk veel aanloop ik een stoel bovenop de tafel zette om te gaan lbzen, me niets aantrek kend van de drukte om me heen. Dat me afzonderen heb ik altijd gehad. Als je alleen bent, komen heel klare dingen naar boven. Ik raak volledig uit mijn concentratie als er veel mensen om me heen zijn. Ik loop ook vaak alleen. Ik betrap me er zelfs op dat als ik met een groepje mensen op pad ga, ik na een tijdje in mijn eentje achteraan loop, omdat ik onderweg van alles zie. Dat heeft tante Annie me bijge bracht. Ze nam me als kind mee naar sloten en weilanden en vertel de dan over alles wat daar te vin den was. Het is enorm belangrijk dat je kinderen zoiets leert. Op de kunstacademie dachten ze er net zo over. Een van de eerste dingen die ze daar tegen ons zeiden was dat je moet kijken. Maar heel wei nig mensen doen dat. Ze kijken op straat naar de trottoirtegels en gaan op die manier aan veel dingen voorbij die toch echt de moeite waard zijn." Annie Vriezen voelt zich in de een zaamheid van de Allersmaborg daarom best op haar gemak al geeft ze toe dat het er 's winters wel eens al te stil kan zijn. „Want al houd ik van het alleen zijn, ik kan niet bui ten mensen, al lijkt dat wel zo, en vooral die Groningers zijn fijne mensen om mee om te gaan. ze hebben geen poeha. Ze doen zich bijna anti voor, proberen niet een goede Indruk te maken op anderen. Je vindt hier nog een grote rust bij de mensen, maar ook ln het land schap". Studiecentrum Daarom hoopt Annie van harte dat zij na de restauratie op de borg mag blijven wonen. Er zijn plannen in de borg een studiecentrum voor weef- technieken onder te brengen onder haar leiding. „De provinciale en ge meentelijke overheid ls voor parti culiere bewoning. Veel van dit soort huizen hebben ln de loop der jaren een bestemming gekregen als mu seum, hotel of conferentieoord. Ze hebben daardoor een gedeelte van hun charme verloren. Ze functione ren niet meer normaal", zegt Annie. Zij zal de borg als vrouw van deze tijd niet bewonen ln de stijl van de familie De Marees van Swinderen, die heel lang een stempel op de Allersmaborg zette. Zij zal de ka mers niet vullen met antiek. Dat ls volgens Annie Vriezen maar bijzaak. „Het huls op zich ls van een dusda nige harmonie dat de lege kamers al prachtig zijn. Zelfs met een heel eenvoudig Interieur kun Je er Iets moois van maken. Een borg is geen dood stukje geschiedenis. Dat het leven dat zich er nu afspeelt afwijkt van de gang van zaken honderd jaar geleden, vind lk geen enkel bezwaar. Dat is een bewijs dat het huis leeft." In een van de kamers op de boven verdieping van de borg staat het weefgetouw waarop Annie haar laatste wandkleed voor de Martini kerk weeft: de zever scheppings dag. „In dat kleed, arin ik de rust en de ordening wil weergeven van de schepping die voltooid is, verwerk lk 64 kleuren blauw", vertelt Annie. Die wandkleden voor de onlangs ge restaureerde Martinikerk zijn haar eerste religieuze opdracht. „Eigen lijk was het geen religieuze op dracht. Dat is zo gegroeid. Het ging er ln de eerste plaats om een be paald stuk muur ln de kerk aan te kleden. In het begin heb ik erover gedacht een groot kleed te maken van zo'n twaalf meter lengte. Al gauw besefte ik dat zoiets wel een gigantische toestand zou worden en ook zat lk er mee dat ik het mis schien nooit af zou maken als me Iets zou overkomen. Ik ben de zaak nog eens gaan opmeten en kwam daarbij tot de ontdekking dat ik wel veertien meter muur tot mijn be schikking had. Het plan ontstond kleinere kleden te maken, die een geheel met elkaar zouden vormen. Moeilijk onderwerp „Ik kwam op een aantal van zeven en toen flitste het ineens door me heen: de zeven scheppingsdagen. Eerst heb lk geprobeerd het van me af te zetten omdat het zo'n specifiek eh "daarom erg moeilijk onderwerp ls. God ls zeer aanwezig in mijn leven, maar om Je gedachten daaro ver in wandkleden vast te leggen dat is me nog al wat Voordat ik aan deze opdracht begon, ben ik het scheppingsverhaal ln de bijbel in tens gaan lezen, ook de andere scheppingsverhalen die als je ze naast elkaar legt veel overeenkom sten hebben. Ik kreeg ook met de theorie van Darwln te maken, die vroeger als goddeloos en in strijd met de bijbel werd veroordeeld. Het één sluit het ander echter niet uit. Het ligt in eikaars verlengde. Ik heb gemerkt dat het zoeken naar de oer toestanden van de mens Je een steeds groter inzicht geeft ln het scheppingsverhaal. Dat heeft voor mij meer Inhoud gekregen. Ik ben er geruster op geworden dat alle men sen die op de wereld wonen met die schepping hebben te maken, hoewel ze elkaar vaak bevechten. Je kan verschillend denken over de wijze waarop de schepping tot stand is gekomen, maar hoe meer Je Je erin verdiept, hoe grootser het wordt. De schepping is een wonder geweest. In mijn wandkleden heb lk ernaar ge streefd dat wonder door te geven aan de mensen als een verhaal ver tellend aan iedereen". „Zijn helden altijd mannen?" vroeg het meisje. Haar vader, uitgerust met een historische knobbel, vertelde zijn dochtertje bij voorkeur heldenverhalen. Ze vond die wel mooi en spannend, maar onbewust begon het haar toch te hinderen dat ze zichzelf nooit echt met de vader des vaderlands of Michiel de Ruyter kon vereenzelvigen. De vader had gelukkig een heldin in voorraad Jeanne d'Arc. Het meisje was diep onder de indruk. 's Zaterdags op ponyles droomde ze er soms bij weg, haar zweepje veranderde dan in een vaandel, fier reed ze over de hoefslag. Alleen stem men hoorde ze nooit, hoe ze ook haar best deed die in haar verbeelding te laten klinken, het wilde nooit lukken. Ze tobde daar niet over, er waren zoveel andere fijne dingen. Het zwemdiploma dat ze haalde bijvoor beeld. Nu ze goed zwemmen kon, mocht ze voor het eerst met haar ouders mee op hun jaarlijkse zeilva kantie. Soms viel dat wat tegen, dan duurden de uren op het water haar veel te lang en was ze blij als ze ergens weer aan wal gingen. Bij een toegangssluis naar Friesland was ze helemaal in haar nopjes, daar mocht ze in haar eentje de sluismuur op om een plastic vuilniszak te halen. Parmantig liepen ze daar, een beetje bezorgd toch wel nagestaard door haar ouders. Alles ging goed. Ze vond de plek waar de zakken waren vlug. Als kind van haar tijd, opgevoed door milieubewuste ouders, stond ze helemaal achter het idee, dat op de zak werd gepropageerd: Friesland schoon - houwen zo. Den kend aan het vele afval aan boord nam ze nog een tweede en een derde zak. Trots liep ze met haar bezit over de sluismuur terug. Toen gebeurde dat vrese lijke. Plotseling was daar die stem, die galmende stem uit het heelal de hemel, dat moest haast wel: „Ieder een mag maar één zak nemen. Hallo meisje, daar in je rode trui, breng er eens vlug twee terug." Panisch van schrik drukte ze zich tegen een glazen scherm. Zo vaak had ze gehoopt te horen, net als Jeanne d'Arc; een mooie lieve stem zou dat zijn, die haar geheime opdrachten gaf en die haar beroemd zouden maken. En nu dit. Ze was bespied, iemand maar wie? had precies gezien hoeveel vuilniszakken ze pakte en had gedacht dat ze die gapte. Ze wist helemaal niet dat ze er maar eentje mocht nemen. Een echt kwade stem was het niet geweest, maar wel bestraffend en streng. Ze schaamde zich vreselijk. Als een kleine Eva, die zich betrapt wist en dekking zocht voor ogen die alles konden zien, leunde ze tegen het glas. Gelukkig ontging het haar dat niet alleen „de alzien de", maar ook tientallen mensen op de boten in de sluis vol spanning het gebeuren volgden. Iedereen had namelijk de stem die galmde over het water kunnen horen. Heel klein en kwetsbaar stond ze daar in haar rode truitje, onbewust van het feit dat ze als solo artieste een prachtige scène bracht voor een groot publiek. Toen de schrik langzaam weggeëbd was, werd de echte heldin in haar geboren. Vastberaden stapte ze weer naar de plek waar ze de zakken had gepakt en legde twee exemplaren terug. „Goed zo, prima," prees de stem uit het heelal. Schichtig keek ze om zich heen, nog steeds niet beseffend hoe zoiets bovennatuurlijks mogelijk was. De vader tilde het meisje weer aan boord en zei dat hij trots op haar was. Bijna kwamen er tranen toen de moeder haar een zoen gaf en ook al prijzende woorden sprak. „Waar kwam ie nou vandaan die stem?" vroeg ze. De ouders wezen haar de sluiswachter, die hoog in zijn glazen huis alles in zijn kleine „waterstaat" kon overzien en veilig regelen. Hij groette haar uitbundig de duim omhoog. Niet al te enthousiast wuifde ze flauwtjes terug. „Nep- stem", zei ze honend, „gewoon een nep-stem en verder niks." Steeds als ze de vuilniszak zag staan, moest ze weer aan Jeanne d'Arc denken en aan echte stemmen. Maar ze praatte daar niet over, ze keek wel uit. door Annemarie Lücker De eerste indruk die de wintertnode-presentatle van de Bijenkorf achterlaat is de terugkeer van Klassiek met een hoofdletter K. Niet dat de tweed mantelpakken van tien Jaar geleden weer modieus zijn deze winter, maar ongetwijfeld zal ledereen iets van herkenning vinden ln de wollen ruiten, visgraat en flannel en vooral in de kleuren zoals roestbruin, cognac, lever, grijs, beige en winterwit. Het grote verschil zit hem in de hoeveelheid verschillende materialen, dessins en het nuance-verloop van kleuren; van het aantrekkelijke totaalbeeld waarom het tenslotte gaat. Dat kan er als volgt uitzien. Een tweed blazer van 159 gulden een geruit vestje van 69.95, een romantische blouse met broderie ruches van 49.95 en een plissé rok voor 135 gulden en dit alles in grijze, bruine en leverkleurige tinten. Erg mooi en draagbaar zijn de blazers en rokken van Micha Vermont en daarnaast brengt de Bijenkorf exclusief coördinaties van Reldon, welk merk veel tweed en corduroy verwerkt, dé materialen van het seizoen. Zeer flatteus is het winterwit voor grote wollige fantasie-truien, wijde rimpelrokken, wollen ribbelpanties, rechte corduroy broeken, ongevoerde dekenjassen met capuchon en sportieve mini-jurken/ maxi-truien. Wit en ecru worden weer gedragen met pastel Jaquard motieven voor truien en vesten. BIJ al dat wit horen witte sjaals, petjes en sportieve suède laarzen met witte bontranden. De romantische Jurken en deux-pèces vallen op door bloemen, vrolijke felle kleuren in alle nuances van roze, rood en donkerrood, wijde rimpelrokken en wijde blouses. Samen met veelkkleurige omslagdoeken en sjaals doen ze denken aan de dracht van Russische boerinnetjes uit de vorige eeuw. Rechts: Blouson trui, gedragen op een witte wollen étaminc cirkel rok. Beenwarmers over ivoorkleurige schachtlaars. Links: Witte trui in gerstenkorrelpatroon wordt gedragen op een witte jodphur en witte blouse. De tweekleurige schoenen hebben profielzolen. De man in het midden: Witte melton jopper met gebreide garnering wordt gedragen op een grove corduroy jeans. De pullover is van ecruldeurig katoen. door Mink van Rijsdijk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 7