Kapitein Schol exposeert na zeventig jaar zijn zeilschepen ,iie kont je op zee niet verschuilen achter een ander' Over kasten en opruimen Uit brieven van lezers UW PROBLEEM OOK HET ONZE door Fred Lammers AMSTERDAM Zo'n zeven tig Jaar tekent en schildert hij nu, toch zijn er maar weinigen die zijn aquarellen, en dat zijn er in de loop der jaren veie tientallen geworden, hebben gezien. Jacob Schol, de 79-jari- ge kapitein in ruste uit Amster dam heeft het nooit nodig ge vonden met deze hobby aan de weg te timmeren. Nu hij bijna tachtig is heeft hij zich laten overhalen voor het eerst van zijn leven te exposeren. Tot en met 27 augustus hangt een selectie uit zijn werk te kijk in de historische boekhandel Erato aan de Kleine Houtstraat in Haarlem. Daar zijn aquarellen van zeilschepen te be zichtigen, want hoewel Jacob 8chol zich ook wel aan landschappen waagt thuis aan het Amsterdamse Archimedesplantsoen hangen een paar mooie werkstukken gemaakt in Drente en een tijd geleden zelfs een vaas met bloemen heeft uitge beeld omdat zijn vrouw temidden van al die boten ook graag iets an ders aan de wand wilde hebben, voelt Jacob zich toch vooral aange trokken tot het weergeven van sche pen uit de periode dat een schip nog een schip was, met opgestoken zei len de oceanen bevarend. Dat ls voor Jacob 8chol geen roman tische jongensdroom, hij kent zeil schepen uit ervaring. In zijn Jonge jaren heeft hij er op twee gevaren nadat hij ze eerder van onder tot boven had bekeken als er in Den Helder, waar Jacob Schol zijn Jeugd gedeeltelijk doorbracht, zo'n schip voor anker ging. Die belangstelling voor alles wat met schepen heeft te maken lag voor de hand. Een neefje heeft het eens uitgezocht. De Schol len zijn al eeuwenlang van vader op zoon zeelleden geweest. Ten tijde van de Oost Indische Compagnie was er al een Schol loods. Grootvader Jacob 8chol voer als Jon gen van twaalf al van Egmond uit op een vissersboot. Zo begon Je in die tijd. Dat was gebruikelijk. Op die manier leerde Je de Noordzee al vast kennen. Toen ik een schooljongen was had grootvader al lang pensioen. Ik heb veel met hem rondgezworven in de duinen. Grootvader kon prach tig vertellen en hij deed dat maar al te graag, in tegenstelling tot mijn vader, die ook loods was. maar een totaal ander karakter had. Vader was een ernstige, beetje in zichzelf gekeerde man, eigenlijk té serieus. Ik heb meer de ietwat lichtzinniger aard van grootvader die mijn moe der ook had. Mogelijk is dat onze ontdek ik een achttiende-eeuwse gravure. Jacob Schol heeft die bij zijn grootvader op zolder gevonden. Het stelt de haringbuis voor waarop lang geleden een Schol voer, die volgens het onderschrift kennelijk een buitenkansje had „De stuurman Schol riep tot zijn Sonen op de zee. Als Petrus tot zijn medevissers dee: Komt helpt het volle wandt, dat scheuren wil dog Legen. En dankt den Hemel voor zijn onverdiende Zegen". Ereburger De Ville de Dieppe, het eerste zeilschip waarop Jacob Schol voer Franse, inslag, want van moeders kant stam ik uit een Doopsgezinde Hugenotenfamilie". Baardje Jacob Schol Al die verhalen van grootvader Schol een forse man met een baardje onder zijn kin over zijn reisen naar Indië op een brik van honderd ton en de schipbreuken die hij had meege maakt kwamen steevast ter sprake als hij jarig was. „Ik zal nooit die verjaardagen verge ten in het oude huis aan de Spoor straat in Nieuwediep, de hoofdstraat van Den Helder, waar grootvader woonde. De achterkamer zat dan vol met ooms en tantes, neven en nich ten, allemaal varensgezellen met hun vrouwen. De petroleumlamp bo ven de tafel wierp een schemerig licht in de kamer. Voor ons kinderen was het dan zaak te proberen zolang mogelijk op te blijven om maar op te vangen van wat er werd gezegd. Ik heb wel onder de tafel gezeten en maar hopen dat je niet werd opge merkt door een van de tantes". „Op die verjaardagen bestond het mannelijk gezelschap hoofdzakelijk uit Jacobben en Hendrikken. Daar stond de familie 8chol om bekend. Het was op een gegeven moment zelfs zo dat als een Schol zich als stuurman kwam melden bij de Maat schappij Nederland een van de eer ste dingen die hem werd gevraagd was: ,3en je een Hendrik of een Jacob?" Tegenwoordig doen ze niet meer aan vernoemen. Er is nu nog maar één Jacob Schol in de familie". Kinine Vader Hendrik Schol ging, evenals Jacobs grootvader, bij de grote vaart maar hij moest het later dichter bij huis zoeken. „Ze hadden hem te veel kinine laten slikken toen hij in Indië malaria kreeg. Dat had zijn gezond heid ondermijnd". Jacob Schol Jr. zou ook naar zee gaan. „Dat stond gewoon vast Er is eigenlijk nooit over gepraat. Ik denk dat ze thuis vreemder hadden opge keken als ik niet naar zee had gewild, zo vanzelfsprekend was dat in onze familie. Jongens bewonderen hun vader. Ze willen worden als hij en als je dan bovendien nog een vader hebt die met schepen omgaat, wat is er mooier? Als ze me vroegen wat ik later wilde gaan doen, hoefde ik over het antwoord niet na te denken: stuurman worden. Vader vond het best maar hij wilde niet dat ik met een na de lagere school de zee op ging. Ik moest eerst naar de HBS, de Eerste Vijfjarige tegenover de Am- (foto's: Dirk Ketting) sterdamse Westerkerk, de stad waar we toen woonden. Dat vond ik min der leuk. In het begin ging het nog, maar al gauw gooide ik er met mijn pet naar, vooral als ik hoorde van vriendjes die een eind uit de buurt op schepen zaten. Op het eind van de tweede klas ging ik met mijn armen over elkaar achter mijn proefwerk zitten, wel wetend wat dat voor re sultaat zou hebben. Ik werd bij de directeur ontboden, die mij vaderlijk toesprak in de geest van dat het heel dom was mijn toekomst op zo'n ma nier te vergooien. Het eind van het liedje was dat ik een brief mee naar huis kreeg en ik wist drommels goed wat daar in stond: laat die Jongen maar naar zee gaan. Er is op school niets met hem te beginnen". „Op weg naar huis we woonden aan de Westerdoksdijk ging ik steeds langzamer lopen. Ik hoopte vurig dat mijn vader niet thuis zou zijn, maar hij was er wel. Hij pakte de brief van me aan, zette zijn lees bril op en las hem. zette toen zijn bril weer af en op dat moment zag ik een traan over zijn wang lopen. Wat heb ik me die dag doodongelukkig gevoeld. Wat heb ik die man aange daan verweet ik mezelf." Stuurmansleerling Jacob mocht gaan varen. Vader Schol zorgde er vla een bevriende relatie voor dat zijn zoon bij de KN8M in dienst kwam als stuur mansleerling. „Ik voer uit op de Eu terpe met kaas en boter voor Span je. Ik heb er een half jaar heerlijk gevaren, toen kwam ik op de Bac chus, waar ik vijftien gulden per maand ging verdienen, dat was vijf gulden meer dan op mijn eerste schip, maar het ging er aan boord zo vormelijk toe dat ik me er helemaal niet op mijn gemak voelde. Na een ruzietje met de kapitein over de koperen b&k waarin de bemanning overtollige pruimen kwijt kon, ben ik er in het Canadese Port Arthur vandoor gegaan om kort erop aan te monsteren op de Noorse bark Ville de Dieppe. Dat was pas echt varen. Op een zeilschip komt het op de mensen aan. Je vormt daar een team kerels die het met hun handen moeten doen. Ik heb die tijd eigen lijk de mooiste Jaren op zee gevon den, hoe boeiend het varen op al die andere schepen (Jacob Schol bracht het daar tot kapitein en werd ten slotte aan wal een van de directeu ren van rederij Vinke Co) ook was." Thuis hangen de herinneringen aan een bewogen leven, de aquarellen van de schepen die daarin een rol hebben gespeeld. Alle kamers zijn benut om werkstukken op te han gen. Temidden van al die aquarellen In de slaapkamer hangt het erebur gerschap van New Orleans, dat Ja cob Schol in de Jaren vijftig ontving. „Je moet er niet zo veel betekenis aan hechten, ik kreeg het uit hoofde van mijn functie, maar het is wel grappig als je bedenkt dat ik als jongen van een Jaar of zeventien zonder werk langs de havens van die stad zwierf". De herinneringen aan de oorlogsja ren, toen Jacob Schol de handen vol had aan het Nood Comité Zeeman nen dat de zorg op zich had geno men voor de gezinnen van de zeelui die zonder geallieerde vlag voeren, heeft kapitein Schol niet meer. „We hebben die papleren lang bewaard. Een paar jaar geleden hebben de leden van dat comité, die nog in leven waren er lang over gepraat of we ons archief aan dr L. de Jong zouden geven. Hij wilde het graag hebben voor zijn boeken over de Tweede Wereldoorlog. We hebben het niet gedaan. In die boeken van De Jong worden zoveel mensen om hoog geschreven die als het erop aankomt maar bitter weinig voor de goede zaak hebben gedaan. De heer C. Smit, destijds technisch inspec teur bij de VNS, sprak het beslissen de woord waar we het allemaal mee eens waren: We hebben het niet ge daan om het aan de grote klok te hangen. We deden niet meer dan onze Christenplicht zoals er in de oorlog velen hun plicht hebben ge daan. De Heer weet het en dat is genoeg. De dag erna hebben we ons hele archief verbrand." Aantrekkelijk beroep Jacob Schol vaart niet meer, maar schepen nemen nog steeds een grote plaats in zijn leven in. „Het is alle maal erg technisch geworden. Een schip kan nu als het moet zelfs zon der dat er mensen aan te pas komen op radar een haven binnen varen. Toch geloof ik dat zeeman worden nog steeds een aantrekkelijk beroep is voor jongens die lef hebben, slap pe figuren houden het op zee niet uit. Een stuurman in zijn eentje op de brug, een roerganger aan het roer, een matroos op de uitkijk staan allemaal voor een taak. Ze moeten zich waarmaken. Dat geldt ook voor de kapitein. Als kapitein ben je de baas aan boord, maar tegelijkertijd ben je aller dienaar. Je kunt je op zee niet verschuilen ach ter een ander." „Aan boord kun je niet doen alsof je een flinke vent bent. Je kunt ook niet doen alsof je vroom bent. Als dat niet echt is val je spoedig door de mand, want er wordt op zee heel wat afgepraat over God. Met bij komstigheden houden zeelui zich niet bezig. In zo'n gemeenschap als een schip, waar Je zoveel met elkaar hebt te maken, is voor flauwekul geen plaats. Ook op religieus gebied leer je dan hoofdzaken onderken nen. Als zeeman vraag je steeds meer af waar mensen op de wal zich toch zo druk over kunnen maken, met name op religeus gebied. Ik ben er bijvoorbeeld van overtuigd dat het koninkrijk vart God er slechts zal komen als wij het zelf maken. God heeft alles geschapen. Hij heeft de mens wetten gegeven maar ook de vrijheid er naar te leven of niet." Een mens verzamelt heel wat om zich heen in een aantal jaren. Het vervelende van opruimen is dat je meestal niet weet waar je het teveel aan spullen laten moet, spullen die toch niet weggegooid mogen worden. Bijna niemand heeft kastruimte of bergplaats die hij zou wensen. Verhuizen is eigenlijk de enige oplossing om radicaal te selecteren. Het hele huis reorganiseren kan natuurlijk ook, maar belde zijn uitersten. Uit Zweden komt onder de naam Elfa een handig lademand opberg systeem, waarmee bestaande kastruimte optimaal en heel overzichtelijk kan worden benut. De manden, rekken en roosters rusten op geleiders die zowel tegen de zijkant van kastwanden bevestigd kunnen worden als tegen de onderkant van planken. Een en ander is wel afhankelijk van bestaande breedtematen. De draadmanden zijn altijd 55 cm. diep en de breedte varieert oplopend in vier maten van 22.7 cm tot 52.7 cm. en ook de hoogte loopt op van 8.5 cm tot 38.5 cm. De afstand tussen de manden hoeft slechts anderhalve centimeter te bedragen, zodat hier werkelijk sprake is van optimale benutting. Kloppen de breedtematen niet, dan kunnen de manden opgehangen worden in een losstaand freera dat in vrijwel alle m maten op te bouwen is. In zo'n freefe' zitten om de tien centimeter opgelaste geleiders. De freems kunnen ook los buiten een kast geplaatst worden, desgewenst voorzien van een onderstuk met wieltjes. Denk maar eens buiten hrffr kleren/linnenegoed/gebeuren, aan knutselen, naaien, voorraden en speelgoed: dan zijn de mogelijkheden met dit systeem talloos. Elfa is te bestellen bij Cannon (die van de jaloezieduren), Hobbemastraay 15, hoek P. C. Hooftstraat, Amsterdam, telefoon 020-712624 of 711711. Folders met prijzen en maten op aanvraag. 1 Korte duidelijk geschreven, liefst aan óén kant getypte, brieven kunnen worden gestuurd naar: Secretaris Hoofdredactie Trouw/Kwartet, Postbus 859, Amsterdam. Bij publlkatie wordt de naam van de schrijver vermeld. Neutronenbom (7) 1. Wie garandeert bij toepassing van neutronenbom, dat het tot beperkte doelen blijft?; 2. wordt de N.bom daadwerkelijk ingezet dan leidt dit automatisch tot escalatie; 3. nl. in zet van tactische evt. strateg. wape nen; 4. de N.bom dringt de rol van de kernwapenen in het geheel niet te rug, juist omdat zij als artillerie granaat kan worden gebezigd; 5. ie der wapen is vuil, dat is waar, maar dat gesuggereerde mes in iemands rug op het Rembrandtplein, is een geheel ander criterium van geweld, welke bestrijding thuishoort bij jus titie, i.e. de politie, waaruit duidelijk haar humanitaire taak blijkt; 6. „alle wapenen afschaffen", maar dan geleidelijk, dat is het „ideaal." Gezien de onafgebroken reeks van oorlogen blijken de moderne wape nen niet afschrikwekkend te wer ken. Hard, nuchter en zakelijk oor delen en handelen zou dus moeten zijn een: „alle wapenen uit handen van de zondige mens te houden." De christelijke opdracht is: „zij zullen de oorlog niet meer leren." Ommen J. Wezenaar Militarisme (4) Uw commentaar op mijn ingezon den stukje „Militairisme als ideolo gie" raakt niet de kern van mijn opmerking. Die betreft niet het al of niet plegen van zelfmoord, maar „het als ideologie" aanhangen van het militairisme (althans wat u on der dat woord schijnt te verstaan). Daarover ging het, wat u niet onaar dig verdoezelt heeft door in de kop niet over „ideologie" te praten. Dit Impliceert Intussen niet, dat ik het eens ben met het door u blijkbaar als axioma aangenomen: zelfmoord plegen door defensie. Maar dat is wel een ander onderwerp. Bespre king daarvan met mensen die lijden aan de „atoombom-angstpsychose" (zoals die wordt gecultiveerd door IKV en PPR) lijkt mij vrijwel nutte loos. Dat is meer een taak voor een psychiater. Rotterdam C. P. van Renssen Militarisme (5) In het naschrift van de redactie op het ingezonden stuk van de heer van Renssen schrijft zij, dat de vergelij king vakbeweging en defensie mank gaat. „Welk vakbewegingslid is be reid zelfmoord te plegen bij een con flict?" Het spijt mij te moeten con stateren dat dit naschrift mintens zo mank gaat. Bij vrijwel alle vakbewe gingsconflicten gaat het, direct dan wel indirect, om geld (loon). Om dit te behouden dan wel te verkrijgen is men bereid geld (stakingskassen) in te zetten. Bij een oorlog gaat het om leven. Om dit te behouden is men bereid leven in te zetten. Tenzij u van mening bent dat b.v. bij el inlijving destijds bij Nazi-Duitsla of straks bij Sowjet-Rusland c.q, Oostbloklanden toch van werkel leven sprake kan ziln. Amstelveen J. van B Uitzendkrachten In het bericht „Gezinszorg m geen uitzendbureau wordi (Trouw/Kwartet 16 augustus 19 staat dat het FNV zich keert teg plannen van de staatssecreta Meijer (CRM). Volgens die plann zouden de instellingen voor gezii zorg gaan bemiddelen tussen hulpvragers (vaak bejaarden) en part-time gezinshelpsters. Het F1 vindt dat de instellingen voor i zinsverzorging de helpsters in diei moeten nemen voor niet meer d twee dagen of 13 uur per week, wa dan behoeven de instellingen to de gebruikelijke sociale lasten ni te betalen. Blijkt hier nu uit dat li FNV die sociale voorzieningen vc part-time gezinshulpen niet no< vindt? Hier dient te worden op| merkt, dat uitzendkrachten, ook die part-time werken, wel steeds der de sociale verzekering vallen vakantierechten e.d. hebben. Amsterdam drs W. G. H. Garrits» Algemene Boi Uitzend bureaus/A.B.U. VRAGEN uitsluitond in envelop sturen naar postbus 507. Voorburg Per vraag een gulden in postzegels, het liefst in waarden van 55 en 45 ets bi|voegen, en beslist niet aan de buitenkant opplakken Geheimhouding verzekerd Briefkaarten worden terzgde gelegd VRAAG: Wij spraken het in uw ru briek geplaatste antwoord over de efa ook wel bath genoemd. In onze Chr. Encyclopedie wordt de inhoud van die maat geschat op ongeveer 22 liter. In een ander deel van dat werk wordt de gomer 1/10 van de efa op 3,644 liter gesteld en volgens Ségré zou het 2,183 liter zijn. Volgens ons klopt dit niet Maar wat zegt u er van? ANTWOORD: Heerlijk voor ons, dat we nu net een Israëlisch theoloog als gast hadden, van wie er voor ons veel op te staken viel, zodat de in houd van gomer en efa niet uit de toon vielen. In het oude Israël was de maat van de inhoud en gewicht beslist niet overal gelijk. Een gomer of zoals onze zegsvrouwe het noem de. een maatkopje, werd wel eens van ander materiaal gemaakt en precies als in ons eigen land, voor maten en gewichten gestandardi- seerd werden, had elk stadje en ge huchtje eigen maatstaven (en eigen kooplieden). Natuurlijk werd er ook wel eens mee geknoeid en niet voor mets wordt er in de bijbel gewezen dat een maat afgestreken en uitge drukt moet worden, dus helemaal vol, maar ook helemaal leeg, na ge bruik. Zonder een stel authentieke maatkoppen valt er weinig over te zeggen. VMAA& Is het mogelijk iets meer te v«WTIéh <mt'VfeKfUii? antwoord- Dié n. die er'rttis- sëWen nfet WJ hoort, maakt het be- antwoorden wel ingewikkeld Als u bedoelt de dirigent-componist An ton Webem, ja dan moet ik u verwij zen naar het boekje van Ernst Ver meulen, uitgegeven in 1976 door de Stichting Het Residentie-Orkest te Den Haag. Men kan het werk en de betekenis van deze kunstenaar nu eenmaal niet uitleggen, zonder een goede documentatie en daaraan moet voorafgaan het herhaalde ma len beluisteren van die muziek. Een andere Weber (Andreas Paul) zou meer bekendheid in Nederland moeten hebben. Van hem wordt ie der Jaar bij F. Bruckmann K.G. te München een „Kritischer Kalender" uitgegeven, elke keer weer een sati risch Juweel met 27 uitstekend gere produceerde litho's, haarscherp pas send bij door hem zelf her en der opgescharrelde teksten (15-18 DM). Tenslotte Weber, van wie men in Nederland eigenlijk niet veel meer weet dan dat hij zich inzet tegen de afslachting van de Jonge zeehondjes in Canada. Deze Zwitser heeft in zijn eigen land zo'n grote bekendheid, dat een brief aan hem gericht, met niets andera dan „Zwitserland" als nader adres, toch wel terecht komt Hij ls bewaker en vechter als de natuur bedreigd wordt, in de eerste plaats natuurlijk in Zwitserland. Daar dreigden de mooiste plekjes van het Engadln onder het asfalt van parkeerterreinen te verdwijnen en werden veel voorbereidingen ge troffen tot het bouwen van geweldi ge massa-slaapgelegenheden voor toeristen. Ook in het kanton Valais, waar de kleinste gehuchten volge- smeten worden met namaak chalets en hotelflats looft en haat men Franz Weber. In Lausanne wist hij een snelweg door de wijk Ouchy te voorkomen en zo kan men nog wel even doorgaan. Maar ook bulten zijn eigen land, en we denken dan aan „les Alpilles" bij de monding van de Rhöne en aan het stadje Asolo (bo ven Venetië), werd een verbeten strijd geleverd voor het behoud van onvervangbaar natuurschoon. Een Nederlands econoom Prof C. A. Ver rijn Stuart) heeft eens gezegd: Zo op één plaats in de maatschappij ver kwisting optreedt, zo laat deze zich overal gevoelen. Iets anders zegt Franz Weber: Als de schoonheid van de aarde ergens wordt aangetast, moet leder dat zien en voelen als een persoonlijke mishandeling. VRAAG: Wij zagen laatst een hoge houten armstoel, een zetel zou een beter woord er voor zijn. Onder de zitting was een uittrekbare lade. Wat zou de bedoeling daarvan ge- zijn? ANTWOORD: Daar zouden verschil lende antwoorden op gegeven kun nen worden: In de 17de eeuw was zo'n lade wel erg gemakkelijk om er de tabak en de pijpen in te bewaren. Ook werd een dergelijke lade ge bruikt om er de bijbel en psalmen boeken in op te bergen. Zo'n 75 Jaar geleden werd in vele gezinnen de dag besloten met een avondgebed (geknield) en door degenen die lezen konden, ook uit de eigen psalmboe ken gezongen. Wie niet kon lezen, kende die verzen wel uit het hoofd. Alle „bijbeltjes" lagen bij elkaar in een lade of op een schapje. Een onzer lezers heeft een heel andere gedachte over de „troon" die reeds heel lang bezit van zijn familie is. De stoel kwam oorspronkelijk uit Schotland, vertelde hij en. Ja wat zou een 8chot altijd liever bij de hand hebben dan een paar stevige flessen 8chotse whisky? Afgezien nog van de whisky, lijkt het me heerlijk zo'n zetel met een heel hoge leuning en zo'n la bij de hand te hebben, waar altijd een potlood en een papiertje, een bril, sleutels, han- saplast, portemonnaie, enz., al die troep, die een handtas zo zwaar maakt, in zou kunnen. VRAAG: In ons bezit is een heel oud familiealbum met foto's. Hoe we er aan kwamen weten we niet goed. (Misschien uit achtergelaten boeken en plaatwerken in Indonesië?). In elk geval staan op een paar foto's de namen: mr Abraham van der Bell Advocaat en Secretaris van het Zee- regt te Rotterdam en Vrouwe Elisa beth van Lelyveld, echtgenote van Mr A. v. d. B. Getuige de andere foto's woonden er ook familieleden in Batavia. We willen graag dit al bum aan belanghebbenden terugge ven, maar weten niet hoe we dat moeten doen. Misschien weet u er iets op. ANTWOORD: Ik hoop voor u, dat het publiceren van deze namen eni ge reactie zal oproepen. Uw naam noemen we er in onze rubriek niet bij. AANVULLING en REACTIE van le zeres met betrekking tot vlekken in suèdekleding. Helaas moeten we deze brief ietwat bekortenr Een suè- de broek was heel erg smoezelig, maar na een wandeling bij flinke wind door de duinen en over het strand, bleek het fijne striemende zand een goede uitwerking op het duède gehad te hebben. Een Jasje van een collega hebben ze toen een goede beurt gegeven met volière- zand. Onze reactie: In principe is het dezelfde methode als het schuren met een hard borsteltje of met fijn schuurpapier, maar rollebollen in de duinen en op het strand is in elk geval heel wat leuker. Oudere leze ressen (ik ook!) maakten mee, dat we bij elke wandeling van te voren moesten vertellen, waarheen, met wie, wanneer en hoe lang. We waren bedreven in het beantwoorden van deze vragen, maar het is toch wel jammer, dat we aan deze mogelijk heid nooit gedacht hebben! VRAAG: Ik heb een tafeltje dat men „Tunbridge" noemt Het blad (het is niet zo heel groot) lijkt op een niet Ingevulde kruiswoordpuzzel alle maal heel kleine lichte en donkere vierkantjes. Het is een kostbaar stuk. Ik hoef helemaal niet te weten hoeveel het waard ls. maar ik zou wel graag willen weten, hoe zulk fijn inlegwerk wordt vervaardigd en of men dat nog doet ANTWOORD: Gelukkig dat u naam van het soort meubeltje er noemde, want het is niet zo moeil daarover iets te vinden. Ook wa deren we het dat we niet met een opstap moeten bij onze relaties: kunnen die dingen niet achterlat want dan raken ze beslist zoek en het 's avonds nog steeds zo li licht is. is projectie van een plaa moeilijk. Niet alleen te Tunbrii Wells (Engeland), maar ook in Iti werd wel gebruik gemaakt van d „inleg"-methode. Stelt u zich vo vierkante, lange sliertjes hout verschillende kleuren worden gens een bepaald patroon aan kaar gelijmd en stevig tegen el* geperst. Als dit alles goed hard worden is, worden van het al gevormde vierkante paaltje, st jes, dun of dik maakt niets uit, a! zaagd en op die manier heeft n vierkanten van gelijk patroon daarmee werd uw tafeltje lngelc Moeilijker wordt het, als het t kante paaltje door vijlen en schu in een rond of ander model gebn wordt. Als de gebruikte lijm i hard genoeg was, kwam er nah lijk niets van terecht. U schreef, u dit werk ook wel in steen I gezien, maar m.i. kan dat dan oni gelijk zo heel fijn zijn geweest aü tafelblad. Het systeem is daarbij heel anders: Mozaïek (pietre d werd gemaakt door op een gl* meestal marmeren onderlaag se1 Jes gekleurd marmer (elk patrofl dan ook mogelijk) met cementl vast te plakken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 6