Kapitein Schol exposeert na
zeventig jaar zijn zeilschepen
,iie kont je op zee niet verschuilen achter een ander'
Over kasten en opruimen
Uit brieven van lezers
UW PROBLEEM OOK HET ONZE
door Fred Lammers
AMSTERDAM Zo'n zeven
tig Jaar tekent en schildert hij
nu, toch zijn er maar weinigen
die zijn aquarellen, en dat zijn
er in de loop der jaren veie
tientallen geworden, hebben
gezien. Jacob Schol, de 79-jari-
ge kapitein in ruste uit Amster
dam heeft het nooit nodig ge
vonden met deze hobby aan de
weg te timmeren.
Nu hij bijna tachtig is heeft hij zich
laten overhalen voor het eerst van
zijn leven te exposeren. Tot en met
27 augustus hangt een selectie uit
zijn werk te kijk in de historische
boekhandel Erato aan de Kleine
Houtstraat in Haarlem. Daar zijn
aquarellen van zeilschepen te be
zichtigen, want hoewel Jacob 8chol
zich ook wel aan landschappen
waagt thuis aan het Amsterdamse
Archimedesplantsoen hangen een
paar mooie werkstukken gemaakt in
Drente en een tijd geleden zelfs
een vaas met bloemen heeft uitge
beeld omdat zijn vrouw temidden
van al die boten ook graag iets an
ders aan de wand wilde hebben,
voelt Jacob zich toch vooral aange
trokken tot het weergeven van sche
pen uit de periode dat een schip nog
een schip was, met opgestoken zei
len de oceanen bevarend.
Dat ls voor Jacob 8chol geen roman
tische jongensdroom, hij kent zeil
schepen uit ervaring. In zijn Jonge
jaren heeft hij er op twee gevaren
nadat hij ze eerder van onder tot
boven had bekeken als er in Den
Helder, waar Jacob Schol zijn Jeugd
gedeeltelijk doorbracht, zo'n schip
voor anker ging. Die belangstelling
voor alles wat met schepen heeft te
maken lag voor de hand. Een neefje
heeft het eens uitgezocht. De Schol
len zijn al eeuwenlang van vader op
zoon zeelleden geweest. Ten tijde
van de Oost Indische Compagnie
was er al een Schol loods.
Grootvader Jacob 8chol voer als Jon
gen van twaalf al van Egmond uit op
een vissersboot. Zo begon Je in die
tijd. Dat was gebruikelijk. Op die
manier leerde Je de Noordzee al vast
kennen. Toen ik een schooljongen
was had grootvader al lang pensioen.
Ik heb veel met hem rondgezworven
in de duinen. Grootvader kon prach
tig vertellen en hij deed dat maar al
te graag, in tegenstelling tot mijn
vader, die ook loods was. maar een
totaal ander karakter had. Vader
was een ernstige, beetje in zichzelf
gekeerde man, eigenlijk té serieus.
Ik heb meer de ietwat lichtzinniger
aard van grootvader die mijn moe
der ook had. Mogelijk is dat onze
ontdek ik een achttiende-eeuwse
gravure. Jacob Schol heeft die bij
zijn grootvader op zolder gevonden.
Het stelt de haringbuis voor waarop
lang geleden een Schol voer, die
volgens het onderschrift kennelijk
een buitenkansje had „De stuurman
Schol riep tot zijn Sonen op de zee.
Als Petrus tot zijn medevissers dee:
Komt helpt het volle wandt, dat
scheuren wil dog Legen. En dankt
den Hemel voor zijn onverdiende
Zegen".
Ereburger
De Ville de Dieppe, het eerste zeilschip waarop Jacob Schol voer
Franse, inslag, want van moeders
kant stam ik uit een Doopsgezinde
Hugenotenfamilie".
Baardje
Jacob Schol
Al die verhalen van grootvader Schol
een forse man met een baardje
onder zijn kin over zijn reisen naar
Indië op een brik van honderd ton en
de schipbreuken die hij had meege
maakt kwamen steevast ter sprake
als hij jarig was.
„Ik zal nooit die verjaardagen verge
ten in het oude huis aan de Spoor
straat in Nieuwediep, de hoofdstraat
van Den Helder, waar grootvader
woonde. De achterkamer zat dan vol
met ooms en tantes, neven en nich
ten, allemaal varensgezellen met
hun vrouwen. De petroleumlamp bo
ven de tafel wierp een schemerig
licht in de kamer. Voor ons kinderen
was het dan zaak te proberen zolang
mogelijk op te blijven om maar op te
vangen van wat er werd gezegd. Ik
heb wel onder de tafel gezeten en
maar hopen dat je niet werd opge
merkt door een van de tantes".
„Op die verjaardagen bestond het
mannelijk gezelschap hoofdzakelijk
uit Jacobben en Hendrikken. Daar
stond de familie 8chol om bekend.
Het was op een gegeven moment
zelfs zo dat als een Schol zich als
stuurman kwam melden bij de Maat
schappij Nederland een van de eer
ste dingen die hem werd gevraagd
was: ,3en je een Hendrik of een
Jacob?" Tegenwoordig doen ze niet
meer aan vernoemen. Er is nu nog
maar één Jacob Schol in de familie".
Kinine
Vader Hendrik Schol ging, evenals
Jacobs grootvader, bij de grote vaart
maar hij moest het later dichter bij
huis zoeken. „Ze hadden hem te veel
kinine laten slikken toen hij in Indië
malaria kreeg. Dat had zijn gezond
heid ondermijnd".
Jacob Schol Jr. zou ook naar zee
gaan. „Dat stond gewoon vast Er is
eigenlijk nooit over gepraat. Ik denk
dat ze thuis vreemder hadden opge
keken als ik niet naar zee had gewild,
zo vanzelfsprekend was dat in onze
familie. Jongens bewonderen hun
vader. Ze willen worden als hij en als
je dan bovendien nog een vader hebt
die met schepen omgaat, wat is er
mooier? Als ze me vroegen wat ik
later wilde gaan doen, hoefde ik over
het antwoord niet na te denken:
stuurman worden. Vader vond het
best maar hij wilde niet dat ik met
een na de lagere school de zee op
ging. Ik moest eerst naar de HBS, de
Eerste Vijfjarige tegenover de Am-
(foto's: Dirk Ketting)
sterdamse Westerkerk, de stad waar
we toen woonden. Dat vond ik min
der leuk. In het begin ging het nog,
maar al gauw gooide ik er met mijn
pet naar, vooral als ik hoorde van
vriendjes die een eind uit de buurt
op schepen zaten. Op het eind van de
tweede klas ging ik met mijn armen
over elkaar achter mijn proefwerk
zitten, wel wetend wat dat voor re
sultaat zou hebben. Ik werd bij de
directeur ontboden, die mij vaderlijk
toesprak in de geest van dat het heel
dom was mijn toekomst op zo'n ma
nier te vergooien. Het eind van het
liedje was dat ik een brief mee naar
huis kreeg en ik wist drommels goed
wat daar in stond: laat die Jongen
maar naar zee gaan. Er is op school
niets met hem te beginnen".
„Op weg naar huis we woonden
aan de Westerdoksdijk ging ik
steeds langzamer lopen. Ik hoopte
vurig dat mijn vader niet thuis zou
zijn, maar hij was er wel. Hij pakte
de brief van me aan, zette zijn lees
bril op en las hem. zette toen zijn
bril weer af en op dat moment zag ik
een traan over zijn wang lopen. Wat
heb ik me die dag doodongelukkig
gevoeld. Wat heb ik die man aange
daan verweet ik mezelf."
Stuurmansleerling
Jacob mocht gaan varen. Vader
Schol zorgde er vla een bevriende
relatie voor dat zijn zoon bij de
KN8M in dienst kwam als stuur
mansleerling. „Ik voer uit op de Eu
terpe met kaas en boter voor Span
je. Ik heb er een half jaar heerlijk
gevaren, toen kwam ik op de Bac
chus, waar ik vijftien gulden per
maand ging verdienen, dat was vijf
gulden meer dan op mijn eerste
schip, maar het ging er aan boord zo
vormelijk toe dat ik me er helemaal
niet op mijn gemak voelde. Na een
ruzietje met de kapitein over de
koperen b&k waarin de bemanning
overtollige pruimen kwijt kon, ben
ik er in het Canadese Port Arthur
vandoor gegaan om kort erop aan te
monsteren op de Noorse bark Ville
de Dieppe. Dat was pas echt varen.
Op een zeilschip komt het op de
mensen aan. Je vormt daar een
team kerels die het met hun handen
moeten doen. Ik heb die tijd eigen
lijk de mooiste Jaren op zee gevon
den, hoe boeiend het varen op al die
andere schepen (Jacob Schol bracht
het daar tot kapitein en werd ten
slotte aan wal een van de directeu
ren van rederij Vinke Co) ook
was."
Thuis hangen de herinneringen aan
een bewogen leven, de aquarellen
van de schepen die daarin een rol
hebben gespeeld. Alle kamers zijn
benut om werkstukken op te han
gen. Temidden van al die aquarellen
In de slaapkamer hangt het erebur
gerschap van New Orleans, dat Ja
cob Schol in de Jaren vijftig ontving.
„Je moet er niet zo veel betekenis
aan hechten, ik kreeg het uit hoofde
van mijn functie, maar het is wel
grappig als je bedenkt dat ik als
jongen van een Jaar of zeventien
zonder werk langs de havens van die
stad zwierf".
De herinneringen aan de oorlogsja
ren, toen Jacob Schol de handen vol
had aan het Nood Comité Zeeman
nen dat de zorg op zich had geno
men voor de gezinnen van de zeelui
die zonder geallieerde vlag voeren,
heeft kapitein Schol niet meer. „We
hebben die papleren lang bewaard.
Een paar jaar geleden hebben de
leden van dat comité, die nog in
leven waren er lang over gepraat of
we ons archief aan dr L. de Jong
zouden geven. Hij wilde het graag
hebben voor zijn boeken over de
Tweede Wereldoorlog. We hebben
het niet gedaan. In die boeken van
De Jong worden zoveel mensen om
hoog geschreven die als het erop
aankomt maar bitter weinig voor de
goede zaak hebben gedaan. De heer
C. Smit, destijds technisch inspec
teur bij de VNS, sprak het beslissen
de woord waar we het allemaal mee
eens waren: We hebben het niet ge
daan om het aan de grote klok te
hangen. We deden niet meer dan
onze Christenplicht zoals er in de
oorlog velen hun plicht hebben ge
daan. De Heer weet het en dat is
genoeg. De dag erna hebben we ons
hele archief verbrand."
Aantrekkelijk beroep
Jacob Schol vaart niet meer, maar
schepen nemen nog steeds een grote
plaats in zijn leven in. „Het is alle
maal erg technisch geworden. Een
schip kan nu als het moet zelfs zon
der dat er mensen aan te pas komen
op radar een haven binnen varen.
Toch geloof ik dat zeeman worden
nog steeds een aantrekkelijk beroep
is voor jongens die lef hebben, slap
pe figuren houden het op zee niet
uit. Een stuurman in zijn eentje op
de brug, een roerganger aan het
roer, een matroos op de uitkijk
staan allemaal voor een taak. Ze
moeten zich waarmaken. Dat geldt
ook voor de kapitein. Als kapitein
ben je de baas aan boord, maar
tegelijkertijd ben je aller dienaar. Je
kunt je op zee niet verschuilen ach
ter een ander."
„Aan boord kun je niet doen alsof je
een flinke vent bent. Je kunt ook
niet doen alsof je vroom bent. Als
dat niet echt is val je spoedig door
de mand, want er wordt op zee heel
wat afgepraat over God. Met bij
komstigheden houden zeelui zich
niet bezig. In zo'n gemeenschap als
een schip, waar Je zoveel met elkaar
hebt te maken, is voor flauwekul
geen plaats. Ook op religieus gebied
leer je dan hoofdzaken onderken
nen. Als zeeman vraag je steeds
meer af waar mensen op de wal zich
toch zo druk over kunnen maken,
met name op religeus gebied. Ik ben
er bijvoorbeeld van overtuigd dat
het koninkrijk vart God er slechts
zal komen als wij het zelf maken.
God heeft alles geschapen. Hij heeft
de mens wetten gegeven maar ook
de vrijheid er naar te leven of niet."
Een mens verzamelt heel wat om
zich heen in een aantal jaren. Het
vervelende van opruimen is dat je
meestal niet weet waar je het teveel
aan spullen laten moet, spullen die
toch niet weggegooid mogen worden.
Bijna niemand heeft kastruimte of
bergplaats die hij zou wensen.
Verhuizen is eigenlijk de enige
oplossing om radicaal te selecteren.
Het hele huis reorganiseren kan
natuurlijk ook, maar belde zijn
uitersten.
Uit Zweden komt onder de naam
Elfa een handig lademand opberg
systeem, waarmee bestaande
kastruimte optimaal en heel
overzichtelijk kan worden benut. De
manden, rekken en roosters rusten
op geleiders die zowel tegen de
zijkant van kastwanden bevestigd
kunnen worden als tegen de
onderkant van planken. Een en
ander is wel afhankelijk van
bestaande breedtematen. De
draadmanden zijn altijd 55 cm. diep
en de breedte varieert oplopend in
vier maten van 22.7 cm tot 52.7 cm.
en ook de hoogte loopt op van 8.5 cm
tot 38.5 cm. De afstand tussen de
manden hoeft slechts anderhalve
centimeter te bedragen, zodat hier
werkelijk sprake is van optimale
benutting. Kloppen de
breedtematen niet, dan kunnen de
manden opgehangen worden in een
losstaand freera dat in vrijwel alle
m
maten op te bouwen is. In zo'n freefe'
zitten om de tien centimeter
opgelaste geleiders. De freems
kunnen ook los buiten een kast
geplaatst worden, desgewenst
voorzien van een onderstuk met
wieltjes. Denk maar eens buiten hrffr
kleren/linnenegoed/gebeuren, aan
knutselen, naaien, voorraden en
speelgoed: dan zijn de
mogelijkheden met dit systeem
talloos.
Elfa is te bestellen bij Cannon (die
van de jaloezieduren),
Hobbemastraay 15, hoek P. C.
Hooftstraat, Amsterdam, telefoon
020-712624 of 711711. Folders met
prijzen en maten op aanvraag.
1
Korte duidelijk geschreven, liefst aan óén kant getypte, brieven kunnen worden gestuurd naar: Secretaris Hoofdredactie
Trouw/Kwartet, Postbus 859, Amsterdam. Bij publlkatie wordt de naam van de schrijver vermeld.
Neutronenbom (7)
1. Wie garandeert bij toepassing van
neutronenbom, dat het tot beperkte
doelen blijft?; 2. wordt de N.bom
daadwerkelijk ingezet dan leidt dit
automatisch tot escalatie; 3. nl. in
zet van tactische evt. strateg. wape
nen; 4. de N.bom dringt de rol van de
kernwapenen in het geheel niet te
rug, juist omdat zij als artillerie
granaat kan worden gebezigd; 5. ie
der wapen is vuil, dat is waar, maar
dat gesuggereerde mes in iemands
rug op het Rembrandtplein, is een
geheel ander criterium van geweld,
welke bestrijding thuishoort bij jus
titie, i.e. de politie, waaruit duidelijk
haar humanitaire taak blijkt; 6.
„alle wapenen afschaffen", maar
dan geleidelijk, dat is het „ideaal."
Gezien de onafgebroken reeks van
oorlogen blijken de moderne wape
nen niet afschrikwekkend te wer
ken. Hard, nuchter en zakelijk oor
delen en handelen zou dus moeten
zijn een: „alle wapenen uit handen
van de zondige mens te houden." De
christelijke opdracht is: „zij zullen
de oorlog niet meer leren."
Ommen J. Wezenaar
Militarisme (4)
Uw commentaar op mijn ingezon
den stukje „Militairisme als ideolo
gie" raakt niet de kern van mijn
opmerking. Die betreft niet het al of
niet plegen van zelfmoord, maar
„het als ideologie" aanhangen van
het militairisme (althans wat u on
der dat woord schijnt te verstaan).
Daarover ging het, wat u niet onaar
dig verdoezelt heeft door in de kop
niet over „ideologie" te praten. Dit
Impliceert Intussen niet, dat ik het
eens ben met het door u blijkbaar
als axioma aangenomen: zelfmoord
plegen door defensie. Maar dat is
wel een ander onderwerp. Bespre
king daarvan met mensen die lijden
aan de „atoombom-angstpsychose"
(zoals die wordt gecultiveerd door
IKV en PPR) lijkt mij vrijwel nutte
loos. Dat is meer een taak voor een
psychiater.
Rotterdam C. P. van Renssen
Militarisme (5)
In het naschrift van de redactie op
het ingezonden stuk van de heer van
Renssen schrijft zij, dat de vergelij
king vakbeweging en defensie mank
gaat. „Welk vakbewegingslid is be
reid zelfmoord te plegen bij een con
flict?" Het spijt mij te moeten con
stateren dat dit naschrift mintens zo
mank gaat. Bij vrijwel alle vakbewe
gingsconflicten gaat het, direct dan
wel indirect, om geld (loon). Om dit
te behouden dan wel te verkrijgen is
men bereid geld (stakingskassen) in
te zetten. Bij een oorlog gaat het om
leven. Om dit te behouden is men
bereid leven in te zetten. Tenzij u
van mening bent dat b.v. bij el
inlijving destijds bij Nazi-Duitsla
of straks bij Sowjet-Rusland c.q,
Oostbloklanden toch van werkel
leven sprake kan ziln.
Amstelveen J. van B
Uitzendkrachten
In het bericht „Gezinszorg m
geen uitzendbureau wordi
(Trouw/Kwartet 16 augustus 19
staat dat het FNV zich keert teg
plannen van de staatssecreta
Meijer (CRM). Volgens die plann
zouden de instellingen voor gezii
zorg gaan bemiddelen tussen
hulpvragers (vaak bejaarden) en
part-time gezinshelpsters. Het F1
vindt dat de instellingen voor i
zinsverzorging de helpsters in diei
moeten nemen voor niet meer d
twee dagen of 13 uur per week, wa
dan behoeven de instellingen to
de gebruikelijke sociale lasten ni
te betalen. Blijkt hier nu uit dat li
FNV die sociale voorzieningen vc
part-time gezinshulpen niet no<
vindt? Hier dient te worden op|
merkt, dat uitzendkrachten, ook
die part-time werken, wel steeds
der de sociale verzekering vallen
vakantierechten e.d. hebben.
Amsterdam
drs W. G. H. Garrits»
Algemene Boi
Uitzend
bureaus/A.B.U.
VRAGEN uitsluitond in envelop sturen naar postbus 507. Voorburg
Per vraag een gulden in postzegels, het liefst in waarden van 55 en
45 ets bi|voegen, en beslist niet aan de buitenkant opplakken
Geheimhouding verzekerd Briefkaarten worden terzgde gelegd
VRAAG: Wij spraken het in uw ru
briek geplaatste antwoord over de
efa ook wel bath genoemd. In onze
Chr. Encyclopedie wordt de inhoud
van die maat geschat op ongeveer 22
liter. In een ander deel van dat werk
wordt de gomer 1/10 van de efa op
3,644 liter gesteld en volgens Ségré
zou het 2,183 liter zijn. Volgens ons
klopt dit niet Maar wat zegt u er
van?
ANTWOORD: Heerlijk voor ons, dat
we nu net een Israëlisch theoloog als
gast hadden, van wie er voor ons
veel op te staken viel, zodat de in
houd van gomer en efa niet uit de
toon vielen. In het oude Israël was
de maat van de inhoud en gewicht
beslist niet overal gelijk. Een gomer
of zoals onze zegsvrouwe het noem
de. een maatkopje, werd wel eens
van ander materiaal gemaakt en
precies als in ons eigen land, voor
maten en gewichten gestandardi-
seerd werden, had elk stadje en ge
huchtje eigen maatstaven (en eigen
kooplieden). Natuurlijk werd er ook
wel eens mee geknoeid en niet voor
mets wordt er in de bijbel gewezen
dat een maat afgestreken en uitge
drukt moet worden, dus helemaal
vol, maar ook helemaal leeg, na ge
bruik. Zonder een stel authentieke
maatkoppen valt er weinig over te
zeggen.
VMAA& Is het mogelijk iets meer te
v«WTIéh <mt'VfeKfUii?
antwoord- Dié n. die er'rttis-
sëWen nfet WJ hoort, maakt het be-
antwoorden wel ingewikkeld Als u
bedoelt de dirigent-componist An
ton Webem, ja dan moet ik u verwij
zen naar het boekje van Ernst Ver
meulen, uitgegeven in 1976 door de
Stichting Het Residentie-Orkest te
Den Haag. Men kan het werk en de
betekenis van deze kunstenaar nu
eenmaal niet uitleggen, zonder een
goede documentatie en daaraan
moet voorafgaan het herhaalde ma
len beluisteren van die muziek.
Een andere Weber (Andreas Paul)
zou meer bekendheid in Nederland
moeten hebben. Van hem wordt ie
der Jaar bij F. Bruckmann K.G. te
München een „Kritischer Kalender"
uitgegeven, elke keer weer een sati
risch Juweel met 27 uitstekend gere
produceerde litho's, haarscherp pas
send bij door hem zelf her en der
opgescharrelde teksten (15-18 DM).
Tenslotte Weber, van wie men in
Nederland eigenlijk niet veel meer
weet dan dat hij zich inzet tegen de
afslachting van de Jonge zeehondjes
in Canada. Deze Zwitser heeft in zijn
eigen land zo'n grote bekendheid,
dat een brief aan hem gericht, met
niets andera dan „Zwitserland" als
nader adres, toch wel terecht komt
Hij ls bewaker en vechter als de
natuur bedreigd wordt, in de eerste
plaats natuurlijk in Zwitserland.
Daar dreigden de mooiste plekjes
van het Engadln onder het asfalt
van parkeerterreinen te verdwijnen
en werden veel voorbereidingen ge
troffen tot het bouwen van geweldi
ge massa-slaapgelegenheden voor
toeristen. Ook in het kanton Valais,
waar de kleinste gehuchten volge-
smeten worden met namaak chalets
en hotelflats looft en haat men
Franz Weber. In Lausanne wist hij
een snelweg door de wijk Ouchy te
voorkomen en zo kan men nog wel
even doorgaan. Maar ook bulten zijn
eigen land, en we denken dan aan
„les Alpilles" bij de monding van de
Rhöne en aan het stadje Asolo (bo
ven Venetië), werd een verbeten
strijd geleverd voor het behoud van
onvervangbaar natuurschoon. Een
Nederlands econoom Prof C. A. Ver
rijn Stuart) heeft eens gezegd: Zo op
één plaats in de maatschappij ver
kwisting optreedt, zo laat deze zich
overal gevoelen. Iets anders zegt
Franz Weber: Als de schoonheid van
de aarde ergens wordt aangetast,
moet leder dat zien en voelen als een
persoonlijke mishandeling.
VRAAG: Wij zagen laatst een hoge
houten armstoel, een zetel zou een
beter woord er voor zijn. Onder de
zitting was een uittrekbare lade.
Wat zou de bedoeling daarvan ge-
zijn?
ANTWOORD: Daar zouden verschil
lende antwoorden op gegeven kun
nen worden: In de 17de eeuw was
zo'n lade wel erg gemakkelijk om er
de tabak en de pijpen in te bewaren.
Ook werd een dergelijke lade ge
bruikt om er de bijbel en psalmen
boeken in op te bergen. Zo'n 75 Jaar
geleden werd in vele gezinnen de
dag besloten met een avondgebed
(geknield) en door degenen die lezen
konden, ook uit de eigen psalmboe
ken gezongen. Wie niet kon lezen,
kende die verzen wel uit het hoofd.
Alle „bijbeltjes" lagen bij elkaar in
een lade of op een schapje. Een
onzer lezers heeft een heel andere
gedachte over de „troon" die reeds
heel lang bezit van zijn familie is. De
stoel kwam oorspronkelijk uit
Schotland, vertelde hij en. Ja wat
zou een 8chot altijd liever bij de
hand hebben dan een paar stevige
flessen 8chotse whisky? Afgezien
nog van de whisky, lijkt het me
heerlijk zo'n zetel met een heel hoge
leuning en zo'n la bij de hand te
hebben, waar altijd een potlood en
een papiertje, een bril, sleutels, han-
saplast, portemonnaie, enz., al die
troep, die een handtas zo zwaar
maakt, in zou kunnen.
VRAAG: In ons bezit is een heel oud
familiealbum met foto's. Hoe we er
aan kwamen weten we niet goed.
(Misschien uit achtergelaten boeken
en plaatwerken in Indonesië?). In
elk geval staan op een paar foto's de
namen: mr Abraham van der Bell
Advocaat en Secretaris van het Zee-
regt te Rotterdam en Vrouwe Elisa
beth van Lelyveld, echtgenote van
Mr A. v. d. B. Getuige de andere
foto's woonden er ook familieleden
in Batavia. We willen graag dit al
bum aan belanghebbenden terugge
ven, maar weten niet hoe we dat
moeten doen. Misschien weet u er
iets op.
ANTWOORD: Ik hoop voor u, dat
het publiceren van deze namen eni
ge reactie zal oproepen. Uw naam
noemen we er in onze rubriek niet
bij.
AANVULLING en REACTIE van le
zeres met betrekking tot vlekken in
suèdekleding. Helaas moeten we
deze brief ietwat bekortenr Een suè-
de broek was heel erg smoezelig,
maar na een wandeling bij flinke
wind door de duinen en over het
strand, bleek het fijne striemende
zand een goede uitwerking op het
duède gehad te hebben. Een Jasje
van een collega hebben ze toen een
goede beurt gegeven met volière-
zand. Onze reactie: In principe is het
dezelfde methode als het schuren
met een hard borsteltje of met fijn
schuurpapier, maar rollebollen in de
duinen en op het strand is in elk
geval heel wat leuker. Oudere leze
ressen (ik ook!) maakten mee, dat
we bij elke wandeling van te voren
moesten vertellen, waarheen, met
wie, wanneer en hoe lang. We waren
bedreven in het beantwoorden van
deze vragen, maar het is toch wel
jammer, dat we aan deze mogelijk
heid nooit gedacht hebben!
VRAAG: Ik heb een tafeltje dat men
„Tunbridge" noemt Het blad (het is
niet zo heel groot) lijkt op een niet
Ingevulde kruiswoordpuzzel alle
maal heel kleine lichte en donkere
vierkantjes. Het is een kostbaar
stuk. Ik hoef helemaal niet te weten
hoeveel het waard ls. maar ik zou
wel graag willen weten, hoe zulk fijn
inlegwerk wordt vervaardigd en of
men dat nog doet
ANTWOORD: Gelukkig dat u
naam van het soort meubeltje er
noemde, want het is niet zo moeil
daarover iets te vinden. Ook wa
deren we het dat we niet met een
opstap moeten bij onze relaties:
kunnen die dingen niet achterlat
want dan raken ze beslist zoek en
het 's avonds nog steeds zo li
licht is. is projectie van een plaa
moeilijk. Niet alleen te Tunbrii
Wells (Engeland), maar ook in Iti
werd wel gebruik gemaakt van d
„inleg"-methode. Stelt u zich vo
vierkante, lange sliertjes hout
verschillende kleuren worden
gens een bepaald patroon aan
kaar gelijmd en stevig tegen el*
geperst. Als dit alles goed hard
worden is, worden van het al
gevormde vierkante paaltje, st
jes, dun of dik maakt niets uit, a!
zaagd en op die manier heeft n
vierkanten van gelijk patroon
daarmee werd uw tafeltje lngelc
Moeilijker wordt het, als het t
kante paaltje door vijlen en schu
in een rond of ander model gebn
wordt. Als de gebruikte lijm i
hard genoeg was, kwam er nah
lijk niets van terecht. U schreef,
u dit werk ook wel in steen I
gezien, maar m.i. kan dat dan oni
gelijk zo heel fijn zijn geweest aü
tafelblad. Het systeem is daarbij
heel anders: Mozaïek (pietre d
werd gemaakt door op een gl*
meestal marmeren onderlaag se1
Jes gekleurd marmer (elk patrofl
dan ook mogelijk) met cementl
vast te plakken.