Vertekend beeld van nazi-tijd Russische Joden vechten voor eigen cultuur wM - f 'Hitier een carrière' is een documentaire met vraagtekens vj* II ITERDAG 13 AUGUSTUS 1977 BUITENLAND Trouw/Kwartet loor J. den Boef r is in West-Duitsland al geruime tijd een ontwikkeling, de ersoon van Adolf Hitler wat „beter" over het voetlicht te rengen. „Beter" betekent hier niet alleen dat een taboe oorbroken zou moeten worden, maar ook dat hij gunstiger ioet worden afgetekend dan tot dusver het geval was. p zichzelf is er geen enkel be- raar tegen dat Duitsers meer dan Jaar na de val van Hitiers „Derde ijk" de tijd gekomen achten om alle openheid het onverwerkte >rleden in het bijzonder uit de ren tussen 1933 en 1945 ter :ussie te stellen. Men kan zich [jechts afvragen, waarom dit niet jfcel eerder is gebeurd en moet dan —ëel tot de voorzichtige conclusie omen, dat degenen die genoemde eriode bewust hebben meege maakt, daar liever niet aan herin- erd wilden worden. nadelig gevolg hiervan was dat 3. t naoorlogse Duitsers tientallen rtyren niet konden of wilden gelo- ieen dat in het Duitsland van hun uders in een betrekkelijk korte eriode van twaalf jaren en de }st van Europa (in de tijd van vijf iren) nauwelijks te beschrijven fftisdaden zijn begaan, waarvan dentallen miljoenen mensen de I lachtoffers waren. ,an het eind van de jaren zestig is aar verandering in gekomen, om- ie kt met name de Westduitse televi- aje-stations zich uitvoerig gingen Zi(£Zighouden met de opkomst van ospt nazisme en het onheil dat het in ■d^uitsland en later ook in de rest i Europa aanrichtte. Dit gebeur- aan het begin van het tijdperk, it gekenmerkt werd door een stre- 6n naar vereoening tegenover lan en en volken, die zwaar hadden gleden onder het Duitse geweld. I h( ianooral kanselier Willy Brandt en /aifesident Gustav Heinemann gin- ait#n hun landgenoten voor op deze ,oepor velen moeilijke weg moei- ^■ojk voor degenen die de Hitlertijd rijfewust hadden meegemaakt, maar gefk voor hen die er part noch deel ad.an hadden, maar met dit stuk ju?rleden werden opgescheept, he: Gewoon" doen rei/ie tijd is voorbij, sinds met Hel- hcAut Schmidt een kanselier zijn in- na,-ede in de Westduitse politiek deed die vond, dat de Duitsers nu wel weer „gewoon" konden gaan doen. De Bondsrepubliek was niet alleen een economische, maar ook een politieke macht van betekenis geworden en kon zich onder de volkeren doen gelden, zonder altijd maar herinnerd te hoeven worden aan wat tussen 1833 en 1945 was geschied. Schmidt had gelijk, temeer omdat met name voor de Duitsers onder de vijftig jaar oud en dat is een zeer groot deel van de Westduitse bevolking geldt dat zij part noch deel hadden aan wat in die twaalf jaren was geschied. Daar kwam nog bij dat met het voortschrijden van de tijd een ver vaging was opgetreden in de herin nering aan die jaren en dat sinds 1945 in vele delen van de wereld op grote schaal dood en verderf waren gezaaid op een wijze die niet leek' onder te doen voor de methoden in Hitiers „Derde Rijk". Dit alles leid de ertoe dat in en buiten de Bondsrepubliek aan de lopende band publicaties gingen verschij nen over Hitier en diens rol in de jongste geschiedenis. Het kon niet uitblijven dat men pogingen ging doen om een eind te maken aan de gewoonte om Hitier persoonlijk de schuld te geven van alle misdaden. Eén van die mensen is de Britse historicus David Irving, die be weert dat Hitler de Jodenvervol ging niet bevolen zou hebben, ja dat hij er niet eens van zou hebben afgeweten. In „Hitler's War" schrijft Irving, dat de SS-chef Hein- rich Himmler de eigenlijke schuldi ge was en dat deze massamoorde naar buiten Hitier om zou hebben gehandeld. Voordat zijn boek verscheen had Irving laten weten, 1000 dollar te zullen betalen aan iedereen die een document uit de oorlogstijd zou kunnen tonen, waaruit zou blijken dat Hitier de liquidatie van de Jo den beval of vóór oktober 1943 van deze massa-vernietiging op de hoogte was. Irvings beweringen zijn dan ook alleen gebaseerd op het ontbreken van „documenten". Propagandafilms Het tegenovergestelde is het geval met de geestelijke vader van de film „Hitier een carrière", die al geruime tijd in Westduitse biosco pen draait: Joachim C. Fest. Hij is één van de uitgevers van de Frank furter Allgemeine Zeitung, die en kele jaren geleden bekendheid ver kreeg door de publicatie van een meer dan 1000 bladzijden tellende biografie over Hitler (in het Neder lands uitgegeven door In den To ren, Baam). De inhoud van Fests boek viel niet bij iedereen in goede aarde, omdat het meer zijn per soonlijke mening tegenover die van anderen weergaf, dan dat het kon, worden beschouwd als een „histori-" sche" benadering in een wel zeer vroeg stadium. Ondanks hun niet malse kritiek, waren mensen als de schrijver Golo Mann van oordeel dat Fest voor de komende 15 of 20 jaar „het defini tieve werk over het weerzinwek kende onderwerp" had geschreven. Fest heeft zich in zijn film over Hitler in tegenstelling tot Irving dus gebaseerd op documenten. Het zijn zo langzamerhand overbe kende beelden van parades, mar sen, solidariteitsbetuigingen en wat dies meer zij, aangevuld met enkele kleurenfilms (ook die van Eva Braun) en weinig bekende beelden uit de begintijd van het nationaal-socialisme. De produ cent heeft aldus Karl-Heinz Janssen in het Westduitse wéék- blad Die Zeit kosten noch moeite gespaard om beeld en geluid „op te poetsen": „Nog nooit heeft men de Rijksdag zo geweldig zien branden". In een scène zonder geluid heeft de filmproducent zelfs het knallen van laarzen op marmer ingelast op het ogenblik dat Hitier bij een doden herdenking (van de NSDAP) de „tempel" van de Feldherrnhalle in München betreedt om een krans te leggen. Hierover schrijft de film producent Wim Wenders, eveneens in Die Zeit: „In deze film zijn zelfs geluiden niet onschuldig. Bij de kranslegging zegt de commentariërende stem: Adolf Hitler steekt de eerste spade in de grond bij de aanleg van een „Autobahn". „Alleen, als regisseur en hoofdfi guur van de gebeurtenis, begaf Hit- Ier zich naar de dodenverering, in de gecalculeerde eenzaamheid van de grote Leider. Het uitbeelden van deze berekende eenzaamheid werd door Fest.nog eens extra gecal culeerd door het duidelijk en gal mend synchroom weergeven van het geluid van laarzen om de voet stappen van Hitier te suggereren". „Verleidelijk" Werners kritiek op de film van Fest is niet uit de lucht gegrepen. Be perkt Janssen zich nog tot de con statering dat de film gevaarlijk is, omdat daarin domineren: „het fe nomeen Hitier, zijn onbetwistbare talenten, zijn acteerkunst, zijn be heersing van de massa, de grenzelo ze onkritische bewondering voor zijn persoonlijkheid en zijn daden", Werner gaat als vakman veel ver der. Hij constateert niet ten on rechte dat de „documenten", waar op Fest zijn film heeft gebaseerd, uit nationaal-socialistisch propa gandamateriaal bestaat. Alle beelden", aldus Werner, „die van Hitier en zijn ideeën bestaan, werden geraffineerd gemaakt, zorg vuldig geselecteerd en voor het gro te doel ingezet". Werner, die de film enkele malen heeft gezien (de twee de keer gewapend met een casset te-recorder) heeft ook op de stem gelet, die tussen de bedrijven door commentaar geeft op filmbeelden. Die stem klinkt volgens Werner net zo verleidelijk als die van de voort durend sprekend Ingevoerde Hitier. „De stem probeert te illustreren, gaat op in het beeld, wisselt haar stemmingen en is vaak eerbiedig, dan weer eens luchtig, of zwaar moedig, hoopvol, geamuseerd, boos, maar ook spottend". Het be gint al bij beelden van Hitiers ver blijf in Wenen (vóór de eerste werel doorlog), waar hij voor het eerst met het „Joodse probleem" wordt geconfronteerd. „De stem", aldus Werner, „probeert Hitier te begrij pen en klinkt dreigend als zij de Joden in verband brengt met des tijds in de fantasie van het publiek levende schrikbeelden van bloed schande." En zo gaat Werner door met het noemen van voorbeelden van stern- effecten, die „Hitier een carrière" tot een goedkope reclamefilm ma ken, waarin de vrouw met het bete re wasmiddel opduikt, zóals Wer ner zelf zegt. De concentratiekam pen worden afgedaan met de verto ning van een „buitenaan2icht" en het luchtige commentaar, dat in het voorjaar van 1933 het eerste concentratiekamp in gebruik werd genomen, maar dat niemand des tijds zulke beelden wilds zien uit verlegenheid, angst en schroom. Verder niets. Ook de politieke moorden in Duitsland en de massa moorden in het Oosten passeren de revue, maar hoeveel miljoenen do den de „Führer" op zijn geweten heeft, komt de bioscoopbezoeker niet te weten. Voor hem blijven de mensen die op 20 Juli 1944 probeer den, Hitier te doden, plegers van een aanslag. Pools verwijt Een Poolse historicus heeft de be schuldiging geuit dat de Hitlerrage van de laatste jaren niets meer is dan „de uitdrukking van een twij felachtige nostalgie of de pure com mercialisering van een nog lang niet onderzochte geschiedenis". We laten in het midden of één van deze verwijten ook opgaat voor de film van Fest, al staat het als een paal boven water, dat die bepaald geen kasstuk zou zijn geworden als Fest zich niet loutec van nationaalsocia- listisch propaganda materiaal zou hebben bediend, maar echte docu menten zou hebben uitgekozen die geen commentaar nodig hebben, maar voor zichzelf spreken als zij laten zien, welke onbeschrijfelijke ellende Hitier tussen 1933 en 1945 in een groot deel van de wereld teweeg bracht. Fest had het beter bij het schrijven van zijn boek kun nen laten. Met zijn film kan hij alleen maar de verwarring groter maken. Een vertekend beeld van Hitler, die dan toch maar een eind maakte aan de massale werkloosheid en prachtige „Autobahnen" liet bou wen, kan kwaad aanrichten onder Duitsers, die al meer dan een mil joen werklozen in hun midden heb ben en met een gevoel van onveilig heid rondlopen. De politieke situa tie in de Bondsrepubliek is van dien aard, dat er geen directe reden tot bezorgdheid is. Wel dient men in Bonn waakzaam te blijven en er nog meer dan voorheen voor te zorgen dat met name de Jeugd niet blijvend wordt opgescheept met het idee, dat het allemaal zo erg niet was tussen 1933 en 1945. >or James Dorsey itvs :M(4e Joden in de Sowjet-Unie bereiden zich voor op nog moeilij ker tijden. Gevreesd wordt dat nu de emigratiemogelijkheden epc°|oor Russische Joden steeds meer beperkt worden, ook het le |eleven van de Joodse identiteit in de Sowjet-Unie nog meer in evaar zal worden gebracht. meinds 1974 hebben de Sowjet-auto- se teiten de emigratie van Joden be- :usioellijkt en de campagne tegen de datussische Jodeq opgevoerd. Ter- ;hoSjl in 1973 nog vijfendertigdui- arstnd van hen toestemming kregen diepi naar Israël te emigreren, daalde egept aantal vergunningen in 1975 tot echts veertienduizend. Gezien pze situatie hebben rabbijnen en )ods intellectuelen in de Sowjet- nie de adviezen overgenomen van i voorzitter van het Joods Wereld- )ngres, Nachoem Goldman. Gold- ,an meent dat de Russische Joden et alleen voor het recht op emi- 'atie moeten strijden, maar ook ►or een daadwerkelijke verwezen- rmi|ócing van hun op papier gegaran- terde religieuze en politieke rech- n in de Sowjet-Unie zelf. Omdat j deze opvatting al in 1971 vlak lor de bijeenkomst van het We- /an ld Zionistische Congres in Jeru- lem had verkondigd, werd zijn als een van de hoofdsprekers congres van de lijst ge- verii Russische Joods intellectuelen i rabbijnen zeggen dat er los van reis'fi strijd voor recht op emigratie, ik voor de Joodse rechten binnen ij Sowjet-Unie gestreden moet •rden, omdat dit helemaal los t van het vraagstuk van emi- itie. Zelfs al zouden de emigra- f (cijfers van Russische Joden ver- levoudigd worden, dan nog zou meerderheid van de ruim twee lljoen Joden in de Sowjet-Unie in n geboorteland blijven leven. De orstanders van deze lijn bena- ukken dat deze nieuwe strijd niet h vervanging, maar een aanvul- g op de strijd voor recht op emi- Itie is. Zij vormt een verdedi- Igswapen voor de moeilijke tij- n in de toekomst. Volgens de bminente natuurkundige, Benja- n Fain, die sinds enkele weken in bël woont, heeft de nieuwe cam- gne voordelen, zowel op korte als lange termijn. geestelijk uitroeiing (lange termijn moet deze cam- i R'dgne het gevaar van „geestelijke Joeiïng afwenden Gevreesd p°Tdt dat de Russische Joden na ^tallen jaren van discriminatie .de Sowjet-Unie ernstig gevaar lopen hun identiteit te verliezen. Al vlak na de revolutie in 1917 werd de bevordering van de Joodse cultuur en het Joodse onderwijs door de nieuwe machthebbers tegenge werkt. Afschuwelijke vormen nam de campagne tegen de Joden aan in 1948, toen Stalin alle nog bestaan de Joods theaters liet sluiten, Jood se publicaties verbood, en alle an dere culturele uitlaatkleppen blok keerde. Weliswaar kregen de Joden in 1934 Birobidjan als autonoom gebied toegewezen, maar slechts acht procent van de plaatselijke bevolking is van Joodse komaf. Noch in Birobidjan noch elders in de Sowjet-Unie kunnen Joden offi cieel onderwijs volgen over de Joodse geschiedenis of in het He breeuws of het Jiddisj. Opgepakt Volgens Fain kan „een volk worden vernietigd als het niet de mogelijk heid krijgt om z'n geschiedenis en taal te bestuderen. De identiteit van de individu gaat verloren als hij zijn geheugen verliest." Van daar dat Fain en zijn vrienden pro beren door middel van discussie groepen, onofficiële seminaria en andere activiteiten de nadruk te leggen op de Joodse cultuur. Sinds enkele jaren verschijnt ondergrond het blad Terboet (oftewel Cultuur) waarin artikelen staan over het Joods zijn. Deze activiteiten zijn de Joden niet in dank afgenomen door de Sowjet-autoriteiten. De Russi sche geheime dienst voorkwam in december verleden Jaar het houden van een internationaal seminar over de Joodse cultuur. Genodig den uit het buitenland kregen geen visum Ook deze schrijver kreeg van de Russische ambassade in Den Haag te horen dat er geen hotelkamers in Moskou beschik baar waren toe hij „gewoon" de Sowjet-Unie wilde bezoeken. Er werd duidelijk gevreesd dat ook hij het seminar misschien had willen bezoeken. Dit zijn niet de enige maatregelen die werden getroffen. Zowel redac teuren als lezers van Terboet zijn in het verleden door de KGB opge pakt. Russische kranten weigeren Drie Joodse vrouwen verkopen matzes in Moskou ter gelegenheid van het Joodse Paasfeest. Het kunnen onderhouden van dit feest behoort tot de culturele strijd van de Russische Joden. advertenties op te nemen over on derwijs in oosterse talen, wanneer 't Hebreeuws als taal wordt opge voerd of wanneer degene die de advertentie opgeeft een Joodse naam heeft. Dat dit allemaal wijst op een verscherping van de situatie in de Sowjet-Unie, werd voor de Russische joden volledig duidelijk, toen de jonge wiskundige Anatoli Sjaranski in maart van dit jaar werd opgepakt. Sjaranski, lid van een groep die probeerde na te gaan of de Sowjet-Unie wel de akkoor den van Helsinki inzake de men senrechten respecteerde, werd er van beschuldigd een agent van de Amerikaanse inlichtingendienst CIA te zijn. Aan zijn arrestatie ging een campagne tegen hem in de pers vooraf. De reden waarom men in de Sow jet-Unie het joods bewustzijn wil onderdrukken, ligt nogal voor de hand. Het nationale element in het Joodse bewustzijn zou namelijk de moeilijkheden van de Sowjet-lei- ders met lastige minderheden al leen maar vergroten. Door de Jood se leiders in het verleden naar het buitenland te laten vertrekken, hoopte men in de Sowjet-Unie de problemen al bij voorbaat de kop te kunnen indrukken. Maar die vlieger ging niet op. In de eerste plaats kwamen er steeds meer Joodse activisten op de proppen en in de tweede plaats bleek dat steeds meer Joden die in het wes ten aankwamen niet naar Israël trokken, iets wat ook de leiders in Jeruzalem kopzorgen baart Volgens een met de Israëli's ge maakte afspraak mogen Joden een speciale regeling in de Sowjet-Unie krijgen, mits zijn naar Israël emi greren, onder het voorwendsel van gezinshereniging. Maar de ontwik kelingen in het Midden-Oosten en in Israël in het bijzonder, waar sinds de oktoberoorlog meer men sen vertrekken dan komen, maken „alljah" het emigreren naar het beloofde land niet meer zo aan trekkelijk. Het Westen Terwijl alle Joden die tussen 1968 en 1970 de Sowjet-Unie mochten verlaten naar Israël trokken, gaat nu bijna de helft van alle emigran ten naar het Westen. Naast de situ atie in het Midden-Oosten is er nog een tweede oorzaak voor deze ont wikkeling. Moskou laat voorname lijk Joden uit de grote steden gaan en voor hen zijn de Verenigde Sta ten een stuk aantrekkelijker dan Israël. Ongeveer zeventig procent van de Joden in Moskou en Lenin grad, tachtig procent van de Joden in Klew en 92 procent van de Joden in Odessa willen in geval van emi gratie ergens anders heen dan naar Israël. Wat anders ligt 't voor Joden in gebieden die de Sowjet-Unie na de Tweede Wereldoorlog heeft ge annexeerd. Van de Joden in deze gebieden wil ruim negentig procent naar Israël. Maar zij krijgen nauwe lijks toestemming om te vertrek ken. Volgens de Israëli's dient dit beleid, om de wereld duidelijk te maken dat de Russische Joden he lemaal niet naar Israël willen en dus net als alle andere Sowjet-bur- gers moeten worden behandeld. Irritatie aangewakkerd De irritatie van de Israëli's wordt verder aangewakkerd door de acti viteiten van Joodse organisaties, welke in het verleden gesticht wer den om Joden die in gevaar ver keerden, te helpen. Zulke organisa ties zijn de in 1914 als centrale organisatie van Joden bulten de Verenigde Staten opgerichte Ame rican Jewish Joint Distribution Committee en de Hebrew Immi grant Aid Society (HIAS). Vooral HIAS heeft honderdduizenden Jo den tussen de beide wereldoorlo gen geholpen om naar Noord- of Zuld-Amerika te vluchten. De acti viteiten van de in oorsprong anti- zionistische HIAS namen na de stichting van de staat Israël af. Maar met name na het op gang komen van de emigratie van Russi sche Joden veranderde deze situ- tie. HIAS vertelt de Russische jo den die in het Westen aankomen over alles wat zij willen weten over de Verenigde Staten. In hun bro chure getiteld „Aan de schrede van een nieuwe cultuur" valt echter niets over „Israël te lezen. Op verschillende manleren hebben Israël en de Sochnoet het Joodse Agentschap dat de immigratie naar Israël regelt geprobeerd om de invloed van deze Joodse organi saties terug te dringen. Voorstellen om vluchten rechtstreeks vanuit de 8owJet-Unie naar Israël te laten vertrekken, werden door de Sow jet-autoriteiten categorisch van de hand gewezen. Ook Oostenrijk, het doorgangsland naar het Westen voor Russische Joden, heeft gewei gerd Israël van dienst te zijn. Welis waar mag de Sochnoet in Wenen opereren, maar bondskanselier Krelsky zorgt er zorgvuldig voor dat de Joden „hun land van be stemming bereiken." Bij de Sochnoet geeft men openlijk toe, dat de HIA8 het voornaamste obstakel is op de weg van de Russi sche Joden naar Israël, wanneer deze eenmaal in het Westen zijn aangekomen. Toch gaat Israël een frontale aanval met HIAS uit de weg, uit vrees voor een scherpe botsing met het Amerikaanse Jo dendom. Men troost zich met het feit dat hoe meer Joden de Sowjet- Unie verlaten, hoe meer er ook in Israël zullen aankomen. Hoe hoog het de Israëli's echter zit, blijkt uit het feit dat men de uit het Oude Testament stammende slagzin „Laat mijn volk gaan" heeft veran derd in „Laat mijn volk naar Israël

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Nieuwe Leidsche Courant | 1977 | | pagina 11